Actueel - Berenschot.nl

Download Report

Transcript Actueel - Berenschot.nl

60
Uw geld
30 mei 2015 Elsevier
61
Elsevier 30 mei 2015
Snelste stijgers 2013-2014
Zij gingen er meer dan 2 procent
op vooruit
Wie
verdient
wat?
Ambachtelijk broodbakker
Ambachtelijk banketbakker
Directeur IT
Zeilmaker
Technicus
Slachter
Behanger
Schilder
Glaszetter
Stukadoor
Tegelzetter
Manager IT
Schoonmaker
Informatieanalist
onderzoek / Eén op de drie werknemers zat in
2014 op de nullijn, de rest kreeg hooguit een procentje meer. Dit blijkt uit het jaarlijks onderzoek
naar functies en beloningen door Elsevier en Berenschot. Plus: hoe toe te slaan nu het beter gaat.
En zij gingen erop achteruit
Netwerkbeheerder
Helpdeskmedewerker
Functioneel applicatiebeheerder
Technisch applicatiebeheerder
Arthur van Leeuwen Illustraties Carolyn Ridsdale
© Elsevier
D
at is nu met recht het zuur van
2014. Gaat het weer beter met het
land en dan zien de meeste werknemers daarvan toch nauwelijks
iets terug op hun salarisstrookje.
Gemiddeld ging de werknemer in loondienst er hooguit 1 procent op vooruit. Werkgevers waren allang blij dat de economie
weer wat lucht kreeg, maar zagen nog geen
aanleiding om eens kwistig uit te delen.
Dit blijkt uit het overzicht van 257 functies met bijbehorende beloning dat managementadviesbureau Berenschot ook dit jaar
op verzoek van Elsevier samenstelde (zie
‘Waar staat u op de loonlijst?’ op pagina 63).
De lijst biedt een dwarsdoorsnede van de
bedragen die werkend Nederland verdiende
in 2014. Van de bestuursvoorzitter van een
middelgrote onderneming met een half mil-
joen euro bruto per jaar, tot de assistentboekbinder met 20.000 euro bruto. De grootverdieners bij beursgenoteerde ondernemingen blijven buiten beschouwing. Aard
en samenstelling van hun beloning wijken
te veel af van die van ‘gewone’ werknemers
om die op te nemen in de vergelijking.
Gemiddeld stegen de salarissen met 0,93
procent. becijfert Berenschot, dat daarmee
iets lager uitkomt dan de 1,2 procent die het
Centraal Bureau voor de Statistiek berekent
over alle cao-lonen. Eén op de drie werk­
nemers bleef steken op de ‘nullijn’. Voor een
deel komt dat doordat er weinig nieuwe
cao’s zijn afgesloten. Soms was er een meevallertje: zonder nieuwe cao kregen de caissière en vakkenvuller er 1,25 procent bij.
De brood- en banketbakkers waren zogezegd spekkopers met 3,35 procent loonsver-
hoging. Gevolgd door de directeur IT met
3 procent extra. Opmerkelijk is dat lager ICTpersoneel, zoals de netwerkbeheerder en
helpdeskmedewerker, juist inleverde.
Voor werknemers is de cruciale vraag: nu
het kennelijk crescendo gaat met Nederland, vang ik dan ook eens wat extra?
Periodiekje
Carrièremakers, talenten en beloften zorgen
wel voor zichzelf en de baas heeft er alle
baat bij om ze vast te houden. Zo’n 80 procent van de werknemers valt evenwel onder
een collectieve arbeidsovereenkomst en is
afhankelijk van onderhandelingen over procenten en van een baas die beslist of er wel
of niet een periodiekje extra vanaf kan.
Wachten op dat procentje meer kan natuurlijk altijd, maar voor wie sneller vooruit
wil, is het nuttiger om eens goed om zich
heen te kijken. Hans van der Spek en Rutger
Verbeet, de Berenschot-adviseurs die de
‘loonlijst’ opstelden, signaleren vijf trends
met perspectieven voor de werknemer die
zijn toekomst – lees: een hoger salaris – in
eigen hand wil nemen.
De eerste trend volgt uit de dynamiek
van de arbeidsmarkt. Berenschot neemt een
groeiende geografische variatie in beloning
waar voor vergelijkbare functies. Nederland
is klein, maar toch groot genoeg om ‘leuke
vondsten’ te doen. Bij het woord ‘loopbaan’
of ‘succes’ staat namelijk algauw een multinational met hoofdkantoor in de Randstad
op het netvlies. Maar misschien biedt dat
kleine ingenieursbureau in Twente of die
succesvolle cateraar in Noord-Brabant een
zelfstandiger én beter betaalde baan.
De tweede trend is een verdergaande differentiatie van functies. Wat is precies een
‘functie’, en wat is die niet alleen nu, maar
ook morgen waard? Zo is er de hardnekkige
gewoonte om categorisch over ‘de ICT’ te
spreken ‘waarin je altijd werk vindt’. Het
hangt er maar vanaf in welke markten bedrijven opereren, de conjunctuur, vraag en
aanbod van personeel. Bij grote uitgeverijen
als RELX en Kluwer lopen inmiddels meer
ICT’ers rond dan traditionele redacteuren.
Andere typen bedrijven beginnen pas
met het automatiseren van operatio­nele
functies of ‘off-shoren’ van de ‘back­office’
naar India. Misschien weet een netwerkbeheerder zijn baan zekerder bij het kleine advocatenkantoor waar hij koning eenoog is,
dan bij de multinationale accountantsfirma.
