Leeratelier Netwerkend Werken

Download Report

Transcript Leeratelier Netwerkend Werken

Leeratelier
Netwerkend Werken
1
2
Voorwoord
De verhoudingen veranderen
De verhouding tussen overheid, markt en samenleving is voortdurend in beweging. Om
publieke doelen te realiseren, zoeken overheden steeds meer de samenwerking op met
partijen uit de markt en de samenleving. De overheid verlegt taken naar de markt en van
burgers verwacht zij steeds meer zelfredzaamheid. Tegelijkertijd pakt de samenleving zelf
ook een prominente rol in het ontplooien van initiatief op terreinen die eerder vooral aan
de overheid werden toegerekend. Burgers die openbaar groen in beheer nemen, zelf een
bibliotheek opzetten en beheren of in coöperatieve vorm een buurtwinkel oprichten.
ZZP-ers die zelf, op basis van onderlinge solidariteit, bij elkaar ziekte-uitval verzekeren of
burgers die een lokaal energiebedrijf oprichten.
En het belang van netwerkend werken neemt toe
Deze voorbeelden laten zien dat burgers en ondernemers een steeds grotere rol vervullen
in het creëren van publieke waarden. De overheid heeft andere partijen nodig, zoekt
actief de samenwerking op en wordt tegelijkertijd ook steeds meer uitgedaagd door
partijen of initiatieven die op eigen voorwaarden willen werken. De publieke zaak is niet
de verantwoordelijkheid van de overheid alleen, bedrijven, instellingen en burgers doen
actief mee en zo stroomt het publieke domein steeds voller. Dit leidt tot nieuwe
uitdagingen voor overheden. Wat is de rol van de overheid in de netwerksamenleving?
Hoe kunnen netwerken benut worden om maatschappelijke kwesties aan te pakken? Hoe
kan de overheid anderen faciliteren of aansporen om zelf initiatieven te ontplooien? Hoe
kan omgegaan worden met verschillen in werkwijzen, tijdlijnen en doelen in netwerken?
Hoe kan de overheid haar verschillende verantwoordelijkheden blijven borgen in een
netwerksamenwerking? Het belang van het ontwikkelen van ‘netwerkend werken’ wordt
steeds groter.
Op alle bestuurlijke schaalniveaus
Op verschillende bestuurlijke niveaus manifesteert zich een praktijk waarin ‘netwerkend
werken’ onmisbaar is geworden. De participatietendens is niet nieuw, maar toch is er bijvoorbeeld op gemeentelijk niveau - sluipenderwijs iets radicaal veranderd. Waar
burgers eerst met een goed idee bij de gemeente aanklopten, vuren zij nu - al dan niet
georganiseerd in netwerken - een spervuur van initiatieven af op de gemeentelijke
organisatie. ‘We doen het zelf wel’, lijkt het nieuwe adagium van bewoners en sociaal
ondernemers. Het is hoogconjunctuur voor ambtenaren die geacht worden met
initiatieven van burgers en andere stakeholders aan de slag te gaan. Zij stellen zich
vragen als: hoe verhoud ik mij tot al deze initiatieven, hoe weeg ik ze tegen elkaar af, hoe
richten we onze organisatie zo in dat we ze optimaal kunnen benutten/faciliteren? En
aan wie leg ik als ‘civil servant’ eigenlijk verantwoording af?
Maar hoe ga je daar als ambtenaar mee om?
In dit nieuwe landschap worden ambtenaren uitgedaagd om nieuw repertoire en nieuwe
ambtelijke waardeoriëntaties te ontwikkelen. Van ambtenaren wordt steeds meer
gevraagd om zowel binnen, als buiten de organisatie effectief te opereren en in staat te
zijn deze werelden met elkaar te verbinden. Het vermogen om te werken in verschillende
soorten netwerken en om daarin omgevingsbewust te handelen behoort tot het standaard
repertoire van de lokale ambtenaar. Daarmee gaan traditionele waarden en de bestaande
werkwijze niet overboord. Het gaat om het bekwamen in nieuwe competenties zodat de
netwerkende ambtenaar een bijdrage kan leveren aan de veranderopgave voor het
openbaar bestuur.
