Transcript Bouke `s Babbel
Bouke ’s Babbel
²
Onderlinge communicatie
Bij de gebakafdeling van de Jumbo was ik getuige van een grappige conversatie tussen een kleine jongen en een meisje. Het gesprek ging ongeveer als volgt: ‘Trientsje, welk gebakje vind jou ut lekkerst?’ Het meisje bekeek het hele assortiment en zei toen: ‘Ik vin moorkoppen ferskrikkeluk lekker. Ik kan d’r wel twee van op maar dan krij ik soon bruine toet.’ Het jongetje vervolgens: ‘Nou ik hew liever een bananesoes.’ Trientsje: ‘Een puddingbroodje vin ik ook so lekker, mar dat witte spul valt altijd op mijn kleren en dan begint mijn mem so te seuren.’ Het jongetje: ‘Dat witte spul blaas ik altijd fut.’ Waar andere kinderen in de winkel dreinen om iets lekkers keuvelde dit tweetal onverstoorbaar over de verschillende zoetigheden. Het verraste mij ook dat het meisje Trientsje heette. Zo’n naam verwacht je niet meer bij kinderen. Achter de kassa zat een meisje met een naam die mogelijk nog antieker is: Hendrikje. Ik las het op het naamkaartje op haar schort. Toch klinkt die naam mij als muziek in de oren. Hendrikje zal ik niet snel vergeten, terwijl ik de namen van de meeste andere Jumbo-kassières al lang kwijt ben. De naam Trientsje doet me denken aan een Trien uit Harlingen. Ze leefde lang geleden en had de bijnaam Trien Zonder Broek. Ze wordt beschreven in een document met Harlinger bijnamen. Ik citeer:
Trien Zonder Broek. Deze vrouw kon behoorlijk tekeer gaan, vooral als het om geld ging. Ze voelde zich altijd benadeeld. Op zijn Harlings gezegd: ze had de dief aan de kont hangen. Trien is eens betrapt toen ze geen onderbroek aan had. Sindsdien werd ze in Harlingen Trien Zonder Broek genoemd.
In hetzelfde document staat een bijnaam van iemand die een heel speciale manier van communiceren had:
De Barg. Als hij praatte knorde hij als een varken.
Deze vrouw-zonder-broek speelt al jaren in het damesteam van Zwart-Wit Lekkerland. In communiceren is ze niet zo sterk. Het enige wat ze kan zeggen is: ‘Boe.’