Algemene toelichting op de Landelijke Dyade regeling 2017

Download Report

Transcript Algemene toelichting op de Landelijke Dyade regeling 2017

Algemene toelichting op de Landelijke Dyade regeling 2017
(aanvullende) reiskostenvergoeding woon-werkverkeer zoals
overgenomen door uw werkgever
Aan deze informatie kunnen geen rechten worden ontleend.
Inleiding
Uw werkgever streeft er naar om zijn werknemers in de gelegenheid te stellen keuzes te kunnen maken uit een
flexibel pakket arbeidsvoorwaarden. Zo’n flexibel pakket of onderdelen daarvan worden vaak aangeduid als “cafetariamodel”. Hierbij kunnen werknemers keuzes maken of zij hun salaris of salariscomponenten willen uitruilen tegen andere zaken waar individueel behoefte aan bestaat. Een voorbeeld daarvan is de Fietsregeling.
Uw werkgever heeft aan zijn flexibel pakket arbeidsvoorwaarden nu een regeling toegevoegd voor het
verkrijgen van een onbelaste reiskostenvergoeding voor woon-werkverkeer.
Wat beoogt uw werkgever met de invoering van deze regeling?
Uw werkgever beoogt met het invoeren van deze regeling voor zijn werknemers een betere vergoeding voor reiskosten woon-werkverkeer te realiseren, dan de vergoeding die u als werknemer nu ontvangt op grond van uw huidige CAO, zonder dat dit voor uw werkgever tot (aanzienlijke) extra uitgaven leidt. De kern van de cafetariaregeling
houdt in, dat u als werknemer kan profiteren van de volledige onbelaste vergoeding van € 0,19 per kilometer voor
alle woon-werkverkeer mits u, als tegenprestatie, bereid bent om hiervoor (een deel van) uw Structurele eindejaarsuitkering in te leveren dan wel in voorkomende situaties uw Structurele eindejaarsuitkering tezamen met (een
deel van) uw Eindejaarsuitkering OOP. Per saldo resulteert deze ruil voor u dan in het ontvangen van het fiscale
voordeel over het bedrag dat wordt uitgeruild. Dit voordeel bedraagt voor het merendeel van de werknemers circa
40 %.
Voorwaarden voor deelname van werknemers die al in dienst zijn
De werknemer die voor het hele jaar zijn eindejaarsuitkering wil verlagen in ruil voor een (aanvullende) reiskostenvergoeding voor woon-werkverkeer dient het formulier uiterlijk 31 december 2016 te hebben ingevuld, ondertekend en ingeleverd bij de werkgever. Hiervan kan niet worden afgeweken!
Het inleveren van uw deelname aanvraagformulier na 31 december 2016 heeft tot gevolg dat in 2017 geen gebruik
van de regeling kan worden gemaakt.
Voor nieuwe werknemers die in de loop van 2017 in diensttreden, kan de fiscale ruimte maximaal benut worden
door –achteraf – voor elke in werkelijkheid gereisde kilometer een vergoeding van € 0,19 te geven (declaratie-component).
Een werknemer kan de fiscale ruimte optimaal benutten door – vooraf – alle naar verwachting te reizen kilometers
tegen het maximale bedrag van € 0,19 te vergoeden (methodecomponent). Voor een nadere toelichting op het declaratiecomponent en methodecomponent wordt verwezen naar de toelichting op artikel 3 van de Landelijke regeling 2017.
De regeling 2017 is gebaseerd op het uitgangspunt dat de methodecomponent van toepassing is. Als niet aan de
voorwaarde van de methodecomponent kan worden voldaan (bijvoorbeeld omdat het dienstverband pas op 1 juli
2017 aanvangt),wordt er de declaratiecomponent toegepast
De werknemer ontvangt in de maand van uitbetaling van de structurele eindejaarsuitkering en/of de eindejaarsuitkering OOP (uiterlijk in december 2017) een aanvullende vergoeding voor reiskosten van woon-werkverkeer in
plaats van de structurele eindejaarsuitkering en/of de eindejaarsuitkering OOP.
