M H sterilisator2

Download Report

Transcript M H sterilisator2

Slide 1

Welkom op de training:

Stoom sterilisatie
Medische Hulpmiddelen


Slide 2

Iets over micro-organismen
Vroeger was men niet op de hoogte van het bestaan van micro-organismen.
Antoni van Leeuwenhoek ontdekte het bestaan van bacteriën.
De Franse chemicus Pasteur leverde het bewijs dat micro-organismen
zich door deling vermenigvuldigen.
Verder bewees Pasteur dat besmetting ook door lucht kan plaatsvinden
en ongedaan kan worden gemaakt door te koken.
De Engelse arts Bastion stelde vast, dat niet alle micro-organismen gedood
worden bij koken bij 100°C, en dat hogere temperaturen vereist zijn.
De eerste hogedruk stoomsterilisator is gebouwd door Chamberland, een
medewerker van Pasteur.
Het doden van micro-organismen kan op een aantal manieren geschieden.
Dit zijn: verhitting, chemische middelen en straling.


Slide 3

De indeling van micro-organismen
Micro-organismen zijn met het blote oog niet zichtbaar, en worden in verschillende
groepen ingedeeld.

- dierlijke micro-organismen
De dierlijke micro-organismen worden protozoën genoemd.
Ze zijn o.a. verantwoordelijk voor het verwekken van dysenterie, malaria.
- plantachtige micro-organismen
Deze micro-organismen, kunnen worden onderverdeeld in:
- schimmels en gisten
Schimmels, zoals paddestoelen, zijn de meest ontwikkelde micro-organismen,
zij kunnen hittebestendige gifstoffen vormen in graanproducten, rijst en pinda's.
- bacteriën
Bacteriën zijn ongeveer 10 maal kleiner dan gisten en schimmels.
Als de omstandigheden voor de bacteriën slechter worden, vormen sommige
bacteriën sporen. Deze spore kan beter tegen warmte dan de bacterie.
- virussen
Virussen zijn ongeveer 10 maal kleiner dan bacteriën. Ze zijn o.a. verwekkers van
kinderverlamming, rode hond, griep, mazelen, verkoudheid en hepatitis A en B.


Slide 4

Vermeerderen van micro-organismen
De vermenigvuldiging van een micro-organisme wordt bepaald
door de volgende omstandigheden:
- de hoeveelheid voedingsstoffen
- de zuurgraad van de omgeving
- de zuurstofconcentratie van de omgeving
- de temperatuur van de omgeving
Wat betreft dit laatste kan het volgende gezegd worden:
Temperatuur traject:
0 - 7°C betrekkelijk weinig tot geen vermenigvuldiging
10 - 50°C ideaal voor vermenigvuldiging van bacteriën
62 - 100°C afdoding meeste bacteriën
100 – 120°C afdoding van de sporen bij natte hitte


Slide 5

Afdoden van micro-organismen onder invloed van hitte
De meest doeltreffende methode om micro-organismen door middel van
hitte te doden, is stoomsterilisatie.

Bij sterilisatie met behulp van "natte hitte" (stoom) worden bacteriën veel
sneller afgedood dan bijvoorbeeld door middel van "droge hitte".
De afdoding door natte hitte is gebaseerd op coagulatie.
Bij het steriliseren met bijvoorbeeld hete lucht, worden de bacteriën meer
van "buitenaf" aangepakt, hetgeen veel langzamer verloopt.
Deze "droge hitte" afdoding vindt voornamelijk plaats door oxidatie.


Slide 6

Voorbeeld:
De sporen van de Bacillus subtilus
(een bacterie die gebruikt wordt bij het testen van een sterilisatiemethode)
worden door stoom van 121°C ongeveer zestig (!)
maal zo snel gedood dan door hete lucht van dezelfde temperatuur.


Slide 7

Stel: op een bepaald te steriliseren artikel bevinden zich 1000 levende
micro-organismen. Dit artikel wordt gesteriliseerd in een stoomsterilisator.
Na verloop van één minuut wordt gekeken hoeveel micro-organismen
er zijn afgedood en hoeveel het tot dan toe hebben overleefd.
Het blijkt dat 900 micro-organismen zijn gedood en dat er dus nog 100
leven. (90% is dood, 10% leeft nog.) Er wordt nu verder gegaan met
steriliseren en weer wordt na één minuut het aantal levende en dode
micro-organismen geteld. Van de 100 micro-organismen waarmee in de
tweede sterilisatieminuut werd begonnen, blijken er 90 dood te zijn en nog
10 te leven. (90% is dood, 10% leeft nog.) enzovoort.


