Transcript Inleiding

ASS in de klas
Leerlingen met autisme zijn buitenbeentjes. Ze ontwikkelen en leren anders en
vragen daarom een buitengewone aanpak. Een open houding, interesse tav hun
specifieke handicap, geduld en creativiteit zijn basis kenmerken die je als
leerkracht nodig hebt om met deze leerlingen om te gaan, maar dat is slecht de
basis en niet genoeg om ze een optimale kans tot ontplooiing te bieden.
Tegenwoordig gaan steeds meer leerlingen met autisme naar het reguliere
onderwijs en in de kleuterklassen is het vaak nog niet ontdekt en loop je als
leerkracht tegen allerlei problemen aan met deze kinderen. In deze workshop
kijken we naar praktische tips om je klas en je aanpak autisme vriendelijk te
maken. Maar vooral ook inzicht in de autistische manier van waarnemen en
denken. Want zonder die kennis zal het voor zowel de leerkracht als de leerling
een moeizame ervaring worden. Autisme vriendelijk onderwijs begint bij goed
begrip van autistisch denken.
Wat is autisme
Autisme is een triade van stoornissen
• Sociale omgang
• Communicatie
• Verbeelding
Zus van Einstein
Sociale omgang
• Aanvoelen van wat andere mensen
denken/voelen
• Wederkerigheid
•
•
•
•
Afzijdige type
Passieve type
Actieve maar bizarre type
Hoogdravende type
(Lorna Wing)
Sociale omgang
Afzijdige type:
Onverschillig en teruggetrokken in contact.
Nemen geen initiatief en reageren ook niet op
toenadering van anderen
Sociale omgang
Passieve type:
Deze groep neemt zelf geen initiatief maar
reageert wel op toenadering van anderen
Sociale omgang
Actief maar bizarre type:
Deze groep neemt heel actief initiatief maar
door problemen met het vlot begrijpen van
interactie is de wijze waarop vaak vreemd of
onaangepast. Dit kan op anderen heel
egocentrisch en opdringerig overkomen en ze
worden vaak als stoorzender gezien
Sociale omgang
Hoogdravende type:
Bij deze groep kinderen lijken de sociale
problemen aan de buitenkant heel subtiel. Ze
zijn vaak overmatig beleeft en formeel. Ze
ervaren dezelfde problemen in de interactie
maar door hun intellectuele mogelijkheden
kunnen ze dit goed camoufleren en
compenseren
Sociale omgang
Voor alle kinderen in welk subtype dan ook
geld dat ze blind zijn voor bedoelingen, ideeën
en gevoelens van anderen. Ter compensatie
hiervan gaan kinderen met autisme vaak
imiteren. Maar lastig hier is het aanvoelen wie
je in welke situatie het beste kunt imiteren.
Communicatie
• Weten wanneer je iets wel/niet zegt
• Moeite met vragen om hulp
• Geen rekening houden met wat de andere
wel/niet weet
• Geen rekening houden met wat de ander
wel/niet leuk vindt
Communicatie
• Problemen beurt rolneming
• Problemen om informatienoden van anderen
in te schatten
• Problemen met groepsinstructies
• Problemen met inhoud en vorm van
communicatie aan te passen aan de
gesprekspartner of context
• Te letterlijk nemen van taal
Verbeelding
• Voorstellen wat er in een ander omgaat
• Verbeelden van praktische zaken bv.
vriendschap
• Vragen als “stel je eens voor dat”, “hoe zou
het zijn om”
• Moeite om gevolgen van eigen gedrag voor te
stellen en in te schatten
• Moeite met kiezen
Bijkomende problemen
• Beperkt en repetitief patroon van gedrag, interesses en
vaardigheden
• Moeite met doseren van interesses
• Weerstand tegen verandering, kunnen dan eindeloos
het hoe, waarom, wanneer blijven bevragen
• Traag wisselen tussen situaties
• Ongewone reacties op zintuiglijke prikkels,
overgevoeligheid voor licht/geluid/ aanrakingen/
kledingstoffen
Binnenkant autisme
De binnenkant van autisme wordt gekenmerkt
door een specifieke stijl van informatie
verwerking ook wel het autistisch denken
genoemd
• Theory of mind
• Executieve functies
• Centrale coherentie
Binnenkant autisme
Theory of mind:
De vaardigheid om gedachten, intenties, gevoelens
en ideeën toe te schrijven aan anderen en aan
jezelf.
