Bijenwerk 2016 november/december

Download Report

Transcript Bijenwerk 2016 november/december

Bijenwerk 2016 november/december
In deze editie van Bijenwerk:








November: rustmaand voor bijen en imker;
December: de maand om te oxalen;
Preventieve of curatieve behandeling?
Hoe werkt oxaalzuur nu eigenlijk?
Sublimeren of druppelen?
Eén keer, meerdere keren of helemaal niet
behandelen?
Doe mee met de oxaalzuurbehandel enquête!
Een toekomst met varroa tolerante bijen?
Foto 1 Toedienen oxaalzuur
November en december zijn tamelijke rustige maanden voor de imker. We kunnen onze kennis
bijspijkeren met studiedagen en lezingen volgen. Het werk in de bijen beperkt zich tot de
oxaalzuurbehandeling. Alhoewel deze behandeling volken de bijen niet geneest, zal het wel de kans
op wintersterfte in het komende bijenseizoen aanzienlijk verkleinen. Doen dus!
November: rustmaand voor bijen en imker
Het imkerseizoen kent drie echt rustige maanden. November is de eerste, gevolgd door januari en
februari. Bij de meeste imkers vormt de varroabestrijding in het voorjaar, de zomer en de late herfst
een integraal onderdeel van de toegepaste bedrijfsmethode. In de maanden oktober en november
kunnen we niet veel meer in de volken doen dan de dagelijkse mijtenval in de gaten te houden en
vooral de omvang van het volk in aantallen bezette straatjes te monitoren.
Het is zinloos om in oktober nog mijten te bestrijden, want die
zitten in meerderheid nog verstopt in het laatste broed van het
bijenseizoen. Ze zijn dus onbereikbaar voor middelen als
oxaalzuur en Hive Clean. De andere middelen, die wel deels in
het broed doordringen, zoals mierenzuur, verdampen in
onvoldoende mate.
Bij een ernstige mijtenbesmetting, die meestal direct
aansluitend op de zomerbehandeling in augustus zichtbaar
Foto 2 Hoeveel straatjes groot is het volk.
wordt, loopt de bezetting van het bijenvolk vaak drastisch terug
in de maanden daarna. Bij minder dan 5 straatjes kun je dergelijke volken in september, oktober of
november nog verenigen met vergelijkbare middelmatige of zwakke volken om hun gezamenlijke
overlevingskansen te vergroten.
Met zes straatjes aan de veilige kant
De volken, die in oktober meer dan 6 straatjes bezetten en een beperkte mijtenval (< 6 mijten per
Bijenwerk november/december
Imkernieuws 23 november 2016
dag) laten zien, komen vrijwel zeker goed de winter door. Echter een combinatie van een
bovenmatige mijtenval en een zwakke (< 5 straatjes) bezetting resulteert in kwetsbare bijenvolken.
In november is het grote gevaar voor herbesmetting van mijten vanuit ineenstortende volken van
collega-imkers geweken. Mocht je begin november nog een bovenmatige mijtenval constateren, dan
komen deze mijten waarschijnlijk voort uit het nog uitlopende laatste broed. Aangezien er begin
november nog steeds gesloten broed aanwezig kan zijn, kun je maar beter niets doen en afwachten
tot dat het laatste broed is uitgelopen.
Vanaf eind november zit je aan de veilige kant, indien er 1 mijt per dag of minder valt en de bezetting
nog voldoende is.
December: oxaalmaand
December is bij uitstek de meest geschikte maand om de mijten
te bestrijden met oxaalzuur. Mocht de dagelijkse mijtenval,
gemeten over 5 tot 7 dagen, minder zijn dan één mijt per twee
dagen, dan kan de behandeling achterwege blijven. Blijkbaar is
de zomerbestrijding zeer effectief geweest en/of hebben je bijen
zelf de mijten goed onder de duim weten te houden.
Uit verschillende publicaties blijkt dat een vroege december
behandeling de beste resultaten geeft. Dit in tegenstelling tot
Figuur 1 Chemische formule oxaalzuur
wat voorheen werd beweerd dat de periode rond de feestdagen
het uitgelezen moment zou zijn. In de loop van november vermindert de eilegproductie van de
koningin sterk ten gevolge van de steeds korter wordende dagen en de dalende temperatuur. De
kans op een volledig uitgelopen broednest is eind november/begin december het grootst.
