fatsheet-sbo-en-so (25.15Kb, PDF)

Download Report

Transcript fatsheet-sbo-en-so (25.15Kb, PDF)

Speciaal basisonderwijs en
speciaal onderwijs
Er bestaan zowel scholen voor speciaal basisonderwijs als scholen voor speciaal onderwijs. Hieronder wordt
een toelichting gegeven op deze onderwijssoorten en wordt ingegaan op de overeenkomsten en verschillen.
Speciaal basisonderwijs (sbo)
de tlv afgeven. Dat hoeft niet het samenwerkingsverband van
de woonplaats van het kind te zijn. Ook voor kinderen
• De scholen voor sbo vallen onder de Wet op het primair onderwijs
en maken daarmee deel uit van het reguliere onderwijs.
afkomstig van een school of instelling voor so geldt dat het
samenwerkingsverband waar het kind is aangemeld de tlv
moet afgeven.
• Sbo-scholen zijn bedoeld voor kinderen met een (relatief lichte)
- Als een kind een tlv heeft gekregen en de ouders melden hun
ondersteuningsvraag. De klassen in het sbo zijn over het
kind aan bij een sbo-school in een ander samenwerkingsver-
algemeen kleiner dan in reguliere basisscholen. Ook is er meer
band, dan moet dat samenwerkingsverband ook nog een
specialistische kennis over het onderwijs aan kinderen met
tlv afgeven. Het samenwerkingsverband dat de eerste tlv heeft
leer- en gedragsproblemen.
afgegeven, moet voor de plaatsing in het sbo betalen (dat
noemen we grensverkeer). Er hoeft geen grensverkeer betaald
• Voor alle leerlingen op een sbo-school moet een ontwikkelings-
te worden als een kind binnen 6 maanden voor of na een
perspectief worden opgesteld. Het ontwikkelingsperspectief
verhuizing van de ouders van een woning buiten het gebied
wordt vastgesteld nadat op overeenstemming gericht overleg
van het samenwerkingsverband van de sbo-school naar een
is gevoerd met de ouders.
woning binnen dat gebied.
• In het sbo gelden dezelfde (kern)doelen als op reguliere basis-
• De sbo-scholen binnen een samenwerkingsverband krijgen via de
scholen, maar de leerlingen op het sbo hoeven nog niet verplicht
Dienst uitvoering onderwijs (DUO) direct de basisbekostiging en
mee te doen aan de eindtoets. Het voornemen is de toets vanaf
de ondersteuningsbekostiging voor 2% van het aantal leerlingen
2018 ook verplicht te stellen voor het sbo. In 2015 heeft 30% van
op de reguliere scholen binnen het samenwerkingsverband.
de leerlingen in het sbo al meegedaan aan de eindtoets.
Indien het aantal leerlingen in het sbo hoger is dan 2%, dan moet
het samenwerkingsverband de ondersteuningskosten voor die
• Om toegelaten te worden tot een sbo-school, moet, net als voor
leerlingen aan de sbo scholen betalen. Ook moet het samenwer-
toelating tot het so, een toelaatbaarheidsverklaring (tlv) worden
kingsverband geld overmaken aan het sbo indien er op 1 februari
aangevraagd bij een samenwerkingsverband. Er zijn wel
meer leerlingen zijn dan op 1 oktober.
verschillen in procedure. Voor het sbo geldt:
- Indien sprake is van een verwijzing door een reguliere
• Op 1 oktober 2015 stonden er 34.726 leerlingen ingeschreven op
basisschool, dan moet het samenwerkingsverband waar die
een sbo-school. Dat is 2,35% van het aantal leerlingen in het
school staat de tlv afgeven.
primair onderwijs.
- Indien er geen verwijzende school is, moet het samenwerkings­
verband waar de sbo-school staat waar het kind is aangemeld
Vervolg factsheet Speciaal basisonderwijs en speciaal onderwijs
Speciaal onderwijs (so)
