Ministerie van Veiligheid en Justitie

Download Report

Transcript Ministerie van Veiligheid en Justitie

Ministerie van Veiligheid en Justitie
>
Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag
Directie Personeel &
Organisatie
Turfmarkt 147
2511 DP Den Haag
Postbus 20301
2500 6H Den Haag
www.rijksoverheid, nh/venj
Contactpersoon
Adviseur juridische zaken
T
F
Datum
25 maart 2016
Onderwerp Besluit Wob-verzoek
Ons kenmerk
735169
Bij beantwoording de datum
en ons kenmerk vermelden.
Wilt u slechts één zaak in uw
brief behandelen.
Geachte
Bij brief van 7 juli 2015, ontvangen op 8 juli, hebt u bij het ministerie van
Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (hierna: BZK) met een beroep op de
Wet openbaarheid van bestuur (hierna: Wob) informatie verzocht over kort
gezegd, jaarverslagen, jaarcijfers en rapporten over integriteit.
Over uw verzoek hebben medewerkers van BZK en het ministerie van Financiën
op 27 augustus 2015 met u overlegd. Daarbij zijn afspraken gemaakt over de
reikwijdte van het verzoek. Deze zijn op 25 november 2015 door u bevestigd.
Hoewel u uw verzoek bij EZK hebt Ingediend, betreft het een verzoek om
informatie die berust bij meerdere ministeries. BZK heeft uw Wob-verzoek
daarom, op 11 december 2015, naar mijn ministerie doorgezonden.
Uw verzoek, zoals door u toegelicht en deels beperkt in het bovengenoemde
overleg, heeft betrekking op informatie die wat betreft bij mijn ministerie berust
bij het bestuursdepartement (hierna: BD), de Immigratie- en naturalisatiedienst
(hierna: IND) en de Dienst Justitiële Inrichtingen (hierna: Dii). U hebt verzocht
om de volgende informatie:
1.
Jaarverslagen over het gevoerde integriteitsbeleid en de naleving van de
gedragscode over de periode 2009-2014. Deze documenten worden in het
vervolg van dit besluit aangeduid als ‘de jaarverslagen’.
2.
Jaarverslagen/rapporten met alle vragen en meldingen die binnenkomen
bij de Vertrouwenspersonen Integriteit, eveneens over de periode
2009-20 14.
Gebleken is dat u onder jaarverslagen tevens verstaat overzichten van de
interne onderzoeken. Hierover is met u afgesproken dat de ministeries de
overzichten van de interne onderzoeken ontsluiten conform de Uniforme
registratie Integriteitsschendingen over de jaren 2009 tot en met 2014.
Een aantal daarvan is eerder naar aanleiding van Wob-verzoeken
openbaar gemaakt. De hier bedoelde documenten worden in het vervolg
van dit besluit aangeduid als: ‘de jaarcijfers’.
Pagina 1 van 7
Directie Personeel &
Organisatie
Datum
25 maart 2016
3.
Rapporten met betrekking tot integriteit en meldingen in de breedste zin
op verzoek van BD, IND en DII.
U hebt aangegeven daaronder te verstaan externe rapporten!
onderzoeken die op verzoek van departementen zijn opgesteld,
bijvoorbeeld door wetenschappers. Dit betreft aldus op verzoek van het
ministerie opgestelde externe rapporten die betrekking hebben op
algemene situaties van (meldingen over) integriteits-schendingen zonder
herleidbaarheid naar individuele gevallen dan wel naar individuele
personen. De hier bedoelde documenten worden in het vervolg van dit
besluit aangeduid als: ‘externe rapporten’.
Zoals BZK met u heeft afgesproken is bij het opstellen van de overzichten over
2014 dezelfde werkwijze gevolgd als bij de eerder gemaakte en gepubliceerde
overzichten. Dat wil zeggen dat de gegevens/cijfers over vermoedelijke
integriteitsaantastingen zoals opgenomen in de Jaarrapportage Bedrijfsvoering
Rijk als vertrekpunt zijn genomen bij de behandeling van uw Wob-verzoek.
Daarbij wordt, eveneens conform de eerdere werkwijze, achtergrondinformatie
verstrekt.
Wettelijk kader
Uw verzoek valt onder de reikwijdte van de Wob. Voor de relevante Wob-artikelen
verwijs ik u naar de bijlage A.
Inventarisatie documenten
Op basis van uw verzoek zijn in totaal 33 documenten aangetroffen en 3
documenten zijn voor u vervaardigd. Deze documenten zijn opgenomen in een
inventarislijst, die als bijlage B bij dit besluit is gevoegd. In dit besluit wordt
verwezen naar de corresponderende nummers uit de inventarislijst, zodat per
document duidelijk is wat is besloten.
Besluit
Ik heb besloten uw besluit grotendeels in te willigen en gedeeltelijk af te wijzen.
Dit besluit wordt hieronder toegelicht.
Overwegingen
Jaarverslagen (documenten 1 tot en met 15)
Naar aanleiding van uw verzoek is bij het bestuursdepartement (document 1 t/m
6), bij IND (document 7 t/m 12) en bij DJI (document 13 t/m 15) een aantal
jaarverslagen aangetroffen. Alvorens voor BD, IND en DII nader toe te lichten
in
hoeverre ik deze stukken openbaar maak, merk Ik hierover in algemene zin het
volgende op. De jaarverslagen hebben alle een intern karakter en een deel
daarvan bevat persoonlijke beleidsopvattingen. Artikel 11, eerste lid, van de Wob
bepaalt dat in geval van een verzoek om informatie uit documenten, opgesteld
ten behoeve van intern beraad, geen informatie wordt verstrekt over daarin
opgenomen persoonlijke beleidsopvattingen.
Pagina 2 van 7
Directie Personeel &
Organisatie
Datum
25 maart 2016
Uit de wetsgeschiedenis blijkt dat onder het begrip “documenten opgesteld ten
behoeve van intern beraad” onder meer moeten worden begrepen: nota’s van
ambtenaren en hun politieke en ambtelijk leidinggevenden, samenvattingen en
conclusies van interne besprekingen en rapporten van ambtelijke
adviescommissies. Ten aanzien van deze stukken moet de bedoeling om ze als
stukken voor intern beraad beschouwd te zien uitdrukkelijk blijken, of men moet
deze bedoeling redelijkerwijs kunnen vermoeden. Deze beperking op de
informatieverplichting is in de Wob opgenomen omdat een ongehinderde bijdrage
van ambtenaren en van hen die van buiten bij het intern beraad zijn betrokken bij
de beleidsvorming en -voorbereiding gewaarborgd moet zijn. Zij moeten in alle
openhartigheid onderling en met bewindspersonen kunnen communiceren.
Staatsrechtelijk zijn slechts de standpunten die het bestuursorgaan voor zijn
rekening wil nemen relevant. Onder persoonlijke beleidsopvattingen worden
verstaan: meningen, opinies, commentaren, voorstellen, conclusies met de
daartoe aangevoerde argumenten.
Ons kenmerk
Met toepassing van artikel 11, eerste lid, van de Wob, heb ik de persoonlijke
beleidsopvattingen in de aangetroffen documenten gelakt. Het betreft een beperkt
aantal passages. Deze persoonlijke beleidsopvattingen, die in de kantlijn zijn
aangegeven met de letter ‘b’, maak ik dan ook niet openbaar.
Ik acht het niet in het belang van een goede en democratische bestuursvoering
indien de standpunten van ambtenaren zelfstandig worden betrokken in de
publieke discussie. Ik zie dan ook geen aanleiding om met toepassing van artikel
11, tweede lid, van de Wob in niet tot personen herleidbare vorm informatie te
verstrekken over de persoonlijke beleidsopvattingen die in de geïnventariseerde
stukken zijn opgenomen.
Bestuursdeoartement
Als document 1 tot en met 6 treft u aan de jaarverslagen van BD. Met betrekking
tot deze verslagen merk ik het volgende op.
Tot en met 2013 werden de taken van de Vertrouwenspersoon Integriteit en
Coördinator Integriteit door één persoon uitgeoefend. Met Ingang van 2014 zijn
deze taken gescheiden. Dientengevolge is voor 2014 een afzonderlijk verslag
opgesteld door de Vertrouwenspersoon Integriteit en de Coördinator Integriteit.
Het betreft de documenten met nummer 5 en 6.
Deze documenten zijn reeds openbaar gemaakt. Voor de vindplaats verwijs ik u
naar de inventarislijst (bijlage 2). De Wob is hiermee niet meer van toepassing op
deze documenten. De Wob is immers niet van toepassing op reeds openbaar
gemaakte stukken.
Het document met nummer 6 is in het kader van een Wob-verzoek eerder
gedeeltelijk openbaar gemaakt. Nadien is het document integraal aan de Tweede
Kamer gestuurd en daarmee volledig openbaar gemaakt. Deze vindplaats is
opgenomen op de inventarislijst.
Pagina 3 van 7
Directie Personeel &
Organisatie
Datum
25 maart 2016
De documenten met nummer 1 tot en met 4 maak ik hierbij grotendeels
openbaar. Na een uitgebreide zoeksiag, heb ik moeten vaststellen dat er over
de
jaren 2009 en 2013 geen jaarverslag is opgemaakt. Het is mij niet bekend
waarom de destijds functionerende integriteitsfunctionarissen deze verslag
en niet
hebben opgemaakt. Over het jaar 2013 heb ik wel een deelverslag aanget
roffen.
Dit maak ik hierbij grotendeels openbaar. Ik verwijs u naar het document met
nummer 4.
kenmerk
738169
Met betrekking tot deze openbaar te maken documenten merk ik het volgen
de op.
Op grond van artikel 10, tweede lid, aanhef en onder e, van de Wob blijft
verstrekking van informatie achterwege voor zover het belang daarva niet
n
opweegt tegen het belang dat de persoonlijke levenssfeer wordt geêerb
iedigd
.
In de documenten die ik hierbij openbaar maak staan persoonsgegevens. Het
betreft de namen en de directe contactgegevens van de ambtelijke opstellers van
de documenten en bij integriteit betrokken ambtenaren. Deze persoonsgege
vens
maak ik niet openbaar.
Voor zover het de namen van ambtenaren betreft is hierbij het volgende van
belang. Waar het gaat om het beroepshalve functioneren van ambtenaren kan
slechts in beperkte mate een beroep worden gedaan op het belang van
eerbiediging van hun persoonlijke levenssfeer. Dit ligt anders indien het betreft
het openbaar maken van namen van de ambtenaren. Namen zijn immer
s
persoonsgegevens en het belang van eerbiediging van de persoonlijke levens
sfeer
kan zich tegen het openbaar maken daarvan verzetten. Daarbij is van belang
dat
het hier niet gaat om het opgeven van een naam aan een individuele burger
die
met een ambtenaar in contact treedt, maat om openbaarmaking van de naam
in
de zin van de Wob. Ik heb daarbij ook laten meewegen dat het geen ambten
aren
betreft die een functie vervullen waarbij zij regelmatig in de publiciteit komen
.
Daarom vind ik hier het belang van bescherming van de persoonlijke levens
sfeer
zwaarder wegen dan het belang van openbaarmaking van deze gegevens. Deze
gegevens, die in de kantlijn zijn aangegeven met de letter ‘p’, maak ik derhalv
e
niet openbaar.
Voorts blijft op grond van artikel 10, tweede lid, aanhef en onder g, van de
Wob
verstrekking van informatie achterwege voor zover het belang daarvan niet
opweegt tegen het belang van het voorkomen van onevenredige bevoordeling
of
benadeling van bij de aangelegenheid betrokken natuurlijke personen of
rechtspersonen dan wel van derden.
Openbaarmaking van bepaalde passages uit de documenten met numm
ers 1 tot
en met 4 zou naar mijn oordeel leiden tot onevenredige benadeling van de
personen op wie deze informatie betrekking heeft en mijn ministerie. Indien
deze
informatie openbaar gemaakt zou worden, is het voor een ieder mogelijk aan
de
hand daarvan te herleiden welke zaak het betreft en derhalve wie daarbij
betrokken waren. Ik acht het onwenselijk dat openbaar wordt welke person
en
direct betrokken zijn geweest bij meldingen over integriteitsschendingen. Ik
maak
Pagina 4 van 7
Directie Personeel &
Organisatie
Datum
25 maart 2016
daarom de afdelingen waar deze personen werk(t)en en de zaaknamen, die in de
kantlijn zijn aangegeven met de letter ‘o’, niet openbaar.
Ons kenmerk
Immiratie- en Naturalisatiedienst
Als document 7 tot en met 12 treft u aan de jaarverslagen van IND. Deze
documenten maak ik hierbij grotendeels openbaar. Over het jaar 2009 heb ik
geen jaarverslag, maar wel een conceptjaarverslag, aangetroffen. Teneinde u zo
goed mogelijk van dienst te zijn, maak ik dit concept hierbij grotendeels
openbaar.
Met betrekking tot de openbaar te maken documenten merk ik het volgende op.
In de documenten die ik hierbij openbaar maak staan persoonsgegevens. Deze
gegevens, die in de kantlijn zijn aangegeven met de letter ‘p’, maak ik niet
openbaar. Voor de motivering daarvan verwijs ik u naar hetgeen ik daarover
onder het kopje ‘Bestuursdepartement’ heb opgemerkt.
Openbaarmaking van bepaalde passages uit de documenten met nummers 7 tot
en met 12 zou naar mijn oordeel voorts leiden tot onevenredige benadeling van
de personen op wie deze informatie betrekking heeft en mijn ministerie. Deze
gegevens, die in de kantlijn zijn aangegeven met de letter ‘o’, maak ik niet
openbaar, gelet op het bepaalde in artikel 10, tweede lid, aanhef en onder g, van
de Wob. Voor de motivering daarvan verwijs ik u eveneens naar hetgeen ik
daarover onder het kopje ‘Bestuursdepartement’ heb opgemerkt.
Dienst Justitiële Inrichting
Als document 13 tot en met 15 treft u aan de jaarverslagen van DJI.
Deze documenten maak ik hierbij grotendeels openbaar. Aangezien de
verslaglegging bij D]I tweejaarlijks plaatsvindt, is het verslag over 2014 nog niet
opgesteld. Dit verslag zal tezamen met het verslag over het jaar 2015 dit jaar
worden opgesteld.
—
—
Met betrekking tot deze openbaar te maken documenten merk ik het volgende op.
In de documenten die ik hierbij openbaar maak staan persoonsgegevens en foto’s
van de individuele ambtelijke vertrouwenspersonen. Deze gegevens, die in de
kantlijn zijn aangegeven met de letter ‘p’, maak ik niet openbaar. Voor de
motivering daarvan verwijs ik u naar hetgeen ik daarover onder het kopje
‘Bestuursdepartement’ heb opgemerkt.
Openbaarmaking van bepaalde passages uit de documenten met nummers 13 tot
en met 15 zou naar mijn oordeel leiden tot onevenredige benadeling van de
personen op wie deze informatie betrekking heeft en mijn ministerie. Deze
gegevens, die in de kantlijn zijn aangegeven met de letter ‘o’, maak ik niet
openbaar, gelet op het bepaalde in artikel 10, tweede lid, aanhef en onder g, van
Pagina 5 van 7
Directie Personeel &
Organisatie
Datum
25 maart 2016
de Wob. Voor de motivering daarvan verwijs ik u andermaal naar hetgee
n ik
daarover onder het kopje ‘8estuursdepartement’ heb opgemerkt.
Ons kenmerk
738169
Jaarcijfers
Als document 16 tot en met 21 treft u aan de jaarcijfers van BD. Als docum
ent 23
tot en met 28 treft u aan de jaarcijfers van IND. Als documeit 30 tot en met
35
treft u aan de jaarcijfers van Dii.
De overzichten van de (vermoedens van) integriteitsschendingen voor mijn
ministerie zijn reeds openbaar wat betreft:
-
-
-
2009 tot en met 2014 voor BD
Het betreft de documenten met nummer 16 tot en met 21
2011 tot en met 2013 voor IND
Het betreft de documenten met nummer 25 tot en met 27
2009 tot en met 2013 voor DII
Het betreft de documenten met nummer 30 tot en met 34
Voor de vindplaats van de reeds openbare documenten verwijs ik u naar
de
inventarislijst (bijlage 2). De Wob is niet van toepassing op reeds openba
ar
gemaakte stukken.
De overzichten van de (vermoedens van) integriteitsschendingen voor mijn
ministerie maak ik grotendeeTs openbaar wat betreft:
-
-
2009 en 2010 voor IND (documenten met nummers 23 en 24)
2014 voor DII (document met nummer 35)
Met betrekking tot deze documenten merk ik het volgende op.
In de documenten die ik hierbij openbaar maak staan persoonsgegevens. Deze
gegevens, die in de kantlijn zijn aangegeven met de letter ‘p’, maak ik niet
openbaar. Voor de motivering daarvan verwijs ik u naar hetgeen ik daarov
er
onder het kopje ‘Bestuursdepartement’ heb opgemerkt.
Hoewel de Wob geen verplichting kent om informatie te vervaardigen
die niet in
bestaande documenten is neergelegd, ongeacht de mate van inspanning, heeft
BZK met u afgesproken dat de ministeries op basis van de gegevens over 2014
een overzicht van de interne onderzoeken voor u zouden opmaken op de wijze
waarop zij dit voor vorige jaren ook hebben gedaan. Als de documenten
22, 29 en
36 treft u aan de overzichten van respectievelijk BD, IND en DII.
Externe rapporten
Mijn ministerie beschikt niet over rapporten als door u gevraagd onder punt
3 van
de hierboven gegeven samenvatting van uw verzoek. In zoverre kan ik uw
verzoek dan ook niet inwilligen.
Pagina 6 van 7
Directie Personeel &
Organisatie
Datum
25 maart 2016
Wijze van openbaarmaking
De documenten met de nummers 1 tot en met 4, 7 tot en met 15,
22 tot en met
24, 28, 29, 35 en 36 treft u bij dit besluit in kopie aan.
Ons kenmerk
738169
De documenten met de nummers 5, 6, 16 tot en met 21, 25 tot
en met 27 en 30
tot en met 34 zijn reeds openbaar en voor een ieder beschikbaar.
Op die
documenten is de Wob dus niet van toepassing. Voor de vindpl
aats van deze
documenten verwijs ik u naar bijlage 2. De documenten met numm
er 17, 20, 27,
31 en 34 zijn weliswaar met een eerder Wob-verzoek openbaar gemaa
kt, maar
niet geplaatst op de website www,rilksoverheid.nI. U treft deze docum
enten
derhalve eveneens bijgaand in kopie aan.
Plaatsing op internet
Dit besluit en de bijlagen worden op www.rijksoverheid.nI geplaa
tst.
Ik vertrouw erop uhi ‘-e voldoende te hebben geÏnformeerd
.
Hoogachtend,
De Ministery
namens d’
en Justitie,
SecrØtri3&ier$I
Tegen dit besluit kunt u binnen zes weken na de dag waarop dit
is bekend
gemaakt een bezwaarschrift indienen. Het bezwaarschrift moet door
de indiener
zijn ondertekent en bevat ten minste zijn naam en adres, de dagtek
ening, een
omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar is gericht en
de gronden
waarop het bezwaar rust. Dit bezwaarschrift moet worden gericht
aan: de Minister
van Veiligheid en Justitie, t.a.v. de Directie Wetgeving en Juridische
Zaken, sector
Juridische Zaken, Postbus 20301, 2500 EH Den Haag.
Pagina 7 van 7
BIae
‘t
Ministerie van Veiligheid en Justitie
Directie Personeel &
Organisatie
Secretaris-Generaal
Schedeldoekshaven 100
2511 EX Den Haag
Postbus 20301
2500 EH Den Haag
www.rijksoverheid.nl/venj
Contactpersoon
senior beleidsmedewerker
nota
Jaarverslag 2010: activiteiten coördinator
integriteit/vertrouwenspersoon integriteit
Datum
14 april 2011
Ons kenmerk
DDS 5693437
Van
P
Datum/eind pa raaf
Visie vooraf
Hoofd E&0
Datum/paraaf
Directeur DP&0
Datum/paraaf
Concipiënt
T’
Datum/paraaf
Hierbij bied ik het jaarverslag aan van mijn werkzaamheden in 2010 als
coördinator integriteit. Het verslag biedt tevens een overzicht van de meldingen
van integriteitschendingen die bij mij zijn neergelegd.
Activiteiten als coördinator integriteit in 2010
De taak van de coördinator integriteit bestaat uit meerdere bestanddelen. Het
betreft het verzorgen van de Justitiebrede kaders, activiteiten op het gebied van
bewustwording, de controle op de uitvoering, het ondersteunen van
vertrouwenspersonen en het fungeren als vraagbaak en ‘vertrouwenspersoon’
voor heel Veiligheid en Justitie.
V
Voor de departementale vertrouwenspersoon integriteit,
is de
coördinator integriteit het voorportaal.
is op grond van de
Klokkenluidersregeling slechts verantwoordelijk voor de behandeling van de
ernstige integriteitmisstanden. Afgesproken is dat melders van een vermoeden
van integriteitbreuk eerst een gesprek met de coördinator integriteit hebben om
te bezien of de aard van de melding valt onder de klokkenluidersregeling. In 2010
viel geen van de meldingen onder deze regeling.
