Gemeentesecretaris spil en verbinder invoering

Download Report

Transcript Gemeentesecretaris spil en verbinder invoering

Gemeentesecretaris is spil en verbinder bij invoering Omgevingswet
De Omgevingswet gaat over veel meer dan nieuwe instrumenten voor het
inrichten van de fysieke ruimte. Succesvol werken met de nieuwe wet betekent
een andere manier van werken: integraal en samen, intern en extern. Dat is een
veranderkunde opgave. Met een grote rol voor de gemeentesecretaris.
Gemeenten bereiden zich voor op de Omgevingswet, zo blijkt uit een verkenning van
afgelopen zomer, uitgevoerd door het interbestuurlijke programma Aan de slag met de
Omgevingswet. Van de 252 gemeenten die deelnamen aan de verkenning geeft bijna de
helft aan bezig te zijn met voorbereidingen op de nieuwe wet en iets meer dan zestig
procent zegt in overleg te zijn met andere overheden over samenwerking bij de
invoering van de Omgevingswet. Uit een onderzoek van Binnenlands Bestuur in mei
blijkt dat de voorbereiding op de nieuwe wet in de meeste gemeenten wordt getrokken
door ambtenaren en bestuurders vanuit het ruimtelijk domein. De focus ligt daardoor
vooral op de instrumenten van de nieuwe wet, zoals het Omgevingsplan. Dat is echter
maar een deel van deze stelselwijziging. De essentie van de nieuwe manier van werken
is een integrale benadering. Naast het instrumenteel-juridische is er een
digitaliseringsvraagstuk en een veranderkundige opgave. Die laatste bestaat uit vier
elementen: integraal werken, gebiedsgericht werken, samenwerking in de regio met
(bestuurlijke en maatschappelijke) partners en samenwerking lokaal met inwoners en
ondernemers. Een andere manier van werken dus, binnen de eigen organisatie en
daarbuiten. Dat is bij uitstek een onderwerp voor de gemeentesecretaris, zeggen Kristel
Lammers en Annemieke van Brunschot van het programma Invoering Omgevingswet
van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten.
Ruimte voor eigenheid
Het VNG-programma Invoering Omgevingswet ondersteunt gemeenten bij de
voorbereiding op de Omgevingswet (zie kader). De wet biedt kansen om opgaven in de
fysieke leefomgeving op een andere manier in te vullen, met veel meer ruimte voor
lokale afwegingen. Van Brunschot: “Gemeenten kunnen die ruimte pakken door een
bewuste keuze te maken in de veranderopgave die de wet met zich meebrengt: welke
ambitie hebben zij met de wet en wat betekent dat voor hun manier van werken? Wij
helpen gemeenten bij het maken van die bewuste keuze en adviseren om
maatschappelijke vraagstukken en politieke ambities daarbij leidend te laten zijn.
Waaraan is in de gemeente het meest behoefte? Focus je daar op.” De keuzes die
gemeenten maken kunnen verschillen, net als hun ambitie. Van Brunschot: “Sommigen
zullen vooral de huidige situatie willen aanpassen, anderen werken toe naar een geheel
nieuwe situatie met een andere manier van werken.” De VNG gaat gemeenten niet
vertellen wat de beste focus is, zegt Lammers: “Er is geen ‘goed’ of ‘fout’. Belangrijk is dat
gemeenten en gemeentesecretarissen beseffen welke keuzes ze hebben en dat ze een
goed afgewogen beslissing nemen.” Voor de veranderkundige opgave heeft die afweging
enerzijds te maken met de interne organisatie en anderzijds met het netwerk waarin de
gemeente opereert: andere overheden en maatschappelijke partners. Is men in staat om
samen met inwoners, bedrijven, partners en de eigen organisatie integraal naar
vraagstukken te kijken? Lammers: “De Omgevingsvisie en het Omgevingsplan worden
dynamische plannen die, als de participatie en samenwerking goed zijn ingericht,
permanent meebewegen met lokale en regionale behoeftes.”
Bewuste keuze en haalbare route
De Omgevingswet biedt gemeenten meer mogelijkheden om hun ruimtelijke opgaven op
een andere manier aan te pakken. Van Brunschot geeft het voorbeeld van een
plattelandsgemeente met voornamelijk akkerbouw. “De boeren willen functies mengen,
want van alleen akkerbouw komen ze moeizaam rond. Dus ze willen een bed & breakfast
beginnen of een zorgboerderij, ze willen streekproducten verkopen of velden met
zonnepanelen aanleggen. Sommige gemeenten denken dat ze deze ruimte niet kunnen
geven, omdat de provincie bepaalde dingen niet wil. Echter: in de nieuwe wet sta je
samen aan het roer. Als gemeenten met hun inwoners en regionale netwerkpartners een
duidelijke visie ontwikkelen, dan kunnen ze die met de provincie bespreken en ruimte
zoeken om deze te verwezenlijken. De verhouding wordt in die zin meer gelijkwaardig.”
Een gemeente hoeft niet groot te zijn om haar ambities op deze manier te realiseren, vult
Lammers aan: “Er zijn veel kleine gemeenten, zoals Boekel en Veghel, die al laten zien
wat er mogelijk is als ze afgewogen keuzes maken, een visie ontwikkelen en een
haalbare route kiezen. De belangrijkste boodschap van ons aan gemeenten is dan ook:
kies wat je wilt in de fysieke leefomgeving, werk aan een gezamenlijke visie met je
inwoners en partners en maak realistische keuzes in waar de focus ligt. Je hoeft niet alles
onmiddellijk te realiseren, je kunt ook groeien in deze andere manier van werken.”
Aanpak voor de veranderopgave