cluster 1 of 2. Deze commissie beoordeelt ook of extra begeleiding vanuit de instelling nodig is op een reguliere school.
• De scholen voor so vallen onder de Wet op de expertisecentra en
maken daarmee geen deel uit van het reguliere onderwijs.
- Een samenwerkingsverband beoordeelt of een kind toelaatbaar is tot het speciaal onderwijs. Welk samenwerkings­
verband de toelaatbaarheidsverklaring moet afgeven,
• Het so is bedoeld voor kinderen die veel ondersteuning nodig
is afhankelijk van de situatie:
hebben. Net als in het sbo, zijn de klassen in het so kleiner en is er
- Bij de eerste aanmelding op een school (kind is nog niet
meer specialistische kennis aanwezig. Er zijn vier clusters van aan
ingeschreven) moet een tlv worden aangevraagd bij het
elkaar gerelateerde onderwijssoorten:
- Cluster 1: instellingen voor leerlingen met een visuele beperking
- Cluster 2: instellingen voor leerlingen met een auditieve- of
communicatieve beperking
- Cluster 3: scholen voor leerlingen met een verstandelijk- of
lichamelijke beperking en voor langdurig zieke leerlingen
- Cluster 4: scholen voor leerlingen met gedrags- en
psychische stoornissen
• Voor alle leerlingen op een so-school moet een ontwikkelingsperspectief worden opgesteld. Het ontwikkelingsperspectief
samenwerkingsverband van de woonplaats van het kind.
- Indien sprake is van een verwijzing door een reguliere
basisschool of een sbo-school, dan moet het samen­
werkingsverband waar die school staat de tlv afgeven.
- Als de looptijd van een tlv afloopt, dan moet de so-school
een nieuwe tlv aanvragen bij het samenwerkingsverband
dat de vorige/ eerste tlv heeft afgegeven. Dat geldt ook als
de leerling in de tussentijd is verhuisd.
• De (gebudgetteerde) bekostiging voor de instellingen voor cluster
1 en 2 wordt rechtstreeks toegekend vanuit OCW.
wordt vastgesteld nadat op overeenstemming gericht overleg
is gevoerd met de ouders.
• De so-scholen voor cluster 3 en 4 worden rechtstreeks bekostigd
(basisbekostiging en ondersteuningsmiddelen) op basis van het
• Voor het so zijn aparte (kern)doelen opgesteld. Deze sluiten
aantal leerlingen, ingeschreven op de school op 1 oktober
zoveel mogelijk aan op de kerndoelen in het reguliere onderwijs
voorafgaand aan het schooljaar. Indien er tussen 1 oktober en
en het sbo, maar houden rekening met verschillende beperkingen
1 februari nieuwe leerlingen zijn ingeschreven vanuit een
van leerlingen. Daarnaast zijn leergebied overstijgende doelen
samenwerkings­verband, dan moet het samenwerkingsverband
geformuleerd. Net als voor het sbo, geldt ook voor het so dat de
de kosten daarvan betalen aan de so-school.
scholen nog niet verplicht mee hoeven te doen aan de eindtoets.
Het voornemen is de toets vanaf 2018 ook verplicht te stellen
voor het so.
• Op 1 oktober 2015 zaten er 278 leerlingen op een instelling voor
cluster 1, 6.123 leerlingen op een instelling voor cluster 2 en 23.231
leerlingen op een so-school voor cluster 3 en 4. In percentages zit
• De procedure voor de beoordeling van de toelaatbaarheid voor
0,43% van de leerlingen in het primair onderwijs op een instelling
cluster 1 en 2 ziet er anders uit dan bij cluster 3 en 4:
voor cluster 1 en 2 en 1,57% van de leerlingen op een so-school
- De commissie van begeleiding van een instelling voor cluster 1
voor cluster 3 en 4.
of 2 beoordeelt of een kind toelaatbaar is tot een instelling voor