3
Een leeratelier netwerkend werken
In het leeratelier netwerkend werken bespreken we de uitdagingen van netwerkend
werken voor de hedendaagse ambtenaar. We bespreken de stand van kennis in
wetenschap en praktijk over de toepassingen en dilemma’s van netwerkend werken. We
richten ons op wezenlijke organisatie- en verandervragen die spelen op verschillende
bestuurlijke niveaus en we ontwikkelen samen handelingsperspectief om de kracht van
het maatschappelijk initiatief optimaal te benutten en effectief te zijn in netwerkend
werken.
Drs. Bastiaan Staffhorst
Co-decaan
4
Programma
Voorbereiding & opdracht
Voorafgaand aan het leeratelier krijgen deelnemers literatuur toegestuurd, waarmee zij
zich in kunnen lezen in het onderwerp. Ook wordt er voorafgaand aan het leeratelier aan
de deelnemers gevraagd een mindmap te maken van de netwerken waarin zij
functioneren in hun werk. In deze mindmap tekenen de deelnemers de verbindingen die
zij met andere partijen hebben en geven zij aan welke samenwerkingsdilemma’s daarbij
spelen. Deelnemers kiezen aan de hand van de mindmap één casus waarin verschillende
dilemma’s rond netwerkend werken samenkomen. Deze casus kan bijvoorbeeld de
samenwerking zijn met een (sociale) onderneming, een buurtinitiatief, een vereniging,
een maatschappelijke organisatie of een andere overheid. In het laatste deel van elke
cursusdag wordt in ‘de confrontatie’ de casus belicht vanuit de thematiek die op die dag
aan de orde is. Op die manier reflecteren deelnemers op de verhoudingen in hun eigen
netwerken, op de eigen interne organisatie en de mate waarin deze is toegerust op
netwerkend werken. Ook komt de eigen rol binnen de casus aan de orde en welke kennis
en vaardigheden versterkt kunnen worden om effectief te opereren. De opdracht heeft
het karakter van een ‘prototype’ die gedurende het leeratelier steeds meer vorm krijgt. Op
de slotbijeenkomst presenteert iedere deelnemer zijn of haar prototype aan een collega of
netwerkpartner en aan een panel van practitioners en professionals. Zo krijgen de
deelnemers feedback op hun bevindingen en reflecties, maar leren zij ook van de
casuïstiek van de andere deelnemers.
Dag 1: Introductie tot netwerkend werken
De verhoudingen tussen de overheid, samenleving en de markt veranderen. Waar de
overheid eerst de centrale actor was in het oplossen van maatschappelijke vraagstukken,
zijn deze vraagstukken steeds vaker complex, beleidsdomeinoverschrijdend en ‘wicked’
en vragen ze om de samenwerking van verschillende partijen. Het werken in netwerken
wordt hierdoor steeds belangrijker. Maar wat zijn netwerken eigenlijk? Welke soorten
netwerken zijn er? Waarom is er recentelijk zoveel aandacht voor netwerken? En waarin
verschillen netwerken van andere organisatievormen? De eerste dag van het leeratelier
vormt een introductie tot netwerkend werken: netwerken worden ontrafeld en
deelnemers leren op een conceptuele manier naar netwerken te kijken.
Dag 2: Veranderende verhoudingen
De verhoudingen in netwerken zijn horizontaal. Partijen verzamelen zich rondom een
maatschappelijk probleem en zijn wederzijds afhankelijk voor het oplossen van het
probleem. Er zijn gezamenlijke doelen, maar niet altijd gezamenlijke belangen en
logica’s. Actoren in de netwerken zijn verweven en onderling afhankelijk van elkaar. Er is
geen centrale actor en er is sprake van fragmentatie van kennis, capaciteiten en
verhoudingen. Deze kenmerken vragen van ambtenaren om zich constant aan te passen
aan de veranderende verhoudingen, interacties en dynamieken in de netwerken.
Ambtenaren werken samen in netwerken van (sociale) ondernemers, burgers en
maatschappelijke organisaties, wat telkens vraagt om een nieuwe rol én houding. Soms
door een stapje terug te zetten en minder prominent in het netwerk aanwezig te zijn,
door ‘los te laten’ en ‘niets te doen’, maar soms ook door de ‘regie’ te nemen en te sturen.
Op de tweede dag van het leeratelier verkennen de deelnemers de veranderende
verhoudingen en reflecteren zij op hun eigen rol binnen de verschillende netwerken.
