De klacht bij de provincie

Download Report

Transcript De klacht bij de provincie

Berx Provinciegouverneur Cathy Koningin Elisabethlei 22 2018 Antwerpen AANGETEKEND Peter Mertens, Gemeenteraadslid Antwerpen Lise Vandecasteele, OCMW-raadslid Antwerpen Van Arteveldestraat 5 2060 Antwerpen 21.10.2016

Geachte provinciegouverneur, Geachte Mevrouw Berx,

Betreft: Klacht tegen het besluit van de Raad voor Maatschappelijk Welzijn van het OCMW van Antwerpen van 29 september 2016 dat de administratie mandateert om de onderhandelingen met G4S Care NV op te starten om tot een concrete uitvoeringsovereenkomst voor de uitbating van het inloopcentrum ‘De Vaart’ te komen

Verzoekers vragen u om het besluit van de Raad voor Maatschappelijk Welzijn (hierna: de Raad) van het Antwerpse OCMW van 29 september 2016 dat de administratie mandateert om de onderhandelingen met de best gerangschikte mogelijke projectuitvoerder, openbare centra voor maatschappelijk welzijn.

in casu

, G4S Care NV op te starten om tot een concrete uitvoeringsovereenkomst voor de uitbating van inloopcentrum ‘De Vaart’ te komen, te schorsen overeenkomstig artikel 111 §3 van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de Op 25 mei 2016 lanceerde het OCMW Antwerpen een projectoproep om beleidsvoorbereidend te verkennen welke organisaties/partners zouden kunnen instaan voor de uitbating van het inloopcentrum ‘De Vaart’ dat momenteel uitgebaat wordt door het Centrum voor Algemeen Welzijn Antwerpen (hierna: CAW Antwerpen). Uit de projectoproep:

“Het OCMW Antwerpen zoekt een organisatie die instaat voor de uitbating van het inloopcentrum De Vaart. Het OCMW ondersteunt deze organisatie met een subsidie en terbeschikkingstelling van het pand gelegen aan te 2000 Antwerpen, Italiëlei 69.

1

Het inloopcentrum moet toegankelijk zijn voor alle huidige en toekomstige daklozen. Het inloopcentrum dient in eerste instantie een veilige en warme plek te zijn voor de dakloze. Het inloopcentrum ontvangt momenteel ongeveer 100 bezoekers op dagbasis. In de winterperiode kan dit aantal oplopen tot ongeveer 125.

De openingsuren dienen zo maximaal mogelijk te zijn en aan te sluiten bij de openingsuren van de andere inloopcentra binnen Antwerpen. Daklozen moeten immers ieder uur van de dag een opvangplaats hebben. In bepaalde periodes van het jaar zal het aangewezen zijn om de openingsuren van de werking te verruimen (vb.: tijdens de winterperiode, wanneer andere centra gesloten zijn, …). Het inloopcentrum dient aansluiting te vinden bij de reeds bestaande hulpverleningsnetwerken. In tweede instantie kan de dakloze verankerd worden bij de bestaande hulpverleningsdiensten.

Dak- en thuislozen kunnen, volgens hun eigen mogelijkheden en op hun eigen tempo, vanuit inloopcentrum De Vaart worden toegeleid naar een structureel begeleidingstraject. Het ultieme doel is dat daklozen via begeleiding en participatie aan verschillende activiteiten opnieuw kunnen activeren en integreren in de maatschappij.”

Twee kandidaten dienden een voorstel in met name CAW Antwerpen en G4S Care NV. Deze twee voorstellen werden beoordeeld door een jury, bestaande uit vijf ambtenaren, die oordeelde dat het voorstel van G4S het beste voldeed aan de vooropgestelde doelstellingen.

De Raad mandateerde op 29 september 2016 de administratie (departement MI) om de onderhandelingen met de best gerangschikte mogelijke projectuitvoerder, G4S Care NV, op te starten om tot een concrete uitvoeringsovereenkomst voor deze opdracht te komen.

Verzoekers zijn het daar niet mee eens en dienen bij u een klacht in met de vraag om de uitvoering van het besluit te schorsen.

