Transcript compacte
Slaagcijfers aan de Vlaamse universiteiten zijn niet zo dramatisch als vaak wordt gedacht Drie studenten op vier behalen een bachelordiploma binnen de vijf jaar De (lage) slaagcijfers aan de Vlaamse universiteiten zijn een populair gespreksonderwerp. Maar wie niet alleen naar de resultaten van de startende studenten kijkt en ook het ruimere plaatje in ogenschouw neemt, krijgt een ander, positiever beeld. Liefst zes op tien slaagt niet in het eerste jaar aan de universiteit. Deze en gelijkaardige titels duiken heel geregeld op in de media, in het gezelschap van analyses en voorstellen om het tij te keren. De term ‘slaagcijfers’ verdient echter absoluut een genuanceerde benadering. Alleen maar kijken naar de studieresultaten van de startende studenten op het einde van hun eerste jaar in het hoger onderwijs weerspiegelt niet altijd het studierendement in hun volledige studiecarrière. Wie het hele plaatje bekijkt, krijgt een gedetailleerder beeld. Het hoger onderwijs anno 2016 steekt complex in elkaar. Een korte terugblik is daarom noodzakelijk: na de Bologna-akkoorden voerden ook de Vlaamse universiteiten de bachelor-master-structuur in, met het daaraan gekoppelde flexibiliseringsdecreet. Studenten zitten niet langer in het eerste of het tweede jaar met daaraan gekoppelde vakken, maar moeten studiepunten zien te verzilveren in ‘credits’. Een bacheloropleiding bestaat uit 180 studiepunten. Wie een ‘modeltraject’ volgt, behaalt het bachelordiploma na drie jaar, waarin elk jaar 60 studiepunten opgenomen werden. Weinig vogels voor de kat Wat cijfermateriaal: ongeveer één student op drie behaalt in het eerste jaar aan de universiteit meteen alle ‘credits’ van het modeltrajectjaar. Een minderheid, maar dat betekent niet dat de grote meerderheid van de studenten geen diploma zal behalen. Integendeel: zij volgen na hun eerste jaar een geïndividualiseerd studietraject. In dat traject lukt het een op vijf om toch nog binnen de vooropgestelde drie jaar het bachelordiploma te behalen in de oorspronkelijk gekozen opleiding. Een grotere groep doet er één of twee jaar langer over, maar haalt uiteindelijk ook het diploma. Wanneer het studierendement – een beter woord dan ‘slaagcijfers’ in de hedendaagse context – over een periode van vijf jaar wordt bekeken, wordt duidelijk dat ongeveer 75% van de gestarte universiteitsstudenten in Vlaanderen een bachelordiploma hoger onderwijs behaalt, soms na een geslaagde heroriëntering. Een heel ander cijfer dan ‘zes op tien slaagt niet’. Ongeveer 25% van de startende studenten aan de universiteit behaalt na één jaar minder dan of slechts 30% van de opgenomen studiepunten. Maar ook zij zijn niet allemaal een vogel voor de kat. De meeste van deze studenten heroriënteren zich en volgen een andere opleiding aan unief of hogeschool. 43% van hen behaalt binnen de vijf jaar na de eerste inschrijving een diploma hoger onderwijs. Logisch dus dat de Vlaamse universiteiten steeds meer inzetten op (her)oriënterings- en begeleidingsinitiatieven. Het aantal drop-outs blijft dan ook beperkt.