De afsterving van micro-organismen . 25-5-2016

Download Report

Transcript De afsterving van micro-organismen . 25-5-2016

De afsterving van
micro-organismen
.
25-5-2016
C.M.Wiersema Friesland
College Laboratoriumtechniek
Terug naar eerste pagina
Studie-informatie

In deze presentatie zie je een
samenvatting over de afsterving bij
micro-organismen als ze aan een
schadelijke invloed worden blootgesteld.
Het laat je in vogelvlucht zien wat er in
de theorie staat. Alle oefeningen staan er
niet in! Ook de bepalingen staan er
slechts beknopt in, dus raadpleeg ook de
website
25-5-2016
Terug naar eerste pagina
Inleiding

25-5-2016
In veel gevallen is de aanwezigheid van
micro-organismen ongewenst.
Micro-organismen zijn de oorzaak van
voedselinfectie of voedselvergiftiging. Ze
veroorzaken bederf en dus verlies aan
opbrengsten. In een ziekenhuis zijn
steriele materialen nodig. Op het
laboratorium zijn steriele voedingsmedia
en glaswerk nodig om betrouwbare
resultaten bij het onderzoek te krijgen.De
bestrijding van micro-organismen is dus
belangrijk. In dit hoofdstuk wordt dit
besproken.
Terug naar eerste pagina
Sterilisatie
 is
het zodanig behandelen van
materiaal dat er na afloop geen
levende (d.w.z tot groei in staat
zijnde) micro-organismen meer
aanwezig zijn.
25-5-2016
C.M.Wiersema Friesland
College Laboratoriumtechniek
Terug naar eerste pagina
Desinfectie
is het zodanig behandelen van materiaal
dat na afloop ervan het materiaal geen
ziekte (infectie) veroorzaakt. In dit geval
hoeven niet alle micro-organismen
gedood worden maar worden ze wel
zodanig in aantal verminderd dat het
materiaal veilig gebruikt kan worden.
 Desinfectie vindt plaats als sterilisatie niet
haalbaar is: Het materiaal is niet bestand
tegen sterilisatie.
 Ook kan sterilisatie niet zinvol zijn: Het
materiaal wordt direct na behandeling
weer blootgesteld aan besmetting.

25-5-2016
Terug naar eerste pagina
De afstervingscurve

Wanneer een product een voor micro-organismen schadelijke behandeling ondergaat
zullen de aanwezige micro-organismen afsterven.
In welke mate dit gebeurt en met welke snelheid kan men aflezen in een
afstervingscurve,hier onder staat er een a fgebeeld:
aantal m icroorganism en per
ml
de afsterving van microorganismen
1000000
500000
0
verhitting bij 121C in m inuten
25-5-2016
Terug naar eerste pagina
De afstervingscurve,
halflogaritmisch
25-5-2016
Aantal levende microorganismen per ml
D
1000000
100000
10000
1000
100
10
1
Verhittingstijd bij 121C in minuten
Terug naar eerste pagina
Waarom halflogaritmisch?
 Let
op het betreft hier een halflogaritmische grafiek.
 Het aantal micro-organismen op de
verticale as is logaritmisch
weergegeven! We zien dat er op deze
wijze een rechte lijn ontstaat, de
waarden zijn nu goed af te lezen...
25-5-2016
Terug naar eerste pagina
Wanneer is er sprake van
zo’n afstervingslijn?
 Een
vergelijkbare afsterving vindt
behalve bij verhitting ook plaats bij
andere schadelijke handelingen zoals:
Bestraling
 Desinfectie

25-5-2016
Terug naar eerste pagina
Tijdstip
0 minuten
1 minuut
2minuten
3 minuten
4 minuten
5 minuten
Aantal sporen
Vul onderstaande tabel in (zie
leeropdrachten) door uit de grafiek de
waarden af te lezen.
Aantal levende microorganismen per ml
Leeropdracht
1000000
100000
10000
1000
100
10
1
Verhittingstijd bij 121C in minuten
25-5-2016
Terug naar eerste pagina
Vul de
onderstaande tabel
in:
tujdvak
25-5-2016
1e minuut
2e minuut
3e minuut
4e minuut
5e minuut
6e minuut
Aantal levende microorganismen per ml
Opdracht
1000000
100000
10000
1000
100
10
1
Verhittingstijd bij 121C in minuten
Aantal micro-organismen aan Aantal micro-organismen aan Aantal micro-organismen aan
het begin van het tijdvak
het begin van het tijdvak
het begin van het tijdvak
Terug naar eerste pagina
Leeropdracht
De decimale reductietijd is de tijd nodig om 90% van