Pagina 1 van 4
T’
Voorts is de coördinator integriteit de lokale vertrouwenspersoon integriteit voor
het Bestuursdepartement. In de dagelijkse praktijk wordt hij ondersteund door
een secretaris. Deze secretaris is tevens coördinerend beleidsmedewerker
integriteit. Mijn activiteiten als coördinator heb ik opgepakt in november 2010. In
de periode van januari tot en met oktober 2010 was er geen coördinator
integriteit.
Directie Personeel &
Organisatie
1mat 2011
Ons kenmerk
DDS 5693437
Gedragscode e-mail en internetgebruik
In de zomer van 2010 is een aantal medewerkers op het Bestuursdepartement
aangesproken op het overtreden van de gedragscode email- en internetgebruik.
De secretaris van de vertrouwenspersoon is hier in adviserende zin bij betrokken
geweest. De uitvoering lag bij de Beveiligingsambtenaar. Bij een aantal
medewerkers heeft het overtreden van de code geleid tot een aantekening in het
personeel sd oss ier.
Veiligheid en Justitiebreed integriteitsbeleid
Op verzoek van de coördinator integriteit is eind 2009 gestart met een
herziening van de gedragscode van Veiligheid en Justitie. De code uit
2003 moest onder andere worden geactualiseerd. Het beleid over de
herziening van de code is in 2010 afgerond. Het voorstel tot herziening en
de inhoud is positief ontvangen door de taakorganisaties. Dat bleek uit
een ex ante evaluatie van het beleid in juni 2010. Het nieuwe beleid is
een antwoord op de eerder door onder meer de Algemene Rekenkamer en
de departementale Auditdienst (DAD) geschetste risico’s ten aanzien van
het integriteitsysteem.
•
In 2010 is een nieuwe opleiding voor vertrouwenspersonen ontwikkeld
door DJI opleidingsinstituut. Deze opleiding wordt vanaf 2011 aangeboden
en vervangt de eerder door een externe partij aangeboden opleidingen.
•
Een circulaire voor vertrouwenspersonen is in 2010 vastgesteld en
verspreid.
Meldingen van integriteitdilemma’s en inbreuken
Ook in 2010 hebben individuele medewerkers een beroep gedaan op de
coördinator integriteit.
Melder /
betrokkene
1
Medewerker DJI
2
Medewerker
pSG-cluster
3
4
IND
5
Medewerker
DGRR
Medewerker DJI
Aard
(vermoedelijke)
integ riteitsbreuk
Ongewenste
omgang svo rm en
Vervolg op
melding 2009
Ongewenste
omgangsvormen
Discriminatie
Meld Misdaad
Anoniem (MMA)
Ongewenste
omgangsvormen
Afdoening
conclusie
/
In behandeling bij DJI
Gesprekken hebben
plaatsgevonden tussen
betrokkene, directeur
en pSG
Oordeel CGB
In behandeling bij DJI
Diverse gesprekken
hebben
plaatsgevonden.
Pagina 2 van 4
6
Medewerker DII
Diverse
vermoedens van
misstanden
Ongewenste
omgangsvormen
7
Medewerker DII
8
Medewerker
ACVZ
Medewerker pSG
cluster
Onbekend
10
Medewerker DII
Ongewenste
omgangsvormen
11
Medewerker IND
Misbruik van
bevoegdheden
12
13
Medewerker pSG
cluster
Medewerker DII
14
Medewerker Dii
15
Medewerker DII
Ongewenste
omgangsvormen
Ongewenste
omgangsvormen
Diverse
vermoedens van
misstanden op de
BES-eilanden
MMA
16
Medewerker COA
Fraude
9
Discriminatie
Bedrijfsmaatschappelijk
Werk (BMW) is
betrokken.
In behandeling bij DII
Directie Personeel &
Organisatie
Datum
1 maart 2011
Ons kenmerk
DDS 5693437
Diverse gesprekken
hebben plaatsgevonden
met directeur inrichting
Onbekend
Na diverse gesprekken
is een mediationtraject
ingezet
Diverse gesprekken
met zowel de
coördinator integriteit
als directeur
Diverse gesprekken
hebben plaatsgevonden
bij DP&O en IND. BMW
is betrokken
Mediationtraject
In behandeling bij DJI
In behandeling bij Dii
Informatie niet
bruikbaar, onderzoek
niet ingesteld.
Overgedragen aan BZK
Klachtencommissie seksuele intimidatie
In 2010 vond de afhandeling van een klacht uit 2009 plaats. In 2010 zijn geen
nieuwe klachten binnengekomen bij de commissie.
Meldingen via Meldpunt M
Meldingen die bij het Meldpunt Anoniem Melden (meldpunt M) binnenkomen en
betrekking hebben op het Ministerie van Justitie worden aan de coördinator
integriteit toegezonden. In 2010 zijn twee klachten binnengekomen die ook in
bovenstaa nd overzicht zijn verwerkt.
Aandacht voor klachten buiten het eigenlijke gebied van integriteit
Zoals door mijn voorganger al vaker aangegeven bereiken de vertrouwenspersoon
integriteit regelmatig klachten waarbij de klager, al dan niet aarzelend, het woord
‘integriteitschending’ gebruikt. Mijn korte ervaring als vertrouwenspersoon op het
bestuursdepartement is dat het in die gevallen bijna altijd om zaken gaat waarin
niet integriteit centraal staat, maar een (potentieel) personeelsconflict, waarin
een medewerker zich onzeker voelt en vooral over zijn probleem met een
Pagina 3 van 4
vertrouwenspersoon wil praten. In enkele gevallen heb ik aan die behoefte
voldaan en de betrokken Veiligheid en Justitiemedewerker gewezen op de zwakke
en sterke punten in zijn verhaal, advies gegeven, overigens pas nadat ik kenbaar
had gemaakt dat ik de klacht niet beschouwde als klacht over integriteit. Ik stel
de behoefte aan een dergelijk luisterend oor vast. Door in een vroegtijdig stadium
het probleem van betrokkene serieus te nemen, te spiegelen en verstandige
adviezen te geven kan een bijdrage worden geleverd aan voorkomen van
escalatie en juridisering van reële problemen.
Directie Personeel &
Organisatie
Datum
1 maart 2011
Ons kenmerk
DOS 5693437
Bij de vormgeving van het beleid op het gebied van integriteit en beveiliging in
hun onderlinge samenhang aan dit aspect aandacht te besteden.
Overig
In 2009 is de DAD gestart met Justitiebrede integriteitaudits. In 2010 zijn volgens
planning 3 audits uitgevoerd Bij JustID, RvKb en IND.
Formatie voor integriteitsbeleid
Voor zowel de huidige situatie als met het oog op de toekomst een paar
observaties van mijn kant.
•
Het integriteitsbeleid kan alleen maar werken als de
coördinator/vertrouwenspersoon die binnen het departement werkzaam is
ruimte krijgt om aan integriteit aandacht te besteden.
•
Verder is de ondersteuning van een full time beleidsmedewerker
integriteit c.a. van belang. Deze dient structureel in de formatie van (in de
huidige omstandigheden de directie P&O) beschreven en opgenomen.
Speerpunten 2011
•
Implementatie Gedragscode Veiligheid en Justitie (mcl.
co mm u n i cati etraj ect)
•
Bezien op welke wijze gestructureerde, periodieke risicoanalyses op het
gebied van integriteit plaats kunnen vinden.
•
Verbeteren van de melding, registratie en afhandeling van vermoedens
van integriteitschendingen
•
Bezien van samenhang integriteit en beveiliging
Pagina 4 van 4
2.
Ministerie van Veiligheid en Justitie
Bureau SecretarisGeneraal
8SG
Secretaris-Generaal
Schedeldoekshaven 100
2511 EX Den Haag
Postbus 20301
2500 EH Den Haag
www.rijksoverheid.nh/venj
Contactpersoon
nota
Jaarverslag integriteit 2011
Datum
10 oktober 2012
Concipiënt
Ons kenmerk
312327
Dossiernummer
312318
IJ
Verslag van de vertrouwenspersoon integriteit en ongewenste
omgangsvormen voor het bestuursdepartement en coördinator integriteit
voor het ministerie van Veiligheid en Justitie over het jaar 2011
Hierbij bied ik het verslag aan van mijn werkzaamheden in 2011. Het verslag
biedt tevens een overzicht van de meldingen van integriteitschendingen die bij
mij zijn neergelegd.
Activiteiten als coördinator integriteit in 2011
De taak van de coördinator integriteit bestaat uit meerdere bestanddelen. Het
betreft het verzorgen van de Justitiebrede kaders, activiteiten op het gebied van
bewustwording, de controle op de uitvoering, het ondersteunen van
vertrouwenspersonen en het fungeren als vraagbaak voor heel Veiligheid en
Justitie.
P
P
Voor de departementale vertrouwenspersoon integriteit,
is de
coördinator integriteit het voorportaal.
is op grond van de
Klokkenluidersregeling verantwoordelijk voor de behandeling van de misstanden
in de zin van deze regeling. Afgesproken is dat melders van een vermoeden van
integriteitbreuk eerst een gesprek met de coördinator integriteit hebben om te
bezien of de aard van de melding valt onder de klokkenluidersregeling. In 2011
viel geen van de meldingen onder deze regeling.
Voorts is de coördinator integriteit de vertrouwenspersoon integriteit voor het
Bestuursdepartement. In de dagelijkse praktijk word ik ondersteund door een
coördinerend beleidsmedewerker integriteit,
In geval van
mijn afwezigheid, fungeert zij als mijn plaatsvervanger. Mijn activiteiten als
coördinator heb ik opgepakt in september 2011. In de periode van januari tot en
met augustus 2011 was
coördinator integriteit. De
portefeuille integriteit is verder in september 2011 verhuisd van Directie
Personeel & Organisatie naar Bureau Secretaris Generaal.
Pagina 1 van 6
The issue of ethics in public service is as old as government itself” aldus Bowman
en Williams (1997: 517). Volgens hen is de zorg voor de ethiek en integriteit van
publieke organisaties en functionarissen onlosmakelijk verbonden met het
bestaan
van de overheid zelve. Hoewel integriteit geen nieuwe onderwerp is, is de
aandacht voor integriteit in de publieke sector wel toegenomen. Dat is zichtbaar
in onder andere het aantal verzoeken van de media om informatie, bijvoorbeeld
via de Wet Openbaarheid voor Bestuur (WOB). Maar ook in het aantal
Kamervragen. Zo maakte in 2011 RTL Nieuws voor haar onderzoek naar
integriteitschendingen bij het bestuursdepartement, DII en het Openbaar
Ministerie tot twee keer toe gebruik van een WOB-verzoek bij het vergaren van
de informatie en de beantwoording van een dergelijk verzoek. Doorgaans speelt
de coördinator ook een rol bij beantwoording van Kamervragen waarbij integriteit
een rol speelt.
Bureau SecretarisGeneraal
Datum
10 oktober 2012
0n5 kenmerk
312327
Schendingen van integriteit
Omdat het vertrouwen van de burger in de (integriteit van) de overheid mede
wordt beïnvloed door een correcte afhandeling van signalen van (vermoedelijke)
schendingen worden ook vermoedens van integriteitschendingen geregistreerd.
Zelfs als dit tot de conclusie leidt dat er geen sprake is gebleken van een
schending. Voor heel Veiligheid en Justitie (exi. Rechtspraak en Politie) ging het in
2011 om 242 vermoedens waarvan 185 geconstateerde schendingen.
In 2011 hebben individuele medewerkers ook direct een beroep gedaan op de
coördinator integriteit. Deze zaken worden hieronder geanonimiseerd en niet
herleidbaar weergegeven.
Melder /
betrokkene
Medewerker
RvdK
Aard
(vermoedelijke)
integriteitsbreuk
Ongewenste
omgangsvormen
(intimidatie)
Diverse vermoedens
van misstanden.
Afdoening
conclusie
/
Mediation
2
Medewerker DJI
3
Medewerker Dii
Misbruik van
bevoegdheden
4
Medewerker BD
Financiële schendingen
5
Directeur /
Medewerker BD
/ misdragingen in de
Diverse gesprekken
met betrokkene.
Onder andere
betrokkenheid
staatssecretaris.
Resultaat
overplaatsing.
Diverse gesprekken
met betrokkene.
Uitspraak
bezwarencommissie.
Diverse gesprekken
met betrokkene.
Schriftelijke
berisping
p rivésfee r
Misbruik van
informatie
Diverse gesprekken
met betrokkene.
6
Medewerker DII
Financiële schendingen
Pagina 2 van 6
7
Medewerker DII
8
Medewerker BD
9
Medewerker DII
10
Medewerker DII
11
Medewerker BD
Oneigenlijk gebruik
van dienstmiddelen.
12
Burger!
Medewerker DII
13
Medewerker BD
14
Medewerker BD
15
Politie /
Medewerker BD
Misdragingen in de
privésfeer (social
media) door
medewerker.
Ongewenste
omgangsvormen.
Ongewenste
omgangsvormen.
Misdragingen in de
privésfeer
16
17
Medewerker BD
Medewerker BD
18
Medewerker BD
19
Meld Misdaad
Anoniem /
Medewerker DII
Misbruik positie /
belangenverstrengeling
20
Meld Misdaad
Anoniem / Politie
Financiële
integriteitsschending
21
Meld Misdaad
Anoniem /
Medewerker DII
Misbruik positie /
belangenverstrengeling
22
Meld Misdaad
Anoniem /
Medewerker OM
Lekken / misbruik van
informatie
Misbruik
bevoegdheden
Ongewenste
omgangsvormen
Ongewenste
omgangsvormen.
Onvolledige
rehabilitatie,
Conflict
Ongewenste
omgangsvormen
Machtsmisbruik
Diverse gesprekken
met betrokkene
Gesprek met
betrokkene.
Gesprek met
betrokkene.
Diverse gesprekken
met betrokken en
medewerkers Dii.
Excuusbrief
verzonden.
Gesprek met
directeur. Directeur
onderzoek gestart.
Diverse gesprekken
met betrokkene.
Bureau SecretarisGeneraal
BSG
Datum
10 oktober 2012
Ons kenmerk
312327
Gesprek met
betrokkene.
Mediation
Gesprekken hebben
plaatsgevonden met
betrokken en pSG.
Mediation.
Diverse gesprekken
met betrokkene.
Diverse gesprekken
met betrokkene.
SG en
Hoofddirecteur DII
geïnformeerd.
Rijksrecherche
betrokken. Afloop
onbekend.
Betrokken
regiokorps
geïnformeerd.
SG en
Hoofddirecteur DII
geïnformeerd.
Rijksrecherche
betrokken. Afloop
onbekend.
Onderzoek loopt
nog.
Meldingen via Meldpunt M
Meldingen die bij het Meldpunt Meld Misdaad Anoniem (stichting M) binnenkomen
en betrekking hebben op het Ministerie van lustitie worden aan de coördinator
Pagina 3 van 6
integriteit toegezonden. In 2011 zijn vier meldingen binnengekomen die ook in
bovenstaand overzicht zijn verwerkt.
Beleid
In 2011 is gestart met het actualiseren van het integriteitsbeleid. Doel is om te
komen tot een centraal overkoepelend integriteitsbeleidspian met hieraan
gekoppeld een geactualiseerde gedragscode.
Bureau Secretaris
Generaal
Datum
10 oktober 2012
Ons kenmerk
312327
Communicatie en voorlichting
In 2011 is een nieuwe dilemmatraining ontwikkeld op basis van de deugdethiek.
Ook is samen met mijn medewerker de jaarlijkse integriteitsdag voor trainees
verzorgd in januari 2011.
Integriteitsaudit
In 2011 is wederom een integriteitsaudit uitgevoerd door de DAD. Deze audits
maken deel uit van een vijfjarenplan dat steeds een andere sector onderwerp van
onderzoek maakt. In 2011 was het SG-cluster aan de beurt. De DAD legde onder
andere bevindingen voor over de onduidelijkheid m.b.t omgang met
vertrouwelijke informatie en twijfels over de declaraties naar aanleiding van
buitenlandse dienstreizen.
Samenwerking Politie
Er is met succes samenwerking gezocht met de projectleider integriteit van de
Politie. Meerdere keren is aangesloten bij het overleg morele weerbaarheid
waarbij verschillende korpsen aanwezig waren.
Aandacht voor klachten buiten het eigenlijke gebied van integriteit
Zoals door mijn voorganger al aangegeven bereiken de vertrouwenspersoon
integriteit regelmatig klachten waarbij de klager, al dan niet aarzelend, het woord
‘integriteitschending’ gebruikt, Ook mijn ervaring als vertrouwenspersoon op het
bestuursdepartement is dat het in die gevallen bijna altijd om zaken gaat waarin
niet integriteit centraal staat, maar een (potentieel) personeelsconflict, waarin
een medewerker zich onzeker voelt en vooral over zijn probleem met een
vertrouwenspersoon wil praten. In de regel heb ik aan die behoefte voldaan en de
betrokken Veiligheid en Justitiemedewerker gewezen op de zwakke en sterke
punten in zijn of haar verhaal, advies gegeven, overigens nadat ik kenbaar had
gemaakt dat ik de klacht niet beschouwde als klacht over integriteit. Ik stel de
behoefte aan een dergelijk luisterend oor vast. Door in een vroegtijdig stadium
het probleem van betrokkene serieus te nemen, te spiegelen en advies te geven
kan een bijdrage worden geleverd aan het voorkomen van escalatie en
juridisering van reële problemen.
Observaties en aanbevelingen
Voor zowel de huidige situatie als met het oog op de toekomst een paar
observaties en aanbevelingen van mijn kant.
Integriteitschendingen of vermoedens daarvan kenmerken zich in hoge mate door
de onvoorspelbaarheid wat betreft aard, herkomst, omvang en tijdstip van
opduiken. Voorspelbaar is wel dat er schendingen zullen zijn. Een cruciale fase is
het eerste moment: bij het waarnemen van een schending of een
veiligheidsrisico. Zij moeten ook als zodanig worden gepercipieerd en
gedefinieerd. En vervolgens moet er naar worden gehandeld.
Pagina 4 van 6
Om goed te kunnen handelen in een dergelijke situatie is van belang dat er een
goed begrip is van wat wel en wat niet kan. Eveneens dient de Organisatie daarop
afdoende te zijn ingericht. Dit beleid moet met enige regelmaat worden
bijgesteld. Redenen hiervoor kunnen zijn organisatieveranderingen (denk aan de
komst van de Politie en de vorming van de Nationale Politie) of het oprichten van
nieuwe organisaties zoals de Kansspelautoriteit. Maar redenen kunnen ook zijn
(mogelijk ongewenste) effecten van het gebruik van social media door
ambtenaren of een noodzakelijke wijziging van het beleid op het terrein van
informatiebeveiliging. Ter illustratie: de komst van Digijust heeft onder meer
getriggerd dat er een noodzaak is om het informatiebeveiligingsbeleid te
beschrijven, te verspreiden en te coördineren. En hiermee is zichtbaar dat zaken
die we vooraf niet als integriteitrisico zijn onderkend of aangekaart, dat wel
blijken te zijn.
Bureau Secretaris
Generaa’
BSG
Datum
10 oktober 2012
Ons kenmerk
312327
Op dit moment is de situatie bij Veiligheid en Justitie zo dat er wel wordt
gereageerd op schendingen en op veiligheidsrisico’s. Maar er is niet altijd
voldoende zicht op het vervolg van de handelingen omdat het monitoren hiervan
te veel tijd vergt. Als bekend heeft een proces een begin en een einde. Zonder
zicht te hebben op het einde is het ook onmogelijk om hier adequaat op te
kunnen sturen. Daarnaast is het integriteitsplan verouderd (laatste wijziging is
van 2003), niet bekend genoeg en moeten er nieuwe integriteitinstrumenten
worden ontwikkeld om het beleid goed uit te kunnen dragen.
Wat doet zich (nog meer) voor op het terrein van integriteit?
De context is altijd van belang bij integriteit evenals kennis van de lokale situatie.
Mede om die redenen heeft ieder organisatieonderdeel van het ministerie een
verantwoordelijkheid m.b.t. integriteit. Ondanks die eigen verantwoordelijkheid
valt het op dat de noodzaak om met enige regelmaat bij te sturen (zowel op
proces als op inhoud) bij bepaalde organisaties aanwezig is. Dit geldt in sterke
mate voor Dienst Justitiële Inrichtingen en is iets minder mate de andere
onderdelen van Veiligheid en Justitie. Met de andere taakorganisaties zoals Dienst
Justis, het Openbaar Ministerie, de Raad voor de Kinderbescherming en het
Nederlands Forensisch Instituut is doorgaans de kenniskring-integriteit-delen het
podium om vragen voor te leggen.
Tegelijk valt op dat het ministerie van Veiligheid en Justitie door de buitenwacht
steeds vaker wordt geconfronteerd met de vraag naar haar integriteit. Het aantal
mediaverzoeken om informatie bijvoorbeeld op grond van de Wet openbaarheid
van bestuur (WOB)— stijgt. Het aantal Kamervragen over integriteit stijgt ook.
Ook wordt het ministerie met enige regelmaat door bijvoorbeeld BZK bevraagd
over het systeem van integriteit. Tevens is integriteit (en daarmee
samenhangende onderwerpen als informatiebeveiliging) ook onderwerp van
metingen door de Algemene Rekenkamer. Het ministerie van Veiligheid en Justitie
scoort op die metingen niet hoog.