En bij vroege automatiseerders als Cap­
3,35
3,35
3,00
2,80
2,75
2,50
2,25
2,25
2,25
2,25
2,25
2,20
2,20
2,20
-1,50
-1,00
-0,50
-0,50
Bron: Berenschot (2015)
Gemini is gebleken dat de whizzkids van het
eerste uur nu door verouderde kennis en
hoge salariskosten onder vuur liggen. Waar
fricties zijn, liggen kansen – ook weer afhankelijk van het opleidingsniveau.
Kortom: de ambitieuze werknemer dient
het vizier op ‘zijn’ arbeidsmarkt permanent
en meer dan ooit scherp te stellen. Afwachten levert nauwelijks nog extra salaris op,
maar het kan je wél je baan kosten.
Een derde trend. Jonge professionals,
hbo’ers en academici, hebben nogal eens de
neiging om alleen omhoog te kijken. Zeker
nu iets van een juichstemming gloort over
het ‘herstel’. De jurist wil aan de Zuidas werken, de ingenieur bij ASML en de financieel
specialist in Londen. Maar dat is niet per se
de slimste strategie om op termijn ‘lekker’
te verdienen. In de advocatuur bijvoorbeeld
62
Uw geld
30 mei 2015 Elsevier
Leeswijzer bij het onderzoek
Hoe is de ranglijst van 257 functies met
bijbehorende beloning samengesteld?
Op de salarisstrook mag dan een
concreet bedrag staan, het is lastig
om alles wat bij een inkomen hoort
in harde euro’s uit te drukken. De
rang­lijst van 257 functies die managementadviesbureau Berenschot
jaarlijks opstelt voor Elsevier, geeft
een zo nauwkeurig mogelijke benadering van het brutojaarsalaris.
Daaronder vallen het vaste jaar­
salaris, het collectief variabel salaris (zoals onder meer winstdeling)
en het individueel variabel salaris
(zoals bonussen). Buiten de verge-
lijking blijven aandelen- en optie­
regelingen en ­secundaire ­arbeids­voorwaarden die niet in geld zijn te
berekenen.
De 257 functies plus beloning
zijn afkomstig uit een jaarlijkse enquête van Berenschot onder bedrijven en overheidsorganisaties. Ze
zijn gebaseerd op actuele gegevens,
zoals de geldende collectieve arbeidsovereenkomsten (cao’s). Verder zijn ervaringsgegevens gebruikt
uit specifieke branches. De bedragen zijn afgerond op 500 euro, en
hebben veel topkantoren drastisch moeten
inkrimpen, dus kan het voor een jonge advocaat weleens handiger zijn om te beginnen bij een minder prestigieus kantoor buiten de Randstad. Een kantoor dat misschien
20 procent minder salaris betaalt, maar wel
omkomt in het werk. Waarmee mogelijk het
perspectief op een loopbaan met éigen kantoor sneller nabij is.
De vierde trend is dat werkgevers op zoek
gaan, ook binnen cao’s, naar methoden om
hun beloningsbeleid flexibel af te stemmen
op de beoogde toekomst. Bijvoorbeeld door
het starre ‘vereist opleidingsniveau bij de
functie’, gekoppeld aan een eindeloze reeks
periodiekjes en treden, te verschuiven naar
een eis van productiviteit die snel is aan te
passen. Met als vraag: wat moet iemand na
drie jaar opleveren voor de zaak, wat is zijn
toegevoegde waarde?
Schrikbeeld is het verhaal van V&D, waar
de directie de verliezen door een verouderde
formule en bedrijfsvoering wilde bezweren
met een korting op de salarissen. Van der
Spek: ‘Dat is pas echt falend beleid. Eerst
oogkleppen ophouden, en dan vragen om
in te leveren.’ De vraag voor een alerte werknemer is daarmee evident: waar werk ik eigenlijk, zijn ze hier wel goed bezig?
Dat flexibel maken van arbeidsovereenkomsten gebeurt al op een andere manier.
Werknemers kosten meer dan het bedrag
dat ze op hun salarisstrook zien. Niet alleen
omdat de werkgever verplicht meebetaalt
aan sociale verzekeringen, maar ook door
de kosten van een bureau en laptop, het
Nespresso-apparaat in de pantry en de tafeltennistafel in de ‘social hub’. Wat werknemers zouden moeten beseffen, zeggen de
Berenschot-adviseurs, is dat werkgevers –
het gaat steeds om de in 2014 betaalde salarissen.
Bepalend voor de plaats op de
ranglijst is het ‘mediane’ salaris.
Eerst zijn alle salarissen van een
functie op een rij gezet, vervolgens
is vastgesteld wat het salaris is
waar de helft boven en de helft onder zit. Dat is de mediaan. Het gemiddelde zou door de uitschieters
voor hogere functies de werkelijkheid te veel vertekenen.
Links naast de mediaan staat
het minimumsalaris. Dat is de laagste tree in de cao of het gemiddelde
van de 10 procent laagstbetaalden.
Rechts naast de mediaan staat het
ma­ximaal verdiende salaris, dat wil
zeggen het gemiddelde van de 10
procent bestbetaalden. Voor sommige functies bij de overheid is
gesteund door de nieuwe Werkkostenregeling – al die kosten als één som gaan zien.
Ook voor de werknemer geldt dat daarmee
allerlei componenten van die totaalsom onderhandelbaar zijn – van vakantiegeld, pensioen, reiskosten en scholing tot aan winstdeling, bonus en opties. Opletten dus.
Demotie
Een vijfde trend: senioriteit boet in aan belang en maakt plaats voor betalen naar ‘performance’, voor wat iemand daadwerkelijk
presteert. Begin over ‘demotie’ – betaal ouderen minder als hun productiviteit afneemt
– en er ontstaat subiet heisa. Maar inmiddels, zo blijkt uit het jaarlijkse HR Trendonderzoek van Berenschot, is ruim een
kwart van de werkgevers daarmee al aan de
slag. Nuttige kennis voor wie richting midlife-crisis koerst: ken je waarde.
