HH2дt2cr(p - Wageningen UR E

Download Report

Transcript HH2дt2cr(p - Wageningen UR E

HH2ät2cr(p
M I N I S T E R I E V A N L A N D B O U W , VIS S CHE R i f ' E N'
VOEDSELVOORZIENING
* * ~ * * A A
DIRECTIEVAN DEN LANDBOUW
^--••A^S.SßSl.
VERSLAG
VAN HET
RIJKSLANDBOUWPROEFSTATION
TE
MAASTRICHT
(TIJDVAK I JUNI 1942-1 JANUARI 1944)
RIJKSUITGEVERIJ
D I E N S T V A N DE
NEDERLANDSCHE
STAATSCOURANT
1945
'S-GRAVENHAGE . ALGEMEENE LANDSDRUKKERIJ
PRIJS F 2 , - *
?
Oób-^JM. \(^J
T
VERSLAG VAN HET
RIJKSLANDBOUWPROEFSTATION TE MAASTRICHT
Tijdvak van 1 J u n i 1942 tot 1 J a n u a r i 1944
Inleiding
I n afwijking van den tot dusver gevolgden regel zal voor het vervolg van
de werkzaamheden van h e t Rijkslandbouwproefstation een verslag over het
kalenderjaar worden samengesteld. Daar het laatste jaarverslag behandelde het
tijdvak van 1 J u n i 1941 tot 1 J u n i 1942, zal, ten einde tot gelijkschakeling met
het kalenderjaar te komen, dit verslag de periode van 1 J u n i 1942 tot 1 J a n u a r i
1944 omvatten.
Met voldoening kan geconstateerd worden, dat in den loop van deze periode
het „Meststoffenbesluit" tot stand kwam en in werking trad, waardoor liet
beter dan voorheen mogelijk is op te treden tegen oneerlijke en misleidende
practijken in den handel in meststoffen.
I n deze verslagperiode werden in totaal ontvangen 13 087 monsters, in welke
monsters 28 816 bepalingen verricht werden. Daar elke bepaling meestal minstens
in tweevoud, wordt uitgevoerd, is het aantal verrichte analyses aanmerkelijk
hooger. Bovendien werden nog 94 monsters onderzocht, waarvoor 1071 bepalingen verricht moesten worden, ingevolge ingediende aanvragen om ontheffing
in verband met het Meststoffenbesluit en ten behoeve van een Kijkstuinbouwconsulent 12 monsters kersen, 60 kersenhout en 24 kersenblad met 384 bepalingen.
Van. de monsters kersenhout liep het gehalte aan stikstof totaal uiteen van
0,30 % tot 1,15 %, dat aan fosforzuur, oplosbaar in mineraalzuur van 0,05 %
tot 0,45 %, dat aan kali, oplosbaar in mineraalzuur van 0,10 % tot 1 %, dat
aan kalk, oplosbaar in mineraalzuur van 0,7 % tot 2,6 % en dat aan vocht
van. 4,8 % tot 67,5 %.
I n de 24 monsters kersenblad varieerde het gehalte aan stikstof totaal van
0,85 % tot 1,15 %, dat aan fosforzuur, oplosbaar in mineraalzuur van 0,15 %
tot 0,30 %, dat aan kali, oplosbaar in mineraalzuur van 0,45 % tot 0,95 %,
dat aan kalk, oplosbaar in mineraalzuur van 0,5 % tot 1,2 % en dat aan vocht
van 62,9 % t o t 76,7 %.
I n de 12 monsters kersen lag het gehalte aan stikstof totaal tusschen 0,15 %
en 0,25 %, bedroeg h e t gehalte aan fosforzuur, oplosbaar in mineraalzuur 0,05 %,
bewoog zich het gehalte aan kali, oplosbaar in mineraalzuur tusschen 0,15 %
en 0,25 %, was het gehalte aan kalk, oplosbaar in mineraalzuur, 0,05 % en
varieerde het vochtgehalte van 80,4 % tot 86,4 %.
De oorlogstoestand bleef nog steeds invloed uitoefenen op aantal en aard
van de ten onderzoek ingezonden monsters. Vooral bij voederstoffen kwam een
verschuiving in aantal naar anderen aard duidelijk naar voren.
Vergelijken wij het tijdvak van 1 J u n i 1942 tot 1 J u n i 1943 — welk tijdvak
een onderdeel vormt van het in dit verslag behandelde — met dat van 1 J u n i
1941 tot 1 J u n i 1942 dan constateeren wij, dat het aantal monsters voedermiddelen verminderd is m e t ongeveer 700 en h e t aantal monsters meststoffen
met drie à vierhonderd omhoog liep. H e t kleiner aantal monsters leidde echter
in geenendeele tot minder werkzaamheden; integendeel namen deze toe, bijzonder
voor de monsters meststoffen, in verband met den anderen aard van een aantal.
dezer monsters, en met de uitgebreide onderzoekingen van die waren, voor welke
ingevolge het Meststoffenbesluit ontheffing van het verbod van verhandelen
werd aangevraagd. Verder gold nog steeds en zelfs in meerdere mate, het in de
Inleiding van het vorig jaarverslag medegedeelde Omtrent allerlei waren en
afvalstoffen, welke mogelijkerwijze voor bemesting zouden kunnen worden
gebruikt.
H e t aantal door particulieren ingezonden monsters veevoeder werd wel
steeds minder, maar een belangrijk aantal werd onderzocht voor instellingen als
2
E . V . O . , C.C.B., A . W A . en C L . O . ; een totaal aantal ingekomen monsters
veevoeder van 7903 weerspreekt voldoende de wel eens gehoorde bewering,
als zoude het onderzoek van voedermiddelen aan het Proefstation geheel stilstaan.
Bij 8 % van het totale aantal monsters meststoffen werd tot vergoeding
geadviseerd, terwijl bij 8,8 % van h e t totale aantal monsters voederstoffen. de
zuiverheid onvoldoende werd verklaard. Hierbij is te bedenken, dat niet alle
voederstofmonsters op zuiverheid zijn onderzocht, omdat de inzenders niet
steeds een onderzoek daarop noodig oordeelden. I n deze gevallen werd op lietverslag medegedeeld, dat uit het verrichte beperkte onderzoek niet kon blijken
of de waar aan de eischen voor de zuiverheid had. voldaan.
Meststoffen
Overzicht der
controle-onderzoekingen
Naam
Meststoffen, opgenomen in de bij het Meststof fenbesluit behoorende
Lijst
Stikstof meststof fen
Ammonsalpeter
Ammonsulfaatsalpeter
Bloedmeel
Chilisalpeter
Kalisalpeter
Kalkammonsalpeter
Kalksalpeter
Kalkstikstof
Natronsalpeter
Ureum
Zwavelzure ammoniak
Aantal
ingekomen
monsters
Aantal
bepalingen
3
29
000
183
73
3
10
214
5
61
1208
367
147
3
10
221
Fosfaatmeststoffen
Beendermeel normaal
Beendermeel ontlijmd
Dubbelsuperfosfaat
Dubbelkalkfosfaat
Gloeifosfaat hooggradig
Gloeifosfaat laaggradig
Natuurlijk fosfaat
Superfosfaat
Thomasfosfaatmeel
26
8
10
38
12
17
12
14
16
342
32
23
20
690
Kalimeststoffen
Chloorkali
Kainiet
Kalizout 20 %
Kalizout 40 %
Kalizout 50 %
Patentkali
Zwavelzure kali
11
14
181
885
258
224
21
47
97
218
1004
261
492
42
Kalkmeststoffen
Gebluschte kalk of poederkalk
Ongeblusehte kalk
Gemalen ongeblusehte kalk
Kalkmergel
Koolzure landbouwkalk
186
19
5
111
28
580
53
9
249
96
Naam
Hydraatkrijt
Schuimaarde
Schuimaarde gedroogd
Kalikiezelkalk
Hoogovenkiezelkalk
Magnesiakalkmergel
Magnasiakleimorgel
Magnesiamergel .
Magnesiapoederkalk
Aantal
ingekomen
monsters
Aantal
bepalingen
78
14
9
22
114
17
6
51
1
307
77
17
56
331
61
20
177
4
2
29
117
4
179
997
198
126
246
542
299
402
6
1
3
8
15
4
9
32
19
5
620
64
40
2232
Kopermeststof fen
Kopersulfaat
Natuurlijke
Beer
Gier
Stalmest
meststoffen
Meststoffen, niet opgenomen in de Lijst, maar voor welke ontheffing
verleend is
Koperslakkenbloem
Fosfaathoudende kalkmergel
Laaggradig natuurfosfaat
Ruwe kluitkalk
Gemalen ruwe kluitkalk
Afvalgips
Kuhlmannkalk
Gemalen ruwe magnesiakalk
Grof gemalen kalkmergel
Ruwe landbouwpoederkalk
Afgewerkte champignonmest
Niet tot bovenstaande rubrieken behoorende stoffen
Totaal
5184x)
11878
Uitgewerkt overzicht der onderzoekingen
Meststoffen, opgenomen indeLijst, behoorende bijhet Meststoffenbesluit
Stikstofmeststoffen
Ammonsulfaatsalpeter
H e t ééne ontvangen en onderzochte monster had gehalten van 16,95 %
nitraat- en 16,90 % ainmoniakale stikstof; het gezamenlijke gehalte aan stikstof
was lager dan de garantie, terwijl h e t tekort de toelaatbare speling overschreed.
C'hili'salpeter
De drie onder dezen, n a a m ingezonden monsters bestonden hoogstwaarschijnlijk uit natronsalpeter; een garantie werd n i e t opgegeven, het gehalte aan
nitraatstikstof was resp. 16,15, 16,15 en 16,20 %. E e n monster werd onderzocht
op perchloraat en borium, m e t als resultaat: perchloraat afwezig, borium 0,008%.
*) Hieronder zijn begrepen 239 monsters, genomen door den Opsporingsdienst, in welke
monsters 620 bepalingen werden verricht.
Kalisalpeter
Onder deze benaming werden 29 monsters ingezonden. E e n monster met
gehalten van 2,30 % nitraatstikstof, 4,1 % in water oplosbare kali en 45,6 %
chloor als chloride kwam in geenendeele overeen met de voor deze meststof
voorgeschreven samenstelling; het monster was erg vochtig. Van de 28 overige
was bij 4 een garantie gegeven; bij één monster waren de gevonden gehalten
boven de garantie, bij drie lager dan de garantie, doch binnen de speling. De
27 monsters, in welke zoowel het stikstof- als het kaligehalte bepaald werden,
voldeden overigens aan de voor deze meststof gestelde eischen.
H e t gehalte aan nitraatstikstof van deze 28 monsters was:
hooger dan 13,5 %
bij 10 monsters;
lager dan 13,5 %, doch niet beneden 13,0 % . . . . , ,
15
,,
;
lager dan 13,0 %
, , 3
H e t gehalte aan kali, oplosbaar in water, in 27 monsters bepaald, was:
hooger dan 45,0 %
bij 9 monsters
lager dan 45,0 %, doch niet beneden 44,0 %
. . . ,,
6
,,
„ 4 4 , 0 % , ,,
,,
,,
43,0%
. . . ,, 10
„ 43,0 %
, , 2
„
.
H e t monster van hetwelk het kaligehalte niet bepaald werd, bevatte 0,10 %
ammoniakale stikstof. I n 2 monsters werd het chloorgehalte bepaald met als
resultaat resp. 0,4 % en afwezig.
Kalkaminonsalijeter
V a n de 599 onder dezen naam ingezonden monsters werd 1 niet onderzocht,
1 kwam in samenstelling overeen m e t kalisalpieter en had gehalten van 13,90 %
nitraatstikstof en 46,4 % in water oplosbare kali, terwijl ammoniakale stikstof
nagenoeg afwezig was, 1 bestond uit ammoniunichloride en bevatte 22,3 %
ammoniakale stikstof, 0,15 % nitraatstikstof en 2,4 % koolzure kalk, 1 monster
bevatte slechts sporen nitraat- en ammoniakale stikstof, terwijl in 1 monster
alleen het gehalte aan koolzure kalk bepaald werd.
Aantal overige onderzochte monsters kalkammonsalpeter 76 -f 518. x )
Aantal monsters m e t een gehalte gelijk aan of boven liet gegarandeerde
gehalte .
555
' Aantal monsters met een gehalte lager dan de garantie, doch binnen
de speling
12
Aantal monsters met een gehalte lager dan de garantie, met overschrijding' der speling
27
])e gevonden gehalten waren voor nitraatstikstof:
lager dan 11,0 %, doch niet beneden 10,5 %
bij 313 monsters
,, 10,5 %, ,,
,,
,,
10,0%
,,264
„ 1 0 , 0 % , ,,
,,
,,
9,5%
, , 9
,, 9,5 %, ,, ' ,,
,,
9,0 %
, , 3
M
))
^ > 0 /0
,,
Voor ammoniakale stikstof:
lager dan 11,0 %, doch niet beneden 10,5 % . . . . .
„ 10,5 %, ,,
,,
,,
10,0 %
„ 1 0 , 0 % , ,,
,,
„
9,5%
)j
?»
,,
Ö,O
/o,
9,0 %
,,
,,
,,
y , u f0
O
,,
bij 11 monsters
,, 524
„ 4 9
,,
o
, , 6
,,
,,
1
) H e t eerste getal geeft aan het aantal monsters, bij welke een in cijfers uitgedrukte
garantie was vermeld; het tweede getal duidt aan het aantal, ingezonden zonder garantievermelding. Voor deze zijn de eischen, gesteld in de Lijst van Meststoffen, behoorende bij
het Meststoffenbesluit, als garantie beschouwd.
.
De som der beide stikstofgehalten w a s :
lager dan 22,0 %, doch niet beneden 21,0 %
bij 82 monsters;
,, 21,0 %, „
,,
,,
20,0 %
„ 488
,,
;
.. 20,0 %, „
,,
,,
19,0 %
,18
,,
;
.. 19>0 %, „
„
,,
18,0 %
, 2
,,
;
.. 1 8 , 0 %
, , 5
„
.
Van de monsters m e t te lage gehalten waren 3 afkomstig van beschadigde
partijen, terwijl verder 1 monster in vochtigen toestand verkeerde. Voor één
geval van te lage gehalten werd kennis gegeven van plaats gehad hebbende
herbemonstering; waren de gehalten aan nitraat- en ammoniakale stikstof bij
de eerste monstername respectievelijk 10,00 % en 9,85 %, bij herbemonstering
bleken deze gehalten te zijn 10,20 % en 9,90 %.
I n 10 monsters werd het gehalte aan koolzure kalk bepaald; dit gehalte was
ongeveer 36 %, m e t één uitzondering van 38,5 %.
Tot de rubriek kalkammonsalpeter behoord.e klaarblijkelijk ook een als kalksalpeter ingezonden, op een partij uit een gezonken schip betrekking hebbend
monster, in hetwelk 6,55 % nitraat- en 6,30 % ammoniakale stikstof werd
gevonden.
Kalksalpeter
Ontvangen en onderzocht 17 -f 166 monsters.
Aantal monsters met een gehalte gelijk aan of boven het gegarandeerde
gehalte
Aantal monsters m e t een gehalte lager dan de garantie, doch binnen de
speling
Aantal monsters m e t een gehalte lager dan de garantie, met overschrijding der speling
173
3
7
Voor een blijkbaar ten onrechte als kalksalpeter ingezonden monster uit een
beschadigde partij wordt verwezen naar de rubriek kalkammonsalpeter. Van één
geval van herbemonstering werd ons kennis gegeven; de gevonden gehalten waren
bij de eerste monsterneming en bij herbemonstering respectievelijk 13,90 % en
14,50 % nitraatstikstof en 1,20 % en 1,20 % ammoniakale stikstof.
Aantallen monsters kalksalpeter m e t een gehalte aan nitraatstikstof:
lager dan 15,0 %, doch niet beneden 14,5 %
bij 37 monsters
,, 14,5 %, ,,
,,
,,
14,0 %
,, 139
„ 14,0 %, ,,
,,
,,
13,5 % . . . . .
,,
6
,, 13,5 %
„
1
en met een. gehalte aan ammoniakale stikstof:
lager dan 1,5 %, doch niet beneden 1,0 %
bij 181 monsters;
,, 1,0 %
, , 2
De som der beide stikstofgehalten was:
'
lager dan 16,0 %, doch niet beneden 15,5 %
. . . . . . bij 114 monsters;
,, 15,5 %, ,,
,,
„
15,0 %
,,64
,,
;
„ 15,0 %, ,,
,,
,,
14,0 %
, , 5
,,
.
I n één monster werd, naast de stikstofgehalten, ook bepaald het gehalte aan
calciumoxyde (CaO), gebonden tot in water oplosbaar zout; dat gehalte
was 26,1 %.
Kalk stik stof
Ontvangen en onderzocht 34 -f 39 monsters.
Aantal monsters m e t een gehalte gelijk aan of boven het gegarandeerde
gehalte
24
6
Aantal monsters met een gehalte lager dan de garantie, doch binnen
de speling
14
Aantal monsters met een gehalte lager dan de garantie, met overschrijding der speling
35
H e t totale stikstofgehalte was :
21,0 % en hooger
bij 2 monsters
lager dan 21,0 %, doch niet beneden 20,5 %
,, 11
„ 20,5 %, ,,
,,
,,
20,0 %
,,25
,, 20,0 %, „
„
„
19,5 %
19
„ 19,5 %, ,,
,,
,,
19,0 %
„
3
„ 19,0 %
„ 1 3
Van het totale stikstofgehalte was gebonden tot cyaanamide:
95,0 % en meer
. . .
bij 20 monsters
minder dan 95,0 %, doch niet minder dan 90,0 % . . .
,,43
,,
„ 90,0 %, ,,
,,
„
,, 85,0 % . . . , ,
5
,, 85,0 %
, , 5
bij deze laatste 5 monsters was het percentage 75, 76, 79, 83 en 82.
I n één monster werd bovendien bepaald, het gehalte aan calciumoxyde (CaO),
oplosbaar in mineraalzuur, m e t als resultaat 6 4 , 0 % . Van 3 gevallen van
herbemonstering ontvingen wij mededeeling. I n eerste instantie waren de gevonden gehalten aan totale stikstof 19,55 %, 18,75 % en 19,80 % en bij herbemonstering respectievelijk 20,60 %, 20,15 % en 20,20 %. E e n monster met een
gehalte van 16,75 % stikstof totaal was afkomstig van een partij, van welke twee
andere monsters gehalten hadden van 19,10 % en 19,65 % ; dit lage gehalte zou
daarom wel een gevolg kunnen geweest zijn van een minder juiste wijze van
monsternemen, hoewel een groote ongelijkmatigheid in samenstelling ook of
mede de oorzaak geweest kon zijn. E e n nader onderzoek hieromtrent werd niet
ingesteld.
Natronsalpeter
Van de 3 monsters, alle ingezonden zonder garantie-opgave, was het gehalte
aan nitraatstikstof 16,00, 16,10 en 16,25 %; zij voldeden daarmede aan den
voor deze meststof gestelden eisch. Hier zij tevens verwezen naar het onder
,,Ohilisalpeter" vermelde.
Ureum
Ontvangen en onderzocht 3 + 7 monsters.
Van alle onderzochte monsters was het gehalte gelijk aan of boven de garantie.
H e t totale stikstofgehalte was:
46,0 % en hooger
bij
7 monsters;
lager dan 46,0 %, doch niet beneden 45,5 %
,, 2
,,
;
,,
,, 45,5 %
,,
1 monster;
bij dit laatste monster was het gehalte aan stikstof totaal 45,45 %.
Zwavelzure
ammoniak
Onder deze benaming en ook wel onder de foutieve benamingen „ a m m o n i a k "
en „ z w a v e l z u u r " werden 214 monsters ingezonden en onderzocht.
3 monsters bleken niet uit zwavelzuren ammoniak te b e s t a a n ; één bestond
vermoedelijk uit salmiak, gezien het hooge gehalte van 25,50 % ammoniakale
stikstof naast een hoog chloorgehalte; een monster, in hetwelk geen ammoniakale stikstof aanwezig was, wees met een gehalte van 39,0 % fosforzuur,
oplosbaar in mineraalzuur, op „dubbel kalkfosfaat"; een monster met 0,1 %
ammoniakale stikstof bevatte in water oplosbare kaliverbinding(en), kon dus
(deels) uit „ k a l i z o u t " bestaan.
Aantal onderzochte monsters zwavelzure ammoniak 99 -f 112.
Anntal monsters met een gehalte gelijk aan of boven het gegarandeerde
gehalte
204
Aantal monsters m e t een gehalte lager dan de garantie, doch binnen de
speling
2
Aantal monsters met een gehalte lager dan de garantie, met overschrijding der speling
5
H e t gehalte aan ammoniakale stikstof was:
21,0 % en hooger
bij 85 monsters
lager dan 21,0 %, doch niet beneden 20,5 %
. . . . .
,, 117
,,
20 5 °/
20 O °/
4
"
M
-JO,tJ / 0 ,
,,
,,
,,
z<u,v j 0
,,
<±
,,
,, 20,0 %, ,,
,,
,,
19,5 %
,,
1 monster;
•• 19,5 %, ,,
,,
,,
19,0 %
, 1
„
;
,,
,, 19,0 % .
,,
3 monsters.
Van de 3 monsters uit de laatste rubriek waren de gehalten 17,65 %, 17,30 %
en 16,35 %. H e t monster met 17,65 % ammoniakale stikstof bevatte 6,9 %
chloor als chloride, welke gehalten zouden passen voor een mengsel van ongeveer 14 % kalizout en 86 % zwavelzuren ammoniak; of vervalsching dan wel
slordige monstername oorzaak was van deze afwijkende samenstelling, kon niet
achterhaald worden.
De monsters met 17,30 % en 16,35 % ammoniakale stikstof waren vermoedelijk niet afkomstig van zwavelzuren ammoniak; de monsters waren door een
landbouwer uit Puitschland meegebracht; een vanwege den Opsporingsdienst
ingesteld onderzoek heeft uitgewezen, dat bedoelde meststof niet ingevoerd is.
Van een monster met 19,35 % ammoniakale stikstof was het gehalte aan chloor
als chloride 1,85 %. In een ander monster werd naast het stikstofgehalte ook
bepaald het gehalte aan vrij zuur en aan vocht (105° C) met als resultaat
respectievelijk 0,2 % en 2,3 %.
Fosfaatmeststoffen
Beendermeel
I n een onder de benaming „ r u w beendermeel" ingezonden monster werd
alleen het gehalte aan stikstof totaal bepaald, dit was 6,40 %.
Ben onder den n a a m van beendermeel ingezonden monster bleek uit „beenderkool" te bestaan en had een gehalte van 26,0 % fosforzuur, oplosbaar in mineraalzuur. I n een als ontlijmd beendermeel ingezonden monster werd uitsluitend
het vochtgehalte bepaald, hetwelk 9,3 % bedroeg. I n 7 -f 16 monsters, bestaande
uit ontlijmd beendermeel, werd het fosforzuurgehalte bepaald m e t onderstaand
resultaat:
Aantal monsters met een gehalte gelijk aan of boven het gegarandeerde
gehalte . i
18
Aantal monsters met een gehalte lager dan de garantie, doch binnen
de speling
2
Aantal monsters m e t een gehalte lager dan de garantie, m e t overschrijding der speling
3
H e t gehalte aan fosforzuur ( P 2 0 3 ) , oplosbaar in mineraalzuur, w a s :
hooger dan 32 %
bij
1 monster;
lager dan 32 %, doch niet beneden 31 %
,,
3 monsters
,, 31 %, ,,
,,
,,
30 %
. , 7
,, 30 %, „
„
„
29 %
,. .9
,, 29 %
„ 3
Van de 3 monsters uit de laatste rubriek waren de gehalten 28,5, 28,1 en
21,0 % ; h e t laatste had een vochtgehalte van 36,3 %. Van een monster met een
fosforzuurgehalte van 29,4 % was het vochtgehalte 14,6 %.
8
Van een paar monsters werd de fijnheid (maaswijdte zeef 0,5 m m ) bepaald,
met als resultaat 100, 99, 99, 94 en 44 % ; van het monster m e t 44 % fijnmeel
was het fijmneelgehalte met de 1 m m zeef 54 %. I n 4 monsters werd liet gehalte
aan st'kstof bepaald, met als resultaat 0,80, 1,05, 1,10 en 1,20 %.
Dubb elsuperfosfaat
V a n de 8 onder dezen naam ingezonden monsters bestond één m e t een
gehalte aan 17,4 % in-water-oplosbaar fosforzuur, uit superfosfaat. Van een ander
monster werd alleen het gehalte aan fosforzuur, oplosbaar in mineraalzuur bepaald; dit gehalte was 44,7 %.
De 6 monsters, van welke het gehalte aan in-water-oplosbaar fosforzuur
bepaald werd, waren ingezonden zonder • garantie-opgave; één met een gehalte
van 29,4 % vold.eed niet aan den met betrekking tot het fosforzuurgehalte
gestelden eisch, van de overige 5 was het gehalte 38,5, 38,9, 39,1, 39,6 en
40,0 %. Van de monsters met 39,1, 39,6 en 40,0 % fosforzuur, oplosbaar in water,
was het gehalte aan fosforzuur, oplosbaar in mineraalzuur, respectievelijk 44,0,
43,7 en 44,3 %.
In één monster werd ook nog het gehalte aan calciumoxyde (CaO), oplosbaar
in mineraalzuur, bepaald, met als resultaat 21,9 %.
Dubbelkalkfosfaat
Van de 10, onder de benaming Fertifos, zonder eenige garantie-opgave ingezonden monsters kwam één, met een gehalte van 31,6 % fosforzuur, oplosbaar
in mineraalzuur, in gehalte en samenstelling overeen met ontlijmd beendermeel,
terwijl 2 andere met gehalten van 18,3 en 19,8 % fosforzuur, oplosbaar in mineraalzuur, evenmin aanspraak konden maken op den naam van dubbelkalkfosfaat.
Van de 7 overige monsters was het gehalte aan fosforzuur, oplosbaar in mineraalzuur, 40,8, 40,4, 40,2, 38,9, 38,9, 38,8 en 27,6 %. Van het laatste monster was
bovendien het gehalte aan calciumoxyde, oplosbaar in mineraalzuur (41,3 %)
veel te hoog in verhouding tot dat aan fosforzuur en het fijnraeelgehalte te laag,
nl. slechts 62 % (maaswijdte 0,22 m m ) . E e n vanwege den Opsporingsdienst naar
dit minderwaardig product ingesteld onderzoek wees in de richting van vermoedelijk versnijden van een normaal product met kalk.
I n 2 andere monsters, met respectievelijk 40,2 en 40,4 % fosforzuur, oplosbaar
in mineraalzuur, werd ook het gehalte aan calciumoxyde, oplosbaar in mineraalzuur, bepaald. I n beide gevallen was dit gehalte m e t 35,4 % en 35,8 % een
weinig meer dan het toegestane m a x i m u m ; dat is 87 % van het gevonden fosforzuurgehalte. H e t in 2 monsters bepaalde gehalte aan fosforzuur, oplosbaar in
2 % citroenzuur, was 35,4 % en 36,8 %. Slechts van één monster werd de
fijnheid (maaswijdte zeef 0,22 m m ) bepaald, deze was 93 %.
Gloeifosfaat
In de Lijst van Meststoffen worden twee soorten genoemd, nl. hooggradig
gloeifosfaat m e t minstens 19 % in mineraalzuur oplosbaar fosforzuur, waarvan
minstens 80 % oplosbaar in 2 % citroenzuur en laaggradig gloeifosfaat met minstens 11 % in mineraalzuur oplosbaar fosforzuur, waarvan minstens 30 %
oplosbaar in 2 % citroenzuur. Van beide soorten moet het fijnmeelgehalte (maaswijdte zeef 0,17 m m ) minstens 90 % zijn.
In de rubriek laaggradig gloeifosfaat kan ondergebracht worden het onder
den naam van silicofosfaat Basiphos in den handel zijnde product, indien het
ten minste voldoet aan de gestelde eischen.
Van de 12 onder de benaming Basiphos zonder garantie-opgave ingezonden
monsters werden 11 onderzocht. Met uitzondering van twee monsters, welke een
gehalte hadden van respectievelijk 9,8 en 10,3 % in-mineraalzuur-oplosbaar
fosforzuur, voldeden deze monsters aan den eisch van minstens 11 % ; bij
7 monsters was het gehalte aan fosforzuur, oplosbaar in mineraalzuur, 12,0 %
of hooger, bij 2 was het lager dan 12,0 %, doch niet beneden 11,0 %. Herbemonstering van de partij, op welke het monster m e t 10,3 % betrekking had, gaf een
monster m e t een gehalte van 12,3 %.
I n 4 monsters werd het gehalte aan fosforzuur, oplosbaar in 2 % citroenzuur,
bepaald; met gehalten van ongeveer 6 % was ruimschoots aan den desbetreffenden eisch voldaan.
H e t gehalte aan calciumoxyde (CaO), oplosbaar in mineraalzuur, in 5 monsters bepaald, was bij één monster 43,7 %, bij de 4 andere 50 à 55 % ; het
gehalte aan kiezelzuur ( S i 0 2 ) , in dezelfde 5 monsters bepaald, liep uiteen van
18,9 % tot 24,7 %. H e t fijnmeelgehalte (maaswijdte 0,17 m m ) bewoog zich
tusschen 93 % en 98 % bij 6 monsters en het vochtgehalte in één monster
was 18,9 %.
Natuurlijk
fosfaat
Onder de benamingen Hyperfosfaat Eeno, Agrifosfaat, Algiersfosfaat en
Curaçaofosfaat werden 14 monsters ingezonden en onderzocht. E e n monster,
als Algiersfosfaat ingezonden, bestond vermoedelijk uit h e t laaggradig natuurfosfaat Hesbaye, gezien het gevonden gehalte van 15,8 % in-mineraalzuur-oplosbaar fosforzuur. I n 3 monsters Agrifosfaat werd uitsluitend het vochtgehalte
bepaald, met als resultaat 5,0 %, 20,3 % en 20,7 % ; de 2 monsters met de hooge
vochtgehalten waren afkomstig van beschadigde partijen.
Van de 4 + 6 overige monsters, in welke het gehalte aan fosforzuur, oplosbaar in mineraalzuur, bepaald werd, was dit gehalte bij 3 lager dan het
gegarandeerde gehalte met overschrijding der speling, bij 1 was h e t gehalte wel
lager dan de garantie, doch het tekort bleef binnen de speling, terwijl bij 6 het
gehalte hooger was dan de garantie.
De gevonden gehalten waren:
van het monster Hyperfosfaat E e n o 25,7 %,
van de 6 monsters Agrifosfaat uiteenloopende van 23,0 % tot 24,6 %,
van het monster Algiersfosfaat 25,6 %,
van de 2 monsters Curaçaofosfaat 32,3 % en 35,9 %.
In 4 monsters werd het vochtgehalte bepaald, met als resultaat bij alle 4
ongeveer 5 %, terwijl de fijnheid (maaswijdte zeef 0,17 m m ) , in 5 monsters
bepaald, bij alle 99 % was.
Superfosfaat.
Van de 16 onder deze benaming ingezonden en onderzochte monsters bleken
4 niet uit superfosfaat te b e s t a a n ; twee bestonden uit een kalizout, afgaande
op de gevonden gehalten aan in-water-oplosbare kali van 20,9 % en 46,7 % ;
één monster was vermoedelijk het laaggradig natuurfosfaat Hesbaye, in aanmerking nemende het gevonden gehalte van 14,0 % in-mineraalzuur-oplosbaar
fosforzuur, terwijl van het vierde monster niet verder nagegaan werd, waaruit
het dan wel bestond, omdat van den inzender bericht ontvangen werd, dat niet
tot aankoop van de uit België aangeboden waar, van welke het monster afkomstig
was, werd overgegaan.
I n één monster superfosfaat werd op verzoek van den fabrikant uitsluitend
bepaald het gehalte aan fosforzuur, oplosbaar in mineraalzuur, dat gehalte
was 22,0 % .
I n de 11 overige monsters werd het gehalte aan fosforzuur, oplosbaar in water,
bepaald met als resultaat, dat gevonden werd:
hooger dan 20,0 %
bij
1 monster;
lager dan 20,0 %, doch niet beneden 19,0 %
,,
6 monsters;
...
M 1 9 , 0 % , ,,
,,
,,
18,0%
, , 2
;
bij 2 monsters was dat gehalte 14,7 % en 14,8 %.
10
Van deze 11 monsters was bij 4 een garantie opgegeven; bij 2 was het
gevonden gehalte boven het gegarandeerde gehalte, bij 1 lager dan de garantie,
doch binnen de speling, terwijl bij 1 de speling overschreden werd.
I n 2 monsters werd naast het gehalte aan fosforzuur, oplosbaar in water (18,1
en 19,5 % ) ook bepaald het gehalte aan fosforzuur, oplosbaar in mineraalzuur;
gevonden werd respectievelijk 19,6 % en 20,5 %.
Thomasfosfaatmeel
Van de 342 onder deze of overeenkomstige benaming ingezonden monsters
werden 340 onderzocht, van welke 3 niet uit Thomasfosfaatmeel bleken te bestaan.
E e n m e t 0,3 % fosforzuur, oplosbaar in 2 % citroenzuur, was volgens later ontvangen inlichtingen hoogovenkiezelkalk; een ander m e t 0,9 % fosforzuur, oplosbaar in mineraalzuur en 0,3 % koolzure kalk bestond vermoedelijk uit koperslakkenbloem, terwijl een derde monster, dat nagenoeg geen in-2 % citroenzuuroplosbaar fosforzuur bevatte, n a a r uit een daartoe ingesteld onderzoek bleek,
genomen was uit één zak, overgehouden van een vorig seizoen, van welken de
inzender veronderstelde, dat hij Thomasfosfaatmeel zou kunnen bevatten.
I n 4 monsters werd niet het in-2 % citroenzuur-oplosbare, maar het in-mineraalzuur-oplosbare fosforzuur bepaald; gevonden werd 16,8, 17,3, 18,2 en 2 0 , 4 % .
I n de overige 18 -f 315 monsters werd het gehalte aan fosforzuur, oplosbaar
in 2 % citroenzuur, bepaald m e t onderstaand resultaat.
Aantal monsters m e t een gehalte gelijk aan of boven het gegarandeerde
gehalte
327
Aantal monsters met een gehalte lager dan de garantie, doch binnen
de speling
1
Aantal monsters met een gehalte lager dan de garantie, met overschrijding der speling
5
H e t gehalte aan in-2 % citroenzuur-oplosbaar fosforzuur was:
19,0 % en hooger
bij 14 monsters
lager dan 19,0 %, doch niet beneden 18,0 %
,,20
18,0 %, ,,
,,
,,
17,0 %
„ 7 9
17,0 %, „
,,
,,
16,0 %
,, 105
16,0 %, ,,
,,
,,
15,0 %
,, 101
15,0 %, „
,,
,,
14,0 %
,12
14,0 %
,,
2
van deze 2 monsters was het gehalte 12,2 % en 11,5 %.
I n 4 monsters werd bovendien bepaald h e t gehalte aan fosforzuur, oplosbaar
in mineraalzuur; gevonden werd 17,0 , 17,3, 17,5 en 18,3 %, naast respectievelijk 15,4, 15,3, 15,8 en 15,5 % fosforzuur, oplosbaar in 2 % citroenzuur. H e t
gehalte aan kalk (CaO), oplosbaar in mineraalzuur, in 6 monsters bepaald,
liep uiteen van 44,3 % tot 51,5 %, dat aan. magnesiumoxyde, oplosbaar in
mineraalzuur, in 4 monsters bepaald, van 1,9 % tot 2,7 %, terwijl het in één
monster bepaalde gehalte aan kalk (CaO), oplosbaar in water, 4,9 % was.
Kalimeststoffen
Onder verwijzing naar h e t daaromtrent in het vorige jaarverslag medegedeelde, geven wij hier weer den uitslag van uitgebreide onderzoekingen in
eenige monsters kalizout.
11
CC
l>
O ^ 'M
O J2 '
+1o J S o
o
V *
w
'S ?
0
CD
~$bb"21
co
-H
^
-fj
o
<2
+i
o"
Ö
CD
O
o 5
S o
.fi .S î-i
OH
O
o O
o"
3
fi- Ti
&
si
H
O X °„
o
. œ "T O -
^ fi 2
H .2
V °
o .• o
o"
©
o"
«•
' o
o J2 ° „
V o
^-f
Ci
O (• o
<= » g
, „ a>
Ö
3
œ '"C
CD
tn Ö G
CD
• 1-1
w
O
- p
CO
o -o <=
V °
CD
-P
o •o
V °
eu b c ' S
T3
fi
fi
fi §£
O -fi '
V '
CS
- fi-
ri -r*
O§
PM
2a
fi"3
V ° -fi-
-<u fi
= 3°
V °
O "-<
02
o
O
œ
O fi
tSD fi
o
Ü 3
~- 3
N
ce
O
"P.
O
\4
>> S
a-S
la
J fi
O
O
S.
H_ -T3
>i
o
'0
fi g
fi
QS
>.
X
S js
c3
c
TS "-1
ö-3
.3 S
si
fi
«
<M
-H§ o 2
m
<z> £> "-L
t--
=ll§o
nduivan
ten
12
'B-B
a
( u m ) UTO3UB;R[
0^
*
- P CD
-P
tea
ä
'3
e î
0
o
.2 o
•à ö
Ö "^
.2 a
• -t->
co
ocö
'3 g *
ft
ü
I | 1
0
bc
bE
CM
©
co
ei
o"
is
O
cS
d^
o
O
O
o
o
o
I I 1
V
co 3
M
Ö
•s-a
o co
(no) jgdo^i
J
-p
^
°s
Ö
Cü
ft
"
e
©
'S
bß'ö
'3
öo
H
CP
N
o
o
o
o
o
o
o
©
+->
Ö
6C
I i 1 o"
+1
O
&
o"*-
O o O I T W><>A
~-9
U9J99ppUBlS9q
gjTsqsoidouo j n n z
-cinoz p u n p j g A u j
o^
o
CO
03
To1
gpijonjo
sp3 -toomo
^?
^
I i 1
O
o
TH
ï>
<M
i-H
<M
O
^
o
O
O
o
o
»O
o
00
GO
r-
O
Tf
-*
t-
t-
Tf
-<+<
^
co
OS
CO
CO
TH
»O
CD
^
!
CN
CM
o"
O
»o
lO
CM
I
'
O
TJ
CS
^ <
O
-d '
© 'S ö
co
.2 d
+3
0 co
ÖOTÏ
ft
•-H
O
o o
V V
1 1
o"
co
ü
O
o
o
+! -+
ft
o
c
•3 ö
N
©
ft
CM
00
l>
I>
O
o
00
CO
c
1 1
co
o
o
O
©
2 -M
1-5
«
CD
r©
4J
œ
« • J A
ft
ft ^
©
&
co
. • *
CS
1o
©
CO
rH
rH
^H"
lO
1
o
^
1 1 1 1
1
co
(M
CD
os
l_i
O
o
<M
o
CO
co
1
o
11
œ
o
co
•*
co
fM
CM
CM
»o
tM
CD
CO
CM
O
O
Oi
Ci
• *
• *
• *
^<
CD
• *
• *
co
co
co
co
CD
co
a
(N
CD
<M
^
fN
tM
l>
GO
>o
<M
^
lO
t-
CM
CM
'M
ÎC
CM
lO
•*
O
o
GO
»o
^
(M
CM
o
J3
co co o
OCTJ
'3 §
•3 Ö
co "S
co "Ö
^ co
a
CD
O
O
o"
1 |
^ ^
rM<
I
co
( s OS) 9 P « P ^ q u B
3 c
co
t4H
CM
OS
o
^
a
- p CO
V
o
o ü ö
ja +> co
o
CD
Ö
o
o
ö
co
•2 ö
CC
Tt<
O d U9Aoq
p S o o j p e â ) cjuooA
LO
M<
TJ g
a
f/J
(uinnoi3A u i
o"
V V V
ai
Ö
co
Ü
-Ä o
ft »
©
o
o
o"
cc
o
o
o
f—*
O
CM
O
O
-tH +1 H-I
cfl
Ui
CM
o
(a) o m u o g
O
O
(OE«N)
gpAXOUmiJCLB^J
«
O
<N
CD
CO
LO
j n n z [ ! 3 B j 9 u ; u iU T
jBoqsojdo ( O s K )
9pXxOUintS9U§13JÇ
cS~~
jnnz|ei3J9Uiui u i
jtreqsoido (o^O)
gp^xouinpj'Bo
jnnzp3t?j9uiui u i
JBBqSOjdo ITtTJJ
c>-
o
x
oq
Ir-
CM
^
^"
o
o
t-
l>
1>
'M
t-
rH
^
Ci
t^
-
lO
00
O
O
CD
os
o
00
GO
TTH
<*
oo"
CM
co
c^
• *
p—
TH
t~
(M
fN
rH
Ci
O
CD
OS
on
o
O
o
O
^
o
o
r—(
O
P-T
o
O
CO
c~
TH
T*
00
co
c-
(N
fM
lO
"*
lO
lO
1 1
I
I
^
CO
Cl
co
lO
co
O
'
CO
O
O
<N
Oi
>o
"*
00
tM
1 !
• *
CM
ra
CM
CO
TK
O
CM
O
CM
CD
O
.I9CL13.M m
j B B q s o i d o 1113g;
[
I
l
I
I
r-H
00
GO
1 ! 1
^
1
co
o
o
CM
tM
1 !
^9
o
CM
cS
M
O
-p
S
O
•43
s
Tl
W
g
0)
T3
M
o
£
C3
s s a
Tl
H
T1
M
Tl
M
S
•71
w
a a a
•n
M
co
T!
M
CO
Tl
M
fï
TJ
l-l
.s
M
S
Tl
M
S S
TJ T3
l-l
M
13
fcn
ai
d
O)
Cs!
d
is T j
rl
.
.
«
.
1
rH
rt
<*>
O
O
o
o
d
O
Cs]
-P
CD
O
O
o
,
o
V
o
o
o
o
o
o
bc
ÖC
N r*
CD S
0
,
1
V
ö
ca
C3
d
CD
'-3 S
+1
o
o
o"
i
o
o
V
V
o
\/
ft
00
^H
CM
o
00
co
œ
co
o
• *
1—l.
o
o
• *
Tt<
"-P
m
TJ
d
d
PH
d
CD
CD
CD
0)
O
• *
o
o
o
o
CD
CD
CM
O
CD O
60
>
o
o
o
d
o"
a
CD
-P
d
CM
o
O
o
o
co
o
lO
o
o
o
d n,
CD
N
'3 ö
-S S>
d
.„
ICO
O
O
O
o
O
d
cS
to
>
CD
d
d
0
CD
tl
w
CD
d
co
o
d o
CS
ce o "
is
CD
ü
O
d
ÇD
OH
\/
d
CD
IQ
O
O
CO
d
o o"
cc
TJ
-H
CS
cfl
d
o
o
o*
-2 \/
TJ
a
d
O
"^
d
•v
CD
+s
d
'4^
0
C
• 3 CD
a
c
cc:
,_,
^
lO
Ci
O
Cvj
co
o
1
!