Blijft de temperatuur in november en december rondom de tien graden hangen, dan zal er ook vaak
een klein broednest aanwezig blijven. Dit kan overigens per bijenras verschillen. Het broednest
verdwijnt in een ‘warme’ winter helemaal niet, na 21 december gaan de dagen weer lengen en zal de
eilegproductie bij alle rassen weer toenemen.
Daarom is de beste periode voor oxaalzuurbestrijding eind november of de eerste helft van
december, zeker wanneer er in de eerste helft van november sprake is geweest van vorst in de
nacht.
Curatief of preventief behandelen?
De oxaalzuurbehandeling is per definitie een preventieve behandeling, die het volk zo schoon
mogelijk moet maken voor het komende seizoen. De zomerbehandeling in augustus is een echte
curatieve behandeling, deze moet het bijenvolk ontdoen van haar parasieten. Het volk zal anders in
veel gevallen de winter niet overleven. De voorjaarsbehandeling kan ook gezien worden als een
preventieve behandeling, deze voorkomt namelijk dat de mijtenontwikkeling in de zomermaanden
Bijenwerk november/december
Imkernieuws 23 november 2016
uit de hand kan lopen. Samen vormen deze drie behandelingen het driegangen menu. Indien goed
toegepast, moet ieder volk hiermee de jaarcyclus kunnen overleven.
Hoe werkt oxaalzuur nu eigenlijk?
Ongeacht de wijze van toepassing – druppelen of sublimeren (vergassen) – berust de werking op een
zwakke plek van de mijten, namelijk simpel gezegd hun blote voetzolen. De oxaalzuuroplossing
bestaat uit uiterst kleine oxaalzuurkristallen, die opgelost in de plakkerige suikeroplossing, in het
harenkleed van de bijen blijft hangen. Dit geldt ook voor de sublimatie van oxaalzuurkristallen. Ook
dan slaan de kristallen neer op het harenkleed van de bijen. Uiteraard belanden er ook kristallen
rechtstreeks op de mijten.
De oxaalzuurkristallen blijven aan de harige pootjes en aan de voetzolen van de mijten hangen en
hopen zich daar op. Een membraam aan de onderkant van de voetzolen houdt de
oxaalzuurkristallen niet tegen, waardoor de kristalen in het bloed van de mijt komen. Hierdoor legt
de mijt uiteindelijk het loodje (bron: Gerhard Brüning).
Je begrijpt nu waarschijnlijk ook waarom oxaalzuur zo lang blijft nawerken. De aanwezige kristallen
blijven aanwezig in het harenkleed van de bijen. De meeste mijten leggen snel het loodje. In de
eerste week na de behandeling valt 80% van de mijten van de bijen. In de 2 weken erna valt er nog
eens 15%.
In Duitsland is de oxaalzuuroplossing als doe-het-zelf pakket te koop, men noemt het Oxuvar. In de
volgende video zie je een demonstratie van de druppelmethode:
Video Oxaalzuur: https://youtu.be/zHmD0aZPd64
Sublimeren of druppelen?
Onderzoek toont aan dat sublimeren iets effectiever is
dan druppelen. Echter druppelen is gemakkelijker, gaat
veel sneller, vraagt geen extra hulpmiddelen en als
belangrijkste: de toediening is met beperkte
beschermingsmiddelen (plastic
beschermingshandschoenen en een stofbril) voor iedere
imker goed te doen.
Bij het sublimeren komen gevaarlijke dampen vrij, die
zeker niet ingeademd moeten worden. Een
Foto 3 Oxaalzuurverdamper
professioneel mondmasker met filters moet inademing
voorkomen. Daarnaast moet het oxaalzuur via verhitting vergast worden, dit vraagt ook
hulpmiddelen in de vorm van een accu of een verbrander. Ook de timing is belangrijk. De verhitting
van de oxaalzuurkristallen moet precies 2 minuten en 30 seconden duren, daarna moet de kast nog
10 minuten gesloten blijven. De oxaalzuurverdamper mag ondertussen wel uitgenomen worden voor
de volgende kastbehandeling. Koel de verdamper direct goed af in een emmer met koud water.
Bijenwerk november/december
Imkernieuws 23 november 2016
Daarmee voorkom je voortijdige sublimatie van kristallen voor deze in de volgende kast wordt
ingebracht.
