HET CAHIER VAN DE NEERLANDISTIEK

Download Report

Transcript HET CAHIER VAN DE NEERLANDISTIEK

 HET CAHIER VAN DE NEERLANDISTIEK
Versie februari 2014
Presidiumraadsleden Neerlandistiek:
P.A.A. Jacobs
P. Geertsma
1 Het “Cahier van de Neerlandistiek” is ontstaan uit de behoefte aan
actuele informatie over de Neerlandistiek in de Orde.
Het is bedoeld voor alle leden die zich verantwoordelijk voelen voor taal
en cultuur. Voor afdelingssecretarissen Neerlandistiek en alle andere
bestuursleden is praktische informatie opgenomen.
De meest relevante documenten betreffende de Neerlandistiek en
gegevens uit gedachtewisselingen met een groot aantal betrokkenen zijn
verwerkt in het inleidende deel of als bijlage opgenomen.
Het Cahier schetst de plaats van de Orde als nichespeler in het
uitgebreide “Landschap” van de Nederlandse Taal en Cultuur en
beschrijft activiteiten die vorm geven aan Interne en Externe
Neerlandistiek.
De eindverantwoordelijkheid voor beheer en verspreiding van het Cahier
ligt bij de Presidiumraadsleden Neerlandistiek.
2 INHOUDSOPGAVE
Basistekst :
“Neerlandistiek” in de Orde van den Prince
pagina 4
1.1. Inleiding
p. 4
1.2. Over de grondslagen van het Neerlandistiekbeleid
p. 4
1.3. De plaats van de Neerlandistiek in de structuur van de Orde p. 6
1.4.Werkwijze
p. 7
1.5. Kosten van activiteiten en projecten; subsidies van de Orde. p. 11
1.6. Samenwerking
p. 12
Bijlagen
2.1
Visietekst
p.14
2.2. Teksten uit de beleidsvoornemens
p.15
2.3. Profiel van de Neerlandistiek
p.16
2.4. Speerpuntprojecten “Externe Neerlandistiek” :
Voorbeelden met korte omschrijving uit de 6 projectgroepen.
p. 17- 42
2.5. Format subsidieaanvragen
p. 42
2.6. Het landschap van de Neerlandistiek
p. 45
2.7. Visuele en kwalitatieve inschaling van deze projectgroepen p. 48
2.8. Overzicht Externe Neerlandistiek 2013-2014
p.50-56
3 “Neerlandistiek” in De Orde van den Prince
1.1. Inleiding
Vanuit haar doelstellingen benadrukt de Orde van den Prince wat
Vlaanderen en Nederland bindt op het gebied van taal en cultuur.
Onder “Neerlandistiek” verstaan wij binnen de Orde:
De activiteiten van haar leden die hun betrokkenheid bij het
behoud en de ontwikkeling van de Nederlandse taal en cultuur
gestalte geven.
De Orde onderscheidt zich van andere taal- en cultuurverenigingen door
de maatschappelijke verankering en de maatschappelijke achtergrond
van haar initiatieven.
(Zie ook:
- Visietekst, bijlage 1;
- Teksten uit de “Beleidsvoornemens voor de periode 2012-2016”,
bijlage 2;
- Profiel van de Neerlandistiek, bijlage 3;
- en voor de term “Neerlandistiek” : paragraaf 1.4.)
1.2. Over de grondslagen van het Neerlandistiekbeleid
De Orde is een Vlaams-Nederlandse culturele vereniging.
Van haar leden wordt niet alleen verwacht dat ze een warme
belangstelling tonen voor de taal en cultuur die Vlaanderen en Nederland
gemeen hebben, maar ook dat ze die gemeenschappelijkheid uitdragen
en bevorderen.
De kracht van de Orde ligt in de idealistische instelling van haar leden.
Die leden geloven in de samenbindende aard van de
gemeenschappelijke taal en cultuur en ze laten dat zien door een eigen
bijdrage daaraan te leveren.
Sleutelbegrippen met betrekking tot de kernactiviteiten van de
Neerlandistiek zijn: contact, ontvangst, facilitering en uitwisseling.
4 “De Orde moet zich op terreinen begeven die tot haar
doelstellingen horen, maar waar anderen het laten afweten.
Dan kan zij zich ontwikkelen tot een gideonsbende die haar
doelstellingen bereikt via persoonlijke contacten en eigen
netwerken.” (K. Bostoen).
1.2.1. Contact
Het gevoel deel te hebben aan een gemeenschappelijke Nederlandse
cultuur wordt vooral bevorderd door middel van persoonlijke
ontmoetingen binnen de eigen afdeling, tijdens bijeenkomsten met
andere, al dan niet gejumeleerde afdelingen en tijdens gewestdagen en
algemene ledendagen.
Voorts wordt het contact gestimuleerd met gelijkgestemden uit gebieden
die een historische band met Vlaanderen en Nederland hebben.
De bijeenkomsten van alle afdelingssecretarissen Neerlandistiek zijn in
dit kader eveneens buitengewoon belangrijk.
1.2.2. Ontvangst
Ordeleden hebben uitstekende mogelijkheden om anderstaligen en
nieuwkomers die zich daadwerkelijk voor het Nederlands en de
Nederlandse cultuur interesseren gastvrij te ontvangen.
Activiteiten die bestaan uit het ontvangen van buitenlandse docenten en
studenten Nederlands mogen gelden als een belangrijke diepteinvestering.
1.2.3. Facilitering
Naast het bieden van gastvrije ontvangst kunnen afdelingen ook
projecten van diverse aard faciliteren.
In het stimuleren van het creatief gebruik van de Nederlandse taal
hebben afdelingen van de Orde vanouds een grote rol gespeeld.
Wat Neerlandistiek in het buitenland betreft, gaat ondersteuning van de
‘consument’ voor op die van de ‘producent’. Studenten Nederlands
hebben vaak evenzeer behoefte aan ondersteuning als docenten die
soms al door allerlei instanties gefaciliteerd worden.
1.2.4. Uitwisseling
Wanneer de taal en cultuur aan beide kanten van een grens of in verder
gelegen gebieden als gelijkwaardig worden gezien, brengen
uitwisselingsprogramma´s voor docenten en/of studenten de bewoners
van grensstreken nader tot elkaar. Uitwisselingen bevorderen ook het
wederzijds respect over de grenzen.
5 1.3. De plaats van Neerlandistiek in de structuur van de Orde
De Neerlandistiek is een zaak “van geloof en bezieling van alle Princeleden” (Jos Wilmots) en speelt zich af op drie niveaus.
De plaats van de Neerlandistiek in de structuur van de Orde staat uitvoerig
beschreven in een apart hoofdstuk in het “Ledenboekje” 2014, blz. 18-24.
In het huishoudelijk reglement worden in rubriek IX, blz. 62-63, aanstelling en
bevoegdheden van de functionarissen besproken
De presidiumleden Neerlandistiek onderhouden contacten binnen en
buiten de orde over alle aangelegenheden die betrekking hebben op de
Neerlandistiek.
Zij vertegenwoordigen in het presidium de afdelingssecretarissen
Neerlandistiek en de gewestcoördinatoren Neerlandistiek. Voor alle
onderwerpen die hun mandaat betreft, zijn zij het communicatiekanaal
met het DB-lid dat Neerlandistiek in zijn portefeuille heeft.
Zij zitten twee maal per jaar een vergadering voor van alle
gewestcoördinatoren Neerlandistiek, die samen de algemene werkgroep
Neerlandistiek vormen en het algemeen beleid inzake de Neerlandistiek
in de Orde bepalen (HH. Reglement 9 F.)
Zij organiseren ronde tafel-gesprekken met deskundige Ordeleden om
actuele thema’s te onderzoeken en bestaande aandachtsvelden te
evalueren.
Inmiddels zijn “tafels” over Afrikaans, Nederlands in Frans-Vlaanderen
en Interne Neerlandistiek bijeen geweest : clusters van geïnteresseerde
en direct betrokken Ordeleden die verantwoordelijk willen zijn voor een
bepaalde projectgroep.
De presidiumleden Neerlandistiek organiseren eenmaal per drie jaar een
werkvergadering (symposium) met alle gewestcoördinatoren en
afdelingssecretarissen Neerlandistiek. De financiering daarvoor gebeurt
via de begroting voor Neerlandistiek.
Binnen de afdelingen zetten de leden onder begeleiding van de
afdelingssecretaris Neerlandistiek zich actief in voor de Nederlandse taal
en cultuur op verschillende terreinen.
De secretaris Neerlandistiek is als “inhoudelijke” secretaris taal en
cultuur lid van het afdelingsbestuur en neemt aan het begin van zijn
bestuursperiode deel aan een introductiedag over Neerlandistiek in de
Orde.
6 Het engagement kan heel verschillende vormen aannemen maar het is
essentieel dat initiatieven, op welk terrein ook, worden uitgedragen door
de leden zelf en niet door derden.
Neerlandistiek hoort opgenomen te zijn in elk jaarprogramma. Het
afdelingsbestuur moet de noodzaak daartoe uitdragen. In veel
afdelingen is een Commissie onder leiding van de secretaris
Neerlandistiek daar verantwoordelijk voor. De gewestcoördinatoren
vinden die optie zeer gewenst.
Wij hebben - dankzij een zorgvuldig beleid bij werving - een zeer
gevarieerd ledenbestand, dat over een enorme kennis beschikt, in het
bijzonder in die kennisgebieden die de Orde betreffen.