!
co
Ci
co
i_H
TH
o
o
CM
o
O
\
c
't
V
I
T*
Tf
O
1
1 1
1
CO
CO
^
T*
Cr
O
o
o
O
C
CM
IO
I>
00
c
lO
00
1—1
G0
-H
OS
-H
»o
lO
r-
r~
CO
CM
•#
^
T*
^
O
• *
<•#
TU
M<
iO
o
lO
co
IC
o
T^
CO
CM
C5
O
CM
O
CM
TK
CO
CO
c•o
t-H
Tt<
CO
Tl*
CO
CO
co
CO
Tt<
CO
IC
CO
o
00
^
co
-
O
00
cc
m
1-1
o
o
lO
CM
"
00
rt
rt
• «
~
>o
o
oo
CM
-*
1
to
as
co
1—1
Tt<
CD
t-
O
o
i—i
Ci
^
^
•<*
w
o
c
o
«5
GO
CM
(T0
CD
CO
00
Tf
•^
• *
o
O
©•1
O
CO
O
o
(M
CM
00
C33
as
_,
as
<M
OS
t>
(M
lO
^
CM
00
co
CO
CM
o
O
O
-tf
r~
o
CO
o
co
CM
»o
o
O
o
o
CO
zo
o
Ci
CO
•
*
i 1 1
]
1
|
O
o
00
r~
Ci
CO
GO
CO
-#
^
CM
CM
co
• *
^
T - ,
ï>
^
^
I_H
|
(M
CO
• *
^
^
TH
•
1
o
*
1
TH
rH
TH
CO
CM
<M
CM
|
|
|
00
IO
F-H
O
CM
co
os
00
lO
CM
• *
cc
cc
0^
|
1
I
o
•
•J-j
*
CS
1
o
cd
H B
CD
Tl
1—f
Tl
M
a a
a a a a
o
o
ID
Tj
M
Tl
HH
TJ
M
Tl
M
Tl
M
i—i
a
os
Tl
H-
OH
M
^
d
CD
C3
Ë
<v
Tl
H
F
0!
Tl
i—
s
CD
Ti
M
a
CD
TJ
H
> d
d
0
-P
CD co
MTJ
(V
as
Tt<
CD
O
O
o
o
o
TX
TH
• *
d
H-S
cc
M)TJ
c d
CD
Th
o
d
CD
C
- P CD
a
O
O
»O
1
CD
C5
CO
1 1
Ö d
CD
CD
CM
O
CD
CD cç g
60TJ. g
o
I
i>
d
V
© cc
hOTj
O
CO
O
co
>
o
N
1
d
3
CO
CO
1 1 1 1
'f_ml l_^
o
00
co
1 ~
os
co
• *
TJ
d
-P
d
O
d
O
CD
d d
-u TJ
> CD
cc
M d
O .£ d d
'-p CD CD
TJ
CU
bß T i
d d
o
o
o
,
d
> d
C3
• P CD
-P
CD 03
o
_Ö
co
CD
o
.0
1
d
d
is o
co
o
o
o
ft
1
ce
V V
d
1 1
Ö
o
o
o
V
> CDd
O
CD
O
Ö
Ö
O
-p
IK
Tj
o
Cl
O
oc
s
.d
,
1
o
o
c
CD
TÏ
OH
ESI
o
Tj
Ö
d
CO
O
d
1 1
o
o
d
ö co
hoogste
tiendui
ten van
d
E
CD
TJ
h-
£
0
T
JH
d
CD
CD
-P
d
CD
Ü
O
ft
14
Ohloorkali
Van de 2 + 9 onderzochte monsters was bij alle het gevonden gehalte hooger
dan de garantie of den voor deze meststof gestelden eisch van minstens 49 %
in-water-oplosbare kali ( K 2 0 ) .
H e t gehalte aan kali, oplosbaar in water was bij 7 monsters 60,0 % of
hooger en bij 4 ongeveer 50 à 51 %. H e t gehalte aan chloor als chloride, in
9 monsters bepaald, liep uiteen van 44,9 % tot 47,6 %.
Kainiet
Behalve de reeds behandelde monsters kainiet, welke uitgebreid onderzocht
werden, kwamen nog in 5 monsters, van welke 2 -j- 2 onderzocht werden; bij
alle 4 was het gevonden gehalte aan kali, oplosbaar in water, hooger dan de
garantie of den gestelden eisch van minstens 13 % ; dat gehalte was 14,2, 17,1,
17,5 en 17,7 %. Voor een dezer monsters, genaamd „ F r a n s c h e fijn gemalen
k a n i e t " wordt verwezen naar het daaromtrent in het verslag van den Opsporingsdienst medegedeelde.
Kalisalpeter
Zie hiervoor onder stikstofmeststoffen.
Kalizout 20 %.
Van de 181 onderzochte monsters werd in 4 een uitgebreid onderzoek verricht, waarvoor verwezen wordt naar het onder het hoofd Kalimeststoffen
medegedeelde.
Bij de overige 167 + 10 monsters was h e t gehalte gelijk aan of boven h e t
gegarandeerde gehalte bij 172 m o n s t e r s ; lager dan de g a r a n t i e , . doch binnen
de speling bij 4 monsters en lager dan de garantie, m e t overschrijding' der
speling, bij 1 monster.
Aantallen monsters kalizout 20 % m e t een gehalte aan in-water-oplosbare kali
23 % en hooger
bij 44 monsters
lager dan 23,0 %, doch niet beneden 22,0 %
47
„ 22,0 %, ,,
,,
„
21,0 %
. . . .
, 55
„ 21,0 %, ,,
„
,,
20,0 %
. . . .
, 26
,, 20,0 %, ,,
,,
,,
19,0 %
. . . .
, 4
,
1 monster.
16,1 %
yt
Naast het gehalte aan in-water-oplosbare kali werd nog bepaald in 2 monsters
het chloorgehalte, resultaat 51,6 % en 48,4 % ; in 1 monster het vochtgehalte,
resultaat 5,0 % en in 1 monster het gehalte aan magnesiumoxyde, met als
resultaat 0,1 %.
Kalizout 40 %
Van de 885 ingezonden monsters — voor een 10-tal met uitgebreid onderzoek
wordt verwezen naar het hoofd Kalimeststoffen — werden er 2 gebroken ontvangen, terwijl 1 bleek te bestaan uit ruw keukenzout m e t een gehalte van
0,2 % in-water-oplosbare kali en 94,1 % natriumchloride, zoodat er 829 4- 43
monsters kalizout 40 % onderzocht werden.
Aantal monsters met een gehalte gelijk aan of boven het gegarandeerde
gehalte
Aantal monsters m e t een gehalte lager dan de garantie, doch binnen
de speling
Aantal monsters met een gehalte lager dan de garantie, met overschrijding der speling
652
139
81
15
Aantallen monsters kalizout 40 % met een gehalte aan in-water-oplosbare kali
43,0 % en hooger
bij 28 monsters
lager dan 43,0 %, doch niet beneden 42,0 %
70
41,0
42,0 %, ,,
,,
,,
41,0
% %. .
. . ,, 249
,, 41,0 %
„
,,
„,
40,040,0
%
,, 305
,, 40,0 %, ,,
,,
,,
39,0 %
,, 139
,, 39,0 %, „
,,
,,
38,0 %
,,62
,. 38,0 %, ,,
,,
,,
37,0 %
„ 1 1
., 3 7 , 0 %
,,
8
H e t vochtgehalte, in 15 monsters bepaald, liep uiteen van 0,3 % tot
7,1 %
dat aan magnesiumoxyde, bepaald in 10 monsters, van 0,1 % tot 1,4 %
en dat
aan chloor, in 6 monsters bepaald, van 47,6 % tot 48,6 %. I n 2 monsters was
het gehalte aan natriumoxyde ( X a 2 0 ) 14,5 en 15,1 % ; in 2 andere dat aan inverdund-zoutzuur-onoplosbare bestanddeelen 0,1 % en 4,2 %. Van 21 gevallen
van herbemonstering werd ons kennis gegeven; op eenige uitzonderingen n a
bleken de bij herbemonstering genomen monsters wel te voldoen aan de garantie,
in tegenstelling met de bij eerste bemonstering genomen monsters, bij welke
een ondergehalte geconstateerd was. Van een paar andere gevallen, in welke
hier ondergehalte geconstateerd was, werd mededeeling ontvangen, dat herbemonstering niet meer mogelijk was, daar de waar intusschen uitgestrooid was
of niet meer te achterhalen.
Kalizout 50 %
Ontvangen en onderzocht 246 -f 12 monsters.
Aantal monsters m e t een gehalte gelijk aan of boven het gegarandeerde
gehalte
195
Aantal monsters m e t een gehalte lager dan de garantie, doch binnen
de speling
46
Aantal monsters met een gehalte lager dan de garantie, met overschrijding der speling
17
Aantallen monsters kalizout 50 % m e t een gehalte aan in-water-oplosbare kali:
53,0 % en hooger
bij il 1 monster;
lager dan 53,0 %, doch niet beneden 52,0 %
,, 15 monsters
,,
„
,,
,,
,,
46,9 %
52,0%, „
51,0 %, „
50,0 %, ,,
49,0 %, ,,
48,0 %, ,,
,,
„
,,
,,
„
51,0 %
50,0 %
49,0 %
48,0 %
47,0 %
„
,,
,,
,,
,
„
82
97
46
15
1 monster;
1
>}
I n 3 monsters werd tevens het vochtgehalte bepaald, met als resultaat 1,5 %,
0,7 % en 0,7 %.
E e n aantal herbemonsteringen van partijen met te laag gehalte geeft het
volgende beeld:
Eerste bemonstering: 4 8 , 2 % , 4 8 , 8 % , 4 8 , 3 % , 4 8 , 3 % , 4 6 , 9 % , 4 8 , 9 % , 4 8 , 8 % .
Herbemonstering:
49,2%, 48,8%, 49,9%, 51,0%, 51,5%, 51,3%, 50,6%.
Patentkali of zivavelzurc Jcalimagnesia
Behalve 7 monsters, welke uitgebreid onderzocht werden en waarvoor verwezen wordt naar het onder het hoofd Kalimeststoffen daaromtrent medegedeelde, kwamen nog 217 monsters in, van welke 106 + 109 onderzocht werden.
Aantal monsters met een gehalte gelijk aan of boven het gegarandeerde 207.
Aantal monsters met een gehalte lager dan de garantie, m e t overschrijding
der speling
8
16
Aantallen monsters patentkali met een gehalte aan in-water-oplosbare kali
30,0 % en hooger
bij 11 monsters
lager dan 30,0 %, doch niet beneden 29,0 %
„ 3 0
., 29,0 %,
, „
„
28,0%
76
59
„ 28,0 %,
,
„
„
27,0%
24
„ 27,0 %,
,
„
„
26,0 %
8
., 26,0 %,
,
„ xN „
25,0 %
1 monster;
,, 25,0 %,
,
„
„
24,0 %
6 monsters
„ 24,0 % .
De 6 monsters der laatste rubriek hadden gehalten van 23,8 %, 22,2 %,
22,0 %, 22,0 %, 21,9 % en 21,4 %. Bij één dezer monsters werd medegedeeld,
dat de betreffende waar waterschade geleden had.
Van één geval van herbemonstering werd ons kennis gegeven. Bij eerste
bemonstering waren de gehalten 40,5 % in-water-oplosbare kali en 11,9 %
magnesiumsulfaat, terwijl in het bij herbemonstering genomen monster gevonden
werd respectievelijk 28,8 % en 26,8 %.
De in alle monsters bepaalde gehalten aan magnesiumsulfaat en aan chloor
gaven geen aanleiding tot opmerkingen. In 2 monsters werd ook het SO^ gehalte
bepaald, met als resultaat 57,4 % en 60,2 %.
Zwavelzure
kali
Ontvangen en onderzocht 4 + 17 monsters. Bij alle was het gevonden gehalte
aan kali hooger dan de garantie of den gestelden minimumeisen van 47 %. H e t
gehalte aan in-water-oplosbare kali was:
52,0 % en hooger
bij
3 monsters;
lager dan 52,0 %, doch niet beneden 51,0 %
. . . .
„ 51,0 %, ,,
,,
„
50,0 %
. . . .
,,
1 monster;
„ 50,0 %, ,,
,,
,,
49,0 %
. . . .
,. H
„ ;
,, 4 9 , 0 % , ,,
„
,,
48,0%
. . . .
, , 4
;
terwijl bij 2 monsters dat gehalte was 47,9 % en 47,7 %.
Bij alle monsters bleef het chloorgehalte beneden de vastgestelde grens
van 3 %.
Kalkmeststoffen
Gebluschte
kalk of poederkalk
(thans Landbouwpoederkalk geheeten)
Onder verschillende benamingen werden 186 monsters ten onderzoek ingezonden van welke 180 monsters werden onderzocht.
Drie monsters voldeden aan de voor ,,ruwe landbouwpoederkalk" gestelde
eischen, terwijl 1 monster vermoedelijk aan die eischen voldeed. Aan de voor
„ h y d r a a t k r i j t " gestelde eischen voldeed 1 monster en in 1 monster werden
gehalten gevonden, overeenkomende met die van ,,koolzure landbouwkalk".
E e n als ,,landbouwkalk" ingezonden monster bestond vermoedelijk uit ,,hoogovenkiezelkalk" en de in 1 monster geconstateerde gehalten voldeden zoowel aan
de eischen gesteld aan „ h y d r a a t k r i j t " als aan die voor „ruwe landbouwpoederkalk".
H e t gehalte aan fijn calciumhydroxyde werd bepaald in 27 -f 87 monsters.
Aantal monsters m e t een gehalte gelijk aan of boven het gegarandeerde
gehalte
24
Aantal monsters m e t een gehalte lager dan de garantie, doch binnen
de speling
__.
1
Aantal monsters m e t een gehalte lager dan de garantie, met overschrijding der speling
89
17
H e t gehalte aan fijn calciumhydroxyde, bepaald in 114 monsters,
lager dan 95,0 %, doch niet beneden 90,0 %
0 monsters
bij
90,0 %,
„
„
,,
85,0
8
,. 85,0 %, „
„
,,
80,0 %
5
,, 80,0 %, „
„
,,
75,0 %
„ 8
,, 75,0 %, ,,
„
,,
70,0 %
„ 1 2
,, 70,0 %, ,,
„
„
65,0 %
„ 11
,, 65,0 %, „
,,
,,
60,0 %
„ 1 1
„ 60,0%
„ 5 9
Uit bovenstaande gehalten blijkt, dat slechts 33 van deze 114 monsters
(28,9 % ) voldeden aan den voor dit product in de Lijst van Meststoffen gestelden
eisch betreffende het gehalte aan fijn calciumhydroxyde.
I n de 66 overige monsters werd een van dien eisch afwijkend onderzoek
verricht.
Ongebluschte kalk (thans Landbouwkluitkalk
genoemd)
Ontvangen en onderzocht werden 19, tot deze rubriek behoorende, monsters,
van welke bij geen der monsters een garantie voor het gehalte aan calciumoxyde werd gegeven.
H e t gehalte aan calciumoxyde bedroeg:
3 monsters;
lager dan 85,0 %, doch niet beneden 80,0 %
bij
80,0 %, „
,,
„
75,0 %
. . . .
1 monster;
75,0 %, „
,,
„
70,0 %
. . . .
1
70,0 %, ,,
„
„
65,0 %
. . . .
2 monsters
65,0 %, „
„
„
60,0 %
,, —
60,0%,
„
,,
„
55,0%
„ 4
55,0 %, .,
,,
„
50,0 %
„
5
50,0 %, „
„
,,
45,0 %
,,
1 monster;
45,0 %, „
„
„
40,0 %
, 1
„
;
40,0 %
„
1
„
.
H e t monster, van hetwelk het gehalte aan calciumoxyde slechts 18,4 %
bedroeg, zou volgens mededeeling van den inzender O—3 % carbolzuür bevatten.
Bij een onderzoek, ingesteld naar. den invloed van de betreffende waar op den
plantengroei, is van een schadelijke werking niets gebleken.
I n 1 monster werd bepaald het gehalte aan magnesiumoxyde, oplosbaar in
mineraalzuur, welk gehalte 10,6 % bedroeg, zoodat de vastgestelde maximumgrens van 10 % overschreden werd.
Gemalen ongebluschte kalk (thans Gemalen
landbouwkluitkalk)
Onder deze benaming en als gemalen kluitkalk werden 5 monsters ontvangen
en onderzocht. Hiervan werden 2 monsters uitsluitend onderzocht op het gehalte
aan zuurbindende bestanddeelen, berekend als calciumoxyde, welk gehalte bedroeg
71.1 % en 82,0 %.
I n 1 monster werd, naast een gehalte aan zuurbindende bestanddeelen van
104,9 %, gevonden 34,6 % magnesiumoxyde, oplosbaar in mineraalzuur.
Een monster bestond niet uit gemalen ongebluschte kalk, doch uit gebluschte
kalk met. 49 % fijn calciumhydroxyde en 70 % fijnheid (maaswijdte zeef
0,32 m m ) . H e t vijfde monster bevatte slechts 22 % fijn calciumoxyde eu
87.2 % zuurbindende bestanddeelen, terwijl de fijnheid (0,32 m m zeef)
28 % was.
Kalkmergel
Ontvangen en onderzocht werden 111 monsters, van welke in 8 -f 55 monsters het gehalte aan fijne koolzure kalk werd bepaald.
Aantal monsters met een gehalte gelijk aan of boven het gegarandeerde
gehalte
44
2
18
Aantal monsters m e t een gehalte, lager dan de garantie, doch binnen
de speling
2
Aantal monsters m e t een gehalte lager clan de garantie, met overschrijding der speling
17
H e t gehalte aan fijne koolzure kalk bedroeg:
95,0 % en hooger
bij
4 monsters
lager dan 95,0 %, doch niet beneden 90,0 %
11
90,0 %,
85,0 %
1 monster
85,0 %,
80,0 %
2 monsters
80,0 %, ,,
,,
,,
75,0 %
1 monster ;
75,0 %, ,,
,,
„
70,0 %
9 monsters
70,0 %, ,,
,,
,,
65,0 %
18
65,0%,
,,
,,
,,
60,0%
7
60,0 %
10
Op verzoek werd in 43 monsters het gehalte aan koolzure kalk (berekend
uit het gehalte aan C 0 2 ) bepaald; de gevonden gehalten waren:
95,0 % en hooger
bij 9 monsters
lager dan 95,0 %
doch niet beneden 90,0 %
,,17
,,
„ 90,0 %,
85,0%
, , 4
„ 85,0 %,
80,0 %
„ 3
,, 80,0 %,
75,0 %
„ 7
,, 75,0 %,
70,0 %
„ 3
,,
.
I n 22 van deze monsters werd het gehalte aan fijnmeel bepaald (rnaaswijdte
zeef 0,22 m m ) . Gevonden werd in 4 monsters 100 %, in 7 monsters 99 % en
in de andere monsters 95 %, 89 %, 84 %, 83 %, 82 %, 78 %, 75 %, 73 %,
67 %, 64 % en 62 %.
Van de 5 overige monsters werd in 3 monsters slechts bepaald het gehalte
aan calciumoxyde (CaO), oplosbaar in mineraalzuur en dat aan magnesiurnoxyde, oplosbaar in mineraalzuur, met als resultaat: 40,9 %, 45,5 % en 46,4 %
calciumoxyde, oplosbaar in mineraalzuur en respectievelijk 4,1 %, 1,1 % en
0,7 % magnesiumoxyde, oplosbaar in mineraalzuur. E e n dezer monsters had een
gehalte aan fijnmeel (rnaaswijdte zeef 0,22 m m ) van 95 %. I n 2 monsters
werd uitsluitend het vochtgehalte bepaald, hetwelk bedroeg 9,9 % en 10,1 %.
I n 5 monsters werd bovendien het gehalte aan calciumhydroxyde bepaald,
met als resultaat: 0,8 %, 14,9 %, 16,9 %, 18,9 % en 21,5 %".
E e n gehalte aan kalk, oplosbaar in mineraalzuur, werd, naast andere
gehalten, bepaald in 11 monsters en varieerde van 42,6 % tot 56,9 % ; 13 monsters hadden een gehalte aan magnesiumoxyde, oplosbaar in mineraalzuur, zich
bewegende tusschen 0,2 % en 1,3 % en 1 monster had een gehalte aan fosforzuur ( P 2 0 5 ) , oplosbaar in mineraalzuur, van 0,9 %.
Koolzure
landbomvkalk
Onder verschillende benamingen werden 28 monsters ingezonden, welke alle
werden onderzocht.
Hiervan werd in 12 monsters een onderzoek verricht, overeenkomstig de in
de Lijst van Meststoffen gestelde eischen, aan welke eischen 11 monsters voldeden; het andere monster had een gehalte aan fijnmeel, hetwelk lager was dan
de in genoemde lijst, voor verschillende maaswijdten vastgestelde m i n i m u m
grenzen.
Voor het gehalte aan calciumoxyde, oplosbaar in mineraalzuur, bepaald in
bovengenoemde monsters, werd gevonden: als laagste waarde 50,9 % en als
hoogste waarde 55,7 % ; het gehalte aan kooldioxyde liep uiteen van 40,8 %
tot 43,2 % ; de fijnheid (rnaaswijdte zeef 0,6 m m ) bewoog zich tusschen 55 %
en 100 %, terwijl die m e t een rnaaswijdte van 0,22 m m varieerde van 35 %
tot 100 %.
19
In de overige monsters werd een afwijkend onderzoek verricht, met onderstaand resultaat:
Magnesiumoxyde (MgO) z.o..
Fijn calciumcarbonaat (CaCOa)
Calciumhydroxyde (Ca(ÖH).).
Fijnheid (0,22 m.m. zeef) . .
Fijnheid (0,6 m.m. zeeJ). . .
37,1 45,3 55,0
54,7 54,9
55,0
4,6 0,1 0,7
0,4
0,3
0,5
33,3
41,3 43,0 42,7 43,3 42,8 42,4 33,2 42,3 42,0
37
0,3
0,2
0,1 9,9
82 80 100 100 100 100 100
96 98 39
87
100
99
99
97
42,8
99
—
95
—
Hydraatltrijt
Van de 78 onder verschillende benamingen, ingezonden monsters werden 77
monsters onderzocht. Hiervan voldeden:
39 monsters aan de voor dit product in de Lijst van Meststoffen gestelde
eischen, was in
5 monsters het fijnmeelgehalte lager en dat aan vocht hooger dan de gestelde
eischen, overschreed in
4 monsters het vochtgehalte de gestelde maximumgrens, hadden
3 monsters een fijnheid, welke beneden de minimumgrens was gelegen,
en had
1 monster een gehalte aan calciumoxyde, oplosbaar in mineraalzuur, hetwelk
lager was dan in de Lijst van Meststoffen is voorgeschreven.
Van de 39 monsters, welke voldeden aan de gestelde eischen werden in
17 monsters onderstaande gehalten geconstateerd:
H e t gehalte aan calciumoxyde, oplosbaar in mineraalzuur liep uiteen van
51,9 % tot 66,2 % ; het gehalte aan zuurbindende bestanddeelen varieerde van
51,9 % tot 67,2 % ; het gehalte aan fijnmeel (0,6 m m maaswijdte) lag tusschen
90 % en 99 %, en dat aan vocht bewoog zich tusschen 0,1 % en 4,7 %.
I n een 8-tal monsters werd nog bepaald het gehalte aan calciumhydroxyde;
gevonden werd: 19,4 %, 25,0 % 37,4 % 43,3 %, 45,1 %, 49,7 %, 61,4 % en
64,5 % ; het gehalte aan koolzure kalk in deze 8 monsters bedroeg: 8 , 0 % ,
11,8 %, 18,4 %, 23,7 %, 24,1 %, 29,1 %, 73,9 % en 74,6 %.
I n 2 monsters werd een gehalte aan fijn calciumhydroxyde gevonden van
22 % en 6 8 % . ^
Van de overige 22 monsters, welke geen aanleiding gaven tot opmerkingen,
werden vastgesteld de gehalten aan calciumhydroxyde en aan koolzure kalk, uit
welke gehalten kan worden berekend of aan de in de Lijst van Meststoffen gestelde eischen is voldaan. De gevonden gehalten aan calciumhydroxyde lagen
tusschen 14,5 % en 68,5 % en die aan koolzure kalk tusschen 16,6 % en 76,6 %.
Van deze monsters bewoog zich de fijnheid tusschen 90 % en 98 % en was
het vochtgehalte tusschen afwezig en 2,6 % gelegen.
De 5 monsters met een te laag fijnmeelgehalte en een te hoog gehalte aan
vocht, hadden onderstaande gehalten:
Calciumoxyde, oplosbaar in mineraalzuur .
Zuurbindende bestanddeelen
Fijnheid (maaswijdte zeef 0,6 m m ) . . . .
Vocht
Fijn calciumhydroxyde
Calciumhyi roxyde
Koolzure kalk
58,2 %
—
85 %
6,8 %
49 %
57,2 %
12,1 %
51,0 %
51,0 %
61 %
12,1 %
57,5 %
58,8 %
83 %
9,3 %
—
—
—
—
—
—
•
57,7
57,7
86
7,2
%
%
%
%
—
—
—
58,9
59,0
88
6,7
52
I n de 4 monsters, van welke het vochtgehalte de gestelde m a x i m u m grens
overschreed, werd gevonden:
%
%
%
%
%
20
Calcium-oxyde, oplosbaar in mineraalzuur
Zuurbindenae bestanddeelcn
Fijnheid (maaswijdte zeef 0,6 m m ) . . . .
Voeht
Calciumhydroxyde
Koolzure kalk
58,4 %
De gehalten in. 2 van de monsters met een fijnheid, lager dan in de Lijst
van Meststoffen is voorgeschreven, waren: 55,9 % en 63,2 % calciumoxyde,
oplosbaar in mineraalzuur, en respectievelijk 56,4 % en 63,3 % zuurbindeiide
bestanddeelen, 7 6 % en 8 8 % fijnheid e n . ' 2 , 0 % en 3 , 0 % vocht. H e t derde
monster bevatte 21,5 % calciumhydroxyde, 68,5 % koolzure kalk, 88 % fijnheid
en nagenoeg geen vocht.
H e t monster, dat naast het te lage gehalte aan calciumoxyde, oplosbaar in
mineraalzuur, ook een te lage fijnheid had, bevatte 36,6 % calciumhydroxyde,
20,5 % koolzure kalk, ,84 % fijnmeel en 2,1 % vocht.
I n 25 monsters werd aan de hand van de aanvragen voor onderzoek een van
de Lijst van Meststoffen afwijkend of een onvolledig onderzoek verricht. Voor
het gehalte aan koolzure kalk, uit het in 21 monsters bepaalde kooldioxydegehalte berekend, werd gevonden als laagste waarde 10,0 % en als hoogste
waarde 78,9 % .
In 22 monsters werd het gehalte aan calciumhydroxyde bepaald; als laagste
waarde werd, gevonden 16,3 % en als hoogste waarde 70,5 %, terwijl het gehalte
aan fijnmeel in 14 monsters als laagste 86 % en als hoogste 97 % gaf. H e t
gehalte aan fijne koolzure kalk in 2 monsters was 42 % en 54 % en dat aan
calciumoxyde, oplosbaar in water in 2 monsters bedroeg' 20,7 % en 35,4 %.
E e n monster bevatte 0,1 % vocht; in een monster was het gehalte aan magnesiumoxyde, oplosbaar in mineraalzuur, 1,1 % ; het gehalte aan fijn calciumhydroxyde in 1 monster was 34 % ; in 1 monster was de fijnheid (maaswijdte
zeef 2 m m ) 78 % en voor het gehalte aan zuurbindende bestanddeelen van
1 monster werd gevonden 52,3 %.
Schumi aarde
Ontvangen en onderzocht werden 14 monsters, van welke in 2 monsters
uitsluitend het gehalte aan kooldioxyde werd bepaald; de daarmee aequivalente
gehalten aan koolzure kalk waren 58,7 % en 63,9 %.
E e n monster bevatte, naast 63,5 % koolzure kalk, 0,6 % fosforzuur, oplosbaar
in mineraalzuur.
De overige monsters werden uitgebreid onderzocht, met onderstaand resultaat :
Stikstof (meth. Street)
Fosforzuur, oplosbaar in mineraalzuur
Kali, oplosbaar in water
Calciumoxyde, oplosbaar in mineraalCalciumcarbonaat (koolzure kalk). . .
Magnesiumoxyde,oplosbaarin mineraal-
o.'
/o
%
0,34
0,19
0,76
0,10
0,25
0,15
0,35
0,9
0,1
afw.
0,1
afw.
0,2
33,5
57,5
0,8
26,1
O/
%
38,9
28,1
46,2
27,0
44,8
50,4
5,6
42,9
5,3
0,2
40,5
7,3
0,3
/o
0,35
%
%
0,35
0,40
0,6
0,8
%
0,70
spoor 0,60
0,10
0,75
0,15
32,8
54,2
34,0
58,9
33,5
56,6
66,0
63,5
40,0
65,7
41,2
69,4
1,4
32,9
1,4
29,8
1,2
31,4
21,9
0,6
28,0
16,3
16,0
98
37,9
96
56
Zuurbindende bestanddeelen
o/
/o
0,65
%
Gedroogde schuimaarde
Van dit product werden 9 monsters ten onderzoek'ingezonden en onderzocht,
in welke monsters onderstaande gehalten werden gevonden:
21
0/
Stikstof totaal
Fosforzuur,oplosb;uir in mineraal-
Kjnhcid (2 mm)
0,35
0,8
56,4
%
o/
%
%
/o
/o
0/
/o
/o
0,40
1,0
73,7
spoor
74,6
61,0
75,5
64
94
56
74,6
72,8
± 61
Uit bovenstaande blijkt, dat van de op fijnmeel onderzochte monsters slechts
1 monster voldeed aan den voor gedroogde schuimaarde in de Lijst van Meststoffen gestelden fijnheidseisch.
Kàlilàezclkàlk
Onder verschillende benamingen werden 22 monsters ingezonden. Hiervan
werden 19 monsters onderzocht.
H e t gehalte aan. calciumoxyde, oplosbaar in mineraalzuur, bepaald in
15 monsters, bedroeg:
45,0 % en hooger
monsters
bij
lager dan. 45,0 %, doch niet beneden 40,0 %
„ 40,0%,
,,
,,
,,
35,0 %
>• 3 5 , 0 % ,
,,
,,
,,
30,0 %
,,30,0%,
.,
,,
,,
25,0%
,, 2 5 , 0 % ,
1 monster;
,,
,,
,,
20,0%
en dat aan. kali, oplosbaar in mineraalzuur, in 15 monsters bepaald w a s :
10,0 % en hooger
bij
1 monster;
lager dan 10,0 %, doch niet beneden 5,0 %
, , 1 2 monsters;
,,5,0%
.
, 2
,,
.
Voor het gehalte aan fijnmeel (maaswijdte zeef 0,22 m m ) , bepaald in 7 monsters, werd gevonden: 67 %, 97 %, 97 %, 99 %, 99 %, 99 % en 100 %.
I n 1 monster ,,versch gewonnen vliegasch" en 1 monster ,,opgebaggerde
vliegasch" waren de gehalten aan calciumoxyde, oplosbaar in mineraalzuur
3,5 % en aan kali, oplosbaar in mineraalzuur, respectievelijk 0,4 % en 0,6 %.
H e t vochtgehalte in die monsters was 19,9 % en 45,9 % .
Twee monsters werden uitgebreid onderzocht. H e t eene bevatte: 0,20 %
stikstof totaal, 0,9 % fosforzuur, oplosbaar' in mineraalzuur, 1,2 % kali, oplosbaar
in mineraalzuur en 6,5 % calciumoxyde, oplosbaar in mineraalzuur, terwijl het
andere een gehalte had van 0,15 % stikstof totaal, 0,40 % fosforzuur, oplosbaar
in mineraalzuur, 29,3 % organische stof (gloeiverlies ex kooldioxyde en vocht),
0,6 % kooldioxyde, 0,20 % kali, oplosbaar in mineraalzuur en 22,5 % vocht.
Kali, oplosbaar in water was nagenoeg afwezig.
Hoogo v enkiezellcalk
Van de 114, onder verschillende benamingen, ingezonden monsters, werden
109 monsters onderzocht.
I n 99 monsters werd bepaald het gehalte aan calciumoxyde, oplosbaar in
mineraalzuur, m e t volgend resultaat:
45,0 % en hooger
bij 11 monsters
lager dan 45,0 %, doch niet beneden 40,0 %
,,77
,,
,, 4 0 , 0 % , „
,,
,,
35,0%
,,10
,, 35,0 %
,,
1 monster.
H e t gehalte aan magnesiumoxyde, oplosbaar in mineraalzuur, werd bepaald
in 93 monsters en bedroeg:
22
5,0 % en hooger
bij 35 monsters
lager dan 5,0 %, doch niet beneden 4,0 %
,,44
., 4,0 %, ,,
,,
,,
3,0 %
,, 11
.. 3-0 %, ,,
,,
,,
2,0 %
,,
2
,,
,, 2,0 %
,,
1 monster.
Voor het gehalte aan fijnmeel (0,22 m m zeef) werd gevonden in 59 monsters
95,0 % en hooger
bij 8 monsters
lager dan 95,0 %, doch niet beneden 90,0 %
,14
90,0 %,
85,0 %
85,0 %,
80,0 %
80,0 %,
75,0 %
75,0 %,
70,0 %
70,0 %,
65,0 %
65,0 %,
60,0 %
60,0 %,
55,0 %
55,0 %,
50,0 %
monster,
50,0 %
en voor dat aan fijnmeel (0,6 m m ) in 52 monsters
bij 38 monsters
95,0 % en hooger
lager dan 95,0 %, doch niet beneden 90,0 %
8
90,0 %,
3. „
85,0 %
1 monster;
85,0 %,
80,0 %
— monsters;
80,0
75,0 %
1 monster;
75,0 %,
70,0 %
70,0 %
1
Op verzoek werd in 15 monsters bepaald het gehalte aan fosforzuur, oplosbaar
in mineraalzuur; het gehalte varieerde van 0,04 % tot 14,9 %.
H e t gehalte aan fosforzuur, oplosbaar in 2 % citroenzuur i n een 4-tal monsters was 2,5 %, 2,5 %, 12,1 % en 13,8 %.
De gevonden gehalten aan fosforzuur, oplosbaar in mineraalzuur van 2 monsters, nl. 13,4 % en 14,9 % en de respectievelijke gehalten aan fosforzuur, oplosbaar in 2 % citroenzuur van 12,1 % tot 13,8 % wezen op Thomasfosfaatmeel.
Van een dezer monsters week het uiterlijk dan ook af van de normale hoogovenkiezelkalk.
H e t gehalte aan mangaan (Mn) in 1 monster was 0,6 % ; in 1 monster werd
50,8 % zuurbindende bestanddeelen en in 1 monster 5,5 % koolzure kalk
gevonden. Van 1 monster was de fijnheid (maaswijdte zeef 2 m m ) 97 %.
Magnesiakalkmergel
Ontvangen en onderzocht werden 17 monsters, van welke 7 monsters werden
onderzocht overeenkomstig de in de Lijst van Meststoffen aan dit product
gestelde eischen en aan die eischen voldeden.
De gevonden gehalten waren:
Fijn calciumoxyde, oplosbaar in mineraalzuur . .
Fijn magnesiumoxyde, oplosbaar in mineraalzuur.
Fijne zuurbindende bestanddeelen
31%
5%
36%
33%
5%
39%
33%
5%
39%
33%
5%
40%
33%
4%
37%
34%
5%
41%
34 %
5%
40%
I n 1 van de overige monsters werd slechts bepaald het gehalte aan zuurbindende bestanddeelen, waarvoor gevonden werd 83,8 %, hetgeen er op wees,
dat de betreffende waar niet voornamelijk uit de carbonaten van calcium en
magnesium bestaan zal hebben, maar vermoedelijk een aanmerkelijke hoeveelheid oxyde van deze of een dezer metalen zal hebben bevat.
H e t gemiddelde gehalte aan fijnmeel (maaswijdte zeef 0,22 m m ) bepaald in
13 monsters bedroeg 91 %, terwijl in 3 monsters gevonden werd 55 %, 67 %
en 74 %. De overige gevonden gehalten zijn geen afzonderlijke bemerking waard.
23
MagnesiaMeimergel
De 6 ingezonden en onderzochte monsters hadden onderstaande gehalten:
Calciumoxyde,oplosbaarin mineraalzuur
Magnesiumoxyde,oplosbaar in mineraalzuur
Fijnheid (maaswijdte zeef 0,22 mm) .
25,9 %
-'6,7 %
27,2 %
27,4 %
28,7 %
29,2 %
8,4 %
96 %
9,0 %
97 %
8J %
91 %
8,5 %
96 %
9,2 %
88 %
7,8 %
92 %
Magnesiamergel
Van de 51, onder verschillende benamingen, ingezonden monsters, werden
47 monsters onderzocht. I n 24 dezer monsters werd een onderzoek verricht in
overeenstemming m e t de in de Lijst van Meststoffen gestelde eischen.
13 monsters gaven geen aanleiding tot het maken van opmerkingen en
11 monsters hadden een gehalte aan fijn magnesiumoxyde, oplosbaar in
mineraalzuur, lager dan de voor dit bestanddeel vastgestelde minimum grens.
Voor het gehalte aan fijn magnesiumoxyde, oplosbaar in mineraalzuur, werd
gevonden:
als laagste waarde
2%
als hoogste waarde
20 %
Voor het gehalte aan fijn calciumoxyde, oplosbaar in mineraalzuur, werd
gevonden:
als laagste waarde
8%
als hoogste waarde
33 %
Voor het gehalte aan fijne zuurbindende bestancldeelen, werd gevonden:
als laagste waarde
16 %
als hoogste waarde
58 %
In 2 van bovengenoemde monsters met 12 % en 24 % fijn calciumoxyde,
oplosbaar in mineraalzuur, respectievelijk 9 en 14 % fijn magnesiumoxyde,
oplosbaar in mineraalzuur en respectievelijk 24 % en 41 % fijne zuurbindende
bestanddeelen, werd ook bepaald het gehalte aan calciumoxyde, oplosbaar in
mineraalzuur, aan magnesiumoxyde, oplosbaar in mineraalzuur en aan kooldioxyde; gevonden werd 28,5 % en 31,5 % respectievelijk 18,9 % en 17,9 %
en 44,0 % en 44,0 % . D e fijnheid van eerstgenoemd monster was 44 % (maaswijdte zeef 0,22 m m ) . H e t onderzoek van de overige 23 monsters gaf onderstaand resultaat :
H e t gehalte aan calciumoxyde, oplosbaar in mineraalzuur in 13 monsters
bepaald, varieerde van 25,0 % 'tot 42,6 % ; dat aan magnesiumoxyde, oplosbaar
in mineraalzuur in 17 monsters bepaald, liep uiteen van 4,4 % tot 26,6 % en
het kooldioxydegehalte in 11 monsters lag tusschen 29,8 % en 47,7 %.
Vijf dezer monsters hadden een gehalte aan fijnmeel (0,22 m m ) van 60 %,
67 %, 79 %, 85 % en 89 %.
I n 8 monsters werd een gehalte aan fijn calciumoxvde, oplosbaar in mineraalzuur gevonden van 18 %, 20 %, 23 % 26 %, 26 %, 29 %, 32 % en 32 %, naast
een gehalte aan fijn magnesiumoxvde, oplosbaar in mineraalzuur van respectievelijk 11 %, 13 %, 14 %, 15 % Î 6 %, 13 %, 14 % en 14 %. De fijnheid van
3 monsters was 56 %, 79 % en 97 % (maaswijdte zeef 0,22 m m ) .
Magnesiapoederkalk.
H e t eene ingezonden en onderzochte monster voldeed niet aan de voor dit
product in de Lijst van Meststoffen gestelde eischen, wegens te lage fijnheid
De gevonden gehalten waren: 51,7 % calciumoxyde, oplosbaar in mineraalzuur,
33,1 % magnesiumoxyde, oplosbaar in mineraalzuur, 44 % fijnheid bij maaswijdte 0,32 m m en 56 % fijnheid, bij maaswijdte 0,6 m m .
24
Kopermeststoffen
Kopersulfaat
Onder deze benaming en als „kopervitriool" werden 5 monsters ingezonden
en onderzocht, welke alle voldeden aan den in de Lijst van Meststoffen gestelden
minimum eisch.
De gehalten aan koper, gebonden tot in-water-oplosbare verbindingen, waren
24,1 %, 24,6 %, 25,0 % 25,1 % en 25,2 %.
Natuurlijke meststoffen
Beer
Onder de benaming „faecaliën" en „dikke b e e r " werden 2 monsters ontvangen en onderzocht.
H e t monster „faecaliën" bevatte 0,49 % stikstof totaal, 0,09 % fosforzuur,
oplosbaar in mineraalzuur en 0,30 % kali, oplosbaar in water.
Van het monster „dikke b e e r " werd slechts gevraagd de eventueele zure
reactie te bepalen. H e t onderzoek wees uit, dat het monster niet zuur reageerde.
Gier
Voornamelijk ten behoeve van de Bijkslandbouwconsulenten werden 29 monsters ten onderzoek ingezonden, van welke 28 monsters werden onderzocht.
De gemiddelde gehalten waren:
Stikstof totaal, bepaald in 28 monsters
0,34 %
Nitraatstikstof, bepaald in 7 monsters
afwezig
Ammoniakale stikstof, bepaald in 18 monsters
0,38 %
Stikstof, oplosbaar in water, bepaald in 8 monsters . . . .
0,26 %
Fosforzuur, oplosbaar in mineraalzuur, bepaald, in 21 monsters nagenoeg afwezig
Fosforzuur, oplosbaar in water, bepaald in 10 monsters . . nagenoeg afwezig
Kali, oplosbaar in mineraalzuur, van één monster . . . .
1,1 %
Kali, oplosbaar in water, bepaald in 24 monsters . . . .