In deze video zijn de benodigde gereedschappen en de toepassing daarvan te zien:
https://youtu.be/q6H6-orUeqA
Extra oplettendheid is geboden bij het verhitten van oxaalzuurkristallen bij gebruik van plastic
gaasbodems of een doorhangende wintertros bij sterke volken. Aangezien in een TBH het
lattenplafond hermetisch afgesloten is en deze dichting met was en propolis in de winter beter niet
verbroken kan worden, kan sublimeren voor deze kasten een oplossing bieden om de mijtbesmetting
te verkleinen.
Weersinvloeden
Aangezien de oxaalzuurkristallen in de wintertros over alle bijen verspreid moeten worden, zijn
bepaalde weersomstandigheden noodzakelijk voor een effectieve bestrijding. De volgende
weerstypen en bijbehorende behandelmethoden kun je onderscheiden:




Indien het ’s nachts en overdag vriest kan de behandeling beter enige dagen uitgesteld worden.
De bijen zitten namelijk te compact en de kristallen komen te weinig in de kern van de wintertros
terecht;
Indien het in de komende nacht na de geplande behandeling gaat vriezen, kun je de behandeling
beter uitstellen. De warmtehuishouding van de bijen wordt namelijk behoorlijk gestrest.
Bij een dagtemperatuur van tussen de drie en acht graden en enige nagenoeg vorstvrije nachten
is de druppelmethode goed toepasbaar. De bijen zitten dan wel redelijk op de wintertros, maar
de oplossing komt goed op de bijen in de kern van de wintertros terecht;
Bij temperaturen van boven de acht graden overdag en vorstloze nachten komen de bijen weer
losser in de kast te zitten. Bij deze temperatuur werkt de druppelmethode minder goed, omdat
een deel van de oplossing door de tros lekt. Sublimeren werkt echter uitstekend bij een
temperatuur > vier graden, mits de bijen niet vliegen, omdat de damp met kristallen juist dan tot
in de kern van de loszittende wintertros doordringt.
Eenmalig, vaker of helemaal niet?
Bij sublimeren kan het voor de bijen niet direct kwaad om de
behandeling te herhalen. Doe dit uitsluitend indien er meer
dan 1000 mijten vallen in de drie weken na de behandeling.
Indien correct toegepast bij de juiste weersomstandigheden
is de effectiviteit van druppelen en sublimeren > 95%.
De laatste mijten moet je niet weg willen vangen. Je bent
dan de selectiedruk op de sterkste mijten aan het verhogen,
waardoor er uiteindelijk mijten overblijven, die niet meer
bestreden kunnen worden.
Bijenwerk november/december
Imkernieuws 23 november 2016
Bij toepassing van een oxaalzuursuikerwateroplossing wordt er in de literatuur van erkende Duitse en
Zwitserse bijeninstituten gewaarschuwd om de behandeling vooral eenmalig toe te passen. Als
redenen hiervoor worden genoemd:



een deel van de suiker- en zuurhoudende oplossing komt in het maag- en darmstelsel van de
bijen terecht. Een eenmalige behandeling wordt goed verdragen, echter een tweede behandeling
vaak niet;
de kristallen komen in het haarkleed terecht, maar kunnen ook in de tracheeën van de bijen
terecht komen. Bij een tweede behandeling zal een deel van de bijen kunnen stikken vanwege
(door de dubbele dosering) verstopte tracheeën;
de latere voorjaarsontwikkeling kan negatief beïnvloed worden.
Foto 4 Maagdelijke raat in een TopBar Hive
Indien uit het monitoren van de mijtenval eind november blijkt dat er nagenoeg geen mijten vallen –
bijvoorbeeld slechts 1 mijt in de vier of vijf dagen – en je bent ervan overtuigd dat de gaasbodem niet
Bijenwerk november/december
Imkernieuws 23 november 2016
verstopt zit, dan kun je de oxaalzuurbehandeling achterwege laten. Het is namelijk een preventieve
behandeling, die geen invloed heeft op de overwinteringskansen van het bijenvolk.
Aanvullende tips
Een correcte en effectieve toepassing zit ‘m vaak in de details. Besteed aandacht aan de volgende
zaken:











In gebieden met hard kraanwater kun je beter gedemineraliseerd water bij de bouwmarkt
kopen om de suikerwateroplossing aan te maken. 600 ml water samen met 600 gram suiker
maken precies 1 liter suikerwateroplossing. Los hierin 35 gram oxaalzuurkristallen op.
