Rapport Onderzoek naar teken, tekenbeten en de ziekte van Lyme

Download Report

Transcript Rapport Onderzoek naar teken, tekenbeten en de ziekte van Lyme

Bosschap
Postbus 65
3970 AB Driebergen
www.bosschap.nl
Arbo Unie
Postbus 85101
3508 AC Utrecht
www.arbounie.nl
Stigas
Postbus 747
2700 AS Zoetermeer
www.stigas.nl
19600098
Teken, tekenbeten en
de ziekte van Lyme
in de sector Bos en Natuur
1
Uitvoering onderzoek:
maart - juni 2009
Rapportage:
december 2009
Opdrachtgever:
Commissie Arbeidsomstandigheden van het Bosschap
Projectgroep:
Mirjam de Groot, projectleider, preventieadviseur Stigas
Els Reinders, bedrijfsarts Arbo Unie
Ad de Rooij, medisch adviseur Stigas
Anja van der Zwan, statistisch onderzoeker Stigas
Klankbordgroep:
Andre Efftink, Landschapsbeheer Drenthe
Jacques Fonville, Natuurmonumenten
Wim Vons, Natuurmonumenten
Wilma Roelfsema, Staatsbosbeheer
Foto’s:
Andre Efftink, Landschapsbeheer Drente
Fedor Gassner, Wageningen Universiteit (WUR)
Mirjam de Groot, Stigas
Jeroen Janse, Stichting SAAG
Margriet Montizaan, KNJV
Beeldmateriaal:
Toolkit Teken en Lyme van het RIVM
Grootte van teken in diverse levenscyclus; van ei tot volwassen teek;
teek op vingernagel
2
Voorwoord
Voor u ligt het rapport Teken, tekenbeten en de ziekte van Lyme in de sector Bos en Natuur.
Het beschrijft de resultaten van het inventariserend onderzoek naar het vóórkomen van tekenbeten en
de ziekte van Lyme bij werkenden in organisaties als Staatsbosbeheer, Natuurmonumenten,
Provinciale Landschappen, landschapsbeheersorganisaties, bosaannemingsbedrijven en particuliere
eigenaren.
Het onderzoek geeft informatie over werkzaamheden en werklocaties waar tekenbeten worden
opgelopen en waar de teken zich vastzetten op het lichaam. Preventieve maatregelen die worden
genomen worden uitgebreid behandeld en per organisatie bekeken. Ook wordt ingegaan op de ziekte
van Lyme, de ervaren gezondheidsklachten en de medische behandeling. Overigens blijkt de ziekte
van Lyme al lang niet meer een arboprobleem. Ook als het gaat om volksgezondheid wordt het steeds
meer een punt van aandacht.
Het onderzoek is tot stand gekomen in opdracht van de Commissie Arbeidsomstandigheden van het
Bosschap en gefinancierd door het Fonds Colland Arbeidsmarktbeleid. De Projectgroep bestond uit
Mirjam de Groot, Els Reinders, Ad de Rooij en Anja van der Zwan. Als klankbordgroep fungeerden
Andre Efftink van Landschapsbeheer Drenthe, Wim Vons en Jacques Fonville van
Natuurmonumenten en Wilma Roelfsema van Staatsbosbeheer.
Onze dank gaat uit naar alle bedrijven en werknemers die aan dit onderzoek hebben meegewerkt. De
meeste organisaties hebben voor, tijdens of na de landelijke ‘Week van de Teek’ intern extra aandacht
besteed aan het gekozen thema van 2009 ‘Tekenbeten, een risico op het werk’. Er werd extra
voorlichting gegeven en de vragenlijsten werden aan de buitendienstmedewerkers uitgedeeld.
Ook willen wij het Bosschap en Widia Mahespalsingh van Stigas bedanken die voor de verzending
van de vragenlijsten hebben gezorgd en Henk Arnoldus voor de verwerking ervan.
Dit rapport wordt geplaatst op de website van het Bosschap: www.bosschap.nl en op
www.weekvandeteek.nl. Het rapport zal bij Staatsbosbeheer en Natuurmonumenten geplaatst worden
op het intranet.
Om verantwoord om te gaan met het milieu wordt er een kleine oplage van dit rapport met de
bijbehorende bijlagen geprint. Het rapport is op te vragen via [email protected] of via het Bosschap.
Teek op grashalm
3
Samenvatting
Onderzoek
Werknemers in het bos en de natuur lopen een reëel risico om door een geïnfecteerde teek te worden
gebeten en de ziekte van Lyme te krijgen.
Onder auspiciën van de Commissie Arbeidsomstandigheden van het Bosschap heeft Stigas in
samenwerking met Arbo Unie, een inventariserend onderzoek uitgevoerd onder werknemers in de
Bos- en Natuursector.
In het onderzoek wordt ingegaan op de factoren die samenhangen met het oplopen van tekenbeten:
 de aard van de werkzaamheden
 de werklocatie
 gedrag in de natuur
 kleding
 kennis van preventieve maatregelen
 kennis van het juist verwijderen van teken
 kennis van de ziekte van Lyme
 tekenbeten en ervaren gezondheidsklachten
Zowel grote (53 procent) als kleinere organisaties (47 procent) hebben deelgenomen.
Veldmedewerkers (18 procent), boswachters (14 procent) en bosarbeiders (8 procent) zijn in het
onderzoek het ruimst vertegenwoordigd. De gemiddelde deelnemer werkt twintig jaar in de natuur.
In totaal deden 1017 werkenden aan het onderzoek mee. De totale respons op de verspreide
vragenlijsten is 60 procent. Dit geeft de betrokkenheid van de werknemers in de bos- en natuursector
bij dit onderwerp goed weer.
Resultaten
81 procent ooit gebeten
81 procent van de respondenten gaf aan ooit tijdens het werk een of meer tekenbeten te hebben
opgelopen. 78 procent heeft ook in het huidige werk last van tekenbeten. De tekenbeet komt vooral
voor in de oksel, op de arm, rug, navel, lies, boven- en onderbeen en in de knieholte. De liesstreek
wordt het meest genoemd (62 procent). 91 procent van de deelnemers verwijdert de teek bijna altijd,
conform de richtlijn, binnen 20 uur. Iets meer dan een derde van de respondenten desinfecteert de
wond na het verwijderen.
Grootste risico voor toezichthouders, beheerders en jagers
300 deelnemers aan het onderzoek (36 procent) zijn een of meerdere keren met antibiotica
behandeld voor de ziekte van Lyme. Toezichthouders, beheerders en jagers hebben de grootste kans
op een tekenbeet en dus ook op het ontwikkelen van de ziekte van Lyme. Onder de deelnemers is het
aantal behandelingen voor de ziekte van Lyme de afgelopen jaren aanzienlijk toegenomen. Ook wordt
men vaker voor de tweede of derde keer behandeld. Van de 827 respondenten die tijdens het werk
tekenbeten hebben opgelopen zegt 8 procent de afgelopen periode problemen te hebben gehad met
functioneren op het werk. 8 procent heeft zich ziek gemeld vanwege de gevolgen van een tekenbeet.
Heidevelden
Werken in heidevelden, het versnipperen van takken en rasteren brengen het grootste risico op
tekenbeten met zich mee. Respectievelijk 22 en 15 procent van de respondenten die dit soort werk
vaak doet, heeft dagelijks tot wekelijks tekenbeten. Het hoogste percentage werknemers met
tekenbeten werkt in heidevelden. 92 procent van hen heeft ooit een tekenbeet opgelopen tijdens het
werk.
4
Contact met dieren
Ook het contact met levende of dode dieren verhoogt de kans op tekenbeten. Met name het
verwijderen van aangereden en/of geschoten wild levert bij de onderzochte groep respondenten een
grote kans op tekenbeten op.
Maatregelen
Het is belangrijk dat werknemers zich van de risico’s bewust zijn en de juiste maatregelen treffen.
Teken komen volgens de deelnemers gedurende het hele jaar voor, zij het in de wintermaanden
(november tot en met februari) veel minder. Bij de planning van werkzaamheden kan hier rekening
mee worden gehouden. Dit gebeurt echter nog nauwelijks.
Gezondheidsklachten
De behandelde respondenten noemen met name de volgende gezondheidsklachten: uitslag of andere
huidafwijkingen (47 procent), vermoeidheid (46 procent), zwelling, pijnlijke gewrichten (28 procent),
griepachtige verschijnselen (27 procent), pijnlijke aanhechting van spieren/pezen (22 procent) en
krachtsverlies in armen en benen (18 procent).
Genomen maatregelen tot nu toe
Bijna 40 procent van de respondenten heeft aangegeven dat er een speciaal protocol voor teken op
het werk aanwezig is. Van de respondenten werkzaam bij Natuurmonumenten en Staatsbosbeheer
bevestigt ruim 60 procent dat er op het werk afspraken zijn over preventiemaatregelen ten aanzien
van teken en tekenbeten. Bijna een derde van de respondenten geeft aan dat er een
registratieformulier voor tekenbeten op het werk aanwezig is. Meer dan de helft van de respondenten
controleert zichzelf vaak op tekenbeten na het werk in het groen. Toch is er ook een groep van 11
procent die dat nooit doet. In totaal geeft 67 procent van de respondenten aan dat er een
tekenverwijderaar op het werk is. 23 procent geeft aan dit niet te weten.
Tips
Deelnemers aan het onderzoek hebben veel tips gegeven om tekenbeten tegen te gaan. Het
belangrijkste is het dagelijks controleren van kleding en lichaam. Elke dag alert blijven! Let vooral op
een jeukende plek; het kan al een aanwijzing zijn voor een tekenbeet.
Vervolg
De resultaten van dit inventariserende onderzoek worden besproken met de Commissie
Arbeidsomstandigheden van het Bosschap en de deelnemende partijen aan dit onderzoek. In de week
van de teek 2010 wordt er gerichter voorlichting gegeven door de deelnemende partijen en Stigas.
Daarnaast is er meer en nader onderzoek nodig naar:
 preventiegedrag van de werknemers: hoe is de werknemer nog meer te motiveren om dagelijks
lichaam en kleding te controleren en tekenbeten te registreren?
 de effectiviteit van de te dragen kledingcombinaties en de bijbehorende kledingdiscipline
Teek op hand,
teken op grashalm
5
Inhoudsopgave
Samenvatting
1
Inleiding: aanleiding en doel van het onderzoek
p. 7
2
Werkwijze en verslag
p. 8
2.1
2.2
p. 8
p. 8
3
4
Werkwijze
Verslag
Resultaten
p. 9
3.1
3.2
3.3
3.4
3.5
p. 9
p. 13
p. 15
p. 22
p. 25
De deelnemers aan het onderzoek
Aard van de werkzaamheden
Preventieve maatregelen
Tekenbeten: werkgebied waar opgelopen en plek op het lichaam
Tekenbeten: gevolgen en behandeling
Conclusie en aanbevelingen
p. 31
4.1
4.2
4.3
4.4
4.5
4.6
p. 31
p. 31
p. 31
p. 32
p. 32
p. 33
Algemeen
Soort werkzaamheden
Preventieve maatregelen
Tekenbeten: werkgebied, waar opgelopen en plek op het lichaam
Tekenbeten: gevolgen en behandeling
Informatie en tips uit de open vragen
Bijlagen
I
II
III
IV
Enquête (brief en vragenlijst)
Rechte tellingen
Tips van collega’s
Meer informatie
6
1
Inleiding: aanleiding en doel van het onderzoek
Werkgevers en werknemers hebben steeds meer aandacht voor de teken in de natuur. Uit onderzoek1
blijkt dat het aantal mensen dat met de bacterie Borrelia is geïnfecteerd is verdrievoudigd in de
periode 1994 tot en met 2005 (Zie Figuur 1). Deze bacterie die door teken wordt overgebracht kan de
ziekte van Lyme veroorzaken. Ook het aantal mensen dat met een tekenbeet bij de huisarts komt, is in
die periode verdrievoudigd2. Uit onderzoek van Wageningen Universiteit3 op 25 veldlocaties naar het
aantal teken dat de bacterie bij zich draagt, blijkt dat het gemiddeld aantal besmette teken op deze
locaties maandelijks varieert tussen de 0 en 29 procent. Op individuele locaties kan het aantal
besmette teken beduidend hoger zijn. Net als de besmettingspercentages is ook de tekendichtheid
zeer variabel in ruimte en tijd. Uit het onderzoek blijkt verder dat teken het hele jaar actief kunnen
blijven indien de winters warm zijn. Het onderzoek heeft nog geen verklaring opgeleverd voor de grote
variaties in de besmettingsgraad en het aantal teken. Vanwege de variatie is het moeilijk te bepalen
waar en wanneer de risico’s voor mensen het grootst zijn.