0,81 %
Calciumoxyde, oplosbaar in mineraalzuur, bepaald in 12
monsters
minder dan 0,1 %
Calciumoxyde, oplosbaar in water, bepaald in 7 monsters . nagenoeg afwezig
Magnesiumoxyde, oplosbaar in mineraalzuur, bepaald in
7 monsters
nagenoeg afwezig
Humusachtige stoffen (oxydeerbaar m e t permanganaat) bepaald in 8 monsters
1,7 %
Chloor ( C l ) als chloride, bepaald in 10 monsters . . . .
0,5 %
Vocht, bepaald in 10 monsters
96,0 %
Koolstof totaal, bepaald in 4 monsters
1,1 %
Kooldioxyde ( C 0 2 ) , bepaald in 3 monsters
1,05 %
Stalmest
Ontvangen werden 117 monsters, van welke 116 monsters werden onderzocht.
De gemiddelde gehalten waren:
Stikstof totaal
0,39 %
Stikstof als ammoniak
0,10 %
Nitraatstikstof
afwezig
Stikstof, oplosbaar in water
0,14 %
Fosforzuur, oplosbaar in mineraalzuur
0,22 %
Fosforzuur, oplosbaar in water .
0,10 %
Kali, oplosbaar in mineraalzuur
0,53 %
Kali, oplosbaar in water
0,52 %
Calciumoxyde, oplosbaar in mineraalzuur
0,35 %
Calciumoxyde, oplosbaar in water
0,10 %
Magnesiumoxyde, oplosbaar in mineraalzuur
0,14 %
25
Kooldioxyde
Humusachtige stoffen (oxydeerbaar m e t permanganaat)
Chloor als chloride
Organische stof
Koolstof
Aschbestanddeelen
Lignine
Cellulose
Celstof
Vocht
0,15 %
7,4 %
0,2 %
13,1 %
6,5 %
10,8 %
5,0 %
5,4 %
4,6 %
75,8 %
Meststoffen, niet opgenomen in de Lijst, maar voor welke ontheffing
verleend is
Koperslahkenbloem
Van de 198 ingezonden monsters, werden 197 monsters onderzocht. Hiervan
voldeden 11 monsters niet aan de bij de ontheffing gestelde eischen, nl. 5 monsters hadden een te laag gehalte aan fijnmeel; in 4 monsters was h e t kopergehalte beneden den gestelden m i n i m u m eisch gelegen en in 2 monsters overschreed het loodgehalte de vastgestelde m a x i m u m grens.
Voor het gehalte aan koper, bepaald in 195 monsters, werd gevonden:
als laagste waarde
0,3 %
als hoogste waarde
. . .
2,2 %
als gemiddelde waarde
1,0 %
Voor het gehalte aan lood, bepaald in 87 monsters, werd gevonden:
als laagste waarde
minder dan 0,05 %
als hoogste waarde
1,6 %
als gemiddelde waarde
0,7 %
Voor het gehalte aan zink, bepaald in 89 monsters, werd gevonden:
als laagste waarde
0,7 %
als hoogste waarde
14,5 %
als gemiddelde waarde .
7,2 %
Voor het gehalte aan fijnmeel (maaswijdte zeef 0,17 m m ) , bepaald in 159
monsters, werd gevonden:
als laagste
72 %
als hoogste
100 %
als gemiddelde
97 %
I n 1 monster werd bepaald h e t gehalte aan cobalt; dit bedroeg 0,02 % ;
1 monster bevatte 0,2 % fosforzuur, oplosbaar in mineraalzuur, 0 , 8 % kali,
oplosbaar in mineraalzuur, terwijl vrij calciumoxyde afwezig was; het gehalte
aan vocht in 1 monster was 0,5 % en in 1 monster werd, een gehalte aan
calciumoxyde, oplosbaar in mineraalzuur, gevonden van 2,1 %.
Naast de gehalten aan koper, zink en lood, oplosbaar in mineraalzuur, werden
in een 4-tal monsters nog onderstaande bepalingen verricht:
Borium (B.)
Calciumoxyde (CaO), oplosbaar in mineraalzuur
Calciumoxyde (CaO), na ontsluiten
Zwavel (S)
Fosforzuur (P 2 0 5 ), oplosbaar in mineraalzuur .
Kali (K 2 0), oplosbaar in mineraalzuur . . . .
Zink (Zn), oplosbaar in koud 5 % azijnzuur
Zink, oplosbaar in koud 5 % zoutzuur . . . .
Zink, oplosbaar in .koud 2 % citroenzuur . . .
Koper (Cu), oplosbaar in koud 5 % zoutzuur .
0,008 % 0,006 % 0,032 % 0,008 %
16,1 % 5,0 % 13,7 % 1,9 %
17,5 % 14,9 % 17,2 % 2,9 %
1,5 % 0,1 % 0,2 % 0,2 %
0,34 % 0,25 % 1,4 % 0,13 %
1,1 % 0,0 % 0,7 % 0,2 %
2,4 % 0,8 % 8,8 % 4,5 0%
/
3,4 % 0,9 % 9,2 % 4 8
4,6
°//o
3,3 % 0,9 % 9,3 %
0,02 o/0 1,9 % 0,6 % •1,9
26
Koper, oplosbaar in o % azijnzuur
Koper, oplosbaar in 2 % citroenzuur . . . .
Lood (Pb), oplosbaar in koud 5 % zoutzuur
Lood, oplosbaar in 5 % azijnzuur
Lood, oplosbaar in 2 % citroenzuur . . . .
Mangaan (Mn)
Natrium (Na), oplosbaar in mhieraalzuur . .
IJzer (Fe) (na ontsluiten)
Aluminium (Al) (na ontsluiten)
Magnesiumoxyde (MgO) (na ontsluiten) . . .
Kiezelzuur (Si0 2 )
0,21 % 1,1 %
0,25 % 1,1 %
0,5 % 0,2 %
0,46 % 0,22 %
0,49 % 0,22 %
0,4 /o 0,1 %
0,5
0,1 %
15,6
4,0 %
5,2
6,6 %
1,0
1,0 /o
31,6 °/ 56,7
/o
Fosfaathoudende
kalkmcrgel
Ontvangen werden 126 monsters, van welke 124 monsters werden onderzocht.
Van de 11 monsters, onderzocht overeenkomstig de aan dit product bij de ontheffing gestelde eischen, gaven
5 monsters geen aanleiding' tot het m a k e n van opmerkingen, hadden
4 monsters een te laag gehalte aan fosforzuur, oplosbaar in mineraalzuur,
terwijl in 2 van deze monsters ook het fijnmeelgehalte lager was dan is voorgeschreven, en was in
2 monsters het gehalte aan koolzure kalk, berekend uit het gehalte aan kooldioxyde, beneden de gestelde minimum grens gelegen, terwijl in 1 van deze
monsters het fosforzuurgehalte hooger was dan de m a x i m u m grens.
I n bovengenoemde 11 monsters liep het gehalte, aan fosforzuur, oplosbaar in
mineraalzuur uiteen van 2,2 % tot 12,2 %, varieerde het gehalte aan koolzure
kalk, berekend uit het kooldioxydegehalte van 35,3 % tot 79,8 % en het fijnmeelgehalte lag tusschen 25 % en 100 % (maaswijdte 0,6 m m ) .
H e t gehalte aan vocht, bepaald in 5 monsters was 0,5 %, 8,3 %, 16,9 %,
17,6 % en 20,1 %.
I n de overige 113 monsters werd gevonden:
Voor het gehalte aan fosforzuur, oplosbaar in mineraalzuur, bepaald in
110 montsers:
als laagste waarde
1,3 %
als hoogste waarde
14,4 %
als gemiddelde waarde
7,4 %
Voor het gehalte aan koolzure kalk, berekend uit het gehalte aan kooldioxyde
bepaald in 103 monsters:
als laagste waarde
28,7 %
als gemiddelde waarde
64,4 %
als hoogste waarde
89,8 %
V a n een 2-tal monsters was de fijnheid (maaswijdte zeef 0,6 m m ) 84 %
en 91 %. H e t gehalte aan fijnmeel (maaswijdte zeef 0,17 m m ) in 3 monsters was
77 %, 82 % en 90 %, dat aan fijnmeel (maaswijdte zeef 0,22 m m ) in 20 monsters lag tusschen 52 % en 100 % en d a t aan fijnmeel (maaswijdte zeef
0,32 m m ) , bepaald in één monster bedroeg 78 %.
H e t gehalte aan vocht werd in 11 monsters bepaald; de gehalten liepen uiteen
van 0,5 % tot 21,5 % .
E e n 2-tal monsters had een gehalte aan calciumoxyde, oplosbaar in mineraalzuur van 50,7 % en 52,0 % ; dit laatste monster bevatte 0,8 % calciumhydroxyde
en 45 % zuurbindende bestanddeelen.
H e t gehalte aan fosforzuur, oplosbaar in 2 % citroenzuur in 1 monster was
0,1 %, naast 8,2 % fosforzuur, oplosbaar in mineraalzuur.
27
H e t gehalte aan stikstof totaal en aan kali, oplosbaar in water, in 1 monster
bedroeg respectievelijk 0,05 % en 0,05 %, terwijl in 1 monster een gehalte aan
magnesiumoxyde, oplosbaar in mineraalzuur, van 0,8 % werd gevonden.
Laaggradig
natuurfosfaat
Van de 246, onder verschillende benamingen ingezonden monsters, werden
239 monsters onderzocht. Overeenkomstig de bij de ontheffing gestelde eischen
werden 118 monsters onderzocht, van welke:
89 monsters geen aanleiding gaven, tot het maken van opmerkingen en
29 monsters een gehalte aan fijnmeel hadden, lager dan de vastgestelde
minimum grens.
H e t gehalte aan fosforzuur, oplosbaar in mineraalzuur lag tusschen 13,3 %
en 19,1 % en de fijnheid (maaswijdte zeef 0,17 m m ) varieerde van 72 %
tot 100 %.
Van bovengenoemde monsters bevatten 3 monsters 5,5 %, 5,6 % en 6,2 %
fosforzuur, oplosbaar in 2 % citroenzuur; bedroeg bet gehalte aan koolzure kalk
in 5 monsters 0,9 %, 1,1 %, 1,4 %, 1,5 % en 1,8 %; hadden 2 monsters een
vochtgehalte van 2,3 % en 2,6 %; was het gehalte aan calciumoxyde, oplosbaar
in mineraalzuur, in 1 monster 26,4 % en bedroeg de fijnheid; (maaswijdte zeef
0,22 m m ) in 1 monster 81 %.
Van de 121 monsters werd in 117 monsters bepaald het gehalte aan fosforzuur, oplosbaar in mineraalzuur, m e t onderstaand resultaat:
als laagste waarde
11,9 %
als hoogste waarde
18,1 %
als gemiddelde waarde
16,2 %
In 3 monsters was het gehalte aan fosforzuur, oplosbaar in 2 % citroenzuur
0,1 %, 5,6 %, 6,2 %, naast respectievelijk 11,9 %, 16,4 % en 15,5 % fosforzuur, oplosbaar in mineraalzuur, terwijl in 1 monster alleen het gehalte aan
fosforzuur, oplosbaar in 2 % citroenzuur werd bepaald, gevonden werd 6,2 % ;
het gehalte aan koolzure kalk in 3 monsters bedroeg 0,9 %, 1,1 % en 42,1 % ;
het monster m e t 42,1 % koolzure kalk was een fabrieksmonster en had ook
voor wat liet fosforzuurgehalte betreft, een samenstelling, nogal afwijkend van
de doorsnee-samenstelling van laaggradig natuurfosfaat; het gehalte aan fosforzuur, oplosbaar in mineraalzuur, was 11,9 % en dat, oplosbaar in 2 % citroenzuur, slechts 0,1 % ; 3 monsters badden een gehalte aan fijnmeel (maaswijdte
0,17 m m ) van 77 %, 77 % en 92 %, terwijl voor het gehalte aan vocht, in
1 monster gevonden werd 5,7 %.
'
Garnalen ruwe, Icluitlcalk
Ontvangen en onderzocht werden 6 monsters. De geconstateerde gehalten
waren:
Zuurbindende bestanddeelen, berekend
als calciumoxyde
Calciumoxyde, oplosbaar in water . .
Fijn caleiumhydroxyde
Calciumhydroxyde
Koolzure kalk
Fijnheid (2 mm)
71,4 %
80,7
82,9 %
62,4 %
81,7 %
45 %
82,1 %
9,3 %
73,4 %
74,3 %
43,5 %
67,9 %
3,9 %
89
%
Afvalgips
I n h e t eene onderzochte monster
werden onderstaande gehalten gevonden:
Fosforzuur, oplosbaar in water .
0,1 %
Zwavelzuuranhydride ( S 0 3 ) , oplosbaar in water
25,0 %
28
aequivalent met 53,8 % zwavelzure kalk (gips,
calciumoxyde gebonden kan zijn,
Calciumoxyde, oplosbaar in water
Vocht
."
C a S 0 4 2 H 2 0 ) , waarin 17,5 %
18.4 % en
11.5 %
Kuhlmannkalk
Onder deze benaming werden 3 monsters ingezonden en onderzocht, welke
voldeden aan de bij de ontheffing gestelde eischen.
De gevonden gehalten waren: 74 %, 77 % en 77 % fijne koolzure kalk, respectievelijk 98 %, 99 % en 99 % fijnheid (maaswijdte zeef 0,6 m m ) en 10,1 %,
0,8 % en 0,9 % vocht.
Gemalen ruwe
magnesiakalk
Ontvangen en onderzocht werden 8 monsters, van welke 7 monsters, wegens
te laag gehalte aan calciumoxyde, oplosbaar in water, niet voldeden aan de
gestelde eischen. Van 1 dezer monsters was bovendien het gehalte aan zuurbindende bestanddeelen beneden de vastgestelde grens gelegen.
De gevonden gehalten waren :
Zuurbindende bestandeden
Calciumoxyde, oplosbaar in water . . .
Magnesiumoxyde, oplosbaar in mineraalzuur
Fijnheid (maaswijdte zeef 2 m m ) . , . .
76,6
17,1
23,7
97
% 82,6 %
%
% 24,5
%
% 25,4
93
%
%
85,7 %
28,7 %
25,9 %
94 %
88,2 %
37,1 %
23,9 %
92 %
90,3 %
40,1 %
24,1 %
94 %
90,7 %
43,4 %
22,6 %
92 %
91,6 %
43,4 %
24,8 %
92 %
100,1%
51.5 %
31.6 %
92 %
Ruwe
landbouwpoedcrkalk
Onder verschillende benamingen werden 19 monsters ontvangen en onderzocht. Hiervan werd in 11 monsters een onderzoek verricht, overeenkomstig de
bij de ontheffing gestelde eischen.
9 monsters gaven geen aanleiding tot het maken van opmerkingen,
1 monster had een gehalte aan calciumhydroxyde, lager dan is voorgeschreven en van 1 monster was de fijnheid beneden de vastgestelde grens gelegen.
De gevonden gehalten waren :
Zuurbindende bestanddeelen, berekend als
calciumoxyde
Calciumhydroxyde
Fijnheid (maaswijdte zeef 2 m m ) . .
57,0 %
63.8 %
49.9 %
66,5 %
82 %
99 %
57.5 %
68,4 %
55.6 %
64,0 %
64 %
87 %
58,5 %
71,4 %
56,0 %
82,7 %
87 %
93 %
58,7 %
60,0 %
60,3 %
61,2 %
61,9 %
59,7 %
56,3 %
59,6 %
62,4 %
64,2 %
92 %
80 %
96 %
92 %
98 %
H e t gehalte aan magnesiumoxyde, oplosbaar in mineraalzuur, was bij bovengenoemde monsters beneden de vastgestelde maximum grens gelegen.
E e n monster met 82,7 % calciumhydroxyde, bevatte 65 % fijn calciumhydroxyde. I n 1 monster werden bepaald de gehalten aan kooldioxyde en aan
vocht, welke gehalten bedroegen respectievelijk 9,4 % en 1,9 %. E e n monster had
een gehalte aan fijn calciumoxyde, oplosbaar in water van 30 %.
I n de overige 8 monsters werd een afwijkend onderzoek verricht, waarbij
onderstaande gehalten werden gevonden:
Zuurbindende bestanddeelen
Calciumoxyde, oplosbaar in water . . .
Magnesiumoxyde, oplosbaar in mineraal-
64,7 %
66,8 %
76,1 %
87,7 %
59,1 %
21,6 %
Fijnheid (maaswijdte zeef 0,32 mm) . .
84 %
Fijnheid (maaswijdte zeef 2 m m ) . . . .
Vocht
79,4 %
82,6 %
3,8 %
59 %
68 %
90 %
4,4 %
54 %
64 %
90 %
48,1 %
4,6 %
29
Afgewerkte
champignonmest
E e n 5-tal onderzochte monsters had onderstaande gehalten:
Stikstof totaal
Fosforzuur, oplosbaar in mineraalzuur
Kali, oplosbaar in water
Calciumoxyde, oplosbaar in mineraalzuur
Zuurbindende bestanddeelen
Kooldioxyde
Organische stof
Humusachtige stoffen (oxydeerbaar met permanganaat)
Hemicellulose
i
Cellulose
Lignine
Aschbestanddeelen
Vocht
pH
0,70
0,35
0,90
1,8
1,9
1,0
21,0
15,9
46,4
0,45
0,25
0,50
1,2
1,4
0,7
16,6
11,3
0,50
0,25
0,75
0,7
0,6
0,2
21,2
14,7
3,4
4,5
7,4
14,5
61,7 % 63,0 % 64,4
7,1
3,8
5,6
6,4
13,1
65,9
6,9
Stoffen, welke niet tot voorgaande rubrieken behooren
Deze stoffen, van welke 620 monsters inkwamen en van welke 571 monsters
onderzocht werden, kunnen worden ondergebracht in 61 groepen. Sommige dezer
groepen omvatten slechts een enkel monster, andere daarentegen zijn door veel
monsters vertegenwoordigd. De groep afvallen b.v. omvatte 56 monsters, welke
weer in 33 ondergroepen waren onder te brengen.
De analyseresultaten voor deze rubriek zijn voor elk monster afzonderlijk
niet dermate belangrijk, dat zij een vermelding waard zijn. Daarom zal in het
algemeen worden volstaan met de aanduiding der groepen; van enkele monsters
voor welke de kennis van de samenstelling van meer algemeen belang geacht
wordt, zullen de analyseresultaten wel worden vermeld.
De tot deze rubriek behoorende groepen zijn: l)
Aardappelloof
(ingekuild)
(1), aardappclkunstmest
(2),
aardappehvaschwater (2), aardemengmest (1), afvallen (58), afgewerkte rollenspecic (1), ammonium chloride (11), ammoniumnitraat
(5), ammoniakicater (2), aromaresidu (2),
asch (10);
Bacteriamest (1), bagger (4), beenzwart (9), beerbagger (3), bezinksel
(1),
bietenstaartjes (1), bladaarde (1);
(Jompost (59);
Diammoniumfosfaat
(1);
Faccaliënmcst
(uitgerotte)
(3), fosfaatammonsalpetcr
(4),
fosfaatmeststof (1);
Grond (9), grondstof voor kunstmest
(1);
Horens en hoeven (gemalen) (1), ,,humus"niesten
(63);
Industrieaarde
(1);
Kaasscliraapsel (2), kalkmeststoffen
(40), kolafosfaat (1), koperoxychloride
(3),
krabbenmeel (1), krijt (3), kunsthoornmeel
(1), kunstmest
(7);
Ledermcel
(3);
Magnesiumsulfaat
(4), martinslakken
(2), mergelkluiten (3), meststof
(40),
monoammoniumfosfaat
(1);
Naamlooze monsters (15), natuurmeststof
(2), nitrofoska
(1);
Perssap (11), phosphatschlamme
(1);
Residu uit filterpersen (1); rioolvuil (2), roet (1), ruw fosfaat (1);
Samengestelde
meststoffen (103), sintels (1), slakken-meel + kalizout
(1),
slib (56);
Triyiatriumfosfaat (1), turf aarde (1);
Vogelmest (1), vulstof voor asfaltbereidi'ng
(1);
Zand (1), zeesterrenextract
(1).
x
) H e t getal achter den groepsnaam geeft het aantal daartoe behoorende onderzochte
monsters.
30
Afvallen.
Tot deze groep beliooren monsters van de meest uiteenloopende
soort en herkomst. Allerlei afval, welke vroeger als waardeloos werd beoordeeld,
trachtte men, nu er gebrek aan meststoffen heerschte, productief te maken door
het als meststof aan te bieden. E n niet alleen afvallen, doch, zooals uit het
voorgaande overzicht voldoende kan blijken, ook tal van andere vroeger waardelooze resten, werden bezien uit het oogpunt van handelsobject, mogelijk bruikbaar voor bemesting. Voor zoover zij bruikbaar waren, ontleenden zij hun toepassingsmogelijk vaak aan de tijdsomstandigheden. De prijzen, welke er voor
gevraagd moesten worden om de kosten van verwerving, opslag en vervoer te
dekken en een verhandelen loonend te maken, lagen vaak boven de prijzen van
goede meststoffen in normale tijden.
Van welken aard de in de groep „afvallen" ondergebrachte waren zijn, kan
blijken uit een opsomming van de ondergroepen, welker aanduiding vaak ontleend
is aan de benamingen, onder welke de monsters werden ingezonden:
—' afval (1), afvalproduct (5), afvalstoffen (4), afval van
aardappelmeelfabrick
(4), afvalproduct van aromafabricatie
(2), becnzwartafval
(1), beltvuil
(1),
bcssenafval (1), afval van bouillonfabricatie (1), afvalwater van cadavers (1),
afval van uitgewerkt carbid (1), afval van generatorturfcokes
(1),
glucoseafval
(1), uitgezeofd huisvuil (1), kalkafval (3), afval van kunsthoorn (2), afval van
een leerlooierij (1), lijmketelafval (1), afval van nicotinefabricatie (3), organisch
afval (2), plantenafval (1), afval van rioolzuiveringsinstallatie
(1), scik (1),
afval uit sceptictanc (1), slachtafval (1), gedroogd slootvuü (1), stadsvuil
(2),
uitzeefsel (1), afval van vetbereiding (1), vezels en afval (1), vischafval
(1),
vloeibaar afval (1), afval van vuilnisbelt
(6).
Bladaarde.
H e t eene ingezonden en onderzochte monster bevatte 0,95 %
stikstof, 0,15 % fosforzuur, oplosbaar in mineraalzuur, 0,10 % kali, oplosbaar in
water, 0,3 % calciumoxvde, oplosbaar in mineraalzuur, 37,7 % organische stof
en 31,9 % vocht.
Compost.
Van de 59 ingezonden monsters werden er 58 onderzocht. Als
gemiddelde gehalten van 41 monsters werdi gevonden:
Stikstof
\
. . 0,37 %
Fosforzuur, oplosbaar in mineraalzuur
0,41 %
Kali, oplosbaar in water
0,12 %
Calciumoxvde, oplosbaar in mineraalzuur
2,66 %
Kooldioxyde
1,44 %
Organische stof
17,54 %
Met permanganaat oxydeerbare stof
5,72 %
I n 2 monsters werd bepaald het gehalte aan in verdund zoutzuur onoplosbare
aschbestanddeelen, hetwelk bedroeg 47,9 % en 71,6 %; het in 1 monster bepaalde gehalte aan koper bedroeg 0,015 %.
E e n uitgebreidere analyse verricht in 17 andere monsters, leverde als gemiddelde resultaten:
Stikstof (totaal)
0,41 %
Ammoniakale stikstof
0,05 %
Nitraatstikstof
nagenoeg
afwezig
Werkelijk-eiwitstikstof
0,34 %
Verteerbaar-eiwitstikstof
0,07 %
Fosforzuur, oplosbaar in mineraalzuur
0,45 %
Fosforzuur, oplosbaar in tweeprocentig citroenzuur
0,25 %
Kali, oplosbaar in mineraalzuur
0,22 %
Kali, oplosbaar in water
0,20 %
Natriumoxyde ( N a 2 0 )
0,17 %
Magnesiumoxyde, oplosbaar in mineraalzuur
0,39 %
Oalciumoxyde, oplosbaar in mineraalzuur
3,35 %
31
Organische stof (gloeiverlies minus kooldioxyde en vocht) .
23,1
Humusachtige stoffen (oxydeerbaar m e t permanganaat)
. . . .
5,6
Kooldioxyde
1,6
Chloor als chloride
0,12
Zwavelzuuranhydride
0,80
Vocht . . .'
26,8
Lood
0,07
Koper
0,03
Mangaan
0,03
I n verdund zoutzuur onoplosbare aschbestandcleelen
40,5
Vetachtige stoffen
0,44
I n 2 van deze 17 monsters werd gevonden 2,7 % en 2,8 % lignine; het
gehalte aan luchtdroge ballast (berekend op de droge stof) van 2 monsters
was 1,3 % en 4,7 %, terwijl dit gehalte (berekend op de oorspronkelijke stof)
in 1 monster 15,7 % bedroeg.
E e n monster bevatte 14,1 % lignine; van 1 monster was het gehalte aan
stikstof, oplosbaar in water minder dan 0,05 %, dat aan stikstof, oplosbaar in
oxaalzuur 0,20 % en dat aan stikstof, hydrolytisch afsplitsbaar, 0,30 %. Voor
het gehalte aan totaal koolstof in 1 monster werd gevonden 13,2 %, terwijl
1 monster een gehalte aan aschbestanddeelen had van 41,1 %.
%
%
%
/o
%
%
o/
/o
o/
/o
%
%
%
Humusmestcn
De verhoogde belangstelling, welke de humustoestand van den bodem geleidelijk is gaan genieten, is voor handelaren in afvalstoffen voor bemestingsdoeleinden een gereede aanleiding geworden in de aan hun waren gegeven benaming
het woord h u m u s te gebruiken, om ze, vooral in tijden van meststofschaarschte,
voor de verbruikers, die hun meststofvoorraad graag zagen aangevuld des te
aantrekkelijker te maken.
In deze verslagperiode werden ontvangen 63 monsters onder benamingen,
in welke het woord h u m u s ten rechte of onrechte was gebruikt.
E r werden 61 monsters onderzocht en omtrent de gevonden gehalten kan het
volgende worden medegedeeld.
Laagste
gehalte
Stikstof totaal
Fosforzuur, oplosbaar in mineraalzuur
Kali, oplosbaar in water
Calciumoxyde, oplosbaar in mineraalzuur . . . .
Magnesiumoxyde, oplosbaar in mineraalzuur . . .
Organische stof (gloeiverlies minus kooldioxyde en
vocht)
Kooldioxyde
Vocht
Met permanganaat oxydeerbare stoffen
0,20 %
nagenoeg
afwezig
sporen
0,3 %
0,1 %
12,0 %
afwezig
20,5 %
6,0 %
Hoogste
gehalte
Gemiddelde
gehalte
1,25 %
0,82 %
0,63 %
0,32 %
0,20
3,0
0,2
0,07 %
1,28 %
0,15 %
26,0
1,4
85,8
16,0
/o
/o
17,1 %
0,34 %
57,8 %
H,2 %
I n 2 monsters werden nog onderstaande gehalten bepaald:
Werkelijk-eiwitstikstof
0,35 % en 0,35 %
Verteerbaar-eiwitstikstof (oplosbaar in pepsine-zoutzuur)
0,05 % en
0,05 %
Ammoniakale stikstof
sporen en
sporen
Hydrolytisch afsplitsbare eiwitstikstof
0,30 % en 0,25 %
Asch van het niet-hydrolyseerbare deel
23,5 % en 22,6 %
Kali, oplosbaar in mineraalzuur
0,10 % en 0,15 %
32
I n verdund zoutzuur onoplosbare asch
24,0 % en 23,2 %
E u w e celstof
3,8 % en 3,9 %
Koolstof (totaal)
7,2 % en 6,6 %
I n 1 monster werd de p H bepaald. Gevonden werd in het oorspronkelijke
monster 5,9; in het gedroogde monster 5,5.
Van 2 als „stabiele h u m u s " ingezonden monsters waren de gehalten:
Stikstof (totaal)
7,75 % en
7,85 %
Ammoniakale stikstof
3,60 % en 3,65 %
Kooldioxyde
0,1 %
Gloeiverlies (minus kooldioxyde en vocht)
69,6 %
Met permanganaat oxydeerbare stoffen
32,5 %
Koolstof (totaal) . .'
33,8 %
Vocht
25,3 %
Asch
5,4 %
Industrieaarde
H e t ingezonden monster (vermoedelijk bezinksel van bietenwaschwater)
bevatte 0,70 % stikstof, 0,30 % fosforzuur, oplosbaar in mineraalzuur, 1,8 %
calciumoxyde, oplosbaar in mineraalzuur en 1,0 % magnesiumoxyde, oplosbaar
in mineraalzuur.
Kalkmeststoffcn
Onder vage of onvolledige benamingen als kalk, kalkmest, kalkmonster, gemalen brandkalk, slibkalk en andere werden 40 monsters ontvangen van welke
calciumoxyde, in een of anderen bindingsvorm, het waardegevend bestanddeel
was. De gehalten aan dit bestanddeel liepen sterk uiteen; 5,2 % als laagste
tot 77,0 % als hoogst geconstateerde waarde.
Sommige monsters bevatten veel vocht, zelfs tot meer dan 50 %, hetgeen
voor de gelijkmatige verdeeling op den akker moeilijkheden kon geven en de
transportkosten per procent waardegevend bestanddeel onevenredig verhoogen.
H e t heeft geen zin van al deze waren de gehalten afzonderlijk te vernielden.
Genoemd kunnen nog worden een monster hydraulische kalk en een monster
kalkpuin.
De inzender van de hydraulische kalk h a d voor deze waar — blijkens de
benaming een onder water bruikbare metselkalk — ten onrechte een hoog gehalte
aan calciumhydroxyde verwacht. Gevonden werd: 58,2 % zuurbindende bestanddeelen, berekend als calciumoxyde, 27,8 % calciumhydroxyd.e in het droge fijnmeel 0,32 m m , 8,6 % calciumcarbonaat en 95 % fijnmeel (maaswijdte 0,22 m m ) .
H e t monster kalkpuin was ingezonden door een firma, welke het kalkpuin,
verkregen bij het op last van de Duitsche overheid sloopen van woonhuizen in
een wijk te 's-Gravenhage, moest ruimen. Om de daaraan verbonden kosten
geheel of ten deele te compenseeren had zij per annonce kalkpuin voor bemesting
aangeboden. Gelukkig kon ten gevolge van het inmiddels tot stand gekomen
Meststoffenbesluit door den Opsporingsdienst, toen deze van de annonce kennis
n a m , worden ingegrepen. De firma overwoog toen het aanvragen van een ontheffing van het verbod van verhandelen als meststof en zond met dat doel het
voornoemde monster in. Voor de samenstelling werd gevonden 9,8 % calciumoxyde, oplosbaar in mineraalzuur, 9,1 % zuurbindende bestanddeelen, berekend
als calciumoxyde, 0,2 % calciumoxyde, oplosbaar in water, 6,9 % kooldioxyde,
66,1 % in verdund zoutzuur onoplosbare stoffen en eveneens 66,1 % in verdund
zoutzuur onoplosbare asch. De ongeschiktheid voor bemestingsdoeleinden bleek
uit deze analyse voldoende.
Martinslakleen
De 2 onderzochte monsters hadden de volgende gehalten: 4,2 % en 4,0
ijzer, 2,9 % en 0,3 % aluminium, 9,2 % en 4,7 % mangaan, 2,5 % en 0,3 %
o/
/o
33
calciumoxyde, oplosbaar in mineraalzuur, 0,2 % en 0,1 % magnesiumoxyde,
oplosbaar in mineraalzuur en 60,9 % en 74,8 % kiezelzuuranhydried ( S i 0 2 ) . H e t
gehalte aan fosforzuur, oplosbaar in mineraalzuur en dat, oplosbaar in citroenzuur waren onbeteekenend (minder dan 0,1 % ) ; koper was in geen dezer 2 monsters aanwezig. Beteekenis voor bemesting kon aan de betreffende waren bezwaarlijk worden toegekend.
Samengestelde
meststoffen
Tot deze rubriek behooren 103 monsters, welke onder de volgende benamingen
werden ingezonden.
48 monsters A . S . F , korrels;
26 monsters gemengde mest ;
7 monsters bloemenmest;
7 monsters korrelmest ;
4 monsters sulkafos;
4 monsters kunstmest ;
2 monsters kalkammonsalpeter;
2 monsters meststof ;
1 monster granumix ;
1 monster stikstof-kainiet, en
1 monster niet genoemd.
89 monsters waren van een stikstof-fosforzuur-kali-mest, 6 monsters van een
fosforzuur-kali-mest, 5 monsters van een stikstof-kali-mest, 2 monsters van een
stikstof-fosforzuur-mest en 1 monster werd uitsluitend onderzocht op het gehalte
aan ammoniakale stikstof en aan nitraatstikstof.
Van de 34 monsters, bij welke een garantie was gegeven, was bij 2 monsters
de garantie gelijk aan of boven het gegarandeerde gehalte, lagen bij 10 monsters
de gevonden gehalten binnen de speling en werd bij 22 monsters de toelaatbare
speling overschreden.
Slib
De 56, tot deze rubriek behoorende, monsters, werden onder de volgende
benamingen ingezonden:
21 monsters als slib;
11 monsters als cartonslib ;
5 monsters als rioolslib;
2 monsters als bassinslib;
2 monsters als zuiveringsslib;
2 monsters als slib uit kanalen;
1 monster als carbid-slib;
1 monster als aardappelmeelfabriekslib;
1 monster als dollardslib ;
1 monster als actief slib;
1 monster als filterkoekslib;
1 monster als afvalslib uit een electrische centrale en
1 monster als tankslib ;
6 monsters als modder.
Voor het gehalte aan stikstof totaal, bepaald in 18 van deze 21 monsters slib,
werd gevonden:
als laagste waarde
0,10
als hoogste waarde
2,60
als gemiddelde waarde
0,61
Voor het gehalte aan fosforzuur, oplosbaar in mineraalzuur, bepaald in
18 monsters, werd gevonden:
als laagste waarde
0,06
%
%
%
%
3
34
als hoogste waarde
2,35 %
als gemiddelde waarde
0,48 %
H e t gehalte aan vetachtige stoffen van een 7-tal monsters w a s : 0,08 %,
0 , 0 9 % , 0 , 1 0 % , 0 , 1 0 % , 0 , 1 2 % , 0 , 1 5 % en 0 , 1 5 % ; het gehalte aan kooldioxyde van 10 monsters liep uiteen van 0,1 % tot 21,0 % ; het gehalte aan
organische stof varieerde in 10 monsters van 2,5 tot 14,8 % ; in 8 monsters liep
het gehalte aan met permanganaat oxydeerbare stoffen uiteen van 1,5 % tot
7,0 % ; het vochtgehalte in 13 monsters was gelegen tussehen 30,4 % en 74,4 %.
Vier monsters bevatten 0,57 %, 0,7 %, 10,1 % en 28,6 % calciumoxyde,
oplosbaar in mineraalzuur en 3 monsters hadden een gehalte aan kali, oplosbaar
in water van 0,05 %, 0,10 % en 0,20 %.
In. 2 monsters werd gevonden 3,50 % en 4,05 % stikstof totaal en 0,1 % en
0,8 % koolstof (berekend op de droge stof).
E e n monster werd onderzocht naar het gehalte aan stikstof, oplosbaar in
water en naar fosforzuur, oplosbaar in water; beide bestanddeelen waren nagenoeg afwezig.
f'artonslib
H e t gehalte aan stikstof totaal, in 8 monsters bepaald, bewoog zich tussehen
0,45 % en 0,65 % ; dat aan fosforzuur, oplosbaar in mineraalzuur in 6 monsters
varieerde van 0,30 % tot 0,37 % en dat aan calciumoxyde, oplosbaar in mineraalzuur in 10 monsters liep uiteen van 7,1 % tot 22,8 %.
I n 4 monsters werd het gehalte aan vocht bepaald; gevonden werd 33,5 %,
40,0 %, 57,3 % en 61,1 % ; 3 monsters bevatten 0,10 %, 0,25 % en 0,25 % kali,
oplosbaar in water; 3 monsters hadden een gehalte aan koolzure kalk van
14,6 %, 19,1 % en 26,8 % ; voor het gehalte aan organische stof in 2 monsters
werd gevonden 13,4 % en 14,1 % en in 1 monster was het gehalte aan zuurbindende bestanddeelen, berekend als calciumoxyde, 22,3 %.
Riool-slib
In de .5 onderzochte monsters werden onderstaande gehalten gevonden:
Stikstof totaal
Fosforzuur, oplosbaar in mineraalzuur . . . .
Kali, oplosbaar in water
Vetachtige stoffen
Kooldioxyde
Organische stof
Humusachtige stoffen (oxydeerbaar met permanganaat)
Calciumoxyde, oplosbaar in mineraalzuur . . .
Chloor als chloride
Vocht
0,95 %
0,95 %
0,15 %
0,97 %
0,17 %
sporen
0,1 %
afwezig
17,5 %
1,15 %
0,89 %
sporen
1,30 %
0,50 %
nag. afwezig
0,3 %
16,5 %
nag. afwezig
31,5 %
10,5 %
12,0 %
13,5 %
78,2 %
69,4 %
51,4 %
1,30 %
1,23 %
2,4 %
0,1 %
45,3 %
Doïlardslib
In dit monster waren de gehalten: 0,15 % stikstof totaal, 0,10 % fosforzuur,
oplosbaar in mineraalzuur, 0,10 % kali, oplosbaar in water, 2,8 % calciumoxyde,
oplosbaar in mineraalzuur, 2,3 % kooldioxyde, 3,6 % organische stof (gloeiverlies minus kooldioxyde en vocht) en 55,5 % vocht.
Vogelmest
In dit monster werd gevonden 1,25 % stikstof, 0,75 % fosforzuur, oplosbaar
in mineraalzuur en 0,05 % kali, oplosbaar in water.
Zand
H e t gehalte aan stikstof in dit monster was 0,25 % en dat aan kali, oplosbaar in water 0,2 %.
S5
Voedermiddelen
Overzicht der controle-onderzoekingen
Aantal
ingekomen
monsters
Naam
Producten van plantaardigen
Aantal
bepalingen
oorsprong
Aardappelproducten
Boekweitproducten
Broodmeel
Cacaokoek en -meel
Cocoskoek, -meel en andere cocosproducten
Gerstemeeljgerstepelmeel en andere gerstproducten
Gras, grasmeel en kuilgras
Grondnotenkoek, grondnotenmeel en grondnotenschilfers . . .
Havermeel en andere haverproducten
Katoenzaadkoek en -meel
Klavermeel, lucernemeel e.d
Koolzaadkoek, -meel en -schroot
Lijnkoek, -meel, lijnzaadschilfers en lijnzaadschroot
Maisglutenvoer en maisglutenmeel
Maiskiemkoek en maiskiemkoekmeel
Maismeel, -bloem, -zemelen en andere maisproducten . . . .
Melasse en melassevoeders
Paardenboonenmeel, erwtenmeel en meel van andere leguminosen
Palmpittenkoek en -meel
Pulp (gedroogde en natte) en andere, van bieten afkomstige producten
Raapkoek, -meel en raapschroot
Roggemeel en andere roggeproducten
Rijstvoedermeel en rijstemeel
.
Sojakoek, -meel en sojaschroot
Tarwemeel, -grint, -gries, -zemelen, -bloem en andere tarweproducten
Zaden en vruchten
18
4
1
4
4
95
395
3
40
1
111
152
59
6
2
8
44
16
2
46
8
1
18
12
324
1600
6
87
3
425
454
185
17
6
10
62
33
6
51
131
31
12
7
155
441
94
27
22
30
52
49
69
81
38
238
185
40
3
148
6
107
177
106
558
339
102
10
359
7
300
157
5013
8
600
547
8631
10
1632
Producten van dierlijken oorsprong
Beendermeelsoorten
Bloedmeel
Diermeel
Vischmeel
Vleeschbeendermeel
Vleesehmeel en walvischvleeschmeel
Garnalen en garnalenproduoten
Levertraan
Andere producten van dierlijken oorsprong
Andere
Mineralen
Gemengde voedermiddelen
Niet genoemd
Diversen
Totaal
voedermiddelen
,
7 903 !)
16938
1
) Hieronder zijn begrepen 293monsters, genomen door den dienst ter opsporing vanvervalschingen.
36
Uitgewerkt overzicht der onderzoekingen
Producten van planta ardigen oorsprong
Aardappelproducten
Van de 18 tot deze rubriek behoorende monsters, werden 17 monsters onderzocht, van welk in 4 monsters uitsluitend een chemisch onderzoek werd verricht,
terwijl in 4 andere monsters slechts de microscopische zuiverheid werd nagegaan.
E e n monster werd, wegens aanwezigheid van schimmel, als niet frisch en
gezond aangemerkt.
Van de 13 monsters, welke microscopisch werden onderzocht, bestonden:
2 monsters uit gemalen gedroogde aardappelen;
2 monsters uit aardappelschillenmeel;
2 monsters uit gemalen, gedroogde aardappelvezels;
2 monsters uit gestoomde aardappelen, van welke 1 monster in beschimmelden toestand werd ontvangen;
1 monster uit aardappelloof meel;
1 monster uit een vochtig aardappelproduct, hetwelk bij aankomst reeds tot
rotting was overgegaan ;
1 monster uit aardappeleiwit;
1 monster uit gemalen, gedroogde aardappelschillen en
1 monster uit een afvalproduct van aardappelen, dat zeer veel zand bevatte.
Van de 2 monsters „gemalen gedroogde aardappelen" bevatte 1 monster
4,5 % aschbestanddeelen en 0,2 % in verdund zoutzuur onoplosbare aschbestanddeelen; .in het ander werd gevonden: 8,6 % eiwitachtige stoffen, 3,9 % ruwe
celstof en 4,6 % aschbestanddeelen.
De 2 monsters, welke uit aardappelschillenmeel bestonden, hadden beide
een gehalte aan in verdund zoutzuur onoplosbare aschbestanddeelen van 8,9 %.
E e n der 2 monsters „gemalen gedroogde aardappelvezels" werd chemisch
onderzocht en had onderstaande gehalten:
Eiwitachtige stoffen
5,6 %
Vetachtige stoffen
0,5 %
E u w e celstof
15,2 %
Vocht
9,9 %
Aschbestanddeelen
2,1 %
I n verdund zoutzuur onoplosbare aschbestanddeelen
0,3 %
Stikstofvrije extractiefstoffen
66,7 %
E e n chemisch onderzoek werd in de 2 monsters „gestoomde a a r d a p p e l e n "
niet verricht.