—
Als bekend is de organisatie met de komst van de politie uitgebreid. De op de
politie betrekking hebbende cijfers over 2011 zijn niet in dit overzicht verwerkt.
Maar de komst van de politie betekent zonder twijfel een stijging van het aantal
(vermoedens van) integriteitschendingen
”-- “rdt c
1
om a““
b
Pagina 5 van 6
1’
b
Op het terrein van seksuele intimidatie heeft
de voorzitter
van de Klachtencommissie seksuele intimidatie, al meerdere malen erop gewezen
dat haar commissie al enkele jaren geen klachten meer bereiken.
Bureau SecretarisGeneraal
Datum
10 oktober 2012
Hoe is de organisatie op dit moment ingericht?
Ons kenmerk
312327
Voor het Veiligheid en Justitiebrede integriteitbeleid ben ik als coördinator
integriteit aangesteld. Ik word in de dagelijkse werkzaamheden uitstekend
ondersteund door een senior beleidsmedewerker integriteit. Deze laatste fungeert
in de praktijk ook als mijn achtervang. Dit in verband met de noodzaak van
fulltime bereikbaarheid. Waar voorheen een coördinerend beleidsmedewerker
integriteit fulltime op dit onderwerp zat, wordt de medewerker sinds september
2011 voor twee dagen geleverd vanuit het Bureau Nationaal Rapporteur
Mensenhandel. Met mij is inmiddels onderkend dat met deze constructie
integriteit niet op voldoende wijze binnen de Veiligheid en Justitie Organisatie S
geborgd. Evenals mijn voorganger in het jaarverslag 2010 acht ik voor de
ondersteuning een fulltime medewerker onverminderd nodig.
Den Haag, 10 oktober 2012
P
(Vertrouwenspersoon integriteit en ongewenste omgangsvormen voor het
bestuursdepartement en coördinator integriteit voor het Ministerie van V en J)
Pagina 6 van 6
3
Ministerie van Veiligheid en Justitie
Bureau Secretarl5Generaal
BSG
SG
Turtmarkt 147
2511 DP Den Haag
Postbus 20301
2500 EH Den Haag
www.rijksoverheld.nh/vei-ij
Contactpersoon
nota
Beîeldsadvfseur Integriteit
Jaarverslag 2012
-
P
Concipient
Datum
19 november 2013
Projectnaam
Jaarverslag 2012
Ons kenmerk
454813
Dosslernumnier
454812
Bijlagen
Jaarverslag 2012
Hierbij bied ik u het jaarverslag van de coördinator integriteit over het jaar 2012
aan. Het is het laatste jaarverslag in deze vorm. Medio 213 ben ik overgegaan op
het tussentijds rapporteren over zaken omtrent integriteit en dit zal ook zijn
weerslag hebben op de vorm en opzet van het jaarverslag.
Integriteit was voor het ministerie van Veiligheid en Justitie in 2012 een
belangrijk thema. Een aantal beleidszaken uit 2012 wil ik in het bijzonder
noemen omdat zij hebben geleid tot veel werk voor de coördinator integriteit.
Zowel op het vlak van beleidsontwikkeling als het maken van werkafspraken. Het
gaat dan om het zwartboek klokkenluiders, de commissie seksuele intimidatie, de
commissie integriteit overheid, het advies- en verwijspunt klokkenluiders en het
initiatiefwetsvoorstel Huis voor Klokkenluiders.
Integriteitschendingen of vermoedens daarvan kenmerken zich in hoge mate door
de onvoorspelbaarheid wat betreft aard, afkomst, omvang en tijdstip van
opduiken. Voorspelbaar is enkel dat er schendingen zullen zijn. Een cruciale fase
is het eerste moment: bij het waarnemen van een schending of een
veiligheidsrisico. Zij moeten ook als zodanig worden gepercipieerd en
gedefinieerd. En vervolgens moet er naar worden gehandeld.
Om goed te kunnen handelen in een dergelijke situatie is van belang dat er een
goed begrip is van wat wel en wat niet kan. Eveneens dient de organisatie daarop
afdoende te zijn ingericht. Dit beleid moet met enige regelmaat worden
bijgesteld. Redenen hiervoor kunnen zijn organisatieveranderingen zoals
bijvoorbeeld de vorming van de Nationale Politie. Maar redenen kunnen ookzijn
(mogelijk ongewenste) effecten van het gebruik van social media door
ambtenaren of een noodzakelijke wijziging van het beleid op het terrein van
informatiebeveiliging. Ter illustratie: Digijust heeft onder meer getriggerd dat er
een noodzaak is om het informatiebeveiligingsbeleid te beschrijven, te
verspreiden en te coördineren. En hiermee is zichtbaar dat zaken die we vooraf
niet als integriteitsrisico hebben aangekaart, dat wel blijken te zijn. Op dit
moment is de situatie bij Veiligheid en Justitie zo dat er wel wordt gereageerd op
Pagina 1 van 5
schendingen en op veiligheidsrisico’s. Maar er is (nog) onvoldoende zicht op het
vervolg van de handelingen omdat een goed monitoringsmechanisme ontbreekt.
Als bekend heeft een proces een begin en een einde. Zonder zicht te hebben op
het einde is het ook onmogelijk om hier adequaat op te kunnen sturen. Daarnaast
is het integriteitspian verouderd (laatste wijziging is van 2003), niet bekend
genoeg en moeten er nieuwe integriteitinstrumenten worden ontwikkeld om het
beleid goed uit te kunnen dragen. Een start hiervoor is gemaakt in 2012 door
onder andere de ontwikkeling van een nieuwe dilemmatraining. Ook ligt er al een
tijd een plan klaar voor een nieuwe code voor Veiligheid en Justitie.
Bureau SecretarisGeneraal
BSG
Datum
19november2013
Ons kenmerk
454813
Wat doet zich (nog meer) voor op het terrein van integriteit?
De context is altijd van belang bij integriteit evenals kennis van de lokale situatie.
Mede om die redenen heeft ieder organisatieonderdeel van het ministerie een
verantwoordelijkheid m.b.t. integriteit. Ondanks die eigen verantwoordelijkheid
valt het op dat de noodzaak om met enige regelmaat bij te sturen (zowel op
proces als op inhoud) bij bepaalde organisaties aanwezig is. Dit geldt in sterke
mate voor Dienst Justitiële Inrichtingen.
Tegelijk valt op dat het ministerie van Veiligheid en Justitie door de buitenwacht
steeds vaker wordt geconfronteerd met de vraag naar haar integriteit. Het aantal
mediaverzoeken om informatie bijvoorbeeld via de Wet Openbaarheid voor
Bestuur stijgt. Het aantal Kamervragen over integriteit stijgt ook. Ook wordt het
ministerie met enige regelmaat door bijvoorbeeld BZK bevraagd over het systeem
van integriteit. Tevens is integriteit (en daarmee samenhangende onderwerpen
als informatiebeveiliging) ook onderwerp van metingen door de Algemene
Rekenkamer. Het ministerie van Veiligheid en Justitie scoort op die metingen niet
hoog.
—
—
Als bekend is de organisatie met de komst van de Politie uitgebreid. Dit betekent
onder meer toename van het aantal kwesties waarin om advies wordt gevraagd.
Op het terrein van seksuele intimidatie heeft de voorzitter van de
klachtencommissie seksuele intimidatie al meerdere malen haar zorg geuit of dit
onderwerp wel voldoende leeft op het departement.
Hoe was de organisatie in 2012 ingericht?
Voor het Veiligheid en Justitiebrede integriteitbeleid ben ik als coördinator
integriteit aangesteld. Ik word in de dagelijkse werkzaamheden uitstekend
ondersteund door een beleidsadviseur integriteit. Deze laatste fungeert in de
praktijk ook als mijn achtervang. Dit in verband met de noodzaak van fulltime
aanwezigheid. In het verslagjaar 2012 werd deze voor twee dagen geleverd
vanuit het Bureau Nationaal Rapporteur Mensenhandel. Ik was van mening dat
met deze constructie integriteit niet op de juiste wijze is geborgd binnen de
Veiligheid en Justitie organisatie. Dit was reden voor mij om dt bij uw voorganger
in 2012 te melden. Sinds mei 2013 is de fulltime aanwezigheid overigens wel een
feit.
Casuïstiek
Voor onze zaken wil ik kort de casuïstiek opschrijven. De feiten zoals die aan ons
zijn gepresenteerd en het gevolg van de zaken. Het kan betekenen dat er dus een
verschil zit tussen het aantal zaken dat wij hebben behandeld en de
daadwerkelijke cijfers. Maar dat heeft te maken met het feit dat sommige zaken
nog niet zijn afgerond.
De cijfers
Pagina 2 van 5
•Aantal betrokkenen met vermoedens van integriteitschendingen was in 2012
in 348 gevallen.
•Aantal betrokkenen waarvan vermoedens van integriteitschendingen zijn
geconstateerd was in 2012 in 256 gevallen.
In het verslagjaar 2012 hebben twintig personen een rechtstreeks beroep gedaan
op de coördinator integriteit. In bijlage 1 wordt een korte beschrijving gegeven
van de meldingen en de verdere afwikkeling.
Bureau SecretarisGeneraal
Datum
19 november 2013
Ons kenmerk
454813
Den Haag, 19 november 2013
(Vertrouwenspersoon integriteit en ongewenste omgangsvormen voor het
bestuursdepartement en coördinator integriteit voor het Ministerie van V en J)
Bijlage 1
1. Melding inzake valsheid van geschrifte.
De melder was werkzaam bij de politie. Melder maakte melding van diverse
vermoedens van schendingen waaronder valsheid van geschrifte. Naar dat
laatste is een onderzoek gestart. Resultaten van het onderzoek zijn kenbaar
gemaakt aan de melder.
2. Ongewenste omgangsvormen.
Melder is werkzaam in een gevangenis. De melding bezag op het gedrag van
een aantal leidinggevenden.
3. Weigering tot rehabilitatie.I
4. Niet onafhankelijk
T
5 Financieel wangedrag.(
t
6.
.n verplichtingen
,..Je regeling.
7.
P
1
10.
11.
12.
13.
14.
15.
16.
17.
18.
19.
20.
;tdrag.
Ongewenst gedrag.
lekken / misbruik van inform ie. Stichting M.
Misbruik bevoegdheden. Stichting M.
ongewenst gedrag.
pesten.
via bedrijfsarts.
seksuele intimidatie.
misbruik positie en belangenverstrengeling. DP&O
misbruik positie en belangenverstrengeling. DP&O.
voodoopraktijken.
financieel wangedrag. Financiele afdeling DBOB.
Informatie lekken. D]OA. (Navragen).
0
Schendingen van integriteit
Omdat het vertrouwen van de burger in de (integriteit van) de overheid mede
wordt beïnvloed door een correcte afhandeling van signalen van (vermoedelijke)
schendingen worden ook vermoedens van integ riteitschendingen geregistreerd.
Zelfs als dit tot de conclusie leidt dat er geen sprake is gebleken van een
schending. Voor heel Veiligheid en Justitie (exl. Rechtspraak en Politie) ging het in
2011 om 242 vermoedens waarvan 185 geconstateerde schendingen.
Pagina 3 van 5
In 2011 hebben individuele medewerkers ook direct een beroep gedaan op de
coördinator integriteit. Deze zaken worden hieronder geanonimiseerd en niet
herleidbaar weergegeven.
Melder /
betrokkene
1
Medewerker
RvdK
2
Medewerker Dii
3
Medewerker Dii
Aard
(vermoedelijke)
integriteitsbreuk
Ongewenste
omgangsvormen
(intimidatie)
Diverse vermoedens
van misstanden.
Misbruik van
bevoegdheden
________________
4
Medewerker BD
Financiële schendingen
5
Directeur /
Medewerker BD
/ misdragingen in de
Financiële schendingen
privésfeer
Misbruik van
informatie
Misbruik
bevoegdheden
Ongewenste
omgangsvormen
Ongewenste
omgangsvormen.
Onvolledige
rehabilitatie,
6
Medewerker DJI
7
Medewerker Dii
8
Medewerker BD
9
Medewerker Dii
10
Medewerker DJI
11
Medewerker BD
Oneigenlijk gebruik
van dienstmiddelen.
12
Burger /
Medewerker Dii
1.3
Medewerker BD
14
Medewerker BD
15
Politie
Misdragingen in de
privésfeer (social
media) door
medewerker.
Ongewenste
omgangsvormen.
Ongewenste
omgangsvormen.
Misdragingen in de
/
Afdoening
conclusie
/
Bureau SecretarisGeneraal
BSG
Datum
19 november 2013
Ons kenmerk
454813
Mediation
Diverse gesprekken
met betrokkene.
Onder andere
betrokkenheid
staatssecretaris.
Resultaat
overplaatsing.
Diverse gesprekken
met betrokkene.
Uitspraak
bezwarencommissie.
Diverse gesprekken
met betrokkene.
Schriftelijke
berisping
Diverse gesprekken
met betrokkene.
Diverse gesprekken
met betrokkene
Gesprek met
betrokkene.
Gesprek met
betrokkene.
Diverse gesprekken
met betrokken en
medewerkers DJI.
Excuusbrief
verzonden.
Gesprek met
directeur. Directeur
onderzoek gestart.
Diverse gesprekken
met betrokkene.
Gesprek met
betrokkene.
Mediation
Gesprekken hebben
Pagina 4 van 5
Medewerker BD
privésfeer
1.6
17
Medewerker BD
Medewerker BD
18
Medewerker BD
Conflict
Ongewenste
omgangsvormen
Machtsmisbruik
19
Meld Misdaad
Anoniem /
Medewerker DJI
Misbruik positie /
belangenverstrengeling
.
20
Meld Misdaad
Anoniem / Politie
Financiële
integriteitsschending
21
Meld Misdaad
Anoniem /
Medewerker DII
Misbruik positie /
belangenverstrengeling
22
Meld Misdaad
Anoniem /
Medewerker OM
Lekken / misbruik van
informatie
plaatsgevonden met
betrokken en pSG.
Mediation.
Diverse gesprekken
met betrokkene.
Diverse gesprekken
met betrokkene.
SG en
Hoofddirecteur DJI
geïnformeerd.
Rijksrecherche
betrokken. Afloop
onbekend.
Betrokken
regiokorps
geïnformeerd.
SG en
Hoofddirecteur DII
geïnformeerd.
Rijksrecherche
betrokken. Afloop
onbekend.
Onderzoek loopt
nog.
Bureau Secretaris
Generaal
5G
Datum
19 november 2013
Ons kenmerk
454813
Meldingen via Meldpunt M
Meldingen die bij het Meldpunt Meld Misdaad Anoniem (stichting M) binnenkomen
en betrekking hebben op het Ministerie van Justitie worden aan de coördinator
integriteit toegezonden. In 2011 zijn vier meldingen binnengekomen die ook in
bovenstaand overzicht zijn verwerkt.
Pagina 5 van 5
iae
4
Rapportage coördinator integriteit over de periode juni tot en met augustus 2013
Verslag van mijn activiteiten over de periode juni tot en met augustus 2013. Ik heb een
onderscheid gemaakt in casuïstiek, beleidsmatige zaken en diversen.
Casuïstiek
Anonieme brieven over vermoedens van integriteitsschendingen
Ik begreep van de directeur DP&O dat nu ook de SG een vervalste brief heeft gekregen over een
vermoeden van integriteitschending van een medewerker van DJI. Deze brief blijkt onderdeel te
zijn van een reeks vervalste brieven die al sinds 2008 worden verstuurd en waarin verschillende
met name leidinggevenden van DiT worden beschuldigd van allerlei misstanden. Inmiddels liggen
er drie aangiftes bij de politie. De Nationale Ombudsman en de Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI)
hebben aangifte gedaan van valsheid in geschrift. Eén van de in de brieven genoemde
medewerkers deed aangifte van smaad. N.a.v. de aangiften is een strafrechtelijk onderzoek
gestart. Er is ook een mogelijke verdachte in beeld. Mijn medewerker (senior beleidsadviseur
fungeert als liaison tussen het ministerie en de politie/OM in deze zolang het
onderzoek duurt.
-
-
P
0
Seksuele intimidatie
Een medewerker van
heeft een klacht ingediend bij de commissie
seksuele intimidatie (ST). Een eerste zitting van de commissie n.a.v. deze klacht was op 6
september. De commissie was al geruime tijd niet meer bijeen gekomen om reden van uitblijven
van aanbod van zaken. Ik heb daarvoor, en voor de opstelling in deze van Dii, uw aandacht
gevraagd, een gesprek van SG met de voorzitter,
heeft plaatsgevonden. De
zittingstermijn van commissieleden bleek inmiddels verstreken, tevens moest er, in verband met
de kunne van de klager, een mannelijk commissielid aan worden toegevoegd. Minister Opstelten
heeft op verzoek van de commissie een ad hoc instellingsbesluit voor de commissie SI getekend.
Inmiddels heb ik enige personen bereid gevonden om tot de commissie SI toe te treden.
Melding van een misstand
Een concrete melding van een vermoeden van een misstand kwam eveneens binnen in deze
periode. Ik informeerde en adviseerde u en de pSG eerder over. Het gaat om een vermoeden van
een misstand bij de Nationale Politie (belangenverstrengeling). Ik wacht de uitkomst van het
ingevolge de regelgeving in te stellen onderzoek af, waarna ik de melder ter zake kan informeren.
D
0
p
Mijn medewerker werd door DG POL geconsulteerd inzake
en een klacht m.b.t.
Outla wbikers
Op verzoek van Politie geadviseerd over medewerker met familielid dat lid is van zogenoemde
outlawbikersclub.
0
Zaak van Besluit voor de schorsing maken voor
wegens geconstateerde belangenverstrengeling.
0
Adviezen aan medewerkers
Twee adviezen aan medewerkers over mogelijk belangenverstrengeling i.v.m. politieke activiteiten
Meld Misdaad Anoniem
Ambtenaren en particulieren die gegronde reden om een integriteitschending niet openlijk bij de
desbetreffende overheidsorganisatie aan de orde te stellen, kunnen de melding anoniem melden
door zich te wenden tot Meld Misdaad Anoniem. In deze periode kwamen twee meldingen binnen
via deze weg. De een betrof een mogelijke fraudezaak bij reclassering, de andere melding ging
over ongewenste activiteiten in de privésfeer m.b.t. een DIT-medewerker.
Beleid
Klokkenluidersregeling
De coördinator integriteit en diens medewerker zijn verantwoordelijk voor de uitvoering van de
zogenoemde klokkenluidersregeling (Besluit van 15 december 2009, houdende een regeling voor
het melden van een vermoeden van een misstand bij de sectoren Rijk en Politie.). Derhalve, en
samen met DWJZ/PR voor de arbeidsrechtelijke aspecten, ook voor aan de orde zijn nieuwe
regelgeving ter zake. Hier zijn hier twee ontwikkelingen aan de orde, te weten het Huis voor
Klokkenluiders en werk aan een ontwerp-aanbeveling van de Raad van Europa.
Inzake het initiatiefwetsvoorstel Huis voor Klokkenluiders van Van Raak e.a. (33 258) neemt mijn
medewerker deel aan een interdepartementale werkgroep ten behoeve van het kabinetsstandpunt.
In juli leverde zij op verzoek van BZK ondersteuning in de Tweede Kamer bij de behandeling
(eerste termijn) van dit wetsvoorstel. Tevens organiseerde zij in deze verslagperiode een ambtelijk
vooroverleg met onder andere een afgevaardigde van het College van PGs en BZK om op korte
termijn een advies te krijgen van het College van PGs. Het advies is inmiddels binnen. Het College
beoordeelt het wetsvoorstel positief. Kort samengevat adviseert het College als volgt:
1. Afstemming tussen het Huis voor klokkenluiders en het Openbaar Ministerie
Het Openbaar Ministerie onderschrijft de gedachte dat afstemming met het Huis voor
klokkenluiders in voorkomende gevallen wenselijk is en dat in een protocol afspraken hierover
kunnen worden gemaakt. Dit teneinde zoveel mogelijk te voorkomen dat, in het geval een
onderzoek door het Huis voor klokkenluiders samenloopt met een strafrechtelijk onderzoek, de
onderzoeken elkaar hinderen.
2.
Samenloop van onderzoeken
De voorgestelde regeling op dit punt houdt in dat het Huis voor klokkenluiders geen onderzoek zal
instellen naar een vermoeden van misstand als de melding betrekking heeft op een gedraging ten
aanzien waarvan een procedure bij de stafrechter aanhangig is, dan wel dan wel beroep openstaat
tegen een uitspraak die in een zodanige procedure is gedaan. Voorts hebben de indieners (in de
nota naar aanleiding van het verslag) voorgesteld dat het Huis voor klokkenluiders eveneens geen
bevoegdheid tot instellen van onderzoek zal hebben als het Openbaar Ministerie een strafrechtelijk
onderzoek is gestart.