Figuur 1 Huisartsconsulten voor erythema migrans (ontstaan van een rode vlek), veroorzaakt door besmetting met de
4
Borrelia-bacterie, per 100.000 mensen, in Nederland in 1994, 2001 en 2005 (bron: RIVM 2006)
De werknemers in Bos en Natuur vormen een specifieke risicogroep: er is een reëel risico om met een
geïnfecteerde teek in aanraking te komen en de ziekte van Lyme op te lopen. Het is belangrijk om een
goed beeld te krijgen van de omvang van het probleem om goed te kunnen adviseren over (de
noodzaak van) een preventief beleid.
Vragen die daarbij beantwoord moeten worden zijn:
- Hoe vaak komen de werknemers in Bos en Natuur in aanraking met teken?
- Zijn er locaties/gebieden aan te geven waar teken duidelijk meer voorkomen?
- Hoe vaak lopen de werknemers in Bos en Natuur daadwerkelijk een tekenbeet op?
- Zijn er specifieke werkzaamheden/activiteiten aan te geven met een grotere kans op een
tekenbeet?
1 Hofhuis A, van der Giessen JW, Borgsteede FH, Wielinga PR, Notermans DW, van Pelt W.
Lyme borreliosis in the Netherlands: strong increase in GP consultations and hospital admissions in past 10 years.
Euro Surveillance 2006 Jun 22;11(6):E060622.2.
2
Hofhuis A, van der Giessen JW, Borgsteede FH, Wielinga PR, Notermans DW, van Pelt W.
Lyme borreliosis in the Netherlands: strong increase in GP consultations and hospital admissions in past 10 years.
Euro Surveillance 2006 Jun 22;11(6):E060622.2.
3
Takken, W., A.J.H. van Vliet, L. van Overbeek, F. Gassner, F. Jacobs, W.A. Bron, S. Mulder, 2008. Teken,
tekenbeten en Borrelia infecties in Nederland Deel II. Onderzoeksrapport, Wageningen Universiteit. Pp. 18.
4
Hofhuis A, van der Giessen JW, Borgsteede FH, Wielinga PR, Notermans DW, van Pelt W.
Lyme borreliosis in the Netherlands: strong increase in GP consultations and hospital admissions in past 10 years.
Euro Surveillance 2006 Jun 22;11(6):E060622.2.
7
- Is er kennis over de preventieve maatregelen bij werknemers?
- Hoe vaak is er sprake van besmetting en komen Lymegerelateerde klachten voor?
- Hoe is de behandeling verlopen en zijn er nog (rest)klachten?
- Algemeen: welke tips zijn er te geven voor collega’s?
Om hierachter te komen, hebben werknemers in Bos en Natuur een vragenlijst ontvangen. Deze vindt
u in bijlage I. In de vragenlijst is met voorlichtingsitems tussen de vragen ook getracht aandacht te
schenken aan de risico’s van het buiten werken in het groen. Een goede kennis van de risico’s bij de
besmetting door de bacterie Borrelia, die door een tekenbeet veroorzaakt kan worden, zal kunnen
bijdragen aan een kleinere kans op de (ontwikkeling van de) ziekte van Lyme.
2
Werkwijze en verslag
2.1
Werkwijze
De Commissie Arbeidsomstandigheden van het Bosschap heeft sinds een aantal jaren het onderwerp
tekenbeten en de ziekte van Lyme hoog op de agenda staan en heeft voor de sector in informatieve
zin al veel werk verricht. Bekend is dat in absolute zin in de loop van de tijd veel meer gevallen van
tekenbeten worden geregistreerd en dat daarmee ook sprake is van een toename van het aantal
infecties met de bacterie Borrelia die de ziekte van Lyme veroorzaakt.
Onder auspiciën van de Commissie Arbeidsomstandigheden van het Bosschap is in samenwerking
tussen onder meer Stigas, Arbo Unie en het Bosschap een groot inventariserend onderzoek
uitgevoerd onder werknemers van bedrijven en organisaties in de sector Bos en Natuur. Daarbij zijn
de grote terreinbeherende organisaties zoals Staatsbosbeheer, Natuurmonumenten, de
landschapsbeheerorganisaties en de Provinciale Landschappen afzonderlijk benaderd. Verder is een
groot aantal particuliere boseigenaren en bosaannemers uit de registratie van het Bosschap voor dit
onderzoek benaderd.
Het onderzoek bestond uit het invullen van een vragenlijst met het doel zicht te krijgen op het
vóórkomen van Lyme-gerelateerde klachten en hoe met tekenbeten en genoemde klachten wordt
omgegaan. Het onderzoek is gefinancierd door het Fonds Colland Arbeidsmarktbeleid.
De arbocoördinatoren van terreinbeherende organisaties als Staatsbosbeheer en Natuurmonumenten,
maar ook organisaties als de Provinciale Landschappen en de Landschapsbeheersorganisaties zijn
benaderd over de inhoud en de werkwijze van het onderzoek en de bijbehorende vragenlijst. Ook via
de website van het Bosschap werden bedrijven uitgenodigd om aan dit voor de sector belangrijke
onderzoek mee te werken.
De meeste organisaties hebben voor, tijdens of na de landelijke Week van de teek intern extra
aandacht besteed aan het gekozen thema van 2009 ‘Tekenbeten, een risico op het werk’. Er is
voorlichting gegeven en de vragenlijsten zijn aan de buitendienstmedewerkers uitgedeeld. Het
Bosschap en Stigas hebben samen voor de verzending en verwerking van de vragenformulieren
gezorgd.
2.2
Verslag
Deze rapportage vormt het verslag van het onderzoek. In hoofdstuk 3 worden de uitkomsten van het
onderzoek besproken. Paragraaf 3.1 geeft een overzicht van de respons. In paragraaf 3.2 wordt
ingegaan op de aard van de werkzaamheden van de respondenten. In paragraaf 3.3 worden de
preventiemaatregelen uitgebreid behandeld. Paragraaf 3.4 gaat in op tekenbeten, werklocaties waar
ze vaak worden opgelopen en plekken op het lichaam waar teken zich vaak vastzetten. In paragraaf
3.5 wordt ingegaan op de ziekte van Lyme, de klachten en de behandeling. Hoofdstuk 4 ten slotte
bevat de conclusies en aanbevelingen. Achterin het rapport zijn als bijlagen de vragenlijst opgenomen
(bijlage I), de rechte tellingen van de antwoorden op de vragen (bijlage II) en de antwoorden op de
open vragen (bijlage III). In bijlage IV vindt u links naar meer informatie over de tekenproblematiek.
8
3.
Resultaten
3.1
De deelnemers aan het onderzoek
Aan het onderzoek hebben in totaal 1017 werknemers van bedrijven en organisaties in de sector Bos
en Natuur meegedaan door de vragenlijst in te vullen en retour te zenden. Dat is 60% van het aantal
benaderde werknemers. Er zijn 1.700 vragenlijsten uitgezet (bron: www.Bosschap.nl).
Omdat precieze gegevens over alle werknemers in de sector Bos en Natuur, zoals aantal, leeftijd en
functies ontbreken, kan de representativiteit van de resultaten niet worden getoetst. De bespreking
van de uitkomsten betreft daarom uitsluitend de onderzochte groep respondenten.
Naast Staatsbosbeheer en Natuurmonumenten (53%), respectievelijk 371 en 190 deelnemers,
hebben meerdere kleinere organisaties als de Landschapsbeheerorganisaties en Provinciale
Landschappen in dit onderzoek geparticipeerd. Figuur 1 geeft daar een beeld van.
Figuur 1: De organisaties waar de respondenten werkzaam zijn
Anders
3%
Bosaannemingsbedrijf
8%
Landschapsbeheerorganisatie
13%
Staatsbosbeheer
35%
Natuurmonumenten
18%
Provinciale
Landschappen
14%
Particuliere
eigenaar
9%
De verhouding grote en kleine deelnemende organisaties is ongeveer gelijk.
9
Tabel 1 geeft een overzicht van de functies van de deelnemers aan het onderzoek. Het was in de
vragenlijst mogelijk om meerdere functies in te vullen. Van de 1017 respondenten hebben 1008 de
vraag naar hun functie ingevuld, 236 respondenten hebben meer dan een functie (23%).
Tabel 1. De functies van de respondenten
(N=1008 (meerdere antwoorden waren mogelijk)
Aantal functies
Percentage
Veldmedewerker
Boswachter
Bosarbeider
Terreinbeheerder
Opzichter
Toezichthouder
Kantoormedewerker
Landschapsbeheerder
Jager
Bosaannemer
Management
Hovenier
Beheerder landgoed
Medewerker bezoekerscentrum
Vrijwilliger
Boomverzorger
Natuurbeschermer
Uitvoerende technische functie
Onderzoeker/hydroloog/ecoloog
Boseigenaar
Medewerker groenvoorziening
Medewerker BOB
Andere functie
257
196
106
103
92
84
82
80
43
40
37
36
36
36
34
25
24
24
23
12
11
10
5
18%
14%
8%
7%
7%
6%
6%
6%
3%
3%
3%
3%
3%
3%
2%
2%
2%
2%
2%
1%
1%
1%
0%
Totaal aantal genoemde functies
1.396
100%
Vooral de veldmedewerkers (18%), boswachters (14%) en bosarbeiders (8%) zijn ruim
vertegenwoordigd. Het gemiddeld aantal dienstjaren bij het bedrijf is 16 en gemiddeld werkt men 20
jaar in de natuur. De groep werknemers die aan het onderzoek heeft meegedaan bestaat voor 88% uit
mannen (894) en voor 12% uit vrouwen (119). De leeftijd van de respondenten ligt vooral tussen de
46 en 55 jaar (38%) en 60% is ouder dan 45 jaar, zoals te zien is in figuur 2.
10
Figuur 2: Leeftijd van de respondenten
leeftijd onbekend
2%
56 jaar en ouder
22%
t/m 25 jaar
5%
26-35 jaar
12%
36-45 jaar
21%
46-55 jaar
38%
3.1.1 Tekenbeten en de ziekte van Lyme
Wie in het groen werkt, loopt kans op tekenbeten en ook op de ziekte van Lyme. Voorlichting over de
risico’s en het nemen van preventieve maatregelen (bijvoorbeeld ten aanzien van kleding) kunnen
helpen om tekenbeten te voorkomen. Maar als een teek zich toch in de huid heeft vastgezet is het van
het grootste belang deze tijdig en zorgvuldig te verwijderen om te voorkomen dat een besmetting met
de ziekte van Lyme kan ontstaan. In dit onderzoek wordt ingegaan op de factoren die kunnen
samenhangen met het oplopen van tekenbeten, zoals de aard van de werkzaamheden, de
werklocatie, het gedrag in de natuur, kleding, (kennis van) preventieve maatregelen en middelen op
het werk en kennis van het verwijderen van teken en preventie van de ziekte van Lyme.
Van de 1017 werknemers uit de Bos- en Natuursector die aan dit onderzoek hebben meegedaan
hebben 827 (81%) aangegeven ooit een of meer tekenbeten te hebben opgelopen tijdens het werk.
78% heeft ook in het huidige werk last van tekenbeten.
De frequentie waarmee de werknemers in het tekenseizoen tekenbeten oplopen tijdens hun huidige
werk varieert van dagelijks/wekelijks 11% (107 respondenten), maandelijks 14% (142 respondenten),
soms 54% (550 respondenten) tot nooit 20% (204 respondenten). 1% heeft deze vraag niet ingevuld
(14 respondenten). Dat de frequentie van het oplopen van tekenbeten samenhangt met de kans op de
ziekte van Lyme is te zien in figuur 3.
11
Figuur 3: Van het aantal mensen dat een tekenbeet oploopt: de relatie tussen de frequentie van
tekenbeten en het percentage mensen behandeld voor Lyme
60%
57%
45%
50%
36%
40%
Behandeld voor Lyme
31%
25%
30%
Meerdere keren behandeld voor
Lyme
19%
20%
12%
8%
10%
m
et
te
ke
nb
et
en
Al
le
re
sp
on
de
nt
en
so
m
s
te
ke
nb
et
en
te
ke
nb
et
en
s
m
aa
nd
el
i jk
da
ge
lij k
s/
w
ek
el
ij k
s
te
ke
nb
et
en
0%
Van de respondenten die dagelijks of wekelijks tekenbeten oplopen tijdens hun werk heeft meer dan
de helft wel eens een behandeling voor de ziekte van Lyme ondergaan, een kwart heeft dat zelfs
meerdere keren gehad. Voor alle respondenten met tekenbeten (helemaal rechts in figuur 3) geldt dat
meer dan een derde wel eens is behandeld voor de ziekte van Lyme.
3.1.2 Functie en risico voor het oplopen van tekenbeten
Hoe vaker je in het groen werkzaam bent, hoe meer kans je loopt op een tekenbeet. Om te bepalen
welke functies de grootste risico’s voor het oplopen van tekenbeten hebben, is gekeken naar de
frequentie waarmee de werknemers tekenbeten oplopen (vraag 33 van de enquête, zie bijlage I).