Het delen van deze kennis en het toepassen, het effectief gebruiken
ervan is essentieel.
De leden moeten zich ervan bewust zijn dat zij wezenlijk kunnen
bijdragen aan het bereiken van de doelstelling(en) van de Orde.
Leden die een functie uitoefenen in een gespecialiseerd vakgebied
beschouwen hun kennis als vanzelfsprekend. Zij moeten er voldoende
bij stil staan dat wat zij als vanzelfsprekend beschouwen, nieuw kan zijn
voor vele andere leden.
Elk gewest stimuleert en ondersteunt onder begeleiding van de
gewestcoördinator Neerlandistiek, die lid is van de gewestraad, de
Neerlandistiekwerking van de lokale afdelingen binnen het gewest.
De gewestcoördinator bevordert samenwerking op gewestniveau en
ondersteunt zowel afdelingsprojecten als gewestprojecten.
1.4. Werkwijze : Interne en Externe Neerlandistiek
De gedachte die aan de basis ligt van dit Cahier is, dat de Orde in het
uitgestrekte krachtenveld van de Nederlandse taal en cultuur een niet
onaanzienlijke aanvullende rol kan spelen.
In de Orde is immers, over talrijke leden verspreid, veel relevante kennis
aanwezig die, eenmaal geïdentificeerd, optimaal benut kan worden.
Binnen de Orde zelf moet er met tolerantia en amicitia over projecten
(van anderen) gedacht en geoordeeld worden, met grote waardering
voor verschillende vormen van interpretatie van het begrip Neerlandistiek
en voor de inzet die met het realiseren van die projecten gepaard gaat.
7 De term “Neerlandistiek” zoals die in de Orde wordt gebruikt, leidt
onophoudelijk tot discussies.
“Taalcultuur” is er zeker een onderdeel van, maar vervangt het begrip
niet. Verenging tot het aandachtsgebied “Taal” wordt er niet mee
bedoeld. Het begrip bestrijkt een veel breder veld, al blijft “taal “er een
wezenlijk deel van grote breedheid. Er is geen gedefinieerde reeks
inhoudelijke thema‘s.
Het begrip verwijst in de Orde onder meer naar interesse voor :
- Taal : Taal en taalgebruik, Taalkunde, taalvarianten versus
standaardtaal, actuele ontwikkelingen in de taal, jeugdtaal, kennis
van het Nederlands bij nieuwkomers, taalverzorging in de
lerarenopleiding, zorg voor bekendheid van het Nederlands buiten
ons taalgebied.
“Het is helemaal niet nodig dat half Europa Nederlands kan spreken, het is wél
van belang dat heel Europa weet dát en wáár Nederlands gesproken wordt“
(Jos Wilmots)
- Cultuur : ook beeldende kunst, literatuur (schrijvers, boekenweek),
geschiedenis, filosofie (voorbeeld : de “Week van de Filosofie”).
Het onderscheid dat de Orde hanteert tussen Interne Neerlandistiek
(= activiteiten voor de leden, thema’s die “onder ons “besproken
worden) en Externe Neerlandistiek (= voor en ten gunste van niet-leden,
naar buiten gericht) wordt zinvol geacht.
Projecten en thema’s.
Er is grote interesse voor beschrijvingen van projecten en inhoudelijke
thema’s die invulling geven aan interne en externe Neerlandistiek.
(Zie voor een overzicht “Externe Neerlandistiek” zoals die zichtbaar
wordt in projecten, voorjaar 2014, bijlage 7)
Een dergelijk overzicht m.b.t. “Interne Neerlandistiek” wordt zeer op prijs
gesteld. De presidiumleden Neerlandistiek zullen in 2014 zo’n overzicht
tot stand proberen te brengen.
Contacten met andere afdelingen rondom Interne Neerlandistiek worden
vruchtbaar geacht. Uitwisseling van ‘tips‘, goede lezingen e.d. hoort bij
die contacten.
8 Vaak komen activiteiten voor Externe Neerlandistiek voort uit thema’s die
in afdelingen voor Interne Neerlandistiek zijn ontwikkeld :
- belangstelling voor lezingen over Afrikaans hebben geleid tot
projecten ter ondersteuning van Afrikaans en Nederlands in ZuidAfrika;
- de belangstelling in afdelingen voor Nederlands in NoordFrankrijk, door lezingen en ontmoetingen in de afdeling, leiden tot
steun van externe projecten in Frans-Vlaanderen;
- discussies en besprekingen over integratie en taal motiveren tot
steun OKAN-klassen, conversatietafels of zomerscholen.
Externe Neerlandistiek berust op externe projecten.
Een extern project is een gebeuren/evenement, opgezet door een
lid/leden van een afdeling/afdelingen, met inzet van henzelf of personen
uit hun netwerken en met als doelgroep niet-leden van de Orde.
In “externe” projecten onderscheiden wij zes “aandachtsvelden“ of
“speerpuntprojectgroepen”.
De “Speerpuntprojecten” externe Neerlandistiek moeten in het beleid
passen en voldoen aan de volgende criteria:
- Zij moeten voldoende maatschappelijk verankering bieden en
voldoende inzet van de leden tonen.
- Zij worden gedragen door minstens één afdeling of gewest, met de
vereiste dat de achterliggende gedachte en de doelstelling kunnen
worden overgedragen aan andere afdelingen in het eigen gewest
en andere gewesten.
- Hun financiële vereisten vallen binnen de grenzen van het
beschikbare en bescheiden Neerlandistiekbudget van de Orde.
- Zij bieden een extra dimensie aan al bestaande extern geïnitieerde
projecten wanneer zij daarop inhaken of vullen een niche in het
landschap van de Nederlandse taal en cultuur waarin nog geen
andere spelers aanwezig zijn.
9 Actuele Aandachtsvelden Externe Neerlandistiek (met enkele
voorbeelden)
1. Projecten ten voordele van lager opgeleide nieuwkomers
- Steun aan OKAN-project, afdeling Tienen;
- Steun aan OKAN-klassen, gewest Limburg;
- Deelname aan en actieve steun voor “Babbelut”-activiteiten,
VZW Bru-taal, afdeling Zaventem.
2. Projecten ten voordele van hoger opgeleide nieuwkomers
- Cultureel integratieproject, afdeling Noorderkempen
3. Op taal en literatuur gerichte projecten voor lager, middelbaar en
hoger onderwijs.
- Ondersteuning Taalbeleid Lerarenopleiding (T.O.L.)
Artevelde Hogeschool; gewest Oost- en Zeeuws - Vlaanderen.
4. Ontvangst en uitwisseling van studenten en Steun aan buitenlandse
docentschappen
- Steun aan vakgroep Neerlandistiek aan de Eötvös Loránd
Universiteit, Budapest, afdeling Arnhem;
- Project met Comenius Universiteit Bratislava, afdeling
Keerbergen;
- Ontvangst van Tsjechische stagiaires op grond van kennis van
“Zakelijk Nederlands”, afdeling Diest en gewest Limburg.
5. Nederlands en de Afrikaanse taal. -­‐ Sasnev-projecten, afdeling Kaap;
- mede-organisatie van een “zomerschool ‘ voor studenten uit ZuidAfrika, gewest Limburg.
Een uitgebreidere tekst over “De Orde en het Afrikaans” is
opgenomen als bijlage.
6. Nederlands in Frans Vlaanderen
- Ondersteuning Huis van het Nederlands, Belle, aantal afdelingen.
10 1.5. Kosten van activiteiten en projecten; subsidies van de Orde
2.5.1. Ter overweging
De meeste Neerlandistiek-initiatieven (activiteiten en projecten) berusten
op de persoonlijke inzet van de leden en hun netwerken, met een
minimale geldelijke bijdrage.
Zijn financiële middelen vereist, dan komen die in eerste instantie van de
eigen leden. Subsidies voor projecten blijven dus een uitzondering en
zijn niet de gangbare financieringsbron.
2.5.2. Aanvraag voor een Neerlandistieksubsidie van de Orde
Wanneer voor een project een subsidieaanvraag bij de Orde wordt
ingediend, is een volledige documentatie nodig.
Die moet omvatten : een duidelijke omschrijving van het project (inhoud,
tijdsbestek, eenmalig of herhaling verwacht, positionering in het
Neerlandistiekbeleid), de doelgroep, de verantwoordelijke leden/de
afdeling/het gewest, de betrokkenheid van andere leden, een
gedetailleerde begroting van uitgaven en inkomsten.
De projecten moeten passen in het Neerlandistiekbeleid van de Orde
(zie dit document.)
Er mag geen vermenging van belangen optreden (persoonlijke versus
die van de Orde).
De afdelingen en/of gewesten moeten minstens de helft van ieder
individueel project bekostigen. Een subsidie van het presidium bedraagt
dus nooit meer dan de helft van het projectbedrag.
Projecten voor het Prince-jaar X/X+l moeten goed bevonden zijn door de
gewestcoördinator Neerlandistiek van het gewest en met goedkeuring
van de gewestpresident door hem per e-mail ingediend worden bij het
secretariaat van de Orde vóór eind februari van het jaar X+1.
Eventuele goedkeuring volgt per eind maart van het jaar X+1. Uitgave in
het kalenderjaar X+1.
Geld vereist voor een uitgave in het najaar X moet tijdens het
voorafgaande Prince-jaar worden aangevraagd.