De gouverneur kan bij een met redenen omkleed besluit, de uitvoering schorsen van het besluit waarbij een openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn de wet schendt of het algemeen belang schaadt.

2

Verzoekers baseren zich op de volgende redenen:

I.

De Raad heeft zich niet gehouden aan de wetgeving betreffende de overheidsopdrachten

De Raad heeft zich niet gehouden aan de wetgeving betreffende de overheidsopdrachten met inbegrip van de wet van 15 juni 2006 betreffende overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten.

In de projectoproep staat op p. 3: “

diensten

”.

Het toekennen van het project is niet onderworpen aan de algemene reglementering betreffende de overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en

Volgens het OCMW is het niet nodig dat het OCMW zich aan deze wetgeving houdt, aangezien het niet om een overheidsopdracht gaat, maar wel om een projectoproep.

Het is niet de naam die bepalend is voor de toepassing van de wetgeving betreffende de overheidsopdrachten.

Wie werkt met tenders, aanbestedingen, overheidsopdrachten of projectoproepen moet zich houden aan de nationale en Europese wetgeving betreffende de overheidsopdrachten. Minister Jo Vandeurzen heeft daarover gezegd: ‘

het werken met tenders, aanbestedingen, overheidsopdrachten of projectoproepen is al lang een bestaande praktijk in verschillende beleidsdomeinen. Wie een dergelijke marktbevraging wil houden, moet zich aan de Europese regels conformeren

’. De Raad heeft dat niet gedaan en schendt daarmee de wet.

II.

Het besluit van de Raad van Maatschappelijk Welzijn past geenszins of minstens onvoldoende in de realisatie van de sociale grondrechten

Het besluit past volgens de Raad in de realisatie van de doelstelling ‘Harmonieuze stad’ uit het meerjarenplan van het OCMW van Antwerpen 2014-2019 en meer specifiek onder de prioritaire doelstelling ‘De sociale grondrechten van alle Antwerpenaren en in het bijzonder van mensen in armoede zijn gegarandeerd’ met onderafdeling ‘Dak- en thuislozen zijn geholpen met een persoonsgerichte aanpak’ (1HHM0103).

Verzoekers zijn het daar niet mee eens. Volgens verzoekers past het besluit geenszins of minstens onvoldoende in de realisatie van de sociale grondrechten van dak- en thuislozen en schendt het besluit daarmee eveneens het algemeen belang.

3

Ten eerste maakt de Raad geen belangenafweging tussen de realisatie van de sociale grondrechten van dak- en thuislozen door een bedrijf dat gericht is op het genereren van winst en een vereniging zonder winstoogmerk. Aan de beslissing moet een nauwgezette belangenafweging ten grondslag liggen wat niet het geval lijkt te zijn. Op geen enkel moment maakt de Raad of de jury de afweging tussen de belangen van een commerciële speler (G4S Care NV) die gericht is op winst en een vereniging zonder winstoogmerk (CAW Antwerpen, 0455.608.604) die per definitie met een andere oogmerk dan winst maken een inloopcentrum voor daklozen uitbouwt en zal uitbouwen. De Raad noch het OCMW maken daar ook maar één opmerking of bedenking over terwijl een deel van de subsidie naar winst voor G4S Care NV zal gaan en dit een doorslaggevende invloed kan hebben op het realiseren van de sociale grondrechten van de daklozen in het inloopcentrum. G4S Care NV is een vennootschap gericht op winst. Op de homepage van het bedrijf staat hoeveel opbrengst G4S Care NV behaalt respectievelijk uit ‘cash solutions’, ‘security solutions’ en ‘care and justice services’.

http://www.g4s.com/en/What%20we%20do/Services/Care%20and %20Justice%20Services/ Het is pas sinds 19 november 2015 dat G4S Logistics Solutions is veranderd van naam naar G4S Care NV en haar maatschappelijk doel heeft aangepast naar onder andere het uitbaten van centra voor thuislozen (Belgisch Staatsblad, 19.11.2015 ondernemingsnummer 0462.960.115).

