Jobkwaliteit in België-Persmededeling

Download Report

Transcript Jobkwaliteit in België-Persmededeling

Jobkwaliteit in België-Persmededeling
Sem Vandekerckhove, Lise Szekér, Miet Lamberts en Guy van Gyes-HIVA-KU Leuven
Contact: [email protected], 016/32 33 24 of 0478/26 03 61
Het onderzoeksrapport dat vandaag voorgesteld wordt op de studiedag ‘20 jaar Wet van welzijn van de
werknemers. Evolutie en uitdagingen voor de toekomst.”, 1, draagt als titel “Jobkwaliteit in België in
2015. Analyse aan de hand van de European Working Conditions Survey EWCS 2015 (Eurofound)”. De
volledige studie en een samenvatting NL-FR kan vanaf vandaag teruggevonden worden op de website
van FOD WASO (http://www.werk.belgie.be/moduleDefault.aspx?id=44596 (NL) en
http://www.emploi.belgique.be/moduleDefault.aspx?id=44596 (FR))
In dit rapport presenteren we een rijke analyse op de gegevens voor België, verzameld aan de hand van
de European Working Conditions Survey (EWCS 2015) van Eurofound. De EWCS (in het Nederlands:
‘Europese enquête naar de arbeidsomstandigheden’) beoogt een periodieke, meestal vijfjaarlijkse,
meting van de arbeidsomstandigheden aan de hand van een bevraging bij een ruim staal van werknemers
en zelfstandigen. In 2015 werd een steekproef van 2 500 respondenten voor België bevraagd, dankzij
bijkomende middelen van FOD WASO.
Het eerste deel van dit rapport (Thema 1) beschrijft de stand van zaken en de evolutie (op korte en lange
termijn) inzake de kenmerken van de jobs in België. We kijken naar de werkbaarheid van het werk in
België, de evolutie die we hierin zien en naar de directe en indirecte gevolgen zoals gezondheid, welzijn,
in welke mate men zich in staat voelt om tot de leeftijd van 60 jaar een gelijkaardige job uit te voeren,….
De beschikbare gegevens op basis van de EWCS 2015 laten niet enkel een eerder algemene beschrijving
toe van de jobkwaliteit en de directe en indirecte gevolgen in België. Ook biedt deze rijke databron de
mogelijkheid aan experten om een aantal onderzoeksvragen, gerelateerd aan de huidige
maatschappelijke uitdagingen, problemen en beleidsdiscussies, verder te exploreren en te
beantwoorden. Daarom biedt deel 2 van dit onderzoeksrapport een forum aan enkele experten die op
basis van de EWCS-data een aantal thematische kwesties verder zullen uitdiepen:
- Thema 2: Over de jobkwaliteit van 50-plussers en het perspectief op een werkbare job aan het einde
van de loopbaan (prof. Dr. Patricia Vendramin en prof. Dr. Gérard Valenduc, UCL en FTU).
- Thema 3: Over gevolgen van herstructureringen en jobonzekerheid voor de gezondheid en het welzijn
van werknemers (prof. Dr. Hans De Witte, WOPP-KU Leuven)
- Thema 4: Over de mogelijke implicaties van precarisering voor de werkbaarheid van het werk en bij
uitbreiding, de gezondheid en het welzijn van werknemers (Kim Bosmans, prof. dr. Karen Van Aerden
& prof. dr. Christophe Vanroelen, Interface Demography-VUB)
- Thema 5: Over welzijn en gezondheid en een pleidooi voor het voeren van een preventief beleid op
de werkvloer (prof. Dr. Isabelle Hansez en prof. Dr Philippe Mairiaux, Ulg)
- Thema 5b: Over de arbeidssituatie van personen die lijden aan een chronische ziekte en over
absenteïsme op de werkvloer (prof. Dr Philippe Mairiaux en prof. Dr. Isabelle Hansez, Ulg)
- Thema 6: Over innovatieve vormen van arbeidsorganisatie in België en de samenhang met werkbaar
werk (Yennef Vereycken en prof. Dr. Geert Van Hooteghem-CeSO KU Leuven)
Deze kwesties komen meer uitgebreid aan bod in de verschillende persmededelingen per thema.
Deze persmededeling focust op thema 1/het eerste deel over jobkwaliteit in België in 2015 en de trends.