De functies met het grootste risico voor het oplopen van tekenbeten en mogelijk de ziekte van Lyme
zijn die functies waarvan de bekleders in de enquête aangeven dagelijks of wekelijks tekenbeten te
hebben. Dit geldt voor 17 van de 23 functies in meer of mindere mate. Gemiddeld geldt voor alle
functiebekleders samen dat 11% dagelijks/wekelijks last heeft van tekenbeten tijdens het werk. De
functies die 11% of een hoger percentage dagelijkse/wekelijkse tekenbeten hebben, zijn ingedeeld in
de groep functies met meer dan gemiddeld risico. Tabel 2 geeft hier een overzicht van.
Tabel 2. Functies en frequentie van tekenbeten tijdens het werk
Functies in volgorde van risico
op tekenbeten
Aantal
deelnemers
met deze
functie
Percentage
functies met
dagelijks tot
wekelijks
tekenbeten
Percentage
functies met
maandelijks
tekenbeten
Percentage
functies met
soms
tekenbeten
Percentage
functies met
nooit
tekenbeten
84
36
43
92
40
106
196
24
23
23%
22%
21%
16%
15%
14%
14%
13%
13%
15%
17%
26%
16%
15%
23%
19%
17%
30%
46%
44%
49%
54%
48%
52%
58%
58%
52%
14%
14%
5%
12%
23%
10%
9%
13%
4%
Meer dan gemiddeld risico
Toezichthouder
Beheerder landgoed
Jager
Opzichter
Bosaannemer
Bosarbeider
Boswachter
Natuurbeschermer
Onderzoeker/hydroloog/ecoloog
12
Veldmedewerker
Terreinbeheerder
257
103
12%
11%
12%
15%
56%
55%
19%
15%
80
34
36
25
36
82
12
10
11
24
37
5
9%
9%
6%
4%
3%
1%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
15%
6%
22%
16%
3%
9%
8%
10%
18%
13%
27%
0%
50%
47%
50%
56%
42%
44%
67%
80%
55%
63%
57%
80%
25%
29%
22%
24%
50%
46%
17%
10%
27%
21%
16%
20%
Totaal aantal
1.396
11%
14%
54%
(Voor 1% van de functies ontbreekt het antwoord op de vraag naar frequentie van tekenbeten.)
20%
Minder dan gemiddeld risico
Landschapsbeheerder
Vrijwilliger
Hovenier
Boomverzorger
Medewerker bezoekerscentrum
Kantoormedewerker
Boseigenaar
Medewerker BOB
Medewerker groenvoorziening
Uitvoerende technische functie
Management
Andere functie
Voor de functiegroepen geldt: hoe meer de respondenten in het groen werkzaam zijn en ook hoe
vaker contact met (levende en vooral ook zieke en dode) dieren hoe groter de kans op teken en
tekenbeten. Ook de aard van de werkzaamheden die de respondenten uitvoeren, kan samenhangen
met de kans op een tekenbeet. Hoofdstuk 3.2 gaat hierop in. De toezichthouder, beheerder en jager
hebben de grootste kans op een tekenbeet en dus op de ziekte van Lyme.
3.2
Aard van de werkzaamheden
Bij de aard van de werkzaamheden is vooral gelet op de taken, activiteiten en handelingen die een
risico kunnen vormen op tekenbeten. In de vragenlijst konden de respondenten aangeven welke
werkzaamheden zij uitvoeren. Bijlage II geeft een overzicht van de antwoorden op deze vragen. In dit
hoofdstuk is gekeken naar het percentage respondenten dat ‘bijna altijd’ of ‘vaak’ de genoemde
werkzaamheid uitvoert. In tabel 3 wordt per werkzaamheid aangegeven hoe vaak daarbij tekenbeten
worden opgelopen.
Tabel 3. Werkzaamheden en frequentie van tekenbeten tijdens het werk
Werkzaamheden
(bijna altijd/vaak)
Werkzaamheden in heidevelden
(N=105)
Takken versnipperen, rasteren
e.d. (N=240)
Werkzaamheden in
duingebieden (N=54)
Uitvoerend werk aan bomen
(snoeien e.d.) (N=236)
Inventarisatie- en
controlewerkzaamheden
(N=417)
Voorlichting/excursies (N=160)
Onderhoudswerkzaamheden
(N=259)
Gemiddeld (N=1.017)
Dagelijks/wekelijks
tekenbeten
22%
Maandelijks
tekenbeten
18%
Soms
tekenbeten
52%
Nooit
tekenbeten
8%
Totaal
15%
13%
56%
15%
100%
13%
22%
52%
13%
100%
11%
14%
56%
19%
100%
11%
18%
60%
11%
100%
11%
10%
14%
12%
61%
56%
14%
22%
100%
100%
11%
14%
54%
20%
100%
100%
(14 respondenten hebben de vraag naar de frequentie van tekenbeten niet ingevuld, 1%)
Het grootste risico voor het oplopen van tekenbeten hebben werkzaamheden in heidevelden, het
versnipperen van takken en rasteren. Respectievelijk 22% en 15% van de respondenten die dit soort
werkzaamheden vaak doen, hebben dagelijks tot wekelijks last van tekenbeten. Het hoogste
13
percentage werknemers met tekenbeten komt voor bij het werk in heidevelden (92% van deze
werknemers heeft ooit een tekenbeet gehad tijdens het werk), het laagste bij
onderhoudswerkzaamheden (78%).
Naast deze werkzaamheden zijn er nog een aantal andere werkaspecten waarover vragen zijn
gesteld in het onderzoek. In tabel 4 wordt per werkaspect gepresenteerd hoe vaak degenen die dit
werkaspect bijna altijd of vaak uitvoeren tekenbeten oplopen tijdens het werk.
Tabel 4. Werkaspecten en frequentie van tekenbeten tijdens het werk
Werkaspecten
(bijna altijd/vaak)
Contact met dieren tijdens het
werk (N=163)
Op het gras zitten voor
werkzaamheden of tijdens lunch
Loopt tussen dichte bomen of
struikgewas door
Sanitaire stop in de natuur
Gemiddeld (N=1.017)
Dagelijks/wekelijks
tekenbeten
17%
Maandelijks
tekenbeten
16%
Soms
tekenbeten
54%
Nooit
tekenbeten
13%
Totaal
15%
15%
53%
16%
100%
14%
17%
56%
12%
100%
13%
11%
14%
14%
57%
54%
16%
20%
100%
100%
100%
(14 respondenten hebben de vraag naar de frequentie van tekenbeten niet ingevuld, 1%)
Vooral het werken met dieren verhoogt de kans op het dagelijks of wekelijks oplopen van tekenbeten
(17% van de respondenten die aangeven dit ‘bijna altijd’ of ‘vaak’ te doen, hebben dagelijks of
wekelijks last van tekenbeten). Maar ook op het gras gaan zitten om te lunchen verhoogt de kans.
Het contact met dieren betreft de werkzaamheden genoemd in tabel 5.
Contact met de kudde schapen; werken aan afrastering in hoog gras; op de grond zittend lunchen.
Tabel 5. Werkzaamheden met dieren en frequentie van tekenbeten tijdens het werk
Werkaspecten met dieren
(bijna altijd/vaak)
Verwijderen van aangereden
en/of geschoten wild (N=53)
Verzorgen dieren in
gevangenschap (N=43)
Paardrijden, werk met
paarden (N=21)
Verzorgen vee/grote grazers
(N=84
Werk met schapen/kudde
(N=47)
Verwijderen kleine kadavers
Dagelijks/wekelijks
tekenbeten
Maandelijks
tekenbeten
Soms
tekenbeten
Nooit
tekenbeten
Totaal
23%
19%
51%
8%
100%
19%
12%
51%
19%
100%
14%
10%
57%
19%
100%
14%
15%
54%
17%
100%
13%
7%
19%
16%
55%
60%
13%
16%
100%
100%
14
(N=43)
Vangen konijnen, muizen,
e.d. (N=27)
Gemiddeld (N=1.017)
7%
11%
7%
14%
56%
54%
30%
20%
100%
100%
(14 respondenten hebben de vraag naar de frequentie van tekenbeten niet ingevuld, 1%)
Het verwijderen van aangereden of geschoten wild levert bij de onderzochte groep respondenten de
grootste kans op het oplopen van tekenbeten op (23% van de respondenten die aangeven dit bijna
altijd of vaak te doen, hebben dagelijks of wekelijks last van tekenbeten). Ook het verzorgen van
dieren in gevangenschap levert een verhoogde kans op.
Risico lopen op tekenbeten tijdens het werk maakt het noodzakelijk om werknemers goed te
informeren over maatregelen die tekenbeten kunnen voorkomen of die kunnen voorkomen dat een
tekenbeet de ziekte van Lyme als gevolg krijgt. In hoofdstuk 3.3 wordt nader ingegaan op de
preventieve maatregelen die bedrijven en werknemers kunnen treffen en op de mate waarin de
werknemers van deze maatregelen op de hoogte zijn.
3.3
Preventieve maatregelen
Het is belangrijk om te weten in hoeverre werknemers op de hoogte zijn van de preventieve
maatregelen en of ze zich er ook naar gedragen. Dus of ze voldoende bewust zijn van de risico’s en
dit ook in het gedrag op en buiten het werk laten zien.
De preventie is op meerdere momenten mogelijk:
- Zorg dat je niet in aanraking komt met teken.
- Zorg dat de teek geen kans krijgt om zich vast te zetten.
- Zorg dat er geen kans is op overdracht van de bacterie (op tijd en op de juiste wijze verwijderen).
In het algemeen is aan de respondenten gevraagd of er afspraken zijn over preventiemaatregelen op
het werk ten aanzien van teken en tekenbeten. In totaal antwoordt hierop 48% van de 1.017
respondenten bevestigend. Per soort organisatie verschilt dit nogal. Figuur 4 geeft hier een beeld van.
to
ta
al
r
be
he
e
at
sb
os
St
a
ch
ap
pe
n
La
nd
s
ei
ge
na
ar
Pr
ov
in
ci
al
e
cu
l ie
re
Pa
rti
N
at
uu
rm
on
um
en
te
n
100%
90%
80%
70%
60%
50%
40%
30%
20%
10%
0%
Bo
sa
an
ne
m
in
gs
La
be
nd
dr
sc
ij f
ha
ps
be
he
er
or
ga
ni
...
Percentage afspraken
preventiemaatregelen op het werk
Figuur 4: Afspraken preventiemaatregelen op het werk per soort organisatie
Organisaties
Van de respondenten werkzaam bij Natuurmonumenten en Staatsbosbeheer bevestigt ruim 60% dat
er op het werk afspraken zijn over preventiemaatregelen ten aanzien van teken en tekenbeten. De
particuliere eigenaren scoren het minst op deze vraag.
15
3.3.1 Zorg dat je niet in aanraking komt met teken en dat teken zich niet kunnen
vastzetten in de huid
Preventieve maatregelen ter voorkoming van contact met teken zijn:
- rekening houden met tekenperiodes in de planning van de werkzaamheden
- het dragen van beschermende kleding tijdens het werk
- waarschuwen voor en signaleren van teken en tekenbeten op de werklocatie
Wanneer in de planning van het werk rekening wordt gehouden met periodes waarin teken veel
voorkomen, kan het contact met teken tot een minimum worden beperkt. Aan de respondenten is
gevraagd in welke maanden teken in hun bevinding het meest voorkomen en of in de planning van
hun werk rekening wordt gehouden met deze periodes.
ju
ni
m
ei
ap
ri l
j
au uli
gu
st
us
se
pt
em
be
r
ok
to
no ber
ve
m
de ber
ce
m
be
r
fe
b
ja
nu
ru
ar
i
m
aa
rt
100%
90%
80%
70%
60%
50%
40%
30%
20%
10%
0%
ar
i
percentage respondenten
Figuur 5: Maanden waarin teken het meest voorkomen volgens de deelnemers van dit onderzoek
Tekenmaanden
De teken komen volgens de deelnemers aan het onderzoek gedurende het hele jaar voor, zij het in de
wintermaanden (november tot en met februari) veel minder. Hiermee wordt nauwelijks rekening
gehouden met de planning van de werkzaamheden. Slechts 7% antwoordt hierop bevestigend.
In de enquête is gevraagd wat de respondenten dragen als ze aan het werk zijn. In figuur 6 staan
verschillende varianten van kleding op een rij met daarbij het percentage respondenten dat aangeeft
hier bijna altijd of vaak gebruik van te maken.
16
100%
90%
80%
70%
60%
50%
40%
30%
20%
10%
0%
Pe
t je
le
di
ng
So
,g
kk
la
en
d.