Gebruik vooral geen sterkere suikerwateroplossing, want de bijen zullen het dan zeker
opeten en ten onder gaan aan het bijtende oxaalzuur.
De aangemaakte vloeistof dient kort van te voren aangemaakt te zijn. Oxaalzuur opgelost in
suikerwater loopt snel terug voor wat betreft de werking. De houdbaarheid in de koelkast is
maximaal 6 maanden. Voor gebruik echter weer handwarm maken;
Gebruik bij het klaar maken van de vloeistof handschoenen, mondkapje, bedekkende kleding
en een beschermbril. Bij sublimeren is een goed gezichtsmasker vereist.
Pas de juiste dosering toe van 5 a 6 ml per bezette straat, met een maximum van 50 ml bij
een zeer sterk volk. Indien de buitenste straatjes gering bezet zijn, tellen deze niet mee. Een
zesramer met 4 goed bezette straten krijgt dus 20 tot 24 ml oplossing;
Zeer zwakke volken niet behandelen met de druppelmethode, zij kunnen de
warmtehuishouding niet voldoende regelen en zullen de behandeling vaak niet overleven.
Heb je meerdere zwakke volken, verenig ze dan alsnog en behandel ze dan twee weken later;
Indien de straatjes in de bovenste broedkamer goed zichtbaar zijn, dan kan het oxaalzuur op
de bijen in de straatjes gedruppeld worden. Indien de bijen niet zichtbaar zijn, dan moet de
bovenste broedkamer gekiept worden en moet er tussen de twee bakken gedruppeld
worden;
Bij sublimeren volstaat 1 gram oxaalzuurkristallen of 1 tablet van 1 gram bij een volk op één
broedkamer, bij Dadantkasten en volken op 2 broedkamers wordt 2 gram aanbevolen;
Bij de toepassing van een suikerwateroplossing dient de vloeistof handwarm te zijn, dit
voorkomt ernstige negatieve effecten op de warmtehuishouding van de bijen;
Oxaalzuur wordt ook in de zomer gebruikt om de bijen op de raten of in een zwermkist te
benevelen, in dat geval wordt 30 gram oxaalzuur opgelost in een liter water;
Behandel in ieder geval voor de kerstdagen, want de bijen komen dan zeker weer snel in het
broed;
Last but not least: overdaad schaadt!
Bijenwerk november/december
Imkernieuws 23 november 2016
Doe je ook mee aan de enquête oxaalzuurbehandeling?
De winter APK is drie jaar op rij met een aantal imkers uitgevoerd en
gemonitord. Er is duidelijk aangetoond dat zwakke volken in de winter eerder
het loodje leggen dan middelmatige en sterkere volken. Wellicht een open
deur, maar selectie op sterkte van de volken draagt bij tot vermindering van
de winterverliezen. De auteurs van Imkernieuws hopen daarom van harte dat
er zo veel mogelijk sterke volken zijn ingewinterd.
De oxaalzuurbehandeling is een prachtig moment om de sterkte van de wintervolken te peilen. Turf
de sterkte in drie categorieën:
- zwak: 4 of minder dan 4 straatjes in een tienramer (simplex)
- middelmatig: 5 of 6 straatjes in een tienramer (simplex)
- sterk: 7 of meer dan 7 straatjes in een tienramer (simplex)
Geef de sterktegegevens door via de online enquête. We vragen hoe je de winterbehandeling hebt
uitgevoerd, hoeveel volken je hebt behandeld en de aantallen per categorie in te vullen. Aan de hand
hiervan kunnen we de vergelijking maken met voorgaande jaren en bij voldoende respons wellicht
een indicatie geven van de verwachte wintersterfte in Nederland. In Duitsland wordt gemeld dat de
verliezen dit najaar al hoger zijn dan vorig jaar.
Hou dus alsjeblieft tijdens de winterbehandeling een telling bij van het aantal volken per categorie en
geef de resultaten aan ons door. We zullen in de eerstvolgende Imkernieuws (januari) de resultaten
publiceren.
Een toekomst met varroa tolerante honingbijen?
Een toekomst zonder varroamijten is ondenkbaar. Een toekomst waarbij honingbij en varroamijt in
symbiose met elkaar leven, lijkt haalbaar en realistisch.
