Weet-wat-je-eet

Download Report

Transcript Weet-wat-je-eet

Actieplan-Koser Kaya Weet, wat je eet

Op een traditionele boerenmarkt koop je direct bij de producent. Voedsel, of het nu vlees is of groenten zijn, is in die situatie overzichtelijk. De herkomst ervan is duidelijk. Er bestaat evenmin twijfel over wat je precies koopt. Het product is onbewerkt, of de boer kan precies vertellen hoe het verwerkt is. Bijvoorbeeld dat de erwtensoep gemaakt is met groenten van eigen land, vlees van de buurman en gekookt is volgens grootmoedersrecept. In de supermarkt is dat niet altijd zo. Wat zijn de omstandigheden waaronder mijn sperziebonen in Egypte

zijn verbouwd en geoogst? Of waaronder mijn koffiebonen geplukt

en geroosterd zijn in Kenia? Het zal door de meeste consumenten niet te achterhalen zijn. Hoeveel vezels zijn er gezeefd uit mijn als gezond en voedzaam gepromote vruchtensap? Waarom zijn er suikers toegevoegd aan de gezeefde tomaten? Uit hoeveel dieren is mijn aan elkaar gelijmde schnitzel samengesteld? Ook deze vragen zullen onbeantwoord blijven – als ze al gesteld worden. Want slechts een derde van de Nederlanders leest het etiket op voedsel.

1 D66 vertrouwt op de eigen kracht van mensen en zet in op het voorkomen van gezondheidsproblemen door preventie. Bijna iedereen wil dat voor zichzelf: gezond en zelfstandig leven. Maar dat is vaak moeilijk in de praktijk te brengen. Om mensen ook daadwerkelijk in staat te stellen gezonde keuzes te maken, is het nodig dat de voedselketen verandert. In meerdere opzichten is transparantie nodig. Zo moet inzicht geboden worden in de herkomst van voedsel: wie produceert waar. Maar ook de productsamenstelling moet nadrukkelijker onder de aandacht van consumenten gebracht worden. In één oogopslag moet duidelijk zijn hoe het eten voor je neus past binnen een gezond voedingspatroon. Daarvoor is een eenduidig keurmerksysteem nodig, maar ook de vormgeving van verpakkingen mag geen indrukken wekken die strijdig is met de feitelijke inhoud van het product. Daarnaast moet meer ruimte ontstaan voor duurzame initiatieven die maatschappelijke voordelen opleveren. De mogelijke botsing met mededingingsregels zorgt nu nog voor pleinvrees. Dat moeten we wegnemen.

1 Houding, Gedrag & Kennis over het etiket op voedingsmiddelen, Voedingcentrum/Gfk, juni 2013, http://www.voedingscentrum.

nl/Assets/Uploads/voedingscentrum/Documents/Consumenten/Nieuws/Rapport%20Voedingscentrum%20Etiket%20op%20Voe dingsmiddelen%2028%20Juni%202013%20(2).pdf. 2

Wie maakt mijn eten?

1. De keten inzichtelijk maken

Tussen boer en bord zitten vele stappen. Elk van die stappen neemt een gespecialiseerd deel van het voedselproces voor zijn rekening. In de vleesketen gaat het dan bijvoorbeeld om: de veehouders, de transporteurs en handelaars, de slachterijen, koel- en vrieshuizen en uiteindelijk de supermarkt, winkel of horeca waar via het vlees uiteindelijk bij de consument belandt. Soms zullen alle actoren bij elkaar in de buurt gelegen zijn en elkaar kennen, vaker zal het hier gaan om een internationale keten met vele tussenstappen. Dat brengt veiligheidsrisico’s met zich mee en maakt het voor de consument lastig kwaliteit van bulk te onderscheiden. Meer inzicht in de keten is dus gewenst!