.
ov
er
de
In
br
sm
oe
In
er
k
sm
en
er
bl
en
ot
e
br
hu
oe
id
k/
s
G
ok
eï
ke
m
n/
pr
...
eg
ne
er
de
br
oe
k
kl
eu
rk
Li
ch
te
m
ou
w
en
br
oe
k
om
la
ag
Bijna altijd/vaak
La
ng
e
La
ng
e
Percentage respondenten
Figuur 6: Kleding tijdens het werk
Kleding tijdens het werk
Over de kleding tijdens het werk is duidelijk dat er bijna altijd (98%) een lange broek wordt gedragen.
Daarnaast draagt meer dan de helft van de respondenten een shirt of hemd met lange mouwen
omlaag tijdens het werk. Een kwart draagt ter bescherming bovendien een petje. Ook licht gekleurde
kleding van gladde stof wordt door bijna een kwart van de respondenten gedragen tijdens het werk.
Verdere specifieke preventieve maatregelen worden in mindere mate getroffen, zoals het dragen van
de sokken over de broek (11%), het insmeren van de huid (6%) en sokken/schoenen (3%) en het
dragen van een geïmpregneerde broek (1%).
Naast werkkleding kunnen er nog meer maatregelen worden getroffen tegen teken, zoals het
afborstelen van de kleding alvorens in de auto te stappen en het zich verkleden direct na het werk in
het groen. Dit wordt door respectievelijk 11% en 36% van de respondenten gedaan. Verder wordt van
94% van de respondenten de werkkleding thuis gewassen.
sokken over de broek
kleding roller
Meerdere antwoorden op de vraag naar kleding tijdens het werk waren mogelijk en de respondenten
gebruiken ter bescherming vaak meerdere soorten kleding gelijktijdig, zoals een lange broek, lange
mouwen en een petje. De respondenten noemden in totaal 50 kledingcombinaties. De 7 meest
voorkomende combinaties (genoemd door 80% van de respondenten) zijn in tabel 6 op een rij gezet.
17
Tabel 6. Meest gedragen kledingcombinaties tijdens het werk
Kledingcombinaties
(bijna altijd/vaak)
Alleen een lange broek
Lange broek + mouwen omlaag
Lange broek + mouwen omlaag +
lichte gladde kleding
Lange broek + mouwen omlaag +
petje
Lange broek + petje
Lange broek + lichte gladde
kleding
Lange broek + mouwen omlaag +
petje + lichte gladde kleding
Overige combinaties
Totaal
Aantal
respondenten
258
238
94
Percentage
respondenten
25%
23%
9%
90
9%
62
40
6%
4%
36
4%
199
1.017
20%
100%
De meest genoemde kleding die tijdens het werk gedragen wordt, is uitsluitend een lange broek (258
respondenten), gevolgd door de combinatie van een lange broek met daarnaast de mouwen van het
shirt of hemd omlaag (238 respondenten). In tabel 7 wordt per genoemde kledingcombinatie
aangegeven hoe vaak de respondenten hinder hebben van tekenbeten tijdens het werk.
Tabel 7. Kledingcombinaties tijdens het werk en frequentie tekenbeten
Kledingcombinaties
(bijna altijd/vaak)
Alleen een lange broek (258)
Lange broek + mouwen
omlaag (238)
Lange broek + mouwen
omlaag + lichte gladde
kleding (94)
Lange broek + mouwen
omlaag + petje (90)
Lange broek + petje (62)
Lange broek + lichte gladde
kleding (40)
Lange broek + mouwen
omlaag + petje + lichte
gladde kleding (36)
Overige combinaties (199)
Totaal (1.017 resp.)
Dagelijks
tekenbeten
1%
Wekelijks
tekenbeten
10%
Maandelijks
tekenbeten
15%
Soms
tekenbeten
53%
Nooit
tekenbeten
19%
3%
8%
16%
51%
21%
3%
11%
12%
56%
18%
0%
0%
7%
8%
9%
19%
66%
53%
19%
19%
0%
5%
10%
58%
25%
0%
1%
2%
11%
11%
9%
6%
15%
14%
47%
53%
54%
33%
19%
20%
(14 respondenten hebben de vraag naar de frequentie van tekenbeten niet ingevuld, 1%)
Over de effectiviteit van diverse kledingcombinaties kan op basis van dit onderzoek geen uitspraak
worden gedaan. Daarvoor is nader onderzoek noodzakelijk. Wel is het zo dat respondenten
verschillende voorkeuren hebben voor kledingcombinaties. Dat blijkt uit de antwoorden op vraag 54
(zie bijlage III), waarin tips werden gevraagd. Daar waar de ene respondent aangeeft: ‘Donkere
kleding dragen, de huid zoveel mogelijk bedekken’, zegt een ander: ’Het maakt niet uit welke kleding
je draagt, het voordeel van weinig kleding is dat je alle kriebels voelt’, of: ‘Een witte broek is heel
handig om teken te zien.’
Ter voorkoming van teekcontact is het verder van belang om andere collega’s te waarschuwen voor
teken en tekenbeten op de werklocatie en het te melden als teken worden gesignaleerd. Hiervoor is
het van belang dat er een meldings- en registratieprotocol op het werk aanwezig is. En dat tekenbeten
ook daadwerkelijk worden gemeld. Tabel 8 geeft daar inzicht in.
18
Landschapsbeheerorgani
satie
N-132
Natuurmonumenten
N=190
Particuliere eigenaar
N=88
Provinciale
Landschappen
N=140
Staatsbosbeheer
N=371
Totaal
N=1017
Registratieformulier
voor tekenbeten
Speciaal protocol voor
teken en Lyme
Meldt tekenbeten
Bosaannemingsbedrijf
N=79
Tabel 8: Meld- en registratieprotocol teken en tekenbeten bij organisaties (percentage “ja”)
19%
15%
38%
10%
16%
43%
30%
19%
23%
55%
8%
19%
50%
37%
34%
40%
37%
17%
38%
47%
41%
Bijna 40% van de respondenten bevestigt dat er een speciaal protocol voor teken op het werk
aanwezig is. Bij Natuurmonumenten (55%) en Staatsbosbeheer (50%) zijn de percentages positieve
antwoorden het hoogst. Bij particuliere eigenaren komt dit het minst voor (8%). Bijna een derde van de
respondenten geeft aan dat er een registratieformulier voor tekenbeten op het werk aanwezig is. Ook
hierin scoren Staatsbosbeheer (43%) en Natuurmonumenten (38%) het hoogst. Het daadwerkelijk
melden van tekenbeten gebeurt het meest bij Staatsbosbeheer (47%), gevolgd door de
Landschapsbeheerorganisaties (40%).
3.3.2 Zorg dat er bij een tekenbeet geen kans is op overdracht van de bacterie (op
tijd en op de juiste wijze verwijderen)
Heeft men ondanks de nodige voorzorgsmaatregelen toch een teek in de huid opgelopen, dan zijn
een aantal zaken van belang om een infectie met de ziekte van Lyme te voorkomen:
- de teek niet voorbehandelen (verdoven of op enige manier prikkelen)
- de teek op de juiste wijze verwijderen
- de teek zo snel mogelijk (in ieder geval binnen 20 uur) verwijderen
- de tekenbeet op het lichaam registreren en in de gaten houden
Om een teek tijdig te kunnen verwijderen, is het van belang dat de teek in de huid snel wordt
opgemerkt. Daarom is controle na het werk van groot belang.
Landschapsbeheerorgani
satie
N-132
Natuurmonumenten
N=190
Particuliere eigenaar
N=88
Provinciale
Landschappen
N=140
Staatsbosbeheer
N=371
Totaal
N=1017
Bijna altijd/vaak
Soms
Nooit
Totaal
Bosaannemingsbedrijf
N=79
Tabel 9: Controle na groenwerk op tekenbeten, uitgesplitst naar organisatie
57%
34%
19%
100%
59%
27%
12%
100%
65%
26%
8%
100%
60%
31%
6%
100%
45%
42%
11%
100%
48%
39%
12%
100%
53%
34%
11%
100%
(15 respondenten hebben de vraag naar de controle na groenwerk niet ingevuld, 2%)
19
Meer dan de helft van de respondenten controleert zichzelf vaak op tekenbeten na het werk in het
groen. Bij Natuurmonumenten doet 65% van de respondenten dat. Toch is er ook een groep
respondenten (11%) die zichzelf nooit op teken controleert na het werken in het groen. Het is
belangrijk deze groep te motiveren dit toch te gaan doen.
volgezogen nimf, vastzittend in de huid
Heeft een teek zich in de huid vastgezet, dan moet men daar voorzichtig mee omgaan. Aan de
respondenten is gevraagd of zij op de hoogte zijn van het feit dat een teek in de huid nooit
voorbehandeld mag worden met alcohol of mag worden bevroren.
100%
90%
80%
70%
60%
50%
40%
30%
20%
10%
0%
ja
nee
to
ta
al
Bo
sa
an
La
ne
nd
m
sc
in
ha
gs
ps
be
be
dr
he
ij f
er
or
ga
ni
sa
N
at
tie
uu
rm
on
um
Pa
en
rti
te
cu
n
l
i
e
Pr
re
ov
ei
in
ge
ci
na
al
e
ar
La
nd
sc
ha
pp
St
en
aa
ts
bo
sb
eh
ee
r
Percentage respondenten
Figuur 7: Kennis van voorbehandeling teek, uitgesplitst naar organisatie
Het grootste deel van de respondenten is op de hoogte hoe om te gaan met een teek die zich heeft
vastgebeten in de huid. Dit geldt met name voor de werknemers van Natuurmonumenten en
Staatsbosbeheer. Veel respondenten hebben ervaring met het verwijderen van teken, tabel 10 geeft
hier inzicht in. Een belangrijk hulpmiddel daarbij is de tekenverwijderaar. In tabel 10 wordt per soort
organisatie aangegeven hoeveel procent van de respondenten op de hoogte is van het hebben van
een tekenverwijderaar op het werk.
20
verwijder de teek snel met een goede tekenpincet en noteer de datum
beeld RIVM
Bij zichzelf teken
verwijderd
Bij een ander teken
verwijderd
Door een ander teken
laten verwijderen
Tekenverwijderaar op
werk beschikbaar
Totaal
N=1017
Staatsbosbeheer
N=371
Provinciale
Landschappen
N=140
Particuliere eigenaar
N=88
Natuurmonumenten
N=190
Landschapsbeheerorgani
satie
N-132
Bosaannemingsbedrijf
N=79
Tabel 10: Ervaring met verwijderen van teken, tekenverwijderaar op het werk (percentage “ja”)
75%
77%
86%
97%
79%
86%
83%
48%
60%
72%
73%
64%
72%
67%
52%
55%
65%
60%
58%
61%
59%
73%
85%
79%
65%
75%
76%
67%
In totaal geeft 67% van de respondenten aan dat er een tekenverwijderaar op het werk is.
Daartegenover staat dat 23% dit ontkent of hiervan niet op de hoogte is. Bij de
Landschapsbeheerorganisaties antwoorden de meeste respondenten bevestigend op de vraag over
de tekenverwijderaar (85%). Het laagst scoren de particuliere eigenaren. Aanbevolen wordt dat er
altijd tekenverwijderaars beschikbaar zijn op de werkplek en dat de medewerkers hiervan op de
hoogte zijn.
Het verwijderen van teken gebeurt het meest met een speciale tekenverwijderaar, maar ook het met
de hand verwijderen komt regelmatig voor. Tabel 11 geeft hiervan een overzicht.
Met de hand
Met een gewone
pincet
Met een speciale
tekenverwijderaar
Totaal
N=905
Staatsbosbeheer
N=338
Provinciale
Landschappen
N=123
Particuliere eigenaar
N=86
Natuurmonumenten
N=174
Landschapsbeheerorgani
satie
N-113
Bosaannemingsbedrijf
N=65
Tabel 11: Wijze van verwijderen van teken uit de huid (percentage bijna altijd/vaak)
25%
24%
33%
34%
20%
29%
28%
11%
18%
19%
21%
20%
20%
19%
63%
55%
57%
53%
58%
52%
55%
21
Leg de tekenverwijderaar in de keukenla, de EHBO doos, in de auto of bijvoorbeeld in je portemonnee, in je
broekzak of aan je sleutelbos. Geef het een vaste en logische plek.
Het tijdig verwijderen van een teek is van groot belang. Aan de respondenten die zelf tekenbeten
hebben opgelopen tijdens hun werk (827 respondenten) is gevraagd of zij teken binnen 20 uur
verwijderen, of zij de wond na het verwijderen desinfecteren en of zij de tekenbeten registreren.