Waarom houden vakbonden dan zo halsstarrig vast aan cao’s? ‘Een doodlopende
weg,’ vinden de Berenschot-adviseurs. Nu
slechts één bedrag genoemd, omdat de functie één salaris kent.
Bij diverse functies staat de omvang van de organisatie vermeld. De
directeur van een ‘middelgrote’ organisatie geeft leiding aan 100 tot
500 mensen. Bij basisscholen is een
school met minder dan 200 leerlingen klein, een school met 200 tot
400 leerlingen middelgroot, een
school met 400 tot 800 leerlingen
groot en een school met meer dan
800 leerlingen zeer groot.
Een grote gemeente telt meer
dan 375.000 inwoners, een middelgrote gemeente tussen de 40.000
en 375.000. Een middelgroot politiekorps telt 750 tot 3.000 volledige
banen. De ‘projectleider maatschappelijke projecten’ is iemand
die grote overheidsoperaties leidt.
al verschillen de wensen zo sterk binnen
branches en tussen generaties, dat niemand
zich nog in zo’n dwangbuis herkent. ‘Kijk
naar de bouw: waarom zou iemand bij het
grote noodlijdende Ballast-Nedam hetzelfde
moeten verdienen als bij een kleine florerende aannemer?’
Nog zoiets. De ene organisatie heeft meer
behoefte aan scholing van personeel dan de
andere, dus zijn rigide afspraken in de cao
over opleidingen weinig effectief. Voorbeeld
van maatwerk: lever adv-dagen in, zo’n
0,4 procent van het salaris, en besteed dat
geld aan opleidingen. Daarmee maakt de
werknemer zich weerbaarder dan met een
dagje luieren aan het strand.
Anticipeer, anticipeer, anticipeer – dat is
de boodschap. ‘Eigenlijk moet iedere werknemer in loondienst zichzelf als zzp’er zien,’
stellen Van der Spek en Verbeet. Iedereen
heeft het over het ‘pitchen’ van ideeën, van
programma’s, projecten en business-cases.
Het lijkt modieus gedoe, maar de kern is wel
degelijk: verkoop jezelf. ‘Je werkgever kijkt
steeds minder naar leeftijd en opleiding, en
hij is er al helemaal niet op uit om jóuw inkomen op peil te houden. Hij kijkt wel naar
het vermogen om snel te leren en mee te veranderen in het tempo van de organisatie. En
vooral: naar je verdiencapaciteit.’
Leedvermaak treft bedrijven van ooit
gro­te faam die spullen blijven produceren
waarop niemand meer zit te wachten, zoals
filmrolletjes of mobiele telefoons die niet zo
smart zijn. Dat kan werknemers ook overkomen. Van der Spek: ‘Pas dus op dat je niet je
eigen Kodak- of Nokia-verhaal wordt.’
Meer verdienen, betere baan, de kans op
een mooie klapper? Daar gaat de indivi­
duele werknemer helemaal zelf over. E
63
Elsevier 30 mei 2015
Waar staat u
op de loonlijst?
ELSEVIERBERENSCHOT
SALARISOVERZICHT
2015
’14 ’13 functie
markt
(semi)overheid
min.
med.
max.
’14 ’13 functie
markt
(semi)overheid
257 functies
met bruto
jaarsalaris
min.
med.
1
1 Voorzitter raad van bestuur middelgrote org. 310.500 459.000 605.500
38
37 Lid Tweede Kamer
2
2 Lid raad van bestuur middelgrote organisatie
237.500 349.000 456.000
39
42 Directeur IT
86.000 102.000 140.000
3
3 Algemeen directeur middelgrote organisatie
183.000 263.000 309.500
40
39 Hoofd arbeidsvoorwaarden
76.500 101.500 125.000
4
5 Divisiedirecteur middelgrote organisatie
157.000 219.000 263.000
41
40 Senior extern organisatieadviseur
77.000 100.500 127.000
5
4 Piloot Boeing 747
175.500 218.500 272.500
42
41 Manager Kamer van Koophandel
6
6 Commercieel directeur
117.500 176.500 200.500
43
43 Hoofd research & developement
73.000
99.000 122.500
7
7 Directeur groot ziekenhuis
0
44
44 Treasurer
70.000
98.500 113.000
8
8 Directeur financieel-economische zaken
113.000 154.500 188.500
45
45 Hoofd beleggingen
65.500
98.000 128.500
9
0 173.000
0 102.500
max.