G4S Care NV heeft geen ervaring heeft met de uitbating van een inloopcentrum voor dak- en thuislozen dit terwijl het CAW Antwerpen het inloopcentrum al 18 jaar uitbaat samen met nog andere inloop- en opvangcentra (http://www.cawantwerpen.be/opvang).

doel dit pas toelaat sinds november 2015. Het toekenningsrapport verwijst bij G4S Care NV naar de ervaring met hulpverlening aan andere kwetsbare groepen met name vluchtelingen. In België kan die ervaring niet uitgebreid zijn aangezien het maatschappelijk Ten tweede staan in de projectoproep geen specifieke regels voor de functievereisten van het personeel. Pagina 7 van de projectoproep stelt

“Het OCMW van Antwerpen legt geen specifieke regels op wat betreft functievereisten bij het personeel. De kandidaat moet de daklozen op een integere en correcte wijze behandelen.”

Dit betekent dat het niet langer nodig is om met gediplomeerde maatschappelijk assistenten te werken. In het toekenningsrapport (p. 5) wordt de grote inzet van maatschappelijke werkers door het CAW 4

Antwerpen als weinig efficiënt beoordeeld. Dit is volgens verzoekers nefast voor de kwaliteit van de zorg en voor de realisatie van de sociale grondrechten. Kostenefficiëntie weegt door op de kwaliteit.

Ten derde komt de continuïteit van de aangepaste dienstverlening in het gedrang. Pagina 7 van de projectoproep stelt: “

De kandidaat wordt aangemoedigd om zoveel mogelijk creativiteit aan de dag te leggen bij de uitbating van het inloopcentrum en voor een zo groot mogelijk bereik van de doelgroep. De creativiteit kan o.a. tot uiting komen bij het aanbieden van praktische dienstverlening, het organiseren van toegankelijke activiteiten, …” “De kandidaat geeft in zijn nota ook aan of en hoe hij de garantie zal bieden op continuïteit van de dienstverlening. (eigen onderlijning)“

Vandaag wordt er door CAW Antwerpen op maat begeleiding geboden: bijvoorbeeld administratieve hulp, budgetbegeleiding en psychosociale zorg. De continuïteit van deze dienstverlening wordt niet meer gegarandeerd. Pagina 2 van de projectoproep stelt:

“De subsidie wordt toegekend voor een termijn van 2,5 jaar. De vermoedelijke aanvangsdatum van het project (uitbating van het inloopcentrum De Vaart) is 1 juli 2017. Het project loopt af op 31 december 2019.”

Dat betekent dat werk op lange termijn onmogelijk wordt en dat de continuïteit van professionele hulpverlening in het gedrang komt aangezien de subsidie maar wordt toegekend voor 2,5 jaar.

III.

Het besluit van de Raad schendt het meerjarenplan van het OCMW van Antwerpen 2014-2019

In het meerjarenplan van het OCMW van Antwerpen 2014-2019 staat onder doelstelling 2.1.1. beleidsdomein harmonieuze stad (p. 50-51):

Reorganisatie van de dagopvang -aanknoping met hulpverlening.

5

-gericht op overlastbeperking en aandacht voor het opzetten van persoonsgerichte trajecten

-in samenwerking met de stad (Samen Leven) en Het Centrum voor Algemeen Welzijnswerk.

-openings- en sluitingsuren aanpassen aan noodzaak (vb.

winterperiode)

De Raad schendt met haar beslissing engagementen ten aanzien van het CAW aangezien in het meerjarenplan staat dat de reorganisatie van de dagopvang zal gebeuren in samenwerking met het CAW. Door de administratie te machtigen om de onderhandelingen op te starten met G4S Care NV schendt zij haar eigen meerjarenplan. Nergens in het meerjarenplan is er sprake van het mogelijk uitbesteden van de dagopvang aan een andere organisatie of commerciële speler. De Raad schendt met haar beslissing bovendien het vertrouwensbeginsel aangezien de burger erop mag vertrouwen dat het OCMW haar eigen meerjarenplan zal volgen.

IV.

De beoordelingscriteria worden niet correct toegepast

4.1. De gelijkheid wordt miskend doordat de jury zich niet heeft gehouden aan de procedure uiteengezet in het document projectoproep.

De pluspunten bij de beoordelingscriteria van de projectoproep verschillen van de pluspunten bij de beoordelingscriteria in het toekenningsrapport.