Elk ei kent een code waaruit het huisvestingssyteem, land, bedrijf en stal te herleiden is. Handig om gelijk te weten waar je ei vandaan komt en wat voor leven de kip had. Voor vlees en groenten is het voor consumenten vaak lastiger de exacte herkomst te achterhalen. Voor verse groenten is dat logisch, zij gaan vaak niet individueel verpakt de verkoop in en worden meestal niet bewerkt. Er is simpelweg geen etiket om informatie op te vermelden. Maar voor vlees en andere dierproducten zou een dergelijk systeem wel ingevoerd kunnen worden. De mate van detail hangt daarbij uiteraard af van het type product en de mate van verwerking. Verwerkte zuivel wordt op zo’n manier gemengd, dat niet te herleiden is welke melk uit welke melkveehouderijen in een specifieke verpakking zit. Voor vlees zal dit echter wel weer vaak mogelijk zijn. ‘Herkomst: Ierland’ voor rund is onvoldoende. Op de verpakking zou met geünificeerde, duidelijke codes kenbaar gemaakt kunnen worden wat het welzijnsniveau was qua staltype en uitloop en uit welk land, bedrijf en stal het dier kwam. Wat voor leven heeft dit dier gehad? Om dat te bereiken moet het einde van de keten, de winkel of haar inkooporganisatie, wel weten wat de eerste stap van de keten is. Zo wordt gelijk bevorderd dat in de keten niet slechts de directe koper en verkoper geregistreerd worden, maar kennis over vorige stappen meegaat naar de volgende schakel. Met een app die de verpakking herkent of een code op de verpakking of een koppeling van de verpakking aan een meerwaarde heeft.

augmented reality

-applicatie kan eenvoudig aan de consument inzichtelijk gemaakt worden welke reis over de wereld het voor hem of haar liggende stukje vlees heeft afgelegd, hoe die stal in Argentinië of Ierland eruit ziet of hoe het slachthuis bij de laatste controle scoorde. Dat gaat dus verder dan alleen het tonen van informatie over samenstelling en voedingswaarde. Door dat inzicht te bieden weet je beter wat je eet. De consument, u en ik dus, kan zo beter geïnformeerd besluiten of de meerprijs voor bijvoorbeeld lokale of biologische producten ook daadwerkelijk voor hem of haar Een verbeterde registratie heeft nog een ander groot voordeel: bij een voedselschandaal zijn de schadelijke gevolgen gemakkelijker te beperken als de hele voedselketen goed inzichtelijk is. Dat is ook een belangrijke reden dat in de Algemene Levensmiddelenverordening de traceerbaarheid van levensmiddelen, diervoeders, voedselproducerende dieren of andere stoffen die bestemd zijn om in levensmiddelen of diervoeders te worden verwerkt, of waarvan kan worden verwacht dat zij daarin worden verwerkt, geregeld is.

2 2 Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 28 januari 2002 tot vaststelling van de algemene beginselen en voorschriften van de levensmiddelenwetgeving, tot oprichting van een Europese Autoriteit voor voedselveiligheid en tot vaststelling van procedures voor voedselveiligheidsaangelegenheden (

PbEG 2002, L 31/1

) 3

De NVWA hanteert een termijn van 4 uur waarbinnen een bedrijf de gevraagde informatie ten behoeve van een terugroepactie moet leveren.

3 Bij een voedselschandaal, bijvoorbeeld fecale bezoedeling van vlees in de slachterij of van paard naar rund omgekat vlees, kan zo altijd worden herleid waar het betreffende vlees terecht is gekomen en de vervuilde producten snel uit de handel gehaald worden. Althans, in theorie. In de praktijk blijkt dit vanwege de stap-voor-stap-werking teveel tijd te kosten en niet altijd tot nauwkeurige uitkomsten te leiden. Een goede illustratie hiervan zijn de EHEC-besmettingen in Zweden in 2013. Mensen werden ziek na het eten van een hamburger met vleessnippers uit Nederland die met EHEC-bacteriën besmet waren; maar volgens het Europese waarschuwingssysteem had het bedrijf voor de hamburgers slechts vlees uit Hongarije, Polen, Verenigd Koninkrijk en Letland betrokken.