Teek verwijderen
binnen 20 uur
Wond desinfecteren
met alcohol of jodium
Tekenbeet registreren
in agenda met datum
en plaats op lichaam
Totaal
N=827
Staatsbosbeheer
N=313
Provinciale
Landschappen
N=116
Particuliere eigenaar
N=84
Natuurmonumenten
N=159
Landschapsbeheerorgani
satie
N-93
Bosaannemingsbedrijf
N=60
Tabel 12: Tijdigheid verwijderen, wondbehandeling en registratie (percentage bijna altijd/vaak)
98%
91%
92%
90%
95%
89%
91%
42%
35%
25%
31%
43%
34%
34%
38%
44%
44%
29%
49%
58%
48%
Zoals in de richtlijnen aangegeven, verwijderen de respondenten de teken bijna altijd of vaak binnen
20 uur (91%). Iets meer dan een derde van de respondenten desinfecteert de wond na het
verwijderen bijna altijd of vaak. Men registreert niet consequent (48% geeft aan dit bijna altijd/vaak te
doen). Het meeste gebeurt dit bij Staatsbosbeheer (58% zegt tekenbeten bijna altijd of vaak te
registreren). Op de vraag wat men met de verwijderde teek doet, antwoordt 99% dat de teek wordt
weggegooid of vernietigd. 1% bewaart de teek voor onderzoek.
3.4
Tekenbeten: werkgebied waar opgelopen en plek op het lichaam
Aan de 827 respondenten die ooit tijdens het werk een tekenbeet hebben opgelopen is gevraagd in
wat voor soort gebied ze wel eens een tekenbeet hebben opgelopen.
22
Percentage respondenten
Figuur 8: Soort gebied waar tekenbeten zijn opgelopen
100%
90%
80%
70%
60%
50%
40%
30%
20%
10%
0%
Bossen
Duinen
Heide
Moeras
Parken
Tuinen
Weiland Anders
Soort gebied opgelopen tekenbeet
Een tekenbeet wordt vooral in bossen, weiland (weide in natuurgebied) en op de heide opgelopen.
Verder komt het ook voor in moerassen, duinen, tuinen en parken. Figuur 9 geeft een overzicht waar
de respondenten de tekenbeten hebben opgelopen in Nederland.
Figuur 9: Provincies waar de tekenbeten zijn opgelopen
51 (7%)
23 (3%)
90 (13%)
62 (9%)
35 (5%)
82 (12%)
25 (4%)
34 (5%)
130 (18%)
32 (4%)
73 (10%)
75 (11%)
Verspreid over het hele land worden tekenbeten opgelopen. De meest genoemde Provincie is
Gelderland, gevolgd door Drenthe. Het minst genoemd zijn Utrecht en Zeeland (beide 4%).
23
Aan de respondenten die tekenbeten hebben opgelopen tijdens het werk is gevraagd om aan te
geven waar op hun lichaam de tekenbeten waren gelokaliseerd. Figuur 10 geeft een overzicht van de
antwoorden.
Figuur 10: Plek van tekenbeten op het lichaam
Percentage respondenten
100%
90%
80%
70%
60%
50%
40%
30%
20%
10%
O
ve
ra
l
W
ee
tn
ie
t
t
av
el
Bi
ln
aa
Li
d
es
st
re
ek
In
de
zi
j
Bi
Bo
lle
n
ve
nb
en
en
Kn
ie
ho
O
l te
nd
e
O
rb
nd
en
er
en
ri n
Vo
g/
ho
et
en
rlo
ge
ba
nd
je
G
en
ita
lie
n
O
nd
Bu
er
ik
br
oe
kr
ie
m
N
ug
R
Bo
rs
an
d
H
Ar
m
O
or
ek
/h
al
s
O
ks
el
N
H
oo
fd
0%
Plek teek op lichaam
Op het lichaam komt de tekenbeet vooral voor in de oksel/arm, op de rug, navel, lies,
boven/onderbeen en in de knieholte. Hierbij valt op dat in de liesstreek (62%) het meeste voorkomt. In
figuur 11 is aangegeven welke tekenbeetplekken op het lichaam door 20% of meer van de
respondenten zijn genoemd.
Figuur 11:
Locaties tekenbeten op het lichaam, door 20% of meer van de respondenten
genoemd
20%
34%
24%
43%
31%
56%
28%
62%
40%
54%
44%
voorzijde
achterzijde
Teken kunnen heel verschillende vormen en afmetingen hebben, al naar gelang het stadium van
volwassenheid. Op de vraag naar het stadium van volwassenheid van de teken die men op het
lichaam heeft gevonden werden de volgende antwoorden gegeven (figuur 12).
24
Percentage respondenten
Figuur 12: Stadium van volwassenheid van teken gevonden op het lichaam
100%
90%
80%
70%
60%
50%
40%
30%
20%
10%
0%
Larven
Nimfen
Volgezogen nimfen
Volw assen teken
Volgezogen
volw assen teken
Stadium volwassenheid van teken gevonden op lichaam
Bij de gevonden teken betreft het zowel de jongere stadia zoals larven en nimfen als de volwassen
teek, zij het dat de jongere vormen frequenter voorkomen dan de oudere. Als de teek die een beet
heeft veroorzaakt een besmette teek was, kan dit de ziekte van Lyme tot gevolg hebben. Paragraaf
3.5 gaat hierop in.
3.5
Tekenbeten: gevolgen en behandeling
Aan de respondenten die in hun werk tekenbeten hebben opgelopen is gevraagd of zij ooit een
kringvormige huidafwijking hebben opgemerkt rond de plaats van de tekenbeet. Iets meer dan een
kwart van de betreffende respondenten (28%) bevestigt dat (233 respondenten). Op de vraag of zij
ooit een foto van een teek of een rode kring op hun huid hebben gemaakt antwoordt 3% bevestigend.
De locatie waar de 233 respondenten ooit een rode kring op hun lichaam hebben gehad varieert.
Figuur 13 geeft daar een overzicht van.
25
Figuur 13: Plek van rode kringen op het lichaam
Percentage respondenten
30%
25%
20%
15%
10%
5%
R
ug
Bo
rs
t
N
av
el
Bi
ln
a
Li
ad
es
st
re
ek
In
de
zi
j
Bi
Bo
l
l
e
ve
nb n
en
Kn en
ie
h
O
nd ol te
O
e
rb
nd
en
er
en
ri n
g/
V
oe
ho
rlo
te
n
ge
ba
nd
G
j
en e
ita
l ie
n
O
nd
Bu
er
i
br
k
oe
kr
ie
m
O
ve
ra
W
l
ee
tn
ie
t
an
d
H
Ar
m
O
or
ek
/h
al
s
O
ks
el
N
H
oo
fd
0%
Plek rode kring op lichaam
De meest voorkomende lokalisaties van rode kringen op het lichaam zijn bovenbeen (25%),
onderbeen (20%), arm (20%), knieholte (19%) en liesstreek (14%). In figuur 14 zijn de locaties van
rode kringen vermeld die door 5% of meer van de respondenten zijn genoemd.
Figuur 14:
Locaties rode kringen op het lichaam, door 5% of meer van de respondenten
genoemd
12%
7%
5%
14%
25%
8%
5%
19%
20%
voorzijde
achterzijde
Erythema migrans
Aan de respondenten die tekenbeten hebben opgelopen tijdens het werk is vervolgens gevraagd of zij
ooit zijn behandeld voor de ziekte van Lyme en in welk jaartal die behandeling heeft plaatsgevonden.
Dit werd door 36% (300 van de 827 respondenten) bevestigd. 12% (96 respondenten) gaf aan
meerdere behandelingen voor de ziekte van Lyme te hebben ondergaan in de afgelopen jaren.
Figuur 15 geeft een overzicht van de Lymebehandelingen.
26
Figuur 15: Jaartal waarin men behandeld is voor Lyme, voor de eerste, tweede of derde keer
60
50
40
3e behandeling
30
2e behandeling
1e behandeling
20
10
19
80
19
85
19
86
19
88
19
89
19
90
19
91
19
92
19
93
19
94
19
95
19
96
19
97
19
98
19
99
20
00
20
01
20
02
20
03
20
04
20
05
20
06
20
07
20
08
0
Het aantal behandelingen van de ziekte van Lyme is onder de respondenten in de loop van de
afgelopen jaren aanzienlijk toegenomen. Ook worden dezelfde personen vaker voor de tweede of
derde keer behandeld.
Besmette teken kunnen overal voorkomen. Tabel 13 geeft een overzicht van de provincies waar de
meeste tekenbeten tijdens het werk zijn opgelopen volgens de respondenten, met daarachter het
percentage respondenten dat ooit voor Lyme is behandeld en het percentage respondenten met
meervoudige Lymebehandelingen.
Tabel 13: Provincie waar de meeste tekenbeten zijn opgelopen, Lymebehandelingen en meervoudige
Lymebehandelingen
Aantal respondenten
met opgelopen
tekenbeten
Groningen
Friesland
Drenthe
Overijssel
Flevoland
Gelderland
Utrecht
Noord Holland
Zuid Holland
Zeeland
Noord Brabant
Limburg
Divers
Nederland totaal
23
51
90
82
35
130
25
62
34
32
73
75
115
827
Percentage
respondenten met
Lyme behandeling
48%
43%
40%
37%
31%
45%
32%
34%
41%
34%
34%
33%
23%
36%
Percentage
respondenten met
meervoudige
Lymebehandelingen
4%
16%
13%
7%
11%
18%
12%
11%
21%
13%
11%
7%
7%
12%
Wat opvalt in tabel 13 zijn de relatief hoge percentages meervoudige Lymebehandelingen van
respondenten in Zuid Holland, Gelderland en Friesland.
Op de vraag door wie men behandeld is voor de ziekte van Lyme wordt de huisarts het vaakst
genoemd (89%), gevolgd door de specialist (15%), beide (13%) en de homeopaat/natuurarts (3%).
Bij 96% van de respondenten is antibiotica voorgeschreven.
27
De bekende rode kring (erythema migrans) is niet het enige verschijnsel van de ziekte van Lyme. Op
de vraag welke verschijnselen men had, werden de volgende antwoorden gegeven (tabel 14).
Tabel 14: Verschijnselen ziekte van Lyme genoemd door behandelde respondenten
Verschijnselen ziekte van Lyme van
respondenten die zijn behandeld voor de ziekte
van Lyme (300 respondenten).
Aantal
respondenten
Uitslag of andere huidafwijking tpv de beet
Vermoeidheid
Zwelling/pijnlijke gewrichten (knie)
Griepachtige verschijnselen
Pijnlijke aanhechting spieren/pezen
Krachtsverlies in armen of benen
Concentratieproblemen, vergeetachtigheid
Rode, paarse verkleuring van de huid
Dubbel-, tunnelzien moeite met scherp zien
Heftige pijn in arm, been en romp
Hartritmestoornissen
Blauw-rode zwelling
Huiduitslag op andere plaatsen
Flauwvallen, benauwdheid
Geïrriteerde blaas
Frequente infecties
Halfzijdige gezichtsverlamming
Anders
141
135
83
80
64
54
54
47
37
38
28
29
15
11
10
9
2
32
Percentage
respondenten
47%
46%
28%
27%
22%
18%
18%
16%
13%
13%
10%
10%
5%
4%
3%
3%
1%
11%
Het meest genoemd worden uitslag of andere huidafwijkingen (47%), vermoeidheid (46%), zwelling,
pijnlijke gewrichten (28%), griepachtige verschijnselen (27%), pijnlijke aanhechting van spieren/pezen
(22%) en krachtsverlies in armen en benen (18%).
Op de vraag of men tevreden is over de behandeling antwoordt 85% bevestigend (254 van de 300
respondenten). Naast de 42 respondenten die bij deze vraag aangeven ontevreden te zijn over de
behandeling bij hun huisarts/specialist zijn er nog 4 respondenten die dat in de open vragen aangeven
(in totaal 46 respondenten, 15% van de 300 respondenten die behandeld zijn voor Lyme). Dat
betekent dat bijna 1 op de 7 behandelde respondenten niet tevreden is over de behandeling.
Daarnaast geven 7 respondenten in de open vragen aan ontevreden te zijn over de bloedtest,
voornamelijk omdat het weinig heeft opgeleverd. Nog geen kwart van de respondenten heeft tijdens
de behandeling voor de ziekte van Lyme contact gehad met de bedrijfsarts.
Van de 827 respondenten die tekenbeten hebben opgelopen tijdens het werk zegt 8% de afgelopen
periode na het oplopen ervan problemen gehad te hebben met functioneren op het werk. Eveneens
8% heeft zich de afgelopen periode na het oplopen van een tekenbeet ziek gemeld.
Van de respondenten geeft 13% (108) op het moment van de enquête aan nog klachten te hebben na
het oplopen van een tekenbeet. De volgende klachten worden genoemd (tabel 15).