H e t gehalte aan verteerbare eiwitachtige stoffen in het monster „aardappelloofmeel" was 9,6 %. Dit monster had een gehalte aan lood en aan arseen van
ongeveer 0,0005 %. Aangeraden werd bij vervoedering van dit product groote
voorzichtigheid te betrachten.
H e t monster, hetwelk bestond uit een vochtig aardappelproduct, bevatte
5,7 % eiwitachtige stoffen en 0,9 % zetmeel.
I n het monster „aardappeleiwit" werd een uitgebreide analyse verricht: de
gevonden gehalten waren:
Eiwitachtige stoffen
57,1 %
Verteerbare eiwitachtige stoffen
41,4 %
Werkelijk eiwit
51,8%
Verteerbaar werkelijk eiwit
36,1 %
E u w e celstof
0,5-%
Vocht
11,8 %
Aschbestanddeelen
7,4 %
Stikstofvrije extractiefstoffen (inclusief vetachtige stoffen)
23,2 %
37
H e t monster „gemalen gedroogde aardappelschillen" werd niet chemisch
onderzocht.
I n het monster, bestaande uit een afvalproduct van aardappelen, dat zeer
veel zand bevatte, werden onderstaande gehalten gevonden.
Eiwitachtige stoffen
15,1 %
E u w e celstof
'. '
5,4 %
Vocht
.
8,9 %
Aschbestanddeelen
15,6 %
I n verdund zoutzuur onoplosbare aschbestanddeelen
14,6 %
Stikstofvrije extractiefstoffen en vetachtige stoffen
55,0 %
Van de monsters, welke uitsluitend chemisch werden onderzocht, bedroegen
de gehalten in:
1 monster „ingekuilde aardappelen" . 2,2 % eiwitachtige stoffen, 1,4 % ruwe
celstof, 29,6 % zetmeel, 60,4 % vocht,
3,1 % aschbestanddeelen en 66,7 %
stikstofvrije extractiefstoffen (inclusief
vetachtige stoffen en zetmeel).
1 monster „eiwit uit aardappelafval" . Eiwitachtige stoffen: 67,9 % .
1 monster „ingekuilde gestoomde aardappelen"
Eiwitachtige stoffen 2,2 %, vetachtige
stoffen 0,3 %, ruwe celstof 0,9 %, vocht
75,3 %, aschbestanddeelen 1,6 % en
stikstofvrije extractiefstoffen 19,7 %.
1 monster „aardappelsehraapsel" . . Eiwitachtige stoffen 3,5 %, ruwe celstof
5,0%, vocht 9,9 %, aschbestanddeelen
1,5 %, zetmeel 73,3 % en 8 0 , 1 % stikstofvrije extractiefstoffen (inclusief vetachtige stoffen en zetmeel).
Boekweitproductcn
Als „boekweitvoermeel" werden 2 en als „boekweitgeehneel" werd 1 monster
ontvangen en onderzocht en als gemalen kanariezaadpuntjes 1 monster.
Van de 2 als „boekweitvoermeel" ingezonden monsters, bevatte 1 monster
wat erwtenmeel, het andere bestond uit boekweitmeel, dat meer boekweitdoppen
bevatte dan normaal in een dergelijk product voorkomen. Beide monsters, welke
uitsluitend, microscoj^isch werden onderzocht, moesten als niet frisch en gezond
worden aangemerkt, wegens aanwezigheid van levende mijten.
H e t monster „boekweitgeelmeel" bestond uit gemalen boekweitdoppen, welke
wat deelen van ]de zaadhuid, van de kiemen en van de meelhoudende kern
bevatten. I n dit monster werd wat schimmel aangetroffen.
De gevonden gehalten waren:
Eiwitachtige stoffen
11,9 %
Vetachtige stoffen
2,6 %
Euwe celstof
38,7 %
Vocht
11,5 %
Aschbestanddeelen
2,9 %
Stikstofvrije extractiefstoffen
32,4 %
H e t als „gemalen kanariezaadpuntjes" ingezonden monster bestond uit boekweitvoermeel (kiemen, meel, zaadhuidjes en doppen). E e n chemisch onderzoek
werd in dit monster niet verricht.
Brooclmevl
H e t eene ingezonden monster bestond uit gemalen brood, gebakken van een
product van tarwe, rogge, wat aardappelen, erwten en gerst. I n dit monster
werd wat schimmel aangetroffen.
38
Cacaolwek en -meel'
Van de 4, tot deze rubriek behoorende monsters, werd 1 monster uitsluitend
microscopisch onderzocht.
2 Monsters „afgewerkt cacaoschroot" bestonden uit cacaoafval, respectievelijk vochtig cacaoafval, hetwelk zeer veel doppen, veel koolzure kalk en verder
calciumhydroxyde en/of calciumoxyde, respectievelijk calciumhydroxyde bevatte.
Van 1 dezer monsters was de zuiverheid onvoldoende, wegens aanwezigheid van
schimmel en bacteriën.
1 Monster „donker schroot of cacaoschroot" bestond uit cacaodoppenmeel,
hetwelk veel koolzure kalk en verder wat calciumoxyde en zand bevatte, en
1 monsters „gemalen cacaodoppen" werd als niet frisch en gezond aangemerkt, daar het veel schimmel bevatte.
De monsters „afgewerkt cacaoschroot" werden uitgebreid onderzocht en hadden onderstaande chemische samenstelling:
Eiwitachtige stoffen
14,1 % en 9,7 %
Vetachtige stoffen
0,4 % en 0,2 %
Ruwe celstof
22,0 % en 12,7 %
Kooldioxyde (uitgedreven met zoutzuur)
5,3 % en 4,8 %
overeenkomende met respectievelijk 12,1 % en 10,9 % koolzure kalk,
Calciumoxyde (CaO), oplosbaar in mineraalzmir . . . .
14,6 % en 9,2 %
Vocht . .'
11,6 % en 50,7 %
Aschbestanddeelen
32,3 % en 18,8 %
Stikstofvrije extractiefstoffen
19,6 % en 7,9 %
H e t monster bestaande uit cacaodoppenmeel bevatte :
Eiwitachtige stoffen
13,8 %
Kooldioxyde (uitgedreven met zoutzuur) . . . . . . .
4,4 %équivalent
met 10,0' % koolzure kalk ( C a C 0 3 ) .
Cocoskoek, -meel en andere
cocosproducten
Ontvangen en onderzocht werden 4 monsters, van welke:
3 monsters als niet frisch en gezond werden aangemerkt, wegens aanwezigheid van schimmel en/of levende mijten, en
1 monster geen aanleiding gaf tot opmerkingen.
De chemische samenstelling van de 3 monsters van onvoldoende zuiverheid
was:
Eiwitachtige stoffen
18,6 %, 19,2 % en 20,0 %
Vocht
14,9 %, 16,5 % en 13,5 %
Aschbestanddeelen
7,0 %
—
—
H e t andere monster bevatte naast 19,1 % eiwitachtige stoffen, 13,0 % vocht.
Gerstemeel, gerstepehneel en andere
gerstproducten
Ontvangen werden 95 monsters, van welke 91 monsters werden onderzocht.
Hiervan bestonden:
42 monsters uit gerstevoermeel;
32 monsters uit gerstepelmeel;
9 monsters uit gerstemeel ;
2 monsters uit gerstegries ;
1 monster uit gemalen gerstnaalden;
1 monster uit gerstepelmeel en/of gerstebloem ;
1 monster uit een gerstproduct, hetwelk veel kiemen en gerstdoppen bevatte ;
1 monster uit „ o n b e w e r k t " gerstevoermeel;
1 monster uit „ b e w e r k t " gerstevoermeel en
1 monster uit gerstevoermeel of gerstegries.
Gerstemeel.
Van de 9 onderzochte monsters, van welke in 1 monster uitsluitend een
microscopisch onderzoek werd verricht, gaven :
39
6 monsters geen aanleiding tot het maken van opmerkingen, werden
2 monsters van onvoldoende zuiverheid verklaard, wegens aanwezigheid van
levende mijten en bevatte
1 monster tamelijk veel doppen en weinig havermeel, roggemeel en rijstemeel.
E e n 3-tal monsters, van hetwelk de zuiverheid voldoende was, werd uitgebreid
onderzocht met onderstaand resultaat.
Eiwitachtige stoffen
11,6 %, 11,5 % en 9,9 %
Werkelijk eiwit
—
—
9,7 %
Vetachtige stoffen
1,9 %,
2,1 % en 2,1 %
Euwe celstof
4,8 %,
6,0 % en 4,6 %
Zetmeel
45,9 %, 43,0 %
—
Vocht
12,6 %, 12,1 % en 12,5 %
Aschbestanddeelen
2,5 %,
2,6 % en 2,6 %
I n verdund zoutzuur onoplosbare aschbestanddeelen
0,6%,
0,6%
—
Stikstofvrije extractiefstoffen (inbegrepen zetmeel) 6 6 , 6 % , 6 5 , 7 % en 6 8 , 3 %
De 2 overige monsters hadden een gehalte aan vocht van 11,8 % en 12,7 %.
H e t gehalte aan vocht in 2 monsters, van welke de zuiverheid onvoldoende
was, bedroeg 11,8 % en 12,3 % ; dit laatste monster bevatte 2,0 % aschbestanddeelen.
De gevonden gehalten in het monster, hetwelk tamelijk veel doppen en
weinig havermeel, roggemeel en rijstemeel bevatte, waren:
Eiwitachtige stoffen
13,3 %
Vetachtige stoffen
2,7 %
E u w e celstof
6,9 %
Vocht
14,6 %
Aschbestanddeelen
3,6 %
I n verdund zoutzuur onoplosbare aschbestanddeelen
0,9 %
Stikstofvrije extractiefstoffen
• • • 58,9 %
Gerstepelmeel
Ontvangen en onderzocht werden 32 monsters.
15 monsters gaven geen aanleiding tot het maken,van opmerkingen;
8 monsters hadden een gehalte aan aschbestanddeelen, hetwelk boven de in
den codex voedermiddelen vastgestelde grens was gelegen ;
7 monsters hadden een te hoog gehalte aan doppen; in 4 van deze monsters
was bovendien het gehalte aan aschbestanddeelen hooger dan in den codex voedermiddelen is toegestaan en
2 monsters werden als niet frisch en gezond aangemerkt, wegens aanwezigheid van levende mijten.
Van de 15 monsters van voldoende zuiverheid, werd een 4-tal uitgebreid
onderzocht met het volgende resultaat.
Eiwitachtige stoffen
14,9 %, 15,1 %, 13,7 % en 13,4 %
Vetachtige stoffen
4,5 %,
4,9 %,
4,5 % en 3,6 %
E u w e celstof
3,4 %,
4,6 %,
4,4 % en 4,1 %
Zetmeel
3 7 , 2 % , 4 0 , 0 % , 35,1 %. en 36,3 %
Vocht
11,5 %, 10,7 %, 12,6 % en 12,0 %
Aschbestanddeelen
3,8 %,
3,9 %,
4,2 % en 4,2 %
I n verdund zoutzuur onoplosbare aschbestanddeelen
0,3%
—
—
•—
Stikstofvrije extractiefstoffen (inbegrepen zetmeel)
61,9 %, 60,8 %, 60,6 % en 62,7 %
Voor het gehalte aan vocht, bepaald in 11 monsters, welke geen aanleiding
gaven tot het maken van opmerkigenn, werd gevonden:
40
als laagste waarde
10,5 %
als hoogste waarde
13,2 %
als gemiddelde waarde
12,0 %
H e t gehalte aan aschbestanddeelen, in 3 monsters bepaald, was: 3,8 %,
4,3 %, 4,4 % .
De 8 monsters m e t een te hoog gehalte aan aschbestanddeelen, hadden een
gehalte aan dit bestanddeel van 4,5 %, 4,6 %, 4,7 %, 4,7 %, 4,8 %, 5,2 %,
en 6,1 %, overeenkomende m e t respectievelijk 5,1 %, 5,2 %, 5,4 %,
6,0
5,4 %, 5,5 %, 5,9 %, 6,7 % en 6,8 % in de droge stof. De gehalten aan vocht in
deze monsters waren: 12,5 %, 11,6 % 12,3 %, 12,4 %, 12,2 %, 12,4 %, 10,9 %
en 10,9 %.
E e n van deze monsters bevatte naast 4,6 % aschbestanddeelen en 11,6 %
vocht, 16,4 % eiwitachtige stoffen, 5,8 % vetachtige stoffen, 6,4 % ruwe celstof,
23,2 % zetmeel en 0,7 % >in verdund zoutzuur onoplosbare aschbestanddeelen.
H e t gehalte aan doppen, hetwelk de toelaatbare grens, gesteld in den codex
voedermiddelen overschreed, bedroeg in een 7-tal monsters: 6 %, 6,1 %, 6,4 %,
7 %» ? %, 7,5 % en 8 % en dat aan aschbestanddeelen hooger dan de m a x i m u m
grens in 4 dezer monsters 4,4 %, 4,5 %, 5,1 % en 5,3 %, overeenkomende met
respectievelijk 5,1 %, 5,2 %, 5,7 % en 6,1 % in de droge stof.
Van de 2 monsters, welke als niet frisch en gezond werden aangemerkt,
bedroeg het gehalte aan aschbestanddeelen 4,9 % en 5,2 % en dat aan vocht in
beide monsters 12,5 %.
Gerstevoermeel
Ontvangen en onderzocht werden 42 monsters, van welke in 14 monsters
uitsluitend een miscroscopisch onderzoek werd verricht.
23 monsters gaven geen aanleiding tot het maken van opmerkingen;
17 monsters werden als niet frisch en gezond aangemerkt, wegens aanwezigheid van levende mijten;
1 monster bevatte zeer veel zand en
1 monster bevatte wat onkruidzaden, levende mijten, schimmel en zand.
E e n chemisch onderzoek vond plaats in 18 van de 23 monsters, welke geen
aanleiding gaven tot opmerkingen. De resultaten volgen hieronder.
t
Eiwitachtige
stoffen
Ruwe
celstof
11,6
11,0
10,1
12,4
11,7
11,3
13,2
11,6
11,2
12,0
11,0
10,6
12,2
11,9
13,0
10,9
13,0
10,2
14,4
18,3
22,5
17,3
19,5
17,1
17,0
17,7
18,3
17,1
22.5
18,6
18,4
15,7
17,4
20,4
15,4
14,0
Vetachtige
stoffen
3,9
3,8
4,4
4,7
4,1
4,9
4,2
3,8
4,0
4,2
3,1
3,9
4,0
4,8
3,7
4,2
2,6
Zetmeel
0,2
8,0
13,3
6,7
14,9
8,1
13,4
—
16,3
4,0
17,7
10,6
20,5
—
13,4
. 10,4
—
Vocht
12,7
13,2
12,8
10.7
13,9
11,3
11,1
13,5
11,3
8,7
12,8
11,9
11,8
10,4
10,5
13,1
11,2
12,0
Aschbestanddeelen
5,8
7,2
6,4
5,8
7,1
6,5
6,6
6,1
6,3
6,7
7,5
5,7
9,6
5,5
6,6
7,1
6,5
5,1
I n verdund
zoutzuuronoplosbare
aschbestanddeelen
Stikstofvrijeextractiefstoffen
_
3,5
3,3
2,5
3,4
3,1
2,7
2,6
3,3
3,3
3,7
3,0
5,9
—
—
4,0
—
—
46,4
44,4
49,4
43,1
49,7
47,2
46,9
49,1
51,5
42,0
50,1
44,1
52,5
47,7
44,8
49,7
56,1
41
I n 9 van de 17 monsters, van welke de zuiverheid onvoldoende was, werden
respectievelijk onderstaande gehalten gevonden:
13,4 %
10,1 %
17,7 %
6,3 %
7,5 %
U,5%
14,2 %
12,6 %
13,3 %
12,5 %
12,9 %
13,7 %
12,6 %
8,7 %
7,6 %
6,2 %
14,1 %
9,1 %
7,0 %
6,9 %
—
—
—
11,2 %
12,0 %
12,6 %
11,7 %
11,4 %
12,5 %
12,1 %
16,9 %
19,7 %
16,4 %
15,4 %
15,5 %
18,4 %
19,3 %
3,4 %
2,6 %
3,4 %
3,2 %
3,1 %
4,7. %
3,8 %
10,9 %
—
—
—
—
5,4 %
3,7 %
3,1 %
5,8 %
5,4 %
3,3 %
3,2 %
6,0 %
45,6 %
45,5 %
48,1 %
43,1 %
48,0 %
43,7 %
45,3 %
—-
H e t monster dat veel zand bevatte, had een gehalte aan dit bestanddeel
van 21,4 % .
I n het monster, hetwelk wat onkruidzaden, levende, mijten, schimmel en
zand, bevatte, werd geen chemisch onderzoek verricht.
Van de 2 monsters ,,gerstegries" werd 1 monster uitgebreid onderzocht; het
bevatte 13,6 % eiwitachtige stoffen, 3,4 % vetachtige stoffen, 7,1 % ruwe
celstof, 12,5 % vocht, 4,1 % aschbestanddeelen en 59,3 % stikstofvrije extractiefstoffen.
I n het andere monster werd slechts h e t gehalte aan vocht bepaald, hetwelk
10,1 % bedroeg.
H e t monster, hetwelk uit gemalen gerstnaalden bleek te bestaan, werd uitsluitend microscopisch onderzocht.
E e n als „ p e l m e e l " ingezonden monster, bestond uit gerstepelmeel en/of
gerstebloem en had een vochtgehalte van 12,6 %.
H e t als ,,gerstepelmeelafval" ingezonden monster bestond uit een gerstproduct, hetwelk veel kiemen en gerstdoppen bevatte. De gevonden gehalten
waren 16,0 % eiwitachtige stoffen, 5,5 % vetachtige stoffen, 7,4 % ruwe celstof,
11,0 % vocht, 5,3 % aschbestanddeelen en 54,8 % stikstofvrije extractiefstoffen.
H e t monster „onbewerkt gerstevoermeel" en het monster „bewerkt gerstevoermeel" werden uitsluitend chemisch onderzocht.
De gehalten waren voor eerstgenoemd i'roduct:
Eiwitachtige stoffen
12,8 %
Verteerbaar eiwitachtige stoffen
9,7 %
Vetachtige stoffen
2,5 %
E u w e celstof
. 13,4 %
Vocht
!
13,0 %
Aschbestanddeelen
6,8 %
I n verdund zoutzuur onoplosbare aschbestanddeelen
3,5 %
Stikstofvrije extractiefstoffen
51,5 %
en voor het monster „bewerkt gerstevoermeel":
Eiwitachtige stoffen
13,5 %
Verteerbaar eiwitachtige stoffen
9,2 %
Vetachtige stoffen .
1,9 %
E u w e celstof
13*5 %
Vocht
9,0 %
Aschbestanddeelen
7,6 %
I n verdund zoutzuur onoplosbare aschbestanddeelen
3,7 %
Stikstofvrije extractiefstoffen
54,5 %
E e n als „gerstevoermeel" ingezonden monster bestond uit gerstevoermeel of
gerstgries en werd, wegens aanwezigheid van veel levende mijten, als niet frisch
en gezond aangemerkt.
42
Gras, grasmccl en kuilgras
Ontvangen werden 395 monsters, van welke 387 monsters werden onderzocht.
Hiervan werden 85 monsters uitsluitend chemisch onderzocht, terwijl in 10 monsters slechts de microscopische zuiverheid werd nagegaan.
Van de 302, microscopisch onderzochte monsters bestonden:
279 monsters uit grasmeel, van welke 5 monsters van onvoldoende zuiverheid
werden verklaard wegens aanwezigheid van schimmel;
7 monsters waarschijnlijk uit kuilgrasmeel, van welke 1 monster, daar het
schimmel bevatte, als niet frisch en gezond werd aangemerkt;
3 monsters uit grasmeel, lueernemeel en klavermeel;
3 monsters uit gras- en klavermeel;
2 monsters uit grasmeel m e t veel onkruiden, onder welke distels;
2 monsters uit gras- en lueernemeel;
1 monster vermoedelijk uit hooimeel; wegens aanwezigheid van schimmel,
was de zuiverheid van dit monster onvoldoende;
1 monster uit grasmeel, hetwelk veel koolzure voederkalk en zeer veel calciumhydroxyde bevatte;
1 monster uit grasmeel en weinig heidemeel;
1 monster uit gedeeltelijk verkoold grasmeel;
1 monster uit graszaadkaf en
1 monster uit gemalen gedroogd kuilvoer bereid van gras, bietenzaadafval
en weinig onkruiden.
Voor het gehalte aan eiwitachtige stoffen, bepaald in 264 monsters grasmeel,
werd gevonden :
als laagste waarde
7,0 %
als hoogste waarde
22,5 %
als gemiddelde waarde
13,2 %
Voor het gehalte aan vocht, bepaald in 269 monsters, werd gevonden:
als laagste waarde
als hoogste waarde
als gemiddelde waarde
5,6 %
21,5 %
10,0 %
Voor het gehalte aan in verdund zoutzuur onoplosbare aschbestanddeelen,
bepaald in 254 monsters, werd gevonden:
als laagste waarde
1,1 %
als hoogste waarde
23,3 %
als gemiddelde waarde
4,6 %
H e t gehalte aan Carotine, bepaald in 255 monsters, bedroeg:
minder dan .50 mgr per 1000 gram in
20 m o n s t e r s ;
50 mgr en meer, doch minder dan 75 mgr per 1000 gram in . . 33 monsters;
39 monsters;
75 mgr en meer, doch minder dan 100 mgr per 1000 gram in
78 monsters;
100 mgr en meer, doch minder dan 150 mgr per 1000 gram in,
69 monsters;
150 mgr en meer, doch minder dan 200 mgr per 1000 gram in
13 monsters;
200 mgr en meer, doch minder dan 250 mgr per 1000 gram in
3 monsters.
250 mgr en meer per 1000 gram in
I n een 4-tal monsters werd bepaald het gehalte aan ruwe celstof; gevonden
werd 25,0 %, 25,9 %, 26,6 % en 28,1 % ; het gehalte aan aschbestanddeelen van
4 monsters bedroeg: 10,1 %, 10,4 %, 11,0 % en 11,7 %.
Voor het gehalte aan verteerbare eiwitachtige stoffen van 4 monsters werd
gevonden: 7,4 %, 7,7 %, 7,7 % en 8,0 %, naast een gehalte aan eiwitachtige
s toffen van respectievelijk 13,2 %, 9,9 %, 10,3 % en 14,4 %.
H e t gehalte aan vetachtige stoffen van 1 monster was 5,6 %.
43
H e t onderzoek van 7 monsters, bestaande vermoedelijk uit kuilgrasmeel, gaf
onderstaand resultaat:
Eiwitachtige stoffen
Ruwe celstof
Vocht
In verdund zoutzuur onoplosbare
aschbestanddeelen
Aschbestanddeelen
Carotine (mgr. per 1000 gr.). . . .
Stikstofvrije cxtractiefstoffen + vetachtige stoffen
12,0 %
26,4 %
10,8 %
12,1 %
12,4 %
14,7 %
11,4 %
12,4 %
33,4 %
—
13,9 %
17.7 %
10,7 %
10,5 %
13.8 %
13,7 %
5,9 %
8,5 %
meer dan
50 doch
minder
dan 75
—
minder
dan 25
meer dan
50 doch
minder
dan 75
minder
dan 50
—
—
—
8,7 %
17,4 %
meer dan
50 doch
minder
dan 75
13,4 %
—
I n 3 monsters, welke bestonden uit grasmeel, lucernemeel en klavermeel,
werd gevonden:
Eiwitachtige stoffen
Vocht
In verdund zoutzuur onoplosbare aschbestanddeelen
Carotine (mgr. per 1000 gram)
13,6 %
12,0 %
7,8 %
meer dan 50
doch minder
dan 75
13,7 %
10,5 %
4,7 %
meer dan 75
doch minder
dan 100
14,9 %
14,0 %
2,7 %
minder dan
50 mgr.
Uit gras- en klavermeel bestonden 3 monsters, in welke onderstaande gehalten
werden gevonden:
Eiwitachtige stoffen
Vocht
In verdund zoutzuur onoplosbare aschbestanddeelen
Carotine (mgr. per 1000 gram)
11,4 %
9,9 %
8,5 %
meer dan 50
doch minder
dan 75
12,0 %
9,9 %
10,2 %
meer dan 50
doch minder
dan 75
16.2 %
10.3 %
5,6 %
minder dan 50
De gevonden gehalten in 2 monsters grasmeel met veel onkruiden, onder
welke distels ,waren: 10,1 % en 13,8 % eiwitachtige stoffen, 10,0 % en 12,9 %
vocht, 2,4 % en 4,1 % in verdund zoutzuur onoplosbare aschbestanddeelen en
minder dan 50 mgr en meer dan 75, doch minder dan 100 mgr Carotine per
1000 gram.
E e n 2-tal monsters bestond uit gras- en lucernemeel en had een gehalte aan
eiwitachtige stoffen van 13,5 % en 17,0 %, aan vocht van 9,9 % en 11,8 %,
aan in verdund, zoutzuur onoplosbare aschbestanddeelen van 5,8 % en 3,3 % en
aan Carotine van meer dan 75 en minder dan 100 mgr en ongeveer 100 mgr
per 1000 gram.
Van het monster, vermoedelijk bestaande uit hooimeel, hetwelk als niet
frisch en gezond werd aangemerkt, wegens aanwezigheid van schimmel, bedroegen de gehalten aan eiwitachtige stoffen 18,4 %, aan vocht 10,2 %, aan in
verdund zoutzuur onoplosbare aschbestanddeelen 6,9 %, terwijl het gehalte aan
Carotine minder dan 50 mgr per 1000 gram was.
E e n monster grasmeel, hetwelk veel koolzure voederkalk en zeer veel calciumhydroxyde bevatte, werd voor veevoeding ongeschikt geacht. De gevonden
gehalten waren: 3,9 % eiwitachtige stoffen, 19,7 % vocht, 59,5 % aschbestanddeelen, 1,6 % in verdund, zoutzuur onoplosbare aschbestanddeelen, 5 % kooldioxyde, aequivalent m e t 11,4 % koolzure kalk en 27,0 % calciumhydroxyde.
H e t monster grasmeel, hetwelk weinig heidemeel bevatte, werd uitgebreid
onderzocht, m e t onderstaand resultaat:
Eiwitachtige stoffen
13,5 %
Verteerbare eiwitachtige stoffen
8,3 %
Werkelijk eiwit
11,9 %
44
Verteerbaar werkelijk eiwit
Vetachtige stoffen
E u w e celstof
Vocht
Aschbestanddeelen
6,7 %
3,4 %
23,5 %
12,1 %
11,1 %
I n verdund zoutzuur ono])losbare aschbestanddeelen
. . . . . 3,8 %
Stikstofvrije extractiefstoffen
36,4 %
Carotine
meer dan 200, doch minder dan 250 mgr per 1000 gram.
In de monsters „gedeeltelijk verkoold g r a s m e e l " , „graszaadkaf" en „gemalen gedroogd kuilvoer, bereid van gras, bietenzaadafval en weinig onkruiden"
werd geen chemisch onderzoek verricht.
De monsters, welke uitsluitend chemisch werden onderzocht, kwamen onder
de volgende benamingen in:
Grasmeel
. . . . . ' . .
27 monsters;
Hooi
17 monsters;
Lucerne-hooi
16 monsters;
Gedroogd gras
8 monsters;
Gras
6 monsters;
Kuilgras of ingekuild gras
. . .
6 monsters;
Droog gras
2 monsters;
Nat gras
2 monsters;
Ingekuild gras met melasse
1 monster.
Voor !het gehalte aan eiwitachtige stoffen, bepaald in 20 monsters „grasm e e l " , werd gevonden:
als laagste waarde
9,3 %
als hoogste waarde
22,4 %
als gemiddelde waarde
14,1 %
Voor het gehalte aan Carotine, bepaald in 10 monsters, werd gevonden als
laagste waarde 43 mgr per 1000 gram, terwijl de hoogste waarde meer dan
150 mgr doch minder dan 200 mgr per 1000 gram bedroeg
H e t gehalte aan in-verdund zoutzuur-onoplosbare aschbestanddeelen van een
9-tal monsters liep uiteen van 2,2 % tot 22,8 % met als gemiddelde 9,2 %.
I n 7 monsters werd het gehalte aan vocht bepaald; gevonden, werd, als laagste
waarde 6,1 %, als hoogste waarde 12,9 % en als gemiddelde waarde 8,5 %.
Van de 17 als „ h o o i " ingezonden monsters, werden 12 monsters uitgebreid
onderzocht, m e t onderstaand resultaat:
Eiwftachtige stoffen . . . .
Verteerbare eiwitachtige stoffen
Fosfor (P)
Kalium (K)
Calcium (Ca)
Natrium (ïfa)
Koper (Cu)
Lood (Pb): sporen
Arseen (As)
Ruwe celstof
Vocht
Aschbestanddeelen
%
0/
/o
%
7,5
4,6
0,2
2,2
0,6
0,1
/o
9,5
5,5
0,2
2,1
0,5
0,1
%
8,0
4,8
0,2
1,5
0,4
0,1
%
6,1
3,9
0,2
1,5
0,4
%
9,8
6,4
0,1
1,8
0,6
/o
10,4
14,2
35,1
10,4
9,2
0,05 0,05
minder dan 0,001 %
veel minder dan 0,001 %
indie n aanwezig, minder dan 0,001 %
28,6 38,7 37,9 39,6 40,9 39,6 38,6
7,2
7,2
7,2
7,5
6,8
7,9
12,1
9,9
9,1
9,5
13,4 11,3 10,2
11,7
6,0
0,3
2,4
0,5
0,1
6,3
0,3
2,4
0,7
0,1
10,8
6,4
0,2
1,5
0,7
0,1
%
11,7
6,9
0,3
2,3
0.6
0,2
%
9,2
5,0
0,2
2,2
0,6
0,1
afw.
35,5
afw.
37,3
15,5
14,7
7,5
7,2
%
11,2
7,2
0,2
2,2
0,5
0,1
afw.
35,1
7,4
11,9
Van de overige 5 monsters „ h o o i " werd in 1 monster alleen het gehalte aan
koper, lood en arseen bepaald, welke gehalten bedroegen respectievelijk 0,0015 %,
0,005 % en 0,001 %, terwijl in de andere monsters gevonden werd 0,001 %,
0 , 0 0 1 % , 0,001 % en 0,002 % arseen benevens 0,003 % nicotine en eventueele
nevenalkaloiden.
%
10,7
6,0
0,0005
0,0003
0,001
35,6
9,1
10,4
45
I n 16 monsters ,,lucerne-hooi" werden onderstaande gehalten gevonden:
Eiwitachtige stoffen .
Verteerbare eiwitachtige
stoffen
Vetachtige stoffen .
Fosforzuur (P»0 5 ). .
Kalium (K) . . . .
Calciumoxyde (OaO)
Magnesium (Mg) . .
Natrium (Na) . . .
Koper (Cu) . . . .
Lood (Pb) . . .
Arseen (As) . . .
Ruwe celstof. . .
Vocht
Aschbestanddeelen
/o
18,1
%
%
18,2 16,8
13,7 12,7 13,5
1,4 1,5 1,3
0,5 0,6 0,5
2,2 2,6 2,7
2,3 2,0 2,2
0,3 0,2 0,2
0,1 0,05 0,05
minder dan
0,001
%
/o
12,3 13,4
1,2
1,3
0,4
0,3
2,9
2,0
1,7
2,9
0,2
0,3
0,05 0,05
0,001
30 29,0 29,2 35,3
11,8 11,9 10,8 11,2
10,4 11,5 12,4 10,3
/o
/o
/o
15,6 14, 17,1 13,1 ]9,6 17,9 17,i 12,2 17,7
11,7
1
0,3
2,3
2,7
0,2
0,05
12,9 9,6 15,0 13,7
1,4 1,0 1,6 1,2
0,5 0,3 0,6 0,5
2,5 2,4 2,9 2,4
2,2 1,8 2,0 2,1
0,2 0,2 0,2 0,3
0,05 0,05 0,05 0,3
minder dan 0,001
12,6
1,4
0,6
2,4
2,1
0,3
0,1
9,4
1,4
0,4
2,1
2,3
0,2
0,05
14,3
1,4
0,5
2,4
2,4
0,2
0,05
0,001
sporen veel minder dan 0,001
indien aanwezig minder dan 0,001
29,2 29,1 31,4 39,1 29,7 31,5 27,3 29,8 30,2
12,0 11,2 11,5 11,4 11,7 11,7 11,2 11,2 11,0
11,2 10,4 9,7 8,4 10,6 11,4 16,0 10,2 10,5
14,8
19,8
17,7
11,2
1,3
0,4
2,6
1.9
0,2
0,05
minder
dan
0,001
14,6
1,3
0,6
2,7
2,0
0,2
0,05
0,001
13,8
1,4
0,5
2,4
1,9
0,3
0,1
0,001
36,6
11,1
9,2
27,1
11,5
12,5
31,1
11,5
10,0
Vier van de 8 als „gedroogd g r a s " ingezonden monsters, werden uitsluitend
onderzocht op het gehalte aan eiwitachtige stoffen; gevonden werd: 14,3 %,
15,1 %, 15,2 % en 19,2 % ; in 2 monsters werd slechts het gehalte aan Carotine
bepaald, welk gehalte bedroeg in beide monsters meer dan 100 mgr, doch minder
dan 150 mgr per 1000 gram, terwijl in 1 monster alleen het vochtgehalte werd
vastgesteld, hetwelk 14,6 % was.
I n het andere monster werden bepaald de gehalten aan eiwitachtige stoffen,
aan Carotine, aan vocht en aan in verdund zoutzuur onoplosbare aschbestanddeelen, bedragende respectievelijk 13,7 %, ongeveer 100 mgr per 1000 gram,
8,8 % en 2,1 %.
Onder de benaming „ g r a s " werden 6 monsters ingezonden en onderzocht,
m e t onderstaand resultaat.
Eiwitachtige stoffen
Verteerbare eiwitachtige stoffen . .
Carotine
4,4 %
3,2 %
Vocht
In verdund zoutzuur onoplosbare
aschbestanddeelen
72,8 %
10,0 %
meer dan 100,
doch minder
dan 150 mgr.
per 1000 gr.
13,7 %
3,2 %
10o4%
ongeveer
100 mgr.
per 1000 gr.
24 mgr.
per
1000gr.
afw.
meer dan 50,
doch minder
dan 75 mgr.
per 1000 gr.
13,8 %
2,5 %
Als „ k u i l g r a s " of „ingekuild g r a s " werden 6 monsters ingezonden en onderzocht. De p H in deze monsters was: 4,5, 5,0, 5,1, 5,2, 5,2, 5,2. I n 1 dezer
monsters werden eveneens bepaald de gehalten aan eiwitachtige stoffen, verteerbare eiwitachtige stoffen en aan vocht, welke gehalten bedroegen respectievelijk: 5,9 %, 4,6 % en 79,7 % .
.
Van de 2 monsters ,,,droog g r a s " waren de gehalten aan eiwitachtige stoffen,
verteerbare eiwitachtige stoffen en aan vocht respectievelijk: 14,0 % en 17,4 %,
10,9 % en 12,7 % en 10,7 % en 8,8 %.
I n de 2 monsters „ n a t g r a s " waren de gehalten aan eiwitachtige stoffen
5,0 % en 6,3 %, aan verteerbare eiwitachtige stoffen 4,0 % en 4,6 % en aan
vocht 73,1 % en 60,1 %.
H e t monster „ingekuild gras m e t m e l a s s e " had onderstaande gehalten:
Eiwitachtige stoffen
2,7
Verteerbare eiwitachtige stoffen
1,6
Vetachtige stoffen
1,1
Ruwe celstof
• 5,3
Aschbestanddeelen
3,9
Vocht
81,3
%
%
%
%
%
%
46
Ammoniakale stikstof
pH
0,15 %
6,4
Grondnotenkoek,
grondnotenmeel
en
grondnotenschüfers
Ontvangen en onderzocht werden 3 monsters, welke alle als niet frisch
en gezond werden aangemerkt, wegens aanwezigheid van schimmel. E e n dezer
monsters werd uitsluitend microscopisch onderzocht.
H e t gehalte aan eiwitachtige stoffen in een van deze monsters was 49,0 %,
naast een gehalte aan vocht van 10,0 %. Dit monster bestond uit grondnotenschüfers, welke sterk aangevreten waren door broodkevers {Sitodrepa).
H e t vochtgehalte van het andere monster was 11,7 %.
Havermeel en ander
haverproducten
Ontvangen en onderzocht werden 40 monsters, van welke in 13 monsters
uitsluitend een chemisch- en in 6 monsters slechts een microscopisch onderzoek
werd verricht.
14 monsters bestonden uit havermeel;
8 monsters bestonden uit havermoutafvalmeel;
2 monsters bestonden uit gemalen lichte haver;
1 monster bestond uit havermoutafvalmeel of haverdopmeel;
1 monster bestond uit havermeel of gemalen lichte haver en
1 monster bestond uit havermoutafvalmeel of gemalen lichte haver, gemalen onkruidzaden en verder weinig tarwemeel, roggemeel en gerstemeel.
Havermeel
Van de 14 onderzochte monsters, van welke er 5 uitsluitend microscopisch
werden onderzocht, gaven:
9 monsters geen aanleiding tot het maken van opmerkingen, werden
3 monsters als niet frisch en gezond aangemerkt, wegens aanwezigheid van
schimmel en/of levende mijten, bestond
1 monster uit beschadigd havermeel en bevatte
1 monster- vermoedelijk wat havermoutafvalmeel of haverdopmeel ; dit monster had een gehalte aan aschbestanddeelen, hooger dan in den codex voedermiddelen is toegestaan.
H e t gehalte aan vocht, bepaald in 5 monsters, van welke de zuiverheid
voldoende was, bedroeg: 10,7 %, 10,9 %, 11,7 %, 11,9 % en 13,5 %.
Twee monsters werden uitgebreid onderzocht, met onderstaand resultaat:
Eiwitachtige stoffen
10,4 %
11,3. %
Werkelijk eiwit
9,2 %
—
Vetachtige stoffen
3,9 %
5,2 %
E u w e celstof
12,7 %
12,3 %
Vocht
12,1 %
9,0 %
Aschbestanddeelen
3,1 %
3,2 %
Stikstofvrije extractiefstoffen
57,8 %
59,0 %
I n een monster, van hetwelk de zuiverheid onvoldoende werd verklaard,
daar het schimmel bevatte, was het gehalte aan vocht 13,8 %. De beide andere
monsters werden alleen microscopisch onderzocht.
H e t monster m e t een te hoog gehalte aan aschbestanddeelen en dat vermoedelijk wat havermoutafvalmeel of haverdopmeel bevatte, had een gehalte aan
vocht van 10,8 % en aan aschbestanddeelen van 5,4 % (6,1 % in de droge stof).
Havermoutafvalmeel
7 monsters gaven geen aanleiding tot het maken van opmerkingen en
1 monster was van onvoldoende zuiverheid, daar het schimmel bevatte.
De gevonden gehalten in 7 monsters, welke geen aanleiding gaven tot opmerkingen, waren :
47
Eiwitachtige stoffen
Zetmeel
Vetachtige stoffen
Vocht
Aschbestanddeelen
6,5 %
8,0 %
2,3 %
9,0 %
13,2 %
12,6 %
8,9 %
10,6 %
8,1 %
13,5 %
8,9 %
7,0 %
4,3 %
11,7 %
-1,8 %
7,0 %
8,5 %
' 4,9 %
9,8 %
4,1 %
H e t monster, van hetwelk de zuiverheid onvoldoende was, bevatte 17,2 %
zetmeel en 13,4 % vocht.
De 2 monsters, bestaande uit gemalen lichte haver, hadden een gehalte aan
vocht van 10,6 % en 11,9 %, terwijl het gehalte aan aschbestanddeelen in eerstgenoemd monster 4,4 % bedroeg.
H e t gehalte aan vocht, bepaald in het monster, hetwelk uit havermeel of
gemalen lichte haver bestond, was 12,2 %.
H e t monster, bestaande uit havermoutafvalmeel of gemalen lichte haver,
gemalen onkruidzaden en verder weinig tarwemeel, roggemeel en gerstemeel,
bevatte veel levende mijten en werd daarom als niet frisch en gezond aangemerkt. H e t gehalte aan eiwitachtige stoffen bedroeg 11,2 %.
Onder de benaming „havermoutafvalmeel" werden 13 monsters ingezonden,
in welke slechts het gehalte aan vocht werd bepaald; de gevonden gehalten
liepen uiteen van 6,4 % tot 10,2 %, met een gemiddelde van 8,2 %.
Katoenzaadkoek
en -meel
Van het eene onderzochte monster, werd de zuiverheid, wegens aanwezigheid
van schimmel en veel levende mijten, onvoldoende verklaard.
H e t gehalte aan eiwitachtige stoffen en aan vocht bedroeg respectievelijk
25,0 % en 12,1 %, welk laatste gehalte hooger is, dan voor katoenzaadkoek en
-meel in den codex voedermiddelen is toegelaten.
Klavermeel, lucernemeel e.cl.
Ontvangen werden 111 monsters. Hiervan werden 110 monsters onderzocht,
welke bestonden uit:
74 monsters uit klavermeel;
24 monsters uit lucernemeel;
5 monsters uit klavermeel en lucernemeel ;
4 monsters uit klavermeel en grasmeet;
1 monster uit lucernemeel en grasmeel;
1 monster uit klavermeel, grasmeel en lucernemeel en
1 monster uit klaverhooi.
Klavermeel.
Van de 74 monsters klavermeel, werden 4 monsters uitsluitend chemisch
onderzocht. Van de overige bevatten
43 monsters zand, veel zand of zeer veel zand, gaven
26 monsters geen aanleiding tot het maken van opmerkingen en bestond
1 monster uit klavermeel, dat een bewerking had ondergaan en zaden bevatte, welke niet afkomstig waren van klaver.