0
99.500
0
0
9 Directeur inkoop
118.000 152.500 180.500
46
46 Fiscalist
69.000
97.500 116.000
10
10 Directeur verkoop
103.500 149.000 178.500
47
47 Hoofd interne accountantsdienst
70.500
97.000 113.000
11
12 Directeur sociale zaken
98.500 146.500 164.000
48
48 Divisiecontroller
86.500
96.000 126.000
11 President Hoge Raad
0 146.500
0
49
49 Projectmanager IT
66.500
95.000 118.500
13
13 Burgemeester van een grote stad
0 144.500
0
50
51 Manager IT
84.500
92.500 130.500
13 Commissaris van de koning
0 144.500
0
51
52 Verkoopleider
72.000
91.000 115.500
13 Minister
0 144.500
0
52
50 Regionaal korpschef middelgroot korps
72.500
91.000 108.500
13 Nationale Ombudsman
0 144.500
0
53
53 Manager operations
74.000
90.500 122.500
100.000 142.000 171.000
17
17 Directeur research & development
54
54 Controller
64.000
90.000 112.000
18
18 Staatssecretaris
0 135.500
0
55
55 Manager public relations
65.500
89.500 109.500
19
19 Bevelhebber landstrijdkrachten
0 132.500
0
56
56 Directeur voorlichting
75.000
87.500 102.500
19 Generaal
0 132.500
0
57
57 Hoofd personeel en organisatie
68.000
87.000 117.000
111.000 132.000 160.500
58
59 Senior adviseur IT
71.000
87.000 104.000
0
59
58 Hoogleraar 2 (minder ervaren dan ‘1’)
70.000
86.500 102.000
103.000 128.500 159.000
60
63 Informatiemanager
0
61
0 127.500
0
0 127.500
0
21
21 Operationeel directeur
22
22 President Gerechtshof
23
26 Directeur marketing
24
23 Directeur-generaal ministerie
0 127.500
23 Secretaris-generaal ministerie
23 Wethouder grote stad
0 129.500
0
84.000
0
62 Jurist
64.000
83.500
99.500
62
60 Kolonel
68.000
83.500
98.000
63
64 Intern organisatieadviseur
59.000
83.000 115.500
65.000
83.000 102.000
27
27 Concerncontroller
93.500 118.500 155.000
64
65 Juridisch adviseur
28
28 Directeur business development
85.000 117.500 148.500
65
61 Wethouder middelgrote stad
29
29 Directeur beleggingen
88.000 114.500 143.500
30
32 Gedeputeerde provincie
31
0
83.000
0
66
67 Systeemarchitect
64.000
81.000 105.500
0
67
68 Regiomanager
61.000
81.000 102.000
30 Hoogleraar 1 (grote staat van dienst)
78.000 110.500 123.000
68
69 Manager inkoop
58.500
80.500 105.500
32
31 Marketingmanager
93.500 110.000 137.500
69
66 Projectleider groot maatschappelijk project
67.000
80.500
94.000
33
33 Businessunit-manager
89.500 107.500 147.000
70
70 Hoofd verkoop buitendienst
68.500
80.000
98.500
34
34 Burgemeester van een middelgrote stad
0 104.500
0
71
71 Voorzitter college van bestuur kleine school
65.500
79.000
91.500
35
35 Kantonrechter grote steden
0 104.000
0
72
72 Topjournalist in loondienst
56.000
79.000
90.500
36
38 Manager zorginstelling
86.000 103.500 127.500
73
74 Manager planning en analyse
60.000
77.000
99.000
37
36 Lid Europees Parlement
74
75 Directiesecretaris
63.000
76.500 100.000
0 113.500
0 103.500
VERKLARING VAN TERMEN EN BEGRIPPEN
Functies: de 257 functies plus beloning zijn afkomstig uit een jaarlijks onderzoek
door Berenschot onder bedrijven en overheidsorganisaties. De bedragen zijn naar
boven afgerond op 500 euro. Het gaat om betaalde salarissen in 2014.
min = minimum. Bij lagere functies: cao-loon. Bij hogere functies: gemiddelde van
de 10 procent laagstbetaalden.
0
med = mediaan. Middelste salaris voor de functie, de helft verdient meer,
de helft minder.
max = maximum. Gemiddelde van de 10 procent bestbetaalden.
Plaats op de ranglijst De mediaan is bepalend, daarna de hoogte van het
maximumsalaris, daarna het minimumsalaris.
Uw geld
64
30 mei 2015 Elsevier
65
Elsevier 30 mei 2015
Verdien ik eigenlijk
wel genoeg?
inkomen / Hebt u meer of minder te besteden dan uw familieleden, uw collega’s, uw vrienden of uw buren? Het is de vraag die bijna iedereen bezighoudt,
maar niemand durft hem te stellen. Of u veel of weinig verdient, leest u hier.
Fleuriëtte van de Velde
‘W
at verdien jij eigenlijk?’ Die
vraag bezorgt veel Nederlanders een ongemakkelijk gevoel. Want ‘we’ staan internationaal dan wel bekend als
open en direct, maar jan en alleman vertellen hoeveel er maandelijks op de bankrekening binnenkomt, doen we niet graag.
Nieuwsgierig zijn de meesten wel. De
vraag of we meer of minder hebben dan een
’14 ’13 functie
markt
(semi)overheid
ander, gaat namelijk over onze plek op de
sociale ladder. Verdienen we wel genoeg?
Als de buren alweer met vakantie naar een
of ander tropisch oord gaan, denken velen:
waar doen ze het toch van?
Hoe hoog is úw inkomen eigenlijk, in vergelijking met de rest van Nederland? Hoe
‘goed’ doe je het als je zeg 58.000 euro bruto
per jaar verdient? Valt dat toch wat tegen?
Of is het een riant middeninkomen waarover je niet zou moeten klagen?
Wie inkomens naast elkaar legt, moet
min.
med.
max.
’14 ’13 functie
oppassen dat hij geen appels met peren vergelijkt. Statistiek is een mijnenveld. Elf vragen over inkomens in Nederland.
Hoeveel verdient u eigenlijk?
Nederlanders die het hele jaar door een inkomen genoten, verdienden in 2013 – de
meest recente cijfers – gemiddeld 31.700
euro bruto, meldt het Centraal Bureau voor
de Statistiek (CBS). Dat is 23.600 euro netto.
‘Inkomen’ is loon uit arbeid, maar ook winst
uit een bedrijf of een uitkering. Vermogen,
markt
(semi)overheid
min.
med.
max.
’14 ’13 functie
markt
(semi)overheid
min.
med.
max.