Het advies van het Openbaar Ministerie wijkt enigszins af van dit voorstel, in die zin dat
geadviseerd wordt om het Huis van klokkenluiders wel de bevoegdheid toe te kennen om een
onderzoek in te stellen, ook als reeds een strafrechtelijk onderzoek of een procedure bij de rechter
loopt. Het is in die situaties aan het Huis om te beslissen om een onderzoek niet in te stellen cq.
voort te zetten. Deze regeling acht het Openbaar Ministerie beter uitvoerbaar en wenselijker. De
voorgestelde regeling zou in de praktijk immers vergen dat de meldingen bij het Huis worden
afgezet tegen (alle) lopende onderzoeken of zaken; ook kan het in de praktijk lastig zijn om vast
te stellen of er wel sprake is van samenloop van een strafrechtelijk onderzoek en een onderzoek
door het huis. Onderzoeken kunnen raakvlakken hebben met elkaar zonder dat sprake is van een
samenloop: een strafrechtelijk onderzoek kan zich bijvoorbeeld richten op feiten die mede een
misstand omvatten en een onderzoek naar misstand hoeft niet een strafbare gedraging te
omvatten etc. Verder schat het Openbaar Ministerie in dat het maatschappelijk gezien minder
wenselijk is dat in alle gevallen het onderzoek door het Huis zou moeten worden opgeschort tot
het strafrechtelijk onderzoek is afgerond en tot een onherroepelijk oordeel heeft geleid.
Voor alle Kamerleden was dit, zo bleek tijdens de plenaire behandeling, een belangrijk aspect, dat
als een mogelijk knelpunt werd ervaren. Het College reageert echter constructief, waarmee een
belangrijke hobbel voor de initiatiefnemers is weggenomen.
Vervolgtraject
Daar het verzoek aan het Openbaar Ministerie mede gedaan was namens BZK is het advies
inmiddels gedeeld met ambtelijk BZK, dat het ter kennis zal brengen aan minister Plasterk. Het
ministerie van BZK zal voorts zorgen dat het advies van het College aan de initiatiefnemers en de
Tweede Kamer wordt aangeboden. In september wordt het plenaire debat met de Kamer over het
initiatief wetsvoorstel voortgezet.
Raad van Europa
In het kader van de Raad van Europa is een aanbeveling van het Comité van Ministers in
voorbereiding inzake de positie en de bescherming van klokkenluiders. Aan het overleg nemen de
2
coördinator in diens kwaliteit van lid van het Bureau van het CDCJ (Comité Directeur de
Coopération Juridique) en zijn medewerker deel. Voorbereidend interdepartementaal overleg (mcl.
met de Nationale ombudsman) vond een en andermaal plaats.
Outlawbikers
De circulaire aangaande privé-contacten ambtenaren bij Rijk en Politie die op 31 augustus 2013 in
de Staatscourant is gepubliceerd, is een aanpassing van het rijksbrede integriteitsbeleid. Deze
aanpassing is tevens onderdeel van de integrale aanpak van Outlawbikers van minister Opstelten.
Het is het gevolg van het antwoord op een motie van de Kamerleden Dijkhoif en Marcouch
aangaande outlawbikers werkzaam in domein Veiligheid en Justitie. Over de aanpassing van het
beleid is inmiddels door mijn medewerker met de taakorganisaties gesproken, eveneens is er een
bericht verschenen op rijksweb. Zie hiervoor ook nota 17591.
Brochure commissie SI
Medewerking is gegeven aan de opstelling van de tekst en de vormgeving van een nieuwe
brochure over de commissie seksuele intimidatie. Deze brochure zal in september worden
verspreid onder alle vertrouwenspersonen bij Veiligheid en Justitie. De interactieve webversie
wordt op de nieuwe ontwikkelde intranetsite geplaatst.
Dilemmatraining
Mijn medewerker heeft samen met Bureau Integriteit Openbare Sector (BIOS) en het Centrum
voor Ethiek van de Radboud Universiteit Nijmegen, een integriteitstraining ontwikkeld. Deze
training wordt op verzoek gegeven en is ook opgenomen in de nieuwe leergang beleid van de
Beleidsacademie. De training is gebaseerd op de deugdethiek en is in die zin bijzonder omdat
nogal eens in dilemmatrainingen met grote stelligheid wordt onderwezen dat er maar één moreel
juist oordeel zou bestaan. De deugdethiek bepleit juist dat integriteit afhankelijk is van tijd, plaats
en context. De deugdethiek richt zich ook niet op regels of procedures, maar eerder op de houding
en motivatie van de individuele ambtenaar. Daarvoor worden de eeuwenoude kardinale deugden
(moed, maat, verstand en gerechtigheid) vertaald naar de hedendaagse overheidspraktijk.
Ook kenmerkend is de pedagogische invalshoek: integriteit is geen kwestie van je bent het, of je
bent het niet’, maar trainbaar en verbeterbaar. Tot slot heeft de deugdethiek een positieve inzet,
het gaat er niet primair om het slechte op te sporen en te bestraffen, maar vooral om het goede te
benadrukken en tot voorbeeld te stellen. Daarmee sluit de deugdethiek aan bij actuele begrippen
als beroepstrots en beroepseer.
Diversen
Met directeur BSG voerde ik overleg over de wenselijke vormgeving en borging van de
i nteg riteitsfu nctie.
Met directeur DP&O had ik overleg over haar concept-nota van 15 augustus ji. met voorstellen
over datzelfde onderwerp. Mijn kritische commentaar heb ik vervolgens eind augustus ook
schriftelijk aan haar doen toekomen, met cc aan directeur BSG. Ook stelde ik directeur DP&O
wederom op de hoogte van het nog steeds voortdurende probleem van het ontbreken van een
vaste werkruimte en een plaats waar de voor mij en mijn medewerker bestemde post op
verantwoorde wijze kan binnenkomen (het wekt slechts verbazing en onbegrip bij
belanghebbenden en belangstellenden dat, anders dan bijv. de Personeelsvereniging en Sticol,
integriteit niet over een vaste werkruimte beschikt; het komt bij voorbeeld voor dat post in het
kader van Meld Misdaad Anoniem geopend ons bereikt etc.).
6 september 2013
3
BIae
Justitie
Aan
HOND
Van
directeur HR
coördinator vertrouwenspersonen
Cnncipint
Joorkiesnummer(s)
Datum
Ons kenmerk
Uw kenmerk
flijlage(n)
Onderwerp
—
24 februari 2010
Concept jaarverslag vertrouwenspersonen 2009
Meldingen
Onderstaand overzicht geeft aan hoeveel meldingen de
vertrouwenspersonen ontvingen in 2009, onderverdeeld in drie categorieën:
ongewenst gedrag, integriteitschendingen en overige meldingen.
Het betreft steeds een IND-totaalcijfer.
Categorie:
A. Ongewenst gedrag
Totaal 2009
Totaal 2008
Verschil
2008/2009
54
84
-30
4
6
-2
C. Overige meldingen
13
10
+3
Totaal
Rijen A+B+C
71
100
-29
B, Integriteitschendingen
Meldingen
Voor het tweede achtereenvolgende jaar is er een daling van
het aantal klachten. Waren er in 2007 nog 151 klachten, in
2008 waren het er 100 en vorig jaar telde het aantal klachten
71. Procentueel een daling van 29 procent ten opzichte van
2008 en 53 procent ten opzichte van 2007. Er is zonder meer
sprake van een significante daling van het aantal meldingen.
Bezien wij nu de verschillende categorieën dan blijkt dat er
een absolute daling heeft plaatsgevonden in de categorie
ongewenst gedrag (54 meldingen in 2009 versus 84 meldingen
in 2008) .Het percentage in het geheel van klachten is ook
gedaald van 84 procent naar 76 procent. Kijken wij naar het
aandeel van klachten waarbij een leidinggevende is betrokken
dan blijkt dat dat cijfer in absolute zin is gedaald — wat logisch
is, immers het totaal aantal meldingen is ook fors gedaald
maar ook procentueel met een bescheiden drie procent (- van
81% naar 78%). Voor het overgrote deel betreft het klachten
waarbij een arbeidsconflict/onheuse bejegening of het gevoel
van onjuiste behandeling speelt.
Dit betekent niet dat er altijd recht wordt gedaan aan de
melder. Klachten bereiken soms niet het bevoegde gezag uit
angst voor nadelige (rechtspositionele) gevolgen.
—
Er is één melding van seksuele intimidatie. Het betreft hier
een IND medewerker en een uitzendkracht. Deze laatste zou
zich schuldig hebben gemaakt aan SL
In de categorie integriteitschendingen vallen de meldingen
onder de noemer ‘oneigenlijk gebruik van verstrekte
diensten’.
In de categorie overige meldingen betreft het voor het
merendeel kwesties die zich in de privésfeer afspelen. Er is een
lichte stijging van het aantal klachten ten opzichte van 2008
(÷3). Een directe relatie met het werk is er meestal niet.
Het aantal meldingen is niet gelijkelijk verdeeld over de
locaties. De locatie Zwolle neemt met 39 klachten, 54 procent
van het totaal aantal klachten voor haar rekening. Wat hiervan
de reden is is aanleiding tot nader onderzoek. De overige
locaties verschillen niet veel in het aantal klachten.
Nader onderzoek is ook nodig om te ontdekken of er een lijn is
in de herkomst van de klachten. Navraag bij de
vertrouwenspersonen leert dat het - tot nu toe - niet komt
doordat de IND organisch in beweging is; dus geen
medewerkers die zich bij de vertrouwenspersoon melden
omdat ze weliswaar doorzien dat het allemaal anders wordt,
maar niet weten hoe het dan anders wordt en als gevolg
daarvan zich niet meer veilig weten bij de gemeenplaatsen
waaraan zij vroeger geloofde. Voorzover er wel sprake is van
een diep onbehagen als gevolg van de
organisatieontwikkelingen uit het zich niet in de vorm van
klachtmeldingen.
Ten slotte, in de beoordeling van de werklast van de
vertrouwenspersonen vergeet men gemakkelijk dat er nog
altijd een aantal klachten speelt die hun oorsprong hebben in
de jaren ervoor. Hiermee is veel werk gemoeid. De kroon
spant een klacht uit 2007 die nog steeds niet is afgerond.
2
Ontwikkelingen
In 2009 is er met succes geworven voor
vertrouwenspersonen voor de locaties Ter Apel, Zwolle, Den
Haag (Mariahoeve) en Rijswijk (Churchhillhof). Voor het eerst
sinds lange tijd heeft nu iedere locatie een eigen
vertrouwenspersoon. Zwolle heeft er nu, gezien de werklast,
twee.
-
Met de herziene en gewijzigde herdruk van de ‘IND
uitwerking van de gedragscode’ is door de OR op 26
november 2009 ingestemd met uitzondering van het
hoofdstuk over kledingsvoorschriften. Wij zijn nu in
afwachting van een besluit door het bevoegd gezag over de
nieuwe gedragscode.
-
Met de opheffing van de stafdirectie POl/Bedrijfsvoering is er
een periode van onduidelijkheid geweest over de belegging
van de zorg voor de vertrouwenspersonen in de Organisatie.
Deze is nu per 1januari 2010 belegd bij de directeur HR.
Het Besluit en de Richtlijnen Vertrouwenspersonen moet
derhalve worden geactualiseerd.
-
Canon
?
die werkt aan een losbladig canon in de
betekenis van regel, richtsnoer, maatstaf— voor de
vertrouwenspersonen heeft als afgeleide van dit project zich
ook georiënteerd op de mogelijkheden van een opleiding voor
de vertrouwenspersonen, Dit heeft geresulteerd in een contact
met Nyenrode Business Universiteit en het Centrum
Arbeidsverhoudingen Overheidspersoneel (CAOP) die een
opleiding Vertrouwenspersonen Integriteit zullen verzorgen.
Het onderdeel van het CAOP dat direct bij de opleiding is
betrokken is het Bureau Integriteitbevordering voor de
Openbare Sector (BIOS).
Veel van de onderwerpen die in de canon behandeld worden
komen terug in de opleiding.
—
Gastspreker/ docent
Ook weer als afgeleide van de canon: Fred van lersel en Alex
Belling zijn uitgenodigd op onze bijeenkomst(en) De eerste is
bijzonder hoogleraar vraagstukken geestelijke verzorging bij
de krijgsmacht aan de Theologische Faculteit van de
Universiteit van Tilburg en schrijver van onder andere
‘Militaire ethiek: ethische vraagstukken, morele vorming,
dilemmatraining’ (2004). Hij is bereid gevonden ons in te
leiden in de ethiek.
Alex Belling werkt bij het Ministerie van Binnenlandse zaken
en Koninkrijkrelaties (BZK) waar hij aan de totstandkoming
3
van de nieuwe klokkenluiderregeling (Staatsbiad, 15 december
2009) heeft gewerkt. Hij is ook verbonden aan het BIOS waar
hij werkt aan de realisering van diverse
integriteitinstrumenten.
Samenwerking met HR
Zoals opgemerkt, vallen de vertrouwenspersonen sinds
januari 2010 direct onder de directeur HR.
Ook in 2010 wordt er gewerkt aan het verder vorrngeven van
de samenwerking met HR. In 2009 resulteerde dat al direct in
het deelnemen van een HR adviseur aan de
sollicitatiegesprekken in het kader van de werving van nieuwe
vertrouwenspersonen.
4
B1oe 8
Jaarverslag Vertrouwenspersonen
Immigratie- en Naturalisatiedienst
2010
-;
%b
\
Inleiding
Voor u ligt het jaarverslag van de vertrouwenspersonen over hetjaar 2010. In dit jaarverslag
zullen we ingaan op de werkzaamheden en het werkgebied van de vertrouwenspersonen.
Daarna gaan we in op de meldingen die er zijn geweest. Er wordt gekeken naar vervolgacties
naar aanleiding van de behandeling van een klacht. Ook wordt aandacht besteed aan de andere
activiteiten die de vertrouwenspersonen hebben uitgevoerd.
De vertrouwenspersoon en de werkzaamheden
Vertrouwenspersonen:
De vertrouwenspersoon is een door de directeur HR aangewezen medewerker, bij wie je als
ongewenst of ontoelaatbaar ervaren gedrag aanhangig kunt maken als je dat niet bijje
leidinggevende kunt of wilt doen. Onder ongewenst of ontoelaatbaar gedrag vallen ook
seksuele intimidatie en integriteitbreuken van welke aard dan ook. De aanwijzing door de
directeur HR gebeurt na de opheffing van de stafdirectie POl/bedrijfsvoering. Binnen de
Organisatie zijn de taken “Integriteit” en vertrouwenspersoon “Seksuele Intimidatie” verenigd
ie kende in 2010 één coördinator
L. De or
in één vertrouwe
In 2
en 1 1
Rijswijk)
vertrc
p{
(Zevenaar) en
(Zwolle),
(Ter Apel) aangewezen voor de vervulling van de taak van vertrouwenspersoon.
-
Het streven is om op elke locatie een vertrouwenspersoon beschikbaar te hebben om een zo
groot mogelijke bereikbaarheid en laagdrempeligheid te bewerkstellingen. Als gevolg van de
veranderingen in de Organisatie 5 de huidige locatiebezetting tot stand gekomen.
Werkzaamheden:
De vertrouwenspersoon heeft een belangrijke rol binnen de organisatie. Het motto hierbij is
“help de cliënt zichzelf helpen”, waarbij de vertrouwenspersoon een vorm van steun biedt en
niet het probleem overneemt. Zeker omdat er vaak geen pasklare of”goede” antwoorden zijn.
F-Iierbij geldt in principe dat van iedere medewerker, waar mogelijk, wordt verwacht dat deze
de persoon die het ongewenste of ontoelaatbare gedrag vertoont hierop in beginsel zelf
aanspreekt.
De vertrouwenspersoon is er voor de medewerker in de ruimste zin van het woord.
Medewerkers kunnen met al hun vragen, dilemma’s en andere zaken met betrekking tot
integriteit en ongewenste omgangsvormen terecht bij de vertrouwenspersoon. De
vertrouwenspersoon ondersteunt de medewerker bij het zoeken naar een oplossing. De
medewerker zelf speelt een actieve rol hierin, en maakt zelfde keuzes. De
vertrouwenspersoon denkt met de medewerker mee en adviseert waar nodig, maar zal zoveel
mogelijk bij de medewerker neerleggen. De vertrouwenspersoon biedt zoals vastgelegd in de
richtlijn voor het verrichten van de taak, een lLlisterend oor, waardoor de medewerker zijn
verhaal kwijt kan. In overleg kan de vertrouwenspersoon advies en/of informatie inwinnen bij
derden. Er kan indien nodig of wenselijk een gesprek georganiseerd worden met bijvoorbeeld
een onafhankelijke derde of een manager. De vertrouwenspersoon kan met de medewerker
meegaan ter ondersteuning.
2
Indien een medewerker een melding wil maken (integriteit) of een klacht wil indienen
(ongewenste omgangsvormen) dan kan de vertrouwenspersoon de medewerker hierin
bijstaan. Indien nodig kan de vertrouwenspersoon ook doorverwijzen naar bijvoorbeeld
gespecialiseerde hulpverlen ingsinstanties, de bedrijfsarts of bedrij fsmaatschappel ijk werk.
De vertrouwenspersoon heeft geheimhoudingsplicht; alles wat besproken wordt, wordt
vertrouwelijk behandeld. Ofwel de vertrouwenspersoon draagt er zorg voor dat de anonimiteit
van medewerkers, voor zover vereist, is gewaarborgd. Dit impliceert dat de
vertrouwenspersoon wat aan de orde is gekomen in beginsel niet met anderen bespreekt,
tenzij de melder daar uitdrukkelijk toestemming voor heeft gegeven. In rapportages worden
de meldingen geanonimiseerd opgenomen.
NB: Indien het gaat om ongewenst gedrag of ontoelaatbaar gedrag op het gebied van
integriteit waarbij sprake is van strafbare feiten (ingevolge art. 162 van het Wetboek van
Strafvordering), dient een ambtenaar, dus ook de vertrouwenspersoon, die bij de uitoefening
van zijn functie kennis krijgt van een misdrjf daarvan melding in de lijn of aangifte te doen,
en kan anonimiteit en bronbescherming op grond van de wettelijke verplichting niet
gegarandeerd worden. Niet het belang van de klager staat voorop, zoals bij ongewenste
omgangsvormen, maar het belang van de Organisatie. Dat betekent dat de klager ook niet
vanzelfsprekend persoonlijk mag beslissen wat er met zijn informatie gebeurt.
Indien het gaat om een misdrjf conform de definitie in het strafrecht, zal de medewerker
medegedeeld worden dat, hoe dan ook, melding in de lijn en aangifte gedaan moet worden.
Als de melder dit niet zelf wil of kan, zal de vertrouwenspersoon dit moeten doen.
Indien de gedraging gekwalificeerd kan worden als een strafbaar feit, waaraan een strafsanctie
is verbonden, dan wordt de melder in overweging gegeven om ook het Bureau Veiligheid en
Integriteit (BV&l) in de zaak te kennen. In overleg met de melder en het BV&l wordt
afgesproken welke bemoeienis de vertrouwenspersoon bij de verdere aanpak eventueel zal
hebben en welke stappen het BV&I zet.
Meldingen / Gesprekken vertrouwenspersonen
Aantal:
De vertrouwenspersonen hebben in 2010 in totaal met 165 personen gesprekken gevoerd.
In een aantal gevallen was één gesprek voldoende en in een klein aantal gevallen zijn meer
dan drie gesprekken per persoon gevoerd, het grootste deel zit daar qua aantal gesprekken
tussenin. De gesprekken werden gevoerd met zowel mannen als vrouwen. Het zijn met name
niet leidinggevenden die de vertrouwenspersonen benaderen. De collega’s kwamen uit alle
processen op de diverse locaties. Opvallend is dat er (verhoudingsgewijs) meer collega’s uit
het proces regulier sociaal kwamen met een gevoel onheus bejegend of behandeld te zijn.
Inhoud:
De vertrouwenspersonen zijn aangesteld voor kwesties betreffende integriteit en ongewenste
omgangsvormen. Welk probleem speelt wordt duidelijk in (een) gesprek(ken).
Bij 14 collega’s was sprake van ongewenst gedrag. Het ging om pesten of over het gevoel
geïntimideerd te worden. Dit laatste speelt vooral in de hiërarchische verhouding tot de
leidinggevende. In enkele gevallen gaven collega’s aan zich seksueel geïntimideerd te voelen.
3
Er zijn 9 collega’s geweest die wilden sparren over integriteitkwesties, bijvoorbeeld omgang
met vertrouwelijke informatie en de vraag wanneerje iets moet melden als je kennis hebt van
strafbaar gedrag in je privé omgeving. Indien sprake was van een vermoeden van een
integriteitschending zijn de vertrouwenspersonen in gesprek gegaan met de medewerker over
de verplichting van en de mogelijkheden om een melding te doen.
In 14 gevallen voerden collega’s gesprekken met de vertrouwenspersonen in verband met
privé problemen welke direct of indirect van invloed waren op het functioneren van de
betreffende medewerkers.
Er zijn 28 collega’s bij de vertrouwenspersonen geweest omdat er sprake was van een vorm
van arbeidsconflict of een arbeidsvraagstuk. Hoewel het omgaan met arbeidsconflicten niet
tot de taak van de vertrouwenspersoon behoort, wordt hier wel serieus op ingegaan, omdat
ook (het gevoel van) onheuse bejegening of intimidatie een rol kan spelen.
43 collega’s hebben hulp ingeroepen van een vertrouwenspersoon omdat zij zich onheus
bejegend / onheus behandeld voelden. Hierbij ging het in de meeste gevallen om een
medewerker die zich onheus bejegend of behandeld voelde door zijn of haar leidinggevende.