4 De oplossing voor verwarring en trage terugroepacties ligt binnen handbereik. Iedereen in de voedselketen heeft al de verplichting de stap voor hem of haar en de stap erna te registeren. Als die informatie met het product meereist, dan kan elke eindafnemer bij een veiligheidswaarschuwing gelijk zelf controleren of het specifieke product ooit bij de betreffende veehouder, slachterij of verhandelaar is geweest. Dat is vele malen sneller dan een telefoonboom afwachten. Daarmee wordt gevaarlijk voedsel snel uit de schappen gehaald.

2. Inspectieresultaten actiever openbaar maken

In welk restaurant en café kan ik veilig eten, en waar kan ik misschien beter even wegblijven? De keuken is vaak niet te zien, en schoongeveegde tafels zeggen niet alles. Gelukkig is er naast de Smaakpolitie van SBS6 ook een overheidsinstantie die controleert of wettelijke voorschriften over bijvoorbeeld hygiëne worden nageleefd: de NVWA. Zij mogen hun inspectieresultaten openbaar maken.

controlegegevens.

6 strijd die nodig was voor openbaarmaking van de lijst van afnemers van Selten.

7 5 Meer openbaarheid op dit terrein is - in woord - ook een uitgangspunt van de regering: naar aanleiding van de recente voedselschandalen kondigde zij aan transparantie te bevorderen door openbaarheid van In daad is daar nog weinig vrijwillig uitvoering aan gegeven blijkens de juridische Wel begint de NVWA langzaamaan meer controlegegevens openbaar te maken. Zo is het voornemen inspectieresultaten bij de horeca, visverwerkende bedrijven en slachterijen op korte termijn voorzien van kleurcode te openbaren.

8 Voor de horeca zou dat onder andere in de app ‘NVWA horeca inspectiekaart’ terug te vinden moeten zijn. Daarin zou kunnen worden gezocht naar de beoordeling van horeca in de buurt of specifiek op naam. Wie de app echter probeert te gebruiken, merkt al gauw dat de uitvoering nog weinig voorstelt. In het centrum van Delft zijn er bijvoorbeeld vier horecagelegenheden waarvan een voedselveiligheidsoordeel getoond wordt. En wie op Den Haag als plaatsnaam zoekt, krijgt beoordelingen gelegen in Den Helder (5x), Den Burg (2x) en Den Dungen (1x).

3 Zie bijvoorbeeld:

Kamerstukken II

2012/13, 26 991, nr. 348.

4 6

Risico’s in de vleesketen, Kamerstukken II,

OVV, 2014, p. 50.

5 Informatie over toezicht, controle en handhaving zijn in artikel 10 Wob slechts een relatieve uitzonderingsgrond.

2013/14, 26 991, nr. 418, p. 2.

7 Rb. Amsterdam, 2 december 2015, ECLI:NL:RBAMS:2015:8599. Zie ook: https://www.nvwa.nl/actueel/nieuws/nieuwsbe richt/2071041/nvwa-maakt-namen-afnemers-vleesgroothandel-selten-openbaar 8

Kamerstukken II

2015/16, 26 991, nr. 475. Zie ook:

Kamerstukken II

2015/16, 34 411, nr. 10, p. 2.

4

Het kan en moet dus beter. Zelfs als dit straks allemaal openbaar staat en de NVWA lering trekt uit de verlopen rechtszaak over de Selten-afnemers, dan nog zullen weinig consumenten actief die informatie opzoeken. Om het nut van deze data te vergroten moet zij actief ter beschikking gesteld worden. Door er een bruikbare open data-set van te maken, zodat iedereen de data van de inspectieresultaten van de NVWA kan gebruiken. Bijvoorbeeld om zelf een app te maken, of de resultaten te publiceren in een lokale krant. Daarbij kan ook in de NVWA-app een mogelijkheid in worden gebouwd waarmee automatisch een pushbericht verzonden wordt als je een bedrijf in loopt waar tekortkomingen zijn. Open je de melding, dan zie je waar het betreffende restaurant of café tekortschiet. Zo kan een keuze gemaakt worden tussen de aanlokkelijke menukaart en het risico dat blijkbaar gelopen wordt. Dit stimuleert ondernemers gelijk ook tekortkomingen te voorkomen, en als ze toch geconstateerd worden, ze bijzonder snel op te lossen.