Voor gemeentesecretarissen ligt er met de invoering van de wet een uitdaging in het
verbinden van de eigen organisatie met de samenleving en regionale partners. En er ligt
een uitdaging in het veel meer integraal laten werken van de eigen organisatie. Om
gemeenten te ondersteunen in deze brede veranderopgave onderscheidt de VNG vier
perspectieven op verandering met vier bijbehorende strategieën voor de invoering van
de wet:
•
Consoliderend: de noodzakelijke wijzigingen conform de wet invoeren vanuit een
interne focus;
•
Calculerend: gebruik maken van de ruimte die de wet biedt waar dat na afweging
van baten en kosten aanwijsbaar voordelen oplevert;
•
Onderscheidend: gebruik maken van de ruimte die de wet biedt om in specifieke
gebieden het verschil te maken;
•
Vernieuwend: gebruik maken van de ruimte die de wet biedt om vanuit opgaven
anders te werken.
Lammers en Van Brunschot benadrukken ook hier weer: het maakt niet uit welke
strategie een gemeente kiest, als de keuze maar bewust en afgewogen wordt gemaakt, in
dialoog tussen bestuur, management en uitvoering. Lammers: “Veel gemeenten zijn al
bezig met een proces van organisatieverandering. Zij kunnen de komst van de
Omgevingswet gebruiken om hier verder vorm aan te geven, op een manier die past bij
hun type organisatie. Zo ziet de gemeente Breda de komst van de wet als een kans om de
al ingezette organisatievernieuwing een extra boost te geven.”
Of een gemeente groot of klein is maakt voor deze veranderopgave niet uit. Al zullen de
uitdagingen uiteraard wel verschillen. Lammers: “In een kleine gemeente kun je
iedereen die straks met de Omgevingswet werkt bij elkaar aan tafel zetten en zul je
eerder een integrale manier van werken ontwikkelen. In een grote gemeente heb je te
maken met verschillende bestuurlijke en politieke uitdagingen, sterke diensten en
daardoor veel mensen, wat de veranderkundige opgave heel complex kan maken. Aan de
andere kant beschikken grote gemeenten over meer expertise op de verschillende
onderdelen die je nodig hebt voor de nieuwe wet.” De context is bepalend voor de keuze
die een gemeente maakt. Maar wat als gemeenten de nadruk leggen op de
instrumenteel-juridische aspecten van de nieuwe wet? Missen ze dan geen kansen voor
hun opgaven in de fysieke ruimte? Lammers: “Hoe je je als organisatie voorbereidt op de
Omgevingswet bepaalt wat je straks krijgt. Daarom is dit een onderwerp voor de
gemeentesecretaris en niet voor bijvoorbeeld alleen de afdeling RO. Focus je op de
juridische instrumenten dan gaat de meeste energie daar naartoe en mis je wellicht
kansen. Maar als dat op dit moment de beste keuze is voor de gemeente en je later met
de andere aspecten van de wet aan de slag gaat, dan moet je dat doen. Als het maar een
bewuste keuze is.”
Spil en verbinder
Lammers concludeert: “De kerninstrumenten van de Omgevingswet zitten in de hoek
van het fysieke domein. Het digitaliseringsvraagstuk is een combinatie van fysiek
domein en informatievoorziening. Het veranderkundige vraagstuk vraagt om een
krachtige rol van de gemeentesecretaris. Dat gaat immers om het vertalen van de
politieke opdracht vanuit raad en college naar de hele ambtelijke organisatie en terug.
Om het antwoord op de vraag wat de gemeente belangrijk vindt in het fysieke domein en
hoe men dat als organisatie gaat realiseren. De gemeentesecretaris is de spil en de
verbinder daarin.”
Een andere afweging voor de gemeentesecretaris is hoe de gemeente wil omgaan met
participatie. De nieuwe wet legt het zwaartepunt bij participatie vooraf, bij de actieve
burger of bedrijf. Zo moet een vergunningaanvrager straks zelf in zijn omgeving
draagvlak creëren. “Niet iedereen is hiertoe in staat. Accepteer je dat als gemeente, of
vind je het een verantwoordelijkheid van de overheid om groepen inwoners of bepaalde
wijken hierin te ondersteunen? De mate waarin je deze participatie wilt ondersteunen
hoort binnen de gemeente nu al op de agenda te staan,” zegt Lammers. Het moge
duidelijk zijn dat de verandering die eraan komt verder gaat dan de invoering van een
aantal instrumenten. De Omgevingswet wordt qua impact en omvang vergeleken met de
decentralisaties in het sociaal domein. Een lichtpuntje: daar is dus van te leren.
Lammers: “De gemeentesecretaris kan onderzoeken wat wel en niet werkte in deze
transitie. Dat draagt bij aan het besef hoe de organisatie reageert op veranderingen.
Daar kun je bij deze verandering je voordeel mee doen.”
Kristel Lammers
Annemieke van Brunschot
Het programma Invoering Omgevingswet van de VNG werkt nauw samen met de
Vereniging van Gemeentesecretarissen. Samen organiseren ze diverse vormen van
ondersteuning voor gemeentesecretarissen, zoals regionale sessies. Ook
ontwikkelde het programma vier invoeringsstrategieën waarmee gemeenten hun
eigen veranderkundige opgave kunnen vormgeven. Deze ondersteuning past bij de
verkennende fase waarin veel gemeenten zich momenteel bevinden. Naarmate de
invoering van de wet dichterbij komt, zal het programma meer ondersteuning gaan
bieden. Bijvoorbeeld in leerkringen. Het Programma maakt deel uit van het
interbestuurlijke Programma aan de slag met de Omgevingswet.