15184/16 mak/VAN/fb 1 DG D 1C Hierbij gaan voor de delegaties

Download Report

Transcript 15184/16 mak/VAN/fb 1 DG D 1C Hierbij gaan voor de delegaties

Raad van de
Europese Unie
Brussel, 6 december 2016
(OR. en)
15184/16
ENFOPOL 455
ENV 766
ENFOCUSTOM 230
NOTA
van:
aan:
het secretariaat-generaal van de Raad
het Comité van permanente vertegenwoordigers/de Raad
nr. vorig doc.:
13644/1/16 REV 1
Betreft:
Ontwerpconclusies van de Raad over de bestrijding van milieucriminaliteit
- Aanneming
Hierbij gaan voor de delegaties de ontwerpconclusies van de Raad over de bestrijding van
milieucriminaliteit, zoals die luiden na de vergadering van de Groep wetshandhaving van
6 december 2016.
15184/16
mak/VAN/fb
DG D 1C
1
NL
BIJLAGE
ONTWERPCONCLUSIES VAN DE RAAD OVER DE BESTRIJDING VAN
MILIEUCRIMINALITEIT
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
EROP WIJZEND dat milieucriminaliteit één van 's werelds meest rendabele georganiseerde
criminele activiteiten is geworden en niet alleen aanzienlijke gevolgen heeft voor het milieu, maar
ook voor de samenleving en de economie in het algemeen, en dat deze vorm van criminaliteit in de
dreigingsevaluatie van de zware en georganiseerde criminaliteit (SOCTA) 2014-2017 is aangemerkt
als een nieuwe bedreiging;
VOORTBOUWEND OP de in juni 2016 aangenomen conclusies van de Raad over het actieplan
van de EU tegen de illegale handel in wilde dieren en planten 1 ;
ONDERSTREPEND dat voor een effectieve bestrijding van milieucriminaliteit een alomvattende,
multidisciplinaire aanpak op alle niveaus nodig is en een beroep moet worden gedaan op alle
betrokken uniale, internationale en nationale beleidsmaatregelen en -instrumenten, met de
betrokkenheid van wetshandhavings-, douane- en grensbewakingsautoriteiten, alsmede milieu- en
administratieve autoriteiten, waarbij wordt voortgebouwd op bestaande initiatieven en inspanningen
van de lidstaten en internationale organisaties, met inachtneming van de bevoegdheden van de EU
en de lidstaten;
ERAAN HERINNEREND dat milieucriminaliteit betrekking heeft op een hele reeks strafbare
feiten waarbij opzettelijk of doelgericht schade wordt toegebracht aan het milieu, zoals aangegeven
in de door Europol opgestelde dreigingsevaluatie betreffende milieucriminaliteit in de EU 2;
ERAAN HERINNEREND dat milieumisdrijven vaak nauw verbonden zijn met diverse fraudemisdrijven, waarbij gebruik wordt gemaakt van frauduleuze documenten en certificaten;
1
2
10512/16.
15915/13.
15184/16
BIJLAGE
mak/VAN/fb
DG D 1C
2
NL
EROP WIJZEND dat de dialoog en de samenwerking met de relevante internationale organisaties
moeten worden geïntensiveerd, en dat alle relevante niet-overheidsactoren, waaronder nietgouvernementele organisaties en de particuliere sector, hierbij in voorkomend geval moeten worden
betrokken;
WIJZEND OP de verschillen in de nationale wetgevingen van de lidstaten op het gebied van strafprocedures, met name de uiteenlopende mate van onderscheid tussen administratieve delicten en
misdrijven en de uiteenlopende sanctielimieten, alsmede de verschillende wettelijke voorwaarden
voor het gebruik van specifieke onderzoeksmiddelen;
EROP WIJZEND dat effectieve bestrijding van milieucriminaliteit noopt tot actieve uitwisseling
van informatie tussen wetshandhavingsautoriteiten onderling en tevens tussen wetshandhavingsautoriteiten, de milieuautoriteiten en de administratieve autoriteiten van de lidstaten;
INGENOMEN MET Resolutie 69/314 van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties
inzake de strijd tegen de illegale handel in wilde dieren en planten en Resolutie 1/3 van de
Milieuvergadering van de Verenigde Naties over de illegale handel in wilde dieren en planten;
INGENOMEN MET de werkzaamheden op het gebied van de bestrijding van milieucriminaliteit
die worden verricht door diverse internationale, Europese en regionale netwerken, zoals het
informele netwerk voor de bestrijding van milieucriminaliteit (EnviCrimeNet), het Europees
netwerk voor de implementatie en handhaving van de milieuwetgeving (IMPEL), het Europees
netwerk voor grensoverschrijdende samenwerking op het gebied van wetshandhaving in de
scheepvaart (Aquapol), het informeel Europees netwerk van openbare aanklagers in milieuzaken
(ENPE), het forum van de Europese Unie van rechters in milieuzaken (EUFJE), en het ZuidoostEuropees rechtshandhavingscentrum (SELEC), alsmede het mondiale communicatiemiddel van de
Werelddouaneorganisatie voor gebruik bij de bestrijding van milieucriminaliteit aan de grenzen
(ENVIRONET);
ZICH ERVAN BEWUST dat milieucriminaliteit een belangrijke externe dimensie heeft die noopt
tot nauwe samenwerking met de buurlanden en derde landen, alsmede tot multidisciplinaire
interactie tussen alle betrokken autoriteiten aan de buitengrenzen van de Unie;
15184/16
BIJLAGE
mak/VAN/fb
DG D 1C
3
NL
VERZOEKT DE LIDSTATEN OM:
1.