Wat is de decimale reductietijd ? , lees dit
af uit de grafiek

Wanneer zijn er 0 micro-organismen?
25-5-2016
.
Aantal levende microorganismen per ml
de bacteriesporen te laten afsterven
.
1000000
100000
10000
1000
100
10
1
Verhittingstijd bij 121C in minuten
Terug naar eerste pagina
De decimale reductietijd verschilt per
behandeling
 Hoe
schadelijker de behandeling, hoe
korter de decimale reductietijd:.
 Hoe
25-5-2016
hoger de temperatuur, hoe korter
de decimale reductietijd.
 Hoe geconcentreerder het
desinfectiemiddel hoe korter de
decimale reductietijd
 Hoe hoger de dosis straling hoe korter
de decimale reductietijd
Terug naar eerste pagina
Oefenopgave:
tijdstip 0 zijn er 106 microorganismen per ml in een zojuist
gemaakte (100ml) fles bouillonagar.
D121 = 1 minuut.
 Hoelang moet een bij 121ºC verhit
worden om 1 spore op 1000 flessen
(van 100 ml) over te houden ? Als er
één spore per 1000 flessen aanwezig is
kun je ook zeggen dat er een kans van
1 op 1000 is dat je na sterilisatie een
“mislukte” fles hebt.
 Op
25-5-2016
Terug naar eerste pagina
Uitleg oefenopgave:
Inleiding
 Bij
beide onderstaande methoden om
de opgave te maken moet je erop
letten dat de eenheden op elk tijdstip
gelijk zijn. Als je begint met aantal
micro-organismen per ml, dan moet je
dat ook bij het eindresultaat van de
verhitting doen. Dus niet 1 spore op
1000 flessen maar noteren hoeveel
sporen er per ml zijn!
25-5-2016
Terug naar eerste pagina
Methode 1
 Met

25-5-2016
een grafiek
Maak een grafiek waarbij je log aan microorganismen uitzet tegen de tijd. Je kunt een grafiek
maken omdat je op één tijdstip het aantal microorganismen weet en je weet de decimale
reductietijd. Dus je kunt ook een tweede punt
tekenen, bijvoorbeeld 1 minuut later zijn er 105
sporen per ml. Door deze twee punten trek je een
rechte lijn en klaar is je grafiek. In deze grafiek
mag het aantal micro-organismen ook beneden de 0
dalen! Sterker nog! Het moet zelfs. Je start met 106
micro-organismen per ml en je gaat toe naar 1 spore
op 100.000 ml. En dat is gelijk aan 10-5 spore per
ml. In de grafiek zie je dan dat deze reductie van
106 maar 10-5 11 minuten duurt.
Terug naar eerste pagina
Methode twee:
 Kijk
naar het aantal decimale reducties
dat plaats vindt, dat is gelijk aan de
“afname van de exponent”, deze daalt
van +6 naar –5 = 11 decimale
reducties. Je weet dat 1 decimale
reductie 1 minuut duurt, . 11 decimale
reducties dus 11 minuten.
25-5-2016
Terug naar eerste pagina
Factoren die het
afstervingsproces
beïnvloeden

Het eindresultaat dat is het aantal
levende micro-organismen na
afloop van een schadelijke
behandeling is zowel bij sterilisatie
als desinfectie afhankelijk van een
groot aantal omstandigheden.
25-5-2016
Terug naar eerste pagina
De dosis



Bijvoorbeeld de hoogte van de verhittingstemperatuur bij
sterilisatie en de concentratie van het desinfectiemiddel bij
desinfectie of de hoeveelheid straling bij het doorstralen van
materialen.
Zo heeft het verhogen van de temperatuur een zeer groot
effect.
Men moet echter ook rekening houden met de hitteresistentie
van het te steriliseren product. Zo is verhitting altijd schadelijk
voor een voedingsmedium en zal men deze altijd zo kort en
laag mogelijk verhitten
25-5-2016
Terug naar eerste pagina
Beginconcentratie
 Het
25-5-2016
spreekt vanzelf dat
bij een hogere
beginconcentratie het
eindresultaat van een
verhitting slechter is
dan bij een lagere
concentratie. Hetzelfde
geldt ook voor
desinfectie en andere
behandelingen die
micro-organismen
moeten laten afsterven
Terug naar eerste pagina
Het aantal micro-organismen
aan het begin