(Zie voor een “format” – subsidieaanvraag bijlage 2.7.)
11 2.5.3. Rapportage na afloop van het jaar van uitvoering
Bij afronding van een project zal betreffende afdelingssecretaris
Neerlandistiek een verantwoording van de uitgaven en een terugblik op
de resultaten van het project ter attentie van de presidiumleden
Neerlandistiek naar het algemeen secretariaat verzenden.
Alle projecten van het gewest moeten verantwoord zijn vooraleer nieuwe
subsidies mogen worden aangevraagd.
Subsidies worden goedgekeurd per project. Gaat tegen verwachting in
een goedgekeurd project toch niet in uitvoering, dan kan het betreffende
gewest niet zonder nieuwe aanvraag het subsidiebedrag voor een ander
project aanwenden
1.6. Samenwerking
De Orde van den Prince is een van de “spelers” in het “krachtenveld” van
organisaties die in relatie staan tot de Nederlandse Taal en Cultuur.
In specifieke gevallen kunnen individuele leden van de Orde op het
terrein van de Neerlandistiek samenwerken met gelijkgerichte
organisaties.
Dit geldt bijvoorbeeld voor de relatie met de Nederlandse Taalunie : een
internationale verdragsorganisatie waarin Vlaanderen, Nederland en
Suriname samenwerken op het gebied van de taal, de letteren en het
onderwijs in het Nederlands.
Er is behoefte aan informatie en, waar mogelijk en relevant, contacten
met de Taalunie.
De presidiumleden Neerlandistiek streven naar een jaarlijks contact op
Ordeniveau.
De Taalunie heeft geen mogelijkheden om afdelingen te bezoeken.
Symposia, ledendagen, gewestdagen kunnen in bepaalde gevallen
mogelijkheden bieden.
Voorts is contact gewenst met :
- de IVN, Internationale vereniging voor Neerlandistiek,
koepelorganisatie voor docenten Neerlandistiek aan universiteiten over
de hele wereld. (Er zijn buiten het Nederlandse taalgebied zo’n 220
universitaire instituten waar Nederlands wordt gedoceerd);
12 - de commissie Cultureel Verdrag Vlaanderen –Nederland. De
verdragsluitende partijen voeren een beleid dat samenwerking tussen
overheden, personen, instellingen en organisaties op het gebied van
cultuur, onderwijs, wetenschappen en welzijn bevordert;
- het Vlaams-Nederlands Huis De Buren in Brussel;
- het Vlaams Cultuurhuis de Brakke Grond in Amsterdam;
- ANV, Internationale vereniging voor Nederlandse taal en cultuur.
(Deze opsomming is niet limitatief).
13 Bijlagen
Bijlage 2. 1.
VISIETEKST
1. De grondtekst van de Orde van den Prince is de Keure.
2. De doelstelling van het genootschap is de studie, de beleving en
de uitbouw van de Nederlandse gedachte in het persoonlijk,
gezins- en gemeenschapsleven.
3. Twee pijlers schragen de stijl van de Orde van den Prince en de
persoonlijke ontplooiing van de leden : de amicitia en de tolerantia.
a) de amicitia : het bewust aangegane engagement van elk lid
tot zijn medeleden. Zij geeft op die manier gestalte aan
wederkerige en hechte vriendschap binnen het kader van de
Orde van den Prince;
b) de tolerantia : die bestaat in een open, belangstellende, op
kennismaking, dialoog, respect en wederkerigheid gerichte
houding ten aanzien van elke levensbeschouwing die de
Europese grondwaarden en overleveringen eerbiedigt. Zij
belichaamt aldus het “voornaam optreden in bewuste
verbondenheid met de gemeenschap”.
4. Inhoudelijk bestrijkt de Orde van den Prince de Nederlandse
taal en cultuur en de maatschappelijke omgeving waarin deze
moeten gedijen. Zij vindt haar uitdrukking in de eerste plaats in
de activiteiten betreffende Neerlandistiek, middel bij uitstek om
een concrete, zichtbare, uitnodigende en eigentijdse invulling te
geven aan de doelstelling en de pijlers van het genootschap.
5. Leden, afdelingen, gewesten, presidium, dagelijks bestuur en
algemene raad beraden zich, in een geest van samenwerking en met
respect voor de eigen rol van elke van deze geledingen, over
constructieve afspraken om deze visie concrete inhoud te geven.
14 Bijlage 2.2.
Teksten uit de “Beleidsvoornemens voor de periode 2012-2016”
Uitgangspunt: zorg voor taal en cultuur.
De Orde streeft ernaar, zoals verankerd in de Keure, een eigen bijdrage
te leveren aan het publieke debat over de taal en cultuur van de Lage
Landen en zich in te spannen om de positie van taal en cultuur, met
name in de Europese Unie, te verdedigen en te verstevigen.
De visies, ideeën en opvattingen die hierover binnen de Orde leven (en
die kenmerkend zijn voor haar idealen en identiteit) vormen de basis
waarop zij zich in het cultureel en maatschappelijk krachtenveld van
Vlaanderen en Nederland dient te profileren en tevens om nieuwe
generaties aan te spreken.
1. Uitgangspunt is de visietekst
De visietekst die de Algemene Raad op 4 december 2010 te Kontich
heeft vastgesteld is en blijft uitgangspunt voor het beleid van de Orde in
de periode 2012-2016.
2. Een solide bestuurlijke verankering van de Neerlandistiek
In de voorbije jaren heeft de Neerlandistiek binnen de Orde een grote
verbeteringsslag doorgemaakt die vraagt om meer bestuurlijke
verankering. Gelet op de grote maatschappelijke veranderingen en de
positie van het Nederlands zowel op nationaal vlak in Nederland en
Vlaanderen, en de bedreigde positie van het Nederlands als Europese
taal, verdient de Neerlandistiek een aangepaste context. Daarnaast
wordt onderzocht hoe het cultuuraspect in de Neerlandistiek versterkt
kan worden.
3. Meer accent op de wisselwerking Vlaanderen-Nederland
De samenwerking en uitwisseling tussen afdelingen (en gewesten) in
Noord en Zuid heeft een ongekende meerwaarde voor werking en
identiteit van de Orde. De persoonlijke ontmoeting van leden, ook uit
verschillende afdelingen en gewesten, vormt bovendien een bron voor
nieuwe ideeën en initiatieven, en daarmee het persoonlijk engagement.
Initiatieven gericht op uitwisseling en samenwerking tussen afdelingen
en gewesten in Noord en Zuid, Oost en West, zullen daarom zoveel als
mogelijk worden gesteund.
15 4. De Orde en de culturele samenwerking Nederland en
Vlaanderen
Het ligt meer en meer voor de hand dat de Orde van den Prince als
genootschap voor taal en cultuur een breed maatschappelijk draagvlak
in Vlaanderen en Nederland zoekt. Dit is mogelijk door projectmatige
samenwerking met gelijkgerichte organisaties.
Om dit te bevorderen zal de Orde op afdelings- en gewestniveau een
aandeel leveren aan een vruchtbare samenwerking tussen Vlaanderen
en Nederland in het domein van taal en cultuur in ruime zin. De
intellectuele en organisatorische potentie onder haar leden (inbegrepen
hun individuele netwerken), biedt hiertoe vele en bijzondere kansen.
Bijlage 2.3.
Profiel van de Neerlandistiek
Inhoudelijk bestrijkt de Orde van den Prince de Nederlandse taal en
cultuur en de maatschappelijke omgeving waarin deze moeten gedijen.
Zij vindt haar uitdrukking in de eerste plaats in de activiteiten betreffende
Neerlandistiek, middel bij uitstek om een concrete, zichtbare,
uitnodigende en eigentijdse invulling te geven aan de doelstelling en de
pijlers van het genootschap.
Concreetheid leidt tot het maken van concrete afspraken, het starten en
uitvoeren van interne en externe projecten.
Zichtbaarheid leidt ertoe dat we naar buiten treden met de
Neerlandistiek, maar wel als nichespeler in het complexe landschap van
de Nederlandse taal en cultuur met daarin talrijke spelers. De Orde als
genootschap is daarin een relatief kleine speler. Haar kracht ligt bij de
leden zelf.
Uitnodigend zijn betekent : contact, ontvangst, facilitering, uitwisseling.
Eigentijds zijn leidt niet tot een ‘focus’ op het verleden (uit het overzicht
“Vlaanderen ontmoet Nederland” blijkt overduidelijk dat de Orde steeds
weer heeft gezocht naar een eigentijdse invulling van de Keure) maar
wel , tegen een ruime maatschappelijke achtergrond, op de taal- en
cultuurontwikkeling van jongeren, op complementaire bijdragen aan het
16 Nederlandstalig onderwijs op alle niveaus, ook in de grensgebieden en
elders in de wereld. Daarbij krijgen de ‘gebruikers’, leerlingen en
studenten, voorrang,
Hiermee geven wij invulling aan de doelstellingen (studie, beleving en
uitbouw van de Nederlandse gedachte in het persoonlijke, gezins- en
gemeenschapsleven) en de pijlers (amicitia, tolerantia) van het
genootschap.
Bijlage 2.4 : Speerpuntprojecten Externe Neerlandistiek.
Voorbeelden met korte omschrijving betreffende de projectgroepen
externe Neerlandistiek.
(Contact, Ontvangst, Facilitering, Uitwisseling)
Op basis van originele teksten van leden.