Confrontatie I: hoe veranderen de verhoudingen om mij heen en wat betekent dat voor
mijn rol?
5
Dag 3: De onvermijdelijke verandering van de interne organisatie
Overheidsorganisaties zijn veelal verticaal georganiseerd en kennen een duidelijke
hiërarchie. Netwerken kennen daarentegen een vorm die meer horizontaal, vertakt,
dynamisch en veranderlijk is. Ambtenaren staan vaak met één been in de hiërarchische
organisatie, waarin zij verantwoording af moeten leggen en uitvoering moeten geven aan
het beleid, en staan met hun andere been in de samenleving die constant verandert en
telkens vraagt om een andere aanpak. Interne regels, procedures en tempo verhouden
zich niet altijd gemakkelijk tot de werkwijzen zoals die binnen netwerken gelden. Dit
zorgt niet zelden voor een situatie waarbij ambtenaren in een spagaat terecht komen.
Hoe ga je hier als ambtenaar mee om? Hoe kun je de interne organisatie zo aanpassen
dat deze beter past bij de veranderende omgeving? Hoe leg je verantwoording af naar de
interne organisatie? Op de derde dag van het leeratelier reflecteren deelnemers op de
interne organisatie en ontvangen zij handvatten om strategisch om te gaan met de
‘spagaat’ waarin zij zich soms bevinden.
Confrontatie II: wat vraagt ‘netwerkend werken’ van de interne ambtelijke
organisatie?
Dag 4 (halve dag): In between
Deelnemers werken op deze werksessie van een halve dag onder leiding van Bastiaan
Staffhorst en Daphne Bressers aan hun prototype.
Dag 5: Strategisch bewegen in netwerken
In netwerken is er sprake van wederzijdse afhankelijkheden; dit zorgt ervoor dat het
sturen in netwerken ingewikkeld is. Partijen hebben verschillende tijdslijnen, urgenties,
agenda’s, relaties én belangen. Hoe zorg je er als overheid dan toch voor dat de doelen
bereikt worden? Hoe kun je in een netwerk sturen zonder het stuur over te nemen? Hoe
kan je als overheid meer invloed krijgen op het procesverloop en sturen op
maatschappelijk wenselijke uitkomsten? Elk netwerk vraagt om een andere passende rol
en een ander proces. Soms is sturing in het netwerk nodig om verder te komen maar
soms is de participatie in een netwerk voor ambtenaren ook vooral een les in
bescheidenheid. Op de vijfde dag van het leeratelier ontvangen deelnemers handvatten
om zich op een strategische manier in netwerken te bewegen en hierbij een gepaste rol te
kiezen. We gaan, geïnspireerd door beeldbepalende practitioners, aan de slag met
‘prototyping’. Hoe zou het nieuwe netwerkend werken eruit kunnen zien voor ieders
individuele casus?
Confrontatie III: Hoe kan ik mij strategisch bewegen in netwerken en mijn doelen
bereiken?
Dag 6 (halve dag): Afsluiting
Op de laatste dag van het leeratelier nemen alle deelnemers een lokale netwerkpartner of
netwerkende collega mee en presenteren hen de ‘prototypes’ waar zij gedurende het
leeratelier aan hebben gewerkt. Een panel van practitioners en professionals reflecteren
op de ‘prototypes’.
6
Rooster
Onder voorbehoud van wijzigingen
Locatie: NSOB, Lange Voorhout 17 te Den Haag
Dag 1. Datum dinsdag 7 februari 2017
Startdag - Introductie 11.00-12.30
13.30-16.00
16.00-17.30
Dag 2. Datum dinsdag 7 maart 2017
Veranderende
09.30-12.00
verhoudingen
13.00-16.00
16.00-17.00
Dag 3. Datum dinsdag 4 april 2017
De onvermijdelijke
09.30-12.00
verandering van de
interne organisatie
13.00-16.00
Voorstelronde & toelichting programma
Verwarring ontrafelen - Introductie tot
netwerkend werken
Bespreken mindmap
Leren door doen: overheidsparticipatie in een
energieke samenleving
Nieuwe rollen voor ambtenaren: ambtenaar 3.0
Confrontatie I
Veranderende organisatie, veranderende
ambtenaren
Het veranderen van de interne organisatie 'Buiten is binnen'
16.00-17.00
Confrontatie II
Dag 4. (halve dag) Datum dinsdag 18 april 2017, ochtend
Feedbackochtend
Dag 5. Datum dinsdag 9 mei 2017
Strategisch bewegen
09.30-12.00
Het sturen in netwerken
in een netwerk
13.00-16.00
Carrousel van practitioners – prototyping
16.00-17.00
Confrontatie III
Dag 6. (halve dag) Datum woensdag 7 juni, middag
Slotbijeenkomst
12.30-17.00
Presentatie van prototypes & discussie
aansluitend borrel
7
Organisatie
Programmaleiding
- Drs. Bastiaan Staffhorst, Co-decaan bij de Nederlandse School voor Openbaar
Bestuur.
