Met andere ogen kijken naar onderwijs en

Download Report

Transcript Met andere ogen kijken naar onderwijs en

Het probleem van
identiteit-in-wording
wordt nog
fundamenteler.
Onderwijs zien als een alledaagse
deugdenbenadering: een
benadering van kwaliteiten
Geef onderwijs als een virtuoos (1)
Wat is geschikt en wat is minder geschikt in het
onderwijzen van leerlingen?
* Hoe moet ik het zeggen?
* Hoe sterk moet ik dat zeggen?
* Wanneer moet ik stilte betrachten?
* Wat voor houding moet ik innemen?
* Welke technieken en welke evaluatieprocedures
zijn het meest geschikt in deze bijzondere
omstandigheden?
*
Geef onderwijs als een virtuoos (2)
*Welk materiaal zou ik nu het beste kunnen gebruiken?
* Moet dit bijzondere onderwerp door leerlingen geleerd
worden?
* Moet ik het wat gemakkelijker brengen? Of moeilijker?
* Hoe moeilijk moet het zijn voor deze leerling?
* Hoeveel druk mag ik uitoefenen?
* Welke vorm van discipline is in dit geval vereist?
* Welke verwachtingen hebben de leerlingen?
Pedagogische tact
Begrip van de situatie: heeft niets te maken
met een rationaal-instrumentele aanpak
 Een openheid naar de ervaringswereld van
de leerling
 Je bent pedagogisch gevoelig voor de
leerling als subject met al zijn unieke
vragen, behoeften en vaardigheden.
 Geloof, hoop en liefde!

Samenvattende leerpunten
1) De realisatie van een ‘ik’, van jezelf als identiteit, is
afhankelijk van de samenwerking van verschillende ‘sensory
mapping systems’ de rol van neuronen, synapsen en
neurotransmitters). Wat betekent: bouwen aan een proces van
identiteit-in-wording?
2) Er zijn duidelijke grenzen aan het alom aanwezige
maakbaarheidsgeloof. Betracht terughoudendheid!
3) Onze overtuigingen vormen een systeem met een relatief
hoge graad van coherentie. Dit heeft gevolgen voor onze
pogingen het gedrag van mensen te veranderen.
Samenvattende leerpunten
4) Deficiënties zijn moeilijk te herstellen of te vervangen.
Denk meer in termen van beschikbare kwaliteiten (Robin van
Galen, coach nationale waterpologroep; sidekick en
analyticus RIO-2016).
5) We kennen een sterke verwijtcultuur mede vanuit het idee
van maakbaarheid. Het is beter te zoeken naar het meer
begrijpen van de mens.
Toewerken naar een
zelf-ontwerp van
elke leerling



Leerprocessen moeten prolepsis: zeggingskracht hebben.
Ze moeten tot de verbeelding spreken, ze moeten een
belofte inlossen. Als leraar ga je vooraf, je roept op en je
grijpt vooruit: een ‘nog-niet’.
Toe kunnen werken naar je toekomst: dromen voor de
toekomst. ‘Het zichzelf-vooruit wortelt in de toekomst’
(Heidegger). Hij ziet toekomst als primaire zin van onze
existentie.
Ernst Bloch: ‘Das Prinzip Hoffnung’ (2013): ‘inmogelijkheid-zijn’: gericht op de
ontwikkelingsmogelijkheden van elke leerling.
Eindconclusie
De hersenwetenschappen leren ons dat wij
ons fundamenteel, maar tegelijkertijd
terughoudend en bescheiden moeten
opstellen.
 Onze ‘gereedschapskist’ moet eens kritisch
onder de loep genomen worden. Er zit te
veel in en waarschijnlijk ook niet de juiste
instrumenten.

Waarom en waartoe voed jij op en
geef jij onderwijs, op deze plek en
op jouw manier?