Stijging salaris
75
73 Sector personeelschef
60.000
76.000
99.000
92
92 Proces-technicus
59.000
67.500
84.500
109 108 Functioneel applicatiebeheerder
53.000
59.500
77.000
76
76 Hoofd technische dienst
65.000
76.000
91.000
93
95 Informatieanalist
49.500
66.000
87.000
110 111 Hoofd planning/werkvoorbereiding
47.500
59.500
76.500
77
77 Projectleider IT
59.000
75.000
99.000
94
94 Hoofd productie
56.000
66.000
83.000
111 113 Teamleider productie / wachtchef
49.000
59.500
75.500
78
80 Hoofd administratie
58.000
74.000
97.000
95
93 Rijksaccountant
52.000
66.000
78.000
112 109 Universitair docent
55.500
59.500
71.000
79
79 Servicemanager
54.000
73.500
99.500
96
96 Projectleider
52.500
65.000
88.000
113 112 Wetgevingsjurist
47.000
59.000
69.500
Gemiddeld totaal
0,93
80
78 Hoofd opleidingen
56.000
73.500
95.500
97
97 Researcher / onderzoeker
49.000
65.000
87.000
114 114 Inkoper
47.500
58.500
73.500
Overheid
0,29
81
82 Facility-manager
61.000
73.500
93.000
98
98 Hoofd verkoop binnendienst
55.500
65.000
83.500
115 115 Commercieel -technisch medewerker buitendienst 48.500
58.000
76.500
82
81 Extern organisatieadviseur
52.000
73.000 101.000
99 100 Export manager
48.500
63.500
79.500
116 117 Journalist dagblad
47.500
57.500
69.000
83
83 Manager logistiek
61.000
72.000
96.000
100
99 Adviseur Arbo
58.000
63.500
77.500
117 116 Teamleider salarisadministratie
43.000
57.000
72.000
Top
1,54
84
84 Sectorhoofd politie zware criminaliteit
58.500
71.000
83.000
101 101 Database-beheerder
58.000
63.000
72.500
118 118 Chef boekhouding
47.000
56.500
70.000
Directie
1,40
85
86 Informatiemanager
56.000
70.500
77.500
102 102 Projectadviseur IT
56.500
62.500
85.500
119 119 Vertegenwoordiger
45.500
55.500
72.000
Management
1,11
86
85 Accountmanager
50.500
70.000
90.000
103 105 Leraar eerstegraads voortgezet onderwijs
35.000
62.500
70.000
120 120 Programmeur
39.500
53.500
68.500
87
87 Hoofd marktonderzoek
52.000
68.500
89.000
104 103 Productmanager
53.000
62.000
80.500
121 123 Service-engineer
48.500
52.500
72.500
Hoger Kader
1,15
88
88 Manager integrale kwaliteitszorg
55.000
68.500
85.500
105 104 Manager kwaliteit
44.000
62.000
80.000
122 121 Persvoorlichter
40.000
52.500
61.500
Middenkader
0,80
89
90 Hoofd bedrijfslaboratorium
49.500
68.000
88.500
106 106 Majoor
50.500
60.500
71.000
40.000
52.500
61.500
90
91 Hoofd inkoop
58.500
68.000
83.000
107 107 Griffier van een Gerechtshof
55.500
60.500
70.500
124 124 Opleidingsfunctionaris
46.000
52.000
68.000
Facilities, distributie, logistiek
1,14
89 Hoofd personeel & organisatie politie
58.500
68.000
83.000
108 110 Systeemontwerper
51.500
60.000
81.000
125 126 Directeur middelgrote basisschool
38.000
52.000
60.500
Personeel, organisatie, staf
0,79
126 125 Marktonderzoeker
38.000
51.500
64.500
127 129 Leraar BVE
41.500
51.500
61.000
Productie & ontwikkeling
1,24
128 128 Manager sales promotion
37.500
51.000
63.000
Commercie
1,18
129 127 Technisch Applicatiebeheerder
37.500
51.000
57.500
Financiën
1,13
130 130 Directiesecretaresse
35.000
50.000
65.500
IT
1,28
131 133 Chef werkplaats
37.500
49.500
56.500
VERKLARING VAN TERMEN EN BEGRIPPEN
Functies: de 257 functies plus beloning zijn afkomstig uit een jaarlijks onderzoek
door Berenschot onder bedrijven en overheidsorganisaties. De bedragen zijn naar
boven afgerond op 500 euro. Het gaat om betaalde salarissen in 2014.
min = minimum. Bij lagere functies: cao-loon. Bij hogere functies: gemiddelde van
de 10 procent laagstbetaalden.
med = mediaan. Middelste salaris voor de functie, de helft verdient meer,
de helft minder.
max = maximum. Gemiddelde van de 10 procent bestbetaalden.
Plaats op de ranglijst De mediaan is bepalend, daarna de hoogte van het
maximumsalaris, daarna het minimumsalaris.
121 Publieksvoorlichter
van 2013 naar 2014 (in procent)
© Elsevier
Bron: Berenschot (2015)
Uw geld
30 mei 2015 Elsevier
Wat Nederlanders verdienen
Brutojaarinkomen
x 1.000 euro
minder dan -5
-5-0
0-5
5-10
10-15
15-20
20-25
25-30
30-35
35-40
40-45
45-50
50-55
55-60
60-65
65-70
70-75
75-80
80-85
85-90
90-95
95-100
100-200
200 en meer
x 1.000
19
21
401
1.040
1.191
1.427
1.034
918
813
729
680
598
497
391
319
260
219
177
150
118
97
80
385
51
©ELSEVIER
BRON: CBS, 2013
zoals een eigen huis, telt niet mee; een erfenis wel. Opvallend: 0,5 procent had een negatief inkomen. Dat zijn niet allemaal bijstandsontvangers met schulden, maar ook
vaak ondernemers die verlies leden. Ruim
één op de drie Nederlanders had een inkomen tot 20.000 euro bruto. Onder hen veel
parttimers. Bijna een kwart zat tussen de
20.000 en 35.000 euro en een kwart kreeg
meer dan 50.000 euro bruto.
Hoeveel verdienen er meer dan een ton?
