Nieuws en Evenementen | SWOV

Download Report

Transcript Nieuws en Evenementen | SWOV

SWOV Diepteonderzoek

De Stichting Wetenschappelijk Onderzoek Verkeersveiligheid SWOV voert in samenspraak met het Ministerie van Infrastructuur en Milieu diepteonderzoek uit naar verkeersongevallen. Diepteonderzoek betekent dat gedetailleerde informatie wordt verzameld over het ontstaan van ongevallen, de ongevalslocaties, de voertuigen en het letsel van de slachtoffers.

Wat is het doel van het onderzoek?

Doel van het onderzoek is om vast te stellen welke factoren en omstandigheden een rol spelen bij het ontstaan van bepaalde typen ongevallen en de letsels die daarbij veel voorkomen. Met deze kennis kunnen vervolgens maatregelen worden geselecteerd of ontwikkeld die ervoor kunnen zorgen dat het aantal ongevallen van dat type en de ernst van de letsels afneemt.

Welke ongevallen worden onderzocht?

De SWOV richt zich bij het diepteonderzoek op specifieke typen ongevallen. Per jaar wordt vastgesteld welk type ongevallen nader wordt bestudeerd. In 2012 onderzoekt de SWOV fietsongevallen waarbij een 50-plusser: • van zijn of haar fiets is gevallen, • als fietser tegen een obstakel is gebotst, of • als fietser met een voetganger, een andere fietser, een snorfietser of een bromfietser in botsing is gekomen.

Als er een dergelijk ongeval is gebeurd, krijgt de SWOV daarover een melding van de politie of ambulancedienst.

ongeval.

Een onderzoeksteam neemt vervolgens contact op met de personen die bij het ongeval betrokken waren, inspecteert de schade aan de voertuigen en bekijkt de locatie van het

Wie voert het onderzoek uit?

De SWOV heeft een onderzoeksteam samengesteld dat bestaat uit psychologen, ingenieurs en voertuigspecialisten. De teamleden zijn allen in dienst van de SWOV en kunnen zich ook als zodanig identificeren.

In welk gebied werkt het onderzoeksteam?

Het onderzoek vindt plaats in het gebied dat samenvalt met de politieregio’s Haaglanden en Hollands Midden. Geografisch gezien komt dit gebied overeen met het noordelijk deel van de provincie Zuid-Holland (boven de Lek en de Maas) met uitzondering van de Stadsregio Rotterdam.

Interviews met de betrokken personen

voorafgaand aan het ongeval, nemen de Om meer te weten te komen over de periode psychologen van het team contact op met de bestuurders van de betrokken voertuigen. Waar mogelijk wordt een persoonlijk gesprek gevoerd.

Inspectie van de voertuigen

Tijdens het gesprek zal indien mogelijk ook het voertuig van de betrokken persoon worden bekeken. Daarbij wordt onder meer gekeken naar het type fiets en de schade die door het ongeval is ontstaan. Tevens wordt op de fiets gezocht naar sporen van lichamelijk contact. Deze sporen worden later vergeleken met het letsel van de slachtoffers.

Inspectie van de ongevalslocatie

de directe omgeving.

Zo snel mogelijk na het ongeval maakt het team foto’s van de wegomgeving, video’s van de aanrijroutes van de betrokken voertuigen en registreert het team de kenmerken van de weg en

Medische gegevens over letsels

Het team vraagt de slachtoffers van het ongeval toestemming om de medische gegevens op te vragen bij het ziekenhuis waar zij zijn behandeld. Deze gegevens worden gebruikt om de ernst van het letsel te bepalen en om een idee te krijgen van de verschillende typen letsel die bij het onderzochte ongevalstype ontstaan. Samen met de andere gegevens die worden verzameld, geeft dit aanknopingspunten voor maatregelen om de ernst van de letsels te verminderen.

Het werkgebied van het onderzoeksteam

Analyse

Per ongeval maakt het team een beschrijving van het ongevalsproces: hoe is het ongeval ontstaan en welke factoren hebben daar vermoedelijk een rol bij gespeeld? Nadat het team een serie vergelijkbare ongevallen heeft bestudeerd, gaat het na welke factoren de meeste invloed hebben op het ontstaan van dit type ongevallen. Met deze kennis worden maatregelen geselecteerd waarmee vergelijkbare ongevallen in de toekomst kunnen worden voorkomen.

Resultaten

De bevindingen van het onderzoeksteam worden gerapporteerd aan het Ministerie van Infrastructuur en Milieu. Voor zover de resultaten van het onderzoek bekend worden gemaakt, zal het op geen enkele wijze mogelijk zijn om na te gaan welke specifieke ongevallen bestudeerd zijn en welke mensen daarbij betrokken waren.

Bescherming van persoonsgegevens

(Wbp) van toepassing.

De informatie die voor dit onderzoek wordt verzameld, is uiteraard vertrouwelijk en wordt alleen gebruikt voor dit onderzoek. Alle gegevens worden bovendien direct geanonimiseerd. Op het beheer is de Wet bescherming persoonsgegevens

Over de SWOV

De SWOV is het nationale wetenschappelijke instituut voor verkeersveiligheidsonderzoek. Het is de taak van de SWOV om met kennis uit wetenschappelijk onderzoek bij te dragen aan de verbetering van de verkeersveiligheid.

Diepteonderzoek fietsongevallen

De Stichting Wetenschappelijk Onderzoek Verkeersveiligheid SWOV wil graag meer te weten komen over hoe verkeersongevallen ontstaan waarbij fietsers betrokken zijn. Daarom onderzoekt zij in 2012 fietsongevallen. Zij richt zich daarbij op ongevallen waarbij een 50-plusser: • van zijn of haar fiets is gevallen, • als fietser tegen een obstakel is gebotst, of • als fietser met een voetganger, een andere fietser, een snorfietser of een bromfietser in botsing is gekomen.

Het onderzoek naar fietsongevallen is een van de diepteonderzoeken die de SWOV uitvoert in samenspraak met het Ministerie van Infrastructuur en Milieu. In deze folder kunt u lezen wat diepteonderzoek is en hoe het wordt uitgevoerd.

Meer informatie:

SWOV-team voor diepteonderzoek Postbus 1090 2260 BB Leidschendam T: 070 - 317 33 93 F: 070 - 320 12 61 I: www.swov.nl

E: [email protected]

05-2012

Diepteonderzoek fietsongevallen