Voor het gehalte aan eiwitachtige stoffen, bepaald in 43 monsters, in welke
zand, veel zand of zeer veel zand werd aangetroffen, werd gevonden:
als laagste waarde
12,8 %
als hoogste waarde
20,1 %
als gemiddelde waarde
15,5 %
voor dat aan Carotine, bepaald in deze 43 monsters, werd gevonden:
minder dan 50 mgr per 1000 gram in
34 m o n s t e r s ;
meer dan 50 mgr, doch minder dan 75 mgr per 1000 gram in 6 m o n s t e r s ;
ongeveer 150 mgr per 1000 gram in
1 monster;
meer dan 150 mgr, doch minder dan 200 mgr per 1000 gram in 2 monsters ;
48
voor dat aan vocht, bepaald in deze 43 monsters, werd gevonden:
als laagste waarde
7,7 %
als hoogste waarde
13,3 %
als gemiddelde waarde
.9,0 %
voor dat aan in verdund zoutzuur onoplosbare aschbestanddeelen, bepaald in deze
43 monsters, werd gevonden:
als laagste waarde
5,4 %
als hoogste waarde
27,8 %
als gemiddelde waarde
14,7 %
I n de monsters, welke geen aanleiding gaven tot h e t maken van opmerkingen
werd gevonden:
voor het gehalte aan eiwitachtige stoffen, bepaald in 26 monsters:
als laagste waarde
13,4 %
als hoogste waarde
20,3 %
als gemiddelde waarde
15,6 %
voor h e t gehalte aan Carotine, bepaald in 24 monsters:
minder dan 50 mgr per 1000 gram in
9 monsters;
meer dan 50 mgr, doch minder dan 75 mgr per 1000 gram in . 4 monsters;
meer dan 75 mgr, doch minder dan 100 mgr per 1000 gram in . 4 monsters ;
meer dan 100 mgr, doch minder dan 150 mgr per 1000 gram in
5 monsters ;
meer dan 150 mgr, doch minder dan 200 mgr per 1000 gram in 2 monsters.
voor het gehalte aan vocht, bepaald in 25 monsters:
als laagste waarde
als hoogste waarde
als gemiddelde waarde
7,8 %
13,7 %
10,6 %
voor h e t gehalte aan in verdund zoutzuur onoplosbare aschbestanddeelen, bepaald in 24 monsters :
als laagste waarde
0,8 %
als hoogste waarde
. 4,1 %
als gemiddelde waarde
1,8 %
H e t monster, bestaande uit klavermeel, dat een bewerking had ondergaan en
zaden bevatte, welke niet afkomstig waren van klaver, bevatte 18,2 % eiwitachtige stoffen, 9,5 % vocht en 8,8 % in verdund zoutzuur onoplosbare aschbestanddeelen.
I n 4 monsters, welke uitsluitend chemisch werden onderzocht, bedroegen de
gehalten:
Eiwitachtige stoffen
Carotine
Vocht
I n verdund zoutzuur
aschbestanddeelen
11,4%
meer dan
100 mgr.
per 1000 g
8,8 %
onoplosbare
5,1 %
H.4%
meer dan
100 mgr.
per 1000 g
9,8 %
6,4%
15,9 %
meer dan
100 mgr.
per 1000 g
10,3 %
3,8 %
Lucernemeel
Van de 24 monsters, werd een 2-tal alleen chemisch onderzocht. Van de
overige gaven
16 monsters geen aanleiding tot opmerkingen, bevatten
3 monsters zand of zeer veel zand, werd in
49
2 monsters wat erwtendoppen aangetroffen en bevatte
1 monster klavermeel.
Voor het gehalte aan eiwitachtige stoffen, bepaald in i 6 monsters, welke
geen aanleiding gaven tot opmerkingen, werd gevonden:
als laagste waarde
13,2 %
als hoogste waarde
22,3 %
als gemiddelde waarde
17,0 %
voor dat aan Carotine, bepaald in 15 monsters, werd gevonden:
minder dan 50 mgr per 1000 gram in
7 monsters;
meer dan 50 mgr, doch minder dan 75 mgr per 1000 gram in 3 monsters;
meer dan 75 mgr, doch minder dan 100 mgr per 1000 gram in 2 monsters;
meer dan 100 mgr, doch minder dan 150 mgr per 1000 gram in 3 monsters.
voor dat aan vocht, bepaald in 15 monsters, werd gevonden:
als laagste waarde
als hoogste waarde
als gemiddelde waarde
7,3 %
12,8 %
10,4 %
voor dat aan in verdund zoutzuur onoplosbare aschbestanddeelen,
in 15 monsters, werd gevonden:
als laagste waarde
als hoogste waarde
als gemiddelde waarde
bepaald
0,7 %
5.2 %
2,2 %
De 3 monsters, in welke zand of zeer veel zand werd aangetroffen, hadden
onderstaande gehalten:
Eiwitachtige stoffen
Carotine
11,8 %
minder dan
50 mgr. per
1000 gram
6,6 %
29,7 %
Vocht
In verdund zoutzuur onoplosbare aschbestanddeelen .
11,8 %
minder dan
50 mgr. per
1000 gram
7,0 %
31,1 %
21,4 %
minder dan
50 mgr. per
1000 gram
10,6 %
7,7 %
De overige monsters gaven geen aanleiding tot bijzondere opmerkingen.
Küolzaadlioeli, -meel en -schroot
Ontvangen werden 152 monsters, van welke 150 monsters werden onderzocht.
Hiervan werd in 145 monsters uitsluitend een chemisch onderzoek verricht.
De 5 ook microscopisch onderzochte monsters gaven geen aanleiding tot het
maken van opmerkingen en hadden onderstaande samenstelling:
Eiwitachtige stoffen . . . .
Vetachtige stoffen
Ruwe celstof .
Vocht
Aschbestanddeelen
Stikstofvrije extractiefstoffen
30,3 %
13,8 %
—
•
11,5 %
—
—
31,8 %
6,9 %
—
—
10,1 %
34,6 %
—
—
11,7 %
—
35,0 %
1,6 %
14,5 %
8,6 %
7,8 %
32,5 %
35,4 %
9,9 %
I n de monsters, welke alleen chemisch werden onderzocht, werd gevonden
voor het gehalte aan eiwitachtige stoffen, bepaald in 144 monsters:
als laagste waarde
31,5 %
als hoogste waarde
38,6 %
als gemiddelde waarde
35,3 %
voor dat aan vetachtige stoffen, bepaald in 144 monsters:
als laagste waarde
1,1 %
als hoogste waarde
7,9 %
als gemiddelde waarde . . . 2,5 %
4
50
voor dat aan vocht, bepaald in 145 monsters:
als laagste waarde
als hoogste waarde
als gemiddelde waarde
6,8 %
10,3 %
8,3 %
Lijnkoek, -meel, lijnzaadschilfers en- lijnzaadschroot
Ontvangen werden 59 monsters, van welke 58 monsters werden onderzocht.
Hiervan werden 32 monsters uitsluitend chemisch onderzocht, terwijl in 1 monster slechts de microscopische zuiverheid werd nagegaan.
Van de 26 microscopisch onderzochte monsters, hadden
17 monsters een gehalte aan aschbestanddeelen, hooger dan in den codex
voedermiddelen is toegestaan; werden
5 monsters als niet frisch en gezond aangemerkt, wegens aanwezigheid van
levende mijten, bestonden
2 monsters uit beschadigd lijnmeel, van welke 1 monster van onvoldoende
zuiverheid werd verklaard, daar het levende mijten bevatte; bestond
1 monster uit lijnzaaduitschoonsel en
1 monster uit beschadigde lijnzaadschilfers.
Voor het gehalte aan eiwitachtige stoffen, bepaald in 17 monsters met een
te hoog gehalte aan aschbestanddeelen, werd gevonden :
als laagste waarde
31,8 %
als hoogste waarde
34,5 %
als gemiddelde waarde
32,9 %
Voor het gehalte aan vocht in bovengenoemde monsters, werd gevonden:
als laagste waarde
8,6 %
als hoogste waarde
'
14,0 %
als gemiddelde waarde
10,6 %
Voor het gehalte aan aschbestanddeelen in bovenstaande monsters, werd
gevonden :
als laagste waarde
7,4 %
als hoogste waarde
16,5 %
als gemiddelde waarde
10,9 %
H e t gehalte aan vetachtige stoffen werd, bepaald in 4 monsters; gevonden
werd:
1,4 %, 2,0 %, 3,0 % en 7,9 %, terwijl 3 dezer monsters een gehalte aan
ruwe celstof hadden van 7,9 %, 8,2 % en 9,3 %.
I n 2 monsters bedroeg het gehalte aan in verdund zoutzuur onoplosbare aschbestanddeelen 6,9 % en 8,3 % .
Naast gehalten aan eiwitachtige stoffen van 31,8 % en 33,6 %, bevatten
2 monsters respectievelijk 30,1 % verteerbaar werkelijk eiwit en 27,0 % verteerbare eiwitachtige stoffen.
De 5 monsters, van welke de zuiverheid onvoldoende werd verklaard, hadden
onderstaande gehalten :
Eiwitachtige stoffen
Vetachcige stoffen .
Vocht
Aschbestanddeelen .
31,4 %
31,9 %
32,5 %
34,1 %
12,7 %
12,2 %
11,6 %
12,7 %
12,3 %
35,1
2,2
10,3
12,5
Van de 2 monsters bestaande uit „beschadigd lijnmeel", werd 1 monster
uitsluitend microscopisch onderzocht en. werd, wegens aanwezigheid van levende
mijten, schimmel en bacteriën, als niet frisch en gezond aangemerkt. Dit
monster bestond uit een mengsel van beschadigde producten, onder welke grondnotenmeel en erwtenmeel.
%
%
%
%
51
H e t tweede monster b e v a t t e : 33,9 % eiwitachtige stoffen, 10,3 % vocht en
9,7 % aschbestanddeelen.
In het als ,,lijnzaaduitschoonsel" ingezonden monster, hetwelk bestond uit
lijnzaad 70 %, lijnzaadkaf 19 %, verschillende onkruidzaden 2 % en aardachtige
bestanddeelen 9 %, waren de gehalten:
Eiwitachtige stoffen
19,2 %
Vetachtige stoffen
16,5 %
Ruwe celstof
14,7 %
Vocht
9,5 %
Aschbestanddeelen
15,4 %
Stikstofvrije extractiefstoffen
24,7 %
H e t monster, hetwelk uit beschadigde lijnzaadschilfers bestond, bevatte
30,6 % eiwitachtige stoffen, 25,7 % verteerbare eiwitachtige stoffen en 10,0 %
vocht.
Mmsglutenvoer en
maïsglutenmeel
Van de 6 tot deze rubriek behoorende monsters bestonden 3 monsters uit
beschadigd maïsglutenvoer en werden 4 monsters, wegens aanwezigheid van
schimmel en/of bacteriën, als niet frisch en gezond aangemerkt. De beide
andere monsters bestonden uit maïsglutenmeel van voldoende zuiverheid.
H e t gehalte aan eiwitachtige stoffen en aan vocht in 2 van de 3 monsters
maïsglutenmeel was: 38,3 % en 38,7 % en respectievelijk 10,9 % en 11,2 %.
I n het derde monster was het vochtgehalte 13,5 % en 1,6 % in verdund zoutzuur
onoplosbare aschbestanddeelen.
Maïskiemkoek en
maiskiemkoekmeel
Van dit product werden slechts 2 monsters ingezonden en onderzocht, welke
geen aanleiding gaven tot het maken van opmerkingen.
Maïsmeel-, -bloem, -zemelen en andere
maïsproducten.
.Ontvangen werden 8, tot deze rubriek behoorende monsters, van welke 7 monsters werden onderzocht. Hiervan werden 5 monsters alleen microscopisch
onderzocht.
6 monsters gaven geen aanleiding tot het maken van opmerkingen en van
1 monster was de zuiverheid onvoldoende, wegens aanwezigheid van schimmel.
Melasse en mclassevoeders
Under verschillende benamingen werden 44, tot deze rubriek behoorende,
monsters ingezonden, van welke 42 monsters werden onderzocht. Hiervan werden
35 monsters uitsluitend chemisch onderzocht, terwijl van 1 monster alleen de
microscopische zuiverheid werd nagegaan.
Van de 7 microscopisch onderzochte monsters werden er 2 als „melassem e n g s e l " en 2 als „ m e l a s s e c o n c e n t r a a t " ingezonden. Deze 4 monsters bestonden
uit tarwezemelen, tarwegrint, roggezemelen, roggegrint, gemalen gedroogde pulp
en melasse en hadden een gehalte aan vocht van 18,3 %, 18,4 % en 21,0 %.
Dit laatste monster bevatte bovendien 21,0 % suiker (berekend als saccharose).
E e n dezer monsters werd niet chemisch onderzocht.
E e n onder de benaming „ m e l a s s e m e n g s e l " ontvangen monster bestond uit
gemalen, gedroogde pulp en melasse en een weinig zetmeel en had een vochtgehalte van 17,6 %.
H e t als „ m e l a s s e k e r n " ingezonden monster, bestaande uit gemalen, gedroogde pulp, gemalen gerstdoppen of gerstevoermeel en melasse, bevatte
19,9 % vocht,
I n een monster melasse, met een sterken geur en smaak, was het gehalte
aan vocht 20,8 %.
Voor het gehalte aan suiker, berekend als saccharose bepaald in 26 van de
35 monsters, welke uitsluitend chemisch werden onderzocht, werd gevonden:
52
als laagste waarde
als hoogste waarde
als gemiddelde waarde
•
en voor dat aan vocht, bepaald in 22 monsters, werd gevonden :
als laagste waarde
als hoogste waarde
•
als gemiddelde waarde
45,5 %
54,3 %
50,1 %
13,4 %
32,3 %
21,8 %
Paardenboonenmeel,
erwtenmeel en -meel van andere leguminosen
Onder verschillende benamingen, werden 16 monsters ingezonden en onderzocht, van welke in 4 monsters uitsluitend een microscopisch onderzoek werd
verricht.
Hiervan bestonden :
3 monsters uit bruine-boonenvoermeel ;
2 monsters uit gemalen erwtenstroo;
2 monsters uit erwtenmeel, van welke 1 monster wat schimmel b e v a t t e ;
1 monster uit bruine-boonenmeel ;
1 monster uit boonenmeel, hoofdzakelijk afkomstig van witte boonen; dit
monster bevatte veel schimmel en werd daarom van onvoldoende zuiverheid
verklaard;
1 monster uit erwtenvoermeel, hetwelk wat bruine-boonenmeel b e v a t t e ;
1 monster uit gedenatureerd erwtenmeel, vermoedelijk afkomstig van erwtenpiksel;
1 monster uit bruine-boonenbloem;
1 monster uit paardenboonenmeel en erwtenmeel; door de aanwezigheid van
veel levende mijten en schimmel was de zuiverheid onvoldoende;
1 monster uit schildeelen van paardenboonen ;
1 monster uit gemalen, gedroogde plantendeelen, afkomstig van paardenboonen en
I monster uit verhitte gemalen bruine boonen.
Palmpittenkoek
en -meel
Van de 2 ingezonden en onderzochte monsters, bevatte 1 monster schimmel,
waarom het als niet frisch en gezond werd aangemerkt. H e t andere monster
gaf geen aanleiding tot het maken van opmerkingen.
Eerstgenoemd monster had een gehalte aan eiwitachtige stoffen van 15,9 %,
aan vocht van 11,9 % en aan aschbestanddeelen van 5,3 % ; in het tweede
monster bedroeg het gehalte aan eiwitachtige stoffen 14,6 % en dat aan
vocht 11,4 %.
Pidp (gedroogde en natte) en andere, van bieten afkomstige
producten
Ontvangen werden 51 monsters, van welke 48 monsters werden onderzocht.
Uitsluitend een chemisch onderzoek werd verricht in 12 monsters, terwijl 1 monster alleen microscopisch werd onderzocht.
Van de 36 microscopisch onderzochte monsters, bestonden:
22 monsters uit gedroogde p u l p ;
I I monsters uit suikerpulp;
2 monsters uit melassepulp en
1 monster uit gedroogde persresten van gestoomde of gekookte bieten of
suikerbieten.
Gedroogde pulp
11 monsters werden van voldoende zuiverheid verklaard, ofschoon 1 monster
wat vliegasch bevatte.
6 monsters hadden een gehalte aan vocht, hooger dan in den codex voedermiddelen is toegestaan en van
53
3 monsters was het gehalte aan aschbestanddeelen boven de in den codex
voedermiddelen vastgestelde m a x i m u m grens gelegen;
1 monster bestond uit gemalen gedroogde pulp, welke ammoniumlactaat
bevatte en
1 monster had een gehalte aan suiker (berekend als saccharose) van 27,4 %.
I n de 6 monsters met een te hoog gehalte aan vocht, liep dit gehalte uiteen
van 14,4 % tot 16,9 %, met als gemiddelde 15,5 %.
I n 1 dezer monsters werd het gehalte aan suiker bepaald; gevonden werd
6,0 %, terwijl het gehalte aan aschbestanddeelen van 1 monster 5,1 % bedroeg.
De 3 monsters, in welke de toegestane m a x i m u m grens aan aschbestanddeelen werd overschreden, hadden een gehalte aan vocht van 7,8 %, 9,9 % en
12.3 %, naast een gehalte aan aschbestanddeelen van respectievelijk 7,6 %,
6,7 % en 6,8 %.
H e t gehalte aan suiker (berekend als saccharose) in 1 dezer monsters bepaald, was 4,5 %.
H e t monster gemalen gedroogde pulp, hetwelk ammoniumlactaat bevatte,
werd niet chemisch onderzocht.
Suikerpulp
10 monsters gaven geen aanleiding tot het maken van opmerkingen en
1 monster had een gehalte aan aschbestanddeelen, hetwelk de in den codex
toegestane m a x i m u m grens overschreed.
I n 9 van bovenstaande 10 monsters, welke geen aanleiding gaven tot opmerkingen, liep het gehalte aan suiker (berekend als saccharose) uiteen van 21,4 %
tot 36,3 %, met een gemiddelde van 29,6 % en varieerde het gehalte aan vocht
van 5,9 % tot 12,7 %, met als gemiddelde 9,8 %.
I n het monster met een te hoog gehalte aan aschbestanddeelen, bedroeg dit
gehalte 6,2 % (7,2 % in de droge stof), naast een gehalte aan suiker van
24.4 % en een vochtgehalte van 13,7 %.
Melassepul-p
De 2 onderzochte monsters gaven geen aanleiding tot opmerkingen en hadden
een gehalte aan suiker (berekend als saccharose) van 17,4 % en 21,4 % en aan
vocht van respectievelijk 12,4 en 16,9 %. I n eerstgenoemd monster was het
gehalte aan aschbestanddeelen 6,5 %.
Gedroogde persresten van bieten
De gevonden gehalten in het monster, hetwelk bestond uit gedroogde persresten van gestoomde of gekookte bieten of suikerbieten, waren:
Eiwitachtige stoffen
'
7,5%
Vetachtige stoffen
0,8 %
E u w e celstof
18,6%
Vocht
9,4 %
Aschbestanddeelen
5,5 %
I n verdund zoutzuur onoplosbare aschbestanddeelen
1,9 %
Stikstofvrije extractiefstoffen
58,2 %
Van de 12 uitsluitend chemisch onderzochte monsters, werden 10 monsters
als „ b i e t e n p u l p " of „bietenperskoek" afkomstig van vruchtenconservenfabrieken en 2 onder de benaming „gedroogde p u l p " ingezonden.
Voor het gehalte aan eiwitachtige stoffen, bepaald in 10 monsters „bietenp u l p " of bietenperskoek" werd gevonden:
als laagste waarde
4,1 %,
als hoogste waarde
6,4 %
als gemiddelde waarde
. 4,8 %
54
voor dat aan suiker, berekend als saccharose, bepaald in 10 monsters, werd
gevonden:
als laagste waarde
6,8 %
als hoogste waarde
9,3 %
als gemiddelde waarde
8,1 %
voor dat aan vetachtige stoffen, bepaald in 8 monsters, werd gevonden:
als laagste waarde
1,2 %
als hoogste waarde
2,4 %
als gemiddelde waarde
1,9 %
voor dat aan ruwe celstof, bepaald, in 10 monsters, werd gevonden:
als laagste waarde
6,8 %
als hoogste waarde
16,0 %
als gemiddelde waarde
10,8 %
voor dat aan vocht, bepaald in 10 monsters, werd gevonden:
als laagste waarde
55,0 %
als hoogste waarde
. \
66,0 %
als gemiddelde waarde
60,4 %
voor dat aan aschbestanddeelen, bepaald in 10 monsters, werd gevonden:
als laagste waarde
2,0 %
als hoogste waarde
9,1 %
als gemiddelde waarde
5,6 %
voor dat aan in verdund zoutzuur onoplosbare aschbestanddeelen, bepaald in
6 monsters, werd gevonden:
als laagste waarde
0,8 %
als hoogste waarde
4,4 %
als gemiddelde waarde
2,8 %
Raapkoek, -meel en raapschroot
Ontvangen en onderzocht werden 131 monsters. Hiervan werd in 97 monsters
uitsluitend een chemisch onderzoek verricht.
Van de 34, microscopisch onderzochte monsters, gaven
30 monsters geen. aanleiding tot het maken van opmerkingen, werden
2 monsters als niet frisch en gezond aangemerkt, wegens aanwezigheid
van schimmel, bevatte
1 monster wat levende mijten en veel mijtenexcrementen en
1 monster veel zand en wat schimmel.
Voor het gehalte aan eiwitachtige stoffen, bepaald in 30 monsters, welke
geen aanleiding gaven tot opmerkingen, werd gevonden:
als laagste waarde
31,2 %
als hoogste waarde
35,6 %
als gemiddelde waarde .
33,4 %
voor dat aan vetachtige stoffen, bepaald in 24- monsters, werd gevonden:
als laagste waarde
1,7 %
als hoogste waarde
8,8 %
als gemiddelde waarde
6,9 %
voor dat aan ruwe celstof, bepaald in 24 monsters, werd gevonden:
als laagste waarde
12,6 %
als hoogste waarde
16,2 %
als gemiddelde waarde
14,1 %
voor dat aan vocht, bepaald in 30 monsters, werd gevonden:
als laagste waarde
5,5 %
als hoogste waarde
12,0 %
a,ls gemiddelde waarde
9,3 %
55
voor dat aan aschbestanddeelen, bepaald in 24 monsters, werd gevonden:
als laagste waarde
6,4 %
als hoogste waarde
7,9 %
als gemiddelde waarde
7,1 %
In 1 van bovenstaande monsters bedroeg h e t gehalte aan in verdund zoutzuur
onoplosbare aschbestanddeelen 0,4 %, terwijl het gehalte aan werkelijk eiwit
van 1 monster was 32,0 %, naast een gehalte aan eiwitachtige stoffen
van 35,3 %.
De monsters, van welke de zuiverheid onvoldoende werd verklaard, hadden
onderstaande gehalten:
Eiwitachtige stoffen
37,9 % en 38,7 %
Vetachtige stoffen
1,6 % en 1,5 %
E u w e celstof
15,2 % en 18,7 %
Vocht
9,8 % en 10,1 %
Aschbestanddeelen
8,3 % en 8,3 %
Stikstofvrije extractiefstoffen
27,2 % en 22,7 %
I n het monster, hetwelk wat levende mijten en veel mijtenexcrementen
bevatte, werd gevonden: 32,3 % eiwitachtige stoffen en 11,4 % vocht en in het
monster m e t veel zand en wat schimmel 24,8 % eiwitachtige stoffen, 9,4 %
vocht, 17,5 % aschbestanddeelen en 9,0 % in verdund zoutzuur onoplosbare
aschbestanddeelen.
I n 94 van de uitsluitend chemisch onderzochte monsters varieerde het
gehalte aan eiwitachtige stoffen van 30,5 % tot 38,6 % met een gemiddelde
van 33,3 %, dat aan vetachtige stoffen, bepaald in 93 monsters, van 1,2 %
tot 11,6 %, met als gemiddelde 5,4 % en voor dat aan vocht in 94 monsters
van 5,2 % tot 14,2 %, met een gemiddelde van 8,9 %.
I n 3 monsters werd het gehalte aan verteerbare eiwitachtige stoffen bepaald;
gevonden werd 22,4 %, 25,3 % en 27,2 %, naast een gehalte aan eiwitachtige
stoffen van respectievelijk 32,5 %, 32,5 % en 27,2 % .
Roggemeel en andere
roggeproducten
Ontvangen en onderzocht werden 31 monsters, van welke 19 monsters uitsluitend chemisch werden onderzocht. Hieronder zijn begrepen 15 monsters,
ingezonden door het Phytopathologisch Laboratorium te B a a r n , ter bepaling
van de dfatase, welke monsters verder buiten beschouwing blijven.
I n 6 monsters werd slechts een microscopisch onderzoek verricht.
7 monsters bestonden uit roggemeel, van welke 3 monsters als niet frisch
en gezond werden aangemerkt, wegens aanwezigheid van schimmel en/of
levende mijten en 1 monster gaf geen aanleiding tot het maken van opmerkingen. I n de overige 3 monsters werden geen chemische bepalingen verricht,
zoodat niet kon worden uitgemaakt, of deze aan de voor roggemeel in den
codex voedermiddelen gestelde eischen voldeden;
2 monsters bestonden uit roggegries en roggegrint ;
1 monster bestond uit roggevoermeel (nl. roggezemelen, roggegrint, roggemeel en roggegries) ;
1 monster bestond uit roggemeel, roggekiemen en wat roggebliezen. De
zuiverheid werd onvoldoende verklaard, daar het veel levende mijten bevatte en
1 monster bestond uit roggebliezen, welke meeldeelen van rogge bevatten.
Bijstvoeclermeel en rijsteineel
Ontvangen en onderzocht werden 12 monsters, van welke 1 monster uitsluitend microscopisch werd onderzocht.
6 monsters werden als niet frisch en gezond aangemerkt, wegens aanwezigheid van schimmel en/of levende mijten;
2 monsters gaven geen aanleiding tot het maken van opmerkingen;
56
1 monster had een te hoog gehalte aan aschbestanddeelen, terwijl ook het
gehalte aan doppen de in den codex voedermiddelen gestelde grens overschreed;
1 monster bestond uit rijstaf valmeel;
1 monster bestond uit rijstbloem en
1 monster bestond niet uitsluitend uit rijstemeel, doch bevatte tarwezemelen,
tarwegrint, roggezemelen, roggegrint en wat gerstdoppen.
Sojalwek, -meel en sojaschroot
Van de 7 tot deze rubriek behoorende monsters, welke alle werden onderzocht, werden:
4 monsters als niet frisch en gezond aangemerkt, daar zij veel levende
mijten en/of schimmel bevatten, gaf
1 monster (sojaschroot) geen aanleiding tot het maken van opmerkingen,
bestond
1 monster uit sojameel, hetwelk onder meer maïsmeel bevatte en had
1 monster een te hoog gehalte aan aschbestanddeelen.
De gevonden gehalten in de monsters, van welke de zuiverheid onvoldoende
was, waren:
Eiwitachtige stoffen . . . . . . . 3 9 , 2 % , 4 0 , 8 % , 4 5 , 7 % en 46,0 %
Vocht
15,9 %, 14,2 %, 13,0 % en 15,0 %
Aschbestanddeelen
—
—
—
6,9 %
H e t monster sajoschroot van voldoende zuiverheid bevatte: 43,8 % eiwitaehtige stoffen, 1,0 % vetachtige stoffen, 11,3 % vocht en 6,5 % aschbestanddeelen.
Tarwemeel, -grint, -gries, -zemelen, -bloem en andere
tarweproducten
Van de 30 tot deze rubriek behoorende monsters, werden 29 monsters onderzocht. Hiervan werden 13 monsters uitsluitend microscopisch onderzocht en werd
in 2 monsters slechts een chemische analyse verricht.
7 monsters bestonden uit tarwezemelen, tarwegrint, roggezemelen en roggegrint; in 3 dezer monsters werden wat gerstdoppen en erwtensehillen aangetroffen, terwijl 1 monster gemalen schelpen en zand bevatte;
5 monsters bestonden uit tarwemeel, van welke in 1 monster het vochtgehalte
boven de toegelaten grens was gelegen;
3 monsters bestonden uit zeer fijn of fijn gemalen tarwekaf;
2 monsters bestonden uit tarwegrint en roggegrint m e t wat en veel erwtenschillen;
2 monsters bestonden uit tarwekiemen en tarwegrint; 1 dezer monsters bestond voor ongeveer de helft en het andere voor ongeveer 1/3 deel uit tarwekiemen; .
1 monster bestond uit tarwekiemen met wat tarwegrint en roggegrint; de
zuiverheid was onvoldoende door de aanwezigheid van levende mijten;
1 monster bestond uit bloem van tarwe en verder wat gerst;
1 monster bestond uit tarwegries, dat aan de gestelde eischen voldeed;
1 monster bestond uit gemalen tarwestroo en gemalen tarwekaf; het was
ten gevolge van schimmel, onvoldoende zuiver;
1 monster bestond uit tarwegrint, hetwelk aardappelmeel bevatte, doch
tevens levende mijten;
1 monster bestond uit tarwezemelen en tarwegrint;
1 monster bestond uit tarwebloem en sporen van een blauwe kleurstof en
1 monster bestond uit tarwebloem, een blauwe kleurstof en verder een weinig
aardappelmeel, melkpoeder en kristalsuiker.
Tarw ezemelen, iarwegrint, roggezemelen en roggegrint
Van de 7 onderzochte monsters, werd in 1 monster alleen de microscopische
zuiverheid nagegaan. H e t vochtgehalte van 6 monsters was: 12,0 %, 12,2 %,
57
12,6 %, 12,8 %, 13,4 % en 13,6 %, terwijl in 1 dezer monsters, naast 12,2 %
vocht, gevonden werd 15,2 % eiwitachtige stoffen, 10,2 % ruwe celstof en 5,6 %
aschbestanddeelen.
Tarwemeel
3 van de 5 onderzochte monsters werden uitsluitend microscopisch onderzocht; 1 van deze monsters werd als niet frisch en gezond aangemerkt, daar het
zeer veel brandsporen bevatte. Van de overige gaf 1 monster geen aanleiding tot
het maken van opmerkingen, terwijl het vochtgehalte van het andere monster
hooger was dan in den codex voedermiddelen is toegestaan.
De gevonden gehalten aan vocht waren: 15,0 % en 16,8 %.
Zeer fijn of fijn gemalen tarwekaf
Wegens aanwezigheid van schimmel, werden 2 monsters zeer fijn gemalen
tarwekaf van onvoldoende zuiverheid verklaard; h e t derde monster werd alleen
microscopisch onderzocht.
De gevonden gehalten w a r e n : 22,3 % en 22,7 % aschbestanddeelen, 18,2 %
en 18,5 % i n verdund zoutzuur onoplosbare aschbestanddeelen.
Zaden en vruchten
Ontvangen werden 52 monsters, van welke 51 monsters werden onderzocht.
Hiervan werden 29 monsters uitsluitend microscopisch onderzocht en werd in
19 monsters slechts een chemisch onderzoek verricht.
Blauwmaanzaad
H e t ingezonden monster werd uitsluitend chemisch onderzocht en had een
gehalte aan vetachtige stoffen van 43,0 %.
Boonen
Als ,,boonenpiksel", ,,duivenboonen" en als „veldboonen" werden 3 monsters ingezonden en onderzocht. Wegens aanwezigheid van schimmel werd het
monster ,,boonenpiksel", bestaande uit boonenvariëteiten, behoorende tot het
geslacht Phaseolus, van onvoldoende zuiverheid verklaard.
De beide andere monsters gaven geen aanleiding tot het maken van opmerkingen; een chemisch onderzoek werd in deze monsters niet verricht.
Erwten
Van de 2 monsters ,,voererwten" werd 1 monster alleen chemisch onderzocht; het vochtgehalte bedroeg' 16,7 % ; h e t andere monster werd alleen microscopisch onderzoent m e t volgend resultaat; 61,7 % gebroken erwten, 4,9 % bruine
boonen, 9,4 % tarwe, 4,7 % gerst, 1,7 % haver, 0,7 % rogge, 4,6 % gedroogde
pulp, 0,5. % wilde boekweit, 0,6 % kleefkruid, 0,2 % lijnzaad, 0,4 % blauwmaanzaad, 4 , 4 % kaf en 6,2 % aardachtige bestanddeelen.
Van het monster „erwtenpiksel" werd de zuiverheid onvoldoende verklaard,
daar het schimmel bevatte;, het monster bestond in hoofdzaak uit beschimmelde
en aangevreten erwten.
H e t als „ b r o e i e r w t e n " ingezonden monster bestond uit beschadigde erwten.
In het monster „grauwe e r w t e n " werd alleen een chemisch onderzoek verricht.
Gemengd graan
Van de 2 ingezonden en onderzochte monsters bestond het eene uit: 39,0 %
tarwe, 17,6 % haver, 12,0 % gerst, 14,9 % rogge, 12,0 % heele en gebroken
paardenboonen, 3,4 % verschillende onkruidzaken en 1,1 % kaf en zand; het
andere monster werd als niet frisch en gezond aangemerkt, daar het schimmel
bevatte; de samenstelling was: 30,0 % haver, 17,2 % gerst, 15,1 % rogge,
12,1 % tarwe, 7,8 % gebroken maïs, 10,1 % erwten, 1,8 % rijst, 0,5 % zonnebloempitten, 2,5 % kaf, onkruidzaden en andere bestanddeelen, 0,2 % moederkoren en 2,7 % aardachtige bestanddeelen.
58.
Gemengde
peulvruchten
Dit monster bevatte schimmel, waarom de zuiverheid onvoldoende werd
verklaard. H e t monster bestond uit erwten en paardenboonen. Chemisch werd
het niet onderzocht.
Gerst
De samenstelling van dit monster was: 90,4 % gerst, 6,5 % tarwe, 2,0 %
haver (zwart) ,1,0 % rogge en 0,1 % kaf en onkruidzaden.
Haver
Onder verschillende benamingen werden 9 monsters ingezonden en onderzocht. Van de 6 als haver ingezonden monsters, van welke in 4 monsters uitsluitend een microscopisch onderzoek werd verricht, gaven 3 monsters geen
aanleiding tot het maken van opmerkingen; deze monsters bestonden uit haver.
Van de beide andere, microscopisch onderzochte, monsters, werd 1 monster als
niet frisch en gezond aangemerkt, daar het schimmel bevatte; dit monster
bestond uit: 86,0 % haver, 1,3 % gerst en rogge, 1,7 % kanariezaad, 2,9 %
gierst, 1,3 % raapzaad, 0,4 % lijnzaad, 0,6 % verschillende onkruidzaden, 1,6 %
kaf, 3,3 % zand en 0,9 % excrementen van muizen. De samenstelling van het
andere monster w a s : 64,7 % haver, 33,9 % verschillende onkruidzaden en wat
kaf (onder welke 20,5 % duizendknoop en 9,6 % ganzevoet) en 1,4 % aardachtige bestanddeelen. E e n als , , B . S . h a v e r " ingezonden monster gaf geen
aanleiding tot het maken van opmerkingen.
De samenstelling v an ' een als „witte h a v e r " ingezonden monster was: 92,5 %
haver, 5,1 % tarwe, 1,0 % gerst, 1,0 % rogge, 0,1 % verschillende onkruidzaden,
0,1 % kaf en 0,2 % muizenexcrementen en die van een monster „zwarte h a v e r " :
93,4 % haver, 4,7 % rogge, 1,5 % tarwe, 0,2 % gerst, 0,1 % verschillende
onkruidzaden en 0,1 % kaf en zand.
Karwijzaad
(uitgestookt)
Van de 2 onderzochte monsters gaf 1 monster geen aanleiding tot het maken
van opmerkingen; h e t gehalte aan eiwitachtige stoffen was 22,5 % ; van h e t
andere monster was de zuiverheid onvoldoende, daar schimmel werd aangetroffen; chemisch werd dit monster niet onderzocht.
Koolzaad
V a n dit product werden 6 monsters ingezonden en onderzocht. H e t gehalte
aan vetachtige stoffen in 2 monsters bepaald, bedroeg 43,1 % en 46,7 %. I n
5 monsters was het gehalte aan vocht 8,4 %, 8,8 %, 9,3 %, 9,8 % en 10,5 %.
E e n microscopisch onderzoek werd in de monsters niet verricht.
Mals
H e t onderzoek van het eene monster gaf geen aanleiding tot het maken
van opmerkingen.
Mosterdzaad
(ivit)
Ontvangen en onderzocht werden 2 monsters, van welke 1 monster als niet
frisch en gezond werd aangemerkt, wegens beschadiging van het grootste
gedeelte van de korrels. Bovendien bevatte een gedeelte der beschadigde korrels
schimmel. H e t tweede monster gaf geen aanleiding tot opmerkingen. E e n
chemisch onderzoek werd in beide monsters niet verricht.
Onbekend product
De samenstelling van dit monster was : 70,4 % haver, 18,8 % heele en
gebroken maïs, 4,2 % gerst, 1,3 % rogge, 0,7 % gierst, 0,2 % verschillende
onkruidzaden en kaf en 4,4 % gebroken schelpen.
H e t monster bevatte eenige levende mijten.
59
Onkruidzaad
De samenstelling van het eene onderzochte monster was: 88,5 % duizendknoop, 5,6 % haver, gerst en rogge, 3,9 % verschillende onkruidzaden, onder
welke veel ganzevoet en 2,0 % kaf en aardachtige bestanddeelen.
Rogge
Onder deze benaming werden 7 monsters ingezonden en onderzocht, van
welke 6 monsters uitsluitend chemisch en in 1 monster slechts de microscopische
zuiverheid werd nagegaan.
Tance
Van de 5 onderzochte monsters werden 3 monsters alleen chemisch onderzocht op het gehalte aan vocht, hetwelk bedroeg 13,4 %, 14,4 % en 15,1 %,
terwijl van de 2 monsters, in welke uitsluitend een microscopisch onderzoek werd
verricht, 1 monster van onvoldoende zuiverheid werd verklaard, daar het veel
schimmel bevatte en het andere geen aanleiding tot opmerkingen gaf.
Vogelzaad
De samenstelling van dit monster was: 49,9 % kanariezaad, 32,2 % raapzaad, 10,3 % gierst, 0,4 % blauwmaanzaad, 6,0 % verschillende onkruidzaden,
0,6 % kaf en 0,6 % aardachtige bestanddeelen.
Zaad
H e t onder dezen algemeenen n a a m ingezonden en onderzochte monster bleek
te bestaan uit ontvet tabakszaad (Nicotina T a b a e u m ) .
Zaderijen
Onder deze benaming werd 1 monster ingezonden, dat bleek te bestaan
uit zaden van gras 37,2 %, kleefkruid 19,4 %, ganzevoet 16,8 %, duizendknoop
8,7 %, verschillende onkruidzaden 2,6 %, kaf 0,7 %, muizenexcrementen 1,6 %
en aardachtige bestanddeelen 13,0 %
Zangzaad
H e t ingezonden en onderzochte monster bestond uit 56,3 % kanariezaad,
15,4 % raapzaad, 8,7 % lijnzaad, 10,2 % gierst, 6,9 % hennepzaad, 2,1 %
blauwmaanzaad en 0,4 % aardachtige bestanddeelen.
Producten van dierlijken oorsprong.
Beendermeclsoorten
Ontvangen en onderzocht werden 81 monsters, van welke 17 monsters slechts
chemisch werden onderzocht, terwijl in 7 monsters uistluitend de microscopische
zuiverheid werd nagegaan.
29 monsters bestonden uit ontlijmd beendermeel;
27 monsters bestonden uit beendermeel;
6 monsters bestonden uit gedeeltelijk ontlijmd beendermeel en
2 monsters bestonden uit vetarm beendermeel.
Ontlijmd
beendermeel
18 monsters gaven geen aanleiding tot het maken van opmerkingen en
11 monsters werden als niet frisch en gezond aangemerkt, wegens aanwezigheid van schimmel.
;
Van de monsters, welke geen aanleiding gaven tot opmerkingen, werd in een
2-tal het gehalte aan eiwitachtige stoffen bepaald; gevonden werd 4,4 % en
7,4 %. H e t gehalte aan vocht, bepaald in 13 monsters, liep uiteen van 5,4 %
tot 13,1 %, m e t als gemiddelde 8,2 %.
H e t gehalte aan vocht van 7 monsters, welke als niet frisch en gezond werden
60
aangemerkt, varieerde van 13,1 % tot 17,0 % met als gemiddelde 15,0 % ; het
gehalte aan eiwitachtige stoffen van 1 monster was 11,8 %, terwijl het gehalte
aan fosforzuur ( I \ 0 5 ) , oplosbaar in mineraalzuur, in 2 monsters bedroeg respectievelijk 29,7 % en 30,3 % .
Beendermeel
21 monsters gaven geen aanleiding tot het maken van opmerkingen en van
6 monsters werd de zuiverheid onvoldoende verklaard wegens aanwezigheid van schimmel, levende mijten of bacteriën.
Voor het gehalte aan. eiwitachtige stoffen, bepaald in 19 monsters van
voldoende zuiverheid, werd gevonden:
als laagste waarde
30,4 %
als hoogste waarde .
44,8 %
als gemiddelde waarde
33,9 %
Voor het gehalte aan vocht, bepaald in 10 monsters, werd gevonden:
als laagste waarde
5,9 %
als hoogste waarde
9,1 %
als gemiddelde waarde
7,5 %
Voor het gehalte aan in verdund zoutzuur onoplosbare aschbestanddeelen,
bepaald in 15 monsters, werd gevonden:
als laagste waarde
3,7 %
als hoogste waarde
10,0 %
als gemiddelde waarde
7,4 %
I n 3 monsters werd bepaald het gehalte aan aschbestanddeelen, welk gehalte
bedroeg 42,9 %, 44,1 % en 44,4 %.
Gedeeltelijk ontlijmd
4 monsters gaven geen
2 monsters werden van
bevatten.
De gevonden gehalten
waren :
beendermeel
aanleiding tot het maken van opmerkingen en
onvoldoende zuiverheid verklaard, daar zij schimmel
in. genoemde 4 monsters van voldoende zuiverheid,
Eiwitachtige stoffen
Vocht
I n verdund zoutzuur onoplosbare aschbestanddeelen
28,7 %
4,4 %
28,9 %
6,1 %
4,5 %
29,2 %
6,8 %
6,7 %
H e t gehalte aan eiwitachtige stoffen in de 2 monsters met schimmel, was:
27.1 % en 30,4 %, naast een gehalte aan vocht van respectievelijk 6,-3 %
en 7,1 %.
In 1 dezer monsters bedroeg het gehalte aan vetachtige stoffen 3,5 % en
dat aan aschbestanddeelen 51,2 %.
Vetarm
beendermeel
H e t gehalte aan eiwitachtige stoffen in de 2 monsters bedroeg 44,3 % en
45.2 %, naast een vochtgehalte van respectievelijk 8,1 % en 7,6 %. Een dezer
monsters bevatte 45,2 % aschbestanddeelen.
Van de 17 monsters, welke uitsluitend chemisch werden onderzocht, bewoog
het gehalte aan eiwitachtige stoffen zich tusschen 3,4 % en 36,6 % met als
gemiddelde 27,2 %.