De teksten zijn overgenomen uit de versie die de afdelingen hebben
geformuleerd.
4.1. Projecten ten voordele van lager opgeleide nieuwkomers
Steun aan OKAN project – Tienen 2011
Gewest Brabant-Oost, afdeling Tienen
“Wij willen ons als Orde van den Prince inzetten voor de verspreiding
van de Nederlandse taal en cultuur bij immigranten die het Nederlands
niet machtig zijn. Wij zijn overtuigd dat wij op deze wijze kunnen
bijdragen tot een succesvollere integratie van deze mensen in onze
maatschappij.”
De Vlaamse Gemeenschap organiseert de OKAN-klassen, waar
anderstalige nieuwkomers tussen 12 en 18 jaar samengebracht worden.
Ze krijgen een curriculum met 22 uren Nederlands, aangevuld met
enkele uren godsdienst, wiskunde en wetenschappen. Na dat jaar
kunnen de leerlingen dan aansluiten in een klas die op hun (taal-)niveau
staat.
De OKAN-klassen in Tienen worden georganiseerd in de PISO
(Provinciaal Instituut voor Secundair Onderwijs), en hebben elk jaar zo’n
30 tot 35 leerlingen. Hierdoor kan men hen in twee, mogelijk zelfs drie
klassen indelen, gegroepeerd volgens leerniveau.
17 Binnen het OKAN-project willen wij als Orde van den Prince een
aanvulling organiseren, waarbij de taalverworvenheden kunnen
toegepast worden, en de leerlingen ook kennis kunnen maken met onze
cultuur.
Dit resulteerde in de organisatie van een Themaweek “Creatief met
taal”, die georganiseerd wordt naar het einde van het schooljaar toe. De
afdeling Tienen van de Orde zal zich hierbij zowel financieel als
persoonlijk inzetten.
Uitwerking
Maandagvoormiddag: Volksverhalen
Met de bemiddeling van de vzw. “De Stoel” nemen wij contact met
vertellers van volksverhalen, die de leerlingen laten kennismaken
met onze oude volkscultuur.
Maandagnamiddag: Taalspel
Kimba: communicatiespel voor 12-18 jarigen.
Rafa Rafa: vreemde culturen in onze samenleving en het vreemde
in onze cultuur.
Vaardighedenspel voor 15-18 jarigen.
Vitamine C: Spel met creatieve werkvormen, zoals drama, muziek,
dans en tekenen.
Het babbelspel: een ganzenspel om te communiceren met
gevoelens.
Dinsdagvoormiddag: Lessen in het donker
“Lessen in het donker” stelt jaarlijks een prikkelend
filmprogramma samen voor het Vlaamse onderwijs. Voor ons lijkt
de film "Meester van de zwarte molen (krabat)" een geschikte
keuze. (Plaats: cinema ZED te Leuven. )
Dinsdagmiddag: Lunch in Alma 2
18 Dinsdagnamiddag: Leuven verkennen
In samenwerking met MOOSS, een vzw voor kunst- en
erfgoededucatie uit Leuven. Zij organiseren en begeleiden
activiteiten op maat, zoals museumbezoek, stadswandeling. In
het museum van Leuven organiseren ze rondleidingen,
workshops en spelen i.v.m. de lopende collecties van de
bibliotheek.
Woensdag: Stadsquiz – leer Tienen kennen
Door middel van opdrachten volgen de leerlingen een route
doorheen de stad waarbij ze de belangrijkste
bezienswaardigheden wat betreft onze taal en cultuur te zien
krijgen.
Donderdag: Workshops rond muziek, drama en taal (i.s.m. MOOSS)
- Theater: “Ik ben een drama” waarbij ze de knepen van het
theatervak leren kennen via verschillende opdrachten, zowel in
lichaamstaal als in stem en tekst.
- Dans: “Beyond the dancefloor”: een beweging-workshop
waarin we vooral uitgaan van de locatie/situatie waarin we ons
bevinden om tot bewegingsmateriaal te komen.
- Audiovisuele kunsten: “Komkommertijd”: een workshop waarin
leerlingen aan de slag gaan met fotocamera en camera: ze maken
blitse reportages over kleine nieuwtjes en monteren dan zelf hun
stuk.
Vrijdagvoormiddag: Museumsite (bibliotheek, Suikermuseum en
museum “Het Toreke”)
De leerlingen worden in drie groepen verdeeld en roteren : één
groep maakt kennis met de bibliotheek, en leert het aanbod
kennen, en de wijzen om boeken op te zoeken. Een tweede
groep krijgt opdrachten in het museum, en leert zo
spelenderwijze het aanbod kennen. De derde groep maakt
kennis met oude gebruiksvoorwerpen uit het Suikermuseum, en
gebruikt die om zelf taartjes te bakken voor de receptie in de
namiddag.
19 Vrijdagnamiddag: Afsluiting
Deze laatste namiddag van de themaweek willen we een
feestje bouwen met de leerlingen. Er zijn enkele toespraken
van de leerkrachten, de directie en de voorzitter van onze
afdeling van de OvdP. De leerlingen krijgen bovendien een
ludiek diploma. De plaatselijke pers wordt uitgenodigd, en er
wordt een persbericht verspreid.
Evaluatie: zoals vorig jaar bouwen we ook nu een evaluatiemoment in,
zowel voor de inhoudelijke als financiële aspecten. De vorige evaluatie
was uiterst positief, en we hopen dat dit ook nu het geval zal zijn.
Guido Vermeulen - Secretaris Neerlandistiek afdeling Tienen
Steun aan OKAN-klassen Limburg. Gewest Limburg
Aanvraag voor een Neerlandistieksubsidie 2012-2013 van de Orde van
den Prince
1. Projectomschrijving
1.1. Naam van het project: Contacten met de Onthaalklassen
Anderstalige Nieuwkomers (OKAN-Belgisch Limburg) en met de
Internationale Schakelklassen (ISK) in Nederlands Limburg.
1.2. Naam van de organiserende afdeling: Gewest Limburg i.s.m. alle
afdelingen uit beide Limburgen.
1.3. Korte omschrijving van het project
a. Projectdoel: Ondersteunen van de werking van deze
onthaal- en schakelklassen en bevorderen van
contactmomenten tussen deze onthaal- en schakelklassen
en de afdelingen van de Orde van den Prince-gewest
Limburg.
b. Doelgroep: De jongeren en de leerkrachten van de zes
OKAN-klassen en de twee ISK-klassen.
c. Belangrijkste activiteiten:
Actief ondersteunen van contactmomenten tussen deze
OKAN- en ISK klassen (leerkrachten en anderstalige
leerlingen) en leden van afdelingen van de Orde van
den Prince – gewest Limburg.
20 Deelname aan het door de provincie Belgisch Limburg
gecoördineerde overleg van de directies van de OKANklassen en dit mede in functie van het bespreken van
de noden (materieel en maatschappelijk) van OKANklassen.
Medewerking aan de door de provincie Belgisch
Limburg in 2013 georganiseerde studiedag over de
OKAN-klassen en de effecten ervan bij doorstroming
van deze leerlingen in het leerplicht secundair
onderwijs.
d. Periode waarin project wordt uitgevoerd: schooljaar 20122013.
2. Gegevens gewestcoördinator Neerlandistiek
Naam gewestcoördinator: Jos Wilmots
adres: Langveldstraat 46 – 3500 Hasselt
e-mail: [email protected]
naam projectcoördinator: Willy Goetstouwers
adres: Noordenstraat 35 – 3590 Diepenbeek
e-mail: [email protected]
3. Contactpersonen in betrokken afdelingen: zie de bijlage met het
overzicht van de afdelingscoördinatoren en van de verantwoordelijken
van de OKAN– en ISK klassen
4. Overzicht Begroting:
- ondersteuning van elke OKAN- en ISK klas met een toelage van €
250,00 (te verantwoorden op basis van een kostennota (zie bijlage) voor
aankoop didactisch materiaal of voor kosten verbonden aan de
contactmomenten:
€ 2.000,00
- kosten vergaderingen
€
- Totaal uitgaven
€ 2.200,00
200,00
21 5. Projectfinanciering :
Bijdrage gewest vanuit de afdeling
€ 1.200,00
Gevraagde bijdrage Orde van den Prince :
€ 1.000,00
-----------------------------------------------------------------------------------------------Deelname in en actieve steun aan ‘Babbelut’-activiteiten –
Vzw Bru-TAAL 2012-2013 Zaventem
1.
Projectomschrijving
De ‘Babbelut’conversatietafels van de vzw Bru-Taal
(Brussels netwerk voor Nederlandse taalstimulering) vinden
plaats in 9 Vlaamse Gemeenschapscentra in Brussel.
Anderstaligen die Nederlands leren kunnen er met
Nederlandstalige vrijwilligers praten.
De VZW Bru-TAAL huist in het Huis van het Nederlands te Brussel
en wordt gesubsidieerd door de Vlaamse
Gemeenschapscommissie.
Sinds 2005 steunt de afdeling Zaventem (gewest Brabant-West)
Bru-Taal als haar hoofdproject Neerlandistiek door actieve
deelname aan de conversatietafels en aanverwante activiteiten.