3. Onveilig voedsel gegeten? Makkelijker je schade verhalen!

Wie dankzij het eten van salmonellazalm of ander onveilig voedsel ziek wordt, zal mogelijk iemand aansprakelijk willen stellen voor de geleden schade. De verkoper bijvoorbeeld, of de producent van het voedsel. Voor die gang naar de rechter is een speciaal middel in het leven geroepen: de productaansprakelijkheid.

9 Daarmee wordt voor consumenten de drempel verlaagd om de geleden (gezondheids)schade te verhalen In tegenstelling tot de meeste andere gronden om schade verhaald te krijgen, hoeft er namelijk geen sprake te zijn voor toerekenbaarheid: bewijs voor nalatigheid of de fout hoeft niet geleverd te worden.

10 De consument hoeft alleen schade, gebrek en causaliteit te bewijzen. Dat lijkt simpel, maar gaat vaak fout in ervaring van consumentenorganisaties, zoals Foodwatch. Over productaansprakelijkheid bestaat veel jurisprudentie, maar dat richt zich vooral op niet-voedsel. Bij voedsel wordt minder vaak een rechtszaak gestart. Dat is goed voorstelbaar. Waar een ontploffende telefoonbatterij en de brandwond als gevolg daarvan gemakkelijk in een causaal verband met elkaar te zetten zijn, gaat dat bij onveilig voedsel lastiger. Niet uit te sluiten is immers dat er sprake is van een andere oorzaak van de gezondheidsschade. Hoewel het op papier dus gemakkelijk lijkt schade vergoedt te krijgen van de producent, is het in de praktijk lastig. Daar moet wat aan gedaan worden!

Ondanks de Europese grondslag voor de productaansprakelijkheid 11 wordt het lidstaten vrij gelaten hun eigen bewijsregels toe te passen; daarover wordt niets voorgeschreven.

12 Dit uiteraard zolang die een redelijke weging van de belangen van consument en producent inhoudt. D66 wil daarom dat de consument geholpen wordt met een bewijsvermoeden: als een consument aannemelijk kan maken dat hij voedsel gegeten heeft waarvoor een veiligheidswaarschuwing van de NWA is uitgegaan en vervolgens ziek is geworden, dan wordt vermoedt dat de opgetreden (ziekte)schade het gevolg is van dat voedsel.

13 9 Artikel 6:185 BW.

10 Wat bijvoorbeeld bij de gewone onrechtmatige daad (6:162 BW) wel het geval is.

11 Richtlijn 85/374/EEG van de Raad van 25 juli 1985 betreffende de onderlinge aanpassing van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen der lidstaten inzake de aansprakelijkheid voor producten met gebreken (

PbEEG 1985, L 210/29

12 ). Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 1999/34/EG van het Europees Parlement en de Raad (PB L 141 van 4.6.1999, blz. 20).En waarvan de werking bevestigd wordt in Verordening 178/2002 (EG) van het Europees Parlement en de Raad van 28 januari 2002 tot vaststelling van de algemene beginselen en voorschriften van de levensmiddelenwetgeving, tot oprichting van een Europe se Autoriteit voor voedselveiligheid en tot vaststelling van procedures voor voedselveiligheidsaangelegenheden (PbEG 2002, L 31/1)

Productaansprakelijkheid en productveiligheid ,

Van Boom & Van Doorn, in:

Handboek Consumentenrecht ,

pagina 266. http:// www.professorvanboom.eu/pdf_files/VanBoom_VanDoorn_HandboekConsumentenrechtH13.pdf

13 Het is dan aan de fabrikant om te weerleggen dat de consument van zijn onveilige voedsel ziek geworden is. Daarvoor hebben 5

Zo wordt de benadeelde geholpen het gevraagde bewijs te leveren. Uiteraard dient er wel een verband te blijven bestaan tussen de opgetreden gezondheidsproblemen en de aard van de waarschuwing. Wanneer producten worden teruggehaald omdat er mogelijk sporen van noten inzitten, zal dat voor iemand die daar niet allergisch voor is, geen hulp door middel van het bewijsvermoeden dienen op te leveren. Ook het krijgen van een schadevergoeding voor het bewust of nalatig alsnog tot zich nemen van het voedsel wordt met dit voorstel uiteraard niet bevorderd.