Slide 8

Logaritmische afbeelding van het afdoden van micro-organismen.
Na elke minuut steriliseren is nog 10 % van het aantal aan het begin van die minuut
nog aanwezige micro-organismen in leven


Slide 9

Stel: De D-waarde welke is bepaald voor een stoomsterilisatie-proces van 121°C
voor deze micro-organismen bedraagt 30 seconden.
Hoe lang moet het artikel worden gesteriliseerd zodat de kans op het overleven
van een micro-organisme slechts één op de één-miljoen is, dus STERIEL?
Berekening:
Elke 30 seconden sterft 90%, de resterende 10% overlevenden wordt in de
volgende 30 seconden voor 90% gedood, enzovoorts. Zie de volgende tabel:
Bij aanvang
100.000 micro-organismen (in leven)
na 30 seconden
10.000 micro-organismen (nog in leven)
na weer 30 seconden
1.000 micro-organismen (nog in leven)
na weer 30 seconden
100 micro-organismen (nog in leven)
na weer 30 seconden
10 micro-organismen (nog in leven)
na weer 30 seconden
1 micro-organisme (nog in leven)
na weer 30 seconden is de kans dat dit micro-organisme nog in leven is één op
tien (1x10-1 )
na weer 30 seconden is deze kans één op honderd
(1x10-2)
na weer 30 seconden is deze kans één op duizend
(1x10-3)
na weer 30 seconden is deze kans één op tienduizend
(1x10-4)
na weer 30 seconden is deze kans één op honderdduizend
(1x10-5)
na weer 30 seconden is deze kans één op miljoen
(1x10-6)
NA 330 SECONDEN IS HET ARTIKEL DUS STERIEL.


Slide 10

Het belang van een lage uitgangscontaminatie na de reiniging.
Het is nu duidelijk dat "steriliteit" sneller wordt bereikt wanneer het aantal
micro-organismen bij aanvang van het sterilisatieproces minder is.
Daardoor kan het voorkomen wanneer de aanvangsbesmetting "hoog" is,
het sterilisatieproces te kort schiet om "steriliteit" te waarborgen.
Daarbij komt nog dat achtergebleven bloedresten en ander vuil de afdoding
door de isolerende werking sterk vertragen.

Het vooraf grondig reinigen van de te steriliseren artikelen is daarom een
eerste voorwaarde voor een geslaagde sterilisatiebehandeling.


Slide 11

Door de variatie in aanvangsbesmetting, zijn sterilisatieprocessen vastgelegd.

De normen die gelden voor stoomsterilisatie zijn:
- tenminste 121 °C gedurende 15 minuten of
- tenminste 134 °C gedurende 3 minuten
Verhogen van van 121°C tot 134°C leidt tot een vijfmaal kortere sterilisatietijd.
Dit is de belangrijkste reden waarom het 134°C proces het meest in gebruik is.
Toch is vrijwel elke stoomsterilisator op de CSA uitgerust met een 121°C
proces. Dit langer durende proces wordt in hoofdzaak gebruikt voor artikelen die
temperatuurgevoelig zijn zoals: glas, rubber en sommige kunststoffen.
Het 121°C proces is echter gelijkwaardig aan het 134°C proces.


Slide 12

Druk-temperatuurverhouding van stoom
Wanneer water wordt opgewarmd, wordt dit water steeds warmer totdat het
uiteindelijk kookt. Men zegt wel "water kookt bij 100 °C“
Maar wanneer het water bijvoorbeeld in een afgesloten ketel zit, en de luchtdruk
boven het water wordt opgepompt van 100 kPa (= ongeveer atmosferisch) tot
circa 200 kPa, dan zal het water niet bij 100°C maar bij 120 °C pas gaan
koken.
Omgekeerd kan water ook bij veel lagere temperaturen aan de kook gebracht
worden, door de druk kunstmatig te verlagen.
Bij een druk (vacuüm) van bijvoorbeeld 10 kPa kookt water al bij 45 °C!
De temperatuur waarbij water kookt is dus afhankelijk van de heersende druk.