Het engagement van de afdeling Zaventem vindt zijn plaats als
‘kern’-activiteit in het extern neerlandistiekbeleid zoals voorgesteld
in het cahier van de neerlandistiek (2011). De materiële en
logistieke steun van de afdeling Zaventem aan Bru-Taal wordt door
haar bestuur als noodzakelijk geacht. Niet alleen draagt de
Afdeling haar steentje bij door een aantal Prince-leden die als
vrijwilliger naar de Conversatietafels gaan, tevens komen de
individuele inspanningen van de Prince-leden de sociale en
intellectuele diversiteit ten goede.
De afdeling Zaventem heeft sinds 2005 reeds de nodige onkosten
gemaakt om de actieve deelname aan Babbelut te waarborgen
door het organiseren van o.a. info- en discussieavonden voor de
Afdeling en het bestuur van Bru-Taal , tweejaarlijkse culturele
uitstappen en een interactief taalspel voor de leden van de
afdeling Zaventem (en Meise) en anderstaligen van de Babbelutconversatietafels.
22 culturele uitstap 2013
• Projectdoel : Naast de wekelijkse deelname aan de
conversatietafels, organiseert de Afdeling Zaventem een
tweejaarlijkse uitstap voor de anderstaligen (Bru-Taal) en de
Prince-leden van de Afdeling. Dit kadert in het project:
“Anderstaligen vertrouwd maken met het Nederlands in een
ontspannen en ongedwongen sfeer en hen kennis laten
maken met onze Vlaamse steden en cultureel patrimonium.
De Prince-leden confronteren met de alledaagse
problematiek van anderstaligen in Brussel tijdens
Babbelutsessies en een tweejaarlijkse culturele uitstap.”
doelgroep: 55 deelnemers
• Prince-leden van de Afdeling Zaventem
• Deelnemers (anderstaligen) van Babbelut
Vrijwilligers van de vzw Bru-Taal
•
•
• belangrijkste activiteiten
Culturele daguitstap met begeleide historische wandeling in
de stad Gent met gespecialiseerde Nederlandstalige gidsen
voor anderstaligen, bezoek aan het Gravensteen, ‘taal’rijke
namiddagactiviteit inclusief versnaperingen voor de
deelnemers. De Prince-leden begeleiden de anderstaligen
tijdens het bezoek aan deze Vlaamse stad en haar
geschiedenis.
• periode waarin het project wordt uitgevoerd
Oktober 2013 : vermoedelijk zaterdag 12 oktober 2013. Het
vastleggen van de exacte datum gebeurt in overleg met de BruTaal coördinator Marianne van de Graaff en haar educatieve
medewerkers.
2
Gegevens secretaris Neerlandistiek
Leen De Smedt, Kampenhoutsebaan 122 – 1982 Elewijt
[email protected]
3
Contactpersonen in andere betrokken afdelingen : nihil
4
Overzicht begroting
23 begrotingspost
vervoer Brussel-Gent-Brussel
€
geleid stadsbezoek
€ 2 050
totaal
5
bedrag
800
€ 2 850
Projectfinanciering
Bijdrage afdeling (50%)
€ 1 425
Gevraagde bijdrage Orde van den Prince: € 1 425
Leen De Smedt, secretaris Neerlandistiek, afdeling Zaventem
4.2. Projecten ten voordele van hoger opgeleide nieuwkomers:
- Project 2013-2014 : Ontmoetingen. Integratie van hoger
opgeleide Vlamingen van allochtone herkomst
(“migrantenkinderen”).
1. Naam van de organiserende afdeling:
afd. Noorderkempen, gewest Schelde-Mark,.
2. Projectdoel
Versterking van de binding van hoger opgeleide allochtonen (
toekomstige “opinieleiders “) met de Nederlandse en Vlaamse cultuur en
samenleving.
3. Doelgroep
Hoger opgeleide jongeren uit allochtone kringen die nog studeren (
tertiair onderwijs) of aan het begin van hun arbeidsleven staan. Het
aantal deelnemers varieert van 15 tot 20.
24 4. Belangrijkste activiteiten:
Ontmoetingen met sleutelfiguren uit de wereld van taal, cultuur en
samenleving. Contacten worden vooral gelegd op het terrein van taal,
cultuur en media, maar ook op het gebied van de politieke structuur, de
rechtsstaat en de economie.
Princeleden zijn betrokken bij die ontmoetingen en gaan in gesprek met
de deelnemers.
5. Wat leren wij uit de evaluaties van dit project ?
Uit mondelinge en schriftelijke evaluatie blijkt dat het bevorderen van de
toegang voor jongere, hoog opgeleide allochtonen tot de cultuur en de
maatschappij van België/Vlaanderen en Nederland in de beleving van
deelnemers en organisatoren bereikt wordt. De verwachtingen die zij van
tevoren over deze reeks ontmoetingen hebben, komen in ruime mate uit.
(citaat van een deelnemer: "Duidelijk is geworden dat een goed
georganiseerde groep mensen begaan zijn met de overleving van de
Nederlandse cultuur in een wereld waarin kleinere culturen opgeslokt
worden door grotere”.
"Het is zeker een goede beslissing geweest om zoiets te organiseren.
Men is geslaagd in zijn opzet om de afstand te verkleinen tussen
studenten en instellingen en in het leggen van contacten met personen
waarmee sommigen van ons zeker niet in contact zouden komen.")
De onderwerpen voor de bijeenkomsten zijn gekozen vanuit de
verwachting dat ze ons zouden helpen werkelijk in contact te komen met,
of inzicht te verkrijgen in de samenleving en/of de cultuur. En dat vooral
door het ontmoeten van personen die voor een onderwerp relevant zijn.
Men vindt de onderwerpen gevarieerd en waardeert de informele
contacten.
De samenstelling van de groep deelnemende jongeren qua leeftijd,
opleiding en achtergrond beoordelen zij zelf als goed tot zeer goed.
Het openen of sluiten van de bijeenkomsten met een eenvoudige
maaltijd is als uiterst zinvol en functioneel en als attent en gastvrij
beleefd. De vormgeving kan heel eenvoudig zijn.
25 Luxe of noodzaak ?
De vraag of een dergelijk project luxe of noodzaak is, wordt door een
deelneemster als volgt beantwoord:
"Ja, het is nodig. Veel allochtonen hebben ouders die zelf niet degelijk de
Nederlandse taal en cultuur kennen. De school ( de universiteit ) is de
enige wegwijzer voor hen op dat vlak, daarbuiten moeten ze zelf hun
eigen weg zoeken. Wij ervaren hier een drempelverlaging die uniek is,
want het zien van zulke problematiek is het ontdekken van het grote gat
in de Nederlandse cultuur bij de allochtonen. De projecten van de Orde
maken veel mensen warm voor zaken die voor hen heel ver leken, en
zijn een wederzijdse verkenning die zeker een toekomst moet hebben.
Ook al zijn we hier geboren en opgevoed: onze toegang tot de
Nederlandse cultuur is "geslotener" dan voor de autochtonen.
Dank aan allen die hieraan hebben meegewerkt. "
Pieter Geertsma, Afdeling Noorderkempen
4.3. Op Taal en literatuur gerichte projecten voor lager, middelbaar en
hoger onderwijs . -
Ondersteuning Taalbeleid Lerarenopleiding (T.O.L.)
Artevelde Hogeschool Gent en Kaho Sint-Lieven
Het organiserend Gewest Oost- en Zeeuws- Vlaanderen met de
volgende afdelingen: Denderland, Gent I, Gent II, Hulst, Land van
Waas en Dendermonde I, Land van Waas en Dendermonde II,
Meetjesland, Midden-Zeeland, Schelde-Leie, Vlaamse Ardennen en
Zuid-Oost-Vlaanderen.
Omschrijving van het project
De doelstellingen en de verantwoording van dit project
26 Deze projectaanvraag staat in het teken van onze bekommernis om de
falende starttaalcompetentie en de tekortschietende academische
taalcompetentie van heel wat studenten die vandaag de lerarenopleiding
aanvangen.
De talige problemen zijn het gevolg van de diverse instroom aan
studenten en van de complexe socioculturele onderwijsrealiteit van
vandaag. Een moeilijke start kan een drempel opwerpen voor
taalzwakkere autochtone en allochtone studenten die om allerlei redenen
nog moeten werken aan het verwerven van basale taalvaardigheden of
die worstelen met het academisch taalgebruik. Gebrek aan aandacht en
zorg voor taal kan kwaliteitsverlies van het onderwijs tot gevolg hebben.
Een goed uitgebalanceerd taalbeleid, met taalondersteuning op maat en
met taalgericht onderwijs, werkt en verhoogt de kansen op effectief leren
en doorstromen. Bovendien zijn niet alleen taalzwakke, maar alle
studenten gebaat met verhoogde aandacht voor de talige competenties.
Uiteraard moeten de secundaire scholen hun verantwoordelijkheid
opnemen op het gebied van taalzorg en kwalitatief hoogstaand
taalonderricht. Maar ook de hogeschool kan niet langer afzijdig blijven
als het op taalondersteuning van haar studenten en op talige eisen
aankomt.
Omdat een taalbeleid ontwikkelen een complexe en veeleisende
opdracht is voor de lerarenopleidingen, zeker in de hogescholen en in de
centra voor volwassenenonderwijs, verdienen deze instellingen onze
ondersteuning. Omdat we de mogelijkheden van het project eerst willen
aftasten, starten we met de ondersteuning van hogescholen uit ons
Gewest. Van de vier betrokken hogescholen hebben er twee een zinvol
project onderschreven dat over twee werkjaren kan lopen zodat, met de
steun van de afdelingen uit ons Gewest en met de steun van het
genootschap in Antwerpen, de financiële impact aanvaardbaar is.