De werkgever berekent de hoogte van deze vergoeding conform de artikelen 2 en 3 van de regeling.
Voor dit doel moeten - als het declaratiecomponent wordt toegepast - alle declaratieformulieren vóór het sluitingsmoment van de salarismutaties december 2016 worden ingeleverd.
Vaststelling van de reisafstand
1. Woon-werkkilometers zijn de kilometers die tussen de woonplaats en de standplaats van de werknemer daadwerkelijk worden afgelegd. De afstand tussen de woning en de standplaats kan variëren, al naar gelang het gebruikte vervoermiddel en de wijze van vaststelling van de route. De werkgever moet de reisafstand in redelijkheid
aannemelijk kunnen maken bij de Belastingdienst.
Om te voorkomen dat er discussie gaat ontstaan over wat nu wel of niet de juiste afstand is, heeft de
werkgever besloten om de afstand woning-werk ongeacht de wijze van vervoer uniform vast te stellen en wel volgens de meest gebruikelijke route.
Voor een nadere toelichting wordt verwezen naar de toelichting bij artikel 3 van de regeling en het Handboek loonbelasting 2017.
.
Hierbij wordt het aantal kilometers van de woning tot de standplaats van de werknemer in de sector PO berekend
op basis van de meest gebruikelijke route en met inachtneming van een maximum van 75 kilometer enkele reis
per dag. Deze afstand wordt vervolgens verdubbeld. De uitkomst vormt het maximaal te vergoeden aantal kilometers per dag. De aard van het gebruikte vervoermiddel is niet bepalend voor de hoogte van de vergoeding per afgelegde kilometer.
2. Vaststelling bronnen voor uitruil voor toepassing van de cafetariaregeling voor reiskosten.
Zoals hierboven is aangegeven zal de Structurele eindejaarsuitkering als bron worden benut.
Uitsluitend indien deze bron niet toereikend is om de aanvullende onbelaste reiskostenvergoeding te verstrekken
voor het totaal aantal kilometers woning-werk, zal tevens de bron Eindejaarsuitkering OOP worden benut. Deze
situatie kan zich voordoen indien de werknemer veel salderingsruimte heeft als gevolg van het feit dat hij op flinke
afstand woont van zijn standplaats of als gevolg van uitruil van de Structurele eindejaarsuitkering voor vakbondscontributie of een onbelaste fietsvergoeding. De bronnen die thans gelden voor de Fietsregeling zullen niet worden
beperkt: bij dreigende “opsouperen” van een van beide eindejaarsuitkeringen zal de betreffende werknemer die
van de fietsregeling gebruik wil maken geadviseerd worden om zijn vakantie-uitkering als bron voor uitruil in te zetten.
Geldigheid Regeling
Deze regeling die met deze toelichting en de individuele overeenkomst voor het personeel gepubliceerd is op de
website van Dyade (www.dyade.nl > bedrijfsvoering > personele administratie > overeenkomsten > Landelijke
Dyade regeling 2017 aanvullende vergoeding reiskosten, verliest haar geldigheid op het moment waarop CAOpartijen een andere regeling zijn overeenkomen en/of de regels van de Belastingdienst wijziging ondergaan.
De werkgever heeft de mogelijkheid om eigen regelingen te ontwerpen zolang en voor zover deze
regelingen passen binnen de kaders van de CAO en/of overige wettelijke bepalingen.
Zodra hierin wijzigingen optreden kan dit gevolgen hebben voor de opzet en uitvoering van deze
regeling. Wijzigingen in de CAO en wet- en regelgeving zullen telkens op de mogelijke effecten voor
toepasbaarheid van deze regeling worden beoordeeld. De werkgever stelt de medewerkers van
relevante wijzigingen op de hoogte. In dit kader behoudt de werkgever zich het recht voor deze regeling te wijzigen
of te herroepen mocht daartoe aanleiding zijn. Reeds goedgekeurde aanvragen zullen onder de condities waarop
deze zijn goedgekeurd worden gehonoreerd, tenzij dit van overheidswege niet langer wordt toegestaan.