Slide 13

Verdampen - Condenseren
Het water wordt bij het koken 'gasvormig’; één liter water maakt ongeveer 1600 liter
stoom!
Om van water stoom te maken kost 5 keer meer energie als water opwarmen van
20 tot 120 ° C
Omgekeerd, komt deze warmte weer beschikbaar als de stoom overgaat naar
condens.
Circa 1600 liter stoom wordt dan weer één liter water.
Stoom is dus een prima middel om veel warmte af te geven.


Slide 14

Steriliseren met stoom


Slide 15

Voorbehandeling
Aangevangen wordt met de ontluchtingsfase. Hierbij wordt alle lucht in de lading
door stoom vervangen. Eerst wordt door de vacuümpomp en via de 'vacuümklep'
de meeste lucht uit de sterilisator en de lading verwijderd.
Deze pomp laat nog 'restlucht‘ achter welke ongeveer 7 tot 10 % bedraagt.
Door een aantal stoom-vacuümpulsen wordt de restlucht effectief verwijdert.
Wanneer voldoende stoom-vacuümpulsen zijn gegeven, kan de kamer
gecontroleerd naar de gewenste sterilisatiedruk gebracht worden.


Slide 16

Lucht verwijderen
• Om de lucht te verwijderen zijn
negatieve pulsen (onder atmosferisch) het
meest effectief.

Pressure

• Een simpele calculatie om dit toe te lichten:
Time

Een negatieve puls van atmosferisch (100 kPa) naar
10 kPa realiseert een luchtverwijdering factor van
10 (100/10).
Een positieve puls met hetzelfde drukverschil dus van
atmosferisch naar 190 kPa zorgt slechts voor een
luchtverwijdering factor van 1,9 (190/100).
De negatieve puls is meer dan 5 maal efficiënter.

Negatieve pulsen


Slide 17

Aanloop naar de sterilisatiefase
Om te kunnen voldoen aan de eisen zoals
deze gedefinieerd zijn in EN285 met
betrekking tot:
• Temperatuur band
• Temperatuur verschillen
• Stabilisatiefase
wordt de opwarmfase vertraagd voordat
de feitelijke sterilisatie fase ingaat.

Pressure

Time

De opwarmfase wordt
vertraagd voordat de
sterilisatiefase begint.


Slide 18

EN 285
Eisen ten aanzien van de sterilisatiefase:
Plateau Periode =
Stabilisatietijd + sterilisatietijd
Stabilisatietijd
Sterilisatie
Temperatuurband
(0 / + 3 ºC)

Temp. verschil max. 2
ºC op elk moment van
de sterilisatiefase
Temp. in de
kamer afvoer

Laagste temp. in de
lading

Testen uitgevoerd met standaard ladingen


Slide 19

Stoomtabel (van toepassing zijnde gedeelte)
druk in kPa graden C
196
119,6
197
119,8
198
119,9
199
120,1
200
120,2
201
120,4
202
120,5
203
120,7
204
120,9
205
121,0
206
121,2
207
121,3
208
121,5
209
121.6
210
121.8
211
121,9
212
122,1
213
122,2
214
122,4
215
122,5
216
122,7
217
122,8
218
123,0

druk in kPa graden C
301
302
303
304
305
306
307
308
309
310
311
312
313
314
315
316
317
318
319
320
321
322
323

133,7
133,8
133,9
134,0
134,1
134,2
134,3
134,4
134,6
134,7
134,8
134,9
135,0
135,1
135,2
135,3
135,4
135,5
135,6
135,8
135,9
136,0
136,1


Slide 20

Droogfase
• De lading moet droog zijn aan het einde
van het proces
• De droogfase vindt plaats tijdens een zo
diep mogelijk vacuüm.