28
Tabel 15: Klachten op het moment van de enquête, na het oplopen van een tekenbeet
Klachten op het moment van de enquête, na het
oplopen van een tekenbeet
Vermoeidheid
Zwelling/pijnlijke gewrichten (knie)
Griepachtige verschijnselen
Pijnlijke aanhechting spieren/pezen
Concentratieproblemen, vergeetachtigheid
Uitslag of andere huidafwijking tpv de beet
Krachtsverlies in armen of benen
Dubbel-, tunnelzien moeite met scherp zien
Heftige pijn in arm, been en romp
Hartritmestoornissen
Huiduitslag op andere plaatsen
Blauw-rode zwelling
Rode, paarse verkleuring van de huid
Flauwvallen, benauwdheid
Geïrriteerde blaas
Frequente infecties
Halfzijdige gezichtsverlamming
Anders
Aantal
respondenten met
klachten op
moment enquête
(N=108)
58
48
37
36
33
30
28
26
22
18
9
9
9
8
7
3
0
15
Percentage
respondenten met
klachten op
moment enquête
54%
44%
34%
33%
31%
28%
26%
24%
20%
17%
8%
8%
8%
7%
6%
3%
0%
15%
Het meest genoemd worden vermoeidheidsklachten (54%), zwelling, pijnlijke gewrichten (44%),
griepachtige verschijnselen (34%, pijnlijke aanhechting spieren/pezen (33%) en
concentratieproblemen/vergeetachtigheid (31%).
Van de 300 respondenten, die behandeld zijn geweest voor de ziekte van Lyme, heeft ongeveer 20%
problemen gehad met het functioneren en zich nog ziek gemeld. 35% geeft aan nu nog een of
meerdere klachten te hebben.
Vervolgens zijn er in de enquête enkele open vragen gesteld, die zeer bruikbare informatie hebben
opgeleverd. De voornaamste bevindingen zijn hieronder samengevat.
Vraag 53: Heeft u nog iets anders op te merken over eventuele klachten in de afgelopen
periode, na het oplopen van een tekenbeet?
Uit de reacties blijkt dat het lastig is een goede diagnose te stellen en dat er onduidelijkheid bestaat
over de betekenis van het bloedonderzoek daarbij. Ook na een behandeling met antibiotica blijven er
klachten, waarbij de vraag is of dit de ziekte van Lyme is of niet. Verder voelt men geen erkenning van
de klachten door de huisarts.
Vraag 54: Heeft u nog tips voor collega’s ter voorkoming van teken op uw huid, over het
dragen van kleding, speciale voedingsmiddelen of tekenverwijderaars?
Deze vraag leverde veel informatie op. Onder andere tips die gegeven werden aan collega’s over
onder andere eigen gedrag, preventieve maatregelen te nemen door kleding en geur,
tekenverwijderaars en behandeling.


Het belangrijkste is de controle. Elke dag attent/alert blijven! Let vooral op een jeukende plek, het
kan al een aanwijzing zijn voor een tekenbeet.
Zorg dat je in goede conditie bent en voorkom zo veel mogelijk dat je in gebieden met teken (met
reeën) komt.
29




Het kledingsadvies is: zo veel mogelijk bedekkend en sluitend (pet met flap, laarzen, sokken over
broek, gamachen etc.), elke dag uitkloppen en wassen, behandelen met tekenspray.
Preventieve maatregel in de vorm van lichaamsgeur door voeding of insmeren lijken in de praktijk
te werken. Genoemd wordt vooral het eten van knoflook. Verder: ui, biergist, karnemelk, yoghurt,
geitenmelk, augurken. Het insmeren met neutraal ruikende deodorant, care plus met deet,
zonnebrandcrème Vision, teatree-olie geeft goede ervaringen van minder teken(beten).
Voorkom zweten en een slechte adem.
De tekenverwijderaars worden zeer verschillend beoordeeld. Het lijkt erg persoonlijk, afhankelijk
van de handigheid ermee. Onderzoek naar de kwaliteit ervan zal eerder een aantal
tekenverwijderaars kunnen uitsluiten, dan een aanbeveling kunnen doen van de beste. Er zijn
goede ervaringen met de tekentang (Saag), de tekenlepel, het plastic kaartje, maar ook met
handen zonder verder hulpmiddel.
30
4
4.1
Conclusie en aanbevelingen
Algemeen
Er is een goede respons geweest op de uitgezette enquêtes; meer dan 1000 zijn er ingevuld
ontvangen (60%) en daarmee is er door de deelnemende bedrijven op een participatieve wijze weer
aandacht geweest voor de risico’s op de ziekte van Lyme. Vanuit goed werkgeverschap lijkt dit voor
deze beroepsgerelateerde ziekte een positieve stap.
Naast Staatsbosbeheer (35% van de deelnemers) en Natuurmonumenten (18% van de deelnemers)
hebben meerdere kleinere organisaties, als de landschapsbeheerorganisaties en Provinciale
Landschappen geparticipeerd in dit onderzoek. Gelet op de functies zijn vooral de veldmedewerkers
(18%), boswachters (14%) en bosarbeiders (8%) ruim vertegenwoordigd.
4.2
Werkzaamheden met tekenbeten
Het werkterrein levert bij de werknemers in de Bos- en Natuursector zeker risico’s op tekenbeten:
de helft van de werknemers loopt tijdens het werk tussen dichte bomen en struiken, doet
onderhoudswerk, inventarisatie- en controlewerk. Soms komt men hierbij in contact met dieren; dit zijn
dan vooral vee en grote grazers.
Het grootste risico voor het oplopen van tekenbeten hebben werkzaamheden in heidevelden en het
versnipperen van takken en rasteren; respectievelijk 22% en 15% van de respondenten die dit soort
werkzaamheden doen, heeft dagelijks/wekelijks last van tekenbeten. Voor de functiegroepen geldt:
hoe meer in het groen werkzaam en ook hoe vaker contact met dode of levende dieren, hoe groter de
kans op teken en tekenbeten.
Met name het verwijderen van aangereden en/of geschoten wild is risicovol. Maar ook op het gras
gaan zitten om te lunchen betekent een verhoogde kans.
4.3
Preventieve maatregelen
Van de respondenten bevestigt bijna de helft (48%) dat er op het werk afspraken zijn gemaakt over
preventiemaatregelen tegen teken en tekenbeten. Bij Natuurmonumenten en Staatsbosbeheer
bevestigt ruim 60% dat. De particuliere eigenaren scoren het minst op deze vraag. Bijna 40% van de
respondenten bevestigt dat er een speciaal protocol voor teken op het werk aanwezig is. Bij
Natuurmonumenten (55%) en Staatsbosbeheer (50%) zijn de percentages positieve antwoorden het
hoogst. Bij particuliere eigenaren komt dit het minst voor (8%). Bijna een derde van de respondenten
geeft aan dat er een registratieformulier voor tekenbeten op het werk aanwezig is. Ook hierin scoren
Staatsbosbeheer (43%) en Natuurmonumenten (38%) het hoogst. Het daadwerkelijk melden van
tekenbeten gebeurt het meest bij Staatsbosbeheer (47%), gevolgd door de
Landschapsbeheerorganisaties (40%).
Meer dan de helft van de respondenten controleert zichzelf op tekenbeten na het werk in het groen.
Bij Natuurmonumenten doet 65% van de respondenten dat. Toch is er ook een groep deelnemers
(11%) die zichzelf nooit op teken controleert na het werken in het groen.
In totaal bevestigt 67% van de respondenten de aanwezigheid van een tekenverwijderaar op het werk.
Daar tegenover staat dat 23% dit ontkent of hiervan niet op de hoogte is.
Het grootste deel van de respondenten is op de hoogte van de wijze van omgaan met een teek die
zich heeft vastgebeten in de huid. Dit geldt met name voor de werknemers van Natuurmonumenten en
Staatsbosbeheer. Een groot deel van de respondenten heeft wel eens een teek bij zichzelf of een
ander verwijderd en dit gebeurde het meest met een speciale tekenverwijderaar, maar ook met de
hand verwijderen komt regelmatig voor. Zoals in de richtlijnen aangeven verwijderen de respondenten
de teken binnen 20 uur (91%). Iets meer dan een derde van de respondenten desinfecteert de wond
31
na verwijderen. Men registreert niet consequent (48% geeft aan dit bijna altijd/vaak te doen). Het
meeste gebeurt dit bij Staatsbosbeheer (58% zegt tekenbeten bijna altijd of vaak te registreren).
De teken komen volgens de participanten van het onderzoek gedurende het hele jaar voor, zij het in
de wintermaanden (november tot en met februari) veel minder. Hiermee wordt echter nauwelijks
rekening gehouden met de planning van de werkzaamheden (minder dan 10%).
Over de kleding tijdens het werk is duidelijk dat bijna iedereen (98%) altijd een lange broek draagt en
dat de kleding thuis wordt gewassen (94%). Verdere specifieke maatregelen worden nauwelijks (1020%) getroffen. Den aan het insmeren/impregneren van huid en kleding, sokken over de broek dragen
en kleding met een lichte kleur en gladde stof dragen. De respondenten gebruiken ter bescherming
vaak meerdere soorten kleding gelijktijdig. De respondenten noemden in totaal 50 kledingcombinaties.
De meest genoemde kleding die tijdens het werk gedragen wordt om teken geen kans te geven is
uitsluitend een lange broek (258 respondenten), gevolgd door de combinatie van een lange broek met
daarnaast de mouwen van het shirt of hemd omlaag (238 respondenten). In dit onderzoek is het niet
mogelijk om te achterhalen welke combinatie van beschermende kleding en middelen het meest
effectief is. Nader onderzoek is nodig op dit gebied.
4.4
Tekenbeten: Werkgebied waar opgelopen en plek op het lichaam
Een tekenbeet wordt vooral in bossen, weiland en heide opgelopen. Verder komt het ook voor in
moeras, duinen, tuinen en parken. Men komt zowel de larven en nimfen tegen als de volwassen teek,
zij het dat de jongere stadia wel frequenter worden gezien.
Verspreid over het hele land worden tekenbeten opgelopen. De meest genoemde provincie is
Gelderland, gevolgd door Drenthe. Het minst genoemd zijn Utrecht en Zeeland (beide 4%).
Op het lichaam komt de tekenbeet vooral voor in de liesstreek (62%) en verder in de oksel, op de arm
rug, navel, boven/onderbeen en in de knieholte.
4.5
Tekenbeten: gevolgen en behandeling
Van de respondenten die ooit een tekenbeet heeft gehad, is 36% wel eens behandeld voor de ziekte
van Lyme. Dit gebeurde dan voornamelijk door de huisarts met een antibioticakuur. Van hen is 15% (1
op de 7) ontevreden over de behandeling.
Het aantal behandelingen van de ziekte van Lyme is onder de groep respondenten in de loop van de
afgelopen jaren aanzienlijk toegenomen. Ook worden dezelfde personen vaker voor de tweede of
derde keer behandeld.
De meest voorkomende lokalisaties van rode kringen op het lichaam zijn bovenbeen (25%),
onderbeen (20%), arm (20%), knieholte (19%),en liesstreek (14%). De bekende rode kring (erythema
migrans) is echter niet het enige verschijnsel van de ziekte van Lyme. Als ziekteverschijnselen worden
het meest genoemd: uitslag of andere huidafwijkingen (47%), vermoeidheid (46%), zwelling, pijnlijke
gewrichten (28%), griepachtige verschijnselen (27%), pijnlijke aanhechting spieren/pezen (22%) en
krachtsverlies in armen en benen (18%).
Van de 827 respondenten die tekenbeten hebben opgelopen tijdens het werk zegt 8% de afgelopen
periode na het oplopen ervan problemen gehad te hebben met functioneren op het werk. Eveneens
8% heeft zich de afgelopen periode na het oplopen van een tekenbeet ziek gemeld. 13% (108
respondenten) geeft aan op het moment van de enquête nog klachten te hebben na het oplopen van
een tekenbeet.
Van de 300 respondenten, die behandeld zijn geweest voor de ziekte van Lyme, heeft ongeveer 20%
problemen gehad met het functioneren en zich nog ziek gemeld. 35% geeft aan nu nog een of
meerdere klachten te hebben.
32
4.6
Informatie en tips uit de open vragen van collega’s
Het gedeelte van de open vragen leverde veel informatie op, zoals tips die gegeven werden aan
collega’s over onder andere eigen gedrag, preventieve maatregelen door kleding en geur,
tekenverwijderaars en behandeling.
Het belangrijkste is de controle: elke dag en attent/alert blijven! Let vooral op een jeukende plek, het
kan een aanwijzing zijn voor een tekenbeet.
Zorg dat je in goede conditie bent en voorkom zo veel mogelijk dat je in gebieden met teken komt.
Het kledingsadvies wat vaak wordt genoemd is zo veel mogelijk bedekkend en sluitend (pet met flap,
laarzen, sokken over broek, gamachen etc.), kleding elke dag uitkloppen en wassen, behandelen met
tekenspray.
Preventieve maatregelen in de vorm van de eigen lichaamsgeur door voeding of insmeren worden ook
als tip gegeven. Genoemd wordt vooral het eten van knoflook en verder ui, biergist, karnemelk,
yoghurt, geitenmelk en augurken. Het insmeren met neutraal ruikende deodorant, care plus met deet,
zonnebrandcrème Vision, teatree-olie geven goede ervaringen voor minder teken(beten).