De Raad moet de verschillende kandidaten op gelijke, niet-discriminerende en transparante wijze behandelen wat zij niet heeft gedaan. De beoordelingscriteria en pluspunten van de projectoproep zijn:

A. Visie op de werking en organisatie van het inloopcentrum 45 PUNTEN

Pluspunten

Laagdrempelig Structurele begeleidingstrajecten Ruime en flexibele openingsuren Verruiming openingsuren specifieke periodes Innovatie en resultaatsgerichtheid Aansluitend bij de visie van KADANS

6

B. Plan van aanpak 30 PUNTEN Hoe zal de opvang worden ingevuld (exploitatie) ?

Pluspunten

Samenwerkingsverbanden Inzet van medewerkers Integratiebevorderende activiteiten C. Financieel plan 25 PUNTEN Het financieel plan stelt het bedrag voor van de nodige subsidie ter vergoeding van personeels- en werkingskosten.

De beoordelingscriteria en pluspunten van het toekenningsrapport zijn:

A. Visie op de werking en organisatie van het inloopcentrum 45 PUNTEN

Pluspunten

Creativiteit/innovatie Resultaatsgerichtheid Beschrijving aangeboden hulpverlening en continuïteit Verruimde openingsuren Inzet van vrijwilligers en ervaringsdeskundigen Structurele begeleidingstrajecten Visie KADANS B. Plan van aanpak 30 PUNTEN Hoe zal de opvang worden ingevuld (exploitatie) ?

Pluspunten

Lokale verankering Ervaring Inzet medewerkers Veiligheidsbeleid Samenwerkingsverbanden Innovaties C. Financieel plan 25 PUNTEN Het financieel plan stelt het bedrag voor van de nodige subsidie ter vergoeding van personeels- en werkingskosten.

7

Aan de ene kant staan de pluspunten zoals aangekondigd in het projectvoorstel niet allemaal beoordeeld in het toekenningsrapport met name:

- Laagdrempeligheid

: dit criterium wordt door het CAW Antwerpen uitgewerkt maar wordt niet beoordeeld in het toekenningsrapport.

Aan de andere kant worden staan tussen de beoordelingscriteria van het toekenningsrapport criteria die niet in het projectvoorstel staan met name:

- Inzet van vrijwilligers en ervaringsdeskundigen

niet vermeld als pluspunt bij de projectoproep.

- Veiligheidsbeleid

: het CAW Antwerpen wordt verweten te weinig gebruik te maken van de inzet van vrijwilligers en ervaringsdeskundigen. Dit pluspunt staat echter : het CAW Antwerpen wordt afgerekend op het feit te weinig aandacht te hebben voor veiligheidsaspecten en het ontwikkelen van een veiligheidsbeleid. G4S Care NV heeft er volgens het toekenningsrapport wel voldoende aandacht voor. Dit pluspunt staat wederom niet vermeld als pluspunt bij de projectoproep.

4.2. Het criterium “expertise, ervaring en garanties” wordt genegeerd Het criterium “expertise, ervaring en garanties” waarvan sprake in de beslissing van het College van Burgemeester en Schepenen komt onvoldoende terug in de beoordelingscriteria van het project. Dat blijkt rechtstreeks uit het toekenningsrapport. Er lijkt een algemene vooringenomenheid tegen de huidige werking te zijn, waardoor een voortzetting ervan als negatief wordt geduid. Zo worden “expertise, ervaring en garantie” als negatieve punten beschouwd, in plaats van als positieve beoordelingscriteria. Bij CAW Antwerpen wordt bijvoorbeeld vermeld dat er te veel gebruik wordt gemaakt van maatschappelijk werkers en van personeel met anciënniteit. Dit duidt echter op ervaring en garanties op een professionele begeleiding, wat niet als een pluspunt wordt beschouwd. Bij G4S zou er een goede mix van personeel zijn. Dat deze personeelsleden geen of veel minder ervaring hebben, wordt echter niet als negatief punt beschouwd. 4.3. Het criterium van de personeelskosten en de haalbaarheid ervan voor de openingsuren wordt niet op een consistente manier geëvalueerd 8

Bij G4S Care NV wordt in het toekenningsrapport (p.6) vermeld dat het niet evident zal zijn om met een beperkt aantal personeelsleden de openingsuren zo sterk uit te bouwen. Het OCMW wil daaromtrent sluitende garanties. Het is contradictorisch om een efficiënte inzet van personeelsleden als een pluspunt te beschouwen, doch tegelijk vragen te stellen bij de haalbaarheid ervan. 4.4. Samenwerking, netwerking en lokale verankering zijn oproep, maar worden bij de beoordeling van de jury niet belangrijk geacht criteria in de In de oproep wordt de samenwerking benadrukt “

structureel begeleidingstraject.