- Daphne Bressers MSc, Onderzoeker en leermanager bij de Nederlandse School
voor Openbaar Bestuur.
- Linda Frauenfelder, Projectmanager bij de Nederlandse School voor Openbaar
Bestuur.
Docenten in eerdere leergangen:
- Prof. Dr. Mark van Twist. Hoogleraar aan de Erasmus Universiteit te Rotterdam
en decaan/bestuurder van de Nederlandse School voor Openbaar Bestuur.
- Prof. Dr. Martijn van der Steen. Directeur van de denktank van de Nederlandse
School voor Openbaar Bestuur en hoogleraar aan de Erasmus Universiteit te
Rotterdam.
- Prof. Dr. Maarten Hajer. Hoogleraar Bestuur & Beleid aan de Universiteit van
Amsterdam en de directeur van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL).
- Prof. Dr. Ir. Katrien Termeer. Hoogleraar bestuurskunde aan Wageningen UR.
- Prof. Dr. Paul ’t Hart. Hoogleraar aan de Universiteit van Utrecht en co-decaan
bij de Nederlandse School voor Openbaar Bestuur.
- Drs. Frans Soeterbroek. Oprichter van het adviesbureau De Ruimtemaker.
- Prof. Dr. Ir. Ernst ten Heuvelhof. Hoogleraar Bestuurskunde aan de Faculteit
Techniek, Bestuur en Management (TBM) van de TU Delft.
8
Algemeen
Leerdoelen
De opleiding heeft de volgende leerdoelen:
1. Deelnemers verwerven inzichten in de theorieën rondom netwerkend werken;
2. Deelnemers verwerven inzicht in hun rol en positie in de netwerken waarin zij
werken;
3. Deelnemers vergaren inzicht in wat ‘strategisch handelen’ betekent in netwerken
en verkennen een bijpassend instrumentarium om effectief te opereren;
4. Deelnemers verwerven inzicht in het managen van veranderingen in de interne
organisatie;
5. Deelnemers leren door middel van procesmanagement te sturen in netwerken.
Literatuur
- M. van der Steen, R. Peeters & M. van Twist (2010). Boom en het rizoom:
overheidssturing in een netwerksamenleving. Nederlandse School voor
Openbaar Bestuur.
- M. van der Steen, J. Scherpenisse, M. Hajer, O-J van Gerwen & S. Kruitwagen
(2014). Leren door doen: overheidsparticipatie in een energieke samenleving.
Nederlandse School voor Openbaar Bestuur en het Planbureau voor de
Leefomgeving.
- M. van Twist, J. Schram & D. Bressers (2014). (N)iets doen is ook hard werken.
Nederlandse School voor openbaar bestuur.
- M. Schulz, M. van der Steen & M. van Twist (2012). De koopman als dominee:
sociaal ondernemerschap in het publieke domein. De Nederlandse School voor
Openbaar Bestuur.
M. van Twist, N. Chin-A-Fat, J. Scherpenisse & M. van der Steen (2014). ‘Ja,
maar…’ Reflecties op de participatiesamenleving. De Nederlandse School voor
Openbaar Bestuur.
Doelgroep
Het leeratelier is ontworpen voor ambtenaren die in hun werk geconfronteerd worden
met het werken in netwerken en hier meer grip op willen krijgen. Om het leeratelier met
succes te kunnen volgen moeten de deelnemers over een afgeronde wo/hbo opleiding
beschikken met enige jaren relevante werkervaring, dan wel vergelijkbare kwalificaties
bezitten door opgedane werkervaring.