Overmatig zweten en een slechte adem trekt teken juist aan.
De tekenverwijderaars worden zeer verschillend beoordeeld, het lijkt erg persoonlijk, afhankelijk van
de handigheid ermee. Onderzoek naar de kwaliteit ervan zal eerder een aantal tekenverwijderaars
kunnen uitsluiten, dan een aanbeveling kunnen doen van de beste. Er zijn goede ervaringen met de
tekentang (Saag), de tekenlepel, een plastic kaartje, maar ook met handen zonder verder hulpmiddel.
33
Bijlagen
I
Enquête (brief en vragenlijst)
II
Rechte tellingen
III
Tips van collega’s
IV
Meer informatie
34
Bijlage II
Rechte tellingen vragen Tekenbetenvragenlijst Bosschap 2009
1. Respons
Aantal verzonden vragenlijsten: 1.700
Aantal respondenten:
1.017 (60%).
Vraag 1:
Naam respondent
Vraag 2:
Geboortedatum
Op basis hiervan is de leeftijd van de respondenten op het moment van de enquête
berekend.
Aantal respondenten
16
46
122
218
392
223
1.017
Geboortedatum niet ingevuld
t/m 25 jaar
26-35 jaar
36-45 jaar
46-55 jaar
56 jaar en ouder
Totaal
Vraag 3:
Geslacht
Mannen:
Vrouwen:
Geslacht niet ingevuld:
Totaal
Vraag 4:
894
119
4
1.017
Bedrijf/organisatie (meerdere antwoorden mogelijk)
Ingevuld:
Niet ingevuld:
1012
5
Bosaannemingsbedrijf
Landschapsbeheerorganisatie
Natuurmonumenten
Particuliere eigenaar
Provinciale Landschapsstichting
Staatsbosbeheer
Anders
Vraag 5:
(87,9%)
(11,7%)
(0,4%)
Aantal respondenten
79
132
190
88
140
371
31
Postcode bedrijfs/werkgebied (omgerekend naar provincie)
Divers of onbekend
Groningen
Friesland
Drenthe
Overijssel
Flevoland
Gelderland
Utrecht
Noord Holland
Zuid Holland
Aantal respondenten
32
44
63
107
112
38
152
42
100
69
percentage
2%
5%
12%
21%
39%
22%
100%
Zeeland
Noord Brabant
Limburg
Totaal
45
92
121
1.017
Vraag 6:
Functie deelnemer
Ingevuld:
Niet ingevuld:
1.008
9 niet
beheerder landgoed
boomverzorger
bosaannemer
bosarbeider
boseigenaar
boswachter
hovenier
jager
kantoormedewerker
landschapsbeheerder
medewerker bezoekerscentrum
medewerker BOB
medewerker groenvoorziening
natuurbeschermer
onderzoeker/hydroloog/ecoloog
opzichter
terreinbeheerder
toezichthouder
uitvoerende technische functie
Veldmedewerker
Vrijwilliger
andere functie
Management
Totaal
Vraag 7:
Aantal respondenten
36
25
40
106
12
196
36
43
82
80
36
10
11
24
23
92
103
84
24
257
34
5
37
1.396
Hoeveel jaren bent u in dienst van uw bedrijf?
Ingevuld:
991
Niet ingevuld:
26
Gemiddeld aantal jaren in dienst bedrijf: 16 jaar
Vraag 8:
Hoeveel jaren bent u werkzaam in bos en natuur?
Ingevuld:
1001
Niet ingevuld: 16
Gemiddeld aantal jaren werkzaam in bos en natuur: 20 jaar
Vraag 9: Wat doet u meestal als u in de
natuur werkzaam bent?
Bijna
altijd
vaak
soms
nooit
Niet
ingevuld
totaal
Uitvoerend werk aan bomen (snoeien e.d.)
Takken versnipperen, rasteren e.d.
Onderhoudswerkzaamheden
Inventarisatie- en controlewerkzaamh.
Voorlichting/excursies
Werkzaamheden in heidevelden
Werkzaamheden in duingebieden
Langhout slepen met paarden
53
43
54
123
38
21
19
0
185
199
209
299
125
84
36
0
392
336
383
340
399
360
98
9
233
261
189
140
283
348
618
741
154
178
182
115
172
204
246
267
1017
1017
1017
1017
1017
1017
1017
1017
Vraag 10:
Bijna
altijd
31
Zit u wel eens op het gras voor
werkzaamheden of een lunch?
Vraag 11:
Bijna
altijd
95
Loopt u tussen dichte bomen of
struikgewas door?
Vraag 12:
Bijna
altijd
40
Heeft u contact met dieren tijdens het
werk?
vaak
soms
nooit
191
675
113
vaak
soms
nooit
512
386
16
vaak
soms
nooit
124
498
336
Niet
ingevuld
7
Niet
ingevuld
8
Niet
ingevuld
19
totaal
1017
totaal
1017
totaal
1017
Vraag 13: Als u contact met dieren heeft,
gebeurt dat dan:
Bijna
altijd
vaak
soms
nooit
Niet
ingevuld
totaal
Tijdens verwijderen aangeschoten wild
Tijdens verwijderen kleine kadavers
Tijdens vangen konijnen/muizen/ratten
Tijdens paardrijden
Tijdens verzorgen vee/grote grazers
Tijdens werken met schapen/kudde
Tijdens verzorgen dieren in gevangenschap
anders
15
17
14
5
20
15
13
15
37
25
7
16
60
31
28
31
144
284
91
45
244
149
142
51
392
271
452
481
277
379
374
39
429
420
453
470
416
443
460
881
1017
1017
1017
1017
1017
1017
1017
1017
Vraag 14:
Bijna
altijd
96
vaak
soms
nooit
totaal
337
524
55
Niet
ingevuld
5
Bijna
altijd
3
vaak
soms
nooit
23
362
601
Vraag 16
ja
nee
Wordt er met de planning van het werk
rekening gehouden met de periodes dat er
veel teken in bepaalde gebieden zijn?
68
802
Weet
niet
123
Niet
ingevuld
24
Maakt u wel eens een sanitaire stop in de
natuur?
Vraag 15
Neemt u planten, grassen mee voor
onderzoek?
Niet
ingevuld
28
Vraag 17:
In welke maanden komen teken in uw bevindingen het meeste voor?
jan
9
mrt
141
feb
24
apr
420
mei
713
juni
816
juli
851
aug
824
sept
621
okt
256
1017
totaal
1017
totaal
1017
nov
51
dec
11
Vraag 18: Als u aan het werk bent, wat
draagt u dan?
Bijna
altijd
vaak
soms
nooit
Niet
ingevuld
totaal
Lange broek
Sokken over de broek
Insmeren broek/sokken/schoenen
Insmeren blote huid
Geïmpregneerde broek
910
69
8
12
6
84
47
19
47
4
8
206
99
247
25
3
670
854
676
925
12
35
37
35
57
1017
1017
1017
1017
1017
Lange mouwen omlaag
Lichte kleur kleding, gladde stof
Afborstelen kleding voor in auto stappen
Verkleden direct na werk
Werkkleding thuis gewassen
petje
209
87
42
185
894
118
356
148
70
179
59
137
339
365
219
344
29
367
84
372
640
275
16
365
Vraag 19:
ja
nee
Zijn er op uw bedrijf afspraken over
preventiemaatregelen op het gebied van
tekenbeten?
492
309
Weet
niet
201
Niet
ingevuld
15
Vraag 20:
ja
nee
Meldt u tekenbeten aan uw
leidinggevende?
413
575
Vraag 21:
ja
nee
Is er een registratieformulier voor
tekenbeten op uw bedrijf of in uw agenda?
301
429
Vraag 22:
ja
nee
Is er op uw bedrijf een speciaal protocol
voor teken en de ziekte van Lyme?
373
315
Vraag 23:
ja
nee
Is er op uw werk altijd een
tekenverwijderaar beschikbaar?
774
129
Vraag 24:
ja
nee
Een teek mag NOOIT voorbehandeld
worden met alcohol of bevriezen. Bent u
daarvan op de hoogte?
942
65
Vraag 25: Heeft u wel eens
ja
nee
Bij uzelf een teek verwijderd?
Bij iemand anders een teek verwijderd?
Een teek door iemand laten verwijderen?
840
677
596
164
311
400
Niet
ingevuld
13
29
21
Vraag 26: Indien u bij vraag 25 ‘ja’ heeft
ingevuld, hoe is dat gebeurd? (N=840)
Bijna
altijd
vaak
soms
nooit
Niet
ingevuld
totaal
Met de hand
Met een gewone pincet
Met een speciale tekenverwijderaar
176
81
375
79
88
125
214
242
206
242
295
120
194
199
79
840
840
840
Vraag 27:
Bijna
altijd
261
vaak
soms
nooit
237
341
161
Niet
ingevuld
17
Controleert u zichzelf dagelijks (in ieder
geval voor het slapengaan) op teken en/of
Niet
ingevuld
29
1017
1017
1017
1017
1017
1017
totaal
1017
totaal
1017
Weet
niet
269
Niet
ingevuld
18
Weet
niet
311
Niet
ingevuld
18
Weet
niet
104
Niet
ingevuld
10
Niet
ingevuld
10
29
45
46
34
19
30
totaal
1017
totaal
1017
totaal
1017
totaal
1017
totaal
1017
1017
1017
totaal
1017
tekenbeten?
Vraag 28:
Bijna
altijd
306
vaak
soms
nooit
234
349
113
Vraag 29:
ja
nee
totaal
Heeft u ooit wel eens tijdens uw werk een
teek of tekenbeet opgelopen?
788
190
Weet
niet
39
Controleert u zichzelf na activiteiten in het
groen op teken en/of tekenbeten?
Niet
ingevuld
15
totaal
1017
1017
________________________________________________________________________________________
Het tweede deel van de vragenlijst is alleen bestemd voor degenen die ooit tijdens het werk een tekenbeet
hebben opgelopen of niet zeker weten of het een teek was:
827 respondenten.
Vraag 30:
bossen
727
Waar heeft u wel eens een teek opgelopen?
duinen
136
heide
311
moeras
196
parken
100
tuinen
133
weiland
440
anders
24
Niet ing.
1
Vraag 31:
Hoe heet het werkgebied of de gemeente waar u de meeste tekenbeten
vermoedelijk heeft opgelopen? (zie Bijlage III Open vragen, tips collega’s)
Vraag 32:
postcodegebied waar de meeste tekenbeten vermoedelijk zijn opgelopen
omgerekend naar provincie
Aantal respondenten
115
23
51
90
82
35
130
25
62
34
32
73
75
827
Divers of onbekend
Groningen
Friesland
Drenthe
Overijssel
Flevoland
Gelderland
Utrecht
Noord Holland
Zuid Holland
Zeeland
Noord Brabant
Limburg
Vraag 33:
dagelijks
15
Hoe vaak heeft u tekenbeten?
wekelijks
92
maandel.
142
soms
550
nooit
14
Niet ing.
14
totaal
827
Vraag 34:
Waar heeft u tekenbeten gehad?
Ingevuld:
Niet ingevuld:
777
50
Aantal malen genoemd
62
51
157
330
431
80
261
183
240
115
484
214
137
308
422
338
95
105
39
20
12
6
6
Hoofd
Oor
Nek/hals
Oksel
Arm
Hand
Rug
Borst
Navel
Bilnaad
Liesstreek
In de zij
Billen
Bovenbenen
Knieholte
Onderbenen
Voeten
Onder ring/horlogebandje
Genitaliën
Buik
Onder broekriem
Overal
Weet niet
Vraag 35:
Wat voor teken heeft u op uzelf gevonden? (ingevuld: 779) meerdere
antwoorden mogelijk
Larven
Nimfen
Volgezogen
nimfen
Volwassen
teken
479
558
163
347
Vraag 36
Verwijdert u teken binnen 20 uur?
Vraag 37
Desinfecteert u de wond na verwijderen
teek met alcohol of jodium?
Vraag 38
Registreert u tekenbeten met plaats op
lichaam en datum in agenda?
Vraag 39: Wat doet u met de verwijderde
teek?
Ingevuld: 796
Niet ingevuld: 31
Meerdere antwoorden mogelijk
Bijna
altijd
627
Bijna
altijd
218
Bijna
altijd
311
Volgezogen
Volwassen
teken
103
Niet
ingevuld
48
vaak
soms
nooit
128
33
6
vaak
soms
nooit
67
151
358
vaak
soms
nooit
88
155
239
weggooien
In
plakbandje
plakken en
bewaren
anders
564
8
286
Niet
ingevuld
33
Niet
ingevuld
33
Niet
ingevuld
34
totaal
827
totaal
827
totaal
827
Vraag 40
ja
nee
Ooit kringvormige huidafwijking na
tekenbeet opgemerkt bij uzelf?
233
580
Vraag 41
ja
nee
Heeft u wel eens een foto gemaakt van een
tekenbeet of rode huidafwijking na
tekenbeet?