Veel gestelde vragen
In de praktijk blijken cafetariaregelingen tot veel vragen leiden. De meest voorkomende vragen en
antwoorden zijn hierna opgenomen. De werkgever verwacht u door deze toelichting meer duidelijkheid in deze materie te verschaffen.
De vragen en antwoorden luiden als volgt:
Deelname
1. Kan iedereen gebruik maken van deze regeling?
In principe wel (met uitzondering van het kort-tijdelijk personeel in de sector PO) mits - zoals is aangegeven in het
reglement - wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
 u bent met eigen vervoer naar de school gereisd
 u ontvangt van uw werkgever een vergoeding die lager is dan 19 cent per kilometer
 u heeft van tevoren aangegeven dat u deel wilt nemen aan deze regeling of u geeft de daadwerkelijk gereisde dagen achteraf door.
 u bent bereid af te zien van (een deel van) uw aanspraken op de Structurele eindejaarsuitkering en(in
voorkomend geval) tevens van (een deel van) uw aanspraken op de Eindejaarsuitkering OOP.
2. Ik krijg geen reiskostenvergoeding woon/werkverkeer, kan ik toch deelnemen aan de
cafetariaregeling?
Ja, u kunt ook deelnemen aan de cafetariaregeling. Uw relatief kleine reisafstand woon/werkverkeer levert namelijk
een fiscaal onbelaste ruimte op. Omdat u geen netto reiskostenvergoeding krijgt (tenzij er dienstreizen zijn gesaldeerd), kunt u deze fiscale ruimte woon/werkverkeer in zijn geheel uitruilen tegen de eindejaarsuitkering, met een
maximum van de hoogte van de eindejaarsuitkering (en indien van toepassing) de eindejaarsuitkering OOP.
3. Ik heb al deelgenomen aan de fietsregeling, en deze uitgeruild tegen de eindejaarsuitkering?
Kan ik toch nog deelnemen aan de cafetariaregeling?
Ja, op voorwaarde dat de hoogte van de eindejaarsuitkering en indien van toepassing de eindejaarsuitkering OOP
hiervoor toereikend is.
4. Ik heb de vakbondscontributie al uitgeruild tegen de eindejaarsuitkering. Kan ik toch nog
deelnemen aan de cafetariaregeling?
Ja, op voorwaarde dat de hoogte van de eindejaarsuitkering en indien van toepassing de eindejaarsuitkering OOP
hiervoor toereikend is.
5. Wanneer moet ik het formulier voor deelname aan deze regeling uiterlijk hebben ingeleverd?
31 december 2016. Formulieren die zijn gedateerd op of ná 1 januari 2017 kunnen wij helaas niet in behandeling
nemen.
Gevolgen
6. Hoe groot is het fiscale voordeel dat ik met deelname kan bereiken?
Het fiscale voordeel dat met deelname bereikt kan worden hangt af van uw persoonlijke situatie en wordt grotendeels bepaald door uw fiscale jaarloon. Dat bepaalt namelijk het percentage loonheffing dat u moet betalen over
incidentele betalingen, zoals de eindejaarsuitkering. Voor het merendeel van het personeel zal dit percentage circa
40 % bedragen over het bedrag dat wordt uitgeruild.
De uitruil bewerkstelligt ook dat het fiscale jaarloon over dit jaar wordt verlaagd. Dit kan in grenssituaties leiden tot
het toepassen van een lager tarief bijzondere beloningen in het volgende kalenderjaar.
Indien op enig moment in het jaar om een werkgeversverklaring voor een hypotheekaanvraag wordt
gevraagd, dan zal de werkgever op dat moment rekening moeten houden met de gegevens die dan bekend zijn.