na te gaan of wetshandhavings- en andere betrokken autoriteiten kunnen worden toegerust
met voldoende capaciteit om milieumisdrijven tijdig op te sporen en te onderzoeken en de
daders voor de rechter te brengen, en na te gaan wat de mogelijke meerwaarde is van de
totstandbrenging van gespecialiseerde politie-eenheden en van de uitbreiding van de expertise
van forensische en andere wetenschappelijke eenheden tot het onderzoek van milieumisdrijven. De specialisatie van openbaar aanklagers op nationaal en regionaal niveau,
alsmede van rechters, overeenkomstig het nationale recht en de nationale praktijken, kan
eveneens in overweging worden genomen ;
2.
activiteiten ter zake van de bestrijding van milieumisdrijven op nationaal niveau te
coördineren, onder meert tussen wetshandhavings-, douane-, milieu- en administratieve
autoriteiten, door alle relevante multidisciplinaire actoren hierbij te betrekken, met een
duidelijke omschrijving van hun rol, en te zorgen voor een veilig systeem voor het actief
delen van informatie tussen deze actoren;
3.
te overwegen vergaderingen op regionaal niveau tussen milieuagentschappen en
gespecialiseerde openbaar aanklagers te houden;
4.
de activiteiten van EU-Twix te ondersteunen, EU-Twix-deskundigen te betrekken bij de
identificatie van wilde dieren en planten, en hun ervaringen te delen;
5.
in voorkomend geval het aspect georganiseerde criminaliteit bij milieumisdrijven
systematisch aan te pakken, met name op het gebied van de illegale handel in wilde dieren
en planten en illegale afvalhandel, alsmede op het gebied van illegale chemische stoffen en
pesticiden;
6.
waar passend cybercriminaliteitseenheden te betrekken bij het bestrijden van illegale
activiteiten op het gebied van milieucriminaliteit, met name de illegale handel in wilde dieren
en planten en de handel in illegale pesticiden en andere gevaarlijke stoffen;
7.
in voorkomend geval ervoor te zorgen dat financieel rechercheurs kunnen worden betrokken
bij zaken van milieucriminaliteit, ten minste bij ernstige soorten milieumisdrijven, teneinde
een beter inzicht te krijgen in de criminele structuur van het fenomeen;
15184/16
BIJLAGE
mak/VAN/fb
DG D 1C
4
NL
8.
de ontwikkeling en het gebruik van forensische technieken voor het bestrijden van milieucriminaliteit, met name criminaliteit in verband met wilde dieren, te ondersteunen en de
ervaringen met het gebruik van deze technieken te delen met andere lidstaten;
9.
ervoor te zorgen dat eenheden voor milieucriminaliteit beschikken over een grotere expertise
bij vermogensonderzoeken in het kader van milieumisdrijven, waar mogelijk met als doel
vermogensbestanddelen te recupereren opdat de burgerlijke aansprakelijkheid voor milieumisdrijven wordt gewaarborgd;
10.
de ontwikkeling te stimuleren van diverse partnerschappen tussen publieke en private actoren
op het gebied van milieubescherming en de bestrijding van milieucriminaliteit;
11.
optimaal gebruik te maken van bestaande organisaties en netwerken zoals Interpol,
EnviCrimeNet, IMPEL, Aquapol, ENPE, EUFJE, SELEC en het TECUM-project, alsmede
van de in het kader daarvan opgedane expertise, en een efficiënte coördinatie aan te moedigen
tussen deze organisaties en netwerken alsmede met andere bestaande initiatieven op Europees
en internationaal niveau;
12.
toezicht te houden op de dreiging die momenteel uitgaat van milieucriminaliteit en op de
systematische ontwikkeling ervan, onder meer door het regelmatig verzamelen en delen van
relevante informatie met alle betrokken partners, zowel regionaal als in de gehele EU, in het
bijzonder via Europol;
13.
gezamenlijke, inlichtingengestuurde en regionaal gerichte operaties ter bestrijding van
milieucriminaliteit te initiëren of te organiseren met de steun van Europol en Eurojust, deel te
nemen aan de totstandbrenging van gezamenlijke onderzoeksteams en ervoor te zorgen dat
financiële onderzoeken kunnen worden uitgevoerd als onderdeel van het basisonderzoek;
14.
meer aandacht te besteden aan onderwijs en opleiding voor wetshandhavingsautoriteiten en
het gerechtelijk apparaat qua bestrijding van milieucriminaliteit op nationaal en internationaal
niveau, in samenwerking met het Europees netwerk voor justitiële opleiding (ENJO), Cepolactiviteiten te ondersteunen door specifieke opleidingsprogramma's, onder meer inzake
financiële onderzoeken, aan te bieden en ervoor te zorgen dat vertegenwoordigers van de
lidstaten aan deze opleidingen deelnemen;
15.