Daarnaast waren er ook collega’s, zeker 52, die met niet nader te rubriceren zaken kwamen.
Zo wilden een aantal collega’s praten over de morele kant van het werk, wilde men hun
verhaal kwijt na incidenten bij het uitreiken van beschikkingen of problemen met collega’s.
Een ieder is altijd een luisterend oor geboden, wat in een aantal gevallen al afdoende was. Bij
andere personen is gekeken naar de mogelijkheden van het oplossen van probleemsituaties en
zijn zij gesteund en /of begeleid om zelfde nodige stappen te zetten. Daar waar nodig zijn
collega’s gewezen op de aanwezigheid van of doorverwezen naar bevoegd gezag, de
bedrijfsarts, bedrjfsmaatschappelijk werk, HR, advocaat of mediator.
Altijd is getracht de zelfredzaamheid van melders bij het oplossen van het probleem te
stimuleren. Vertrouwenspersonen hebben daarbij hulp geboden, bijvoorbeeld door het
meedenken en adviseren over de te zetten stappen. In sommige gevallen zijn de
vertrouwenspersonen meegegaan naar gesprekken, in de rol van toehoorder of met
toestemming van beide partijen als gesprekspartner, en ter ondersteuning van de medewerker
om datgene te kunnen doen wat nodig is.
• Meldingen vertrouwenspersonen 2011 / Schematische weergave
Arbeidsconflict / onheuse bejegening
Arbeidsconflict
Intimidatie
Integriteit
43
28
3
1
2
1
2
2
1
1
1
15
—
—
—
—
—
—
—
—
Overig
alcoholgebruik
gewetensconflict
misbruik positie / neventaak
ongeoorloofd gebruik computer
doorspelen vertrouwelijke informatie
ongeoorloofde afwezigheid
relatie met getrouwde collega / u.m. etc
relatie met illegale vreemdeling
4
Pesten
Privé gerelateerde zaak
Sexuele intimidatie
Roddelen
Di scri mi natie
Gewetensconflict / onvrede over werk
Ongewenste omgangsvormen/intimidatie
6
14
2
8
6
12
12
Totaal aantal meldingen
160
Overige activiteiten van de vertrouwenspersonen
In 2010 hebben alle vertrouwenspersonen deelgenomen aan de opleiding Vertrouwenspersoon
Integriteit. De opleiding is gegeven door Nyenrode in samenwerking met BIOS (Bureau
Integriteitbevordering Openbare sector). In de opleiding is onder andere aandacht besteed aan
relevantie wet- en regelgeving, de positionering en het speelveld van de vertrouwenspersoon,
het begrip integriteit en de schendingen, meldingen en onderzoeken met daarin de rol van de
vertrouwenspersonen.
Daarnaast hebben de meeste vertrouwenspersonen deelgenomen aan de Justitiedag voor
vertrouwenspersonen en heeft er een groep een cursus conflicthantering gevolgd.
Elke twee maanden komen de vertrouwenspersonen bij elkaar voor overleg en intervisie. Drie
maal per jaar wordt de intervisie begeleid door een externe psycholoog.
Een aantal vertrouwenspersonen hebben jaarlijks of indien nodig, een gesprek met een
procesdirecteur of diens plaatsvervanger. Verder worden er door de vertrouwenspersonen
gesprekken gevoerd met collega’s van HR, de bedrijfsarts of bedrjfsmaatschappeljk werk.
De vertrouwenspersonen hebben in 2010 een kennismakingsgesprek gevoerd met de
hoofddirecteur, met de directeur HR en haar plaatsvervanger. In 2010 heeft er tevens een
kennismakingsbijeenkomst plaatsgevonden met collega’s van BVen 1.
Vooruit kijken
Gezien het feit dat het besluit en de richtlijn Vertrouwenspersonen zijn geactualiseerd in 2008
en er in de tussentijd de nodige ontwikkelingen zijn geweest (o.m. aanpassen
Gedragscode, Organisch veranderingsproces, andere inpassing in de Organisatie etc.) zal door
de directie HR actualisering plaats moeten vinden.
Ook is het goed om tegen de achtergrond van de veranderingen, in samenspraak niet de
directeur HR, een concrete invulling te geven aan de begeleiding zoals beschreven in de
Richtlijn.
5
£kIe
9
Jaarverslag Vertrouwenspersonen
Immigratie- en Naturalisatiedienst
2011
;t; —
ir-
-
1
Inleiding
In dit jaarverslag zijn de werkzaamheden, het werkgebied, en de activiteiten van de
vertrouwenspersonen beschreven. Ook het aantal meldingen van 2011 en een vergelijking met
e
3
/
1
is teruggelopen
voorgaande jaren. Hieruit blijkt dat het totaal aantal meldingen met meer dan
t.o.v. 2010.
De vertrouwenspersoon en de werkzaamheden
De vertrouwenspersoon is een door de directeur HR aangestelde medewerker. Binnen de IND is
ervoor gekozen om de rol van vertrouwenspersoon “Integriteit” en vertrouwenspersoon “Ongewenste
Omgangsvorinen” te verenigen in één functie.
Bij de vertrouwenspersoon kun je terecht om als ongewenst of ontoelaatbaar ervaren gedrag te
bespreken wanneer je dat niet bij je leidinggevende kunt of wilt doen. Onder ongewenst of
ontoelaatbaar gedrag vallen ook seksuele intimidatie en integriteitbreuken van welke aard dan ook.
Bezetting 2011:
Het streven is om op elke locatie een vertrouwenspersoon beschikbaar te hebben om een zo groot
mogelijke bereikbaarheid en laagdrempeligheid te bewerkstellingen. Uiteraard staat het de
medewerker vrij om contact te leggen met een vertrouwenspersoon van een andere locatie.
Als gevolg van de veranderingen in de Organisatie is de huidige locatiebezetting tot stand gekomen.
Functie:
Naam:
Locatie:
Periode:
t/rn juni
0
Coördinator
Coördinator
Vertrouwenspersoon
Vertrouwenspersoon
Vertrouwenspersoon
Vertrouwenspersoon
Vertrouwenspersoon
Vertrouwenspersoon
Vertrouwenspersoon
Vertrouwenspersoon
Vertrouwenspersoon
Rijswijk
Rijswijk
vanafjuli
Den Bosch
Den Bosch
Zevenaar
Rijswijk
Rijswijk
Rijswijk
Hoofddorp
Hoofddorp
t/nl juni waarnemend coördinator
Zwolle
Vertrouwenspersoon
Vertrouwenspersoon
Vertrouwenspersoon
* Vacature
Zwolle
Zwolle
Ter Apel:
t/m augustus
vanaf juli
t/m juni
Werkzaamheden:
Medewerkers kunnen met al hun vragen, dilemma’s en andere zaken met betrekking tot integriteit en
ongewenste omgangsvormen terecht bij de vertrouwenspersoon. De vertrouwenspersoon ondersteunt
de medewerker bij het zoeken naar een oplossing. De medewerker zelf speelt hierbij een actieve rol en
maakt zelfde keuzes. De vertrouwenspersoon denkt met de medewerker mee en adviseert waar nodig,
maar keuzes en beslissingen blijven altijd de verantwoordelijkheid van de medewerker (behalve als het
gaat om strafbare feiten). De vertrouwenspersoon biedt zoals vastgelegd in de richtlijn voor het
verrichten van de taak, een luisterend oor, waardoor de medewerker zijn/haar verhaal kwijt kan. In
overleg kan de vertrouwenspersoon advies en/of informatie inwinnen bij derden. Er kan indien nodig
of wenselijk een gesprek georganiseerd worden met bijvoorbeeld een onafhankelijke derde of een
manager. De vertrouwenspersoon kan, in goed overleg, met de medewerker meegaan ter
ondersteuning. Als een medewerker een melding wil maken (integriteit) of een klacht wil indienen
2
(ongewenste omgangsvormen) dan kan de vertrouwenspersoon de medewerker hierin bijstaan. Indien
nodig kan de vertrouwenspersoon ook doorverwijzen naar bijvoorbeeld gespecialiseerde
huipverleningsinstanties, de bedrijfsarts of bedrijfsrnaatschappelijk werk.
De vertrouwenspersoon heeft geheimhoudingsplicht; alles wordt vertrouwelijk behandeld. Tenzij de
melder uitdrukkelijk toestemming heeft gegeven om de melding met derden te bespreken. In
rapportages worden meldingen geanonimiseerd opgenomen. Als het gaat om ongewenst gedrag of
ontoelaatbaar gedrag op het gebied van integriteit waarbij sprake is van strafbare feiten (ex art. 162
van het Wetboek van Strafvordering), dient een ambtenaar, dus ook de vertrouwenspersoon, die bij de
uitoefening van zijn functie kennis krijgt van een misdrijf, daarvan melding in de lijn of aangifte te
doen. Anonimiteit en bronbescherming kunnen dan op grond van de wettelijke verplichting niet
gegarandeerd worden. Niet het belang van de klager staat dan voorop, zoals bij ongewenste
omgangsvormen, maar het belang van de organisatie. Dat betekent dat de klager ook niet
vanzelfsprekend persoonlijk mag beslissen wat er met zijn informatie gebeurt. Als het gaat om een
misdrijf, conform de definitie in het strafrecht, zal de medewerker medegedeeld worden dat, hoe dan
ook, melding in de lijn en aangifte gedaan moet worden. Als de melder dit niet zelf wil of kan, zal de
vertrouwenspersoon dit moeten doen. Bij gedrag dat gekwalificeerd kan worden als een strafbaar feit,
waaraan een strafsanctie is verbonden, wordt de melder in overweging gegeven om ook het Bureau
Veiligheid en Integriteit (BV&I) in te lichten. In overleg iiet de melder en het BV&1 kan worden
afgesproken welke rol de vertrouwenspersoon heeft en welke stappen het BV&I zet.
Meldin2en
De meldingen zijn opgesplitst naar 3 categorieën. Onderstaand treft u het overzicht aan over de
meldingen 2008 tot en met 2011.
Categorie:
A. ongewenst gedrag
B. Integriteitschendingen
C. Overige meldingen
Totaal
Totaal 201 1
64
7
32
103
Totaal 2010
134
11
15
160
-________
Totaal 2009
54
4
13
71
Totaal 2008
84
6
10
100
180
160
140
DA. ongewenst gedrag
120
• B.
Integriteitschendingen
100
D C. Oerige meldingen
80
D Totaal
60
40
20
0
Totaal
2011
Totaal
2010
Totaal
2009
Totaal
2008
3
Opvallend is dat van het aantal meldingen in 2011, de grootste groep onheuse bejegeningen (41) is. In
een aanzienlijk aantal gevallen blijkt het bij nader onderzoek te gaan om voornamelijk het gevoel van
onheuse bejegening van een medewerker door een manager. Dit geldt voor alle locaties en
klantdirecties.
Bij ‘overige meldingen’ is het aantal gesprekken over zaken in de privésfeer wat opvalt. Dit is
aanzienlijk gegroeid ten opzichte van 2010.
Meldingen per locatie
Totaal 2010
36
9
25
8
26
38
142
Totaal 2011
33
Den Bosch
0*
Ter Apel
Rij swijk
8
Zevenaar
Hoofddorp/Schiphol
15
25
Zwolle
103
Totaal
*
vanafjuni 2011 geen VP ter plaatse beschikbaar
Onderstaand staafdiagrarn betreft het totaal van 2010 en 2011 per locatie en specifiek die van Regulier
Sociaal. Dit omdat Regulier ca 1/3e van de totale IND personele bezetting vertegenwoordigt. Om het
beeld te nuanceren, treft u onder het staafdiagram de bezetting van Regulier Sociaal per locatie.
160
140
120
100
DTotaaI 2011
80
•Totaal 2010
60
40
20
0
0
x_.o
4
120
100
80
• regulier sociaal
60
Loiotaal_2011
40
20
0
\
.4
i
Bezetting per locatie van KDRS:
Den Bosch 222
Ter Apel 18
Rij swijk 294
Zevenaar 16
Hoofddorp/Schiphol 101
Zwolle 166
Meldingen / Gesprekken vertrouwenspersonen
Het aantal meldingen wordt geregistreerd aan de hand van personen en niet op basis van de
hoeveelheid van gesprekken.
De vertrouwenspersonen hebben in 2011 in totaal met 103 personen gesprekken gevoerd.
De gesprekken werden gevoerd met zowel mannen als vrouwen. De colleg&s kwamen uit alle
processen op de diverse locaties. Opvallend is dat er toch verhoudingsgewijs veel meldingen uit het
proces regulier sociaal komen.
Signalen
1.
2.
Aandacht voor personele zorg tegen de achtergrond van klantgericht gedrag met de
medewerker als klant in zijn algemeenheid.
Aandacht voor personele zorg bij ziekteverzuimbegeleiding
Overige activiteiten van de vertrouwenspersonen
In 2011 hebben 5 vertrouwenspersonen deelgenomen aan de cursus Geweldloos communiceren’ en
‘Ben ik duidelijk zo?’. De cursus is gegeven vanuit het kerndeparternent BZK.
Elke twee maanden komen de vertrouwenspersonen bij elkaar voor overleg en intervisie. Drie maal
per jaar wordt de intervisie begeleid door een externe psycholoog.
Een aantal vertrouwenspersonen heeft jaarlijks of indien gewenst meermalen, een gesprek met een
procesdirecteur of diens plaatsvervanger. Verder worden er door de vertrouwenspersonen gesprekken
gevoerd met colleg&s van HR. de bedrijfsarts en bedrijfsmaatschappelijk werk.
5
De vertrouwenspersonen hebben in 2011 twee gesprekken gevoerd met de (plv) hoofddirecteur. Elke
vertrouwenspersoon heeft een gesprek gevoerd met de directeur HR en de nieuwe coördinator.
BV&1 heeft een dagdeel een vergadering bijgewoond om informatie te geven over hoe zij omgaan met
meldingen. Daarnaast is met de coördinator integriteitszaken van BV&I gesproken over de gedachte
om het melden van integriteitinbreuken te stimuleren en laagdrernpeliger te maken.
Daarbij is gewezen op het belang van goede definities en gedegen onderzoek over de belegging van
integriteitszaken binnen de organisatie, bijvoorbeeld over de vraag waar is beleid en waar is de
uitvoering het best te beleggen.
Vooruitblik
De coördinator van de vertrouwenspersonen oriënteert zich in opleidingen ter verdere
professionalisering en faciliteren van studie/scholing.
In 2012 komt er extra aandacht voor de rol en werkzaamheden van vertrouwenspersonen.
De vertrouwenspersonen zullen zelf ook bijdragen aan grotere zichtbaarheid en verduidelijking over
wat zij doen, door deelname aan bv. werkoverleggen. Ook zullen zij een actievere rol gaan vervullen
m.b.t. het leveren van bijdragen aan beleidsontwikkelingen op het gebied van integriteit en ongewenst
gedrag.
Voor de vacatures, Ter Apel en Zwolle, zijn er sollicitatiegesprekken gepland (februari 2012).
Samen met de Integriteitsprogrammamanager BZK wordt er gekeken naar harmonisatie en
samenwerking en hoe dit ingevuld kan worden.
Het jaarverslag Vertrouwenspersonen 2012 zal een andere vorm gaan krijgen die beter aansluit op het
gewenste format van BZK.
6
lQe
10
Jaarverslag Vertrouwenspersonen
Imnflgratie- en Naturalisatiedienst
2012
..
Jaarverslag 2012 VP: versie definitief d.d. 5 maart 2013
w_w• ‘r
1
Inleiding
Voor u ligt het jaarverslag van de Vertrouwenspersonen IND over het jaar 2012.
In dit jaarverslag zijn de werkzaamheden, het werkgebied en de activiteiten van de
vertrouwenspersonen beschreven en wordt verslag gedaan over de meldingen van 2012. In afwijking
van voorgaande jaren worden er ook een aantal aanbevelingen gedaan om beter mogelijke trends en
signalen in kaart te brengen.
Dit Jaarverslag bevat de volgende informatie:
1. Korte beschrijving van de werkzaamheden, het werkgebied, en de activiteiten van de
vertrouwenspersonen;
2. Het aantal meldingen van 2012 met een vergelijking met voorgaande jaren;
3. Meldingen 2012 specifiek;
4. Overzicht meldingen per locatie;
5. Aanbevelingen;
6. Overige activiteiten van de vertrouwenspersonen;
7. Vooruitblik.
Aanpak jaarverslag 2012
Er wordt gekozen voor een andere aanpak om het jaarverslag 2012 onder de aandacht te brengen van
de directeuren. In 2013 zullen de Vertrouwenspersonen contact opnemen met de directeuren om het
jaarverslag met hen te bespreken.
1. De vertrouwenspersoon en de werkzaamheden
De vertrouwenspersoon is een door de directeur HR aangestelde medewerker. Binnen de IND is
ervoor gekozen om de rol van vertrouwenspersoon “Integriteit” en vertrouwenspersoon “Ongewenste
Omgangsvormen” te verenigen in één functie.
Bij de vertrouwenspersoon kun je terecht om als ongewenst of ontoelaatbaar ervaren gedrag te
bespreken wanneer je dat niet bij je leidinggevende kunt of wilt doen. Onder ongewenst of
ontoelaatbaar gedrag vallen ook seksuele intimidatie en integriteitbreuken van welke aard dan ook.
Bezetting 2012:
Het streven is om op elke locatie een vertrouwenspersoon beschikbaar te hebben om een zo groot
mogelijke bereikbaarheid en Iaagdrempeligheid te bewerkstellingen.
De bezetting is als volgt:
P
Functie:
Vertrouwenspersoon
Vertrouwenspersoon
Vertrouwenspersoon
Vertrouwenspersoon
Vertrouwenspersoon
Vertrouwenspersoon
Vertrouwenspersoon
Vertrouwenspersoon
Vertrouwenspersoon
Vertrouwenspersoon
Vertrouwenspersoon
Vertrouwenspersoon
Coördinator
Locatie:
Den Bosch
Den Bosch
Zevenaar
Rij swijk
Rijswijk
Rijswijk
Rij swij k
Rijswijk
Hoofddorp
Hoofddorp
Zwolle
Ter Apel
Rij swijk
Periode:
Tot 1juli 2012
Vanaf september 2012
Vanaf september 2012
Vanaf medio 2012
Uiteraard staat het de medewerker vrij om contact te leggen met een vertrouwenspersoon van een
andere locatie.
Jaarverslag 2012 VP; versie definitief d.d. 5 maart 2013
2
Werkzaamheden:
Medewerkers kunnen met al hun vragen, dilemma’s en andere zaken met betrekking tot integriteit en
ongewenste omgangsvormen terecht bij de vertrouwenspersoon. De vertrouwenspersoon ondersteunt
de medewerker bij het zoeken naar een oplossing. De medewerker zelf speelt hierbij een actieve rol en
maakt zelfde keuzes. De vertrouwenspersoon denkt met de medewerker mee en adviseert waar nodig,
maar keuzes en beslissingen blijven altijd de verantwoordelijkheid van de medewerker (behalve als het
gaat om strafbare feiten). Zoals vastgelegd in de richtlijn voor het verrichten van de taak, biedt de
vertrouwenspersoon een luisterend oor, waardoor de medewerker zijn/haar verhaal kwijt kan. In
overleg kan de vertrouwenspersoon advies en/of informatie inwinnen bij derden. Er kan indien nodig
of wenselijk een gesprek georganiseerd worden met bijvoorbeeld een onafhankelijke derde of een
manager. De vertrouwenspersoon kan, in goed overleg, met de medewerker meegaan ter
ondersteuning. Als een medewerker een melding wil maken (integriteit) of een klacht wil indienen
(ongewenste omgangsvormen) dan kan de vertrouwenspersoon de medewerker hierin bijstaan. Indien
nodig kan de vertrouwenspersoon ook doorverwijzen naar bijvoorbeeld gespecialiseerde
hulpverleningsinstanties, de bedrijfsarts of bedrijfsmaatschappelijk werk.
De vertrouwenspersoon heeft een geheimhoudingsplicht. Alles wordt vertrouwelijk behandeld, tenzij
de melder uitdrukkelijk toestemming heeft gegeven om de melding met derden te bespreken. In
rapportages worden meldingen geanonimiseerd opgenomen. Als het gaat om ongewenst gedrag of
ontoelaatbaar gedrag op het gebied van integriteit waarbij sprake is van strafbare feiten (ex art. 162
van het Wetboek van Strafvordering), dient een ambtenaar, dus ook de vertrouwenspersoon, die bij de
uitoefening van zijn functie kennis krijgt van een misdrijf, daarvan melding in de lijn of aangifte te
doen. Anonimiteit en bronbescherming kunnen dan op grond van de wettelijke verplichting niet
gegarandeerd worden. Niet het belang van de klager staat dan voorop, zoals bij ongewenste
omgangsvormen, maar het belang van de Organisatie. Dat betekent dat de klager ook niet
vanzelfsprekend persoonlijk mag beslissen wat er met zijn informatie gebeurt. Als het gaat om een
misdrijf, conform de definitie in het strafrecht, zal de medewerker medegedeeld worden dat, hoe dan
ook, melding in de lijn en aangifte gedaan moet worden. Als de melder dit niet zelf wil of kan, zal de
vertrouwenspersoon dit moeten doen. Bij gedrag dat gekwalificeerd kan worden als een strafbaar feit,
waaraan een strafsanctie is verbonden, wordt de melder in overweging gegeven om het bevoegd gezag
(directeur) in te lichten. Het bevoegd gezag bepaalt of BV&l ingeschakeld wordt. In overleg met de
melder en het BV&l kan worden afgesproken welke rol de vertrouwenspersoon heeft en welke stappen
het BV&l zet.