Concreet betekent dit dat alleen in de maanden november en december rekening gehouden kan worden met een
verlaging van de eindejaarsuitkering. De contactpersoon op de salarisadministratie is in voorkomend geval graag
bereid u te adviseren en daarmee een bijdrage te leveren aan uw besluitvorming.
7. Heeft de cafetariaregeling invloed op mijn pensioengevend inkomen?
Nee, in het najaar 2008 is de regelgeving aangepast, waardoor het uitruilen van de fiscale ruimte geen
invloed meer heeft op uw pensioengevend inkomen, zolang de uitruil niet meer bedraagt dan 30% van het gebruikelijke loon.
8. Heeft de cafetariaregeling invloed op eventuele uitkeringen?
Ja, uw SV-loon (de basis voor een WIA-uitkering of ontslaguitkering) wordt verlaagd met het uitgeruilde bedrag.
9. Waarom wordt in deze regeling niet de mogelijkheid geboden om bruto salaris uit te ruilen tegen een onbelaste reiskostenvergoeding?
Bij het ontwikkelen van de Landelijke Dyade regeling in 2015 is besloten om een tijdelijke verlaging van het bruto
salaris niet als bron aan te wijzen, omdat er teveel nadelen zijn verbonden aan het uitruilen van bruto salaris. Een
tijdelijke verlaging van bruto salaris betekent nl. dat:
- Deze verlaging direct consequenties heeft voor de hoogte van de vakantiegelduitkering en de Structurele
eindejaarsuitkering;
- Het uitruilen van salaris minder fiscaal voordeel oplevert daar in die situatie geen sprake is van toepassing
van het tarief voor bijzondere beloningen maar van de maandtabel;
- Deze keus de hoogte van een jubileumgratificatie nadelig kan beïnvloeden;
- De werkgever wordt geconfronteerd met een beduidend hogere administratieve last.
Zelf berekeningen maken
10. Hoe bereken ik mijn fiscaal onbelaste ruimte ten behoeve van de cafetariaregeling?
- U bepaalt op jaarbasis uw totale reisafstand (vice versa) woon/werkverkeer plus dienstreizen;
- De belastingdienst staat een fiscaal onbelaste ruimte toe van € 0,19 per kilometer ;
- De fiscaal onbelaste ruimte is totale reisafstand x € 0,19;
- U bepaalt vervolgens wat u aan onbelaste vergoeding woon/werkverkeer plus onbelaste vergoeding voor
dienstreizen heeft ontvangen;
- Het saldo kunt u uitruilen tegen uw structurele eindejaarsuitkering, (en indien van toepassing) eindejaarsuitkering OOP.
11. Zijn mijn dienstreizen van invloed op de fiscale ruimte die ik kan uitruilen met de eindejaarsuitkering?
Ja. Voor dienstreizen geldt een vergoeding van € 0,28 per km, terwijl de fiscaal onbelaste ruimte € 0,19 per kilometer bedraagt. De fiscale onbelaste ruimte voor woon/werkverkeer wordt in eerste instantie ingezet om de belaste
vergoeding voor dienstreizen (alles boven de € 0,19 netto) om te zetten naar een netto vergoeding (salderen van
dienstreizen). Het saldo van de fiscale ruimte woon/werkverkeer wordt vervolgens uitgeruild tegen de eindejaarsuitkering.
12. Hoe bereken ik het aantal reisdagen per jaar?
Indien u van tevoren heeft aangegeven dat u deel wilt nemen aan de regeling en indien u het gehele jaar in dienst
bent wordt het aantal reisdagen per jaar berekend door het aantal dagen per week/ 5 dagen x 214 dagen. Indien u
een niet het gehele jaar in dienst bent geweest dient u de uitkomst te delen door 12 maanden en te vermenigvuldigen met het aantal maanden dat u in dienst bent. Verder wordt bij langdurige afwezigheid het aantal werkdagen
verminderd.
Indien u achteraf declareert, gaat het op basis van het aantal daadwerkelijk gereisde dagen.