Het spreekt vanzelf dat bij een hogere
beginconcentratie het eindresultaat van een
verhitting )bij een bepaalde tijd) slechter is
dan bij een lagere beginconcentratie.
Hetzelfde geldt ook voor desinfectie en
andere behandelingen die micro-organismen
moeten laten afsterven.
25-5-2016
Terug naar eerste pagina
De omgeving waarin de
micro-organismen zich
bevinden
 Er
zijn omstandigheden die het
afstervingsproces gunstig
beïnvloeden en andere
omstandigheden die het
afstervingsproces juist vertragen.
25-5-2016
Terug naar eerste pagina
Omstandigheden die het
afstervingsproces gunstig
beïnvloeden.
 Zo
25-5-2016
vindt de afsterving veel
sneller plaats wanneer de
verhitting onder vochtige
omstandigheden plaatsvindt.
(Weet je ook waarom?)
 Ook een lage pH of andere voor
micro-organismen ongunstige
omstandigheden maken de
micro-organismen gevoeliger
voor een schadelijke
behandeling.
Terug naar eerste pagina
Omstandigheden die het
afstervingsproces nadelig
beïnvloeden
 de
25-5-2016
aanwezigheid van vuil (organische
materiaal) een storende factor bij het
desinfectieproces. Het desinfectiemiddel
reageert dan ook met dit vuil wat ten koste
gaat van de reactie van het middel met de
aanwezige micro-organismen. Ook zit het
vuil vaak om de micro-organismen heen
waardoor ze beschermd worden.
 Gevriesdroogde micro-organismen zijn zeer
resistent tegen verhittingsprocessen.
Terug naar eerste pagina
Gevoeligheid van het
micro-organisme

Van groot belang is
de resistentie van
het ongevoeligste
micro-organisme.
Bij verhitting
betreft het dan de
sporevormers.

Bij desinfectie is het soort microorganisme ook van belang. Zo
werken lang niet alle stoffen tegen
sporenvormers en schimmels en
gisten. Ook Pseudomonas is berucht
om zijn resistentie tegen bactericide
middelen.
25-5-2016
Terug naar eerste pagina
Hitteresistente bij
sporenvormers

Binnen de groep van de sporevormers
loop de hitteresistentie zeer sterk
uiteen: De hitteresistentie van de
bacteriespore verschilt sterk per
bacteriesoort. In de volgende tabel is
dat te zien.
25-5-2016
Terug naar eerste pagina
Hitteresistentie bij drie
verschillende
sporenvormers
Hitteresistentie
Decimale reductietijd in
minuten bij
121C
131
141C
Clostridium
botulinum
0,2-0,25 0,020,025
1,0-1,7 0,100,17
4,0-7,0 0,400,70
Clostridium
sporogenes
25-5-2016
Bacillus
stearothermophilus
0,0020,0025
0,0010,017
0,040,07
Terug naar eerste pagina
Verschillende
sterilisatiemethoden.


Op het laboratorium worden
materialen en voedingsbodems
vooral door verhitting
gesteriliseerd.
Hittegevoelige stoffen moeten (in
oplossing) door filtratie van de
aanwezige bacteriën worden
ontdaan.
25-5-2016
Terug naar eerste pagina
Er zijn twee apparaten waarin de sterilisatie
door verhitting plaatsvindt:
De droogsterilisator , een hete
lucht oven
De autoclaaf, een grote
snelkookpan waarin water onder
druk wordt verhit waardoor
oververhitte stoom ontstaat.
25-5-2016
Terug naar eerste pagina
Toepassingen van de droogsterilisator
De droogsterilisator, in feite een gewone hete lucht
oven, wordt gebruikt voor hittebestendige
materialen van glas en metaal. Ook watten en
papier kunnen tegen de sterilisatietemperatuur.
 Waterige vloeistoffen kunnen hierin niet
gesteriliseerd worden: ze verdampen alleen maar.
 Olie wel, echter bij 121C in verband met de
veiligheid.
 Andere materialen zoals kunststoffen zijn vaak
niet bestand tegen de hoge sterilisatie
25-5-2016
temperatuur die nodig is in een droogsterilisator.