De doelgroep en het resultaat dat wordt nagestreefd
De doelgroep bestaat uit startende studenten aan de twee hogescholen
die nood hebben aan ondersteunende initiatieven om hun taalbeheersing
Nederlands te verbeteren. Een instellingsbrede aanpak kan positieve
gevolgen hebben voor hun academische taalcompetentie en voor hun
doorstromingskansen in het algemeen. Taal ontwikkelend lesgeven
27 veronderstelt ook professionalisering van alle docenten (en niet alleen
van docenten taal). Het is dus belangrijk dat wij tegelijk op deze twee
doelgroepen (docenten en studenten) focussen.
De effecten van een integraal taalbeleid zijn wellicht slechts op langere
termijn voelbaar, doordat ze beïnvloed worden door een veelheid aan
factoren. Bovendien vraagt een taalbeleid de uitbouw van een visie, een
strategie, kennis van zaken, actie, evaluatie en optimalisatie. De
ondersteuning die wij als Orde van den Prince bieden voor één facet van
dat taalbeleid, staat uiteraard niet geïsoleerd van de rest van de
noodzakelijke processen en acties. Wat wij kunnen aanbieden is een
faciliterend, maar noodzakelijk onderdeel in het hele raderwerk.
De beoogde acties en de periode waarin het project wordt
uitgevoerd
Het projectvoorstel Taal ontwikkelend lesgeven, hoe doe je dat?
bestaat uit twee luiken, één gericht op professionalisering van docenten
en één gericht op ondersteuning van studenten.
Een eerste luik betreft vorming voor alle docenten van de drie korpsen
(kleuter-, lager en secundair onderwijs) rond taal ontwikkelend
lesgeven. Voor de twee hogescholen zal dit bestaan uit een halve dag
interne vorming voor de bachelors lerarenopleiding secundair onderwijs
door het Centrum voor Taal en Onderwijs (CT&O) van de Universiteit
Leuven (Lieve Verheyden); deze vorming zal vermoedelijk in januari
2011 plaatsvinden in de Artveldehogeschool. Voor KAHO Sint-Lieven
kunnen andere momenten voor de vorming vooropgesteld worden. Er
volgt ook een vorming voor de lerarenopleidingen bachelors
basisonderwijs door Tine Van Houtven van de Lessiushogeschool
(wellicht op 18 maart 2011). Ten slotte is er ook een vormingsaanbod
van een halve dag voor de lerarenopleidingen bachelors kleuter- en
basisonderwijs in de vormingsweek van 22 tot 26 augustus 2011 door
de Lessiushogeschool of door CT&O Leuven.
In het tweede luik voor studenten willen de hogescholen digitaal
materiaal ontwikkelen rond taal ontwikkelend lesgeven en goede
voorbeelden van interactief vertellen in het kleuter-, lager en secundair
onderwijs. Zij denken concreet aan een aantal filmpjes waarbij bekende
Vlamingen in klasverband taal ontwikkelend lesgeven of op een taal
28 ontwikkelende, interactieve manier een verhaal vertellen in
Standaardnederlands. Zo kan bv. Wouter Deprez een expressieve
vertelsessie geven in het kleuteronderwijs; Kristien Maes kan een
klasgesprek houden in het lager onderwijs en Lieven Scheire kan
instructies fysica geven in het secundair onderwijs.
Het zou de bedoeling zijn om de bekende Vlamingen te coachen, zodat
zij de
technieken van taal ontwikkelend lesgeven onder de knie hebben en die
expliciet aan bod laten komen in de specifieke les.
De filmpjes zullen in de loop van het volgende academiejaar als
lesmateriaal gebruikt worden in de drie lerarenopleidingen van de
Arteveldehogeschool en in KAHO Sint-Lieven. Indien de Orde van den
Prince erin slaagt om ook het luik met betrekking tot de filmpjes volledig
te subsidiëren, dan zou de organisatie erop staan dat het materiaal ook
beschikbaar zou gesteld worden voor andere hogescholen, die voor
steun aankloppen bij de Orde.
4.4. Ontvangst en uitwisseling van studenten en leerlingen en steun aan
buitenlandse docentschappen
Arnhem : steun Budapest
1.1. Naam van het project ; Steun aan de De Vakgroep Neerlandistiek
aan de Eötvös Loránd Universiteit (ELTE) te Budapest
1.2. Naam van de organiserende afdeling : afdeling Arnhem
1.3. Korte omschrijving van het project
Het beleid is het laatste jaar al aangepast aan de wensen van mevrouw
Prof. .J. Gera.-hoofd van de vakgroep. Zo heeft ze liever boeken die
recent in de belangstelling staan, bijvoorbeeld omdat ze genomineerd
zijn voor een literaire prijs. Mevrouw Gera kwam zelf met een voorstel.
Het is namelijk jammer dat de verzendkosten zulk een groot deel van het
budget opeisen (namelijk 30 euro per pakket). Bovendien mag duidelijk
zijn dat het Centrum vaak projectmatig werkt.
29 Haar voorstel dat Arnhem het abonnement op één of meer tijdschriften
voor haar rekening neemt is ( gedeeltelijk) gehonoreerd. Dit zijn dan
Filter - Tijdschrift voor vertaalwetenschap, en : Onze Taal - maandblad
van het Genootschap Onze Taal
Het bovenstaande betekent dat onze inbreng vanuit Arnhem voor een
deel structureel kan zijn-namelijk de abonnementen op tijdschriften, en
voor een ander deel vraaggericht op basis van de projecten van de
vakgroep in Boedapest. Daarnaast kan een bijdrage geleverd worden
aan de incidentele vraag naar beeldmateriaal.
In 2011 kwam de vraag of de afdeling Arnhem ondersteuning kon bieden
aan de studiedag met als onderwerp Literair vertalen in het
literatuuronderwijs.
In 2012 ondersteunde Arnhem een verblijf met lezingen van Dimitri
Verhulst o.a. bijgewoond door de Nederlandse Ambassadeur.
Elk semester is er een avond voor de verspreiding en popularisering van
de Nederlandstalige literatuur in Hongarije. Deze avonden vinden altijd
buiten de muren van de universiteit plaats. Er worden Hongaarse critici
en de vertaler van het werk uitgenodigd om het werk te bespreken voor
een uitgenodigd, leken publiek. Daarna wordt het gesprek in het
belangrijkste literair weekblad, Élet és irodalom [Leven en literatuur]
gepubliceerd. Zo is het laatste gesprek met Dimitri Verhulst, zijn
vertaalster, Szilvia Szita en de critici net gepubliceerd in bovengenoemd
weekblad. Dit laatste evenement werd mede door de steun van de
afdeling Arnhem mogelijk gemaakt.
Het volgende evenement in maart of in april gaat over de eerste, eind
2012 gepubliceerde Hongaarse vertaling van de Middelnederlandse
Beatrijs-legende. Dit kwam tot stand mede door de medewerking van
Hongaarse studenten Nederlands, hun docenten en een professionele
literaire vertaalster. Het plan is om weer deze Elckerlyc-avond in de
beste boekhandel van Boedapest te laten plaats vinden. De vertalers en
andere deskundigen zullen uitgenodigd worden voor het gesprek. Ook
van deze discussie zal een gedrukte versie verschijnen.
30 2. Gegevens Gewest coördinator Neerlandistiek
naam: Peter Schuffelen
adres : Bouwhuisweg 10, 7245 ND Laren
e-mail : [email protected]
3. Contactpersonen in andere betrokken afdelingen:
naam: Jan Ringoir
adres: Stulp 3 6852 EL Huissen
e-mail: [email protected]
4. Overzicht Begroting
begrotingspost
bedrag
boeken/tijdschriften
€400
financiële ondersteuning
€400
Totaal :
€800
5. Projectfinanciering
Bijdrage afdeling Arnhem
€ …450….
Bijdrage gewest (indien van toepassing) € …….
Gevraagde bijdrage Orde van den Prince : € 400
___________________________________________________________________
Aanvraag voor een Neerlandistieksubsidie van de Orde van den Prince
Keerbergen : steun Bratislava
1. Projectomschrijving
1.1. Naam van het project : Ontmoetingen - Stretnutia
1.2. Naam van de organiserende afdeling : Keerbergen
31 1.3. Korte omschrijving van het project
e. Projectdoel: Ontmoeting met, begeleiding en
ondersteuning van 3 Erasmus studenten en 2 docenten
Neerlandistiek Comenius Universiteit Bratislava in
Vlaanderen in het kader van onderzoeks- en
studieverblijven van docenten en studenten in Vlaanderen
die belangrijk zijn voor de professionalisering van de
vakgroep, het opbouwen van contacten met de culturele
en universitaire instellingen in Vlaanderen en het
verbeteren van taalvaardigheid en cultureel bewustzijn van
de studenten.
f. Doelgroep:
1. Afdeling Neerlandistiek Comenius Universiteit
Bratislava
2. OvdP Afdeling en OvdP leden Keerbergen
3. Andere geïnteresseerde OvdP afdelingen
g. Belangrijkste activiteiten:
1. Ontmoetingen met de studenten en docenten in de
afdeling (lezingen, gesprekken…). De docenten worden
regelmatig uitgenodigd wanneer ze in het kader van
hun onderzoeksproject in Vlaanderen zijn en brengen
dan tijdens de maandelijkse bijeenkomst verslag uit
over hun projecten en activiteiten.