In tweede instantie kan de dakloze verankerd worden bij de bestaande hulpverleningsdiensten.

Dak- en thuislozen kunnen, volgens hun eigen mogelijkheden en op hun eigen tempo, vanuit inloopcentrum De Vaart worden toegeleid naar een

Het CAW heeft samenwerkingsverbanden, maar blijft volgens het rapport vaag over de doelstelling. G4S heeft er geen. Voor een inloophuis zijn netwerken en samenwerkingsverbanden nochtans cruciaal, en ze moeten flexibel en op maat van de doelgroep worden ingezet. Een ketenaanpak veronderstelt ook samenwerkingsverbanden. In het juryverslag staat over G4S Care NV: “

Het gebrek aan lokale verankering zal de operationele uitwerking bemoeilijken

.” Ondanks het gebrek aan samenwerkingsverbanden en lokale verankering die in het projectvoorstel als belangrijk worden geacht, wordt G4S Care NV toch als beste gekozen. 4.5. Het toekenningsrapport is voor het derde beoordelingscriterium ‘financieel plan’ niet afdoende gemotiveerd Voor het CAW Antwerpen leiden drie positieve opmerkingen en één negatieve opmerking (beperkt budget voor inzet doelgroepmedewerkers) tot minder punten dan drie positieve en twee negatieve opmerkingen (‘mogelijk om met beperkt aantal medewerkers permanent open?’ en ‘Geen budget voorzien voor vorming medewerkers’, dit terwijl G4S geen ervaring heeft met de uitbating van een inloopcentrum, zich op een nieuw terrein zal begeven en zij bovendien kiest voor personeel met minder anciënniteit dan CAW Antwerpen) voor G4S Care NV. Op dat punt is de motivering van het toekenningsrapport niet afdoende en kunnen de argumenten het puntenaantal niet staven.

9

4.6. Het feit dat G4S Care NV veel aandacht besteed aan uitstroom wordt als positief geëvalueerd Volgens het toekenningsrapport besteed G4S Care NV veel aandacht aan het werken aan uitstroom (p. 4 toekenningsrapport). De vraag is wat er met uitstroom wordt bedoeld. Bovendien is voor een uitstroom een sterk samenwerkingsnetwerk met andere organisaties in Antwerpen nodig wat G4S Care NV niet heeft. Dit wordt ook duidelijk vermeld in de projectoproep:

“Het inloopcentrum dient aansluiting te vinden bij de reeds bestaande hulpverleningsnetwerken. In tweede instantie kan de dakloze verankerd worden bij de bestaande hulpverleningsdiensten. Dak- en thuislozen kunnen, volgens hun eigen mogelijkheden en op hun eigen tempo, vanuit inloopcentrum De Vaart worden toegeleid naar een structureel begeleidingstraject.”

V.

De werking wordt door G4S Care NV als “opvang” gedefinieerd in plaats van inloophuis en het vrijblijvend karakter van een inloopcentrum wordt te weinig benadrukt

Problematisch is dat de werking van G4S als “opvang” wordt gedefinieerd en niet meer als een inloophuis (p.4 toekenningsrapport). Dit staat in schril contrast met de eigenlijke oproep waar die duidelijk en meerdere keren de term “inloopcentrum” vermeldt. De meerwaarde van een inloophuis is: laagdrempelig, generalistisch, meer nabijheid, meer vertrouwensrelatie.

“Opvang” krijgt al snel een andere connotatie en is minder laagdrempelig. Daarnaast vermeldt het toekenningsrapport dat het vrijblijvend karakter van een inloopcentrum te weinig wordt benadrukt door G4S (toekenningsrapport p. 6 en 7).