Niet veel. Het is eenzaam aan
de top. Zo’n 3,7 procent, 436.000
Nederlanders, had in 2013 een
inkomen van meer dan 100.000
euro bruto. Nog veel minder
van hen, 51.000, hadden een
inkomen van meer dan 2 ton.
Driekwart van deze groep
werkte in loondienst of was directeur-grootaandeelhouder,
bijna een kwart zelfstandige.
waarom Verdienen vrouwen
... en wat ze kunnen uitgeven
Gemiddeld netto-inkomen huishoudens
x 1.000 huishoudens
500
400
300
200
100
0
minder dan mannen?
Omdat ze massaal in deeltijd
werken en per uur minder betaald krijgen, zegt het CBS. Ge-
middeld was het bruto-inkomen van mannen in 2013 40 procent hoger dan dat van
vrouwen. Mannen verdienden gemiddeld
ruim 39.600 euro bruto, vrouwen iets meer
dan 23.500 euro. Slechts één op de zes à zeven topinkomens (boven 1 ton) kwam in
2013 terecht bij een vrouw. De verschillen
zijn het grootst als mannen en vrouwen tussen de 30 en de 50 zijn: de periode dat veel
vrouwen minder werken om kinderen te
krijgen en voor hen te zorgen. Een man van
45 verdiende in 2013 gemiddeld 50.500
<-6
-2- 0
4-6
10-12
16-18
22-24
28-30
34-36
40-42
46-48
52-54
58-60
64-66
70-72
76-78
82-84
88-90
94-96
>-100
66
x 1.000 euro
©ELSEVIER
BRON: CBS, 2013
67
Elsevier 30 mei 2015
bruto, een vrouw 28.400 euro. Dat vrouwen
per uur minder betaald krijgen, komt ook
door hun voorkeur voor lager betaalde beroepen, zoals in de zorg.
vertelt het individueel inkomen wel het
15 tot 20
hele verhaal? veel mensen leven samen
20 tot 25
de cijfers, verschillen sterk. Het inkomen
van een echtpaar met kinderen was in 2013
gemiddeld 49.000 euro, en dat van een alleenstaande 19.000 euro. Dat verschil lijkt
groter dan het is. Want het maakt natuurlijk
wel uit of je je inkomen alleen zelf nodig
hebt of ook voor een gezin.
25 tot 30
Verdienen mensen in de Randstad meer dan
Flinke verschillen
Brutojaarinkomen
mannen
vrouwen
Dat is waar. Het CBS berekent daarom ook
wat het huishoudinkomen is. Uitkeringen
als kinderbijslag en huurtoeslag worden bij
huishoudens meegeteld. Gemiddeld was
het inkomen van een huishouden in 2013
57.900 bruto – netto 33.600 euro. Persoonlijke inkomens zeggen weinig over wat huishoudens echt te besteden hebben. Een man
met een bruto-inkomen van 80.000 euro
heeft misschien een niet-werkende vrouw
en kinderen die hij moet onderhouden.
Twee echtgenoten die allebei 50.000 euro
verdienen, hebben samen meer. Er is nog
een verschil: omdat zij individueel worden
aangeslagen voor de inkomstenbelasting,
betalen zij niet het toptarief van 52 procent,
dat begint bij 57.586 euro. De man met het
inkomen van 80.000 euro betaalt dat wel.
zijn er grote inkomensverschillen tussen
70 tot 75
Ja. De gemeenten met gemiddeld de hoogste nettohuishoudinkomens, zegt het CBS,
liggen vooral in Noord-Holland, Zuid-Holland en Utrecht. In 2013 zaten de inwoners
van Rozendaal er het warmst bij: daar was
het gemiddelde huishoudinkomen 38.000
euro, ruim 15.000 euro meer dan landelijk.
In de top-10 stonden ook Bloemendaal,
Wassenaar, Blaricum en Oegstgeest. Het
‘slechtst’ af waren inwoners van het Groningse Pekela: daar was het huishoudinkomen gemiddeld 19.900 euro.
75 tot 80
Politici praten vaak over ‘de middeninko-
80 tot 85
mens’. Over wie gaat het dan?
35 tot 40
40 tot 45
45 tot 50
50 tot 55
55 tot 60
60 tot 65
65 tot 70
85 jaar of ouder
0
Zeker. Nettohuishoudinkomens, zo blijkt uit
elders in Nederland?
30 tot 35
alleenstaanden en gezinnen?
10
©ELSEVIER
med.
max.
med.
max.