2. Meldingen per categorie
Het aantal meldingen wordt geregistreerd aan de hand van personen en niet op basis van de
hoeveelheid van gesprekken. Het aantal gesprekken varieert per situatie.
De gesprekken werden gevoerd met meer vrouwen (84%) dan mannen (16%). De collega’s kwamen
uit alle processen op de diverse locaties.
De meldingen zijn opgesplitst naar 3 categorieën. Onderstaand treft u het overzicht aan over de
meldingen 2008 tot en met 2012.
Categorie
A.Ongewenstgedrag
B. Integriteit
C. Overig
Totaal
2012
57
9
13
79
2011
64
7
32
103
2010
134
11
15
160
2009
54
2008
4
13
71
Jaarverslag 2012 VP; versie definitief d.d. 5 maart 2013
84
6
10
100
3
180
160
140
o A.
ongeenst gedrag
120
• B.
Integriteitschendingen
100
80
o C.
60
0 Totaal
Overige meldingen
40
20
0
Totaal
2012
Totaal
2010
Totaal
2011
Totaal
2009
Totaal
2008
Het totaal aantal meldingen is gedaald. De meest voorkomende categorie zijn de meldingen rn.b.t.
“ongewenst gedrag”. Hiervan is net als in voorgaande jaren de grootste groep meldingen “het ervaren
van onheuse bejegening”. Bij nadere analyse blijkt dit in 90% voornamelijk het gevoel van onheuse
bejegening van een medewerker door een leidinggevende.
Regulier Sociaal en Asiel (landelijk) nemen ieder ca. 25% (=50%) van het totaal aan meldingen voor
hun rekening dat op zich niet bijzonder is, gezien zij ook 50% van de IND populatie
vertegenwoordigen.
Vanuit Communicatie, HR en DUSA zijn geen meldingen gedaan bij een Vertrouwenspersoon..
M&C, BOH, SDIS. Reg. Eco. Nat, PV en DIV vertegenwoordigen de andere 50% van het totaal aan
meldingen.
3. MeIdinen in 2012 meer specifiek
Categorie A (57): ongewenst gedrag (onheuse bejegening), escalerende functioneringproblernatiek,
ervaren van discriminatie, -pestgedrag, intimidatie, -seksuele intimidatie, en ervaren van verbale
agressie.
Doorverwijzingen zijn in een aantal zaken (voor zover bekend) gedaan naar o.a. BMW (9x), LAC
(3x), HR (3x), Leiding (13x).
Categorie B (9): integriteit dit betrof misbruik van informatie, verstrekken van onjuiste informatie
In drie gevallen van vermeende integriteitschendingen is BV&l betrokken.
Categorie C (13): overig privé problematiek, functiegerelateerde problematiek/-dilemma’s.
Doorverwijzingen zijn in een aantal situaties gedaan naar o.a.BMW en leidinggevende.
-
-
—
-
Jaarverslag 2012 VP; versie definitief d.d. 5 maart 2013
4
4. Meldingen per locatie
Ten aanzien van meldingen per locatie valt op dat Zwolle één melding heeft gehad in 2012 t.o.v. 25 in
2011. De reden van deze daling is niet bekend, anders dan dat er een aantal aannanies kunnen worden
gedaan, zoals extra aandacht voor gewenst gedrag door leidinggevenden n.a.v. de R1&E/MTO. En
mogelijk de wisseling van vertrouwenspersoon op de locatie Zwolle.
Totaal 2012
28
Den Bosch
1
Ter Apel
17
Rijswijk
17
Zevenaar
15
Hoofddorp/Schiphol
1
Zwolle
79
Totaal
* gedurende 2011 geen VP ter plaatse beschikbaar
Totaal 2011
33
0*
22
8
15
25
103
Totaal 2010
36
9
25
8
26
38
142
5. Aanbevelin2en:
Hoewel het aantal meldingen is gedaald, blijkt uit de R1&E 2011 dat ongewenst gedrag extra aandacht
behoeft. In het plan van aanpak RI&E zijn hier een aantal maatregelen voor opgenomen welke
aansluiten op VMOG en IND 2015, zoals:
• aandacht voor leiderschap en medewerkerschap;
• aandacht voor communicatie tussen medewerker en leidinggevende;
• samenwerking;
• gesprekscyclus/resultaatsturing;
Om beter inzicht te krijgen in meldingen en de (tijdige) afronding van meldingen zal er een
aanvullende registratie worden gedaan. Dit wordt vormgegeven door nazorg/navraag bij de melders of
de betreffende situaties naar tevredenheid zijn opgelost of afgehandeld. Of wat eventueel nog nodig is.
Hiervoor worden de onderstaande onderwerpen verder uitgewerkt:
• Ontwikkelen van een aangepast format t.b.v. registratie en afronding meldingen;
• Extra aandacht voor samenwerking t.a.v. registratie meldingen VP/BV&l en HR(JZ);
• (i.o.rn. V&J) Afspraken en duidelijkheid over de klachtencommissie (procedures en protocollen),
• Aandacht voor vindbaarheid en toegankelijkheid van informatie.
6. Overige activiteiten van de vertrouwenspersonen
•
•
•
•
•
In 2012 hebben de vertrouwenspersonen deelgenomen aan:
o training conflicthantering, hoe zit ik zelf in een conflict en wat doet dat met mij,
o training conflictmanagement, het verkrijgen van inzicht over het verschil van zienswijzen,
opvattingen, meningen en/of werkelijkheidsperspectieven, hoe hier mee om te gaan, te deescaleren en de interactie te herstellen, blokkeringen op te heffen.
vertrouwenspersonen (3) hebben de basistraining VP bij BIOS gevolgd of gaan deze
startende
De
volgen (begin 2013).
De vertrouwenspersonen hebben vijf maal intervisie gehad, begeleid door een externe psycholoog
en 4 maal aansluitend werkoverleg. Hierbij is tevens aandacht gegeven aan de rol als lid van het
BedrijfsopvangTeam (BOT);
Een aantal vertrouwenspersonen heeft jaarlijks of indien gewenst meerdere keren per jaar, een
gesprek met een directeur of diens plaatsvervanger. Verder worden er door de
vertrouwenspersonen gesprekken gevoerd met collega’s van HR, de bedrijfsarts en
bedrijfsmaatschappelijk werk.
Een aantal vertrouwenspersonen hebben zich gevraagd / ongevraagd gepresenteerd in diverse
werkoverleggen.
Jaarverslag 2012 VP; versie definitief d.d. 5 maart 2013
5
•
•
•
•
•
De vertrouwenspersonen hebben in 2012 één gesprek gevoerd met de SG van BZK en de plv.
hoofddirecteur van de IND.
Er heeft overleg plaatsgevonden tussen het hoofd BOH/BV&I en de coördinator VP om de
samenwerking te bevorderen.
De vacature voor Ter Apel is ingevuld.
De vacature voor Rijswijk is ingevuld
In samenwerking met BV&I en het clusterjuridische zaken zal er over 2012 gerapporteerd worden
aan BZK, waarbij de anonimiteit van de nielders zal worden gewaarborgd.
7. Vooruitblik
In 2012 is er geen gesprek gevoerd met de directeur HR en de coördinator. Dit staat gepland voor
2013.
Er zal in 2013 een workshop worden georganiseerd, gericht op het samenwerken tussen VP en BV&l,
met als thema’s rollen en verantwoordelijkheden.
Voor 2013 staan de volgende thernabijeenkomsten op de agenda i.o.m. O&O:
• Oplossingsgericht omgaan met conflicten
• Hoe om te gaan met pestgedrag
• Psychologie voor Vertrouwenspersonen
• Invloed op Beleid
De vertrouwenspersonen zullen zelf ook bijdragen aan grotere zichtbaarheid en verduidelijking over
wat zij doen, door deelname aan bv. werkoverleggen. Ook zullen zij een actieve rol gaan vervullen
m.b.t. het leveren van bijdragen aan beleidsontwikkeling op het gebied van integriteit en ongewenst
gedrag.
Er zal op korte termijn samenwerking worden gezocht met V&J door de coördinator VP t.a.v. delen
van kennis, procedures, protocollen en afspraken, rapportages. etc.
Jaarverslag 2012 VP; versie definitief d.d. 5 maart 2013
6
Biae
11
Immigratie- en Naturalisatied ienst
Ministerie an Justitie
Jaarverslag Vertrouwenspersonen
Immigratie- en Naturalisatiedienst
2013
Jaarverslag 2013 VP; Definitief 28 januari 2014
1
Inleiding
Voor u ligt het jaarverslag van de Vertrouwenspersonen IND over het jaar 2013.
In dit jaarverslag zijn de werkzaamheden, het werkgebied en de activiteiten van de
vertrouwenspersonen beschreven en wordt verslag gedaan over de meldingen van 2013.
Door de invoer van een uitgebreider registratie systeem in 2013 zijn er meer gegevens beschikbaar
Deze aanvullende informatie is te vinden onder “Meldingen 2013 specifiek”.
Dit jaarverslag bevat de volgende informatie:
1. Korte beschrijving van de werkzaamheden, het werkgebied, en de activiteiten van de
vertrouwenspersonen;
2. Het aantal meldingen van 2013 met een vergelijking niet voorgaande jaren;
3. Meldingen 2013 specifiek;
4. Overzicht meldingen per locatie;
5. Aanbevelingen;
6. Overige activiteiten van de vertrouwenspersonen;
7. Vooruitblik.
Aanpak jaarverslag 2013
In navolging van de aanpak in 2012 is er gekozen om liet jaarverslag 2013 op eenzelfde manier onder
de persoonlijke aandacht te brengen van de directeuren. De Vertrouwenspersonen zullen z.s.m. contact
opnemen met de directeuren om het jaarverslag te bespreken.
1. De vertrouwenspersoon en de werkzaamheden
De vertrouwenspersoon is een door de directeur HR aangestelde medewerker. Binnen de IND is
ervoor gekozen om de rol van vertrouwenspersoon “Integriteit” en vertrouwenspersoon “Ongewenste
Omgangsvormen” te verenigen in één functie.
Bij de vertrouwenspersoon kun je terecht om als ongewenst of ontoelaatbaar ervaren gedrag te
bespreken wanneer je dat niet bij je leidinggevende kunt of wilt doen. Onder ongewenst of
ontoelaatbaar gedrag vallen ook seksuele intimidatie en integriteitbreuken van welke aard dan ook.
Bezetting 2013
Er hebben zich geen wijzigingen voorgedaan in de bezetting van de vertrouwenspersonen tijdens
2013.
Het streven is om op elke locatie een vertrouwenspersoon beschikbaar te hebben om een zo groot
mogelijke bereikbaarheid en laagdrempeligheid te bewerkstellingen.
De bezetting is als volgt:
()
Functie:
Locatie:
Vertrouwenspersoon
Vertrouwenspersoon
Vertrouwenspersoon
Vertrouwenspersoon
Vertrouwenspersoon
Vertrouwenspersoon
Vertrouwenspersoon
Vertrouwenspersoon
Vertrouwenspersoon
Vertrouwenspersoon
Vertrouwenspersoon
Coördinator
Den Bosch
Den Bosch
Zevenaar
Rij swijk
Rijswij k
Rij swijk
Rij swij k
Hoofddorp
Hoofddorp
Zwolle
Ter Apel
Rijswijk
Uiteraard staat het de medewerker vrij om contact te leggen met een vertrouwenspersoon van een
andere locatie.
Jaarverslag 2013 VP; Definitief 28 januari 2014
2
Werkzaamheden:
Medewerkers kunnen met al hun vragen, dilemma’s en andere zaken met betrekking tot integriteit en
ongewenste omgangsvormen terecht bij de vertrouwenspersoon. De vertrouwenspersoon ondersteunt
de medewerker bij het zoeken naar een oplossing. De medewerker zelf speelt hierbij een actieve rol en
maakt zelfde keuzes. De vertrouwenspersoon denkt met de medewerker mee en adviseert waar nodig,
maar keuzes en beslissingen blijven altijd de verantwoordelijkheid van de medewerker (behalve als het
gaat om strafbare feiten). Zoals vastgelegd in de richtlijn voor het verrichten van de taak, biedt de
vertrouwenspersoon een luisterend oor, waardoor de medewerker zijn/haar verhaal kwijt kan. In
overleg kan de vertrouwenspersoon advies en/of informatie inwinnen bij derden. Er kan indien nodig
of wenselijk een gesprek georganiseerd worden met bijvoorbeeld een onafhankelijke derde of een
manager. De vertrouwenspersoon kan, in goed overleg, met de medewerker meegaan ter
ondersteuning. Als een medewerker een melding wil maken (integriteit) of een klacht wil indienen
(ongewenste omgangsvormen) dan kan de vertrouwenspersoon de medewerker hierin bijstaan. Indien
nodig kan de vertrouwenspersoon ook doorverwijzen naar bijvoorbeeld gespecialiseerde
huipverleningsinstanties, de bedrijfsarts of bedrijfsrnaatschappelijk werk.
De vertrouwenspersoon heeft een geheimhoudingsplicht. Alles wordt vertrouwelijk behandeld, tenzij
de melder uitdrukkelijk toestel’nming heeft gegeven om de melding met derden te bespreken. In
rapportages worden meldingen geanonimiseerd opgenomen. Als het gaat om ongewenst gedrag of
ontoelaatbaar gedrag op het gebied van integriteit waarbij sprake is van strafbare feiten (ex art. 162
van het Wetboek van Strafvordering), dient een ambtenaar, dus ook de vertrouwenspersoon, die bij de
uitoefening van zijn functie kennis krijgt van een misdrijf, daarvan melding in de lijn of aangifte te
doen. Anonimiteit en bronbescherming kunnen dan op grond van de wettelijke verplichting niet
gegarandeerd worden. Niet het belang van de klager staat dan voorop, zoals bij ongewenste
omgangsvormen, maar het belang van de organisatie. Dat betekent dat de klager ook niet
vanzelfsprekend persoonlijk mag beslissen wat er met zijn informatie gebeurt. Als het gaat om een
misdrijf, conform de definitie in het strafrecht, zal de medewerker medegedeeld worden dat, hoe dan
ook, melding in de lijn en aangifte gedaan moet worden. Als de melder dit niet zelf wil of kan, zal de
vertrouwenspersoon dit moeten doen. Bij gedrag dat gekwalificeerd kan worden als een strafbaar feit,
waaraan een strafsanctie is verbonden, wordt de melder in overweging gegeven om het bevoegd gezag
(directeur) in te lichten. Het bevoegd gezag bepaalt of BV&I ingeschakeld wordt. In overleg met de
melder en liet BV&l kan worden afgesproken welke rol de vertrouwenspersoon heeft en welke stappen
liet BV&l zet.
2. MeIdinen per categorie
Het aantal meldingen wordt geregistreerd aan de hand van personen en niet op basis van de
hoeveelheid van gesprekken. Het aantal gesprekken varieert per situatie.
De gesprekken werden gevoerd met meer vrouwen (80 %) dan mannen (20 %). De collega’s kwamen
uit alle processen op de diverse locaties.
Ten opzichte van 2012 is er een stijging te zien van 12%.
Onderstaand treft u het overzicht aan over de meldingen 2008 tot en met 2013.
De meldingen zijn opgesplitst naar 3 categorieën Ongewenst gedrag, Integriteit, Overig. Voor meer
gedetailleerde informatie, zie meldingen 2013 specifiek.
-
Categorie
A. Ongewenst gedrag
B. Integriteit
C.Overig
Totaal
2013*
58
3
34
95
2012
57
9
13
79
2011
64
7
32
103
Jaarverslag 2013 VP; Definitief 28 januari 2014
2010
134
11
15
160
2009
54
4
13
71
2008
84
6
10
100
3
180
160
140
120
DA. Ongewenst gedrag
100
•B. Integriteit
DC. Oeng
80
D Totaal
60
40
20
2013
2011
2012
2010
2009
2008
De meest voorkomende categorie is, net als voorgaande jaren, de meldingen m.b.t. “ongewenst
gedrag” van voornamelijk liet gevoel van onheuse bejegening van een medewerker door een
leidinggevende (45 keer), waarvan 18 x door een mannelijke leidinggevende en 27 x door een
vrouwelijke leidinggevende en 9 x onbekend.
Hierin is een stijging te zien van 3 % t.o.v. vorigjaar, (93 % in 2013 vs 90% in 2012)
Regulier Sociaal en Asiel (landelijk) nemen ca. 75 % van het totaal aan meldingen voor hun rekening,
ook dit is een stijging t.o.v. vorig jaar (75% in 2013 vs 50% in 2012).
Vanuit Communicatie, HR en DUSA zijn geen meldingen gedaan bij een Vertrouwenspersoon..
M&C, BOH, SDIS, Reg. Eco. Nat, PV en DIV vertegenwoordigen de andere 25 % van liet totaal aan
meldingen, dit laat een daling zien, (25% in 2013 vs 50% in 2012).
3. Meldingen in 2013 meer specifiek
N.a.v. een meer uitgebreidere registratie zijn de categorieën als volgt te definiëren:
A: Ongewenst gedrag
functioneringsproblematiek 32 x
ervaren intimidatie 14 x
ervaren pestgedrag 4 x
ervaren seksuele intimidatie 7 x
ervaren verbale agressie lx
-
-
-
-
-
B: Integriteit
Misdragingen in de privésfeer lx
Lekken/misbruik van informatie lx
Misbruik bedrijfsmiddelen 1 x
-
-
-
C. Overig
Functie-/werkgerelateerde inhoudelijk problematiek 8 x
Privé gerelateerde problematiek 11 x
Arbeidsconflict 15 x
-
-
-
Jaarverslag 2013 VP; Definitief 28 januari 2014
4
Van het totaal aan meldingen zijn
58 opgelost waarvan 55 naar tevredenheid en 3 niet naar tevredenheid
12 zijn niet opgelost en niet tevreden
9 status onbekend
26 casuïstieken lopen nog
De meldingen zijn gemeld bij:
Ix aangifte bij de politie
7x bij de directeur
64 x nvt
9 x onbekend
Doorverwijzingen (de melder is doorverwezen naar):
Directeur 6x
UM 4x
Leidinggevende 25x
HRA 4x
Beklaagde 3x
BA 3x
BMW 3x
De Melders:
De meldingen zijn gedaan door 68 vrouwen, 21 mannen, 6 onbekend
4. Meldingen per locatie
Totaal 2013
Totaal 2012
28
Den Bosch
38
1
TerApel
3
Rijswijk
16
17
8
17
Zevenaar
Hoofddorp/Schiphol
21
15
9
1
Zwolle
79
Totaal
95
* gedurende 2011 geen VP ter plaatse beschikbaar
Totaal 2011
33
0*
8
15
25
103
Totaal 2010
36
9
25
8
26
38
142
5. Aanbevelingen:
Gezien een toch stijgende lijn van meldingen over bejegening vragen wij extra aandacht voor:
• leiderschap en medewerkerschap;
• aandacht voor communicatie tussen medewerker en leidinggevende;
• samenwerking;
• gesprekscyclus/resultaatsturing.
6. Overige activiteiten van de vertrouwenspersonen
In
•
•
•
2013 hebben de vertrouwenspersonen deelgenomen aan:
Oplossingsgericht omgaan met conflicten;
Pestgedrag hoe herken je de symptomen bij het slachtoffer en waarom doet de dader wat hij doet;
De vertrouwenspersonen hebben vijf maal intervisie gehad, begeleid door een externe psycholoog
en 4 maal aansluitend werkoverleg. Hierbij wordt tevens aandacht gegeven aan de rol als lid van
het BedrijfsopvangTeam (BOT);
Jaarverslag 2013 VP; Definitief 28 januari 2014
5
•
•
•
•
•
Een aantal vertrouwenspersonen heeft jaarlijks of indien gewenst meerdere keren per jaar, een
gesprek met een directeur of diens plaatsvervanger. Verder worden er door de
vertrouwenspersonen gesprekken gevoerd met collega’s van HR, de bedrijfsarts en
bedrijfsrnaatschappelijk werk;
Een aantal vertrouwenspersonen hebben zich gevraagd / ongevraagd gepresenteerd in diverse
werkoverleggen;
In 2013 hebben alle vertrouwenspersonen een gesprek gevoerd met de directeur HR en de
coördinator;
De vertrouwenspersonen hebben in 2013 een gesprek gevoerd met de hoofddirecteur van de IND;
Er heeft overleg plaatsgevonden tussen het hoofd BOH/BV&l en de coördinator VP om de
samenwerking te bevorderen.
7. Vooruitblik
Door omstandigheden is de voorgenomen training gericht op samenwerken VP en BVI in 2013 niet
gerealiseerd. Er zal in 2014 een workshop worden georganiseerd. met als thema’s rollen en
verantwoordelijkheden.
Voor 2014 staan de volgende themabijeenkomsten op de agenda i.o.m. O&O:
• Psychologie voor Vertrouwenspersonen;
• Basis & opfris van vaardigheden mediation.