2. Activiteiten met individuele leden van de afdeling tijdens
hun verblijf (uitnodiging, excursies, bezoeken… een
voorbeeld: op vrijdag 7/12 woonden de 3 Erasmus
studenten de vergadering bij. Ze blijven dan logeren bij
leden van de afdeling Keerbergen. Op 8/12 werd er
voor hen een rondleiding door het Historium in Brugge
georganiseerd, alle leden werden ook hier uitdrukkelijk
voor uitgenodigd. Ook naar volgend werkingsjaar toe
moedigen we de leden aan om de studenten en
docenten uit te nodigen voor een uitstap, etentje,
museumbezoek)
h. Betrokkenheid van de leden: de gespreide regelmatige
aanwezigheid van ofwel studenten of docenten uit
Bratislava tijdens de maandelijkse vergaderingen houdt
het project het hele werkjaar in de belangstelling,
aangevuld met gecoördineerde activiteiten door de
32 secretaris Neerlandistiek met individuele leden van de
afdeling
i. Periode waarin project wordt uitgevoerd: september 2013 juni 2014
j. Eenmalig, of herhaling verwacht: indien na evaluatie door
alle partijen dit als succesvol wordt gezien, wordt een
herhaling voorzien
k. Positie in het Neerlandistiekbeleid: past in 2 van de 6
projectgroepen van de OvdP, met name in de projecten
‘Ontvangst en uitwisseling van studenten’ en ‘Steun aan
buitenlandse docentschappen’
2. Gegevens secretaris Neerlandistiek
naam:
adres:
mail:
Hilde Hendrickx
Broekstraat 1, 3150 Haacht
[email protected]
3. Contactpersonen in andere betrokken afdelingen: Lieve Viérin,
gewestcoördinator Neerlandistiek
4. Overzicht Begroting
begrotingspost
docentensubsidie
bedrag
2x 600
1200
(reisonkosten, verblijfskosten, studie- en onderzoeksmateriaal !
voor volgend jaar , specifiek: aankoop van nieuwe handboeken
Nederlands voor het Departement Neerlandistiek)
studentensubsidie
Totaal :
6x200.
1200
2400
33 5. Projectfinanciering
Bijdrage afdeling
Bijdrage gewest (indien van toepassing)
Gevraagde bijdrage Orde van den Prince
€ 1200
€0
€ 1200
De OvdP Afdeling Keerbergen en de vakgroep Neerlandistiek Comenius
Universiteit Bratislava zijn ervan overtuigd dat dit project een succesvolle
aansluiting zal zijn aan de uitstekende samenwerking tussen de Afdeling,
de Orde en Comenius en zal bijdragen tot de versteviging van de positie
van het Nederlands als vak aan de universiteit in Bratislava. Door niet
alleen financiële ondersteuning te bieden, maar ook door het persoonlijk
contact van de docenten en studenten met de leden van OvdP zal de
gevoeligheid van de studenten voor het vak en Vlaanderen in het
algemeen opgebouwd worden, wat een enorme motivering voor verdere
studie op het gebied van Neerlandistiek voor de studenten zal
betekenen. De docenten zouden verder op deze manier de kans krijgen
om verder en actueel materiaal voor hun colleges en onderzoek te
verzamelen en nauwere contacten uit te bouwen met Prince-vrienden en
collega´s.
Ten opzichte van vorig jaar dient er het volgende nog worden
toegevoegd: In Slovakije wordt op dit moment vooral Nederlandse
literatuur vertaald. Dit komt omdat er een Nederlandse agent is die
nauwe contacten heeft met de verschillende uitgeverijen.
Onze 2 docenten in Bratislava zijn zeer actief bezig met vertaalprojecten
( o.a. een vertaalatelier met Diane Broeckhoven, een vertaalproject van
essays uit “Ons Erfdeel” ). Door deze projecten kan de belangstelling
voor Vlaamse literatuur sterk groeien in Slovakije, wat zou kunnen leiden
tot meer vertalingen en uitgaven van Vlaamse literatuur.
-------------------------------------------------------------------------------------------------
34 4.5.Nederlands en de Afrikaanse taal.
SASNEV : Lessenpakket “Eenders en Anders” (aanvraag 2013)
1. Projectomschrijving
1.1.
Naam van het project ;
“Eenders en Anders” : samenstelling en introductie van een
lessenpakket (10 lesuren) door SASNEV (Suid-Afrikaanse
Sentrum vir Nederland en Vlaandere). Dit lessenpakket is een
introductie van de Nederlandstalige Cultuur en Literatuur voor
laatste-graads humaniora-studenten in Zuid-Afrika
1.2.
Naam van de organiserende afdeling :
Verschillende afdelingen van de Orden van den Prince
ondersteunen dit project : zie verder. De coördinatie berust bij de
afdelingen Mechelen (Herman Bosmans) en Lier (Guido Dutry).
1.3.
Korte omschrijving van het project
1.3.1. Projectdoel
Het doel is om Afrikaanstalige scholieren van de 2 laatste jaren van
de humaniora-opleiding (16 tot 18 jarigen) in contact te brengen
met de Nederlandstalige Literatuur en Cultuur. Zo krijgen zij een
venster aangeboden op deze cultuur, en bij uitbreiding, op de
westerse cultuur.
Doelgroep
De doelgroep in eerste instantie zijn 2.000 leerlingen van de laatste
graad humaniora van 8 scholen in de Kaap-Provincie. Deze 8
scholen zijn reeds gecontacteerd, en staan zeer positief ten
opzichte van dit project.
Belangrijkste activiteiten
Het lessenpakket bevat 5 topics :
-
Kennismaking met de Nederlandse taal
Landschappen in de literatuur
Liefde in de literatuur
Poëzie en kunst
- Multiculturele samenleving
35 In 2014 zal het project in een eerste fase uitgerold worden op een
beperkte schaal. In 2015 wordt verdere uitrolling gepland.
Betrokkenheid van de leden
De betrokkenheid van de leden van verschillende afdelingen van
de Orde van den Prince wordt op 2 vlakken gerealiseerd :
- Financieel : voor 2013 wordt er een bedrag van +/- 8.000 Euro
gezocht ter ondersteuning van het project. Dit bedrag
vertegenwoordigt 20 %
van de geplande uitgaven voor het project in 2013. De
resterende 80 %
wordt via andere kanalen (buiten de Orde) gesponsord.
- Niet materiële steun : het SASNEV zoekt een “klankbord”
binnen de Orde, leden die raad, advies en expertise ter
beschikking stellen om culturele projecten van het SASNEV
mee te ondersteunen. Het Presidium van de Orde onderzoekt
op dit moment welke de mogelijkheden zijn om dit klankbord te
organiseren. Ook wordt onderzocht op welke manier de
verschillende projecten ter ondersteuning van het Afrikaans
binnen de Orde kunnen gecoördineerd worden.
- Enkele malen per jaar wordt een voortgangsrapport opgesteld
door
SASNEV, dat aanduidt hoe de verstrekte middelen gebruikt
werden, en zullen gebruikt worden. Deze rapporten worden naar
alle betrokken afdelingen verdeeld, en bevordert de
betrokkenheid.
Periode waarin project wordt uitgevoerd.
Het klaarmaken van lessenpakket, uittesten en opstellen van de
handleiding wordt gepland in 2013. In 2014 wordt de eerste
uitrolling gepland, in 2015 de verdere implementatie.
Eenmalig, of herhaling verwacht
Voortgaande ondersteuning wordt verwacht : de grootste kosten
van dit project worden gemaakt bij de opstart (opstellen en
vormgeven van het lessenpakket). Indien de introductie succesvol
is, wordt verdere uitbreiding verwacht.
Positie in het Neerlandistiekbeleid
36 Dit project past naadloos is het Neerlandistiekbeleid van de Orde :
- Het hoort volledig thuis in één van de zes speerpuntprojectgroepen (De Orden en de Afrikaanse taal).
- Met beperkte financiële middelen wordt veel bereikt:
met een klein financieel budget kan in Zuid-Afrika veel
gerealiseerd worden (zie verder: Begroting)
- Ook niet-materiële steun en expertise is belangrijk : de
persoonlijke inzet en betrokkenheid van een aantal
leden zal gevraagd worden (“klankbord-functie” en
coördinatie van verschillende projecten)
Gegevens secretaris Neerlandistiek
naam:
Herman Bosmans, Afdeling Mechelen
adres : Doornlaarstraat 18, B 2820 Bonheiden
e-mail : [email protected]
naam : Guido Dutry, Afdeling Lier
adres : Missestraat 54, B 2570 Duffel
e-mail : [email protected]
Overzicht Begroting voor 2013
begrotingspost
bedrag
20 % van herwerking teksten, drukken
boeken en opstellen handleiding,
uittesten
8.000 Euro
Projectfinanciering
Het objectief is om de 8.000 Euro in 2013 bij elkaar te krijgen binnen
de Orde van de Prince.
Aan het Presidium wordt gevraagd om een bijdrage van 2.200 Euro te
voorzien als subsidie. Als onze doelstelling bereikt wordt (5.800 Euro)
37 zal deze bijdrage van de
kunnen invullen.
Orde ons toelaten de volledige sponsoring te
Notitie Afrikaans
De Orde en het Afrikaans.