VI.

De Raad heeft de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motivering van de bestuurshandelingen geschonden

De beslissing is niet afdoende gemotiveerd. Overeenkomstig artikel 2 van de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motivering van de bestuurshandelingen moeten de bestuurshandelingen uitdrukkelijk worden gemotiveerd.

Overeenkomstig artikel 3 van de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motivering van de bestuurshandelingen moet de opgelegde 10

motivering in de akte de juridische en feitelijke overwegingen vermelden die aan de beslissing ten grondslag liggen. Zij moet afdoende zijn. Aangezien de Raad voor Maatschappelijk Welzijn een administratieve overheid is moet zij voldoen aan de wet van 29 juli 1991.

De beslissing verwijst naar het toekenningsrapport. Het rapport waarnaar verwezen wordt moet zelf afdoende gemotiveerd worden en dat is niet het geval zodat de beslissing zelf evenmin afdoende gemotiveerd is. De Raad beslist op 29 september 2016 dat ‘na grondige individuele beoordeling door de juryleden kwam de jury samen op 8 juli 2016 voor de finale bespreking en rangschikking met het oog op het bereiken van een consensus met betrekking tot een evaluatie van de ingediende projectvoorstellen’.

Daarmee gaat de Raad voorbij aan de hoger geformuleerde gebreken in de motivering van het toekenningsrapport.

VII. De Raad heeft zich onvoldoende gehouden aan de beginselen van behoorlijk bestuur zoals het zorgvuldigheidsbeginsel en het vertrouwensbeginsel

Het OCMW moet zich als agentschap van binnenlands bestuur houden aan de beginselen van behoorlijk bestuur zoals het zorgvuldigheidsbeginsel en het vertrouwensbeginsel Het zorgvuldigheidsbeginsel houdt in dat het bestuur zijn beslissing op een zorgvuldige wijze moet voorbereiden. Het rechtszekerheidsbeginsel houdt in dat de overheid gedane toezeggingen, uitlatingen of gewekt vertrouwen niet beschamen mag. Uit het vertrouwensbeginsel volgt dat de door de overheid opgewekte gerechtvaardigde verwachtingen van de burger in de regel moeten worden gehonoreerd. De burger moet kunnen betrouwen op een vaste gedragslijn van de overheid. (Cass. 14 juni 1999, A.C. 1999, nr. 352; 17 mei 1999, A.C.

1999, nr. 285). Het bestuur wordt hierdoor verhinderd om op willekeurige wijze in te grijpen.

De Raad voor Maatschappelijk Welzijn moet zorgen voor een zorgvuldige, deugdelijke en onderbouwde besluitvorming. Zij moet haar beslissingen op een zorgvuldige wijze voorbereiden. Aan de beslissing moet een nauwgezette belangenafweging ten grondslag liggen. Dat heeft de Raad onvoldoende gedaan. Het toevertrouwen van het garanderen van de sociale grondrechten aan alle Antwerpenaren en in het bijzonder van mensen in armoede aan een commerciële speler is niet de 11

vaste gedragslijn van de Raad voor Maatschappelijk Welzijn. Het is voor het eerst dat de Raad een opdracht uitschrijft voor sociale dienstverlening waar zowel bedrijven als non-profitorganisaties op kunnen intekenen. Het is voor het eerst dat zij een dergelijke beslissing neemt. Deze procedure is een heel specifieke vorm van vermarkting met verregaande gevolgen: het openen van de ‘zorgmarkt’ voor winstgerichte actoren, het verhogen van concurrentie tussen profit en non-profit, maar ook tussen non profitorganisaties en het ‘vertijdelijken’ van subsidies. Aan de beslissing moet een nauwgezette belangenafweging ten grondslag liggen wat niet het geval lijkt te zijn. Zoals reeds gezegd maakt de Raad noch de jury de afweging tussen de belangen van een commerciële speler (G4S Care NV) die gericht is op winst en een vereniging zonder winstoogmerk (CAW Antwerpen, 0455.608.604) en die bijgevolg per definitie met een andere oogmerk dan winst maken een inloopcentrum voor daklozen uitbouwt en zal uitbouwen.