166 164 Politieagent B
29.500
39.000
47.000
167 167 Milieudeskundige
34.000
39.000
46.000
189 188 Archiefbeheerder
26.500
30.000
35.500
190 190 Taxichauffeur
23.500
29.500
55.500
168 168 Medewerker inkoop
31.500
38.500
34.000
47.000
191 195 Stukadoor
25.500
29.500
45.000
53.000
169 169 Ontwerper/ Tekenaar
33.000
33.000
38.500
44.000
192 191 Bouwvakker
23.500
29.500
33.000
42.500
45.000
52.500
170 170 Grafisch ontwerper
34.500
45.000
52.500
171 171 Chef-kok middelgroot restaurant
31.500
37.500
43.500
193 193 Hovenier
22.000
29.500
33.000
33.500
37.500
43.000
194 194 Onderhoudsmonteur
25.500
29.500
155 155 Hardware-beheerder
37.500
43.500
51.000
32.500
172 172 Tweede luitenant
30.500
35.500
41.500
195 192 Illustrator
24.500
29.000
62.500
156 156 Reclamechef
33.500
43.500
34.000
50.000
173 173 Keurmeester
30.500
34.500
40.500
196 197 Automonteur
24.500
29.000
31.500
48.500
60.000
157 157 Tester IT
34.500
48.000
62.000
158 158 Officemanager
31.000
42.000
49.500
174 174 Promovendus
29.500
34.500
37.500
197 202 Technicus
22.000
28.500
34.000
41.500
50.500
175 175 Treinmachinist
32.000
34.000
40.000
198 196 Timmerman
23.500
28.500
37.500
48.000
60.500
159 160 Medewerker Logistiek
33.000
32.500
40.500
47.500
176 176 Bedrijfsverpleegkundige
32.000
34.000
39.000
199 198 Toneelmeester
23.500
28.500
143 142 Hoofduitvoerder 42.000
48.000
56.500
160 159 Redacteur
33.000
33.000
40.000
47.500
177 177 Onderzoeker in opleiding
29.000
34.000
37.000
200 200 Portier
23.000
28.000
36.500
144 144 Jurist arbeidszaken
37.000
47.000
56.000
145 145 Opleidingsadviseur informatica
33.000
46.500
68.500
161 161 Marketingassistent
35.500
40.000
45.500
178 178 Drukwerkverkoper
31.000
33.500
39.500
201 208 DoktersasSistent
22.000
28.000
34.000
162 162 Operationeel onderzoeker / controleur
33.500
39.500
49.500
179 181 Filiaalhouder middelgroot bedrijf
31.500
33.500
37.000
202 203 Boekbinder
21.000
28.000
146 147 Directie kleine basisschool
36.500
46.000
32.500
53.500
163 163 Medewerker public relations
32.000
39.500
48.500
180 179 Buschauffeur
31.500
33.000
39.500
203 204 Fotograaf dagblad
22.500
28.000
147 146 Rechter in opleiding
34.500
32.000
46.000
53.500
164 165 Leraar basisschool
32.000
39.500
46.000
181 184 Laborant / analist
28.000
33.000
39.500
204 199 Elektriciën
22.500
28.000
31.500
148 149 Planner IT
39.500
46.000
52.000
165 166 Medewerker kwaliteitsdienst
37.000
39.000
47.000
182 180 Documentalist Rijksoverheid
29.500
33.000
38.500
205 206 Lasser
24.500
28.000
30.500
183 183 Administrateur
26.000
33.000
36.500
206 207 Drukker
23.000
28.000
30.000
184 182 Bewaker 26.500
32.500
36.500
207 201 Arrestantenbewaker
21.500
27.500
34.500
185 185 Secretaresse
27.500
32.000
37.000
208 205 Vrachtwagenchauffeur
21.000
27.500
31.000
186 186 Sergeant
26.000
31.500
36.000
209 212 Ambachtelijk broodbakker
23.500
27.500
30.000
187 187 Grafisch vormgever
27.000
30.500
35.500
210 210 Operator IT
21.500
27.000
32.000
188 189 Elektromonteur
25.000
30.500
34.500
211 211 Autospuiter
21.500
27.000
31.500
med.
max.
min.
med.
max.
132 135 Bedrijfseconomisch medewerker
37.500
49.000
65.000
133 134 Teamleider crediteurenadministratie
43.000
49.000
62.000
149 150 Medewerker personeelszaken
38.000
45.000
60.000
150 151 Teamleider verkoopondersteuning
37.000
45.000
56.500
134 131 Netwerkbeheerder
39.000
49.000
62.000
151 152 Teamleider telefonische verkoop
34.000
45.000
135 141 Technisch ontwerper
36.000
49.000
61.000
152 153 Teamleider klantenservice
41.000
136 137 Chef magazijn en expeditie
137 138 Controleleider
41.500
49.000
58.500
153 148 Kapitein Defensie
35.500
49.000
58.000
154 154 Leraar tweedegraads voortgezet onderwijs
138 132 Helpdeskmedewerker
35.500
49.000
55.500
139 139 Constructeur
42.500
48.500
140 136 Personeelsfunctionaris
40.000
141 143 Medewerker controlling
37.500
142 140 Hardware-specialist
(semi)overheid
50 60
WNL-presentatrice Eva Jinek bestempelde
in 2012 in een gesprek met PvdA-leider Diederik Samsom inkomens boven de 150.000
euro bruto als ‘hogere middeninkomens’.
min.
min.
markt
20 30 40
BRON: CBS, 2013
min.
’14 ’13 functie
VERKLARING VAN TERMEN EN BEGRIPPEN
Functies: de 257 functies plus beloning zijn afkomstig uit een jaarlijks onderzoek
door Berenschot onder bedrijven en overheidsorganisaties. De bedragen zijn naar
boven afgerond op 500 euro. Het gaat om betaalde salarissen in 2014.
min = minimum. Bij lagere functies: cao-loon. Bij hogere functies: gemiddelde van
de 10 procent laagstbetaalden.
’14 ’13 functie
markt
(semi)overheid
med = mediaan. Middelste salaris voor de functie, de helft verdient meer,
de helft minder.
max = maximum. Gemiddelde van de 10 procent bestbetaalden.
Plaats op de ranglijst De mediaan is bepalend, daarna de hoogte van het
maximumsalaris, daarna het minimumsalaris.
’14 ’13 functie
x 1.000 euro
markt
(semi)overheid
’14 ’13 functie
markt
(semi)overheid
68
Uw geld
30 mei 2015 Elsevier
Velen lachten haar uit, maar
een officiële definitie van ‘middeninkomen’ bestaat niet, net
zo min als van ‘lage’ en ‘hoge’
inkomens. En gaat het dan over
huishoudens of individuele inkomens? Het CBS stelt dat je
om tot een indeling te komen
de laagste en de bovenste 30
procent van de brutohuishoudinkomens zou kunnen uitsluiten. Dan zijn middeninkomens
alles tussen de 35.000 en
70.000 euro bruto.