14 Wanneer de vanuit de NWA een veiligheidswaarschuwing wordt gegeven omdat is geconstateerd dat er in het productieproces van een specifiek voedingsmiddel een fout is geslopen, dan hoeft de consument niet zelf meer aan te tonen dat hij of zij ziek is geworden door dit product. Daardoor kan de consument makkelijk een schadevergoeding krijgen voor de gezondheidsschade die is opgelopen. De balansgedachte die ten grondslag ligt aan de Europese richtlijn wordt zo ten volle gerespecteerd: de consument wordt beschermd.

Wat eet ik eigenlijk?

4. Herkenbare en eenduidige keurmerken

Er zijn tientallen keurmerken voor voedsel. De bekendste daarvan zullen voor veel mensen het Beter Leven-keurmerk op vlees zijn en het Vinkje. Ook Fairtrade Max Havelaar en 100% weidemelk zullen waarschijnlijk relatief grote bekendheid genieten. Maar een glimlachende tand met daarboven een paraplu, waar staat dat voor? En wat betekent dat blauwe of groene vinkjes nu eigenlijk precies. Daarover bestaat veel verwarring. Ondanks alle goede bedoelingen, blijkt de consument eerder het bos ingestuurd te worden dan eruit geholpen.

De Consumentenbond voerde eerder dit jaar campagne tegen het vinkje: Weg met het vinkje. Zij zijn van mening dat het Vinkje misleidend werkt.

ongezonder zijn. 15 Uit door hen gedaan onderzoek blijkt dat 77 procent van de consumenten niet weet wat het groene vinkje betekent, en slechts 15 procent weet het verschil tussen het groene en blauw vinkje correct te benoemen.

16 Ook vindt nog geen 40 procent van de Nederlanders dat het vinkje nuttige informatie biedt. Verder doen lang niet alle fabrikanten mee aan het vinkje. Daardoor ontstaat soms de indruk dat producten die gezonder zijn dan een variant met een vinkje erop, toch Begin dit jaar kwam ook de ACM met een zorgwekkend bericht over het huidige systeem van keurmerken: de geloofwaardigheid staat onder druk.

keuze te maken. 17 Door de wildgroei aan keurmerken en onduidelijkheid waarvoor een keurmerk staat, dreigen zij hun waarde te verliezen. Het helpt de consument niet een geïnformeerde 14 Artikel 6:101 BW, aangaande de schade die mede een gevolg is van een omstandigheid die aan de benadeelde kan worden toegerekend, blijft onverkort gelden.

15 Consumentenbond, ‘Waarom de Vinkjes wegmoeten’, maart 2016, https://www.consumentenbond.nl/campagnes/vinkjes/waar om-de-vinkjes-van-de-verpakkingen-af-moeten/ . 16 Nog even de goede antwoorden voor de lezer van dit stuk. Het groene vinkje houdt in dat het product voldoet aan voedings deskundige eisen specifiek voor deze productgroep en het blauwe vinkje dat het product niet noodzakelijk is voor een evenwich tige voeding, maar voldoet aan voedingskundige eisen specifiek voor deze productgroep. Grofweg gaat het dus om het verschil tussen Schijf-van-Vijf-voeding en andere voeding.

17 Zie ook: https://www.acm.nl/nl/publicaties/publicatie/15163/ACM-over-keurmerken/ 6

En dat terwijl het zoveel simpeler kan. Zie onderstaande voorbeelden.

Afbeelding 2.