Bloedmeel
Ontvangen en onderzocht werden 38 tot deze rubriek behoorende monsters.
Hiervan werden 10 monsters uitsluitend chemisch onderzocht. Van de 28 microscopisch en chemisch onderzochte monsters, gaven
61
11 monsters geen aanleiding tot het maken van opmerkingen, werden
8 monsters als niet frisch en gezond aangemerkt, wegens aanwezigheid
van schimmel, levende mijten of bacteriën, bevatten
3 monsters wat bacteriën, werd in
3 monsters wat fijn stroo aangetroffen, bevatte
1 monster wat zand, bestond
1 monster uit bloedmeel en verder wat gemalen hoorn, lijmgevende stoffen
en zeer weinig minerale bestanddeelen en bevatte
1 monster een weinig cacaomeel, visclimeel, vleeschbeendermeel of beendermeel en minerale bestanddeelen.
Voor het gehalte aan eiwitachtige stoffen, bepaald in 11 monsters, welke
geen aanleiding gaven tot opmerkingen, werd gevonden:
als laagste waarde
73,7 %
als hoogste waarde
86,1 %
als gemiddelde waarde
80,2 %
en voor dat aan vocht, bepaald in bovenstaande 11 monsters:
als laagste waarde
8,2 %
als hoogste waarde
14,9 %
als gemiddelde waarde
11,3 %
I n de 8 monsters, van welke de zuiverheid onvoldoende was, werden onderstaande gehalten gevonden :
Eiwitachtige stoffen
Verteerbare eiwitachtige stoffen
Vetachtige stoffen
Vocht
Keukenzout (NaCl)
33,9 %
57,6 %
7,4 %
43,9 %
53,7 %
55,7 %
77,2 %
77,3 %
79,2 %
31,6 %
12,4 %
26,3 %
14,0 %
23,3 %
12,0 %
12,8 %
37.7 %
0,4 %
56.8 %
Diermeel
Ontvangen werden 238 monsters, van welke 237 monsters werden onderzocht.
I n 136 monsters werd alleen een chemisch onderzoek verricht en in 1 monster
werd slechts de microscopische zuiverheid nagegaan.
87 monsters gaven geen aanleiding tot het maken van opmerkingen;
9 mo'nsters bevatten wat bloedmeel, van welke in 2 monsters bovendien
wat resten van den inhoud der verteringsorganen en in 1 monster weinig visclimeel werd aangetroffen;
1 monster werd als niet frisch en gezond aangemerkt, daar het veel levende
mijten bevatte;
1 monster bestond uit vetarm diermeel ;
1 monster bevatte wat schimmel en doode mijten;
1 monster bevatte wat haren en grove beenderfragmenten en in
1 monster werden tamelijk veel resten van den inhoud der verterings,organen gevonden.
Voor het gehalte aan eiwitachtige stoffen, bepaald in 86 monsters, welke
geen aanleiding gaven tot opmerkingen, werd gevonden:
als laagste waarde
36,2 %
als hoogste waarde
64,1 %
als gemiddelde waarde
58,2 %
Voor het gehalte aan vocht, bepaald in bovengenoemde monsters, werd
gevonden :
als laagste waarde
5,5 %
als hoogste waarde
11,6 %
als gemiddelde waarde
9,6 %
H e t gehalte aan werkelijk eiwit werd bepaald in 2 monsters; gevonden werd
62
42,6 % en 44,9 %, naast een gehalte aan eiwitachtige stoffen van respectievelijk
53,8 % en 55,0 %. I n 5 monsters bedroeg het gehalte aan vetaehtige stoffen
10,0 %, 10,0 %, 16,3 %, 17,2' % en 17,7 % ; 3 monsters hadden een gehalte aan
aschbestanddeelen van 15,3 %, 20,8 % en 22,0 % en het gehalte aan keukenzout
in 2 monsters was: 1,0 % en 1,5 %.
I n 9 monsters, welke wat bloedmeel bevatten, waren de gehalten:
Eiwitachtige stoffen
Vocht
52,4 %
56,1 %
9,9 %
57,7 %
9,5 %
58,2 %
7,8 %
60,0 %
8,2 %
60,8 %
8,7 %
62,8 %
8,4 %
62,9 %
8,4 %
66,8 %
9,9 %
H e t monster, hetwelk als niet frisch en gezond werd aangemerkt, bevatte
60,7 % eiwitachtige stoffen, 11,4 % vocht en 18,6 % aschbestanddeelen.
De gehalten aan eiwitachtige stoffen en aan vocht in het monster, hetwelk
uit vetarm diermeel bestond, waren respectievelijk 62,2 % en 9,5 %.
Voor het gehalte aan eiwitachtigo stoffen en aan vocht, bepaald in het
monster m e t wat haren en grove beenderfragmenten, werd gevonden respectievelijk 62,2 % en 9,9 %. Dit monster zou in fijngemalen toestand aan de voor
diermeel gestelde eischen voldaan hebben.
Voor het gehalte aan eiwitachtige stoffen, bepaald in 136 monsters, welke
uitsluitend chemisch werden onderzocht, werd gevonden:
als laagste waarde
50,6
als hoogste waarde
64,8
als gemiddelde waarde
56,4
Voor het gehalte aan vetaehtige stoffen, bepaald in 110 van bovengenoemde
monsters, w-erd gevonden:
als laagste waarde
6,0
als hoogste waarde
17,2
als gemiddelde waarde
9,8
I n 4 monsters werd een vochtgehalte gevonden van 8,0 %, 8,3 %, 8,7 % en
9,6 % ; het in 1 monster bepaalde gehalte aan chloor als chloride was aequivalent
m e t 0,8 % keukenzout.
Vischmeel
Ontvangen werden 185 monsters, van welke 184 monsters werden onderzocht.
I n 140 monsters werd uitsluitend een chemisch onderzoek verricht, terwijl van
1 monster slechts de microscopische zuiverheid werd nagegaan.
20 monsters gaven geen aanleiding tot het maken van opmerkingen;
7 monsters werden als niet frisch en gezond aangemerkt, wegens aanwezigheid van schimmel en/of bacteriën en/of levende mijten;
6 monsters, van welke 1 monster bovendien een te hoog vocht- en keukenzoutgehalte had, hadden een gehalte aan in verdund zoutzuur onoplosbare aschbestanddeelen, hooger dan in den codex voedermiddelen is toegestaan;
5 monsters bevatten een weinig schelpengruis en in 2 dezer monsters wer-'
den bovendien zeesterrenmeel en krabbenmeel aangetroffen;
1 monster bevatte wat meer keukenzout dan in den codex voedermiddelen
is toegestaan;
1 monster bevatte garnalenmeel, in
1 monster werd wat vleeschbeendermeel of beendermeel en veel minerale
bestanddeelen gevonden, van
1 monster lag het vochtgehalte (14,3 % ) boven de vastgestelde m a x i m u m
grens;
1 monster bevatte wat diermeel en in
1 monster werden gemalen schelpen of schelpdieren aangetroffen.
Voor het gehalte aan eiwitachtige stoffen, bepaald in 20 monsters, welke
geen aanleiding gaven tot opmerkingen, werd gevonden:
%
%
%
%
%
%
63
als laagste waarde
49,8 %
als hoogste waarde
72,0 %
als gemiddelde waarde
61,1 %
Voor het gehalte aan vocht, bepaald in 19 van bovenstaande monsters, werd
gevonden :
als laagste waarde
3,2 %
als hoogste waarde
12,7 %
als gemiddelde waarde
9,9 %
De monsters, welke uitsluitend chemisch werden onderzocht, hadden onderstaande gehalten :
Voor het gehalte aan eiwitachtige stoffen, bepaald in 128 monsters, werd
gevonden :
als laagste waarde
34,1 %
als hoogste waarde
70,5 %
als gemiddelde waarde
59,6 %
Voor het gehalte aan vetachtige stoffen, bepaald in 40 monsters, werd
gevonden :
als laagste waarde
2,9 %
als hoogste waarde
20,1 %
als gemiddelde waarde
12,9 %
Voor het gehalte aan vocht, bepaald in 27 monsters, werd gevonden:
als laagste waarde
5,7 %
als hoogste waarde
12,2 %
als gemiddelde waarde
10,2 %,
Voor het gehalte aan keukenzout, berekend uit h e t in 19 monsters bepaalde
gehalte aan chloor als chloride, werd gevonden:
als laagste waarde
1,0 %
als hoogste waarde
19,6 %
als gemiddelde waarde
7,1 %
I n 1 monster werd het gehalte aan verteerbare eiwitachtige stoffen bepaald;
gevonden werd 35,8 %, naast een gehalte aan eiwitachtige stoffen van 41,5 %.
Vleeschbcendermeel
Ontvangen en onderzocht werden 40 monsters, van welke in 12 monsters
uitsluitend een chemisch onderzoek werd verricht.
19 monsters gaven geen aanleiding tot het maken van opmerkingen, in
5 monsters werd wat bloedmeel aangetroffen en
4 monsters bestonden uit vetarm vleeschbeendermeel.
Voor het gehalte aan eiwitachtige stoffen, bepaald in 19 monsters, welke
van voldoende zuiverheid waren, werd gevonden:
als laagste waarde
37,3
als hoogste waarde
62,4
als gemiddelde waarde
53,5
Voor h e t gehalte aan vocht, bepaald in deze 19 monsters, werd gevonden:
als laagste waarde
5,4
als hoogste waarde
10,0
als gemiddelde waarde
7,5
H e t gehalte aan aschbestanddeelen in een zes-tal monsters was: 24,0 %,
2 4 , 4 % , 2 4 , 7 % , 2 4 , 9 % , 2 6 , 0 % en 2 6 , 7 % ; dat aan vetachtige stoffen in
1 monster bedroeg 16,4 %, terwijl in 1 monster het gehalte aan werkelijk eiwit
werd bepaald, welk gehalte bedroeg 37,3 %, naast een gehalte aan eiwitachtige
stoffen van 47,7 %.
%
%
%
%
%
%
64
I n de monsters, welke als vetarm vleeschbeendermeel werden aangemerkt,
bedroeg het gehalte aan eiwitachtige stoffen 60,1 %, 63,1 %, 63,3 % en 65,8 %
en dat aan vocht respectievelijk 9,6 %, 8,9 %; 10,5 % en 8,7 %.
Van de monsters, welke uitsluitend chemisch werden onderzocht, liepen de
gehalten aan eiwitachtige stoffen uiteen van 33,6 % tot 60,9 %, met een gemiddelde van 48,2 % ; het gehalte aan vetachtige stoffen van 3 monsters was:
8.6 %, 19,5 % en 19,9 % en dat aan vocht van 1'monster 8,8 %.
Vleeschmeel en
ivalvischvleeschmeel
Van de 3 ten onderzoek ingezonden en onderzochte monsters, welke uit walvischvleeschmeel bestonden, gaven.
2 monsters geen aanleiding tot het maken van opmerkingen en werd
1 monster van onvoldoende zuiverheid verklaard, daar het levende mijten
bevatte.
De gevonden gehalten waren: 62,2 %, 67,6 % en 72,8 % eiwitachtige stoffen
en respectievelijk 11,4 %, 13,9 % en 13,1 % vocht. I n 1 dezer monsters was
het chloridegehalte aequivalent met 3,0 % keukenzout.
Garnalen en
garnalenproducten
Van de 148 ingezonden en onderzochte monsters, werden slechts 4 monsters
microscopisch onderzocht; in 2 van deze monsters werd bovendien een chemisch
onderzoek verricht.
1 monster werd als niet frisch en gezond aangemerkt, daar h e t schimmel
bevatte;
1 monster bestond uit afval van garnalenmeel, hetwelk zeer veel zand,
kolengruis (vermoedelijk vliegasch) en ijzerroest b e v a t t e ;
1 monster bestond uit vochtig garnalenmeel, hetwelk veel keukenzout bev a t t e ; de gevonden gehalten in dit monster waren: 3 8 , 8 % eiwitachtige stoffen,
25,3 % vocht en chloor als chloride, aequivalent met 12,5 % keukenzout en
1 monster bestond uit garnalenmeel met 42,9 % eiwitachtige stoffen, 13,4 %
koolzure kalk en 9,8 % in verdund zoutzuur onoplosbare aschbestanddeelen.
De. overige monsters werden uitsluitend chemisch onderzocht.
«
Levertraan
V a n de 6 ten onderzoek ingezonden monsters, werden 4 monsters onderzocht.
H e t zuurgetal in deze monsters w a s : 6,2, 7,4, 8,1 en 9,0, overeenkomende m e t
een gehalte aan vrije vetzuren, berekend als oliezuur van respectievelijk 3,1 %,
3.7 %, 4,1 % en 4,5 %.
I n 3 monsters werd het gehalte aan vitamine A bepaald ; gevonden werd
290, 320 en 650 internationale eenheden per gram.
Andere producten van dierlijken oorsprong
Onder verschillende benamingen werden 107 monsters ontvangen en onderzocht. Hieronder zijn begrepen 34 monsters, welke uitsluitend chemisch werden
onderzocht en 3 monsters, in welke alleen de microscopische zuiverheid werd
nagegaan.
Van de 73 microscopisch onderzochte monsters bestonden:
16 monsters uit zeesterrenmeel;
8 monsters uit afval van gezouten visch;
8 monsters uit bloedmeel en beendermeel;
4 monsters uit vleeschbeendermeel of beendermeel en bloedmeel;
3 monsters uit diermeel of vleeschbeendermeel, bloedmeel en vischmeel;
3 monsters uit diermeel en bloedmeel;
3 monsters uit diermeel en vischmeel;
2 monsters uit vischmeel en gemalen cacaodoppen;
2 monsters uit levermeel;
65
2 monsters uit vleeschbeendermeel en bloedmeel ;
2 monsters uit diermeel, vischmeel en bloedmeel;
2 monsters uit bloedmeel, diermeel en vischmeel;
1 monster uit bloedmeel, vischmeel en vleeschbeendermeel;
1 monster uit bloedmeel en vetarm vleeschbeendermeel;
1 monster uit vetarm vleeschbeendermeel en vischmeel;
1 monster uit vleeschbeendermeel en vischmeel;
1 monster uit bloedmeel, vleeschbeendermeel of beendermeel en ontlijmd
beendermeel;
1 monster uit vischmeel en diermeel of vleeschbeendermeel;
1 monster uit vischmeel en walvischmeel of walvischvleeschmeel;
1 monster uit vischmeel en bloedmeel;
1 monster uit krabbenmeel;
1 monster uit levermeel, bloedmeel, vischmeel en beendermeel;
1 monster uit gepelde limpetslippers of zeemuiltjes;
1 monster uit vischafvalmeel;
1 monster uit diermeel of vleeschbeendermeel, bloedmeel en weinig tarwegrint/zemelen en roggegrint/zemelen;
1 monster uit een dierlijk product (mogelijk vetkanen) en weinig vischmeel;
1 monster uit diermeel of vleeschbeendermeel, vischmeel, weinig bloedmeel
en zeesterrenmeel;
1 monster uit garnalenmeel, vischmeel en wat krabbenmeel;
1 monster uit geëxtraheerd walvischmeel of walvischvleeschmeel en beendermeel en
1 monster uit garnalenmeel en vischmeel.
I n onderstaande monsters werd uitsluitend een chemisch onderzoek verricht :
16 monsters vischafval;
7 monsters dierlijk eiwit;
5 monsters zeesterrenmeel;
2 monsters levers van forellen;
1 monster bloed- en vischlevermeel;
1 monster gemengd meel;
1 monster vleeschbeendermeel en bloedmeel en
1 monster scharafvalmeel.
Voor het gehalte aan eiwitachtige stoffen, bepaald in 16 monsters vischafval,
werd gevonden:
als laagste waarde
36,4 %
als hoogste waarde
45,5 %
als gemiddelde waarde
42,4 %
Voor het gehalte aan vetachtige stoffen, bepaald in deze 16 monsters, werd
gevonden:
als laagste waarde
9,8 %
als hoogste waarde
22,0 %
als gemiddelde waarde
13,5 %
Voor het gehalte aan vocht, bepaald in 15 van deze monsters, werd gevonden:
als laagste waarde
'. . . 6,5 %
als hoogste waarde
10,4 %
als gemiddelde waarde
8,0 %
Voor het gehalte aan keukenzout, berekend uit het in 15 monsters bepaalde
gehalte aan chloor als chloride, werd gevonden:
als laagste waarde
8,1 %
:
als hoogste waarde
26,0 %
als gemiddelde waarde
14,6 %
5
66
Tri 1 van bovengenoemde bedroeg het gehalte aan verteerbare eiwitachtige
stoffen 31,8 %, naast een gehalte aan eiwitachtige stoffen van 36,4 %, het
gehalte aan aschbestanddeelen 41,4 % en dat aan in verdund zoutzuur onoplosbare asehbestanddeelen 1,2 %.
Van de 7 monsters dierlijk eiwit liep het gehalte aan eiwitachtige stoffen
uiteen van 51,0 % tot 68,2 % (gemiddeld 60,7 % ) , terwijl in 1 monster bovendien bepaald werden de gehalten aan vetnchtige stoffen, vocht en chloor als
chloride, welke gehalten bedroegen respectievelijk 12,7 %, 10,5 % en aequivalent met 8,7 % keukenzout.
Van de 2 monsters „levers van forellen" bedroeg het gehalte aan vetachtige
stoffen van het monster, bestaande uit levers van zieke forellen, 3,3 % terwijl
het monster, hetwelk uit levers van gezonde forellen bestond, een gehalte aan
vetachtige stoffen van 4,9 % had.
Mineralen.
Ontvangen en onderzocht werden 157 monsters, van welke 12 monsters uitsluitend chemisch werden onderzocht, terwijl in 6 monsters slechts de microscopische zuiverheid werd nagegaan.
126 monsters bestonden uit verschillende minerale bestanddeelen; 1 van deze
monsters werd als niet frisch en gezond aangemerkt, wegens aanwezigheid van
schimmel en bacteriën ;
10 monsters bestonden uit koolzure voederkalk, van welke 1 monster graankaf waaronder veel gerstnaalden, bevatte;
3 monsters bestonden uit keukenzout;
3 monsters bestonden uit krijt;
1 monster bestond uit fosforzure voederkalk ;
1 monster bestond uit mangaansulfaat en
1 monster als „ n o n s t o l z o u t " ingezonden, bestond uit natriumfosfaat (vermoedelijk grootendeels natriumpyrofosfaat) en natriumchloride.
In het meerendeel der monsters, bestaande uit minerale bestanddeelen, werd
een onderzoek ingesteld naar de gehalten aan fosforzuur, oplosbaar in mineraalzuur, aan keukenzout, berekend uit het bepaalde gehalte aan chloor als chloride
en aan koolzure kalk, berekend uit het bepaalde gehalte aan kooldioxyde.
In een 2-tal monsters werden bepaald de gehalten aan calciumoxyde, oplosbaar in mineraalzuur, welke gehalten waren: 33,9 % en 43,7 %.
Voor het gehalte aan mangaansulfaat ( M n S 0 4 ) , berekend uit het in 6 monsters bepaalde mangaangehalte wrerd gevonden: 0,03 %, 0,03 %, 0,08 %, 0,31 %,
0,47 % en 0,55 %.
E e n monster pluimveemineralen bevatte 0,1 % fosforzuur ( P , 0 5 ) , oplosbaar
in mineraalzuur, een gehalte aan chloride, aequivalent met 19,3 % keukenzout,
een gehalte aan kooldioxyde, aequivalent met 79,8 % koolzure kalk en 43,6 %
calciumoxyde, oplosbaar in mineraalzuur; een monster rundveemineralen bevatte 1 2 , 6 % fosforzuur ( P 2 0 5 ) , oplosbaar in mineraalzuur, een gehalte aan
chloride, aequivalent met 18,8 % keukenzout, een gehalte aan kooldioxyde,
aequivalent met 34,3 % koolzure kalk ; in een monster mineralen werd gevonden
12,1 % fosforzuur ( P 2 0 5 ) , oplosbaar in mineraalzuur, een gehalte aan chloride,
aequivalent met 21,6 % keukenzout en een gehalte aan kooldioxyde, aequivalent
met 33,8 % koolzure kalk.
Kooleure
voederkalk.
H e t gehalte aan koolzure kalk, berekend uit het gevonden gehalte aan kooldioxyde, liep voor de 10 onderzochte monsters uiteen van 66,6 % tot 94,8 %
met een gemiddelde van 86,3 %. H e t monster met graankaf en gerstnaalden
bevatte 71,9 % koolzure kalk; het monster met slechts 66,6 % koolzure kalk
bevatte 26,4 % vocht.
67
Arseen, fluor en chloor, naar welker aanwezigheid slechts bij enkele monsters
een onderzoek werd ingesteld, bleken afwezig; lood, bepaald in 3 monsters, kwam
hoogstens voor 0,002 % voor.
Keukenzout
H e t gehalte aan keukenzout, berekend uit het gehalte aan chloor als chloride,
van 3 monsters w a s : 96,3 %, 98,1 % en 98,3 %.
Krijt
De 3 monsters hadden een gehalte aan koolzure kalk van 96,7 %, 97,1 %
en 98,2 % ; 1 dezer monsters bevatte 0,001 % lood en sporen chloor, terwijl
arseen en fluor niet aanwezig waren.
Forforzure
voederkalk
Dit monster bevatte 39,7 % fosforzuur ( P 2 0 5 ) , oplosbaar in mineraalzuur en
0,001 % lood.
H e t monster „ m a n g a a n s u l f a a t " bevatte 2 8 , 6 % mangaan ( M n ) , overeenkomend met 88,0 % mangaansulfaat ( M n S 0 4 H 2 0 ) .
I n het monster „ n o n s t o l z o u t " werd gevonden 34,3 % P 2 0 5 Wo. en 24,7 %
chloor als chloride, aequivalent met 40,7 % keukenzout (NaCl).
Gemengde
voedermiddelen
Ontvangen werden 5013 monsters, van welke 5010 monsters werden onderzocht. De onderzochte monsters werden onder de volgende benamingen ingezonden.
. . . 1802
Korrels . . . . •.
Paardenmeel
. . . 1236
Kleingraanmeel
Varkensmeel
. . .
588
Meelsoort
. . . .
Grintzemelenvoeder
. . .
536
Rundveetops
Ochtendvoer
. . . 165
Regeeringsmeel
Paardenkoek
Krachtvoeder
Mengvoeder
137
Pluimveemineralen
70
Opfokvoer
Varkensmineralen
66
Varkensvoer
53
Kippenkorrel
Paardenbrokjes
. . . .
33
Kippenmeel . . . .
Rundveemeel
30
Niet genoemd .
Kernvoeder
30
Korrelvoer
. . . .
Pluimveekorrel
. . . .
22
Selectiemeel
Rundveekoek
19
Gemengd voermeel
Melassemengsel
. . . .
17
Rundveevoer
Meel
16
Veevoeder
. . . .
Paardenvoer
16
Koeienmeel . . .
Eundveebrokjes
15
Gerstevoermeel
Paardenkorrel
14
Mengsel
Gemengd meel
12
Voederbrokjes .
Zemelgrint
2
Afwijkend veevoeder .
Paardentops
Gemalen licht graan .
2
Kunstkorrel
Hondenbrood
2
Brokjes
Voermeel
. . . .
2
Voeder
Paardenmengvoer .
2
Geitenvoeder
Paardenbiks
2
Eendenvoer
Konijnenmeel .
2
Meelmengsel
Pluimveevoer
2
Paardenootjes
Weidekoek
. . . .
2
Hondencake
Rundveemineralen
2
Kuikenvoer
Groene korrels .
2
Vossenmeel
W i t t e korrels .
1
Biggenmeel
6
5
4
4
4
4
4
4
3
3
3
3
3
2
2
2
2
2
2
1
1
1
Groenvoermeel
1
Gemengd gewasmeel . . . .
1
Voederkorrels
1
Delfia biks
1
Eendenkorrels
1
Caviavoeder .
1
Paarden- en varkensmeel . .
1
Aardappelvlokken
. . . .
1
Zilvervossenvoer
1
Zeugenmeel
1
Gemalen graanafvallen . . .
1
Rundermeel
1
Hondenbrokje
1
Vogelvoeder
1
Denkavit droog
1
Voederartikel
1
Onbekend product . . . .
1
(leiten- en varkensvoeder . .
1
Kippenvoer
1
Van bovenstaande monsters werden 477 monsters van onvoldoende zuiverheid verklaard, wegens aanwezigheid, van schimmel en/of levende mijten en/of
bacteriën of vanwege een te hoog gehalte aan minerale bestanddeelen.
I n 1 monster werd een stukje glas en in een ander monster een steentje,
beide ter grootte van een erwt, aangetroffen.
De monsters, van welke de zuiverheid onvoldoende was, werden onder onderstaande benamingen ingezonden:
Paardenmeel
193
Mengvoeders . •
3
Varkensmeel
104
Rundermeel
2
Grintzemelenvoer
78
Vossenmeel
2
Ochtendvoer
34
Zemelgrint
2
Meel
8
Melassemengsel
2
Paardenkoek
7
Kuikenvoer
2
Varkensvoer
o
Gemengd voermeel . . . .
2
Kernvoeder
4
Veevoeder
2
Rundveemeel
, 4
Voermeel
2
Gemengd meel
4
Paardenbrokjes
1
Paardenvoer
3
Korrelvoer
1
Niet genoemd
3
Onbekend product . . . .
1
Opfokvoer
3
Gerstevoermeel
1
Eendenvoer
1
Vogelvoeder
,
1
Meelmengsel
1
Voeder
1
I n de monsters paardenmeel liep het gehalte aan eiwitachtige stoffen uiteen
van 8,8 % tot 26,3 % en in de monsters varkensmeel bewoog dit gehalte zich
tussehen 11,5 % en 23,7 %.
H e t gehalte aan ijzersulfaat ( F e S 0 4 7 aq) werd bepaald in 10 monsters;
gevonden werd in 3 monsters varkensmeel 1,0 %, 2,2 % en 2,5 % ; in 1 monster
paardenmeel 0,25 %, in 1 monster geitenvoeder 1,5 %, in 1 monster veevoeder
2,0 %, in 1 monster voermeel 0,8 %, in 1 monster grintzemelenvoeder 0,7 %;
in 1 monster varkensvoeder 1,0 % en in 1 monster kippenmeel 3,5 %.
Deze gehalten zijn abnormaal hoog en moeten als niet ongevaarlijk worden
beschouwd.
Voor het gehalte aan lood en arseen in 1 monster paardenmeel werd gevonden respectievelijk minder dan 0,001 % en 0,0038 % ; 1 monster paardenkorrels
had een gehalte aan arseen van 0,0015 % en bevatte nagenoeg geen lood, terwijl
in 1 monster varkensvoeder de bestanddeelen lood en arseen nagenoeg afwezig
waren.
E e n als veevoeder ingezonden monster bevatte een gehalte aan magnesium,
aequivalent met 4,1 % magnesiumsulfaat ( M g S O J 7 a q ) .
I n 102 monsters paardenmeel bedroeg het gehalte aan koolzure kalk berekend
uit het bepaalde kooldioxydegehalte, 1,8 % tot 27,3 % en in 28 monsters varkensmeel varieerde dit gehalte van 1,6 % tot 48,7 %.
Niet genoemd
Ontvangen en onderzocht werden 8 monsters, van welke de n a a m niet werd
genoemd en in welke uitsluitend een chemisch onderzoek werd verricht. De
gevonden gehalten aan eiwitachtige stoffen in 7 monsters bedroegen: 12,3 %,
42.1 %, 45,0 %, 51,6 %, 52,5 %, 55,2 % en 59,3 %. Naast 12,3 % eiwitachtige
stoffen, bevatte 1 monster 7 , 3 % verteerbare eiwitachtige stoffen, 9,9 % werkelijk
eiwit en 4,9 % verteerbaar werkelijk eiwit.
H e t gehalte aan aschbestanddeelen in 1 monster was 9,4 %.
Diversen
Ontvangen werden 600 monsters, van welke 582 monsters werden onderzocht.
Aanvullingsvoer
H e t onder deze benaming ingezonden en onderzochte monster bestond uit
gemalen graankaf, gemalen zeewier, gemalen lijnzaadkaf, gemalen erwtendoppen
of erwtenstroomeel, gemalen gedroogd bietenloof, havermeel, onkruidzaden en
weinig sojameel. H e t gehalte aan koolzure kalk bedroeg 30,5 %.
Aardappelloofmeel
Van dit product werden 11 monsters ingezonden en onderzocht, van welke in
10 monsters uitsluitend de microscopische zuiverheid werd nagegaan en welke
geen aanleiding gaven t o t opmerkingen. H e t andere monster bestond niet uit
aardappelloofmeel, doch uit gemalen, gedroogde stengeldeelen en bevatte 6,1 %
eiwitachtige stoffen, 51,2 % ruwe celstof, 7,7 % vocht en 6,1 % aschbestanddeelen.
Aardappel- en
narcissenvezels
De samenstelling van dit monster gaf geen aanleiding tot opmerkingen.
Afval
Als „bietenzaadafval" werden 7 monsters ingezonden en onderzocht, van
welke 4 monsters bestonden uit bietenzaadafval en 2 monsters uit bietenzaadstroo. E é n monster werd slechts chemisch onderzocht en van 1 monster werd
uitsluitend de microscopische samenstelling nagegaan.
De gevonden gehalten in 2 monsters bietenzaadafval waren 13,1 % eu
53.2 % in verdund zoutzuur onoplosbare aschbestanddeelen, terwijl in 1 monster
een meer uitgebreid onderzoek werd verricht, m e t onderstaand resultaat: 11,2 %
eiwitachtige stoffen, 2,4 % vetachtige stoffen, 30,1 % ruwe celstof, 8,9 %
vocht, 15,5 % aschbestanddeelen en 3,5 % in verdund zoutzuur onoplosbare
aschbestanddeelen.
Van de 2 monsters bietenzaadstroo bedroeg h e t gehalte aan in verdund zoutzuur onoplosbare aschbestanddeelen in 1 monster 8,9 % ; in het andere monster
werd gevonden: 10,4 % eiwitachtige stoffen, 37,5 % ruwe celstof, 13,5 % vocht,
11.3 % aschbestanddeelen en 2,8 % in verdund zoutzuur onoplosbare aschbestanddeelen. H e t , uitsluitend chemisch, onderzochte monster bevatte 1 3 , 0 %
eiwitachtige stoffen, 5,7 % verteerbare eiwitachtige stoffen, 1,6 % Vetachtige
stoffen, 27,5 % ruwe celstof, 19,1 % aschbestanddeelen en 8,4 % in verdund
zoutzuur onoplosbare aschbestanddeelen.
E e n der 2 monsters „ g r a a n a f v a l " werd uitsluitend microscopisch onderzocht en bestond uit gemalen tarwekaf. H e t andere monster, bestaande uit
gemalen lijnzaadkaf, gemalen graankaf, cacaodoppenmeel, gemalen onkruidzaden, schelpen, aardappelschillenmeel en weinig bietenzaadstroo, bevatte
18,9 % koolzure kalk en 18,0 % in verdund zoutzuur onoplosbare aschbestanddeelen.
Van de als „ p l a n t e n a f v a l " ingezonden en onderzochte 2 monsters, werd
1 monster alleen chemisch onderzocht; de gevonden gehalten waren: 15,1 %
eiwitachtige stoffen, 0,9 % verteerbare eiwitachtige stoffen, 13,2 % vocht,
13,9 % aschbestanddeelen en 6,9 % in verdund zoutzuur onoplosbare aschbestanddeelen. H e t andere monster bestond uit gebrande producten van
70
cichoreiwortels en umbellifeerenvruchten (vermoedelijk karwij). Chemisch
werd dit monster niet onderzocht.
Onder de benaming „gemengde afvallen" werd 1 monster ingezonden en
alleen microscopisch onderzocht. De zuiverheid w-erd onvoldoende verklaard,
daar het monster levende mijten bevatte. De samenstelling was: tarwe-afval,
verder weinig zeesterrenmeel met wat extract diermeel en gemalen schelpen,
gemalen gedroogd zeewier en andere afvallen o.rn. van tulpen, erwten, kanariezaad, lijnzaad en jmlp.
Van 1 monster „afval van biscuitfabriek" was de zuiverheid onvoldoende,
wegens aanwezigheid van zeer veel levende mijten en schimmel. H e t monster
bestond uit beschuit- en biscuitafvallen.
E e n monster „maïsafval" bestond uit maïsvoermeel en roggemeel en werd,
daar het schimmel en levende mijten bevatte, als niet frisch en gezond aangemerkt. Chemisch werd dit monster niet onderzocht.
I n een monster „tarwe-afval", hetwelk uit gemalen erwtenstroo bestond,
werd schimmel aangetroffen, waarom de zuiverheid onvoldoende werd verklaard.
H e t gevonden gehalte aan in verdund zoutzuur onoplosbare aschbestanddeelen
was 21,1 %.
Als „ a f v a l " werden 3 monsters ontvangen en onderzocht, van welke 1 monster slechts chemisch werd onderzocht naar het gehalte aan eiwitachtige stoffen,
welk gehalte 24,9 % bedroeg en 1 monster uitsluitend microscopisch werd
onderzocht. Dit monster bestond uit rijstevoermeel, maïsmeel, gemalen gedroogde pulp en andere botanische en dierlijke bestanddeelen. H e t derde monster
bestond uit roggebliezen m e t een gehalte aan eiwitachtige stoffen van 12,6 %
aan verteerbare eiwitachtige stoffen van 9,3 %, aan ruwe celstof van 14,9 %,
aan vocht van 10,0 %, aan aschbestanddeelen van 7,4 % en aan in verdund
zoutzuur onoplosbare aschbestanddeelen van 3,6 % .
I n het monster „ h averafv a l " , bestaande uit afvallen van tarwe en rogge,
werd geen chemisch onderzoek verricht.
H e t monster „wortelzaadafval" gaf geen aanleiding tot opmerkingen en
bevatte: 11,7 % eiwitachtige stoffen, 2,7 % verteerbare eiwitachtige stoffen,
2,0 % vetachtige stoffen, 25,6 % vocht, 20,8 % aschbestanddeelen en 9,2 %
in verdund zoutzuur onoplosbare aschbestanddeelen.
Een als „gemalen gedroogde wortelafvallen" ingezonden monster, bestond
uit gedroogd uienzaadafval, van hetwelk de zuiverheid onvoldoende was, wegens
aanwezigheid van levende mijten en schimmel. Een chemisch onderzoek werd
in dit monster niet verricht.
De 2 onderzochte monsters „trieurafval" bestonden uit aardachtige bestanddeelen, tarwe, ganzevoetzaden en verschillende onkruidzaden.
Wegens aanwezigheid van mijten en schimmel, werd het monster „radijszaadafval" als niet frisch en gezond aangemerkt. Voor 92 % bestond het monster
uit radijszaad.
H e t monster „raapzaadafval" bevatte leveïide mijten, waarom de zuiverheid
onvoldoende werd verklaard.
De 2 onderzochte monsters „suikerbietenafval" bestonden vermoedelijk uit
gedroogde persresten van bieten.
De gevonden gehalten waren: 22,2 % en 22,6 % suiker (berekend als
saccharose) 7,9 % en 13,2 % vocht en 9,8 % en 5,1 % aschbestanddeelen. E e n
dezer monsters bevatte voorts 8,5 % eiwitachtige stoffen, 0,8 % vetachtige
stoffen, 8,8 % ruwe celstof en 5,3 % in verdund zoutzuur onoplosbare aschbestanddeelen.
E e n van de 2 als „afval van oliezaad" ingezonden monsters werd uitsluitend
chemisch onderzocht en bevatte 27,1 % eiwitachtige stoffen, 15,8 % vetachtige
stoffen en 10,2 % vocht. H e t andere monster, in hetwelk slechts een microscopisch onderzoek werd verricht, bestond uit beschadigde, verbrande afvallen
van sojameel, grondnotenmeel, raapzaadmeel en lijnmeel.
71
Als ,,residu van kaasafval" werd 1 monster ontvangen, hetwelk uit afvallen
van kaas bestond: wegens aanwezigheid van veel bacteriën en schimmel, was de
zuiverheid onvoldoende. De chemische samenstelling was: 37,6 % eiwitachtige
stoffen, 21,2 % vetachtige stoffen, 26,3 % vocht, 12,4 % aschbestanddeelen en
2,0 % keukenzout (berekend uit het gehalte aan chloor als chloride).
De chemische samenstelling van het onderzochte monster .,groenteafval"
was: 3,0 % eiwitachtige stoffen, 2,1 % verteerbare eiwitachtige stoffen, 0,4 %
vetachtige stoffen, 3,1 % ruwe celstof, 68,8 % vocht, 3,4 % aschbestanddeelen
en 1,8 % in verdund zoutzuur onoplosbare aschbestanddeelen. Microscopisch
werd dit monster niet onderzocht.
Afwijkend
veevoeder
Van de onderzochte 20 monsters werden 4 monsters als niet frisch en gezond
aangemerkt, wegens aanwezigheid van levende mijten en/of schimmel.
De monsters bestonden in hoofdzaak uit afvallen.
H e t gehalte aan eiwitachtige stoffen in deze monsters varieerde van 9,6 %
tot 17,7 %, dat aan vetachtige stoffen van 1,8 % tot 4,2 %, dat aan ruwe
celstof van 11,2 % tot 18,0 %, dat aan vocht van 10,4 % tot 13,6 %, dat aan
aschbestanddeelen van 7,9 % tot 20,0 % en dat aan in verdund zoutzuur onoplosbare aschbestandeelen van 4,6 % tot 15,2 %.
Afwijkende koek
H e t onder deze benaming ingezonden en onderzochte monster, bestaande uit
ontbijtkoek, bevatte veel schimmel, waarom de zuiverheid onvoldoende werd
verklaard.
Algenmeel
De beide onderzochte monsters bestonden uit gemalen gedroogd zeewier.
Alvoline
Ontvangen en onderzocht werden 3 monsters, van welke 2 monsters uitsluitend microscopisch werden onderzocht, terwijl in 1 monster slechts de chemische samenstelling werd nagegaan.
De samenstellende deelen van 2 monsters waren: koolzure voederkalk, gemalen lijnzaadkaf en gemalen karwijzaad.
I n 1 dezer monsters werd houtskool aangetroffen en in beide monsters werd
een weinig van een blauwe kleurstof, vermo.edelijk methyleenblauw, gevonden.
De gevonden gehalten in 1 monster waren 73,7 % koolzure kalk ( C a C 0 3 ) ,
2,7 % vocht en 10,6 % in verdund zoutzuur onoplosbare aschbestanddeelen.
AmmoniumlaeUiatkoekje
Twee van de 3 onderzochte monsters werden uitsluitend chemisch onderzocht, m e t onderstaand resultaat: 2,00 % en 3,00 % stikstof totaal, respectievelijk
1|00 % en 0,90 % werkelijk eiwitstikstof, overeenkomende m e t 6,3 % en 5,6 %
werkelijk eiwit. H e t derde monster werd alleen microscopisch onderzocht en
bestond uit koekje van gemalen gedroogde pulp, aardappelvlokken en ammoniumlactaat.
Ammoniumlactaatstroop
Van dit monster werd een chemische analyse verricht, waarbij de volgende
resultaten werden gevonden :
Stikstof totaal . . . .
6,15 %
Stikstof als ammoniak .
4,85 %
Werkelijk-eiwit stikstof .
0,45 %, overeenkomende met 2 , 8 % werkelijk eiwit.
Vocht
+50
%
Microscopisch werd dit monster niet onderzocht.
Amorce-Belga
H e t onder dezen naam ingezonden monster had de volgende samenstelling :
schelpgruis, gemalen graankaf, gemalen afvallen van rogge, gerst en verder
van erwten, spinaziezaad, karwijzaad en gemalen onkruidzaden. H e t bevatte
9,8 % koolzure kalk en 39,0 % in verdund: zoutzuur onoplosbare asehbestanddeelen.
Aroma
Vanwege het hooge gehalte aan keukenzout (NaCl) van 12,4 %, berekend
uit het gehalte aan chloor als chloride, werd dit monster niet geschikt geacht
als veevoeder. H e t vochtgehalte was 51,1 %.
B.B.S.-meel
Dit monster werd uitsluitend chemisch onderzocht en bevatte 15,4' % eiwitachtige stoffen, 1,6 % vetachtige stoffen, 17,9 % ruwe celstof, 12,8 % vocht,
22,1 % aschbestanddeelen en 7,3 % in verdund zoutzuur onoplosbare aschbestanddeelen.
Beukennotenschroot
Wegens aanwezigheid van schimmel was de zuiverheid van dit monster
onvoldoende. De gevonden gehalten waren 22,0 % eiwitachtige stoffen, 0,8 %
vetachtige stoffen, 34,3 % ruwe celstof, 12,4 % vocht en 7,3 % aschbestanddeelen.
Bewerkte
grondstof
E e n 3-tal ingezonden monsters werd uitsluitend chemisch onderzocht en
bevatte:
Eiwitachtige stoffen
Verteerbare eiwitachtige stoffen
Vetachtige stoffen
Ruwe celstof
Vocht
Aschbestanddeelen
In verdund zoutzuur onoplosbare aschbestanddeelen
Bi-be
In dit monster, hetwelk uitsluitend chemisch werd onderzocht, bedroeg het
gehalte aan eiwitachtige stoffen 53,3 %.
Bieten
H e t onderzochte monster werd uitsluitend op het gehalte aan droge stof
onderzocht, welk gehalte 22,3 % was.
Bietenkaf
De chemische samenstelling van dit monster was: 6,8 % eiwitachtige stoffen,
0,7 % vetachtige stoffen, 43,3 % ruwe celstof, 15,9 % vocht en 9,1 % aschbestanddeelen.
Bietenzaad
Dit, uit gemalen bietenzaad bestaande, monster bevatte enkele levende
mijten, wat schimmel en veel mijtenexcrementen.
Bietenzaadblad
De zuiverheid van dit monster was onvoldoende, daar het schimmel bevatte. De gevonden gehalten waren: 14,7 % eiwitachtige stoffen, 1,8 % vet-
73
achtige stoffen, 18,7 % ruwe celstof, 11,7 % vocht, 16,6 % aschbestanddeelen
en 1,9 % in verdund zoutzuur onoplosbare aschbestanddeelen.
Bietenzaadbloem
Dit monster bestond uit zeer fijn gemalen bietenzaadafval en bevatte 13,8 %
in verdund zoutzuur onoplosbare aschbestanddeelen.
Bietenzaadbladmeel
H e t gehalte aan in verdund zoutzuur onoplosbare aschbestanddeelen in dit,
uit bietenzaadstroo bestaand, monster bedroeg 10,3 %.