Terug naar eerste pagina
De autoclaaf
 Dit
25-5-2016
is een pan die na verwijdering van alle lucht
luchtdicht wordt afgesloten. Vervolgens
veroorzaakt de aanwezige stoom een overdruk.
Hierdoor stijgt het kookpunt van water en kunnen
temperaturen boven de 100ºC worden bereikt.
Het gevolg is dat ook de sporen afsterven.
Voorwaarde bij dit proces is dat er geen lucht
meer in de afgesloten ruimte aanwezig is. Is deze
wel aanwezig dan is er heerst er een lagere
temperatuur dan bij 100% stoom het geval is:zie
volgende tabel.
Terug naar eerste pagina
De invloed van lucht in de
autoclaaf op de
temperatuur
% stoom
Overdruk
Temperatuur
100
1 ato
121C
50
1 ato
112C
geen
1 ato
luchtafvoer
100C
25-5-2016
Terug naar eerste pagina
Conclusie:
 Met
lucht is er een veel slechter
sterilisatieresultaat terwijl de
drukmeter op de autoclaaf wel de
juiste druk aangeeft!
25-5-2016
Terug naar eerste pagina
Toepassingen van de autoclaaf
Met de autoclaaf worden hittebestendige
vloeistoffen en oplossingen gesteriliseerd.
Voorwaarde is wel dat stoom erin kan
doordringen, zo kan olie niet in de autoclaaf
gesteriliseerd worden. Ook voorwerpen die niet
tegen de hoge temperaturen van de
droogsterilisator kunnen worden in de autoclaaf
gesteriliseerd. Leeg glaswerk wordt voorzien van
een druppeltje water ( om stoom in het glaswerk
te laten ontstaan).
25-5-2016

Terug naar eerste pagina
Het temperatuurverloop
in de autoclaaf
we naar de temperatuur in de autoclaaf
nadat de verwarming aan is en de lucht verwijderd
dan zien we het volgende:
tem peratuur
 Kijken
25-5-2016
125
120
115
110
105
100
95
90
voorw .
om g.
0 5 10 15 20 25 30
tijd in m inuten
Terug naar eerste pagina
omgeving., dit is de tijd
nodig om de inhoud van
de pan, dit is de
omgeving van het
voorwerp, dus de stoom,
op de gewenste
temperatuur brengen.De
lengte ervan hangt af van
de (grootte van de)
autoclaaf en de
verwarmingscapaciteit.
25-5-2016
te m pe ratuur
De eerste fase:
omgeving
De opwarmtijd vanopwarmtijd
de
125
120
115
110
105
100
95
90
voorw.
omg.
0 5 10 15 20 25 30
tijd in minuten
Terug naar eerste pagina
de tijd nodig om het voorwerp op de
gewenste temperatuur te brengen. Deze
is afhankelijk van de lading in de
autoclaaf, de hoeveelheid materiaal,
maar vooral van het volume van het te
steriliseren medium. Hoe kleiner de
porties hoe korter de opwarmtijd. Het
duurt korter om het centrum van. een
fles met 1 liter medium op temperatuur
te krijgen dan een buisje met 10 ml
medium.
tem peratuur
De tweede fase ;
opwarmtijd
voorwerp
.De opwarmtijd van het voorwerp, dit is
125
120
115
110
105
100
95
90
0 5 10 15 20 25 30
tijd in m inuten
25-5-2016
Terug naar eerste pagina
25-5-2016
.De werkelijke sterilisatietijd,
dit is de tijd die nodig is om
het gewenste
sterilisatieresultaat te bereiken,
het wordt ook wel de
minimale sterilisatietijd
genoemd. Dit is de
sterilisatietijd die berekend
wordt en nodig is om een
gewenst eindresultaat te
bereiken.
tem peratuur
Fase drie: minimale
sterilisatietijd
125
120
115
110
105
100
95
90
0 5 10 15 20 25 30
tijd in m inuten
Terug naar eerste pagina
Fase 2 en 3 samen zijn
de totale sterilisatietijd,
dus de tijd vanaf het
moment dat de pan op
druk is tot het moment
dat de verwarming wordt
uitgezet.
25-5-2016
tem peratuur
Fase twee en drie samen:
werkelijke sterilisatietijd
125
120
115
110
105
100
95
90
0 5 10 15 20 25 30
tijd in m inuten
Terug naar eerste pagina
Fase vier: afkoeltijd
afkoeltijd, wat
opvalt is dat de
omgeving sneller
afkoelt als het
voorwerp, zo kan het
zijn dat de omgeving
al kouder is dan
100C en het
voorwerp nog
warmer dan 100C.
tem peratuur
 de
125
120
115
110
105
100
95
90
0 5 10 15 20 25 30
voorw .
tijd in m inuten
om g.
25-5-2016
Terug naar eerste pagina
Gevaren van de autoclaaf
Een apparaat waarin sprake is van overdruk kan gevaarlijk zijn :op
school zijn er al verschillende keren ontploffingen geweest door
onvoorzichtig handelen,