1 http://eventips.nl/EU-OSHA-Inschrijven-1-december-2016, georganiseerd door EU-OSHA en FOD WASO
PERSMEDEDELING
1
Thema 1: Jobkwaliteit in België in 2015 en trends
Sem Vandekerckhove, Lise Szekér en Miet Lamberts-HIVA-KU Leuven
Contact: [email protected], 016/32 33 24 of 0478/26 03 61
Met de agenda voor ‘werkbaar en wendbaar werk’ staat jobkwaliteit hoog op de politieke
agenda in 2016. Werkbaar werk wordt gedefinieerd als werk dat je intrinsiek motiveert,
voldoende kansen geeft om bij te leren, waar je niet overspannen van wordt en dat je voldoende
ruimte biedt voor gezin, sport en hobby’s (Peeters, 2016). Ondernemingen kunnen ook zo
georganiseerd zijn dat ze bijdragen tot de mogelijkheid om gezonder en langer aan de slag te
blijven. De verwevenheid tussen arbeidsorganisatie en jobkwaliteit enerzijds en het welzijn van
de werknemer anderzijds wordt zo ook binnen de beleidsagenda erkend en geplaatst.
Jobkwaliteit moet ertoe leiden dat we langer kunnen en willen werken.
1.1
Jobkenmerken maken de jobkwaliteit
Deel 1 van deze studie beoogt inzicht te bieden in de stand van zaken en de evolutie (op korte
en lange termijn) inzake kenmerken van de jobs in België
Wanneer we spreken over jobkwaliteit maken we een onderscheid tussen drie verschillende
dimensies van kenmerken van job: Werk, Tewerkstelling, en Arbeidsverhoudingen (WTA). In
totaal werden 22 jobkenmerken onderscheiden.
- De dimensie Werk omvat kenmerken van de arbeidsinhoud, arbeidsorganisatie, en
arbeidsomstandigheden.
- De tweede dimensie Tewerkstelling gaat over arbeidsvoorwaarden zoals lonen,
arbeidsvolume, en flexibiliteit, maar ook opleiding.
- De derde dimensie Arbeidsverhoudingen omvat sociale relaties en dialoog, zowel via formele
als via informele kanalen.
In het algemeen zien we op basis van deze gegevens eerder een verbetering van de
verschillende kenmerken die iets vertellen over jobkwaliteit tussen 2010 en 2015 (figuur 3):
- op het niveau van de dimensie ‘werk’ (arbeidsinhoud, arbeidsomstandigheden en
arbeidsorganisatie), zien we over het algemeen een positieve evolutie tussen 2010 en
2015.
Er is een beperkte toename van taakautonomie en taakcomplexiteit, terwijl autonoom
teamwerk en werkdruk onveranderd blijven (en aldus niet verslechteren; België blijft hier
wel eerder laag op scoren). Daarnaast noteren we een beperkte daling van de emotionele
belasting en van risico’s (risico’s MSA, biochemische risico’s en andere risico’s) en een sterke
daling van repetitieve taken. In 2015 wordt er veel minder op één vaste werkplek gewerkt.
- wat de dimensie ‘tewerkstelling’ (arbeidsvoorwaarden) betreft, zien we eerder weinig
veranderingen tussen 2010 en 2015.
Er is een zeer beperkte daling van de voltijdse en vaste contracten en een toename van het
gemiddelde inkomen. Daarnaast merken we nauwelijks verandering in de mate waarin
werknemers op atypische en flexibele werkuren moeten werken, maar wel een toename
van de planningsautonomie. In vergelijking met 2010 krijgen werknemers veel vaker de kans
om opleidingen te volgen in 2015.
- voor de dimensie ‘arbeidsverhoudingen’ zien we een meer gemengd beeld.
2
PERSMEDEDELING
We zien voornamelijk een verbetering van de ondersteuning en sociale context en een
toename van directe inspraak over de concrete werkorganisatie. De inspraak op
organisatieniveau is echter afgenomen.
Een aparte analyse onderzoekt de lange termijn (sinds 1995). Hiervoor zijn minder variabelen
beschikbaar. We leren dat werk ‘competenter’ wordt (meer training, complexiteit,
taakautonomie), maar ook dat de haalbaarheid van het werk (snelle en strikte deadlines, meer
taakafhankelijkheid) toeneemt. Qua veiligheid blijven we op het niveau van 20 jaar geleden,
terwijl de werktijdbalans verbeterd is door de verkorting van de arbeidstijd in de collectieve
akkoorden aan het eind van de jaren 1990. Sindsdien is er, zoals uit de kortetermijnanalyse ook
blijkt, eerder stabiliteit op vlak van arbeidsvoorwaarden).
