    

FOLFIRI Producten

CPT-11 (= Irinotecan) en 5-FluoroUracil. De werking van dit laatste product wordt versterkt door een vitamine, het folinezuur (Elvorin).

Nevenwerkingen



Misselijkheid en braken:

Voor de toediening van de chemotherapie krijgt u altijd een krachtige antibraakmiddel toegediend, nl. Novaban of Zofran in combinatie met cortisone. Om ook de dagen nadien zo weinig mogelijk last te hebben van misselijkheid en braken, wordt de Novaban of Zofran nog verder gezet in pilletjes. Deze middelen geven soms wat constipatie (verstopping), zeker als men ook al minder eet. Een licht laxeermiddel type Duphalac, Movicol of Forlax of andere kan dan nuttig zijn. Soms kan ook milde hoofdpijn optreden als nevenwerking. Als u toch nog misselijk zou zijn of moeten braken, moet u een extra antibraakmiddel bijnemen, nl. Litican (pilletjes), Primperan (pilletjes, siroop, suppo’s), of Motilium (pilletjes, siroop en tabletten die smelten op de tong). Dit mag u 4 x per dag innemen, best ongeveer ½ uur voor de (geplande) maaltijd. Ten gevolge van de cortisone kunt u op dag 2 en 3 ’s morgens soms last hebben van een rood, gloeiend gelaat. 

Diarree:

Eén van de belangrijkste nevenwerkingen van deze chemotherapie is de mogelijkheid tot het ontwikkelen van diarree. Op de eerste dag van de chemotherapie zult u telkens een onderhuids spuitje krijgen met Atropine om de diarree te verhinderen die kan ontstaan kort na het inlopen van de CPT-11. Meestal zal hierdoor geen enkele last meer worden ondervonden. Als gevolg van de tijdelijke schade die de slijmvliezen van de mond en de darm ondervinden door de chemotherapie, kunt u ongeveer 5 tot 8 dagen na het opstarten van de chemotherapie toch diarree krijgen. Het is zeer belangrijk om dan snel te starten met Imodium, om verlies van vocht en voedingsstoffen door de diarree te vermijden. U start met 2 pilletjes Imodium, en bij elke volgende losse stoelgang diezelfde dag neemt u nog 1 pilletje Imodium extra. U mag tot 8 comprimés per dag innemen.  GZA Ziekenhuizen  Campus Sint-Augustinus ● Wilrijk   Campus Sint-Vincentius Campus Sint-Jozef ● ● Antwerpen Mortsel AZ Klina ● Brasschaat AZ Nikolaas ● Sint-Niklaas AZ Monica ● Antwerpen – Deurne AZ Sint-Jozef ● Malle UZA ● Edegem T 03 443 37 37 T 03 650 50 53 T 03 760 29 85 T 03 320 53 13 T 03 380 20 14 T 03 821 32 50

Iridium Kankernetwerk

[email protected] www.iridiumkankernetwerk.be

…

Het is belangrijk om voldoende te blijven drinken, liefst dranken met wat extra suiker en zout zoals Cola, bouillon, slappe thee met suiker, …Het is best om tijdelijk geen rauwe groenten en fruit of vette spijzen te eten, doch wel gekookte rijst, gekookte groenten zoals wortelen en vis en kip. Als de diarree echter zeer belangrijk is en u het thuis onvoldoende kunt afremmen, moet u gehospitaliseerd worden voor bijkomende medicatie en vochttoediening. 

Ontsteking van het mondslijmvlies:

Soms kunnen mensen last hebben van de tijdelijke schade aan het mondslijmvlies, meestal ook ongeveer 5 tot 8 dagen na het opstarten van de chemotherapie. Een mondspoeling met Iso-Betadine Mondwater kan de mondhygiëne verzekeren, doch indien u pijnlijke letsels hebt, zal de arts u een extra mondspoeling of bijkomende medicatie (Diflucan of Sporanox) voorschrijven. Meldt dit in elk geval bij uw volgend bezoek aan het dagziekenhuis. 

Tijdelijke onderdrukking van het beenmerg:

Elke behandeling met chemotherapie gaat ook de sneldelende cellen van ons beenmerg beïnvloeden, die telkens nieuwe bloedcellen produceren. Daarom zal telkens voor het opstarten van een nieuwe chemotherapie gecontroleerd worden als dat beenmerg al voldoende hersteld is van de vorige kuur. De witte bloedcellen zijn het meest kwetsbaar, maar herstellen ook vrij vlug. De witte bloedcellen zijn o.a. verantwoordelijk voor onze afweer tegen infecties, en bij een sterke daling van de witte bloedcellen wordt u dus veel kwetsbaarder en kunt u zich moeilijker verdedigen tegen bacteriën. Met deze chemotherapie worden meestal weinig diepe dalingen van de witte bloedcellen gezien, maar indien u koorts hebt boven de 38 °, eventueel gepaard met rillingen, dient er best toch een controle van de bloedcellen te gebeuren. Als u zich verder redelijk goed voelt, mag deze controle door de huisarts gebeuren, doch indien u zich algemeen onwel voelt is het beter om tijdens de werkuren contact op te nemen met het dagziekenhuis, en daarbuiten naar de spoedopname te komen. Bij sterke gedaalde witte bloedcellen dient u extra antibiotica te krijgen. De rode bloedcellen overleven langer, maar gaan als gevolg van herhaalde behandelingen meestal ook wat dalen. Indien deze daling belangrijk wordt, gaat ze meestal gepaard met vermoeidheid en minder energie om inspanningen te doen. Bij elke bloedafname wordt de evolutie van de rode bloedcellen gevolgd, en bij flinke daling zal ofwel een bloedtransfusie worden voorgesteld, ofwel een behandeling met Erythropoëtine, een hormoon dat de aanmaak van de rode bloedcellen stimuleert. Dit wordt gegeven via onderhuidse spuitjes. De bloedplaatjes kunnen ook dalen als gevolg van deze chemotherapie, maar zelden is er een belangrijk tekort. Tekens van abnormale bloedingneiging met een bloedneus, gemakkelijk blauwe plekken, onderhuidse bloedingen, tandvleesbloedingen of verlies van bloed via de urine of stoelgang moeten dringend gemeld worden. Middelen zoals Marevan, Sintrom, Marcoumar, Aspirines, Plavix en ontstekingswerende middelen zoals Voltaren, Feldene, Brufen, Indocid, … kunnen ook de bloeding beïnvloeden, dus is het belangrijk om dit zeker te melden aan de arts. 

Haarverlies:

Meestal geeft deze behandeling een beperkt haarverlies, doch naarmate meer kuren worden gegeven, kan soms meer uitdunning van het haar optreden. 

Zon:

Chemotherapie kan de huid gevoeliger maken voor de zon en dus vlugger verbranden. Een goede bescherming tegen de zon met vb. een zonnefactor 15 of 20 is aan te raden. 

Contact met urine en stoelgang :

Bij alle chemotherapiekuren worden er schadelijke producten via de urine en stoelgang uitgescheiden. Daarom gebruikt u best gedurende de dagen van de behandeling en de 4 dagen daarop indien mogelijk een apart toilet, en sluit u na het gebruik van het toilet het deksel en spoelt 2 keer door. Indien u verdere vragen heeft, zal uw arts of verpleegkundige ze bij uw volgende bezoek aan het dagziekenhuis graag beantwoorden. 2/3

Nuttige telefoonnummers vindt u terug in uw onthaalbrochure.

3/3