VIII. Het gelijkheidsbeginsel werd geschonden aangezien het uitsluitingscriterium niet correct werd toegepast ten aanzien van G4S Care NV

G4S Care NV heeft een uittreksel uit het strafregister of een evenwaardig document voorgelegd van 24 maart 2016. Het attest mag ten vroegste drie maanden voor ontvangst door het bestuur uitgereikt zijn. Het attest is ouder dan drie maanden (projectvoorstel p. 6). De jury beslist om het projectvoorstel van G4S Care NV niet uit te sluiten gelet op het feit dat het blanco is, slechts enkele dagen te oud is en de kandidaat het zelf niet kan wijzigen.

Echter, de Raad heeft daarmee niet de garantie dat G4S Care NV effectief een blanco document kan afleveren dat niet ouder is dan drie maanden.

De NV kan dit eenvoudig opvragen zodat verzoekers zich vragen stellen bij het te oude uittreksel.

Besluit:

Ten eerste werd de wetgeving betreffende de overheidsopdrachten niet nageleefd. Ten tweede heeft de Raad geen belangenafweging gemaakt tussen de realisatie van de sociale grondrechten van dak- en thuislozen door een bedrijf dat gericht is op het genereren van winst en een vereniging zonder winstoogmerk en heeft de Raad geen specifieke eisen gesteld met betrekking tot de kwalificatie van het personeel waardoor de sociale grondrechten onvoldoende worden gerealiseerd. Bovendien komt de continuïteit van de aangepaste dienstverlening in het gedrang. 12

Daarnaast schendt het besluit het meerjarenplan van het OCMW van Antwerpen 2014-2019 en werden de beoordelingscriteria van de projectoproep niet correct toegepast. Het criterium van “expertise, ervaring en garanties” wordt genegeerd en het criterium van de personeelskosten en de haalbaarheid ervan voor de openingsuren wordt niet op een consistente manier geëvalueerd. De jury heeft de inhoudelijke criteria niet als belangrijk beoordeeld. G4S scoort in het toekenningsrapport laag op een aantal belangrijke zaken zoals “samenwerkingsverbanden”, “lokale verankering en legt te veel nadruk op opvang terwijl in de oproep wordt gesproken over een” inloophuis”.

Het toekenningsrapport is voor het derde beoordelingscriterium ‘financieel plan’ niet afdoende gemotiveerd. Bijgevolg schendt het besluit de motiveringsplicht. Samengevat kiest de Raad om te onderhandelen met de kandidaat die geen ervaring heeft met het uitbaten van een inloopcentrum en eigenlijk een concept voor materiële opvang voorstelt. Zij kiest voor de kandidaat met een personeelsbezetting waar zelfs de jury ernstige vragen bij heeft. G4S Care NV maakt geen vormingsbudget vrij voor het personeel, terwijl zij zich op een nieuw terrein begeeft waarop ze nog geen ervaring hebben en bovendien kiest voor personeel met minder anciënniteit dan het CAW Antwerpen. G4S Care NV heeft geen verankering in het Antwerpse hulpverleningsaanbod en kan het vrijblijvende karakter van een inloopcentrum niet naar waarde schatten. De Raad heeft daarnaast de beginselen van behoorlijk bestuur geschonden.

Ten slotte werd door G4S Care NV een te oud uittreksel voorgelegd en heeft de Raad niet de nodige garanties. Omwille van deze redenen willen wij u vragen het besluit van de OCMW Raad om de onderhandelingen met G4S Care NV op te starten te schorsen.

Het toekenningsverslag wordt u overgemaakt door mevrouw Vandecasteele als OCMW-raadslid.

Met dank en oprechte hoogachting, Peter Mertens, Gemeenteraadslid Antwerpen Lise Vandecasteele, OCMW-raadslid Antwerpen Bijlagen:

-

Besluit Raad voor Maatschappelijk Welzijn dd. 29.09.2016

Projectoproep Toekenningsverslag 13

-

Meerjarenplan OCMW Antwerpen 2014-2019 (p. 49-52) Uittreksel B.S. G4S Logistics Solutions dd. 19.11.2015

14