Veel Prince-leden voelen zich betrokken bij het Afrikaans, de taal die
zozeer verwant is met het Nederlands. De Orde (gewest Buitenland) telt
twee afdelingen in Zuidelijk Afrika: een in Pretoria met 57 leden en een in
Kaapstad , met 15 leden. In beide afdelingen is de omgangstaal steeds
meer het Afrikaans, zij het dat ook het Nederlands wordt gehanteerd
Het Huis der Nederlanden / SASNEV in Kaapstad mocht zich in het
verleden in de steun van Orde-leden verheugen.
Vanuit de Neerlandistiekwerking binnen de Orde verdient het Afrikaans
bijzondere aandacht : Wij zijn van mening, dat het Afrikaans in zuidelijk
Afrika niet verloren mag gaan en onze bescherming verdient. Voor 6,5
miljoen mensen is Afrikaans de moedertaal, voor 7 miljoen inwoners
tweede taal . Daarnaast zijn er nog ongeveer 16 miljoen mensen die
enige kennis van die taal hebben of recent nog hadden.
De laatste decennia staat de taal binnen Zuid-Afrika en Namibië
geweldig onder druk. Van overheidswege zijn allerlei beloftes ter
bescherming van die taal gebroken. Van officiële zijde komen uitsluitend
signalen die leiden tot nadrukkelijke ontmoediging van de ontplooiing van
het Afrikaans .
Wij zijn van mening, dat het Afrikaans niet verloren mag gaan en onze
bescherming verdient.
Door contacten en uitwisseling ervaren jonge Zuid-Afrikaners dat hun
moedertaal een serieuze taalkundige status heeft en contact in Europa
mogelijk maakt. Het positieve zelfbeeld rondom hun taal wordt daardoor
ontwikkeld en de waardering van het Afrikaans wordt ontdaan van
eenzijdige connotaties als “de taal van de vroegere onderdrukker”.
In praktische zin zullen wij in afdelingen en gewesten aandacht vragen
voor het Afrikaans. Transparante projecten die de positie van het
38 Afrikaans, rekeningen houdend met ontwikkelingen die toekomstgericht
zijn, steunen, kunnen we in bepaalde gevallen aanbevelen. Bestaande
activiteiten als jongerenprogramma’s en “zomerschool” verdienen
belangstelling. De Nieuwsbrief blijft een belangrijke factor voor
“Afrikaans”.
Er zijn verschillende leden van de Orde die zeer goed op de hoogte zijn
van de materie, beschikbaar om in afdelingen over de positie van het
Afrikaans te spreken.
De Ronde Tafel “Afrikaans” onder leiding van Herman Bosmans, afdeling
Mechelen, blijft de activiteiten in dit kader ondersteunen.
4.6. Nederlands in Frans-Vlaanderen
Subsidieaanvraag voor ondersteuning van de werking van het Huis
van het Nederlands te Belle (Frans-Vlaanderen)
februari 2013
Project : Aankoop van computer- en software-materiaal voor het Huis
van het Nederlands te Belle in Frans-Vlaanderen.
Hoeveel geld heeft het Huis van het Nederlands te Belle nodig?
10.000,00 €uro (tienduizend €uro)
Deelnemende afdelingen (allen van het gewest West-Vlaanderen) en
toegezegd bedrag: BRUGGE
,
HOUTLAND
,
KORTRIJK,
OOSTENDE , ROESELARE-IZEGEM-TIELT ,
WAREGEM
,
WESTHOEK , WESTKWARTIER ’t ZWIN
TOTAAL
2.050,00 €uro
Hoeveel subsidie zouden we willen aanvragen?
Eveneens 2.050,00 €uro (tweeduizend vijftig €uro)
Met het bedrag van 4.100,00 €uro (vierduizend honderd €uro) kan al
in eerste fase een deel van het project worden gerealiseerd.
39 De afdeling Aarschot ondersteunt eveneens (en sinds jaren al) het Huis
ven het Nederlands te Belle. Ze blijft dit verder zetten.
In een volgende fase kunnen op basis van de door het Huis van het
Nederlands te Belle de nog ontbrekende financiën worden verzameld.
Het "Huis van het Nederlands",
in Belle/Bailleul, werd als
vereniging
in
april
1999
opgericht, maar het Huis zelf
werd pas in mei 2001 geopend.
De activiteiten vinden ten dele
plaats in samenwerking met het
Komitee voor Frans-Vlaanderen.
Het doel van het huis is de
promotie van het Nederlands in
het departement "Nord". Directrice Sandrine Demange en haar ploeg
willen de kennis van de Nederlandse taal en de cultuur van de Lage
landen bevorderen door middel van informatie, bijscholing en opleiding.
De belangrijkste opdracht bestaat in het inrichten van het
documentatiecentrum "Het Huis van het Nederlands". Dat beschikt over
een
gespecialiseerde
mediatheek
en
fungeert
ook
als
inlichtingencentrum voor grensarbeiders. De website biedt informatie
over opleidingen en culturele manifestaties. "Huis van het Nederlands"
heeft een pedagogisch en wetenschappelijk comité.
1. Wat is er bereikt?
Het Huis van het Nederlands (HvhN) te Belle heeft van de Nederlandse
Taalunie (NTU) steun gekregen voor een didactisch project van
Nederlandse taalstimulering rond het Sinterklaasgebeuren.
De NTU subsidieerde dit project.
Dit is het startschot voor nog meer samenwerking met de NTU. Het
HvhN heeft de weg naar deze instantie gevonden.
40 2. Steun aan het HvhN
In de loop van het jaar 2012 werd door het Komitee voor FransVlaanderen (KFV) ten behoeve van het HvhN vier nieuwe computers
aangekocht.
Ook stelt de stad Belle drie computers in bruikleen ter beschikking van
het HvhN.
De Marnixring afdeling Veurne Zannekin schrijft 2.000,00 €uro over voor
de aankoop van software. Voorts werden er Nederlandstalige boeken
aan het HvhN geschonken door o.a. de Stichting Zannekin.
3. Bijkomende steun
De Prince-afdelingen Aarschot en Westhoek steunen al jaren het HvhN.
De volgende Prince-afdelingen zijn bereid tot financiële steun:
Houtland, Kortrijk, Westkwartier, Roeselare-Tielt-Izegem, Land van
Edingen, Rijsel, Zelandia
Steun van de Algemene Coördinatie Neerlandistiek van de OvdP en
Steun van andere organisaties zoals de Marnixring, de Stichting
Zannekin e.a.
Westhoek, Westkwartier storten elk 850,00 €uro hetgeen neerkomt op
6 x 850,00 = 5.100,00 €uro De centrale neerlandistiek-kas past 4.900,00
€uro bij.
Samen maakt dat TIENDUIZEND EURO Het bedrag van 10.000,00
€uro wordt ten laatste op 31 mei 2013 op de rekening van het Huis van
het Nederlands te Belle overgeschreven.
4. Besluit
Deze steun aan het Huis van het Nederlands te Belle zal deze
waardevolle instelling voor ten minste vijf jaar tot 2018 degelijk
vooruithelpen.
Ondertussen worden regelmatig initiatieven ondersteund door de
Nederlandse Taalunie.
41 Ook kan steun verleend worden onder andere vormen zoals boeken
schenken, cursisten ontvangen in Nederland en Belgisch-Vlaanderen,
lezingen houden e.d.m.
Ukkel, 31 januari 2013 , ,Leo Camerlynck , Voorzitter Orde van den
Prince Land van Edingen , Gewestcoördinator Neerlandistiek MaasSamber-Schelde.
Bijlage 2.5.
Aanvraag voor een neerlandistieksubsidie van de Orde
Waarvoor kan subsidie worden aangevraagd?
Neerlandistiekactiviteiten en –projecten berusten allereerst op
persoonlijke inzet van de leden.
Zijn financiële middelen vereist, dan komen die in eerste instantie uit de
afdelingen.
Voor externe Neerlandistiek kan in een aantal gevallen aanvullende
subsidie worden aangevraagd.
Wie kan subsidie aanvragen?
De secretaris Neerlandistiek van een afdeling.
Wanneer aanvragen?
Tot eind februari kunnen aanvragen voor het volgende werkingsjaar
worden ingediend .
Verantwoording van de uitgaven en terugblik op projectresultaten.
De afdeling accepteert de voorwaarde dat na afronding van het project
een verantwoording wordt overlegd.
42 Geïnteresseerden wordt verzocht voor hun aanvraag het volgende
schema te volgen:
1. Projectomschrijving
1.1. Naam van het project ;
1.2. Naam van de organiserende afdeling :
1.3. Korte omschrijving van het project
l. Projectdoel
m. Doelgroep
n. Belangrijkste activiteiten
o. Betrokkenheid van de leden
p. Periode waarin project wordt uitgevoerd.
q. Eenmalig, of herhaling verwacht
r. Positie in het Neerlandistiekbeleid
2. Gegevens secretaris Neerlandistiek
naam:
adres
e-mail
43 3. Contactpersonen in andere betrokken afdelingen:
4. Overzicht Begroting
begrotingspost
bedrag
……..
…..
……..
…..
Totaal :
….
5. Projectfinanciering
Bijdrage afdeling ( en )
€ …….
Bijdrage gewest (indien van toepassing) € …….
Gevraagde bijdrage Orde van den Prince : € ………..
Aanvraag a.u.b. sturen naar de Gewestcoördinator Neerlandistiek.
44 45