Rozendaal het rijkst
Gemeenten met hoogste gemiddelde huishoudinkomen
38.500 euro
38.000
36.500
36.100
36.000
33.100
32.900
31.600
30.000
29.800
24.200
Rozendaal
Bloemendaal
Wassenaar
Laren (NH)
Blaricum
Naarden
Heemstede
Oegstgeest
De Bilt
Westvoorne
Landelijk
©ELSEVIER
Wat is minimaal nodig om rond te komen?
Veelgebruikt is de lage-inkomensgrens van
het CBS. Die gaat in 2015 uit van 1.010 euro
netto per maand (zo’n 12.000 euro per jaar)
voor een alleenstaande en 1.900 euro per
maand voor een gezin met twee kinderen
(22.800 euro per jaar). Enkele jaren geleden
gaf 40 procent van de mensen met zo’n inkomen aan daar moeilijk van rond te kunnen komen. De rest lukte dat wel.
BRON: CBS, 2013
Wat is een modaal inkomen
nemen de inkomensverschillen toe?
dan?
De overheid gebruikt vaak het begrip
‘modaal inkomen’. Dat is het meest
voorkomen­de individuele inkomen en dus
niet hetzelfde als een middeninkomen. Het
Centraal Planbureau heeft het modale inkomen (voor mensen in loondienst) dit jaar
vastgesteld op 35.500 euro bruto per jaar.
Ter vergelijking: iemand die het minimumloon verdient, ontvangt 19.500 euro bruto.
Het modale inkomen is voor de overheid
een maatstaf om inkomenseffecten van beleid te meten. Voor veel burgers is het een
handig hulpmiddel om inkomens in te de-
’14 ’13 functie
tarief 36,5 procent, maar vanaf van 57.586
euro bedraagt het tarief 52 procent.
len. De vuistregel: één tot twee keer modaal
(35.500 tot 71.000 euro) is een middeninkomen, twee tot drie keer modaal (71.000 tot
106.500 euro) een hoger inkomen en meer
dan drie keer modaal een topinkomen.
Waarom is het verschil tussen bruto- en
netto-inkomens zo groot?
Omdat Nederlanders naarmate ze meer verdienen, meer belasting betalen. Iedereen
betaalt bovendien sociale premies, die worden ingehouden op loon en uitkering. Tot
een inkomen van 19.822 euro bedraagt het
min.
med.
max.
min.
med.
max.
212 209 Tekenaar
22.000
27.000
31.000
213 213 Discjockey in vaste dienst
22.000
26.500
31.000
235 231 Heftruckchauffeur
19.500
23.500
28.000
236 238 Dagbladopmaker
19.000
23.500
214 219 Ambachtelijk banketbakker
23.000
26.000
27.500
30.500
237 236 Filmmonteur
19.500
23.500
215 217 Schilder
22.000
27.000
26.000
30.000
19.500
23.500
27.000
216 214 Grafisch tekenaar
217 218 Glaszetter
21.500
26.000
30.000
239 240 Spuiter
20.500
23.500
25.000
20.500
26.000
30.000
240 242 Treinsteward
21.000
23.000
218 215 Medewerker klantenservice
28.000
21.500
26.000
28.500
241 239 Ober
20.000
23.000
28.000
219 216 Lithograaf
21.000
25.500
30.000
242 243 Kapper
19.500
23.000
27.000
220 220 Boekhouder
19.500
25.500
30.000
243 241 Loodgieter
18.000
23.000
24.500
221 222 Winkelslager
21.500
25.500
29.500
244 248 Naaister
21.000
22.500
26.000
222 221 Vuilnisman
24.500
25.000
29.500
245 244 Betonvlechter
19.500
22.500
26.000
223 223 Metselaar
20.500
25.000
29.000
246 245 Bode
20.000
22.500
25.000
224 224 Receptionist
20.000
25.000
29.000
247 246 Soldaat
16.000
22.000
28.000
225 227 APK-keurmeester
21.500
25.000
28.500
248 247 Wegwerker
20.000
22.000
26.000
226 228 Behanger
19.000
25.000
28.000
249 250 Schoonmaker
21.000
22.000
25.500
227 229 Tegelzetter
20.000
25.000
27.000
250 249 Baliemedewerker
19.000
22.000
25.500
228 230 Zeilmaker
21.500
25.000
26.000
251 251 Afwasser
20.000
21.000
25.000
229 225 Barkeeper
20.500
24.500
28.500
252 252 Assistent-drukker
19.000
21.000
24.500
230 226 Koerier
20.000
24.500
28.500
253 254 Tourleader
19.500
21.000
24.000
231 233 Conciërge
21.000
24.000
28.000
254 253 Stratenmaker
18.500
21.000
23.000
232 234 Slachter
19.500
24.000
28.000
255 255 Caissière
20.000
20.500
24.000
233 235 Datatypist
19.000
24.000
28.000
20.000
20.500
24.000
234 231 Boekdrukker
19.500
23.500
28.500
257 257 Assistent-boekbinder
19.000
20.000
23.500
markt
(semi)overheid
’14 ’13 functie
Nee. De ongelijkheid was hier tussen 2001
en 2012 stabiel, concludeert de OESO, de
club van rijke landen. Een veelgebruikte
methode om inkomens te vergelijken, is de
Gini-index. Die geeft op een schaal van 0 tot
1 de ongelijkheid in inkomen weer. Nul is totaal gelijk, 1 totaal ongelijk. Volgens de
OESO heeft Nederland een Gini-index van
0,28, lager dan het gemiddelde van 0,32. Het
CBS en de Wetenschappelijke Raad voor het
Regeringsbeleid noemen inkomensverschillen hier klein vergeleken met andere landen. Dat komt vooral doordat de overheid
sterk herverdeelt, oftewel: nivelleert. E
235 Handgraveur
255 Vakkenvuller
markt
(semi)overheid