Transcript 3.10

3.10
1. Wat wordt verstaan onder een organisatiestructuur? Wat is het verschil met een
organisatie schema?
•
Organisatiestructuur: hoe de taken/afdelingen zijn verdeeld binnen een organisatie.
2. Bij de arbeidsverdeling spelen enkele motieven een rol, waaronder het maatschappelijk
motief. Probeer naast de in het boek genoemde Arbowetgeving een ander voorbeeld
van regelgeving te vinden dat past in het kader van dit motief.
•
De regels die de vakbonden opstellen om een betere werkomgeving te krijgen.
3. Waarom zal de indeling naar samenhang (de P-,G-,M-indeling) normaliter alleen
voorkomen in grotere organisaties
•
Omdat kleinere bedrijven niet met een grote afzetmarkt werken, dus hoeven ze het ook niet op te
splitsen.
4. In paragraaf 3.4 wordt een voorbeeld gegeven van werkstructurering in autonome
groepen. Leg uit hoe de andere vormen van werkstructurering daarin samenkomen.
• iedereen heeft zeggenschap over het hele project.
• iedereen kan alle verschillende taken doen binnen het project.
• iedereen kan zich verder uitbreiden in zijn taak.
5. Een van de genoemde manieren om het omspanningsvermogen te
vergroten, is verbetering van de informatievoorziening. Bedenk een
ander voorbeeld dan het voorbeeld in de tekst.
6. Noem een eigen voorbeeld van een wederzijdse interdependentie
7. Wat is een belangrijk voordeel van de invoering van de passerelle?
•
iedereen heeft meer zicht op het eind product dan alleen op hun
eigen specialiteit.
8. Wat is het belangrijkste verschil tussen een matrixstructuur en een
lijnstructuur?
•
bij een lijnstructuur heeft een werknemer 1 baas boven zich en
bij een matrixstructuur zijn het er meerderen.
Eindcase limarc
1. 22
222
2. Er is nu sprake van een f-indeling. Zou het wel of niet voor de hand
liggen om de structuur om te bouwen naar een indeling naar
samenhang.
nee, want het bedrijf is niet groot genoeg om te splitsen naar
een andere indeling.
3.Kan Hans de Wit in zijn eentje de beslissing nemen.
medezeggenschap: ja, want de anderen mensen kunnen wel
advies geven maar er hoeft niet voor gestemd geworden want hij
directeur.
4. Wat zijn bij Limarc specifieke stafdiensten?
• productie-unit
• Marketing & Verkoop
• Financiën & administratie
• Inkoop
• Personeel
• Directiesecretariaat
5. Leg de termen bestuursmotief en kostenmotief uit.
bestuursmotief: De wijze waarop taken wordt opgebouwd en
verdeeld worden.
kostenmotief: arbeidsverdeling op een zo efficiënt mogelijke
manier
6. Zou de nieuwe activiteit van het maken en verkopen van
kaassnijmachines invloed hebben op de keuze voor een indeling naar p,
g, f of m?
Jazeker, want je kan gaan kijken naar een p- indeling voor vleesen kaassnijmachines appart.
7. Beschrijf wat er kan gebeuren als omspanningsvermogen en
spanwijdte niet met elkaar overeenkomen.
leidinggevende: kan overwerkt raken of juist niet efficiënt
werken.
medewerkers van de leidinggevende: er word niet meer goed
naar hun gekeken en zo kunnen zij minder
efficiënt gaan werken.
de gehele organisatie: het hele leidinggeven kan in elkaar vallen
en het personeel kan lekker doen wat
hij/zij wil want de leiding kan het toch niet
handelen
Tot welke organisatiestromingen kunnen Jansen en Piertersen
gerekend worden?
Bedenk 3 oplossingsrichtingen voor het probleem bij Het Leven: rond
de thema's: Cultuur, Structuur en Procesinrichting.
Er moet betere samenwerking komen, de structuur binnen het bedrijf
moet op elke afdeling hetzelfde zijn zodat elkaar ondersteunen
makkelijker is en processen moeten beter op elkaar afgericht zijn.
Wat is uiteindelijk het belangrijkste probleem dat opgelost moet
worden?
De samenwerking en vriendschappelijkheid tussen de twee afdelingen.
Wat vind u van de communicatie tussen Jansen en Pietersen?
Slecht, Jansen wiegert zelfs hulp puur omdat hij het niet eens is met de
ander zijn stijl van leidinggeven.
Welke processen komt u in het verhaal over het leven tegen? Rangschik ze, met verklaring, in
primair of ondersteunend.
Primair: Polissen verkopen, klanten binnenhalen is het belangrijkst.
Ondersteunend: Polissen opstellen en opsturen naar de klanten, om de verkoop af te ronden.
Beschrijf een zelfbedacht aspectsysteem van de aangesloten verzekerden en geef aan waarom en
waarvoor zo'n systeem relevant kan zijn.
Iedereen boven de 60 met een gezondheidsverzekering, Hierdoor weet het bedrijf hoeveel ouderen
ze hebben die vaker duurdere medicijnen nodig hebben waardoor ze beter weten hoeveel kosten ze
hebben.
Beschrijf de vier P's (uit het marketing proces) van Het leven en ontwikkelingen daaromheen.
Waarom zijn de vier p's belangrijk voor Het Leven?
Het product van het leven is een verzekering die goed is bij de klantenbinding en klanttevredenheid.
qua prijs zal de doelstelling niet te duur zijn in verhouding met de concurrentie. Als plaats zullen ze
zich richten om regionaal de sterkste te zijn. qua promotie zullen ze in de buurt duidelijk willen
maken dat zij de klantvriendelijkste zijn. Deze 4 P's zijn belangrijk zodat ze een duidelijk doel voor
ogen hebben om naar te werken als bedrijf.
Wat zou er met de afdelingen van Jansen en Pietersen kunnen gebeuren als besloten zou worden
bpr of sociotechniek binnen te halen.
Dan zal een van de twee afdelingen ze zich erg aan moeten aan passen