Pressure

Time

Droging


Slide 21

temperatuur versus druk 'sub-atmosferisch'
Druk

Druk

PT10
0

oC

kPa

Bar

Ohm

119.48

75

39.30

-.61

129.1
8

-.86

119.87

76

40.93

-.59

129.5
7

14.2
6

-.86

120.26

77

42.62

-.57

129.9
6

53

14.9
6

-.85

120.65

78

44.37

-.56

130.3
4

111.31

54

15.6
8

-.84

121.04

79

46.17

-.54

130.7
3

-.96

111.70

55

16.4
3

-.84

121.43

80

48.04

-.52

131.1
2

4.74

-.95

112.09

56

17.2
2

-.83

121.81

81

49.97

-.50

131.5
1

32

5.02

-.95

112.48

57

18.0
3

-.82

122.20

82

51.97

-.48

131.8
9

103.12

33

5.31

-.95

112.87

58

18.8
8

-.81

122.59

83

54.04

-.46

132.2
8

-.99

103.52

34

5.62

-.94

113.26

59

19.7
6

-.80

122.98

84

56.17

-.44

132.6
7

1.09

-.99

103.91

35

5.95

-.94

113.65

60

20.6
7

-.79

123.37

85

58.37

-.42

133.0
5

11

1.19

-.99

104.30

36

6.29

-.94

114.04

61

21.6
2

-.78

123.75

86

60.65

-.39

133.4
4

12

1.30

-.99

104.69

37

6.64

-.93

114.43

62

22.6
1

-.77

124.14

87

63.00

-.37

133.8
3

13

1.41

-.99

105.08

38

7.01

-.93

114.82

63

23.6
3

-.76

124.53

88

65.43

-.35

134.2
1

14

1.52

-.98

105.47

39

7.40

-.93

115.21

64

24.6
9

-.75

124.92

89

67.94

-.32

134.6
0

15

1.65

-.98

105.86

40

7.80

-.92

115.60

65

25.7
9

-.74

125.31

90

70.53

-.29

134.9
9

16

1.78

-.98

106.25

41

8:23

-.92

.115.9
8

66

26.9
4

-.73

125.69

91

73.20

-.27

135.3
8

Druk

Druk

PT100

Druk

Druk

PT100

Druk

Druk

PT100

oC

kPa

Bar

Ohm

oC

kPa

Bar

Ohm

oC

kPa

Bar

Ohm

0

.35

-1.00

100.00

25

3.29

-.97

109.76

50

12.9
5

-.87

1

.40

-1.00

100.39

26

3.50

-.96

110.15

51

13.5
9

2

.46

-1.00

100.78

27

3.73

-.96

110.54

52

3

.53

-.99

101.17

28

3.96

-.96

110.92

4

.60

-.99

101.56

29

4.21

-.96

5

.67

-.99

101.95

30

4.47

6

.74

-.99

102.34

31

7

.82

-.99

102.73

8

.91

-.99

9

1.00

10


Slide 22

Beluchten
• Wanneer na enige tijd vacuüm zuigen de lading voldoende
gedroogd is, sluit de vacuümklep, stopt de vacuümpomp, en wordt
de beluchtingsklep geopend.

• Hierbij wordt via een HEPA (High Efficiency Particle Air) filter de
steriele lucht ingelaten tot de sterilisator kamerdruk gelijk is aan de
atmosferische druk. Dit is circa 100 kPa.


Slide 23

Ontladen
• De sterilisatorbesturing heeft continu bewaakt of alle delen van het
proces goed verlopen zijn. Als er geen storingen opgetreden zijn
wordt door de besturingseenheid de ontlaaddeur vrijgegeven zodat
de “gesteriliseerde” lading er uit kan worden genomen.
• Voor het ontladen wordt eerst de grafiek gecontroleerd.
• Na het ontladen wordt gecontroleerd of de lading goed droog is
• Pas als de ontlaaddeur weer gesloten is kan de deur aan de
belaadzijde weer geopend worden.


Slide 24

CONTROLE OP DE WERKING

De 'Bowie en Dick' test
Dagelijks wordt een 'Bowie en Dick' programma gedraaid.
De sterilisator wordt beladen met een 'Bowie en Dick' pakket.
Als de indicator goed is omgekleurd, is de stoompenetratie en ontluchting in orde.
De Lekdichtheidstest
Één keer per week wordt een 'lektest' programma gedraaid.
Met dit programma controleert de sterilisator zichzelf, op lekdichtheid.
Een lek in de sterilisator kan de steriliteit in gevaar brengen.
De sterilisatorrecorder
De druk, de temperatuur en de tijd worden tijdens het proces geregistreerd.
Met dit document kan worden gecontroleerd of het proces in orde was.
Validatie
Éénmaal per jaar wordt de sterilisator kritisch onderzocht en beoordeeld.
Om vast te stellen of de sterilisator betrouwbaar zijn werk doet.
Als bewijs van de wordt een uitgebreid validatie-rapport geleverd.


Slide 25


Slide 26


Slide 27


Slide 28

Einde training
Hartelijk dank voor uw aandacht.