Binnenkant autisme
Executieve functies:
• Beheersen van impulsieve reacties
• Aandacht richten
• Aandacht wisselen
• Vermogen om plannen te bedenken
• Je handelen kunnen evalueren en bijsturen
Binnenkant autisme
Centrale Coherentie:
Dit is de neiging van het brein om samenhang
te zoeken tussen allerlei kleine stukjes
informatie die ons via de zintuigen bereiken
en op basis van die samenhang betekenis te
verlenen.
contextblindheid
Contextblindheid in de sociale omgeving
Tranen op iemands wang
–
–
–
–
Verdriet
Blijdschap
Opluchting
Allergische reactie
Om de traan te begrijpen moet je de context meenemen.
Voor een contextblind brein hebben tranen maar 1 betekenis
tranen=verdriet
contextblindheid
Voorbeeld 1
Femke geeft aan dat haar leerkracht altijd
boos is. Terwijl dit volgens de leerkracht bijna
nooit het geval is. Na wat speurwerk blijkt dat
Femke in haar brein een koppeling legt tussen
boos zijn en een luide stem. Terwijl de
leerkracht vaak alleen haar stem verheft om
over het gekwebbel van de kinderen heen te
komen.
contextblindheid
Voorbeeld 2
Op de school van Arne is een regel dat je op het
schoolplein elkaar niet mag aanraken. Wanneer
Arne ruzie heeft gehad wil de leerkracht dat hij
sorry zegt en Tom de hand schud. Arne weigert
dit en de leerkracht denkt dat Arne het niet goed
wil maken en dwars doet. Gelukkig kan Arne het
zelf uitleggen en wijst hij de leerkracht op de
regel dat ze elkaar op het schoolplein niet mogen
aanraken.
contextblindheid
Contextblindheid en communicatie
Taal begrijpen = begrijpen wat iemand zegt
+
de context betrekken
Doe je dit laatste niet dat kunnen dingen heel absurd en
verwarrend overkomen
Contextblindheid
Voorbeeld 3
10-2=
8-4=
5-5=
6-3=
7-6=
Los de problemen van de clown op
5+3=
9+1=
2+5=
4+4=
7+1+
contextblindheid
Voorbeeld 4
Job heeft kookles en schept met een eetlepel
bloem in de kom. De leerkracht komt langs en
zegt Job er nog een eetlepel bij te gooien. Job
is erg verbaasd maar gooit er uiteindelijk dan
maar een eetlepel in
contextblindheid
Een laatste probleem wat hierbij komt kijken is
een generalisatie probleem.
Wat kinderen met ASS in een bepaalde
situatie hebben geleerd kunnen ze niet
automatisch toepassen in andere situaties
Autisme vriendelijk klimaat
Aandacht voor sensorische moeilijkheden en
verheldering zijn de voornaamste bouwstenen
voor een autisme vriendelijk klimaat. De
attitude van leerkrachten is ook belangrijk.
Een goede attitude komt erop neer dat je bij
het lesgeven rekening houdt met de
autistische leerstijl; die is concreet,
stapsgewijs en kent slechts beperkte
generalisatie.
Autisme vriendelijk klimaat
een belangrijk onderdeel van verhelderen is
het aanbrengen van structuur
– Structuur in de ruimte (en materialen)
– Structuur in de tijd
– Structuur in de activiteiten
Structuur in ruimte
• Vaste werkplek
• Deze is eventueel nog te visualiseren met naamkaartje of
foto
• Vaste activiteiten hoek
• Bouwhoek, poppenhoek, leeshoek ook dit kan zo nodig weer
gevisualiseerd worden
• Materialen
• Zorg dat materialen op een vaste overzichtelijke plek liggen
• Materialen die voor een opdracht nodig zijn in een bakje
doen zodat alles overzichtelijk bij elkaar is
Structuur in tijd
• Dagprogramma
• Planbord met dagactiviteiten, hanteer zoveel mogelijk vaste
pictogrammen en volgordes
• Tijd concreet maken
• Gebruik een klok of kookwekker om duidelijk te maken
hoelang activiteiten duren
• Voorbereiden op verandering in het programma
• Bespreek veranderingen met de leerling met ASS en geef
een uitstapje of feest een plek in het dagprogramma
Structuur in de activiteiten
• Gouden regel
• Voor een leerling met ASS moet alles duidelijk zijn; wanneer en hoe hij een
opdracht moet beginnen, wat af moet zijn, wanneer het af moet zijn en wat hij
moet doen als hij klaar is
• Eerst korte, eenduidige werkjes
• Visualiseer de stapjes of schrijf ze op
• Gebruik van materialen
• De materialen zijn eenduidig en afgemeten op wat nodig is voor de opdracht
• Wat moet je doen als je klaar bent
• Maak een wachtmap met leuke werkjes, of een vrijetijdsbord waarop
activiteiten staan waar uit ze kunnen kiezen
• Overgang tussen activiteiten
• Markeer duidelijk de overgang tussen activiteiten bv door een signaal af te
spreken of het kaartje van dagprogramma om te draaien.
