Didactisch model voor de ontwikkeling van kritische

Download Report

Transcript Didactisch model voor de ontwikkeling van kritische

Didactisch model voor de ontwikkeling van kritische denkvaardigheden en
moreel oordelen van ‘Van der Burg’1.
Een model dat vooral gericht is op het stimuleren van een open houding waarbij kritisch
gekeken wordt naar de eigen perspectieven van waaruit een thema benaderd wordt en
naar mogelijk andere perspectieven/zienswijzen.
Doel
De student onderzoekt de eigen en andermans gedachten, gevoelens en ervaringen rond
een bepaalde thematiek.
De student staat meer open voor nieuwe perspectieven/andere zienswijzen.
De student is meer bewust van het feit dat je vaak vanuit één of beperkt perspectief naar
een thema kijkt.
Omschrijving
Voorafgaand aan de lessenreeks formuleert de docent voorzichtige onderwijsdoelen
(denk hierbij aan studenten breder laten kijken naar een bepaald onderwerp of thema)
en een hypothetisch begin- en eindgedrag (hoe denkt de docent dat studenten in eerste
instantie denken over een bepaald thema en wat beoogt de docent te bereiken bij het
breder kijken naar het thema bijvoorbeeld oog hebben voor verschillende perspectieven).
Accent hierbij ligt op de ‘stimulering van het denkproces’. De docent stuurt niet ‘wat’ een
student moet gaan denken, maar wel op oog hebben voor verschillende
perspectieven/zienswijzen.
Het model is als volgt opgebouwd:
Oriëntatiefase
1) Stap 1, wakker roepen. De docent introduceert een thema aan de hand van een
aansprekend beeld (film, tekst, verhaal, interview, artikel etc.). Het vraagt om een
beeld dat direct aanzet tot formuleren van de eigen beleving van studenten.
2) Stap 2, concretiseren. Studenten worden uitgenodigd dat wat zij dachten, voelden,
beleefden ten aanzien van het thema of het beeld te verwoorden. Probeer hierbij
studenten hun belevingen concreet te laten maken.
3) Stap 3, ordenen. In deze fase gaan studenten hun eigen gevoelens en gedachten
over het thema vergelijken met de gevoelens en gedachten van anderen. Studenten
ordenen hierbij bij voorkeur zelf de verschillen en overeenkomsten.
4) Stap 4, problematiseren. In deze cruciale stap worden verschillen in gedachten en
gevoelens benoemd en expliciet genoemd. Hierbij bevraagt de docent studenten op
de verschillen in interpretaties en belevingen die zij bij de stap ‘ordenen’ gevonden
hebben. Het gaat zowel om benoemen van eigen gedachten/gevoelens als om dat
van anderen. Doel van deze stap is dat studenten open gaan staan voor verschillende
perspectieven.
Informatiefase
5) Stap 5, herinterpreteren. De docent brengt nieuwe informatie in over de
thematiek, bij voorkeur op een aansprekende manier (beeld, geluid, tekst, uitstapje),
waardoor studenten gestimuleerd worden om onjuistheden of onnauwkeurigheden in
hun denken te gaan inzien. Deze stap heeft de docent voorafgaand aan de les
voorbereid en moet aansluiten bij de ordening die studenten hebben aangebracht in
stap 3.
1
Gebaseerd op het didactisch model van Van der Burg. Zie voor zijn wetenschappelijke onderbouwing: L. van
der Burg, Uittocht uit de illusie. Over het stimuleren van morele en religieuze ontwikkeling bij twaalf- tot
zeventienjarigen in het godsdienstonderwijs (diss.). Kampen, 1984, m.n. blz. 302 – 376.
6) Stap 6, confronteren. De docent maakt expliciet welke gedachten en gevoelens
studenten nu hebben n.a.v. de extra informatie, tegenover de gedachten en
gevoelens die zij hadden bij stap 4 ‘problematiseren’. Zijn gevoelens veranderd? Zo ja
wat wel? Zo nee, wat maakt dat deze niet veranderd zijn? Zijn er nieuwe vragen
opgekomen? De docent bespreekt of nieuwe informatie helpt anders naar een thema
kijken?
7) Stap 7, structureren. Het (eventuele) verschil in gedachten en gevoelens van
studenten voor en na de extra informatie wordt benoemd. Eventueel maken de
studenten een verwerkingsopdracht.
Tip: Materiaal dat gebruikt wordt bij stap 1 Wakker roepen kan in een andere les
gebruikt worden bij Stap 5 Herinterpreteren en v.v. De materialen bij stap 1 en 5 beogen
een tegengestelde reactie op te roepen. Zie voor praktijkuitwerking van het stappenplan
praktijkvoorbeeld ‘my land is jou land’.
Benodigdheden
Tijd
1 lesuur of 2 lesuren
Materiaal
Beeld/geluid/tekst waarmee thematiek wordt geïntroduceerd.
Begeleiding
Het is belangrijk om studenten vooral zelf de gevoelens en gedachten binnen de klas te
laten onderzoeken en te ordenen. Het is belangrijk dat de docent stuurt op de wijze
waarop dit gaat zoals op een respectvolle manier (proces) en zo min mogelijk op het wat
(inhoud).
Bij stap 4 ‘problematiseren’ is het belangrijk dat studenten zo objectief mogelijk de
verschillen beschrijven. Alleen kritisch kijken naar de gevoelens en gedachten van
anderen en niet van jezelf is niet wenselijk.
Externen
Kosten
Overig
Burgerschapsdimensie
Politiek-juridisch/ Economisch/ Sociaal-maatschappelijk/ Vitaal burgerschap
Thema
Algemeen
Onderdeel kritisch denken
analyseren/ concluderen/ houding
Niveau
mbo niveau 3/ mbo niveau 4
Download
1
Gebaseerd op het didactisch model van Van der Burg. Zie voor zijn wetenschappelijke onderbouwing: L. van
der Burg, Uittocht uit de illusie. Over het stimuleren van morele en religieuze ontwikkeling bij twaalf- tot
zeventienjarigen in het godsdienstonderwijs (diss.). Kampen, 1984, m.n. blz. 302 – 376.
Organisatie
MBO Amersfoort
1
Gebaseerd op het didactisch model van Van der Burg. Zie voor zijn wetenschappelijke onderbouwing: L. van
der Burg, Uittocht uit de illusie. Over het stimuleren van morele en religieuze ontwikkeling bij twaalf- tot
zeventienjarigen in het godsdienstonderwijs (diss.). Kampen, 1984, m.n. blz. 302 – 376.