te overwegen of een overtreder die voor een milieumisdrijf is veroordeeld, ertoe kan worden
verplicht de kosten te dekken van het milieuagentschap dat de feiten die tot vervolging
hebben geleid, aan het licht heeft gebracht;
15184/16
BIJLAGE
mak/VAN/fb
DG D 1C
5
NL
16.
doeltreffend gebruik te maken van beschikbare financieringsmogelijkheden voor de
bestrijding van milieucriminaliteit, zoals de financiering van nationale programma's uit
hoofde van het Fonds voor interne veiligheid, en rekening te houden met de dimensie
georganiseerde criminaliteit van het fenomeen;
17.
relevante ervaring en kennis te delen met Europol, teneinde de expertise van Europol op het
gebied van milieucriminaliteit te vergroten;
18.
publiek-private partnerschappen aan te gaan overeenkomstig het toepasselijke nationale recht,
met het oog op het delen van kennis, ervaring, informatie en capaciteiten bij de bestrijding
van milieucriminaliteit, in de eerste plaats bij het opsporen van illegale handel in wilde dieren
en planten en illegale afvalpraktijken, in voorkomend geval met niet-gouvernementele
organisaties;
VERZOEKT DE EUROPESE COMMISSIE OM:
1.
de doeltreffendheid van de EU-wetgeving ter bestrijding van milieucriminaliteit te monitoren;
2.
samenwerking te ondersteunen tussen de betrokken partners, zoals de lidstaten, EU-agentschappen, met name Europol en Eurojust, en Interpol;
3.
de ontwikkeling van goede praktijken die door de lidstaten, EU-agentschappen en Interpol
zijn vastgesteld, te ondersteunen, en het delen van goede praktijken en lessen uit de uitvoering
van het EU-actieplan tegen illegale handel in wilde dieren en planten, waaronder het gebruik
van of de behoefte aan technologieën, te stimuleren;
4.
capaciteitsopbouw in de lidstaten (zowel op nationaal als op regionaal niveau) en de EUagentschappen te ondersteunen, ook financieel, in het bijzonder met betrekking tot
operationele samenwerking bij de bestrijding van milieucriminaliteit;
VERZOEKT EUROPOL OM:
1.
zijn expertise op het gebied van de bestrijding van milieucriminaliteit te versterken;
2.
grensoverschrijdende milieucriminaliteit regelmatig te monitoren en te evalueren, voor zover
mogelijk en met name op basis van informatie van de lidstaten, en informatie aan de lidstaten
te verstrekken over de huidige tendensen in deze illegale activiteit;
15184/16
BIJLAGE
mak/VAN/fb
DG D 1C
6
NL
3.
de krachtige ontwikkeling van grensoverschrijdende multidisciplinaire samenwerking tussen
de lidstaten te ondersteunen, met bijzondere aandacht voor de totstandbrenging van een snelle
uitwisseling van informatie over grensoverschrijdende milieumisdrijven, en de lidstaten aan te
moedigen om deel te nemen aan de opsporing en het onderzoek daarvan, bijvoorbeeld door
gemeenschappelijke onderzoeksteams te stimuleren;
4.
op verzoek van de lidstaten en op basis van risico-analyses en inlichtingen gemeenschappelijke operaties ter opsporing van milieucriminaliteit voor te bereiden en te coördineren,
rekening houdend met de prioriteiten die in de milieucriminaliteitsbeoordeling zijn
geformuleerd;
5.
de activiteiten van EnviCrimeNet te faciliteren;
VERZOEKT EUROJUST OM de totstandbrenging van gemeenschappelijke onderzoeksteams voor
het onderzoeken van milieucriminaliteit aan te moedigen en indien nodig te ondersteunen;
VERZOEKT CEPOL OM het aantal opleidingen in verband met wetshandhaving op het gebied van
de bestrijding van milieucriminaliteit te verhogen, ook die welke betrekking hebben op financiële
onderzoeken ter zake;
VERZOEKT HET EJTN opleidingen te verstrekken met het oog op een hogere mate van
deskundigheid van gespecialiseerde openbaar aanklagers en rechters op het gebied van milieucriminaliteit in de lidstaten, in voorkomend geval met de medewerking van EnviCrimeNet;
VERZOEKT ENVICRIMENET OM:
1.
de uitwisseling van informatie, expertise en beste praktijken tussen deskundigen uit de
lidstaten te ondersteunen;
2.
de samenwerking tussen deskundigen uit de lidstaten te faciliteren;
3.
Europese initiatieven ter bestrijding van milieucriminaliteit voor te bereiden en te
coördineren;
VERZOEKT IMPEL OM het aantal samenwerkingsprojecten, onder meer met betrekking tot
specifieke opleiding inzake wetshandhaving op het gebied van de bestrijding van milieucriminaliteit, op te voeren en te streven naar samenwerking met ENPE, EUFJE en EnviCrimeNet.
15184/16
BIJLAGE
mak/VAN/fb
DG D 1C
7
NL