13. Kan de regeling verduidelijkt worden door het uitwerken van een voorbeeldsituaties?
Ja. In het voorbeeld wordt voor de start gemakshalve uitgegaan van 171 reisdagen (214 dagen x 4/5 dagen).
Voorbeeld
Stel dat u:
- tot de categorie docerend personeel in de sector PO behoort en op 4 dagen per week werkt;
- u op 15 kilometer afstand van uw werk woont;
- u in het kalenderjaar waarvoor u een vergoeding heeft aangevraagd tot en met de maand november 2.000
kilometers heeft afgelegd voor dienstreizen;
- uw Structurele eindejaarsuitkering € 2.200,00 bedraagt;
- en het percentage tarief bijzondere beloningen dat op u van toepassing is 40 % bedraagt.
En u op basis van de op u van toepassing zijnde CAO u:
- gedurende 10 maanden een reiskostenvergoeding voor woon-werkverkeer heeft ontvangen ter grootte van
€ 35,06 per maand, in totaal € 350,60;
- een netto vergoeding voor dienstreizen heeft ontvangen van € 560,00 (2000 km x € 0,19 onbelast plus
2000 km x € 0,09 op grond van de salderingsregeling.
Het toepassen van de Cafetariaregeling leidt dan tot het volgende resultaat:
- vaststellen totaalbedrag dat onbelast mag worden vergoed: 15 km x 2 (v.v.) x 171 dagen = 5130 km x
€ 0,19 = € 974,70.
- vaststellen bedrag dat voor uitruil van aanspraken in aanmerking komt: € 974,70 minus € 350,60 (ontvangen voorschot vergoeding woon-werkverkeer) minus € 180,00 (saldering bovenmatige deel dienstreizenvergoeding) = € 444,10.
Op uw salarisspecificatie van december kunt u dan het volgende vermeld zien worden:
(Voor de duidelijkheid worden hier twee situaties naast elkaar gesteld. In werkelijkheid ziet u bij deelname de eerste kolom niet).
Componenten:
Bruto-netto berekening Bruto-netto berekening
zonder uitruil:
met uitruil:
Structurele eindejaarsuitkering:
AF:Korting eindejaarsuitkering bijzondere
regeling (woon-werkverkeer)
AF: loonheffing (circa 40 %)
BIJ: Netto vergoeding voor woon-werkverkeer
Totaal netto
€ 2.200,00
€ 2.200,00
€ n.v.t.
€ 880,00
€ n.v.t.
€ 1.320,00
€ 444,10
€ 702,36
€ 444,10
€ 1.497,64
Uw fiscale voordeel bedraagt in dit voorbeeld € 177,64 (€ 1.497,64 minus € 1.320,00), oftewel circa 40 % van
€ 444,10. Het belastingpercentage van 40 is het meest toepasselijk en ongeveer overeenkomstig de derde schijf
inkomstenbelasting.
14. Ik kom in dienst in 2017. Kan ik nog gebruik maken van de regeling?
Ja, dat kan. Komt u in dienst op of na 1 april 2017 dan kunt u geen gebruik maken van de regeling op basis van de
methodecomponent (zie toelichting bij de regeling). U vult op datum indiensttreding de “Overeenkomst Aanpassing
Arbeidsvoorwaarden 2017” in en levert dit in bij uw werkgever. U kunt vanaf 1 april 2017 gebruik maken van de
regeling via de declaratiecomponent. U registreert dan uw reisdagen op het formulier “Declaratie reiskosten
woon-werkverkeer 2017 in het kader van uitruil eindejaarsuitkering”. Dit formulier kunt u downloaden van de website Dyade: www.dyade.nl > bedrijfsvoering > personele administratie > formulieren > declaratieformulieren. Op dit
formulier houdt u uw declaraties bij en levert het declaratieformulier in vóór 1 december 2017 bij uw werkgever.