25-5-2016
Maak een autoclaaf (snelkookpan)
pas open als de druk uit zich zelf
gedaald is: niet het ventiel
verwijderen of op andere manieren
stoom laten ontsnappen!
Vervolgens voorzichtig openen en
de flessen eruit nemen:
handschoenen aan en bril op!
Terug naar eerste pagina
Wat te doen met kokende
vloeistoffen?
Er zijn twee oorzaken mogelijk :
De vloeistof is heter
als 100ºC, oorzaak
snellere afkoeling
omgeving als het
voorwerp.
 Oplossing :rustig
laten afkoelen. Niet
op een koud
oppervlak of onder
koud water laten
afkoelen

25-5-2016
Er heerst onderdruk in het
flesje, oorzaak onderdruk in
het flesje en daardoor een
lager kookpunt. De
onderdruk ontstaat doordat
de lucht verwijderd is en de
waterdamp gecondenseerd
 Oplossing: bij de vlam het
flesje openen

Terug naar eerste pagina
Hoe lang steriliseren?
• Dit hangt vooral af van het hoeveelheid vloeistof in de te
steriliseren flessen/ buizen: :
Volume
10-100 ml
Opwarm
tijd in
minuten
5
Minimale
Sterilisatietijd
In minuten
15
100-500 ml
12
15
500-1000 ml 20
15
25-5-2016
10.000 ml
45
15
Terug naar eerste pagina
De praktijk

Steriliseer altijd het medium in zo
klein mogelijke volumes :
 het
25-5-2016
voorkomt onnodig lang
verhitten wat de kwaliteit van het
medium aantast.
 Je hoeft het na afloop niet te
verdelen (op steriele wijze!) over
de buizen (moet je dan ook apart
steriliseren!)
C.M.Wiersema Friesland
College Laboratoriumtechniek
Terug naar eerste pagina
Autoclaaf en droogsterilisator:
de verschillen
 Hoewel
beide apparaten door verhitting
voorwerpen steriliseren zijn er toch
verschillen. Het betreft:
De toepassingen. In de droogsterilisator
worden geen waterige vloeistoffen zoals
verdunningsvloeistoffen en media
gesteriliseerd.
 De sterilisatietemperatuur, deze is veel hoger
bij de droogsterilisator.
 De sterilisatietijd, deze is bij de
droogsterilisator een stuk langer dan bij de
25-5-2016
autoclaaf.
C.M.Wiersema Friesland

College Laboratoriumtechniek
Terug naar eerste pagina
Sterilisatietijden en temperaturen
Tijd-temperatuur combinatie nodig voor het doden van 106
sporen van Bacillus stearothermophilus
Vochtig verhitten, autoclaaf
Temperatuur
Tijd
100ºC
20 uren
110ºC
2,5 uur
115ºC
50 minuten
121ºC
15 minuten
125ºC
6,5 minuut
130ºC
2,5 minuut
25-5-2016
Droogsterilisator
Temperatuur
Tijd
121ºC
8 uren
140ºC
160ºC
170ºC
180ºC
2,5 uur
1uur
40 minuten
20 minuten
Terug naar eerste pagina
Waarom moet droogsteriliseren
zoveel langer en heter?
 De
oorzaak is de wijze van verhitten:
 Bij
de autoclaaf wordt stoom gebruikt. Deze
verhitting in aanwezigheid van water is veel
effectiever dan droog verhitten zijn doordat microorganismen dan(biomoleculen zoals eiwitten en
DNA) veelgevoeliger zijn De eiwitten kunnen met
water gehydrolyseerd worden.
 Bij droge verhitting worden de eiwitten
geoxydeerd wat meer energie kost. Daarnaast is
de warmte-overdracht door middel van stoom een
25-5-2016
stuk
sneller dan de warmte-overdracht door
C.M.Wiersema
Friesland
College Laboratoriumtechniek
middel van lucht.
Terug naar eerste pagina
Hoe weet je zeker of iets steriel is?
Controle van de producten,
hierbij worden aantal
gesteriliseerde producten op
steriliteit onderzocht:
steriliteitcontroles .

