Document 7387552
Download
Report
Transcript Document 7387552
Morfologie en OT
Jack Hoeksema
morfemen
Meestal betekenisvolle stukjes woord:
Paard-e-bloem
Har-ig
Suf-ig
Reiz-ig-er
Neutr-aal
Geni-aal
Pro-duct, Aqua-duct, In-duct-ie, Con-duct-eur
Soorten morfologie
Item-and-arrangement
Item-and-process
Word-and-paradigm
Item and Arrangement
Morfologie is het aaneenbreien van
morfemen
Nadruk ligt op combinatoriek
Vb:
V[past]
V
leev
Aff[past]
de
Item-and-process
Nadruk ligt op het afleiden van woorden van
andere woorden
Door gebruik te maken van regels
(transformaties), is dit een veel krachtiger
model
Vb:
loop → liep
(regel 1: klinkerwijziging)
hoop → hoopte (regel 2: toevoeging /tə/)
Word-and-paradigm
Nadruk op paradigmatische relaties
Analogie heeft een natuurlijke plaats in dit
model
Vb:
hoop
hoop-en
hoop-te
hoop-te-en
Voordelen item-and-process
Met regels kun je tal van typen morfologie
beschrijven, niet alleen nette concatenatie
(aaneenrijging), maar ook
Interne verandering (ablaut, geminatie,
umlaut, etc.)
Subtractie (buuv < buurvrouw, bus <
omnibus, fanaat < fanatiek/fanaticus,
prof < professor/professional)
Infixatie
Infixatie
Vereist meer dan morfologische constituenten
Bijv
Yurok (Indianentaal, Californië)
ho.k’wc ‘gokken’
cwinkep ‘praten’
trahk ‘water halen’
lkyorkw ‘kijken’
hegok’wc ‘vaak gokken’
cweginkep ‘vaak praten’
tregahk ‘vaak water halen’
lkyegorkw
‘vaak kijken’
Infixatieregel
[CnVX] → [CnegVX]
(directe insertie)
of
[eg[CnVX]] → [CnegVX]
(prefixatie +
metathesis)
Nadelen item-and-process
Met regels kun je veel beschrijven
Eigenlijk te veel (kracht vs restrictiviteit)
En regels bieden vaak geen verklaring
OT Morfologie
Hybride model, met elementen van de drie
benaderingen:
item-and-arrangement: input
item-and-process: GEN
word-and-paradigm: via constraints als
correspondence en sympathy
Infixatie in OT
Plaatsing: constraint Edgemost
(2 varianten: Leftmost; Rightmost)
Normaal levert dit prefixen, resp. suffixen op
Bij infixen wordt Edgemost gedomineerd door
fonologische constraints, zoals Onset en No
Coda
Nogmaals Yurok
Kandidaten
No Coda
Onset
egho.k’wc
**!
*
hego.k’wc
*
ho.egk’wc
*
ho.k’wegc
*
Leftmost
*
*!
**
***!
Allomorfie
Engelse meervoudsuitgangen:
cats
dogs
bushes
[s]
[z]
[əz]
Deel van de allomorfie is zuiver fonologisch van
aard, vgl.
cats
Katz
Look at those dogs
The dog’s owner is angry
The dog’s been barking all night
That dog’s mine.
deel is morfologisch, vgl.
Tom Jones’ friends
(genitief –s: geen epenthetische vocaal –
resultaat: versmelting door degeminatie)
the Joneses (meervouds –s: wel
epenthetische vocaal)
Verleden-tijdsuitgangen (Engels)
worked
jogged
patted
[t]
[d]
[əd]
fonologie
worked: d → t /[-voice] __
jogged: d blijft d
Vergelijk ook:
He’d been here
It’d better be good. [spreek uit: it better be good]
en morfologie
he hit me
he put it there
he begged me
twolegged monster
The Bushes
buš+z
*Sib-Sib
buš+z
*!
buš
buš+əz
Pl-After-N
Left-Anchor(PL)
(of: Faith-V)
*!
*
Tom Jones’ friends
jo.ns+z
*Sib-Sib
jo.nsz
*!
jo.nsəz
jo.ns
AlignPoss
Left-Anchor Poss
(of Faith-V)
*!
I worked and worked
work-d
workd
workt
Cluster-Voicing Past-after- Left-anchorV
Past
*!
workəd
work
*
*!
*
I patted her on the head
pat+d
cluster
voicing
patd
*!
patt
no
geminate
pastafter-V
*!
patəd
pat
left-anchor
past
*
*!
He put her on the team
put+d
putd
putt
putəd
put
cluster
no
left
voicing geminat anchor
e
past
past
after v
*!
*!
*!
*
-er/-aar/-der
Fonotactische conditie:
*rVr: rir, ror, rur, rar, rer, rər
OK: rVVr:
roer
roor (het vroor, Roorda)
raar
reer (pareer, opereer)
reur (terreur)
rier (Trier)
morfologisch belang
comparatief -ər
agentief -ər
-erij
-erig
*rarer, *ongurer; *horer, *aanvoerer
Het Duits heeft de conditie niet:
Führer, Maurer, Lehrer, schwerer
comparatieven: d-epenthese
raar+ər
*rVr
raarər
*!
raardər
Faith-C
*
agentieven:aar-allomorfie en
d-epenthese
huur+ər
*rVr
huurər
*!
Pref-ər
huurdər
huuraar
Faith-C
*
*!
Nog een conditie
weigeraar
twijfelaar
bikkelaar
hakkelaar
woekeraar
versnipperaar
beoefenaar
tekenaar
De constraints tot dusver voorspellen:
*twijfeler
*woekerder
*tekener
als agentieven
Geen agentief –er na sjwa + sonorant
Opeenvolgingen van sjwa’s worden vaak
vermeden:
*gebereid, *geverwerkt
het eige (*eigene) huis)
Duits: betteln, atmen, Bettler, Wagner
Echter niet altijd:
verwerp+lijk → verwerpelijk
helderder, zuiverder
Geen ər na sjwa+sonorant
bedel+ər
*rVr
*sjwa na
sjwa
bedelər
*!
bedeldər
*!
bedelaar
Pref-ər Faith-C
*
*
Geen ər na sjwa
woeker+ər
*rVr
woekerər
*!
woekerdər
woekeraar
*sjwa na
sjwa
*
Pref-ər Faith-C
*!
*
*
Plaatsnamen
Amsterdam – Amsterdammer
Haarlem - Haarlemmer
Groningen – Groninger (*Groningener,
*Groningenaar)
Assen – Assenaar (maar de Asser TT)
Kampen – Kampenaar
Brussel - Brusselaar
Breda – Bredanaar (metanalyse, analogie)
Zwolle – Zwollenaar
Den Bosch - Bosschenaar
De plaats van morfologie
relatie tot syntaxis
relatie tot fonologie
split morphology?
strata?