Biczenmeel
H e t eene onderzochte monster bestond uit: gemalen gedroogde plantendeelen
(vermoedelijk afkomstig van biezen). Naast 7 , 6 % eiwitachtige stoffen, onder
welke begrepen 1,4 % verteerbare eiwitachtige stoffen, bevatte dit monster
6,7 % in verdund zoutzuur onoplosbare aschbestanddeelen.
Bloem
Van de 2 onderzochte monsters bestond 1 monster uit bloem van rogge
en verder van tarwe, gerst en erwten en het andere uit bloem van tarwe en
gerst. E e n chemisch onderzoek werd in de monsters niet verricht.
Bloembollen
H e t onder deze benaming ingezonden monster bestond uit vezels van narcissenbollen en mogelijk ook vezels van andere bloembollen.
Bloevibollenmeel
H e t gehalte aan aschbestanddeelen in dit monster was 16,4 %. Microscopisch
werd het monster niet onderzocht. t
Blauwmaanzaadschroot
Onder verschillende benamingen werden van dit product 40 monsters ten
onderzoek ingezonden, van welke 22 monsters uitsluitend chemisch en 2 monsters alleen microscopisch werden onderzocht.
H e t gehalte aan eiwitachtige stoffen liep uiteen van 34,9 % tot 39,4 %, dat
aan vetachtige stoffen bewoog zich tusschen 0,4 % en 4,0 % en dat aan vocht
varieerde van 8,7 % tot 13,6 %. Twee monsters bestonden niet uitsluitend
uit blauwmaanzaadschroot, doch bevatten bovendien raapzaadschroot, terwijl
in 1 monster een ons onbekend eiwithoudend product werd aangetroffen.
H e t gehalte aan aschbestanddeelen in 2 monsters bepaald, was 12,6 % en
12,9 % en dat aan ruwe celstof van 1 monster was 16,9 %.
Boekweitvoermeel
H e t onder deze benaming ingezonden en onderzochte monster bestond uit
gemalen kanariezaad, hetwelk wat gemalen onkruidzaden bevatte. Wegens
aanwezigheid van levende mijten en schimmel werd de zuiverheid onvoldoende
verklaard.
Boerenhoohneel
Van dit product werd 1 monster onderzocht, hetwelk bestond uit klavermeel
en maïskolvenmeel. H e t bevatte 16,1 % eiwitachtige stoffen, meer dan 50 mgr,
doch minder dan 75 mgr Carotine per 1000 gram, 9,5 % vocht en 8,1 % in
verdund zoutzuur onoplosbare aschbestanddeelen.
Bogena Tonicum en Tonicum
Drie der 5 als ,,Bogena T o n i c u m " ingezonden monsters, werden als niet
frisch en gezond aangemerkt, daar zij schimmel bevatten.
74
De samenstelling der monsters was: gemalen zeewier, gemalen paardenkastanjes, gemalen bietenzaadafval of bietenzaadstroo, gemalen eikels, gemalen
uitgestookt karwijzaad, houtskool, gemalen schelpen en minerale bestanddeelen.
H e t gehalte aan koolzure kalk ( C a C 0 3 ) , uit het in 2 monsters bepaalde
kooldioxyde gehalte berekend, was 19,6 % en 31,8 %, terwijl 1 monster een
gehalte aan in verdund zoutzuur onoplosbare aschbestanddeelen had van 21,0 %.
De hoeveelheden ijzersulfaat en magnesiumsulfaat in 1 monster aangetroffen,
waren op het oog beoordeeld, te hoog voor een veevoeder.
H e t als „ ï o n i c u m " ingezonden monster bevatte een gehalte aan ijzer, dat
aequivalent was met 3,0 % ijzersulfaat ( F e S 0 4 7 a q ) .
Bolkaf
De samenstelling van dit monster w a s : lijnmeel, gemalen erwtenstroo, gemalen onkruiden, onder welke vermoedelijk ganzevoet en tamelijk veel krijt.
H e t gehalte aan koolzure kalk was 7,1 % .
Bouülonfabricage
(residu)
H e t onderzochte monster bestond uit een joasta van sterk keukenzouthoudende
afvallen, vermoedelijk van bouillonfabrieage afkomstig. De chemische samenstelling was:
Eiwita-ehtige stoffen
18,9 ••%
Verteerbare eiwitachtige stoffen
16,0 %
Werkelijk eiwit
4,1 %
Verteerbaar werkelijk eiwit
1,2 %
Vetachtige stoffen
9,3 %
Aschbestanddeelen
29,4 %
Vocht
36,7 %
In verdund zoutzuur onopilosbare aschbestanddeelen
0,6 %
Chloor als chloride
8,4 %
aequivalent met 13,8 % keukenzout ( N a C l ) .
Brandnetel-meel
Van de 3 als „brandnetelnieel" ingezonden monsters werd, wegens aanwezigheid van schimmel, 1 monster als niet frisch en gezond aangemerkt. E e n
monster bestond uit meel van gras en eenige andere planten; een monster uit
meel van planten, onder welke brandnetels en gras en het derde monster uit
grasmeel en onkruidzaden onder welke brandnetels.
Gedroogde
brandnetels
Als gedroogde brandnetels werd 1 monster ontvangen, hetwelk uit gedroogde
plantendeelen, onder welke gedroogde brandnetel, bestond. H e t gehalte aan
eiwitachtige stoffen was 10,3 % en dat aan in verdund zoutzuur onoplosbare
aschbestanddeelen 19,8 %.
Brij
Dit monster bestond uit brij van roggemeel, in hetwelk stroodeelen en wat
zand werd aangetroffen. Chemisch werd dit monster niet onderzocht.
Brokjes
Onder dezen n a a m werden 2 monsters ingezonden, van welke de samenstellende deelen w a r e n : koolzure voederkalk, gemalen gedroogde aardappelschillen, gezouten visehafval en weinig gemalen graankaf. De geconstateerde
gehalten waren: 39,1 % en 48,9 % koolzure kalk, (berekend uit het kooldioxydegehalte), respectievelijk 1,5 % en 1,6 % keukenzout (berekend uit het gehalte
aan chloor als chloride) en respectievelijk 9,3 % en 8,5 % in verdund zoutzuur
onoplosbare aschbestanddeelen.
75
Broodje van regeeringsmeel
H e t gehalte aan eiwitachtige stoffen in dit monster bedroeg 6,5 %. Microscopisch onderzoek werd niet verricht.
Broodje met
zemelgrintbloem
I n dit monster werd slechts het gehalte aan verteerbare eiwitachtige stoffen
bepaald, welk gehalte 5,8 % bedroeg.
Garoteen-pasta
I n de 2 onderzochte monsters werd bepaald het gehalte aan Carotine, hetwelk
bedroeg 51 100 en 360 mgr per 1000 gram.
Cartonkoekje
H e t onderzochte monster bestond uit stroocarton en melasse en bevatte
6,5 % eiwitachtige stoffen, .5,0 % verteerbare eiwitachtige stoffen, 3,9 % werkelijk eiwit, 12,8 % suiker (berekend als saccharose), 14,9 % vocht, 9,4 %
aschbestanddeelen en 1,6 % in verdund zoutzuur onoplosbare aschbestanddeelen.
Crocusmeel
Van dit product werden 3 monsters ingezonden en onderzocht, van welke
2 monsters uitsluitend microscopisch werden onderzocht. E e n dezer monsters
bestond uit voerhavermout (gemalen) en 1 monster uit crocusbloem.
H e t uit crocusknollenmeel bestaande monster, bevatte 6,5 % eiwitachtige
stoffen, 4,9 % verteerbare eiwitachtige stoffen, 0,6 % vetachtige stoffen, 3,0 %
ruwe celstof, 11,7 % vocht, 15,0 % aschbestanddeelen en 12,5 % in verdund
zoutzuur onoplosbare aschbestanddeelen.
Eigeel
De 2 onderzochte monsters waren van onvoldoende zuiverheid, wegens aanwezigheid van levende mijten en schimmel en veel schimmel. De monsters
bestonden waarschijnlijk uit eigeel en hennepzaad.
Eikeldoppen
Van de 2 onderzochte monsters, werd 1 monster van onvoldoende zuiverheid
verklaard, daar het levende mijten bevatte en gaf het andere monster geen
aanleiding tot het maken van opmerkingen. Beide monsters werden chemisch
niet onderzocht.
Eikelmeel
Dit monster bevatte veel schimmel en werd daarom als niet frisch en gezond
aangemerkt. H e t gehalte aan eiwitachtige stoffen bedroeg 6,9 %.
Eikel- en kastanje-meel
De 2 onderzochte monsters bestonden uit eikelsehillenmeel. E e n dezer monsters werd chemisch onderzocht, m e t onderstaand resultaat: 0,3 % verteerbare
eiwitachtige sloffen en 10,2 % in verdund zoutzuur onoplosbare aschbestanddeelen.
Eiwitextract voor honden
Van de 2 onderzochte monsters bestond het eene uit uitgestookt karwijzaadmeel, cacaorneel (vermoedlijk theobromine-arm) en verder uit aardappelschillenmeel of gemalen gedroogde aardappelen. I n dit monster was het gehalte aan
verteerbare eiwitachtige stoffen 12,5 % en dat aan theobromine 0,3 %. De
samenstelling van het andere monster w a s : cacaodoppenmeel, koolzure voederkalk, vleeschbeendermeel of diermeel, zeer weinig vischineel en uitgestookt
karwijzaad. H e t gehalte aan koolzure kalk (CaCO,) van 10,2 %, berekend uit
het kooldioxydegehalte, maakte het product ongeschikt als hondenvoeder.
Drinkwater
De chemische samenstelling van dit monster was:
Droogrest
Verbruik aan kaliumpermanganaat
Chloor-ion (Cl')
Salpeterigzuur-ion ( N O / )
Salpeterzuur-ion ( N O / ) . .
Ammonium-ion ( N H / )
Zwavelzuur-ion ( S O / ' )
Calcmm-ion (Ca")
Calcium (berekend als CaO)
Magnesium-ion (Mg")
Magnesium (berekend als MgO)
[Jzer (Fe)
Fosforzuur ( P 2 0 5 )
Lood ( P b )
Fluor (F)
milligrammen per liter
7,1
1,3
9
afwezig
1
afwezig
7
11
15
2
4
gering (ongeveer 0,2)
afwezig
sporen (minder dan 0,05)
sporen (minder dan 0,2)
Duiven-kunstkorrels
De chemische samenstelling van dit monster was: 17,6 % eiwitachtige stoffen,
4,2 % vetachtige stoffen, 8,8 % ruwe celstof, 12,0 % vocht en 4,9 % aschbestanddeelen Een microscopisch onderzoek werd niet verricht.
Erwtenkaf
H e t ingezonden en onderzochte monster, hetwelk uitsluitend microscopisch
werd onderzocht, bestond uit gemalen erwtenstroo, gemalen gerstnaalden, gemalen spinaziezaadafval en mogelijk gemalen gedroogd spinaziezaadblad. De
zuiverheid was onvoldoende, daar het levende mijten bevatte.
Erivtenloof
Dit monster werd alleen chemisch onderzocht en bevatte 9,3 % eiwitachtige
stoffen, 1,2 % vetachtige stoffen, 20,1 % ruwe celstof, 7,1 % vocht, 39,5 %
aschbestanddeelen en 29,7 % in verdund zoutzuur onojilosbare aschbestanddeelen. H e t hooge gehalte aan in verdund zoutzuur onoplosbare aschbestanddeelen maakte het product ongeschikt als veevoeder.
Erwten- en roggemeel
De microscopische zuiverheid van dit monster gaf geen aanleiding tot het
maken van opmerkingen, terwijl een chemisch onderzoek niet werd verricht.
Erwtenpeulen
H e t onder dezen naam ingezonden en onderzochte monster, werd uitsluitend
chemisch onderzocht.
Gevonden werd: 2 , 6 % eiwitachtige stoffen, 1 , 7 % verteerbare eiwitachtige
stoffen, 8,8 % ruwe celstof, 0,05 % stikstof als ammoniak, 80,6 % vocht, 1,9 %
aschbestanddeelen en 0,4 % in verdund zoutzuur onoplosbare aschbestanddeelen.
De p H was 5,2.
Erwtenpeulenmeel
De samenstelling van dit monster was erwtendojmieel. E r werd geen chemisch onderzoek in dit monster verricht.
Erwtenschiüen
Dit monster bestond uit verhitte erwtenschillen en bevatte 12,2 % eiwitachtige stoffen, 10,5 % verteerbare eiwitachtige stoffen 1,0 % vetachtige
stoffen, 38,2 % ruwe celstof, 11,3 % vocht en 3,6 % aschbestanddeelen.
ForeUenvoer
I n dit monster werd alleen het gehalte aan verteerbare eiwitachtige stoffen
bepaald, dit gehalte bedroeg 32,8 %.
Fosforzure
voederkalk
Dit monster bestond niet uit fosforzure voederkalk, doch vermoedelijk uit
talkpoeder.
Gedroogd gras
H e t onder deze benaming ingezonden monster bestond uit biezenmeel.
Geiten/meel
Als „ g e i t e n m e e l " werd 1 monster ontvangen en onderzocht, hetwelk bestond
uit koolzure voederkalk en gemalen graankaf. H e t gehalte aan koolzure kalk
was 55,7 %, afgeleid uit het kooldioxydegehalte.
Gemalen
appelpersrest
Van dit monster werd slechts een chemische analyse gemaakt met onderstaand resultaat: 6,2 % eiwitachtige stoffen, 4,4 % vetachtige stoffen, 42,0 %
ruwe celstof, 9,0 % vocht, 2,2 % aschbestanddeelen en 0,7 % in verdund zoutzuur onoplosbare aschbestanddeelen.
Gemalen
bietenpersrcst
H e t chemisch onderzoek van dit monster gaf de volgende uitkomst: 12,4 %
eiwitachtige stoffen, 5,0 % vetachtige stoffen, 28,0 % ruwe celstof, 6,9 %
vocht, 7,8 % aschbestanddeelen en 3,5 % in verdund zoutzuur onoplosbare aschbestanddeelen.
Gemalen gedroogde pulp
V a n de 2 onder deze benaming ingezonden monsters, werd- 1 monster als niet
frisch en gezond aangemerkt, daar het levende mijten bevatte. Dit monster
bestond uit gemalen gedroogde pulp, tamelijk veel havermeel, wat erwtenmeel,
maïsmeel en wat zand. De samenstelling van het andere monster was: gemalen
gedroogde pulp, tarwezemelen, tarwegrint, roggezemelen en roggegrint; dit
monster werd chemisch onderzocht en bevatte 8,2 % suiker (berekend als
saccharose) en 12,8 % vocht.
Gemalen graankaf
Dit monster gaf geen aanleiding' tot het maken van opmerkingen. Chemisch
werd dit monster niet onderzocht.
Gemalen overmaal van bietenzaad
In dit monster werd uitsluitend een chemisch onderzoek verricht; het bevatte
10,4 % eiwitachtige stoffen, 1,9 % vetachtige stoffen, 38,6 % ruwe celstof,
11,1 % vocht, 14,2 % aschbestanddeelen en 5,8 % in verdund zoutzuur onoplosbare aschbestanddeelen.
Gemengd graan
Het eene onderzochte monster bestond uit grof gemalen haver en tarwe.
Gemengd meel
Van dit product, hetwelk uitsluitend microscopisch werd onderzocht, was de
samenstelling: gemalen graanstroo, gemalen koolzaadstroo, weinig grasmeel,
klavermeel, aardappelloof en koolzure voederkalk.
78
Gerste- en roggemeel
De microscopische samenstelling van dit monster gaf geen aanleiding tot
het maken van opmerkingen.
Gerstevoermeel.
H e t onder dezen naam ingezonden monster bestond uit afvallen van gerst,
onkruidzaden en verder van haver, rogge, erwten en tarwe; de gevonden gehalten waren: 12,0 % eiwitachtige stoffen, 3,0 % vetachtige stoffen, 14,1 %
ruwe celstof, 12,1 % vocht, 7,8 % aschbestanddeelen en 4,7 % in verdund
zoutzuur onoplosbare aschbestanddeelen.
Gist
Onder deze benaming en als „gedroogde gist" werden 3 monsters ontvangen
en onderzocht.
Hiervan werden 2 monsters als niet frisch en gezond aangemerkt, wegens
aanwezigheid van veel levende mijten en schimmel. E e n dezer monsters bevatte
karwijzaad, blauwmaanzaad, zaagsel, stroo, papier, veel zand en excrementen
van muizen en ratten en had een eiwitgehalte van 36,6 % ; het eiwitgehalte van
het andere monster was 48,0 %. H e t derde monster gaf geen aanleiding tot het
maken van opmerkingen en bevatte 46,0 % eiwit.
Graanstof
E e n der 2 ingezonden monsters werd uitsluitend chemisch onderzocht met
onderstaand resultaat: 1 0 , 0 % eiwitachtige stoffen, 7 , 2 % verteerbare eiwitachtige stoffen, 14,9 % ruwe celstof, 2,8 % vetachtige stoffen, 10,6 % vocht,
15,9 % aschbestanddeelen en 12,1 % in verdund zoutzuur onoplosbare aschbestanddeelen. H e t andere monster bestond uit gemalen graankaf en gemalen
gedroogde pulp en bevatte 7,3 % eiwitachtige stoffen, 1,2 % vetachtige stoffen,
12,3 % ruwe celstof, 7,2 % vocht, 49,8 % aschbestanddeelen en 40,4 % in
verdund zoutzuur onoplosbare aschbestanddeelen.
Grasmeet
Van de 2 onderzochte monsters, van welke in 1 monster alleen de microscopische samenstelling werd nagegaan, bestond 1 monster uit gemalen graankaf
en weinig grasmeet, terwijl het andere monster bestond uit een product, van
hetwelk wij den aard niet hebben kunnen vaststellen. Dit monster bevatte
22,9 % aschbestanddeelen en 8,3 % in verdund zoutzuur onoplosbare aschbestanddeelen.
Groenpelmeel
Dit monster bestond uit erwtenvoermeel. E e n chemisch onderzoek werd in
dit monster niet verricht.
Groenvoeclerbrokken
Van dit monster was de zuiverheid onvoldoende, daar schimmel werd aangetroffen. De samenstelling was: gemalen lijnzaadkaf, graankaf, gemalen bietenzaadafval, gemalen onkruidzaden en blauwmaanzaadmeel.
Groenvoedermengsel
De samenstellende deelen van dit product w a r e n : gemalen, gedroogde kruiden, welke zand bevatten. De gevonden gehalten w a r e n : 16,2 % eiwitachtige
stoffen, meer dan 150 mgr doch minder dan 200 mgr Carotine per 1000 gram,
10,1 % in verdund zoutzuur onoplosbare aschbestanddeelen en 13,1 % vocht.
79
Groenvocrmecl
H e t ingezonden en onderzochte monster bestond uit gemalen graankaf, zeesterremneel, wat gemalen schelpen en keukenzout. H e t gehalte aan in verdund
zoutzuur onoplosbare aschbestanddeelen bedroeg 14,3 %.
Geiten-, varkens- en konijnenvoer
H e t gehalte aan kooldioxyde van dit, uit gemalen stroo en gemalen tarwekaf
bestaande, monster was aequivalent met 57,8 % koolzure kalk.
Gemalen kaf
De samenstelling van dit uitsluitend microscopisch, onderzochte monster
w a s : gemalen erwtenstroo, gemalen graankaf en gedroogde beukenbladeren.
Havermoutafvalmeel
Onder deze benaming werden 2 monsters ten onderzoek ingezonden, welke
bestonden uit afvallen van haver, gerst, tarwe en rogge. E e n dezer monsters
bevatte 9,9 % eiwitachtige stoffen en 7,7 % vocht, terwijl in het andere werd
gevonden: 10,1 % eiwitachtige stoffen, 3,1 % vetachtige stoffen, 20,1 % ruwe
celstof, 10,9 % vocht en 8,1 % aschbestanddeelen.
Hondenvoer
Van de 24, onder verschillende benamingen, ingezonden en onderzochte monsters werden 8 monsters uitsluitend microscopisch en 2 monsters slechts
chemisch onderzocht.
H e t gehalte aan eiwitachtige stoffen in 6 monsters bepaald, varieerde van
18,5 % tot 45,1 %, dat aan vetachtige stoffen in 4 monsters was 2,4 %, 3,2 %,
5,2 % en 7,6 %. H e t koolzure-kalkgehalte van 14 monsters (berekend uit het
bepaalde gehalte aan kooldioxyde) bewoog zich tusschen 3,2 % en 3 3 , 0 % ;
het gehalte aan keukenzout, berekend uit het gehalte aan chloor als chloride,
in 11 monsters, liep uiteen van 4,1 % tot 12,5 % ; 4 monsters hadden een gehalte
aan vocht van 12,3 %, 16,4 %, 16,9 % en 17,0 % ; in 4 monsters was het gehalte
aan in verdund zoutzuur onoplosbare aschbestanddeelen 2,6 %, 2,6 %, 3,1 % en
3,2 % ; het gehalte aan aschbestanddeelen in 3 monsters was 16,8 %, 24,5 %
en 34,8 % ; in 3 monsters werd het gehalte aan zetmeel bepaald;
gevonden werd 8,4 %, 21,8 % en 25,3 %. Bij een dezer monsters bedroeg
het gehalte aan ijzersulfaat ( F e S 0 4 7 aq) 1,1 % (berekend uit het ijzergehalte),
hetgeen niet ongevaarlijk werd geacht.
Naast een gehalte aan eiwitachtige stoffen van 32,3 %, bevatte 1 monster
27,7 % verteerbare eiwitachtige stoffen.
Door het hooge gehalte aan koolzure kalk van eenige monsters, werden de
betreffende producten niet geschikt geacht om aan honden te worden gevoederd.
Hyacinthenbollen
Ingezonden en onderzocht werd 1 monster, van hetwelk de chemische samenstelling w a s : 2,1 % eiwitachtige stoffen, 0,2 % vetachtige stoffen, 1,1 % ruwe
celstof, 68,9 % vocht en 1,1 % aschbestanddeelen.
Ingekuild voer.
In de 2 ingezonden monsters werd, in verband met een inslag van, naar
verondersteld werd fosforbommen, een onderzoek ingesteld naar de aanwezigheid
van vrije fosfor, welk bestanddeel niet aanwezig, was.
Inkuilingspoeder
,,Vitasan"
Dit monster had onderstaande chemische samenstelling:
Ammoniakale stikstof
Natriumoxyde ( N a 2 0 )
14,55 %
5,6 %
80
Kaliumoxyde (K„0)
IJzer (Fe) . ."
Chloor als chloride
Zwavelzuuranhydride ( S 0 3 )
Fosforzuur ( P „ 0 . ) , oplosbaar in water
Vocht . . . " ' . .
afwezig0,3 %
30,1 %
16,3 %
12,6 %
10,0 %
Deze stof loste nagenoeg geheel in water op en reageerde sterk zuur.
Kalk
K.N.Z.
Dit monster bestond uit koolzure voederkalk en bevatte 84,6 % koolzure
kalk en had een fijnheid van 100 % (zeef 0,5 m m ) .
Kanariekrachtvoer
H e t gehalte aan vetachtige stoffen in dit uit beschuitdust (gebakken van
tarwebloem en wat aardappelen) en weinig fosforzure voederkalk, bestaand»
monster was 5,0 %.
Kastanjemeel
Twee der 3 onderzochte monsters werden van onvoldoende zuiverheid verklaard, wegens aanwezigheid van schimmel. De monsters bestonden uit paardenkastanjemeel.
Kattenvoeder
Van de 16 onderzochte monsters werd 1 monster uitsluitend chemisch onderzocht en werd 1 monster niet geschikt geacht om aan katten gevoederd te worden,
vanwege liet hooge gehalte aan keukenzout.
H e t gehalte aan eiwitachtige stoffen, in 9 monsters bepaald, varieerde van
7,3 % tot 49,2 %.
I n 5 monsters bewoog zich het gehalte aan vetachtige stoffen van 1.4 %
tot 10,3 %.
H e t gehalte aan vocht in 3 monsters was 7,3 %, 12,2 % en 81,6 %.
I n 13 monsters lag het gehalte aan keukenzout, berekend uit het gehalte aan
chloor als chloride, tusschen 3,1 % en 23,4 %.
H e t gehalte aan in verdund zoutzuur onoplosbare aschbestanddeelen van
een 5-tal monsters was 0,6 %, 1,7 %, 4,1 %, 7,2 % en 8,6 %.
Voor het gehalte aan aschbestanddeelen in 3 monsters werd gevonden 2,1 %,
29,2 % en 69,8 %
Zes monsters hadden een gehalte aan kooldioxyde, aequivalent met 2,3 %
tot 52,3 % koolzure kalk.
Naast 7,3 % en 15,4 % eiwitachtige stoffen, bevatten 2 monsters respectievelijk 4,7 % en 13,2 % verteerbare eiwitachtige stoffen.
H e t gehalte aan ruwe celstof in 1 monster was 6,2 %.
Heidemeel
Van dit product werden 14, onder verschillende benamingen, ingezonden
monsters onderzocht.
Van de 7 als „ h e i d e m e e l " ontvangen monsters, werd een 3-tal uitsluitend
microscopisch en 2 monsters slechts chemisch onderzocht.
Twee monsters gaven geen aanleiding tot opmerkingen en 1 monster bestond
uit struikheidemeel en gemalen suiker- of melassepulp.
H e t chemisch onderzoek van 4 monsters gaf onderstaand resultaat:
81
Eiwitachtige stoffen
Verteerbare eiwitachtigc stoffen
Vetachtige stoffen
Ruwe celstof
Vocht
Asehbestanddeelen
I n verdund zoutzuur onoplosbare asehbestanddeelen
3,2 %
0,7 %
4,4 %
—
5,9 %
1,6 %
0,4 %
4,4 %
1,2 %
5,6 %
42,6 %
9,3 %
4,3 %
2.1 %
4,7 %
5,1 %
4,9 %
44,5 %
12,3 %
2,8 %
4,9 %
44,6 %
10,0 %
5,5 %
Twee monsters „gemalen gedroogde h e i d e " en 1 monster „ k u n s t m a t i g gedroogde h e i d e " werden uitsluitend microscopisch onderzocht en gaven geen
aanleiding tot liet maken van opmerkingen.
I n 2 monsters „gedroogde heidetopmeel" waren de gehalten aan eiwitachtige
stoffen 4,3 % en 5,1 %, aan vetachtige stoffen 4,6 % en 6,1 %, aan ruwe
celstof 48,9 % en 38,0 %, aan vocht 9,2 % en 11,7 % en aan asehbestanddeelen
2,1 % en 3,0 %. Microscopisch werden deze monsters niet onderzocht.
H e t gehalte aan eiwitachtige stoffen en aan vocht in 1 monster „gemalen
h e i d e " was respectievelijk 4,9 % en 12,6 %, terwijl 1 monster „gesneden h e i d e "
5,0 % eiwitachtige stoffen en 11,2 % vocht bevatte. Beide monsters werden niet
microscopisch onderzocht.
Kersen-pitten
Van dit product werden 2 monsters onderzocht, welke beide uit kersenpittenmeel bleken te bestaan.
H e t chemisch onderzoek van een dezer monsters gaf volgend resultaat:
Eiwitachtige stoffen
8,8 %
Verteerbare eiwitachtige stoffen
5,3 %
Vetachtige stoffen
5,6 %
Euwe celstof . . . .'
46,3 %
Vocht
10,1 %
Asehbestanddeelen
2,8 %
ïii verdund zoutzuur onoplosbare asehbestanddeelen
0,4 %
Knollcnmeel
Ontvangen en onderzocht werden 2 monsters, van welke 1 monster bestond
uit gemalen graankaf, verder gemalen gedroogde knollen of stronkdeelen van
een koolsoort en heidemeel ; de samenstellende deelen van het andere monster
waren: gemalen gedroogde knollen of stronkdeelen en verder bladfragmenten
van een koolsoort. Beide monsters werden niet chemisch onderzocht.
Koeien- en geitenmeel
Onder deze benaming werden 2 monsters ingezonden. E e n dezer monsters
bestond uit heidemeel, terwijl de samenstellende deelen van het andere monster
waren: gemalen graankaf, gemalen koolzaaddoppen of -stroo, heidemeel, wortelenzaadafval en gemalen gedroogde appelpulp of appelschillen.
Laatstgenoemd monster werd chemisch onderzocht op het gehalte aan ijzersulfaat (FeS() 4 7 aq )', welk gehalte 1,4 % bedroeg (berekend uit het ijzergehalte) .
Konijnenvoeder
Onder verschillende benamingen werden 34 monsters ontvangen en onderzocht, yan welke in 16 monsters uitsluitend de microscopische zuiverheid werd
nagegaan en 2 monsters slechts chemisch werden onderzocht. Wegens aanwezigheid van levende mijten werden 3 monsters als niet frisch en gezond aangemerkt,
terwijl de ongeschiktheid als veevoeder van 2 monsters te wijten was aan een
82
t e hoog gehalte aan ijzersulfaat ( F e S 0 4 7 aq) en aan een te groote hoeveelheid
koolzure kalk.
V a n de 2 alleen chemisch onderzochte monsters bevatte 1 monster 11,1 %
eiwitachtige stoffen en 14,1 % aschbestanddeelen; in het andere waren de gehalten 4,5 % eiwitachtige stoffen, 1,8 % vetachtige stoffen," 36,8 % ruwe celstof, 13,4 % vocht, 13,0 % aschbestanddeelen en 6,9 % in verdund zoutzuur
onoplosbare aschbestanddeelen.
Van de 32 microscopisch onderzochte monsters, bestond:
1 monster uit koolzure voederkalk en gemalen graanstroo;
1 monster uit gemalen gedroogde heide en zeer weinig gemalen, gedroogde
pulp;
1 monster uit heidemeel, gemalen koolzaadstroo en weinig minerale bestanddeelen ;
1 monster uit tarwekaf en
1 monster uit gemalen' gedroogde onkruiden.
De overige monsters bestonden in hoofdzaak uit onderstaande bestanddeelen:
bietenzaadstroo, bietenzaadafval, gemalen graankaf, gemalen paardenkastanjes,
gemalen aardappelschillen, gemalen koolzaadstroo, gemalen koolzaaddoppen,
heidemeel, groenteafval, gemalen onkruiden en minerale bestanddeelen.
I n 1 monster werd gedroogd zeewier en in 1 monster sporen vischmeel en
garnalenmeel of garnalendopmeel aangetroffen.
H e t gehalte aan in verdund zoutzuur onoplosbare aschbestanddeelen liep uiteen van 6,1 % tot 18,3 % ; het gehalte aan ijzersulfaat ( F e S 0 4 7 aq) in 4 monsters was: 2,0 %, 2,0 %, 3,0 % en 3,5 % ; 2 monsters bevatten 10,9 % en 1 1 , 8 %
eiwitachtige stoffen; in 2 monsters werd 5,9 % en 55,3 % koolzure kalk en in
1 monster 14,9 % aschbestanddeelen gevonden.
Kuilvoer
Van dit product werden 7 monsters ontvangen en uitsluitend chemisch onderzocht. De resultaten van het onderzoek waren als volgt:
Eiwitachtige stoffen
Verteerbare eiwitachtige stoffen
Vetachtige stoffen
Euwe celstof
Vocht
Aschbestanddeelen
In verdund zoutzuur onoplosbare aschbestanddeelen
pH
2,4 %
1,7 %
2,9 %
33,4 %
6,7 %
4,7 %
4,4
2,4 %
1,9 %
0,2 %
1,6 %
80,8 %
3,0 %
1,6 %
2.5 %
1,8%
3,7 %
79,5 %
8,4 %
6.6 %
4,8
2,8 %
1,9_%
4,0 %
80,4 %
7,0 %
5,3 %
4,6
3.0 %
1,9 %
0,3 %
2,8 %
72,7 %
7.1 %
5,4 %
3.2 %
2.0 %
0,7 %
4.3 %
74,7 %
4.1 %
2,5 %
3,4 %
2.0 %
0,4 %
2,9 %
69,8 %
4.1 %
2,4 %
Kunstkoirel
Twee van de 3 onderzochte monsters werden uitsluitend microscopisch onderzocht en werden wegens aanwezigheid van schimmel en een te hoog gehalte aan
koolzure kalk, van onvoldoende zuiverheid verklaard. Voor ongeveer de helft
bestonden beide monsters uit koolzure kalk. I n het derde monster bedroeg het
gehalte aan koolzure kalk 34,8 % en dat aan in verdund zoutzuur onoplosbare
aschbestanddeelen 5,0 %.
Lactaatstroop
De chemische samenstelling van dit monster was:
Totaal stikstof . . . . . 6,45 %
Werkelijk eiwitstikstof . . 0,40 % overeenkomende m e t 2,5 % werkelijk eiwit
Vocht
51,5 %
Lijsterbessen
E e n chemisch onderzoek van dit, uit gedroogde lijsterbessen bestaande,
monster gaf onderstaand resultaat:
83
Eiwitachtige stoffen .
Suiker (berekend als saccharose)
Euwe celstof
Vetachtige stoffen
Vocht
Aschbestanddeelen
I n verdund zoutzuur onoplosbare aschbestanddeelen
6,1 %
10,8 %
12,2 %
7,0 %
15,3 %
5,0 %
0.6 %
Liksteen
I n dit monster werd een uitgebreide chemische analyse verricht. De gevonden gehalten w a r e n :
Calciumoxyde (CaO), oplosbaar in mineraalzuur
27,8 %
Magnesiumoxyde (MgO), oplosbaar in mineraalzuur
0,5 %
I J z e r (Fe)
0,1 %
Aluminium (Al)
0,15 %
Mangaan (Mn)
0,01 %
Kooldioxyde ( C 0 2 ) , uitgedreven met zoutzuur
12,9 %
Uhloor als chloride
17,0 %
Eosforzuuranhydride ( P 2 0 5 )
7,6 %
Zwavelzuuranhydride ( S 0 3 )
0,6 %
Kiezelzuur (Si0 2 ) totaal
3,1 %
Onoplosbaar in mineraalzuur (zand)
1,4 %
Chemisch gebonden water
2,3 %
Vocht
14,2 %
Uit bovenstaande gehalten zou kunnen worden afgeleid, dat de. stof is
samengesteld uit:
29,3 % koolzure kalk ( C a C 0 3 ) ;
28,0 % keukenzout ( N a C l ) ;
16,6 % tricalciumfosfaat ( C a 3 P 2 0 8 ) , misschien ook gedeeltelijk dicalciumfosfaat ( C a H P 0 4 2 aq) ;
1,7 % ferrosulfaat ( F e S 0 4 7 aq) ;
ongeveer 7,0 % kleiaarde (calcium, magnesium en aluminiumsilicaat) ;
1,4 % zand en
14,2 % vocht.
Lucernemeel
Onder deze benaming werd 1 monster ingezonden, hetwelk bestond uit meel
van brandnetels en mogelijk van andere onkruidzaden en graszaad. H e t gehalte
aan eiwitachtige stoffen bedroeg 14,2 %, dat aan Carotine meer dan 50 mgr doch
minder dan 75 mgr per 1000 gram, dat aan vocht 9,9 % en dat aan in verdund
zoutzuur onoplosbare aschbestanddeelen 1,9 %.
Lupinen
Van de 5 ten onderzoek ingezonden monsters, werden 2 monsters als ,,zoete
l u p i n e n " en onder de benaming „gele lupinen", ,,voederlupinen" en „buitenlandsche l u p i n e n " 1 monster ingezonden.
• E e n der monsters „zoete l u p i n e n " werd van onvoldoende zuiverheid verklaard,
daar het veel schimmel en gisten bevatte. H e t bestond uit vochtige lupinenzaden.
De 4 overige monsters werden scheikundig onderzocht en bevatten 0,1 %,
0,4 % 0,1 % en 0,1 % bitterstoffen.
Magere melkpoeder
Ontvangen en onderzocht werden 5 monsters, van welke 4 monsters als niet
frisch werden aangemerkt, wegens aanwezigheid van schimmel en levende mijten.
84
Drie monsters werden chemisch onderzocht, van welke 1 monster 32,6 % eiwitachtige stoffen, 0,8 % vetaohtige stoffen en 8,9 % vocht bevatte; 1 monster
had een gehalte aan eiwitachtige stoffen van 31,9 % en in het derde werd h e t
gehalte aan vetachtige stoffen bepaald, welk gehalte 0,6 % bedroeg.
H e t als „kunst-karnemelkpoeder" ingezonden monster bestond uit afval van
aangezuurde magere melkpoeder, hetwelk fijn koolpoeder bevatte.
Meel
Onder deze algemeene benaming werden 5 monsters ingezonden, van welke
4 monsters uitsluitend microscopisch werden onderzocht. Van 2 monsters was
de zuiverheid onvoldoende, wegens aanwezigheid van veel levende mijten en
schimmel. E e n monster bestond uit blauwmaanzaadschroot en een monster uit
gemalen graankaf (hoofdzakelijk tarwekaf) ; de samenstellende deelen van
1 monster waren : gemalen bietenzaadafval, gemalen graszaadafval, gemalen
graankaf, onder welke gerstnaalden, zeesterrenmeel, hetwelk wat diermeel
bevat, gemalen spinaziezaadafval en zeer weinig minerale bestanddeelen; van
1 monster was de samenstelling : afvallen van tarwe, graszaadafval, zeesterrenmeel, gemalen lijnzaadkaf (met wat lijnzaad), gemalen gerstnaalden en meel
van afval van erwten. H e t monster, in hetwelk een chemische analyse werd
verricht, bestond uit: gemalen graankaf (onder welke gerstnaalden), gemalen
gedroogd zeewier, afval van gezouten visch, paardenkastanjemeel, zeesterrenmeel, bietenzaadafval, eikelmeel, houtskool en minerale bestanddeelen. De gevonden gehalten in dit monster w a r e n : 12,6 % eiwitachtige stoffen, 7,6 %
verteerbare eiwitachtige stoffen, 3,9 % vetachtige stoffen, 10,5 % vocht, 29,2 %
aschbestanddeelen, 8,1 % in verdund zoutzuur onoplosbare aschbestanddeelen
en 11,1 % koolzure kalk.
Meel van cake
Wegens aanwezigheid van schimmel, was de zuiverheid van dit monster
onvoldoende. H e t monster bestond uit cake-afval, hetwelk een weinig maïsmeel
bevatte. E e n chemisch onderzoek werd in dit monster niet verricht.
Mengsel
I n een der 2 ingezonden en onderzochte monsters werd een chemisch onderzoek verricht.
De samenstellende deelen van het eene monster waren : gemalen lijnzaadkaf,
gemalen graankaf, wortelenzaadafval en weinig minerale bestanddeelen, terwijl
de gevonden gehalten w a r e n : 7,3 % eiwitachtige stoffen, 2,3 % vetachtige
stoffen, 32,3 % ruwe eelstof, 11,1 % vocht, 14,0 % aschbestanddeelen en 7,7 %
in verdund zoutzuur onoplosbare aschbestanddeelen.
De samenstelling van het andere monster was : karwijzaadafval, gemalen
bietenzaadafval, gemalen gedroogd bietenloof, tulpenbollenmeel, zeer weinig
gemalen onkruidzaden en kastanjemeel en verder sporen gemalen gedroogd zeewier en minerale bestanddeelen. De hoeveelheid ijzersulfaat in dit monster
aanwezig, was, op het oog beoordeeld, te hoog voor veevoeder.
Monster B.K.
H e t ingezonden monster bestond uit bloedkoek, welke veel keukenzout bevatte. De gevonden gehalten waren: 36,4 % eiwitachtige stoffen, 35,3 % verteerbare eiwitachtige stoffen, 53,5 % vocht, 10,2 % aschbestanddeelen en 5,6 %
chloor als chloride, aequivalent met 9,2 % keukenzout.
Monster
C.B.H.
I n dit monster, hetwelk kennelijk geen betrekking had op veevoeder, .werd
de aanwezigheid vastgesteld van tarwegrint, roggegrint, een alkalifosfaat, natriumkalium, reduceerende suiker, weinig chloride en sulfaat en een kunstmatige organische kleurstof.
85
Monster Nkt. L.
De samenstelling van dit monster w a s : gemalen onkruidzaden, tarwemeel,
roggemeel, havermeel en paardenboonenmeel. I n dit monster werd schimmel
aangetroffen, waarom de zuiverheid onvoldoende werd verklaard. De chemische
samenstelling w a s : 14,6 % eiwitachtige stoffen, 2,5 % vetachtige stoffen, 9,5 %
ruwe celstof, 13,1 % vocht, 9,3 % aschbestanddeelen en 5,4 % in verdund
zoutzuur onoplosbare aschbestanddeelen.
Monster P.B.
H e t onder deze benaming ingezonden monster, hetwelk uitsluitend microscopisch werd onderzocht, bestond uit melkpoeder, een oplosbaar carbonaat (vermoedelijk kaliumcarbonaat), fijn gemalen graankaf of graanstroo, verder wat
natriumfosfaat en als drager van een oranje-gele kleurstof, natriumsulfaat.
Monster P.V.
I n dit monster, hetwelk uit vochtig bloedmeel bestond, dat veel keukenzout
bevatte, werden onderstaande gehalten gevonden:
Eiwitachtige stoffen
48,2 %
Verteerbare eiwitachtige stoffen
46,9 %
Vocht
34,9 %
Aschbestanddeelen
15,5 %
Chloor als chloride
9,1 %
aequivalent m e t 15,0 % keukenzout.
Monster Provo
Dit monster, bestaande uit vochtig bloedmeel, bevatte 34,1 % vocht en een
gehalte aan chloride, aequivalent m e t 10,4 % keukenzout.
Moutkiemstof
I n het onderzochte monster werden de volgende gehalten gevonden : 10,9 %
eiwitachtige stoffen, 2,2 % vetachtige stoffen, 23,2 % ruwe celstof, 11,3 %
vocht, 11,4 % aschbestanddeelen en 9,1 % in verdund zoutzuur onoplosbare
aschbestanddeelen. E e n microscopisch onderzoek werd niet verricht.
Narcissenmeel en
narcissenvezels
Twee ingezonden monsters, welke slechts microscopisch werden onderzocht,
gaven geen aanleiding tot het maken van opmerkingen.
Onbekend gemengd meel
Wegens aanwezigheid van schimmel en levende mijten, werd de zuiverheid
van het onderzochte monster onvoldoende verklaard. H e t monster bestond uit
lijnmeel en sojameel. Chemisch werd dit monster niet onderzocht.