Hetzelfde werk kan op verschillende wijzes worden ingevuld. We vonden zes jobtypes die de
combinaties van de 22 gemeten jobkenmerken samenvatten. Deze jobtypes kunnen we indelen
in kwalitatief goede en kwalitatief minder goede jobtypes. We zien vooral een sterkere afname
van de kwalitatief minder gunstige jobs tussen 2010 en 2015 (door ons ‘zwaar repetitief en
flexibel werk’ en ‘kwalitatief laagwaardig werk’ genoemd). We kunnen dus voorzichtig opnieuw
spreken van een zekere verbetering van de jobkwaliteit in België in 2015, in vergelijking met
2010. We zien immers een toename van de meer gunstige jobtypes (‘verzadigd werk’ en
‘omkaderd werk’), hoewel er tegelijk een beperkte daling is van ‘evenwichtig werk’, een gunstig
jobtype (figuur 1).
Figuur 1.
1.2
Jobtypes: evolutie 2010-2015
De directe en indirecte gevolgen van jobkwaliteit
Zien we ook dat deze tendens tot verbetering van jobkwaliteit een positieve invloed heeft op de
gezondheid en het welbevinden van werknemers en zelfstandigen?
Om hierover uitspraken te kunnen doen, dienden we ons te baseren op een aantal vragen die
gesteld werden die ons iets kunnen vertellen over de fysieke en mentale gezondheidstoestand
van de respondenten. Ook keken we naar een aantal vragen die ons iets vertellen over het
gedrag en de houding van werknemers en zelfstandigen zoals jobtevredenheid, absenteïsme en
presenteïsme (komen werken als men ziek is) en gingen we na of mensen zich in staat achten
om tot de leeftijd van 60 jaar in een gelijkaardige job aan de slag te blijven (figuur 4).
PERSMEDEDELING
3
In eerste instantie stellen we vast dat de mate waarin men aangeeft stress in het werk te
ervaren, toegenomen is sinds 2010: daar waar in 2010 nog 1 op 4 respondenten (27,7%) aangaf
meestal of altijd stress te ervaren, steeg dit aandeel tot 1 op 3 (33,2%) in 2015 (figuur 2).
Figuur 2.
In welke mate ervaart u stress in uw werk?
nooit
zelden
soms
meestal
altijd
0
10
20
2015
30
40
50
2010
De algemene gezondheid en de slaapkwaliteit (als indicator van mentale gezondheid) van
werknemers is verslechterd in 2015 t.o.v. 2010. Daarnaast is er een toename van de werknemers
die rapporteren dat werk een (negatieve) impact heeft op hun gezondheid. Aan de positieve
kant zien we een beperkte verbetering van het psychologisch welzijn van de werknemers in
2015.2 We zien geen significante verandering wat de gerapporteerde fysieke gezondheid
betreft.
Voor jobtevredenheid, absenteïsme en presenteïsme zien we geen duidelijke verandering.
Mensen voelen zich vaker zeker over hun job maar de arbeidsmarktzekerheid (de zekerheid
dat men elders op de arbeidsmarkt werk zou vinden na ontslag) is wel gedaald.
De mate waarin men zich in staat voelt om te werken tot 60 jaar (“Denkt u dat u uw huidige job
of een gelijkaardige job nog zult kunnen uitoefenen als u 60 jaar bent?”) is wel toegenomen in
2015 t.o.v. 2010. Daar waar in 2010 55% hierop positief antwoordde, steeg dit percentage in
2015 tot 63%.
We gingen na of er een verband was tussen de jobkenmerken/jobkwaliteit en welbevinden en
gezondheid van medewerkers. Daartoe vergeleken we de jobtypes aan de hand van enkele
indicatoren voor welbevinden en gezondheid, om te zien of deze jobtypes samenhangen met
specifieke gevolgen voor werknemers op vlak van welzijn en gezondheid.