Steeds meer imkers, groepen imkers en onderzoekers houden zich bezig met onderzoek naar varroa
tolerante bijen. De bijenkolonie als sociaal organisme vormt een robuust geheel, ze kunnen best een
stootje hebben. Door de zwakte van de individuele bij wordt de kolonie juist sterker. Verzwakte en
zieke bijen verlaten de kolonie en ontzien daarmee hun zusters en halfzusters in de kolonie.
Bijen kunnen tot op zekere hoogte ook een mijtenbesmetting goed verdragen, zo lang de
mijtbesmetting maar niet uit de hand loopt en de geboorte van voldoende gezonde bijen in de weg
staat. Het ruimen van niet levensvatbare larven of aangetaste poppen of bijen behoort tot de
basisvaardigheden van het bijenvolk. Juist in hygiënische vaardigheden kunnen bijenvolken
uitblinken.
Bijenwerk november/december
Imkernieuws 23 november 2016
Deze eigenschappen zijn iets lastiger te meten dan het gewicht van een honingbak. Toch zijn er
steeds meer imkers en telers, die het hygiënische ruimgedrag van hun bijen meten in de vorm van
een zogenaamde hygiënetest.
Foto 5 Mal voor het uitvoeren van de hygiënetest
Foto 6 Het resultaat van de test
Autogrooming
Een gespecialiseerde vorm van hygiëne richt zich op de aanwezigheid van mijten, deze vorm wordt
Varroa Sensitieve Hygiëne (VSH) genoemd. Bijen hebben in potentie de mogelijkheid om mijten te
detecteren en zichzelf of elkaar te ontdoen van deze parasieten. Dit verschijnsel wordt auto- en
allogrooming genoemd.
In de volgende video wordt verslag gedaan van een Engelse imker, die 19 jaar geleden begonnen is
met de selectie en teelt van bijen, die zichzelf tot op zekere hoogte wisten te ontdoen van de
varroamijt en een bepaald type virussen, die bij onze bijen DWV veroorzaakt.
Video selectie/teelt autogrooming: https://youtu.be/DUFDXl8VGvs
Daarnaast hebben bijen het vermogen om de in het broed aanwezige en reproducerende mijten te
detecteren en deze poppen vroegtijdig te ruimen. Hierbij worden ook de nog niet levensvatbare
mijten geruimd, waardoor de groei van de mijtenpopulatie beperkt blijft.
Een andere mogelijkheid om de mijtengroei wellicht te beperken zou een verkorting van het
popstadium kunnen zijn. Afrikaanse en Aziatische bijensoorten hebben een popstadium dat 1 dag
korter is dan onze honingbij (11 dagen), waardoor de reproductiegraad van de mijten sterk
vermindert en de schade aan de bijen verwaarloosbaar wordt.
Er zijn onderzoeken gaande, zoals bij de Helmondse bijenvereniging en imkerij de Linde, waarbij
volken worden overgezet op 4,9 mm kleine cellen. Hierbij wordt onderzocht welke gevolgen dit heeft
voor de reproductie van de mijten in deze bijenkolonies.
Teelt en selectie
Bijenwerk november/december
Imkernieuws 23 november 2016
In Nederland en andere landen houden verschillende teeltgroepen zich bezig met de teelt en selectie
van bijen, waarbij de VSH-eigenschappen tot uiting komen. De Stichting Arrista Bee Research
https://aristabeeresearch.org/nl/ onder leiding van de Nederlandse imker en onderzoeker BartJan
Fernhout ondersteunt deze groepen met advies en onderzoek.
In Nederland houdt de teeltgroep Flevo en Marken zich bezig met de teelt en selectie van Buckfast
VSH-lijnen. De stichting de Duurzame Bij is eveneens actief op dit terrein. Ook bij de Carnica teelt
lopen diverse initiatieven om de VSH-eigenschappen meer naar voren te halen.
De resultaten zijn verrassend en hoopgevend. Het zal echter nog wel enige jaren duren voordat de
bevruchtingsstations uitgerust zullen worden met darrenvolken, die onze bijen zullen gaan helpen
met eigenschappen die de varroamijten binnen de perken zullen houden.
Er gloort echter hoop en dat is goed nieuws voor alle imkers.
Bijenwerk november/december
Imkernieuws 23 november 2016