Ten slotte
Deelname aan deze uitruilregeling kan leiden tot hogere zogenaamde ‘toeslagen’ van de belastingdienst, maar ook
tot eventueel lagere uitkeringen. Hoewel deze verhogingen, resp. verlagingen, niet vaststaan en bovendien relatief
(zeer) gering zijn, is ook hiermede rekening te houden. De keus om mee te doen aan deze uitruilregeling heeft u
ieder jaar.
Bijlage: Paragraaf 21.1.2 Vaste vergoeding (Bron: Handboek Loonheffingen
2016)
U mag uw werknemer een vaste, onbelaste vergoeding geven (onder de werkkostenregeling is dit een gerichte vrijstelling) als
hij voor zijn werk naar een vaste plek reist. U moet dan wel voldoen aan de voorwaarden (zie paragraaf 4.6.1).
De hoogte van de vaste vergoeding kunt u baseren op het aantal keren in een jaar dat uw werknemer zijn zakelijke reizen vermoedelijk aflegt en de lengte van die reizen. U moet de vergoeding aanpassen als de omstandigheden veranderen, bijvoorbeeld als uw werknemer verhuist of op minder dagen gaat werken.
Voor het bepalen van de hoogte van de vaste onbelaste vergoeding kunt u kiezen uit 2 methodes.
Methode 1
Een werknemer reist bij deze methode in een jaar vermoedelijk in minstens 36 weken voor zijn werk naar een vaste plek. Voor
de berekening van de vaste onbelaste vergoeding gaat u uit van 214 werkdagen in een jaar. Hierbij is al rekening gehouden
met kortstondige afwezigheid wegens vakantie, ziekte en verlof. Als u aannemelijk kunt maken dat het aantal dagen van 214
hoger is (ten minste 25%), mag u uitgaan van het hogere aantal dagen.
Het aantal werkdagen vermenigvuldigt u met het totale aantal kilometers per dag. Het totale aantal kilometers voor een jaar
vermenigvuldigt u met de onbelaste kilometervergoeding van maximaal € 0,19. Voor de vaste vergoeding per maand of per
week deelt u de uitkomst door 12 of 52.
U moet deze methode naar evenredigheid toepassen voor werknemers die maar een aantal dagen per week naar een vaste
plek reizen, bijvoorbeeld door deeltijd.
U mag de vaste reiskostenvergoeding doorbetalen tijdens maximaal 6 aaneensluitende weken waarin uw werknemer afwezig is.
Als u langdurige afwezigheid van uw werknemer verwacht, mag u de vaste onbelaste reiskostenvergoeding nog uitbetalen tijdens de lopende en de eerstvolgende kalendermaand. U mag de reiskostenvergoeding daarna pas weer betalen vanaf de
maand na de maand waarin de werknemer weer gaat werken.
Voorbeeld
Een werknemer heeft griep en hij meldt zich ziek op 20 maart. Hij is net 1 week aan het werk, als hij op 5 april van de trap valt
en zijn been breekt. Daardoor kan de werknemer vermoedelijk 2 maanden zijn werk niet doen. Op 5 augustus is de werknemer
hersteld en hervat hij zijn werkzaamheden.
Op 20 maart is er sprake van korte afwezigheid: u mag de vaste reiskostenvergoeding onbelast doorbetalen. Op 5 april is langdurige afwezigheid te voorzien. U mag dan de vaste reiskostenvergoeding over april en mei nog onbelast uitbetalen, maar
daarna is tot en met augustus de vaste reiskostenvergoeding belast als loon van de werknemer. Als u gebruik maakt van de
werkkostenregeling, mag u dit loon ook als eindheffingsloon onderbrengen in uw vrije ruimte. Pas vanaf 1 september kan de
werknemer weer een onbelaste vaste reiskostenvergoeding krijgen.