Een variant van het stoplichtsysteem op een zakje ‘Shapers. A salt en vinegar flavour potato snack’ van Boots

Afbeelding 1.

Een variant van het stoplichtsysteem op een zak ‘6 Bags Salted Popcorn’ van Marks & Spencer

Afbeelding 3.

Uitleg op een verpakking over het stoplichtsysteem Het gaat hierbij om het Britse stoplichtsysteem, waaraan twaalf jaar aan onderzoek voorafgegaan is en wat geheel binnen de Europese regels past.

18 Op vrijwillige basis wordt dit systeem op twee derde van de producten in de supermarkt geplaatst. De achtergrondkleur wordt bepaald aan de hand van hoeveel van de aanbevolen dagelijkse hoeveelheid er met een portie geconsumeerd wordt.

19 Zo helpen producenten de consument in één oogopslag zijn of haar voedselinname te balanceren, wat gegeven de zowel in Nederland als het Verenigd Koninkrijk hoge percentages overgewicht en/of ondervoeding grote noodzaak kent.

Interessant om aan te halen zijn de reacties die consumenten volgens het Britse Ministerie van Gezondheid op het stoplichtsysteem hebben. Het helpt hen om bij een specifiek dieet, bijvoorbeeld zoutarm, hun voedselinname te balanceren. Zo is voor mensen een enkele rode achtergrond vaak aanleiding om zich verder te verdiepen in de samenstelling van het product, terwijl twee rode achtergronden geregeld leiden tot een zoektocht naar een vervangend product. Tegelijkertijd accepteren consumenten in producten waarvan algemeen bekend is dat zij niet al te gezond zijn eerder rode achtergronden: zij kopen nog steeds ijsjes en snacks, maar wel bewuster.

Die bevindingen sluiten ook aan bij de aanbevelingen van de ACM in hun rapport over keurmerken. Zij hebben toegevoegde waarde als zij consumenten iets vertellen over wat hij of zij niet zelf kan beoordelen. Bijvoorbeeld over duurzame productiemethoden of veiligheidswaarborgen.

Begin 2016 is in de Tweede Kamer de motie-Koser Kaya/De Liefde aangenomen die de regering oproept te komen tot een eenduidiger voedselkeurmerksysteem, waarbij fors wordt gesnoeid in het woud aan keurmerken, en daarbij de Britse ervaringen op het gebied van een vrijwillig systeem te betrekken.

wordt, in plaats van per eenheden van 100 gram of 100 milliliter, dienen dit reële porties te zijn. 20 D66 pleit ervoor dat dit wordt ingevuld met een stoplichtensysteem naar Brits model. Bij voorkeur vrijwillig uitgerold door de sector, zo nodig met sturende hand van de overheid. Voor zover dit per portie gedaan 18 Department of Health, ‘UK voluntary Front of Pack nutrition labelling scheme’, 28 oktober 2015, http://ec.europa.eu/health/nu trition_physical_activity/docs/ev_20151028_co06_en.pdf

19 Ibid., p. 6-7. 20

Kamerstukken II

2015/16, 34 300-XIII, nr. 168.

7

Om consumenten een echt geïnformeerde keuze te kunnen laten maken moet het stoplichtsysteem op den duur uitgebreid worden en ook relevante informatie bevatten over het productieproces. Heeft productie met eerlijke arbeid plaatsgevonden? Hoe diervriendelijk is de productie? Was de productie CO2-neutraal of waterzuinig? Het kunnen allemaal bijzonder relevante product(ie)kenmerken zijn die het vermelden waard zijn.

5. Misleidende verpakkingen aanpakken

De verpakking van voedsel dient niet alleen een praktisch nut, vervoerbaarheid ervan of het vers houden, maar licht ook voor. De producent prijst er zijn product mee aan, zet er zijn logo op en er staat feitelijke productinformatie op. Dat laatste zijn vooral de kleine lettertjes die er dankzij de Etiketteringsrichtlijn verplicht opstaan: de houdbaarheids- of te-gebruik-tot-datum, de voedingswaarde, de ingrediënten, de allergenen enzovoorts. Zo is duidelijk wat je koopt, of dat zou het in ieder geval moeten zijn. Want lang niet iedereen blijkt deze disclaimers goed te lezen. Zoals in de inleiding van dit stuk al aangegeven: een derde van de Nederlanders leest het etiket nooit. Wanneer de rest van de verpakking dan misleidend is, wordt de consument snel in die voorstelling meegenomen.