De vertrouwenspersonen zullen ook gedurende 2014 zelf bijdragen aan grotere zichtbaarheid en
verduidelijking over wat zij doen, door deelname aan bv. werkoverleggen. Ook zullen zij een actieve
rol gaan vervullen rn.b.t. het leveren van bijdragen aan beleidsontwikkeling op het gebied van
integriteit en ongewenst gedrag.
Er zal op korte termijn samenwerking worden gezocht met V&J door de coördinator VP t.a.v. delen
van kennis, procedures, protocollen en afspraken, rapportages. etc.
• Er is een concept klachtenregeling ongewenste bejegening IND opgesteld. Deze zal in 2014
worden afgestemd met de recent aangestelde coördinator Integriteit van VenJ.
Jaarverslag 2013 VP; Definitief 28 januari 2014
6
EIae
12
Immigratie- en Naturalisatiedienst
Ministerie van Justitie
Jaarverslag Vertrouwenspersonen
Immigratie- en Naturalisatiedienst
2014
Jaarverslag 2014 VP; Definitief maart 2015
In1eidin en aanbeve1inen:
Voor u ligt liet jaarverslag van de Vertrouwenspersonen IND over liet jaar 2014.
Dit Jaarverslag geeft een stabiel beeld ten opzichte van 2013. Er springen geen zaken in het oog.
Wat wel bijzonder is, is dat wanneer gekeken wordt naar de resultaten van de MedewerkerSpiegel
2014 (MTO), daar het totaal aan meldingen over ervaren ongewenste bejegening aanzienlijk hoger ligt
dan de meldingen bij de Vertrouwenspersonen (dader zowel collega als leidinggevende):
• ervaren seksuele intimidatie (MTO 8 vs. VP 3);
• ervaren discriminatie (MTO 76 vs VP 0);
• ervaren fysieke agressie (MTO 14 vs VP 2);
• ervaren verbale agressie (MTO 92 vs VP 3 );
• ervaren pestgedrag (MTO 147 vs VP 5);
Ten opzichte van de Rl&E PsA van 2011/2012 laat de medewerkerSpiegel op dit gebied een
verbetering laat zien. Laat onverlet dat de in de MedewerkerSpiegel genoemde aantallen zorgelijk zijn.
Aanbevelingen:
Gezien de resultaten van de MedewerkerSpiegel 2014 op het gebied van ongewenste omgangsvormen
en de resultaten van de Voorliggendejaarrapportage van de Vertrouwenspersonen vragen wij blijvende
extra aandacht voor:
•
•
•
•
•
•
•
Sturing vanuit het MT-IND op leiderschap en medewerkerschap;
aandacht voor communicatie tussen medewerker en leidinggevende;
samenwerking;
gesprekscyclus/resultaatsturing.
liet met spoed invoeren van de klachtenregeling ongewenste omgangsvormen;
faciliteren en ondersteunen van de zichtbaarheid van de vertrouwenspersonen;
liet bevorderen van de inzet van vertrouwenspersonen en HR adviseurs voor de managers met
dilemma’s;
Jaarverslag 2014 VP; Definitief maart 2015
2
Toelichtin2:
In navolging van de aanpak in 2012 is er gekozen om het jaarverslag 2014 op eenzelfde manier onder
de persoonlijke aandacht te brengen van de directeuren. De Vertrouwenspersonen zullen z.s.m. contact
opnemen met de directeuren om het jaarverslag te bespreken.
In dit jaarverslag zijn de werkzaamheden, het werkgebied en de activiteiten van de
vertrouwenspersonen beschreven en wordt verslag gedaan over de meldingen van 2014.
Door de invoer van een uitgebreider registratie systeem in 2013 zijn er meer gegevens beschikbaar
Deze aanvullende informatie is te vinden onder “Meldingen 2014 specifiek”.
Dit jaarverslag bevat de volgende informatie:
1. Korte beschrijving van de werkzaamheden, het werkgebied, en de activiteiten van de
vertrouwenspersonen;
2. Het aantal meldingen van 2014 met een vergelijking met voorgaande jaren;
3. Meldingen 2014 specifiek;
4. Overzicht meldingen per locatie;
5. Overige activiteiten van de vertrouwenspersonen;
6. Vooruitblik.
1. De vertrouwenspersoon en de werkzaamheden
De vertrouwenspersoon is een door de directeur HR aangestelde medewerker. Binnen de IND is
ervoor gekozen om de rol van vertrouwenspersoon “Integriteit” en vertrouwenspersoon “Ongewenste
Omgangsvormen” te verenigen in één functie.
Bij de vertrouwenspersoon kun je terecht om als ongewenst of ontoelaatbaar ervaren gedrag te
bespreken wanneer je dat niet bij je leidinggevende kunt of wilt doen. Onder ongewenst of
ontoelaatbaar gedrag vallen ook seksuele intimidatie en integriteitbreuken van welke aard dan ook.
Bezetting 2014
Er hebben zich geen wijzigingen voorgedaan in de bezetting van de vertrouwenspersonen tijdens
2014.
Het streven is om op elke locatie een vertrouwenspersoon beschikbaar te hebben om een zo groot
mogelijke bereikbaarheid en laagdrempeligheid te bewerkstell ingen.
De bezetting is als volgt:
P
Functie:
Vertrouwenspersoon
Vertrouwenspersoon
Vertrouwenspersoon
Vertrouwenspersoon
Vertrouwenspersoon
Vertrouwenspersoon
Vertrouwenspersoon
Vertrouwenspersoon
Vertrouwenspersoon
Vertrouwenspersoon
Vertrouwenspersoon
L Coördinator
Locatie:
Den Bosch
Den Bosch
Zevenaar
Rijswijk
Rij swijk
Rijswijk
Rijswijk
Hoofddorp
Hoofddorp
Zwolle
Ter Apel
Rijswijk
Uiteraard staat het de medewerker Vrij om contact te leggen met een Vertrouwenspersoon van een
andere locatie.
Werkzaamheden:
Jaarverslag 2014 VP; Definitief maart 2015
3
Medewerkers kunnen met al hun vragen, dilemma’s en andere zaken met betrekking tot integriteit en
ongewenste omgangsvormen terecht bij de vertrouwenspersoon. De vertrouwenspersoon ondersteunt
de medewerker bij het zoeken naar een oplossing. De medewerker zelf speelt hierbij een actieve rol en
maakt zelfde keuzes. De vertrouwenspersoon denkt met de medewerker mee en adviseert waar nodig,
maar keuzes en beslissingen blijven altijd de verantwoordelijkheid van de medewerker (behalve als het
gaat om strafbare feiten). Zoals vastgelegd in de richtlijn voor het verrichten van de taak, biedt de
vertrouwenspersoon een luisterend oor, waardoor de medewerker zijn/haar verhaal kwijt kan. In
overleg kan de vertrouwenspersoon advies en/of informatie inwinnen bij derden. Er kan indien nodig
of wenselijk een gesprek georganiseerd worden met bijvoorbeeld een onafhankelijke derde of een
manager. De vertrouwenspersoon kan, in goed overleg, met de medewerker meegaan ter
ondersteuning. Als een medewerker een melding wil maken (integriteit) of een klacht wil indienen
(ongewenste omgangsvormen) dan kan de vertrouwenspersoon de medewerker hierin bijstaan. Indien
nodig kan de vertrouwenspersoon ook doorverwijzen naar bijvoorbeeld gespecialiseerde
hulpverleningsinstanties, de bedrijfsarts of bedrijfsmaatschappelijk werk.
De vertrouwenspersoon heeft een geheimhoudingsplicht. Alles wordt vertrouwelijk behandeld, tenzij
de melder uitdrukkelijk toestemming heeft gegeven om de melding met derden te bespreken. In
rapportages worden meldingen geanonimiseerd opgenomen. Als het gaat om ongewenst gedrag of
ontoelaatbaar gedrag op het gebied van integriteit waarbij sprake is van strafbare feiten (ex art. 162
van het Wetboek van Strafvordering). dient een ambtenaar, dus ook de vertrouwenspersoon, die bij de
uitoefening van zijn functie kennis krijgt van een misdrijf, daarvan melding in de lijn of aangifte te
doen. Anonimiteit en bronbescherming kunnen dan op grond van de wettelijke verplichting niet
gegarandeerd worden. Niet het belang van de klager staat dan voorop, zoals bij ongewenste
omgangsvormen, maar het belang van de Organisatie. Dat betekent dat de klager ook niet
vanzelfsprekend persoonlijk mag beslissen wat er met zijn informatie gebeurt. Als het gaat om een
i-nisdrijf, conform de definitie in het strafrecht, zal de medewerker medegedeeld worden dat, hoe dan
ook, melding in de lijn en aangifte gedaan moet worden. Als de melder dit niet zelf wil of kan, zal de
vertrouwenspersoon dit moeten doen. Bij gedrag dat gekwalificeerd kan worden als een strafbaar feit,
waaraan een strafsanctie is verbonden, wordt de melder in overweging gegeven om het bevoegd gezag
(directeur) in te lichten. Het bevoegd gezag bepaalt of BV&l ingeschakeld wordt, In overleg met de
melder en het BV&I kan worden afgesproken welke rol de vertrouwenspersoon heeft en welke stappen
het BV&l zet.
2. Meldingen per categorie
Het aantal meldingen wordt geregistreerd aan de hand van personen en niet op basis van de
hoeveelheid van gesprekken. Het aantal gesprekken varieert per situatie.
De gesprekken werden gevoerd met meer vrouwen (80 %) dan mannen (20 %). De collega’s kwamen
uit alle processen op de diverse locaties.
Ten opzichte van 2012 is er een stijging te zien van 12%.
Onderstaand treft u het overzicht aan over de meldingen 2008 tot en met 2014.
De meldingen zijn opgesplitst naar 3 categorieën Ongewenst gedrag, Integriteit, Overig. Voor meer
gedetailleerde informatie, zie meldingen 2014 specifiek.
-
Categorie
A. Ongewenst gedrag
B. Integriteit
C.Overig
Totaal
2014
51
2
35
88
*2013
58
2012
57
2011
64
3
34
95
9
13
79
7
32
103
Jaarverslag 2014 VP; Definitief maart 2015
2010
134
11
15
160
2009
54
4
13
71
2008
84
6
10
100
4
180
p
160
p
140
120
aA. Ongew enst gedrag
100
• B Integriteit
-)
80
D C. Overig
o Totaal
60
40
20
0
2014
*2013
2012
J
2011
1
2010
2009
2008
De meest voorkomende categorie is, net als voorgaande jaren, de meldingen m.b.t. “ongewenst
gedrag” van voornamelijk liet gevoel van onheuse bejegening van een medewerker door een
leidinggevende (48 keer), waarvan 14 x door een mannelijke leidinggevende en 33 x door een
vrouwelijke leidinggevende en 1 x onbekend.
Hierin is een stijging te zien een stijging bij vrouwelijke leidinggevende (27 vorig jaar) en een kleine
daling bij mannelijke leidinggevenden (18 vorig jaar).
Regulier Sociaal en Asiel (landelijk) nemen ca. 76 % van het totaal aan meldingen voor hun rekening,
Vanuit BOH is geen melding gedaan bij een Vertrouwenspersoon.
Corn, Dusa, HR, M&C, SDIS, Reg. Eco. Nat, PV en DIV vertegenwoordigen de andere 24 % van het
totaal aan meldingen, dit laat een gelijk beeld zien t.o.v. 2013 (verschil 1%).
3. MeIdinen in 2014 meer specifiek
N.a.v. een meer uitgebreidere registratie zijn de categorieën als volgt te definiëren:
A: Ongewenst gedrag
functioneringsproblernatiek - 29 x
ervaren intimidatie - 15 x
ervaren pestgedrag - 5 x
ervaren seksuele intimidatie - 3 x
ervaren verbale agressie - 3 x
ervaren fysieke agressie 2 x
—
B: Integriteit
Onbekend 2x
C. Overig
Functie-/werkgerelateerde inhoudelijk problematiek
Privé gerelateerde problematiek— 10 x
Arbeidsconflict - 1 x
-
18 x
Van het totaal aan meldingen zijn
57 opgelost waarvan 48 naar tevredenheid en 5 niet naar tevredenheid.
23 zijn niet opgelost waarvan 3 naar tevredenheid en 14 niet naar tevredenheid.
18 status onbekend.
De meldingen zijn gemeld bij:
4x bij de directeur
84 x nvt
Jaarverslag 2014 VP; Definitief maart 2015
5
Doorverwijzingen (de mekler is doorverwezen naar):
Directeur 6x
Leidinggevende 20x
HRA 2x
BA 3x
BMW lix
Alleen gesprek 46 x
De Melders:
De meldingen zijn gedaan door 64 vrouwen, 24 mannen
4. Meldinen per locatie
Totaal
2014
Totaal
2013
Totaal
2012
Den Bosch
38
28
18
TerApel
3
1
6
Rijswijk
34
16
17
Zevenaar
8
17
6
Hoofddorp/Schiphol
16
21
15
Zwolle
9
1
8
Totaal
95
79
88
* gedurende 2011 geen VP
ter plaatse beschikbaar
Totaal
*2011
33
0*
22
8
15
25
103
Totaal
2010
36
9
25
8
26
38
142
5. Overige activiteiten van de vertrouwenspersonen
In
•
•
•
•
•
•
•
•
•
2014 hebben de vertrouwenspersonen deelgenomen aan:
Mediationvaardigheden voor Vertrouwenspersonen;
Een aantal vertrouwenspersonen hebben deelgenomen aan de dag van de integriteir (BIOS)
De vertrouwenspersonen hebben vijf maal intervisie gehad, begeleid door een externe psycholoog
en 4 maal aansluitend werkoverleg. Hierbij werd tevens aandacht gegeven aan de rol als lid van
het BedrijfsopvangTeam (BOT);
Een aantal vertrouwenspersonen heeft jaarlijks of indien gewenst meerdere keren per jaar, een
gesprek met een directeur of diens plaatsvervanger. Verder worden er door de
vertrouwenspersonen gesprekken gevoerd met collega’s van HR, de bedrijfsarts en
bedrijfsrnaatschappelijk werk;
Een aantal vertrouwenspersonen hebben zich gevraagd / ongevraagd gepresenteerd in diverse
werkoverleggen;
In 2014 hebben alle vertrouwenspersonen een gesprek gevoerd met de directeur HR en de
coördinator;
De vertrouwenspersonen hebben in 2014 tweemaal een gesprek gevoerd met de plv hoofddirecteur
van de IND;
Er heeft een gezamenlijke trainingsdag plaatsgevonden BOH/BV&1 en de Vertrouwenspersonen
om elkaars rollen/werkwijzen beter te leren kennen en begrijpen.
De regeling Seksuele intimidatie VenJ is gepubliceerd op intranet
6. Vooruitblik
•
•
•
•
•
Vervolg op samenwerken VP en BVI.
Dilemma training van BV&l voor de VP’s
Psychologie voor Vertrouwenspersonen en groepsprocessen;
De vertrouwenspersonen zullen ook gedurende 2014 zelf bijdragen aan grotere zichtbaarheid en
verduidelijking over wat zij doen, door deelname aan bv. werkoverleggen. Ook zullen zij een
actieve rol gaan vervullen m.b.t. het leveren van bijdragen aan beleidsontwikkeling op het gebied
van integriteit en ongewenst gedrag.
Er is een concept klachtenregeling ongewenste bejegening IND opgesteld. Deze ligt ter
instemming bij de Medezeggenschap
Jaarverslag 2014 VP; Definitief maart 2015
6
Jaarverslag 2014 VP; Definitief maart 2015
7
Is
Dienst Justitiële Inrichtingen
Ministerie van Justitie
Jaarverslag 2008-2009
Centraal Vertrouwenspersoon
Integriteit Dii (CVI)
)aarverlag 2008
2009, Centraal Vertrouwenspersoon Integriteit (CVI)
-
Inhoudsopgave
1
Voorwoord
2
Integriteitsbeleid DM
3
Werkwijze CVI
4
Meldingen 2008 en 2009
5
Conclusies en aanbevelingen
6
Anonieme meldingen
7
Financiën
—
—
5
—
7
—
9
—
11
—
—
13
21
23
Bijlage 1: gegevens CVI
—
25
Pagina 3 van 28
Jaarverslüg 2008
Pagina 4 van 28
2009, Centraal Vertrouwenspersoon Integriteit (CVI)
Jaarverslecj 2008
:1.
-
2009, Centraal Vertrauwerispersoon Integritea (CVI)
Voorwoord
Dit is het tweede verslag van de Centraal Vertrouwenspersoon Integriteit DJI (CVI).
Het beslaat de werkzaamheden In de periode 2008-2009. Toen wij in december
2005 aan deze taak begonnen, was niet duidelijk wat ons te wachten stond en
hoeveel integriteitskwesties ons voorgelegd zouden worden. Na vier jaar hebben wij
redelijk inzicht in deze materie verworven en kennen wij de praktijk binnen DJI.
Medewerkers, groepen van medewerkers, contactpersonen integriteit van de
Inrichtingen en diensten en directies weten ons te vinden voor een vertrouwelijk
advies. Daarnaast voeren wij overleg met de hoofddirecteur DJI, met de directeur
van het Bureau Integriteit en Veiligheid (BI&V) en de beleidsmedewerker van DJI dle
integriteit in zijn portefeuille heeft.
DJ1 kent als bijzondere uitvoeringsorganisatie een eigensoortige integriteits
problematiek die, evenals bij defensie en politie, samenhangt met de uitvoering van
haar taak en haar personeelsopbouw. Kenmerkend voor DJI zijn de geslotenheld van
haar bedrijfsvoering die letterlijk achter gesloten deuren vorm en inhoud krijgt en
de geweldsaspecten die onderdeel uitmaken van de uitvoeringspraktijk. Binnen die
context is het ook niet vreemd dat er veel integriteitskwesties binnen DJI voorkomen.
-
-
Wij constateren dat over integriteit nog steeds niet open wordt gecommuniceerd.
Zo kan het bestaan dat de normen van inrichting tot inrichting verschillend worden
gehanteerd en gehandhaafd, met als gevolg dat een medewerker in de ene inrich
ting geheel anders aangesproken of disciplinair gestraft wordt dan in een andere
inrichting.
Regelmatig komen wij in inrichtingen afwijkende uitvoeringspraktijken van het
afgesproken integriteitsbeleid tegen. Maar ook is het uitvoeringsbeleid of de regel
geving bij de directies niet altijd voldoende bekend of wordt er binnen een inrichting
met twee maten gemeten. Aan de ene beroepsgroep worden andere normen en
eisen gesteld dan aan de andere; het ontbreken van goed voorbeeldgedrag staat
oplossingen van integriteitskwesties in de weg.
We zien dat er hiervoor meer aandacht is gekomen binnen DJI. Er zijn inspanningen
gepleegd om met name de leidinggevenden te trainen in het omgaan met
integriteitsschendingen. Het is echter nog te vroeg om na deze investering een
afwachtende houding aan te nemen. Om substantiële verbeteringen tot stand te
brengen, moet de komende jaren nog sterk richting en inhoud worden gegeven aan
het integriteitsbeleid en de uitvoeringspraktijk. Dit vraagt om voortdurende
aandacht en ‘onderhoud’.
Van het aantal meldingen en de inhoud geven wij u in dit verslag een geanonimiseerd
overzicht. Tevens trekken wij op basis van de opgedane ervaringen een aantal conclu
sies en geven een aantal aanbevelingen. Wij hopen dat u onze aanbevelingen bestu
deert, onderzoekt en in de uitvoeringspraktijk de juiste prioriteit weet te geven.
De Centrale Vertrouwenspersonen Integriteit Dii
Den Haag, mei 2010
Pagina S van 28
Jaarverslag 2008
Pagina 6 van 28
2009, Centraal Vertrouwenspersoon Integriteit (CVI)
1
JaversTag 2008
2
-
2009, Ceritreal Vert’-ouwcnspersoon Integriteit (CVI)
Integriteitsbeleid DJI
In het gedragsprotocol van 0)1 (zowel het oude als het nieuwe van november 2009)
wordt benadrukt dat Justitie als geen ander staat voor rechtvaardigheid en
veiligheid in de samenleving. Aan haar medewerkers worden daarom nog hogere
integriteitseisen gesteld dan aan andere rijksambtenaren. Wat precies van hen
verwacht wordt, vat het gedragsprotocol samen in kernbegrippen als: eerlijk, open,
betrouwbaar en onberispelijk.
Klokkenluklers
Sinds 2001 kent DJI eveneens een specifieke uitwerking van de klokkenluidersrege
ling. Aan de basis van deze regeling ligt het grote belang dat binnen Dit gehecht
wordt aan het bevorderen van een cultuur waarin op een open manier over normen
en waarden wordt gesproken. Uitgangspunt van het DiT-brede integriteitsbeleid is
dat vermoedens van schendingen van Integriteit in de eerste plaats worden gemeld
aan en opgelost door het lijnmanagement. De lijnmanagers zijn dus als eerste
verantwoordelijk voor de Integriteit binnen hun gezagsbereik.