Men kan nooit alle producten
onderzoeken, het kan dus zijn
dat de onderzochte producten
steriel zijn, maar een of meer
van de niet onderzochte
25-5-2016
producten niet!


Controle van het
sterilisatieproces,
hierbij wordt het proces
gecontroleerd,
sterilisatiecontrole,
uitgaande van de
gedachte dat als het
proces goed verloopt
de producten
automatisch goed van
kwaliteit zijn.
Terug naar eerste pagina
Steriliteitcontrole

25-5-2016
Bij de steriliteitscontrole worden een aantal
producten onderzocht op de aanwezigheid van
(overlevende) micro-organismen. Het principe
is eenvoudig, men probeert elk (beschadigd)
micro-organisme ,al is het er maar één, te laten
groeien. De beoordeling van de proef is minder
eenvoudig ,er moeten om juiste conclusies te
kunnen trekken de nodige controles zijn
meegenomen.
Terug naar eerste pagina
Uitvoering
steriliteitscontrole
• Hiertoe brengt men het product in een rijk vloeibaar
medium, zodat ook veeleisende micro-organismen
kunnen groeien en beschadigde micro-organismen
(wat na verhitting meestal het geval is) zich kunnen
herstellen. Daarna vindt incubatie plaats, een aantal
producten onder aërobe omstandigheden en een
aantal producten onder anaërobe omstandigheden.
• Na de incubatie wordt op groei beoordeeld.
25-5-2016
Terug naar eerste pagina
De beoordeling
Er zijn twee resultaten mogelijk: groei of geen groei

Bij groei zijn er de
volgende oorzaken
mogelijk:
.Het product was niet
steriel
 .Tijdens de bepaling
is het product besmet
doordat

.De analist een
besmetting heeft
veroorzaakt
 .Het medium niet
steriel was.

25-5-2016

Bij geen groei zijn er de
volgende oorzaken mogelijk
.Het product was steriel
 .Er waren wel microorganismen maar deze
konden niet groeien omdat:

.Het medium de microorganismen niet in staat
stelde te groeien.
 .Het product (aanwezig in het
medium) groeiremmende
eigenschappen bevatte

Terug naar eerste pagina
Hoe weet wat groei betekent?
Welke controles heb je nodig?
 .Het product was niet steriel

Tijdens de bepaling is het
product besmet doordat


25-5-2016
.De analist een
besmetting heeft
veroorzaakt
.Het medium niet steriel
was.
•om hiervan zeker te zijn moeten de
besmettingmogelijkheden worden
uitgesloten
• dit weet je nooit zeker, je kunt wel alles in
het werk stellen om dit uit te sluiten,
steriele werkkast, mondkapje voor, petje
op, aparte labjas, door twee analisten
laten inzetten, controles meenemen
waarbij steriele producten worden ingezet.
het is nooit 100% zeker dat een medium
steriel is, vertonen echter de blanco’s
(onbeënte media) en de onder a genoemde
controles geen groei dan kan met dit wel
uitsluiten.
Terug naar eerste pagina
Hoe weet je wat geen groei betekent?
Welke controles heb je nodig?


Het product was steriel
Er waren wel microorganismen maar deze
konden niet groeien omdat:
25-5-2016
om hiervan zeker te zijn
moeten de hieronder
genoemde twee
mogelijkheden worden
uitgesloten
•Het medium de micro-organismen
niet goed in staat stelde te groeien
•Het product (aanwezig in het
medium) groeiremmende
eigenschappen bevatte.

Terug naar eerste pagina
Controle op de geschiktheid van
het medium

Om de geschiktheid van het medium
te controleren en na te gaan of ook
veeleisende micro-organismen erop
kunnen groeien moet men veeleisende
stammen nemen en deze tijdens de
proef als controles laten meelopen,
groeien deze beestjes in het medium
dan is het geschikt.
25-5-2016
Terug naar eerste pagina
Controle op groeiremmende
eigenschappen van het product

25-5-2016
Om deze mogelijkheid te onderzoeken neemt
men veeleisende en gevoelige microorganismen en brengt deze (elk afzonderlijk)
in het medium samen met het te onderzoeken
product. Vindt er dan bij een of meer van de
onderzochte micro-organismen geen groei
plaats en bij de controle op de geschiktheid
van het medium wel dan is remming door het
product een mogelijke oorzaak ven het niet
aantreffen van groei na incubatie
Terug naar eerste pagina
Onderzoek op groeiremmende producten