Niet genoemd
Ontvangen en onderzocht werden 6 monsters, van welke de naam niet werd
genoemd. Hiervan werden 2 monsters uitsluitend microscopisch onderzocht.
1 monster bestond uit gemalen bietenzaadafval en het andere uit gemalen,
gedroogde aardappelen of aardappelschillenmeel en vischmeel. I n 1 monster
werd alleen een chemische analyse verricht, m e t het volgend resultaat: 17,6 %
eiwitachtige stoffen, 1,7 % vetachtige stoffen, 16,1 % ruwe celstof, 15,3 %
vocht, 17,2 % aschbestanddeelen en 2,5 % in verdund zoutzuur onoplosbare
aschbestanddeelen.
Van de overige 3 monsters bestond 1 monster uit gemalen bietenperskoek met
een gehalte aan suiker (berekend als saccharose) van 17,2 %, aan vocht van
9,5 %, aan aschbestanddeelen van 29,5 % en aan in verdund zoutzuur onop-
86
losbare aschbestanddeelen van 24,6 % ; van 1 monster, bestaande uit aardappelschillenmeel, garnalendoppenmeel of garnalenmeel, was de zuiverheid onvoldoende, daar het levende mijten bevatte. Dit monster bevatte 13,4 % in verdund zoutzuur onoplosbare aschbestanddeelen.
De samenstelling van het derde monster was : zeesterrenmeel, verder gemalen spinaziezaad of spinaziezaadafval, gemalen gedroogde aardappelen of
aardappelschillen, gemalen wortelenzaad en weinig boonenmeel, eikelmeel,
schelpdeelen van mosselen, kunstmatige kleurstoffen en veel keukenzout.
Onbekend product
Van de 2 ingezonden en onderzochte monsters bevatte 1 monster veel schimmel en bacteriën en werd als niet frisch en gezond aangemerkt. Dit monster
bestond uit een eiwitrijk product, van hetwelk de aard niet kon worden vastgesteld; het bevatte een oplosbaar fosfaat.
H e t tweede monster bestond uit vliegasch, welke een weinig pulp bevatte.
I n beide monsters werd geen chemisch onderzoek verricht.
Onbewerkte grondstof
De 2 ontvangen monsters werden uitsluitend chemisch onderzocht.
Peulendopmeel
Onder deze benaming werden 17 monsters ontvangen en onderzocht, van
welke 5 monsters uitsluitend microscopisch werden onderzocht.
10 monsters bestonden uit fijn krijt en tarwekaf;
4 monsters uit koolzure voederkalk en tarwekaf of graankaf;
1 monster uit krijt en gemalen graankaf;
1 monster uit gemalen koolzaadstroo, en
1 monster uit gemalen koolzaaddoppen.
Plasma
H e t ingezonden monster bestond vermoedelijk uit meel van gedroogde bloedplasma en had een gehalte aan eiwitachtige stoffen van 73,1 %, aan verteerbare eiwitachtige stoffen van 72,4 % en aan vocht van 15,5 %.
Riet
Van de 3 onderzochte monsters werd het als „gedroogd groen r i e t " ingezonden monster uitgebreid onderzocht, m e t onderstaand r e s u l t a a t :
Eiwitachtige stoffen
11,5 %
Verteerbare eiwitachtige stoffen .
•
5,9%
Werkelijk eiwit
9,4 %
Verteerbaar werkelijk eiwit
3,8 %
Vetachtige stoffen
1,9 %
E u w e celstof
39,3 %
Vocht
11,6 %
Aschbestanddeelen
5,8 %
I n het monster „.gemalen r i e t " was het gehalte aan eiwitachtige stoffen
5,9 % en dat aan verteerbare eiwitachtige stoffen 3,3 %.
H e t monster „ k u n s t m a t i g gedroogd r i e t m e e l " bestond uit rietmeel, hetwelk
een kunstmatig droogproces had ondergaan. E e n chemisch onderzoek werd in
dit monster niet verricht.
Opfohvoer voor kanaries
Dit monster bestond uit garnalenmeel en zeer weinig havermeel en bevatte
5,0 % in verdund zoutzuur onoplosbare aschbestanddeelen.
87
Paardcnvoer
De microscopische samenstelling van dit monster was: bolkaf, nl. lijnzaaddoozen, verder lijnzaad en weinig stengel- en bladdeelen van vlas. De hoeveelheid lijnzaad, werd geschat op 26 % .
Scheven (vlasafval)
H e t microscopisch onderzoek van dit monster gaf geen aanleiding tot het
maken van opmerkingen.
Scliülenmeel
H e t onderzochte monster bestond uit aardappelschillenmeel, hetwelk 8,6 %
in verdund zoutzuur onoplosbare aschbestanddeelen bevatte.
Silostof
De 2 onderzochte monsters bestonden uit graanstof en bevatten 26,5 % en
33,9 % in verdund zoutzuur onoplosbare aschbestanddeelen.
Sheaschroot
De samenstelling van dit monster gaf geen aanleiding tot opmerkingen.
Spinazie zaadme el
H e t eene onderzochte monster bestond uit fijngemalen spinaziezaadafval.
Spinaziezaad en kleef kruid.
Werd alleen chemisch onderzocht.
Spurrie zaadm eel
Van dit product werd 1 monster ontvangen en uitsluitend chemisch onderzocht.
Surrogaat
krachtvoeder
H e t onder deze benaming ingezonden monster bestond uit gemalen vlasscheven.
Stroo
Onder verschillende benamingen werden 14 monsters ingezonden en onderzocht.
Stroomeel
Dit monster bestond grootendeels uit koolzure kalk, nl. 82,6 % en bevatte
een weinig gips.
Suikerbietenkoppen
Dit monster bestond uit bietenzaadafvalmeel en bevatte 19,3 % in verdund
zoutzuur onoplosbare aschbestanddeelen. Dit hooge gehalte m a a k t het product
ongeschikt als veevoeder.
Suikerbietenmeel
Van dit product werden 4 monsters onderzocht. Hiervan gaven 2 monsters
geen aanleiding tot opmerkingen, werd 1 monster uitsluitend chemisch onderzocht en bestond 1 monster uit bietenzaadstroo.
Suikerbietenzaadimeel
De samenstelling van dit monster was bietenzaadafval.
Tabaksurrogaat
Ontvangen en onderzocht werden 3 monsters, welke microscopisch werden
onderzocht.
E e n dezer monsters bestond uit gedroogde plantendeelen van erwten, paardenboonen en onkruiden; de samenstelling van het tweede monster was: gemalen
erwtenstroo, gemalen karwijzaadafval, verder weinig graankaf, zeer weinig lijnzaadkaf en wat onkruiden, terwijl het derde monster was samengesteld uit
gedroogde kersenbladeren en wellicht ook andere gedroogde bladeren, van welke
wij den aard echter niet hebben kunnen vaststellen.
Tonique Vitafos
I n dit monster, hetwelk bestond uit gemalen gedroogde appelpulp en zeer
veel minerale bestanddeelen, was het gehalte aan ijzer aequivalent met 14,9 %
ijzersulfaat ( F e S 0 4 7 a q ) .
Varkenshuid
Onder deze benaming werden 3 monsters ontvangen en onderzocht, van welke
het gehalte aan vetachtige stoffen was: 2,4 %, 2,9 % en 6,2 %.
Varkensmeel
H e t eene onderzochte monster was samengesteld u i t : gemalen graankaf, gemalen gedroogd zeewier, tulpenbollenmeel, gemalen bietenzaadafval, gemalen
koolzaadstroo, gemalen schelpen, houtskool en minerale bestanddeelen. H e t
gehalte aan koolzure kalk bedroeg 26,2 % en dat aan ijzersulfaat ( F e S 0 4
7aq) 1,7%.
Varkensvoer
Dit monster bestond uit zeer fijn gemalen bietenzaadafval m e t 16,6 % in
verdund zoutzuur onoplosbare aschbestanddeelen.
Veevoeder
Onder deze algemeene benaming werden 9 monsters ingezonden en onderzocht, van welke 1 monster schimmel bevatte, hetgeen daarom als niet frisch
en gezond werd aangemerkt.
1 monster bestond uit houtcellulose en bevatte 1,1 % eiwitachtige stoffen,
81,9 % ruwe celstof, 5,9 % vocht en 1,1 % aschbestanddeelen;
1 monster bestond uit gemalen lijnzaadkaf;
1 monster bestond uit slobber van een tarwe- en roggeproduct, mogelijk
tarwe- en roggezemelen en een gemalen bietenproduct;
1 monster bestond uit magere melkpoeder, hetwelk wat koolpoeder bevatte;
1 monster bestond uit gemalen lijnzaadkaf, nl. deelen van de lijnzaaddoos,
van het lijnzaad en verder van blad- en stengeldeelen van de vlasplant;
1 monster bestond uit grasmeel, lucernemeel en onkruiden;
1 monster bestond uit bestanddeelen, afkomstig van rogge, haver, tarwe,
boekweit, soja, rijst, maïs, pulp en lijnzaad, gemalen bietenzaadafval, gemalen
onkruidzaden en minerale bestanddeelen. Wegens aanwezigheid van schimmel
was de zuiverheid van dit monster onvoldoende.
Van 2 monsters kon de aard niet worden vastgesteld, doch vermoedelijk bestonden deze monsters uit gedroogde stengeldeelen en/of worteldeelen van
planten (koolplanten).
Vischmelange
Wegens het keukenzoutgehalte, berekend uit h e t gehalte aan chloor als
chloride, van 13,5 %, kwam dit product, hetwelk uit gezouten vischafval en
biscuitafval bestond, niet in aanmerking om als zoodanig te worden gevoederd.
Vischvoeder
Van de 2 onderzochte monsters, werd 1 monster alleen microscopisch onderzocht. E e n monster bestond uit gemalen schelpen, zand, gemalen graankaf en
89
verder zeer weinig gemalen karwijzaadafval en fenegriekmeel, terwijl de samenstelling van het andere monster was: vischmeel, gemalen gedroogd brood, verder
havermoutafvalmeel en zeer weinig garnalenmeel of garnalendopmeel. Dit
monster bevatte 3,0 % keukenzout, berekend uit het gehalte aan chloor als
chloride.
Vitorgcen
'
H e t onder deze benaming ingezonden monster bestond uit gemalen zeewier,
houtskool en veel minerale bestanddeelen. H e t gehalte aan keukenzout, berekend
uit het gehalte aan chloor als chloride, was 6,4 % en dat aan ijzersulfaat
( F e S 0 4 7 aq) berekend uit het gehalte aan Fe, 2,0 %.
Vitaminekrachtvoer
Van dit product werd 1 monster onderzocht, hetwelk bestond uit tarwekiemen, tarwegrint en weinig fosforzure voederkalk. H e t gehalte aan fosforzuur,
oplosbaar in mineraalzuur was 2,8 %.
Voer
H e t onderzochte monster bevatte een gehalte aan kooldioxyde, aequivalent
met 7,3 % koolzure kalk en bestond uit gemalen gedroogd bietenloof, gemalen
bietenzaadafval, gemalen graankaf, gemalen lijnzaadkaf, aardappelschillenmeel,
klaverzaadafval, weinig kastanjemeel, gemalen zeewier, houtskool en minerale
bestanddeelen.
Voerpeulvruchtenmeel
De samenstelling van dit monster was : erwtenmeel, roggemeel en havermeel.
Daar het monster schimmel bevatte, werd de zuiverheid onvoldoende verklaard.
Chemisch werd dit monster niet onderzocht.
Voederbieten
H e t gehalte aan. droge stof, in dit monster bepaald, was 19,0 %.
Vogelvoeder
H e t ingezonden en onderzochte monster bestond uit gemalen cacaodoppen,
gemalen karwijzaad, verder gemalen afval van gezouten visch en zeer veel
koolzure voederkalk en fosforzure voederkalk. Al vanwege het hooge koolzure
kalkgehalte was dit product vermoedelijk ongeschikt om zonder eenige andere
bijvoeding aan vogels gegeven te worden.
Voermeel
Onder deze benaming werden 3 monsters ingezonden, van welke 1 monster
schimmel bevatte, waarom de zuiverheid onvoldoende was. E e n dezer monsters
bestond uit meel van boonen van de soort Phaseolus vulgaris. Variëteiten van
deze soort kunnen een giftige stof „ p h a s i n e " bevatten, welke door koken haar
giftige werking verliest. Voedering in ongekookten toestand kan bij sommige
diersoorten gevaar opleveren.
H e t tweede monster bestond uit fijn krijt en tarwekaf. H e t derde monster
bestond uit gemalen tarwekaf, weinig lijnzaadkaf en zeer veel koolzure voederkalk.
Vulstof
Hiervan werden 7 monsters onderzocht, van welke 5 monsters uitsluitend
microscopisch werden onderzocht.
2 monsters bestonden uit fijn gemalen vlasscheven, van welke 1 monster
bevatte 2,3 % eiwitachtige stoffen, 59,8 % ruwe celstof, 10,8 % vocht en. 4,4 %
aschbestanddeelen ;
90
2
1
1
1
monsters bestonden uit fijn gemalen graankaf;
monster bestond uit graszaadafval ;
monster bestond uit fijn gemalen stroo, vermoedelijk lijnzaadstroo en
monster bestond uit karwijzaadstroo en verder plantendeelen.
Walsenpoeder
Onder dezen n a a m werd 1 monster ontvangen en onderzocht, hetwelk bestond uit magere melkpoeder, hetwelk wat fijn zwart poeder, vermoedelijk koolpoeder bevatte. H e t bepaalde gehalte aan verteerbare eiwitachtige stoffen was
32,1 % .
Wijco-krachtvoeder
Van dit- monster was de samenstelling: afval van gezouten visch,. zeesterrenmeel, gemalen gedroogde schillen of pulp van appelen en ijzersulfaat.
De hooge gehalten aan ijzersulfaat, aan keukenzout, en aan koolzure kalk
maakten dit product ongeschikt als veevoeder.
Zaadafvallen
(geperst)
Van dit, uit meel van een geperst mengsel van graankaf m e t verschillende
onkruidzaden bestaand monster, werd een uitgebreide analyse verricht, met
onderstaand resultaat:
Eiwitachtige stoffeu
15,3 %
Verteerbare eiwitachtige stoffen
10,4 %
Vetachtige stoffen
5,1 %
E u w e celstof
16,8 %
Vocht
9,7 %
Aschbestanddeelen
14,6 %
I n verdund zoutzuur onoplosbare aschbestanddeelen
7,8 %
Zonnebloempittenschroot
Van de 3 onder deze benaming ingezonden monsters werden 2 monsters
alleen chemisch onderzocht op het gehalte aan vocht, welk gehalte bedroeg 8,0 %
en 8.9 % ; het andere monster gaf geen aanleiding tot opmerkingen en bevatte
20,6 % eiwitachtige stoffen, 0,7 % vetachtige stoffen, 44,0 % ruwe celstof,
9,1 % vocht en 4,9 % aschbestanddeelen.
I n een als ,.zonnebloemschroot" ingezonden monster werd gevonden: 24.0 %
eiwitachtige stoffen, 0,7 % vetachtige stoffen, 39,6 % ruwe celstof, 8,8 %
vocht en 5,5 °/„ p«chbestanddeelen. E e n microscopisch onderzoek werd in dit
monster niet verricht.
Gemalen licht graan
E e n 12-tal onder deze benaming ingezonden monsters bestond uit afvallen,
in hoofdzaak afkomstig van gerst, tarwe, haver en rogge. E e n dezer monsters,
hetwelk slechts microscopisch werd onderzocht, bevatte levende mijten, zoodat
de zuiverheid onvoldoende werd verklaard.
I n 11 monsters werd een chemisch onderzoek verricht.
Cesarine-producten
Onder verschillende benamingen werden 13 monsters ingezonden en onderzocht, van welke in 1 monster uitsluitend de microscopische samenstelling werd
nagegaan. E e n 8-tal monsters werd als niet frisch en gezond aangemerkt, daar
levende mijten en/of schimmel werd aangetroffen.
Bonvrije voeders
Van de 99 onderzochte monsters, welke onder verschillende benamingen
werden ingezonden, werden 17 monsters niet geschikt geacht als veevoeder
91
wegens aanwezigheid van schimmel en/of levende mijten of een te hoog gehalte
aan minerale bestanddeelen; zoo liep het gehalte aan ijzersulfaat ( F e S 0 4 7 aq)
berekend uit het ijzergehalte uiteen van 0,5 % tot 6,5 %; dat aan keukenzout,
berekend uit het gehalte aan chloor als chloride, bewoog zich tusschen 1,5 %
en 5,3 % ; dat aan koolzure kalk lag tusschen 5,2 % en 79,8 % en voor het
gehalte aan in verdund zoutzuur onoplosbare aschbestanddeelen werd, gevonden
als laagste 3,9 % en als hoogste 21,8 %.
Omvang van het controle-onderzoek
Aantal monsters,
1942
Juli
Augustus .
September
October .
November
December
gedurende de verschillende
Meststoffen
. .
. .
. .
. .
. .
260
308
262
245
257
210
295
Voederstoffen
428
477
385
462
418
399
383
maanden
1943
Januari . .
Februari . .
Maart . . .
April . . .
Mei . . . .
Juni . . . .
Juli . . . .
Augustus . .
September .
October . .
November .
December .
ingekomen
Meststoffen
Voederstoffen
269
397
346
336
293
243
247
221
231
223
275
266
377
398
455
412
474
389
389
417
407
500
477
352
Onder deze aantallen zijn begrepen 239 monsters meststoffen en 293 monsters
voedermiddelen, genomen door den dienst ter opsporing van vervalschingen,
doch niet de 94 monsters, ingekomen bij ingediende aanvragen om ontheffing in
verband met het Meststoffenbesluit.
Daar vooral de monsters voederstoffen vanwege de bijzondere omstandigheden
steeds meer door een paar groote instellingen als E . V . O . , C.C.D. A.V.A. en
C L . O . en steeds minder door particulieren, zoowel handelaren als verbruikers,
ingezonden worden, is in dit verslag geen overzicht van h e t aantal inzenders
uit de verschillende provinciën, zooals in vorige verslagen gebruikelijk was, opgenomen, daar een dergelijk overzicht toch niet meer zou kunnen dienen als
vergelijkingsobject m e t andere verslagperioden.
Uit het buitenland werden nog wel rechtstreeks, zij het m e t groote vertraging,
eenige monsters ïhomasfosfaatmeel ontvangen, maar deze werden voor rekening
van binnenlandsche firma's onderzocht.
Appèl-onderzoekingen
Appèl-onderzoek werd in den loop van deze verslagperiode niet aangevraagd.
Verslag, betreffende den dienst ter opsporing van vervalschingen
De in dit overzicht opgenomen monsters zijn reeds in de betreffende rubrieken besproken.
Meststoffen
Gedurende deze verslagperiode werden door den Opsporingsdienst 239 monsters ten onderzoek ingezonden, van welke 194 monsters werden onderzocht.
Aardappelmest
H e t ingezonden monster bevatte 2,00 % stikstof als nitraat, 4,45 % animo-'
niakale stikstof, sporen fosforzuur, oplosbaar in mineraalzuur, 11,5 % kali,
oplosbaar in water en 0,5 % chloor als chloride.
92
Afvalproduct
De gevonden gehalten in 2 monsters w a r e n : 0,25 % en 0,95 % stikstof,
1,10 % en 0,70 % fosforzuur, oplosbaar in mineraalzuur, 0,10 % en 0,25 %
kali, oplosbaar in water, 3,8 % en 6,2 % calciumoxyde, oplosbaar in mineraalzuur, 2,9 %• en 5,5 % zuurbindende bestanddeelen, berekend als calciumoxyde,
15,4 % en 24,5 % kiezelzuur (Si0 2 ) en 63,4 % en 47,5 % vocht.
Agrifosfaat
,
Dit monster had een gehalte aan fosforzuur, oplosbaar in mineraalzuur van
23,9 % en aan fijnmeel van 99 % (maaswijdte zeef 0,17 m m ) .
A.S.F.korrels
I n dit monster werd gevonden: 7,45 % nitraatstikstof, 7,35 % ammoniakale
stikstof, 1 8 , 6 % fosforzuur, oplosbaar in water en 2 3 , 7 % kali, oplosbaar in water.
Basifos
H e t onderzochte monster bevatte 11,9 % fosforzuur, oplosbaar in mineraalzuur, 6,9 % fosforzuur, oplosbaar in 2 % citroenzuur, 54,4 % calciumoxyde,
oplosbaar in mineraalzuur, 24,7 % kiezelzuur en 93 % fijnmeel (maaswijdte
zeef 0,17 m m ) .
Beenzwart
H e t gehalte aan fosforzuur, oplosbaar in mineraalzuur in dit monster
was 26,8 %.
Bloemenmest
Van de 6 onderzochte monsters voldeden 2 monsters niet aan de gegeven
garantie.
Chaux hydratée
Van de 2 onder deze benaming ingezonden monsters, bevatte 1 monster
8,6 % calciumoxyde, oplosbaar in water en 18,9 % vocht, terwijl in het andere
werd gevonden 22,7 % calciumoxyde, oplosbaar in water en 34 % fijnmeel
(maaswijdte zeef 0,32 m m ) . H e t vochtgehalte was 23,0 %.
Compost
Voor dit, ter eigen oriënteering genomen monster, wordt verwezen naar de
rubriek compost, in welke dit monster behandeld is.
Cultura-natuurmest
H e t onder deze benaming ingezonden monster bevatte 0,45 % stikstof,
0,60 % fosforzuur, oplosbaar in mineraalzuur, 0,30 % kali, oplosbaar in water,
1,6 % kalk, oplosbaar in mineraalzuur en 2,8 % vocht; het gloeiverlies bedroeg
9,8 %.
Dollardslib
De gehalten in dit monster waren: 0,15 % stikstof, 0,10' % fosforzuur, oplosbaar in mineraalzuur, 0,10 % kali, oplosbaar in water, 2,8 % calciumoxyde,
oplosbaar in mineraalzuur, 2,3 % kooldioxyde, 3,6 % gloeiverlies (minus vocht
en kooldioxyde) en 55,5 % vocht.
Fertifos
H e t als „ F e r t i f o s " (d.i. een dubbelkalkfosfaat) ingezonden monster had een
gehalte aan fosforzuur, oplosbaar in mineraalzuur en aan fijnmeel, lager dan is
voorgeschreven, terwijl het gehalte aan calciumoxyde, oplosbaar in mineraalzuur hooger was dan de maximumgrens. De gevonden gehalten waren: 27,7 %
93
fosforzuur, oplosbaar in mineraalzuur, 41,3 % calciumoxyde, oplosbaar in mineraalzuur en 62 % fijnmeel (maaswijdte zeef 0,22 m m ) .
Fosfaatmergel
Onder deze benaming en als ,,fosforzure kalkmergel" en , ,fosfaatkalk"
werden 5 monsters ingezonden en onderzocht, welke monsters geen aanleiding
gaven tot opmerkingen.
Fosforietmeel
Ontvangen en onderzocht werd 1 monster m e t 14,3 % fosforzuur, oplosbaar
in mineraalzuur en 89 % fijnheid (maaswijdte zeef 0,17 m m ) .
Fransche fijngemalen
kainiet
I n dit monster werd gevonden: 0,70 % stikstof, 14,2 % kali, oplosbaar in
water, fijnheid (maaswijdte zeef 0,5 m m ) 53 % en fijnheid (maaswijdte zeef
0,22 m m ) 25 %.
Fijne koolzure kalk
Dit monster bevatte 81 % fijn calciumcarbonaat.
Gemalen kluitkallc
E e n der 2 ingezonden monsters werd slechts onderzocht op het gehalte aan
zuurbindende bestanddeelen, welk gehalte 82,0 % was; in het andere werd
gevonden 30 % fijn calciumoxyde, oplosbaar in water, 68,4 % zuurbindende
bestanddeelen, 48,5 % calciumoxyde, oplosbaar in water, 0,8 % magnesiumoxyde, oplosbaar in mineraalzuur, 87 % fijnmeel (2 m m ) en »55 % fijnmeel
(0,32 m m ) .
Gemengde mest
De .5 onderzochte monsters gaven geen aanleiding tot het maken van
opmerkingen.
Hesbaye-fosfaat
•Onder deze benaming en als „mineraalfosfaat" werden 7 monsters ingezonden, van welke in 4 monsters uitsluitend het gehalte aan fosforzuur, oplosbaar in mineraalzuur en in 2 monsters alleen de fijnheid werd bepaald. H e t
andere monster voldeed niet aan de gestelde eischen, wegens te lage fijnheid.
Hoogovenkiezelkalk
Onderzocht werden 2 monsters, van welke 1 monster voldeed aan de gestelde
eischen; van het andere monster werd de fijnheid niet bepaald.
Humusmest
De gevonden gehalten in dit monster waren: 0,45 % stikstof, 0,40 % fosforzuur, oplosbaar in mineraalzuur, 0,15 % kali, oplosbaar in water, 2,3 % calciumoxyde, oplosbaar in mineraalzuur, 13,9 % gloeiverlies (minus kooldioxyde
en vocht), 1,0 % kooldioxyde, 7,5 % stof oxydeerbaar m e t permanganaat en
47,7 % vocht.
Hydraatkrijt
De 2 ingezonden monsters voldeden niet aan de voor dit product gestelde
eischen.
Kalisalpeter
Dit monster gaf geen aanleiding tot opmerkingen.
94
Kalizout
Van de 4 monsters „kalizout 50 %", had 1 monster een gehalte, lager
dan de garantie, m e t overschrijding der speling. De overige 3 monsters en 8 monsters „kalizout 40 %", 1 monster „kalizout 20 %" en 1 monster „kalizout
60 %" gaven geen aanleiding tot opmerkingen.
Kalk
Onder verschillende benamingen werden 9 monsters ingezonden.
Kalkammonsalpeter
Hiervan werden 5 monsters onderzocht. Drie monsters hadden gehalten, lager
dan voorgeschreven; in 1 monster werd alleen h e t gehalte aan koolzure kalk
bepaald, hetwelk 36,0 % bedroeg. H e t vijfde monster gaf geen aanleiding tot
opmerkingen.
Kalkmergel
De in dit monster geconstateerde gehalten voldeden niet aan den in de
Lijst van Meststoffen gestelden eisch.
Koolzure
landbouwkalk
H e t onderzochte monster voldeed aan de gestelde eischen.
Koperslakkenbloem
Ontvangen en onderzocht werden 16 monsters, van welke 2 monsters voldeden
aan de voor dit product gestelde eischen. De overige monsters werden niet volledig onderzocht.
Korrelmengmest
Hiervan werd 1 monster ontvangen, van hetwelk de gehalten waren: 1,75 %
stikstof, 9,3 % fosforzuur, oplosbaar in 2 % citroenzuur, 19,7 % kali, oplosbaar
in water.
Krijt
I n 1 onderzocht monster werd gevonden: 5 0 , 7 % calciumoxyde, oplosbaar in
mineraalzuur, 37,9 % kooldioxyde, 100 % fijnmeel (maaswijdte zeef 0,22 m m )
en 100 % fijnmeel (maaswijdte zeef 0,5 m m ) .
Landbouwkalk
E e n 7-tal ingezonden monsters voldeed niet aan de voor landbouwpoederkalk
gestelde eischen.
Ledermeel
H e t gehalte aan stikstof totaal in dit monster bedroeg 6,75 %.
Magnesiakalk
De 8 ingezonden monsters voldeden niet aan de voor „gemalen ruwe magnesiakalk" gestelde eischen.
Magnesiakalkmergel
Van dit product werden 2 monsters onderzocht. I n 1 monster werd slechts
het gehalte aan zuurbindende bestanddeelen, berekend als CaO, bepaald; dit
bedroeg 83,8 % . I n h e t andere monster werd een afwijkend onderzoek verricht.
Magnesiumkalk
I n dit monster werd gevonden: 51,7 % calciumoxyde, oplosbaar in mineraalzuur, 33,1 % magnesiumoxyde, oplosbaar in mineraalzuur, fijnheid (0,5 m m )
56 % en fijnheid (0,32 m m ) 44 %.
95
Magnesiumsulf aai
H e t gehalte aan magnesiumoxyde in dit monster was 16,5 %, dat aan
zwavelzuuranhydride 32,6 % en dat aan vocht 50,8 %.
M eka-kalkmeststof
Een der 2 onderzochte monsters bevatte 57 % fijn calciiimcarbonaat, 56,4 %
calciumoxyde, oplosbaar in. mineraalzuur, 57,4 % zuurbindende bestanddeelen,
berekend als CaO, 81,2 % koolzure kalk, 14,3 % calciumhydroxyde en 91 %
fijnmeel (maaswijdte zeef 0,5 m m ) , terwijl in het andere werd gevonden
74,6 % koolzure kalk en 22,1 % calciumhydroxyde.
Organische meststof
H e t onderzochte monster bevatte 2,93 % stikstof, 1,56 % fosforzuur, oplosbaar in mineraalzuur en 5,9 % chloor als chloride.
Patentkali
E e n van de 6 monsters patentkali had een te laag gehalte aan kali, oplosbaar in water. De overige gaven geen aanleiding tot opmerkingen.
Poederkalk
Van de 34 onder deze benaming ingezonden monsters voldeden slechts
4 monsters aan den voor „landbouwpoederkalk" in de Lijst van Meststoffen
gestelden eisch van minstens 70 % fijn calciumhydroxyde.
Schelpkalk
H e t gehalte aan fijn calciumhydroxyde in 8 monsters was lager dan den
voor landbouwpoederkalk vastgestelden minimum eisch van 70 %.
Schuimaarde
Onder dezen n a a m en als „gedroogde s c h u i m a a r d e " werden 4 monsters ingezonden, van welke de 3 monsters „gedroogde s c h u i m a a r d e " een te lage fijnheid
hadden.
Stikstof-kainiet
Dit monster bevatte 0,3 % stikstof en 17,6 % kali, oplosbaar in water.
Superfosfaat
I n dit monster werd bepaald h e t gehalte aan fosforzuur, oplosbaar in mineraalzuur en aan fijnmeel (maaswijdte zeef 0,17 ï n m ) ; gevonden werd respectievelijk 16,7 % en 79 %.
Thomasfosfaatmeel
E e n 4-tal monsters gaf geen aanleiding tot het maken van opmerkingen.
UUra-magnesiamergel
Van dit product werden 9 monsters ontvangen, welke niet voldeden aan de
in de Lijst van Meststoffen, aan „ m a g n e s i a m e r g e l " gestelde eischen.
Ureum
H e t eene onderzochte monster voldeed aan den gestelden eisch van minstens 45 % stikstof. H e t gevonden gehalte was 46,15 %.
Vliegasch
Twee ingezonden monsters voldeden niet aan de voor „kalikiezelkalk" in de
Lijst van Meststoffen gestelde eischen.
Zwavelzure
ammoniak
Ontvangen en onderzocht werden 5 monsters, welke geen aanleiding gaven
tot opmerkingen.
96
Zwavelzure kali
H e t eene onderzochte monster voldeed aan de gestelde eischen.
Voedermiddelen
I n deze verslagperiode werden door den Opsporingsdienst 293 monsters ten
onderzoek ingezonden, van welke 291 monsters werden onderzocht.
Beenderbloem
Van dit product werden 2 monsters onderzocht, van welke 1 monster bestond
uit gedeeltelijk ontlijmd beendermeel m e t 28,9 % eiwitachtige stoffen, 6,1 %
vocht en 4,6 % in verdund zoutzuur onoplosbare aschbestanddeelen. I n het
tweede monster, hetwelk als beendermeel werd aangemerkt, bedroeg het gehalte
aan eiwitachtige stoffen 31,9 % en dat aan in verdund zoutzuur onoplosbare
aschbestanddeelen 5,4 %.
Beendermeel
Wegens aanwezigheid van schimmel, was de zuiverheid van dit monster
onvoldoende. De gevonden gehalten w a r e n : 32,7 % eiwitachtige stoffen, 8,4 %
vocht en 7,2 % in verdund zoutzuur onoplosbare aschbestanddeelen.
Bogena Tonicum
De 2 onderzochte monsters bevatten schimmel en werden als niet frisch en
gezond aangemerkt.
Bonvrij voeder
Hiervan werden 11 monsters onderzocht, van welke 2 monsters voor ongeveer de helft uit koolzure voederkalk bestonden.
De zuiverheid van 1 monster werd onvoldoende verklaard, wegens aanwezigheid van veel levende mijten. De overige 8 monsters gaven geen aanleiding
tot het maken van opmerkingen.
Boonenpiksel
I n dit monster werd schimmel aangetroffen, waarom de zuiverheid onvoldoende werd verklaard.
Cartonkoekje
H e t ingezonden en onderzochte monster bestond uit stroocarton en melasse.
Dierlijk eiwit
H e t onderzochte monster bestond uit vetarm vleeschbeendermeel en vischmeel.
Diermeel
Ontvangen en onderzocht werden 3 monsters, van welke 2 monsters geen
aanleiding gaven t o t opmerkingen; het derde monster bevatte w a t haren en
grove beenderfragmenten, doch in fijngemalen toestand kon dit monster als
diermeel van voldoende zuiverheid worden aangemerkt.
Erwtenkaf
Van dit monster, bestaande uit gemalen erwtenstroo, gemalen gerstnaalden,
gemalen spinaziezaadafval en mogelijk gemalen gedroogd spinazieblad, was de
zuiverheid onvoldoende, daar het levende mijten bevatte.
Erwtenpiksel
I n dit monster werd schimmel aangetroffen, waardoor h e t als niet- frisch en
97
gezond werd aangemerkt. H e t monster bestond uit erwtenpiksel (in hoofdzaak
beschimmelde en aangevreten erwten) en wat onkruidzaden.
Fosforzure
voederkalk
H e t eene onderzochte monster bestond niet uit fosforzure-, doch uit koolzure voederkalk.
Gemengde
voeder-middelen
Ontvangen en onderzocht Werden 198 monsters, van welke 27 monsters
wegens aanwezigheid van schimmel en/of levende mijten, van onvoldoende
zuiverheid werden verklaard.
I n 1 dezer monsters werd een stukje glas en in een ander monster een
steentje, beiden ter grootte van een erwt, aangetroffen.
Gerstepelmeel
Dit monster gaf geen aanleiding tot het maken van opmerkingen.
Gist
Dit monster bestond uit gedroogde gist, karwijzaad, wat blauwmaanzaad,
zaagsel, stroo, papier en veel zand en excrementen van muizen en ratten. H e t
monster bevatte veel levende mijten en schimmel en werd als niet frisch en
gezond aangemerkt.
Gras (gedroogd)
Van dit product werden 11 monsters ingezonden en onderzocht, van welke
2 monsters schimmel bevatten en als niet frisch en gezond werden aangemerkt.
Twee andere monsters bestonden uit gedroogd gras, hetwelk vermoedelijk niet in
verschen toestand kunstmatig werd gedroogd. De overige 8 monsters, van welke
1 monster alleen chemisch werd onderzocht, gaven geen aanleiding tot het
maken van opmerkingen.
Grasmeel
Ontvangen en onderzocht werden 13 monsters, van welke 7 monsters vermoedelijk niet in verschen toestand kunstmatig werden gedroogd en van welke
2 monsters vermoedelijk geheel of gedeeltelijk van kuilgras afkomstig waren. E e n
monster bestond niet uit grasmeel, doch uit lucernemeel. De 3 overige monsters
gaven geen aanleiding tot opmerkingen.
Groenpelmeel
H e t onder deze benaming ingezonden monster bestond uit erwtenvoermeel
(veel erwtenschillen, verder meelhoudende kern- en kiemdeelen).
Groenvoermeel
De samenstelling van dit monster w a s : gemalen graankaf, onder welke gerstnaalden, gemalen lijnzaadkaf, gemalen bietenzaadafval, gemalen koolzaaddoppen,
gemalen spmaziezaadafval, weinig graszaadafval en garnalendopmeel, zeer
weinig vischafval en een weinig krijt.
Havcrmeel en andere
haverproducten
Twee als , , B . S . h a v e r " ingezonden monsters bestonden uit beschadigde
haver en beschadigd havermeel. Van het monster „gemalen h a v e r " was de
zuiverheid onvoldoende, daar h e t schimmel bevatte. H e t monster „havermoutafvalmeel" gaf geen aanleiding tot opmerkingen.
Heide
H e t onderzochte monster gaf geen aanleiding tot het maken van opmerkingen.
98
Hondenbrood
De samenstellende deelen van dit monster waren: korrels van afvalstoffen
van de bouillonfabricage (uitgetrokken beenderfragmenten, wat spierweefsel en
keukenzout), koolzure voederkalk, gemalen bietenzaadafval en gemalen gedroogd
bietenloof.
Katoenzaadmeel
H e t vochtgehalte van dit monster was boven de in den codex voedermiddelen
gestelde grens gelegen. Bovendien werd in het monster schimmel en veel
levende mijten aangetroffen, waarom de zuiverheid onvoldoende werd verklaard.
Kippenkorrels
H e t onderzochte monster bestond uit: gemalen spinaziezaadafval, gemalen
graankaf, gemalen bietenzaadafval, zeesterrenmeel, afval van de bouillonfabricage, gemalen schelpen, gemalen onkruidzaden en veel koolzure voederkalk.
Kippenvoer
Van de 2 ingezonden monsters, bestond h e t eene uit heidemeel, verder vischafval, gemalen zeewier en veel koolzure voederkalk, terwijl de samenstelling
van het andere monster was: gemalen graankaf, onder welke gerstnaalden, gemalen erwtendoppen en gemalen vischafval. I n dit monster werd veel schimmel
aangetroffen, waarom de zuiverheid onvoldoende was.
Klavermeel
De 2 onderzochte monsters gaven geen aanleiding tot opmerkingen.
Koeien- en geitenmeel
H e t onder deze benaming ingezonden monster bestond uit heidemeel. Korrels
De samenstelling van dit monster was : gemalen bietenzaadafval, paardenkastanjemeel, gemalen lijsterbessen, gezouten vischafvalmeel, aardappelschillenmeel, weinig gemalen graankaf.
Krijt
Dit monster bestond uit koolzure voederkalk.
Levermeel
De zuiverheid van dit monster was onvoldoende, daar h e t veel levende
mijten bevatte.
Lijsterbessen
(gedroogd)
H e t onderzochte monster gaf geen aanleiding tot opmerkingen.
Lucernemeel
Aanleiding tot het maken van opmerkingen gaf dit monster niet.
Magere melkpoeder
Door de aanwezigheid van schimmel en veel levende mijten, was de zuiverheid van dit monster onvoldoende.
Maïsglutenvoermeel
Wegens aanwezigheid van schimmel en bacteriën werd het ingezonden monster als niet frisch en gezond aangemerkt. H e t monster bestond uit beschadigd
maïsglutenvoer, hetwelk gemalen gedroogde aardappelschillen bevatte.
99
Mineralen
De 4 ingezonden monsters gaven geen aanleiding tot opmerkingen.
Onder-melkpoeder
Dit, uit magere melkpoeder bestaande, monster, bevatte veel levende mijten
en schimmel en werd daarom als niet frisch en gezond aangemerkt.
Pel meel
Onder d e z e , b e n a m i n g werd 1 monster ingezonden, hetwelk bestond uit
gestepelmeel, van hetwelk het gehalte aan aschbestanddeelen boven de vastgestelde m a x i m u m grens was gelegen.
Peulendopmeel
Van dit product werden 5 monsters ontvangen, welke bestonden uit fijn krijt
en tarwekaf.
Peulen-meel
H e t ingezonden monster bestond uit tarwekaf en koolzure voederkalk.
Schillenmeel
H e t onder deze benaming' ingezonden monster bestond uit aardappelschillenmeel.
Soyaschroot
De zuiverheid van dit monster was onvoldoende, daar veel schimmel en
levende mijten werden aangetroffen. Bovendien overschreed het vochtgehalte
de in den codex voedermiddelen gestelde grens.
Suikerpulp
De samenstelling van dit monster gaf geen aanleiding tot het maken van
opmerkingen.
T'arive-aj'valstof
Wegens aanwezigheid van schimmel, was de zuiverheid van dit monster
onvoldoende. H e t monster bestond uit gemalen erwtenstroo.
Tonique Vitafos
De samenstellende deelen van dit monster waren: gemalen gedroogde appelpulp en zeer veel minerale bestanddeelen.
Vieeschb eender-meel
Van de 3 onder deze benaming ingezonden monsters, bestond 1 monster uit
diermeel van voldoende zuiverheid, werd 1 monster als vetarm beendermeel
en het derde monster als beendermeel aangemerkt.
Voer
H e t onderzochte monster bestond uit krijt en verder gemalen graankaf en
gemalen erwtenstroo.
Voerpeulvrucht entneel
De zuiverheid van dit, uit erwtenmeel, hetwelk wat roggemeel en havermeel
bevatte, bestaande monster was onvoldoende door de aanwezigheid van schimmel.
Vulstof
H e t ingezonden monster bestond uit fijn gemalen stroo, vermoedelijk lijnzaadstroo.
100
Zeesterrenmeel
Hiervan werden 2 monsters ingezonden, welke geen aanleiding tot opmerkingen gaven.
Personeel
I n den loop van deze verslagperiode werd aan drie personen, werkzaam bij
de administratie, en aan drie leerling-analysten eervol ontslag verleend, terwijl
benoemd werden drie administratieve krachten, vier leerling-analysten en een
bediende.
H e t totaal aantal personen, in dienst van dit Proefstation, bedroeg op
31 December 1943, met inbegrip Aan de vier controleurs van den Opsporingsdienst, 70.
Besluit
Al of niet in verband met ingezonden monsters en speciaal in verband met
het tot stand gekomen Meststoffenbesluit werden vele adviezen gegeven.
Daartoe gemachtigd door den Secretaris-Generaal van het Departement van
Landbouw en Visscherij werd door den Directeur van 20 April 1943 tot 1 J a n u a r i
1944 in 52 gevallen, voor van de voorschriften door onvoorziene omstandigheden
afwijkende partijen meststof, ontheffing verleend van het 'verbod, bedoeld in
artikel 2, lid 1, van het Meststoffenbesluit.
De Directeur nam als lid geregeld deel aan de vergaderingen van de Commissie van Deskundigen, door den Secretaris-deneraal van het Departement
van Landbouw en Visscherij benoemd in verband met het Meststoffenbesluit,
doch kon vaak uitnoodigingen tot andere vergaderingen, in verband met de
vele verkeersmoeilijkheden niet aannemen. Vermoedelijk door dezelfde oorzaak
kwamen geen bezoeken van leerlingen van scholen of cursussen, wel werd door
belanghebbenden veelvuldig gebruik gemaakt van de gelegenheid tot mondeling
onderhoud met den Directeur ter bekoming van adviezen en bespreking van
belangen.