Gelukkig bestaat hier regelgeving voor. In de Europese verordening over voedselinformatie voor consumenten staat een verbod op misleiding.

21 Dat geldt blijkens de overwegingen ook voor de presentatie van levensmiddelen.

22 Concreet gaat het dan niet alleen om onjuiste en onvolledige aanduidingen, vermeldingen of voorstellingen, maar ook om die uitingen die een onjuiste indruk wekken onder andere met betrekking tot de samenstelling van het product. In Nederland handhaaft de NVWA dit verbod.

23 De Nederlandse regering heeft toegezegd te handhaven.

24 En toch blijken er vele verpakkingen in de schappen te liggen die misleidend zijn. Zo achterhaalde de Keuringsdienst van Waarde, een tv-programma van de KRO-NCRV, dat in ossenstaartsoep van de supermarkt vaak geen spoortje ossenstaart te vinden is.

verpakkingen voldeed volledig aan de wettelijke eisen.

27 25 Over misleidend gesproken. Of neem een ander voorbeeld van hetzelfde programma: surimi (namaakkrab). In menige krabsalade voor op brood zit – ondanks de naam – aan vis vooral surimi, en maar weinig krab.

26 Dat er wat mis is blijkt ook uit een handhavingsrapport van de NVWA over claims op ontbijtgraanverpakkingen: minder dan de helft van de 21 Verordening (EU) nr. 1169/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2011 betreffende de verstrekking van voedselinformatie aan consumenten, tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 1924/2006 en (EG) nr. 1925/2006 van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Richtlijn 87/250/EEG van de Commissie, Richtlijn 90/496/EEG van de Raad, Richt lijn 1999/10/EG van de Commissie, Richtlijn 2000/13/EG van het Europees Parlement en de Raad, Richtlijnen 2002/67/EG en 2008/5/EG van de Commissie, en Verordening (EG) nr. 608/2004 van de Commissie

(PbEU, 2011 L 304/18)

22 Overweging 20 bij Verordening (EU) nr. 1169/2011.

23 Op grondslag van artikel 2 lid 7 van het Warenwetbesluit informatie levensmiddelen; en voor uitingen gedaan voor eind 2014 op grond van artikel 29 Warenwetbesluit etikettering levensmiddelen.

24

Kamerstukken II

2013/14, 26 991, nr. 416, p. 2.

25 http://www.parool.nl/opinie/ossenstaart-in-zak~a3533716/ 26 Neem bijvoorbeeld Johma Krabsalade: 35% surimi, 11% krab ( http://www.johma.nl/salades/de-allerlekkerste-salades-van-joh ma/brood-en-toast-vis-&-schaaldieren ). 27 Handhaving claimsverordening op ontbijtgranen 201, NVWA, juli 2015, https://www.nvwa.nl/txmpub/files/?p_file_id=2208940 . 8

Ook bij op kinderen gerichte producten is het verschil tussen inhoud en schijn goed te zien. Hieronder staan twee voorbeelden van verpakkingen die de indruk geven dat fruit een belangrijk bestanddeel is. Daarnaast staat een bewerkte afbeelding van het daadwerkelijke hoofdingrediënt: suiker. Zo wekt de Kinderfruit-drank van Raak de indruk vooral aardbei en frambozen te bevatten. In werkelijkheid is 1,5% aardbeien- en 1,5% frambozensap uit concentraat en bevat het product tweemaal zoveel suiker (5,9%) als aardbei of framboos (3%).