23
781
Vraag 42:
Waar heeft u rode kringen gehad?
Ingevuld:
Niet ingevuld:
229
4
Niet
ingevuld
23
totaal
827
totaal
827
Aantal malen genoemd
2
1
7
16
45
2
27
10
11
3
33
18
11
56
44
46
3
3
1
4
1
0
2
Hoofd
Oor
Nek/hals
Oksel
Arm
Hand
Rug
Borst
Navel
Bilnaad
Liesstreek
In de zij
Billen
Bovenbenen
Knieholte
Onderbenen
Voeten
Onder ring/horlogebandje
Genitaliën
Buik
Onder broekriem
Overal
Weet niet
Vraag 43:
ja
nee
Bent u behandeld geweest (of wordt u
behandeld) voor de ziekte van Lyme?
300
499
Vraag 44:
In welk jaar bent u behandeld?
Ingevuld:
Niet ingevuld:
283
17
1980
1981
1982
1983
1984
1985
1986
Niet
ingevuld
14
Aantal 1e jaar
1
5
2
Niet
ingevuld
28
Aantal 2e jaar
1
totaal
827
Aantal 3e jaar
1987
1988
1989
1990
1991
1992
1993
1994
1995
1996
1997
1998
1999
2000
2001
2002
2003
2004
2005
2006
2007
2008
2009
2
2
5
3
5
1
5
9
5
10
18
19
16
12
15
14
18
28
25
35
27
1
Vraag 45: Door wie bent u behandeld?
Ingevuld: 300
Niet ingevuld: 0
2
1
2
1
1
2
4
3
3
1
6
8
6
10
10
12
12
10
4
1
2
2
3
1
2
1
2
4
12
1
huisarts
specialist
beide
Homeopaat/
natuurarts
bedrijfsarts
267
46
38
9
2
Vraag 46
ja
nee
totaal
Heeft u toen antibiotica gebruikt of gebruikt
u dat nog?
289
11
300
Vraag 47:
Welke verschijnselen had u toen?
Ingevuld:
Niet ingevuld:
293
7
Uitslag of andere huidafwijking tpv de beet
Huiduitslag op andere plaatsen
Blauw-rode zwelling
Halfzijdige gezichtsverlamming
Dubbel-, tunnelzien moeite met scherp zien
Zwelling/pijnlijke gewrichten (knie)
Heftige pijn in arm, been en romp
Krachtsverlies in armen of benen
Geïrriteerde blaas
Flauwvallen, benauwdheid
Griepachtige verschijnselen
Concentratieproblemen, vergeetachtigheid
Vermoeidheid
Frequente infecties
Pijnlijke aanhechting spieren/pezen
Rode, paarse verkleuring van de huid
hartritmestoornissen
anders
Aantal
141
15
29
2
37
83
38
54
10
11
80
54
135
9
64
47
28
32
Vraag 48:
ja
nee
Bent u tevreden over uw behandeling bij
uw huisarts/specialist?
254
42
Vraag 49:
ja
nee
Heeft u in de behandelperiode contact
gehad met de bedrijfsarts?
62
233
Vraag 50:
ja
nee
Heeft u de afgelopen periode, na het
oplopen van een tekenbeet, problemen
gehad met het functioneren op het werk?
67
694
Vraag 51:
ja
nee
Heeft u de afgelopen periode, na het
oplopen van een tekenbeet, nog ziek
gemeld?
65
699
Vraag 52:
ja
nee
Heeft u nu nog een of meerdere klachten
zoals vermeld bij vraag 47 na het oplopen
van een tekenbeet?
108
611
Niet
ingevuld
4
Niet
ingevuld
5
Niet
ingevuld
66
Niet
ingevuld
63
Niet
ingevuld
108
totaal
300
totaal
300
totaal
827
totaal
827
totaal
827
Vraag 53:
Heeft u nog iets anders op te merken over eventuele klachten in de afgelopen periode, na
het oplopen van een tekenbeet? (zie Bijlage III)
Vraag 54:
Heeft u nog tips voor collega’s ter voorkoming van teken op uw huid, over het dragen
van kleding, speciale voedingsmiddelen of tekenverwijderaars? (zie Bijlage III)
Bijlage III
Informatie en tips uit de open vragen van collega’s
Het gedeelte van de open vragen leverde veel informatie op, zoals tips die gegeven werden aan
collega’s over onder andere eigen gedrag, preventieve maatregelen die medewerkers nemen door
het dragen van kleding, (lichaams)geur en het gebruik van tekenverwijderaars.
Het belangrijkste advies van uw collega is:
 Controleer je kleding en lichaam aan het einde van de dag op teken (lichaamscheck).
 Let vooral op een jeukende plek, het kan al een aanwijzing zijn voor een tekenbeet.
 Zorg dat je in goede conditie bent.
 Voorkom zo veel mogelijk dat je in gebieden met teken komt.
Het kledingsadvies wat vaak wordt genoemd is:
 Draag kleding zo veel mogelijk bedekkend en sluitend.
 Draag bijvoorkeur shirts met lange mouwen en een lange broek.
 Draag eventueel lichte gekleurde en gladde kleding.
 Draag eventueel geïmpregneerde kleding.
 Draag indien nodig handschoenen.
 Smeer onbedekte delen van je huid in met een insectenwerend middel (DEET).
 Eventueel kleding en schoenen behandelen met insectenwerend middel (DEET).
 Draag een pet met flap.
 Draag (gladde, hoge) laarzen.
 Eventueel sokken over de broek, of gamachen.
 Je kleding elke dag uitkloppen.
 Kleding elke dag wassen.
Preventieve maatregelen in de vorm van de eigen lichaamsgeur door voeding of insmeren worden ook
als tip gegeven:
 Genoemd wordt vooral het eten van knoflook, ui, biergist, vitamine B complex, augurken en het
drinken van karnemelk, yoghurt en, geitenmelk.
 Gebruik een neutraal ruikende deodorant, (geen sterk ruikende deodorant, geen after shave of
geurmiddelen).


Overmatig zweten en een slechte adem trekt juist teken aan volgens de antwoorden gegeven in
de openvragen.
Smeer je in met care plus of met DEET(30%), zonnebrandcrème Vision en teatree-olie geven
volgens de gebruikers goede ervaringen voor minder teken(beten).
Gebruik een goed tekenverwijderinstrument en verwijder de teek op de juiste wijze en zo snel
mogelijk. De tekenverwijderaars worden zeer verschillend beoordeeld, het lijkt erg persoonlijk,
afhankelijk van de handigheid ermee en afhankelijk waar op het lichaam de teek verwijderd moet
worden. Nader onderzoek naar de kwaliteit ervan zal eerder een aantal tekenverwijderaars kunnen
uitsluiten, dan een aanbeveling kunnen doen van de beste. Er zijn goede ervaringen met de
tekentang, het tekenhaakje, de tekenlepel, het plastic kaartje, maar ook met handen zonder verder
hulpmiddel.
Bijlage IV
Voor meer informatie kunt u terecht bij de onderstaande
organisaties
Publieksvoorlichting, onderzoeksinstellingen, kennisinstituten
Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) http://downloadcenter.infectieziekten.eu/toolkit/.
De toolkit Teken en Lyme bevat eenvoudig te downloaden voorlichtingsmateriaal dat u op
verschillende manieren kunt gebruiken om zelf voorlichtingsmateriaal samen te stellen.
Richtlijn Landelijke Coördinatie Infectieziektebestrijding (LCI):
http://www.rivm.nl/cib/infectieziekten/lymeborreliose/lyme-borreliose.jsp
In 2007 is het RIVM het Landelijk Tekenbetenonderzoek gestart onder huisartsen.
De nieuwsbrieven vindt u op http://www.rivm.nl/cib/actueel/nieuwsbrieven/index.jsp
Kijk op de website van de GGD www.ggd.nl Voor meer informatie bij u in de regio.
Zie voor het rapport ‘Effectieve preventie van tekenbeten’ ook de website van de GGD West Brabant
www.ggdwestbrabant.nl
NHG-Patiëntenbrief Insectenbeet: www.nhg.nl kenniscentrum voorlichting patiëntenbrief
www.Lymemed.nl LymeMed Nederland Informatie over Lyme-borreliose voor medici
De Natuurkalender is een waarnemingsprogramma dat ecologische veranderingen in beeld wil
brengen. Leerstoelgroep Milieusysteemanalyse, Wageningen UR.
www.natuurkalender.nl voor meer informatie over teken, tekenbeten en Borrelia infecties in Nederland.
Zie ook het rapport teken, tekenbeten en Borrelia infecties in Nederland Deel II.
Stichting Samenwerkende Artsen en Adviesorganisaties in de Gezondheidszorg. Geven ook een
boekje uit met alle informatie over de teken en de ziekte van Lyme: www.saag.nl
KIZA kennissysteem Infectieziekten en arbeid: www.kiza.nl
Nederlands Centrum voor Beroepsziekten (NCvB): www.beroepsziekten.nl
Voedsel en Waren Autoriteit (VWA) protocol Lyme Borreliose: www.vwa.nl
Richtlijn Lyme-borreliose van het Kwaliteitsinstituut voor de Gezondheidszorg CBO, 2010: www.cbo.nl
Nederlandse Vereniging voor Lymepatiënten met informatie over teken en de ziekte van Lyme:
www.lymevereniging.nl met o.a. de vernieuwde informatiefolder van de NVLP, ook in het Arabisch
Spaans en Turks
Preventiediensten, arbodiensten
Stigas Stichting Gezondheidszorg Agrarische Sectoren: www.stigas.nl
Arbo Unie www.arbounie.nl
Achmea Vitale www.achmeavitale.nl
Organisaties in de groene en agrarische sector
Bosschap www.bosschap.nl voor het onderzoek teken, tekenbeten en de ziekte van Lyme in de sector
Bos en Natuur
Stigas www.weekvandeteek.nl op deze site vindt u informatie over de teek, tekenbeten, de ziekte van
Lyme, diagnostiek en behandeling voor de groene sector.
Met informatie van Cumela Nederland deze organisatie heeft een Toolbox Teken gemaakt hierin
staan tips en vuistregels voor uw toolbox in de loonwerksector.
De Koninklijke Nederlandse Jagers Vereniging (KNJV) heeft een speciale uitgave gemaakt met veel
artikelen over de teken, tekenbeten en de ziekte van Lyme zie de pagina nieuws op de website
www.weekvandeteek.nl
Tekenverwijderaars
Meer informatie over tekenverwijderaars kunt u vinden op o.a.
Entetorpet tekenverwijderaar kunt u vinden op www.enetorpet.nl deze kunt u makkelijk aan uw
sleutelbos hangen.
De tekenlepel kan u vinden via www.teekweg.nl
Een tekenpen met een lasso. Te koop bij de betere buitensportzaak, drogist of apotheek. Deze TRIX
tekenverwijderaar kunt u ook vinden op www.codaproducts.com
Teek it easy tekenverwijderaar met een vergrootglaasje, twee alcoholsachets voor desinfectie en een
voorlichtingsboekje via www.saag.nl
Een tekenhaakje kunt u vinden op www.otom.com
Informatie over de website week van de teek
De week van de Teek heeft zijn eigen website: www.weekvandeteek.nl. Deze website wordt
onderhouden door Stigas (Stichting Gezondheidszorg Agrarische Sectoren).
De website is vooral praktisch ingericht, met antwoorden op vragen als: Hoe voorkom ik een
tekenbeet als ik een dag de natuur in ga? Loop ik ook risico als ik gewoon in de tuin werk? Kan ik een
teek zelf verwijderen? Wat zijn de verschijnselen van de ziekte van Lyme? Wat kan ik als werkgever of
werknemer aan preventie doen? Op de website staat ook informatie over een tekenprotocol.
Het tekenprotocol
Het doel van een tekenprotocol is dat de werkgever en bedrijfsarts inzicht krijgen in hoe vaak er
vermoedelijk Lymegerelateerde klachten voorkomen. Het registreren van het aantal werknemers dat
een tekenbeet oploopt, geeft een indicatie van de omvang van het probleem van deze mogelijk
beroepsgerelateerde ziekte. Er kunnen gerichte preventieve maatregelen getroffen worden.
Voor meer informatie over dit protocol, het melden van een tekenbeet en (vermoedelijk) Lyme
gerelateerde klachten kunt u contact opnemen met uw bedrijfsarts.
Het protocol bestaat uit drie formulieren:
- registratieformulier
- meldingsformulier
- screeningsformulier
Bosschap
Postbus 65
3970 AB Driebergen
www.bosschap.nl
Arbo Unie
Postbus 85101
3508 AC Utrecht
www.arbounie.nl
Stigas
Postbus 747
2700 AS Zoetermeer
www.stigas.nl
19600098
Teken, tekenbeten en
de ziekte van Lyme
in de sector Bos en Natuur