Investering
De kosten voor deelname aan het Leeratelier bedragen € 3.450,- . Dit bedrag betreft
opleidingskosten, literatuur- en verblijfskosten. Het bedrag is vrijgesteld van BTW.
Deelnemers dienen bij alle opleidingsdagen aanwezig te zijn. Naast deze dagen wordt er
beperkte inzet en tijd gevraagd voor het maken van opdrachten. De afwezigheid bij een
van de opleidingsdagen gaat in overleg met de co-decaan Bastiaan Staffhorst.
9
Aanmelding
U kunt zich aanmelden door middel van het aanmeldingsformulier. Dit formulier vindt u
terug op onze website: www.nsob.nl.
Het ingevulde en ondertekende aanmeldingsformulier ontvangen wij graag digitaal
(gescand). U kunt het aanmeldingsformulier mailen aan projectmanager Linda
Frauenfelder: [email protected]
Uiteraard kunt u het formulier ook per post aan ons toezenden:
NSOB
Antwoordnummer 93289
2509 WB DEN HAAG
In beide gevallen ontvangen wij graag tevens een digitale (pas)foto voor het maken van
een deelnemerslijst voor de betrokkenen bij de leergang.
Locatie
De bijeenkomsten vinden plaats bij de NSOB aan het Lange Voorhout 17 in Den Haag.
Informatie
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met de leermanager van de opleiding
Daphne Bressers via 070-3024927 of via [email protected], of met de projectmanager
van de opleiding Linda Frauenfelder via 070-3024940 of via [email protected]. Of ga
naar de website voor meer informatie: www.nsob.nl
10
Over de NSOB
De Nederlandse School voor Openbaar Bestuur
De Nederlandse School voor Openbaar Bestuur (NSOB) verzorgt sinds 1989
hoogwaardige postacademische opleidingen. In dat jaar besloten de Universiteit Leiden
en de Erasmus Universiteit Rotterdam tot de oprichting van de Nederlandse School voor
Openbaar Bestuur. Sinds juli 1995 participeren behalve de Universiteit Leiden en de
Erasmus Universiteit Rotterdam ook de Universiteit Utrecht, de Universiteit van
Amsterdam, de Technische Universiteit Delft, de Universiteit van Tilburg en de VU
Amsterdam in de NSOB. Vanaf haar aanvang streeft de NSOB ernaar om met
geavanceerde en uitdagende opleidingen voor het topsegment van het management in
openbaar bestuur en publieke sector bij te dragen aan een hoogwaardig openbaar
bestuur. De opleidingen van de NSOB onderscheiden zich door geavanceerde didactische
concepten, een excellent docentenkorps van topwetenschappers en vooraanstaande
professionals uit de praktijk en intensieve en kleinschalige onderwijsvormen. De
opleidingen bieden een mix van cognitieve verdieping, theoretische en professionele
reflectie, oefening in professionele en persoonlijke competenties, toepassing van kennis
en inzichten in complexe advies- en onderzoeksopdrachten. De opleidingen zoeken de
grenzen van weten en kunnen op en dagen de deelnemers uit hetzelfde te doen.
De NSOB is sinds 2006 niet alleen een hoogwaardig opleidingsinstituut voor de publieke
sector, maar tevens een denktank. In die functie wil de NSOB bijdragen aan
kennisontwikkeling voor en over openbaar bestuur en publieke sector. Het gaat daarbij
om strategische vragen over beleidsinhoud en sturingsrelaties, over verschuivende
verhoudingen tussen private, publieke en politieke domeinen en over de vormgeving en
instrumentering van veranderingen in die domeinen. De NSOB werkt aan vragen die
worden aangereikt door opdrachtgevers uit openbaar bestuur en publieke sector, maar
ook aan vragen die voortkomen uit autonome wetenschappelijke en professionele
reflectie. De NSOB biedt ruimte en inspiratie voor gasten uit de praktijk en de
wetenschap, tijdens en na hun loopbaan. De NSOB organiseert publieke debatten en
verzorgt wetenschappelijke en professionele publicaties. Sinds 2013 verzorgt de school
ook een promotieprogramma voor professionals en leidinggevenden tijdens of na hun
loopbaan.
11
Contactpersonen
Leermanager (inhoud):
Daphne Bressers MSc
070 3024927
[email protected]
Projectmanager (organisatie):
Linda Frauenfelder
070 3024940
[email protected]
12