28 In het geval van vruchtenhagel bestaat het zelfs voor 95% uit suikers 29 ten opzichte van slechts 5% uit appelsap.

30 De kans dat een willekeurige koper dit doorheeft zonder het etiket te lezen is klein; de kans dat een kind dat door de verpakking aangetrokken wordt dit snapt, is nihil.

Afbeelding 4.

Een verpakking voor een kinderdrankje en een artist impression van Ruben Steeman met een meer realistische weergave van de inhoud.

Bron: http://eerlijkeverpakkingen.tumblr.com/ Afbeelding 5.

Een verpakking voor een kinderdrankje en een artist impression van Marcel Steeman met een meer realistische weergave van de inhoud.

Bron: http://eerlijkeverpakkingen.tumblr.com/

Problematisch is echter dat een verpakking volgens Europese jurisprudentie niet snel misleidend is. Daar speelde recent een zaak waarbij voorlag of thee waarin geen frambozen en vanillebloesem zat, maar waar wel afbeeldingen daarvan op de verpakking opgenomen waren misleidend was.

31 Zij gaf aan een nationale rechter als richtlijn mee dat uitgegaan moet worden van

het levensmiddel”

mag de nationale rechter

“de vermoedelijke verwachting ten aanzien van die etikettering die een normaal geïnformeerde en redelijk omzichtige en oplettende gemiddelde consument heeft ten aanzien van de oorsprong, de herkomst en de hoedanigheid van

. Want, zo veronderstelt het Hof, als je een product koopt omwille van een specifiek ingrediënt, lees je eerst het etiket om te zien in hoeverre het ingrediënt aanwezig is. Voor het beoordelen van de mate waarin de verpakking van die lijst van informatie afleidde c.q. tegenstrijdige informatie gaf,

“rekening houden met de gebruikte bewoordingen en afbeeldingen en met de plaats, de omvang, de kleur, het lettertype, de taal, de zinsbouw en de gebruikte leestekens van de verschillende elementen op de verpakking van de vruchtenthee.”

Aan de ene kant legt het Europees Hof van Justitie dus een hoge standaard waar weinig mensen aan voldoen, aan de andere kant geeft het de ruimte aan nationale rechters (en daarmee afgeleid, nationale handhavers zoals de NVWA) om rekening te houden met buitensporige vormgeving.

28 30 http://raak.nl/kinderlimo/kinderfruit-aardbei-frambozen 29 Inclusief de uiteraard van nature in appelsap en druivensuiker aanwezige suikers.

http://www.holland-at-home.com/nl/de-ruijter-vruchtenhagel-1-pak-van-400-gr-1.html

31 HvJEU 4 juni 2015, C-195/14, ECLI:EU:C:2015:361, r.o. 36-44 (

Teekanne

).

9

Een relatief eenvoudige manier om te komen tot minder misleidende verpakkingen is het duidelijker in de regels vastleggen dat disproportioneel grote aandacht voor een zeer gering onderdeel van het product ook misleiding kan zijn.

32 En daar vervolgens op handhaven. De verpakking van een product moet een eerlijke weergave van de inhoud ervan zijn. Daarbij hoeft niet zover gegaan te worden als in de

artist impressions

hierboven, vruchtenhagel hoeft geen suikerhagel te gaan heten. Waar het wel om gaat is dat indrukken gewekt op de verpakking niet tot aannames mogen leiden bij kwetsbare groepen consumenten die niet stroken met de feitelijke inhoud ervan. Dan gaat het niet alleen om kinderen, maar ook om bijvoorbeeld laaggeletterden of mensen die anderszins moeite hebben tot een gezond eetpatroon te komen. Als verduidelijkt wordt dat de aandacht die op de verpakking uitgaat naar bepaalde ingrediënten (bijvoorbeeld ‘fruit’ of ‘hazelnoot’) in relatie moet staan tot de mate waarin dit deel uitmaakt van het product, dan helpt hen dat. 32 Bij voorkeur gebeurt dat in de bij ‘voorbaat verdacht’-gronden van de Verordening, en anders in ieder geval in afwachting daar van alvast tot Nederlands beleid gemaakt.

10