25-5-2016
Om dergelijke producten met een groeiremmende invloed toch op
steriliteit te kunnen onderzoeken zijn er de volgende oplossingen
mogelijk:
 Relatief meer medium toevoegen waardoor het product als
het ware verdund wordt, dit is niet altijd afdoende
 Het product filtreren, kan alleen bij vloeibare producten, het
filter wordt daarna in medium gebracht en geïncubeerd. Is wel
afdoende, maar kan alleen voor vloeibare producten. Wel
geeft het gemanipuleer met een filter weer extra kans op
besmetting en dus groei en dus een onterecht positief (+ niet
steriel, micro-organisme aanwezig) resultaat.
 Als de remstof bekend is, bijvoorbeeld bij het onderzoek van
antibiotica, kan men een inactiverende stof Bij penicilline is
dat bijvoorbeeld het enzym penicillinase. Dit werkt goed, men
moet wel zeker weten met welke remstof men te maken heeft
en of dit de enige remstof in het product is.
Terug naar eerste pagina
Sterilisatiecontrole
 Een
alternatief voor de steriliteitscontrole is de
sterilisatiecontrole. Hierbij wordt verloop van het
sterilisatieproces gevolgd, het idee is dat als het
proces goed verloopt de eindproducten ook
goed zijn. Deze controle kan op verschillende
manieren plaatsvinden:
25-5-2016
Terug naar eerste pagina
De verschillende procescontrole
methoden

Fysische methoden
 Temperatuurmetingen
 Drukmeting

Chemische methoden.


25-5-2016
Hitte-indicatoren
Biologische methoden
 Sporenstrips
Terug naar eerste pagina
Fysische methoden

25-5-2016
Temperatuurmetingen
Tijdens het proces zodat men zeker weet dat
het te steriliseren materiaal de juiste tijd de
juiste temperatuur heeft gehad. Van belang is
op de juiste plaats te meten, namelijk op de
plaats waar de kans op een te lage
temperatuur in de apparatuur het grootst is
zoals op plaatsen waar moeilijk stoom kan
komen of lucht kon ontsnappen (leeg droog
glaswerk of opgevouwen textiel)
Terug naar eerste pagina
Fysische methoden

Drukmeting
 De
25-5-2016
meeste autoclaven hebben een
drukmeter, is de juiste druk bereikt dan gaat
de (totale) sterilisatietijd in. Nadeel van het
meten van de druk is dat de bijbehorende
temperatuur (uitgaande van 100% stoom)
niet bereikt wordt als de ontluchting niet
volledig is. Plaatselijk is de temperatuur dan
te laag geweest zonder dat dit gesignaleerd
is.
Terug naar eerste pagina
Chemische methoden
Van zeer veel stoffen is bekend dat ze na een bepaalde
temperatuur + tijd combinatie van kleur of consistentie
veranderen.Zulke indicatoren kan men meenemen in het
sterilisatieproces om dan na afloop kijken of de verwachte
verandering heeft plaatsgevonden. Ook deze indicatoren
moet men op de slechtst te ontluchten en/of te verhitten
plaatsen in het apparaat plaatsen. Deze indicatoren zijn er
in ampulvorm maar ook als tape. Deze tape wordt op de te
steriliseren voorwerpen geplakt zodat na afloop
gesteriliseerde voorwerpen te onderscheiden zijn van
voorwerpen die nog gesteriliseerd moeten worden.
25-5-2016

Terug naar eerste pagina
Biologische methoden

25-5-2016
Hierbij maakt men gebruik van zogenaamde sporenstrips. Dit zijn
stripjes papier of aluminiumfolie waarop een standaard
hoeveelheid (106) sporen van Bacillus stearothermophilus zijn
aangebracht. Dit micro-organisme heeft de meest hitteresistente
sporen die er bekend zijn. Worden deze gedood dan is het zeker
dat ook alle andere sporen gedood zijn. Een tweede voordeel van
Bacillus stearothermophilus is dat hij thermofiel is. Incubatie moet
bij een hoge temperatuur plaatvinden, waardoor eventuele
luchtinfecties ontstaan bij het manipuleren met de strip na het
steriliseren geen kans krijgen om te groeien en onjuiste positieve
uitslagen voorkomen worden . Een nevenvoordeel is dat de
groeisnelheid zeer groot is, zodat de uitslag relatief snel binnen is
Uiteraard haalt deze termijn het nooit bij de fysische en de
chemische methoden, waarbij de uitslag onmiddellijk bekend is
Terug naar eerste pagina
Uitvoering sporenstripmethode