Structuur in activiteiten
Vb:
Kees heeft moeite overzicht te houden op de
opdrachten die hij moet doen tijdens de
rekenles. Hij wordt onrustig van alle sommen
die nog gaan komen en hij nog niet onder de
knie heeft. De leerkracht doet nu de sommen
die Kees die dag moet maken in een aparte
map voor hem
Structuur
Een bord les; wat wordt er van mij verwacht?
» Ik kijk naar het bord en naar de juf
» Ik luister aandachtig
» Wanneer ik iets niet begrijp vraag ik de juf om uitleg
» Wanneer ik het antwoord weet op de vraag van de juf
steek ik mijn vinger op
Concrete communicatie
Concrete communicatie verheldert de context
door expliciet, positief en visueel duidelijk te
maken wat de leerkracht bedoelt en verwacht
Concrete communicatie
•
•
•
•
•
Geen vage termen
Verduidelijk lichaamstaal
Vermijd sarcasme en dubbelzinnig taalgebruik
Positieve communicatie
Hoe minder emoties in communicatie hoe
beter
• Visuele communicatie
Communicatie gebruiken
Moeilijk voor kinderen met ASS;
• Hulpvragen
• Iets vertellen
• Beurtneming
• Tijdsdruk
Omgang met anderen
Sociale omgang is erg ondoorgrondelijk voor
kinderen met ASS vanwege zijn onzichtbare en
ongeschreven regels en codes en vele wisselende
betekenissen.
Omgang met anderen
Kinderen met ASS missen intuïtie en hebben
moeite met wat impliciet is. Het helpt als we de
sociale regels uitleggen en duidelijk aangeven
wat er van hun verwacht wordt in welke
situatie.
Omgang met anderen
Vb. een meisje wil mee doen met touwtje springen
in de pauze.
Je geeft het meisje eenvoudige en concrete
aanwijzingen over hoe te handelen
• roep de naam van een van de kinderen
• Zorg dat de anderen je goed kunnen zien
• Vraag op een duidelijke en vriendelijke manier of je mee
mag doen (niet schreeuwen/fluisteren)
• Wanneer ze niet naar de luisteren loop je naar de leerkracht
niet boos worden of blijven staan wachten tot je misschien
mee mag doen)
Leren
• Moeite met het construeren van samenhang
• Moeite met generaliseren
• Moeite met abstract denken
Leren
Belangrijk bij het verduidelijken van samenhang is steeds weer nieuwe stof expliciet te
koppelen aan eerder geleerde stof. Door bij bv
bij de start van een nieuwe les terug te blikken
op wat in vorige lessen aan bod kwam
leren
groepsinstructies;
• Benoem bij start van groepsinstructie duidelijk dat het
ook voor de leerling met ASS is bedoeld
• Loop na de groepsinstructie naar de leerling met ASS
om te kijken of de instructie begrepen is
• Zo niet geef nog een extra individuele instructie
visueel aangeboden informatie blijft vaak beter hangen want is niet
vluchtig
Leren
Tips voor bevorderen van generalisatie;
• Zorg dat de lesstof helemaal beheerst wordt; beter
overtrainen dan ondertrainen, veel voordoen en herhalen
• Maak gebruik van realistische leersituaties die dicht bij de
leerling met ASS staan
• Breng variatie in de oefenstof aan
• Geef de toepassingsmogelijkheden van het geleerde
expliciet aan. Bv hand opsteken bij iets vragen geldt bij je
eigen juf maar ook bij invaljuf, gymleraar enz.
• Overleg en samenwerking met ouders is belangrijk. De
transfer wordt bevordert als school hetzelfde doet als thuis
en vise versa. Bv. thuis en op school dezelfde picto’s voor
naar de wc gaan.
ASS in de klas
Scholen zijn vanaf 1 augustus 2013 verplicht een
school ondersteuningsplan te hebben in het
kader van passend onderwijs. In dat plan staat (even als
aanname en voorbeeld) dat uw school in
staat is om leerlingen met ASS passend onderwijs te bieden.
Noem minimaal 3 en maximaal 5 elementen/instrumenten die u
dan toch echt nodig heeft als leerkracht:
1.
2.
3.
4.
5.