Zo vinden we indicaties voor een beter welbevinden en betere gezondheid bij werknemers
in de meer gunstige jobtypes. Jobtevredenheid en de mate waarin men zich in staat voelt om
te werken tot 60 jaar, liggen aanzienlijk hoger in de meer gunstige jobtypes. Ook de gezondheid
van deze werknemers is beter dan die van hun collega’s in minder gunstige jobtypes. Daarnaast
zien we ook meer negatieve invloed van het werk op de gezondheid bij werknemers in jobtypes
2
4
De indicator voor ‘psychologisch welzijn’ vat 5 vragen samen die deel uit maken van de WHO-5 well-being-index - een indicator
voor subjectief psychologisch welzijn (Topp, Ostergaard, Sondergaard & Bech, 2015). Voor elk van de 5 items moet de respondent
aangeven hoe vaak hij of zij zich zo gevoeld heeft in de voorbije twee weken (altijd, meestal, meer dan de helft van de tijd, minder
dan de helft van de tijd, soms, helemaal niet): ‘Ik voelde me vrolijk en in opperbeste stemming.’; ‘Ik voelde me rustig en
ont¬spannen.’; ‘Ik voelde me actief en doelbewust.’; ‘Ik voelde me fris en uitgerust wanneer ik wakker werd.’; en ‘Mijn dagelijkse
leven was gevuld met dingen die me interesseren.’ Een hogere score op deze indicator wijst op een beter psychologisch welzijn.
PERSMEDEDELING
met een slechtere jobkwaliteit en rapporteert deze groep vaker absenteïsme. Er zijn wel weinig
verschillen tussen de jobtypes wat betreft arbeidsmarktzekerheid en jobzekerheid.
Het goede nieuws is dan ook dat de aanwezigheid op de Belgische arbeidsmarkt van de minder
gunstige jobtypes afneemt sinds 2010.
1.3
Conclusie
In vergelijking met 2010 kunnen we stellen dat er indicaties zijn dat de kwaliteit van de jobs in
België er eerder op vooruit gegaan is, zeker wat bepaalde jobkenmerken betreft. Anderzijds zien
we wel dat dit niet onmiddellijk leidt tot een algemene verbetering van het stressniveau of de
gezondheid van de respondenten. Integendeel, we stellen een verslechtering vast als het gaat
over stress, algemene gezondheid en de slaapkwaliteit en we zien dat werknemers vaker een
negatieve impact van het werk op hun gezondheid rapporteren. We zien wel een lichte
verbetering wat psychologisch welzijn betreft.
Op zoek naar verklaringen kunnen we veronderstellen dat, naast andere factoren, het huidige,
meer onzekere maatschappelijke klimaat mogelijk mee een rol speelt; de jobkwaliteit gaat er
enigszins op vooruit maar mensen ervaren een toenemende druk om hun job te behouden en
hun inkomen te vrijwaren. Zo zien we ook dat de arbeidsmarktzekerheid gedaald is; mensen zijn
er t.o.v. 5 jaar geleden minder van overtuigd dat ze makkelijk elders werk zouden vinden
moesten ze hun job verliezen.
Op de langere termijn (1995-2015) zien we dat jobs uitdagender (‘competenter’) worden, maar
tegelijk ook minder haalbaar, hoewel de werktijd niet is vermeerderd. Veiligheid blijft op een
stabiel niveau, en typisch ‘onveilige’ beroepen nemen een kleiner aandeel in de jobstructuur in.
Dit alles wijst erop dat de uitdagingen op vlak van jobkwaliteit vandaag in de sociaalmaatschappelijke sfeer en de werkorganisatie komen te liggen.
Wat kunnen de overheid en het bedrijfsleven doen? Investeren in jobkwaliteit op
organisatieniveau, met niet alleen aandacht voor de arbeidsvoorwaarden en –omstandigheden,
maar ook voor de arbeidsinhoud, arbeidsorganisatie en arbeidsverhoudingen, blijft van groot
belang om er voor te zorgen dat mensen langer aan de slag willen en kunnen blijven in werkbare
jobs.
PERSMEDEDELING
5
1.4
Cijfers
Figuur 3.
Jobkenmerken in 2010 en 2015. Scores op 100. De heldere groene lijn geeft een significante toename aan
van 2010 naar 2015, de heldere rode lijn een significante afname. De vage lijnen geven een minder
significante evolutie weer, de grijze lijnen geven een niet-significante evolutie weer.
Bron: EWCS 2010 en 2015 (eigen bewerkingen HIVA)
Figuur 4.
Welzijn, welbevinden en de gezondheid in 2010 en 2015: scores op100
De heldere groene lijn geeft een significante toename aan van 2010 naar 2015, de heldere rode lijn een
significante afname. De vage lijnen geven een minder significante evolutie weer, de grijze lijnen geven een
niet-significante evolutie weer.
Bron: EWCS 2010 en 2015 (eigen bewerkingen HIVA)
6
PERSMEDEDELING