Nacalculatie
Bij een enkelreisafstand van meer dan 75 kilometer van de woning of verblijfplaats naar een vaste plek voor het werk, is nacalculatie verplicht. Hierbij moet u vaststellen of de vaste kostenvergoeding overeenkomt met het werkelijke aantal woon-werkkilometers in het kalenderjaar maal maximaal € 0,19 per kilometer. Variabele kilometervergoedingen kunt u daarbij eventueel salderen (zie paragraaf 21.1.4). Een bovenmatig deel van de vergoeding moet u tot het loon rekenen of moet uw werknemer aan u
terugbetalen. U mag dit loon ook aanwijzen als eindheffingsloon. (zie paragraaf 8.1.3)
De nacalculatie doet u aan het einde van het kalenderjaar, of in het loontijdvak na de maand waarin de dienstbetrekking eindigt, als dat tijdens het kalenderjaar gebeurt. Een vaste kostenvergoeding met nacalculatie mag ook voor regelmatige reizen
naar andere plekken dan de vaste plek waar hij werkt.
Methode 2
Als uw werknemer niet altijd naar een vaste plek reist voor zijn werk, mag u de vaste reiskostenvergoeding ook volgens een
ruimere methode vaststellen. Voor methode 2 gelden de volgende uitgangspunten.

U geeft een onbelaste reiskostenvergoeding van maximaal € 0,19 per kilometer

U gaat uit van 214 werkdagen per kalenderjaar. Bij dit aantal is onder andere rekening gehouden met incidenteel
thuiswerken, ziekte, vakantie, sabbatsverlof en zorgverlof.
Uw werknemer reist op minstens 128 dagen per kalenderjaar naar de vaste plek. Hierdoor kan de werknemer die op 5 dagen
of meer per week werkt, tot 2 dagen per week thuiswerken met behoud van de vaste onbelaste reiskostenvergoeding.
In de volgende situaties moet u het aantal werkdagen (214) en reisdagen (128) naar evenredigheid toepassen:
- Uw werknemer werkt op minder dan 5 dagen per week.
- De dienstbetrekking begint of eindigt in de loop van het kalenderjaar.
- De reisafstand voor uw werknemer verandert door bijvoorbeeld een overplaatsing of verhuizing.
- U stopt met het geven van een vaste onbelaste reiskostenvergoeding.
Voorbeeld 1
Uw werknemer werkt in 2016 op 2 dagen per week. De enkele reisafstand van zijn woning naar de vaste plek voor zijn werk is
25 kilometer. De vaste onbelaste reiskostenvergoeding is dan voor het hele jaar maximaal 85 dagen (2/5 x 214) x 50 kilometer x
€ 0,19 = € 813,20. Per maand kunt u uw werknemer voor deze reizen een vaste onbelaste vergoeding betalen van € 67,77 als
hij in 2016 op minstens 51 dagen (2/5 x 128) naar de vaste plek reist.
Voorbeeld 2
Uw werknemer werkt in 2016 op 5 dagen per week. De enkele reisafstand van zijn woning naar de vaste plek voor zijn werk is
25 kilometer. De vaste onbelaste reiskostenvergoeding is dan voor het hele jaar maximaal 214 dagen x 50 kilometer x € 0,19 =
€ 2.033,00. Per maand is dat € 169,42.
Uw werknemer wordt op 15 juli 2016 langere tijd ziek. Per 1 september 2016 stopt u de vaste reiskostenvergoeding. Op 1 december 2016 gaat uw werknemer weer aan het werk en vanaf 1 december 2016 betaalt u de vergoeding weer. Volgens deze
regeling met uw werknemer voor de vaste onbelaste vergoeding van € 169,42 per maand in de periode januari tot en met augustus 2016 op minstens 85 dagen (8/12 x 128 dagen) naar de vaste plek reizen en in december 2016 op minstens 10 dagen
(1/12 x 128). Als uw werknemer hieraan niet voldoet, mag u maximaal € 0,19 per kilometer onbelast vergoeden over de werkelijk afgelegde woon-werkkilometers. Voor eventueel te veel gegeven vaste onbelaste vergoedingen moet u correcties insturen.
U mag u dit loon ook aanwijzen als eindheffingsloon.