Bij de controle brengt men een sporenstrip aan
tijdens het te onderzoeken sterilisatieproces in de
autoclaaf of droogsterilisator (weer op de
‘moeilijkste’ plaatsen). Na afloop wordt de strip in
een geschikte rijke voedingsbodem (met pHindicator) gebracht en na incubatie op groei
beoordeeld
25-5-2016
Terug naar eerste pagina
Controle van het desinfectieproces
25-5-2016
Om na te gaan of een desinfectiemiddel zijn werk goed
doet wordt het te onderzoeken desinfectans in contact
gebracht met een bekende hoeveelheid van een bekend
soort micro-organisme. Na de inwerkingstijd wordt
bepaald of (eventueel hoeveel) overlevende microorganismen zijn. Door het resultaat te vergelijken met
een desinfectiemiddel waarvan de werking bekend is
komt men tot een waarde-oordeel. Dankzij deze
standaardisatie kan men verschillende
desinfectiemiddelen onderling vergelijken.
Terug naar eerste pagina
Rideal Walkertest



25-5-2016

Bij deze test wordt onderzocht hoe goed een desinfectiemiddel
werkt door van verschillende concentraties na te gaan welke
concentratie nog juist in staat is om alle aanwezige bacteriën na
een bepaalde inwerkingstijd te doden. Deze concentratie wordt de
bacteriedodende grensconcentratie genoemd.
Tegelijkertijd wordt op dezelfde manier ook een
standaarddesinfectiemiddel nl fenol onderzocht. Ook dit levert een
bacteriedodende grensconcentratie op.
Beide waarden worden met elkaar vergeleken (door elkaar
gedeeld), dit levert een getal op die een maat is voor de
werkzaamheid van het desinfectiemiddel.
Zie de website voor de uitvoering van de bepaling
Terug naar eerste pagina
De kwantitatieve suspensietest
of 5-5-5-test
Een tweede methode om een
desinfectiemiddelte beoordelen op zijn
werking is d.m.v. de 5-5-5-test.
De drie vijven staan voor:


25-5-2016

Vijf verschillende micro-organismen
Vijf minuten inwerkingstijd van het
desinfectans
Vijf decimale reducties
Terug naar eerste pagina
De 5 micro-organismen
de test dient uitgevoerd worden met verschillende
micro-organismen met uiteenlopende
eigenschappen:
 Een gram-positieve bacterie
 Een gram-negatieve bacterie
 Een sporenvormend micro-organisme
 Een gist of schimmel
25-5-2016
 Pseudomonas, een bacterie die bekend staat om
zijn resistentie tegen desinfectiemiddelen
Terug naar eerste pagina
5 minuten

Bij deze proef wordt het te onderzoeken micro-organisme 5
minuten (elke soort afzonderlijk), in een bekende concentratie
blootgesteld aan het desinfectiemiddel in de concentratie die
door de fabrikant wordt aanbevolen. Om het desinfectans
extra op de proef te stellen en de praktijkomstandigheden
(een vuile omgeving, aanwezigheid van eiwitten) wordt ook
een standaard hoeveelheid eiwit toegevoegd. Hierna wordt
een bekend volume (1 ml) in een bekend volume
inactiveringsvloeistof gebracht. Vervolgens wordt het
kiemgetal bepaald. Als controle geschiedt deze gehele
procedure op dezelfde manier maar dan zonder
desinfectiemiddel. Zie voor de bepaling zelf de website
Microbiologie; bestrijding micro-organismen.
25-5-2016
Terug naar eerste pagina
Vijf decimale reducties
25-5-2016
• Het desinfectiemiddel moet tijdens de
inwerking van het desinfectiemiddel 5
decimale reducties veroorzaken. Meer
mag, minder beslist niet. Door de
kiemgetallen van de
“gedesinfecteerde” suspensie te
vergelijken met de controlesuspensie
kan men zien of dit streven gehaald
wordt. Het aantal decimale reducties
dat gerealiseerd wordt noemt men
ook wel het microbicide effect, dit
moet dus minstens 5 zijn.
Terug naar eerste pagina
25-5-2016
Terug naar eerste pagina
25-5-2016
Terug naar eerste pagina