Er is veel gebeurd in de verslag periode. Bij de sectoren Rijk, Politie en Defensie is de
regeling verbeterd, zodat klokkenluiders beter beschermd zijn. Degenen die willen
procederen tegen hun organisatie, kunnen bovendien een tegemoetkoming in de
proceskosten krijgen. Ook komt er een onafhankelijke instantie (het Advies- en
Verwijspunt Klokkenluiders) die klokkenluiders gaat ondersteunen. Als dit besluit
van kracht wordt, moet de klokkenluidersregeling van DJI wellicht worden
aangepast,
Alternatieve procedure
Het komt voor dat een melder, bijvoorbeeld door het zeer vertrouwelijke karakter
van de melding, de klacht niet (meteen) neer wil leggen bij het lijnmanagement.
Voor dit soort gevallen bestaat een alternatieve procedure, in de vorm van een
lokale contactpersoon integriteit. Deze contactpersoon is door het hoofd van dienst
benoemd en heeft tot taak de melding in goede banen te leiden en uiteindelijk terug
te brengen in de lijn.
Heeft een melder geen vertrouwen in een melding binnen de eigen inrichting of
dienst, dan kan hij contact opnemen met de CVI. Het kan ook zijn dat de lokale
contactpersoon dit wenselijk of nodig acht. De CVI kan het (hogere) management
aansporen de melding op een adequate en integere manier op te lossen en hier
eventueel ook bij adviseren.
In de verslagperiode is samen met het Bestuursdepartement gewerkt aan een
Leidraad Vertrouwenspersonen Ministerie van Justitie. Deze leidraad is een
uitwerking van de Handreiking van het Bureau integriteitsbevordering voor de
Openbare Sector (Bios) van het ministerie van BZK. In de handreiking staan
handvatten voor het inrichten en de globale taakinvulling van de functie van
vertrouwenspersoon. In de leidraad wordt ingegaan op een aantal Justitiespecifleke
aspecten van de functie van vertrouwenspersoon.
Pagina 7 van 28
Jaarverslag 2008
Pagina 8 van 28
-
2009, Centraal Vertrouwenspersoon Integriteit (CVI)
Jaerverslag 2008
3
-
2009, CenraaI Vertrouwenspersoon Integritee (CVt)
Werkwijze CVI
Het overgrote deel van de meldingen komt bij de CVI binnen per telefoon of e-mail.
Blijkt de melder aan het juiste adres te zijn, dan volgt na het eerste telefonisch
contact een intakegesprek. In dit gesprek wordt de melding besproken en de
werkwijze uitgelegd.
Twee belangrijke kenmerken van deze werkwijze zijn:
• de CVI voert zelf geen onderzoek uit. Als het nodig is, adviseert de CVI het
bevoegd gezag onderzoek uit te laten voeren door het Bureau Integriteit &
Veiligheid. In sommige gevallen helpt de CVI, op verzoek van het bevoegd gezag,
bij het formuleren van de onderzoeksvraag.
• de CVI komt alleen in actie als de melder hier uitdrukkelijk toestemming voor
gegeven heeft. Vooraf bespreekt de CVI dan met de melder welke actie onder
nomen wordt en of de naam van de melder genoemd kan worden. Op elke stap
volgt weer overleg met de melder en worden zo nodig vervolgacties besproken.
Onder geen beding geeft de CVI zonder toestemming van de melder inhoudelijke
informatie aan derden.
In de lijn
Integriteitsbreuken moeten in de lijn worden opgelost: dat is de kern van het
integriteitsbeleid van Dii. Dit betekent dat de CVI meldingen niet zelf oplost, maar
op verantwoorde wijze op de juiste plek teruglegt in de lijn. Dit gebeurt door de
melder te adviseren over de te volgen aanpak of door de melding zelf voor te leggen
aan het bevoegd gezag, met het verzoek actie te ondernemen. Uiteraard kunnen de
vertrouwenspersonen hierbij altijd adviseren of optreden als procesbegeleider bij
een gesprek tussen de melder en het bevoegd gezag. Het komt ook regelmatig voor
dat de vertrouwenspersonen op verzoek optreden als bemiddelaar. Is de melding
eenmaal in de lijn teruggelegd, dan trekt de CVI zich terug, maar blijft de afhande
ling volgen.
Zijn de centrale vertrouwenspersonen van mening dat het betrokken lijnmanage
ment niet adequaat reageert op de melding, dan kunnen ze besluiten een ‘tree’
hoger te gaan in de lijn. In sommige gevallen komen de vertrouwenspersonen, na
hoor en wederhoor, tot de conclusie dat er geen sprake is van een integriteitsschen
ding. Dit wordt dan aan de melder en aan het bevoegd gezag meegedeeld. De
melding wordt daarmee afgesloten.
Pagina 9 van 28
Jaarverslag 2008
Pagina 10 van 28
-
2009, Centraal Vertrouwenspersoon IntegrIteit (CVI)
Jaarverslag 2008
4
-
2009, Centraal Vertrouwenspersoon Integriteit (CVI)
t
Meldingen 2008 en 2009
Onderstaande overzicht bevat een korte omschrijving van alle meldingen in 2008.
Meldingen 2008
Het totaal aantal meldingen in 2008 bedroeg 70, waarvan 4 anoniem. Ten opzichte
van 2006 (81, waarvan 7 anoniem) is het aantal afgenomen en ten opzichte van
2007 (56, waarvan 4 anoniem) is het aantal meldingen toegenomen.
Ongewenste omgangsvormen
Intimidatie/pesten/kwaadspreken/agressie en geweld/discriminatie/St
22
Professionele integriteit
Voorbeeldgedrag/oneigenlijk gebruik D31-mlddelen/alcoflol/drugsgebruik/schenden van/niet
tijdig nakomen af5praken/nevenfuncties/belangenverstrengellng/niet or niet tijdig beant
woorden van (schriftelijke) verzoeken/onzorgvuldige afhandeling van Integriteitsmeldingen
10
Zorgvuldig en professioneel omgaan met meldingen door leidlnggevenden
Verwaarlozing werknemer-werkgeverrelatle/(ontbreken van) rehabilitatie/oneigenlijk
gebruik van bevoegdhedenJniet correct toepassen van (rechtspositlonele) regels en
integriteitsprotocol
17
Strafbare gedragingen
(vermoedens) van fraude/(vermoedens van) diefstal/geweld/valsheid in geschrifte
0
Privérelatles op het werk
Met collegas/met leidinggevenden/met ingeslotenen
4
Adviesaanvragen aan CVI
Melders/locale contactpersonen/functionarlssen/bevoegd gezag
17
Totaal
70
Pagina 11 van 28
jaarverslag 2008
-
2009, CentraP Vertrouwenspersoon Integriteit (CVI)
Meldingen 2009
Het totaal aantal meldingen in 2009 bedroeg 72, waarvan 1 anoniem. Ten opzichte
van 2006 (81, waarvan 7 anoniem) is het aantal afgenomen en ten opzichte van
2007 (56, waarvan 4 anoniem) is het aantal meldingen toegenomen. Ten opzichte
van 2008 is het aantal nagenoeg gelijk gebleven.
Ongewenste onigangsvormen
lntlmidatte/pesten/kwaadsprekeri/agressie en geweld/discriminatIe/St
Professionele integriteit
Voorbeeldgedrag/orieigenlijk gebnilk D)I-middelen/alcohol/drugsgebruik/schenden van/niet
tijdig nakomen afsprakeriJnevenfuncties/belangenverstrengeling/nlet of niet tijdig beant
woorden van (schriftelijke) verzoeken/onzorgvuldige afhandeling van integriteit5meldingen
zorgvuldig en professioneel omgaan met meldingen door leldinggevenden
Verwearlozing werknemer-werkgeverrclatie/(ontbreken van) rehabilitatie/oneigenlijk
gebruik van bevoegdheden/niet correct toepassen van (rechtspositlonele) regels en
integriteitsprotocol
15
9
21
Strafbare gedragingen
(vermoedens) van fraude/(vermocdens van) diefstal/geweld/valsheid in geschrifte
2
Prlvérelaties op het werk
Met collega’s/met leidinggcvenden/met ingesfoteneri
0
Adviesaanvragen aan CVI
Melders/locale contactpersonen/functionarissen/bevoegd gezag
25
Totaal
72
Pagina t2 van 28
Jaarverslag 2008
5
-
2009, Centraal Vertrouwenspersoon Integ’ telt (CVI)
Conclusies en aanbevelingen
De CVI heeft voor dit verslag alle kwesties nogmaals nagelopen en komt op basis
daarvan tot de volgende conclusies en aanbevelingen:
Allereerst constateren wij dat in vergelijking met de jaren 2006 en 2007:
1. de Dil-pool en de detentiecentra inmiddels over lokale contactpersonen
beschikken;
2. de CVI de hoofddirectie heeft laten weten dat wederom één onderdeel van Dii
niet over contactpersonen beschikt;
3. de locale contactpersonen de CVI beter weten te vinden voor advies;
4. melders zich niet meer zo snel neerleggen bij de wijze van afhandeling door de
lijn. Escalatie wordt minder uit de weg gegaan. Melders kiezen er vaker voor om
de officiële weg te bewandelen door een klacht in te dienen op basis van
hoofdstuk 9 van de Algemene wet Bestuursrecht, waarbij ze uiteindelijk in
beroep kunnen gaan bij de Nationale Ombudsman. Melders die zichzelf als
klokkenluider beschouwen, weten de weg te vinden naar de Commissie
Integriteit Overheid.
Algemene aanbevelingen
De ervaringen van de CVI staan niet op zichzelf. Het lijkt ons zinvol voor de
hoofddirectie van DJI om de bevindingen in dit verslag te bezien in samenhang met
bevindingen uit het jaarverslag van het BI&V en de uitkomsten van het BASAM-on
derzoek ten aanzien van intimidatie, onderlinge agressie en geweld.
Bovendien lijkt het ons wenselijk om te onderzoeken welke rol integriteitskwesties
spelen in rechtspositionele geschillen. In hoeverre maken zij er deel van uit of liggen
zij er zelfs aan ten grondslag? Een analyse van de uitkomsten van bezwaar- en
beroepsprocedures zou hierop licht kunnen werpen.
Voor een zo helder en compleet mogelijk beeld van de integriteitproblematiek én het
formuleren van de juiste oplossingen, is een goede registratie noodzakelijk. Daarom
pleiten wij voor 100 procent registratie van integriteitskwesties. Een complete
registratie geeft ook inzicht in de resultaten van alle inspanningen binnen Dii op dit
gebied.
Pagina 13 van 28
iaarversldg 200d
-
2009, Centraal Vertrouwensper500n Integrlte,t (CVI)
Specifieke aanbevelingen
Verplaatsing van medewerkers binnen de DJI-organisaties
Terugkijkend op de eerste vier jaar van het bestaan van de CVI, valt ons op dat
meerdere meldingen over dezelfde personen gaan. Sinds een vorige melding zijn zij
overgeplaatst naar een ander onderdeel van DJI of van Justitie. Vaak weet de
nieuwe leidinggevende niet dat de betreffende medewerker in een vorige functie
betrokken is geweest bij een integriteltskwestie.
Advies
Vraag alle directies om volledige melding en registratie van integriteitschendingen
bij het BI&V en in de digitale P-dossiers. Adviseer leidinggevenden om bij
overplaatsingen transparant te zijn tegenover de leidinggevende op cie nieuwe
werkplek van de betreffende medewerker.
Bekendheid van de gedragscode
Niet alle leldinggevenden zijn goed bekend met de gedragscode integriteit van DJI.
Daardoor worden niet alle medewerkers aangesproken op normoverschrijding.
Vooral hij de wisseling van management komt deze situatie voor.
Advies
Vraag Corporate Communicatie om in samenspraak met CP&O een communicatieplan op te stellen, zodat alle medewerkers op de hoogte zijn. Neem het onderwerp
‘integriteitsmeldingen’ op in het inwerkprogramma van Ieidlnggevenden.
OR-leden als contactpersoon integriteit
Bij herhaling komen wij OR-leden tegen die tevens contactpersoon integriteit zijn of
diepgaand bemiddelen In integriteitskwesties. De rollen van contactpersoon en van
OR-lid laten zich echter niet verenigen. De OR heeft immers een controlerende taak
ten aanzien van de afhandeling van integriteitskwesties door de bestuurder. Deze
controlerende taak verhoudt zich niet met een bemiddelende rol of met een
ver-trouwensfunctie. In de praktijk heeft dit al tot problemen geleid en heeft de
bemiddeling van het OR-lid de kwestie onoplosbaar gemaakt of de relatie met cie
bestuurder verstoord.
Advies
Zie erop toe dat alle directies onafhankelijk medewerkers benoemen als vertrou
wenspersoon integriteit of als bemiddelaar. Houd de taak van OR-leden in
integriteitskwesties beperkt tot de controlerende taak.
Paçina 14 van 28
3aarverslag 2008
-
2009, Centraal Vertrouwenspcr5oon Integriteit (CVI)
Overschrijding afhandelingstermijnen van gegronde bezwaarschriften
Diverse meldingen bij de CVI hadden betrekking op het niet binnen een redelijke
termijn afhandelen van gegrorde bezwaarschriften. Al deze meldingen betroffen de
voorwaarden bij overplaatsing na sluiting van inrichtingen. De melders moesten
meer dan een jaar op afhandeling wachten na een positief advies van de
bezwaarschriftencommissie. Ondertussen kregen ze geen bericht. De CVI kon niet
anders dan melders adviseren een klacht In te dienen.
Advies
Het integriteitsprotocol en de kernwaarden van de overheid (betrouwbaarheid en
openheid) dienen ook tot uiting te komen bij de afwikkeling van juridische
procedures. Dat kan door het werkproces voor het afhandelen van gegronde
bezwaarschriften vast te leggen en daarin termijnen te stellen. Tevens dient te
worden vastgesteld wie er binnen DJJ toeziet op de naleving hiervan.
Onbekendheid directies met meldings- en klachtenprocedures
In de verslagperiode is de CVI gebleken dat directies onvoldoende bekend zijn met
de verschillende procedures rond het afhandelen van meldingen en klachten over
integriteit. Het gevolg is dat betrokkenen geen helderheid hebben over de Juridische
context en dat er fouten worden gemaakt in de afhandeling.
Het systeem van lokale contactpersonen integriteit in de inrichtingen en van centrale
vertrouwenspersonen integriteit op landelijk niveau is In het leven geroepen omdat
het de voorkeur verdient om (vermoedens) van Integriteitschendingen Intern binnen
D)I op te lossen en daarvan als organisatie te leren. Als meldingen op een
zorgvuldige wijze worden behandeld, kunnen veel klachten voorkomen worden.
Integriteitsklachten, of klachten over bejegening op basis van hoofdstuk 9 van de
Awb kunnen worden ingediend op het moment dat de schending zich voordoet,
maar ook later als de melder ontevreden Is over de afhandeling van zijn melding.
Het bevoegd gezag moet de klacht dan afhandelen volgens de regels van de Abw.
Klagers die het niet eens zijn met de afhandeling van hun klacht, kunnen in beroep
gaan bij de Nationale Ombudsman, De CVI Is dus niet cle beroepsinstantie voor
dergelijke klachten, zoals een van de directeuren abusIevelijk aan de advocaat van
een klager had laten weten. BelangrIjk Is dat directies zich laten bijstaan door
deskundige adviseurs, dle niet alleen goede juridische kennis hebben, maar ook In
staat zijn te bemiddelen en escalatie tegen te gaan.
Verder is er op basis van het ARAR (Algemeen Rijksambtenarenreglement artikel 79b
e.v.) een beroep op de regeling voor klokkenluiders mogelijk. Bij ernstige misstanden
is de Commissie Integriteit Overheid de instantie waar klagers terecht kunnen. Ook
hierbij Is het zaak dat directies zich door deskundige adviseurs laten bijstaan.
Advies
Voorzie leldinggevenden van een beknopt overzicht van de verschillende procedures
rond integriteitskwesties. Zo is de juridische context bij een melding/klacht voor alle
betrokkenen van meet af aan duidelijk.
Pagina 15 van 28
Jaarverslag 200B
-
2009, Centraal Vertrouwanspersoon Tntegriteit (CVI)
Ondersteuning integriteitsbeleid naar inrichtingen onvoldoende
Integriteit is al jaren een beleidsspeerpunt bij DJI. Dat is ook noodzakelijk gezien
het grote aantal meldingen en klachten. Een van de beleidsadviseurs van CP&O
heeft enkele uren in het takenpakket beschikbaar voor integriteit. Dat is niet
voldoende voor het ontwikkelen van een Dil-breed integriteitsbeleid en het
ondersteunen van contactpersonen in vestigingen. Bijgevolg wordt er weinig
voortgang geboekt bij het ontwikkelen van beleid op onderdelen, krijgen directies en
contactpersonen geen ondersteuning bij het aanpakken van integriteitskwesties en
gaan inrichtingen zelf aan de slag met lokaal beleid.
Advies
Geef prioriteit aan het ontwikkelen van integriteitsbeleid door een beleidsadviseur te
benoemen die fulltime belast is met dit onderwerp.
Omgaan met ziekteverzuim
In veel inrichtingen is er sprake van een aanscherping van het ziekteverzuimbeleid.
Redenen hiervoor zijn onder meer het terugdringen van het hoge ziekteverzuim en
de invoering van de maatwerkregeling. Er is meer aandacht voor de zieke
medewerker en de focus wordt verlegd van de beperkingen naar wat iemand nog
wél kon. Op zich een goede zaak, maar de aanscherping van het verzuimbeleid heeft
ook tot meldingen geleid die de CVI graag onder de aandacht wil brengen.
In enkele inrichtingen is een verzuimconsulent aangesteld die een inschatting maakt
van de ziekte en het daarbij behorende verzuim. Soms weet de verzuimconsulent de
gang naar de bedrijfsarts te voorkomen, maar soms schieten de goede bedoelingen
door en werpt deze onnodige belemmeringen op voor een bezoek aan de
bedrijfsarts.
Daarnaast heeft de CVI enkele meldingen behandeld over de verzuimcontroleurs die
door steeds meer in richtingen worden ingezet. Zo is het voorgekomen dat het
salaris van een medewerkers werd Ingehouden omdat hij niet thuis was toen de
controleur kwam. Betrokkene was echter bij de apotheek voor zijn medicijnen.
Ook constateert de CVI dat leidinggevenden een medewerker soms bewust niet ziek
melden. Hierdoor zit de medewerker thuis zonder een duidelijke rechtspositionele
titel, met alle mogelijke gevolgen van dien. In andere gevallen vernamen wij dat er
buiten medeweten van de zieke contact is gezocht en overleg is gevoerd met de
bedrijfsarts.
Pagna 16 van 28
Jaarverslag 2008
-
2009, Centraal Vertrouwenspersoon integriteit (Cvi)
Leidinggevenden hebben veel mogelijkheden en middelen in de begeleiding van
zieke medewerkers. Het is hun taak daarover helder en open te communiceren met
de zieke medewerkers. Daarin is een verbeterslag te maken, zo leidt de CVI af uit
de meldingen. De vertrouwensprsonen hebben in de verslagperiode regelmatig
medewerkers gesproken die zich geïntimideerd voelen door de wijze waarop hun
leidinggevende de verzuimbegeleiding uitvoert. Vaak is er daarbij sprake van
meningsverschillen over het functioneren van de medewerker. Nu de maatwerkrege
ling binnenkort voor de hele Dil-organisatie een feit is, voorzien wij meer meldingen
van integriteitsschendingen.
Advies
Stel hogere eisen aan leidinggevenden als het gaat om verzuimbegeleiding. liet
verdient aanbeveling na te gaan of de maatwerktrainingen leidinggevenden
voldoende hebben toegerust om ziekteverzuim op de juiste wijze te begeleiden.
Afrekenen na melding
Het doen van een ntegriteitsmelding Is voor de melder vaak een hele stap. In veel
gevallen wordt de kwestie in de lijn goed opgepakt en besproken. Maar het
tegenovergestelde komt ook met enige regelmaat voor. De melding wordt
afgehandeld en betrokkenen gaan ogenschijnlijk goed uit elkaar. Na verloop van tijd
gaat de melding echter op onbedoelde wijze een rol spelen in bijvoorbeeld
functioneringsgesprekken en een daarop aansluitend functioneringstraject. Dok
komt het voor dat de oude kwestie weer opspeelt in een nieuwe kwestie binnen de
instelling. Dan heeft de afhandeling blijkbaar geen definitieve oplossing opgeleverd;
vaak blijkt de betrokken leidinggevende een slechte ‘verliezer’, Dit laat zien hoe
belangrijk het is om een integriteitskwestle met alle betrokkenen goed af te
handelen, zodat er daadwerkelijk een streep onder kan worden gezet.
Advies
Om afrekening na een melding te voorkomen zijn een aantal noties van belang.
1. Besef dat een melding geen nadelige gevolgen kan en mag hebben voor de
melder. Als melders nadelen ondervinden, dan worden directies als onbetrouw
baar gezien en zullen anderen integriteitskwesties niet meer willen melden. Dit
ondermijnt het integriteitsbeleid van DJI.
2. Afhandeling moet op het juiste niveau gebeuren. Geef als directie prioriteit aan
integriteitsmeldlngen; laat ze niet afhandelen door een stafmedewerker. Zorg
ervoor dat alle betrokkenen zowel mondeling als schriftelijk worden geïnformeerd
over de afhandeling.
3. Zorg dat in de schriftelijke afhandeling duidelijke afspraken staan vermeld en laat
erin opnemen dat met de schriftelijke afhandeling alle partijen een streep onder
de kwestie zetten. Er kan dan in ander verband niet op terug gekomen worden.
Pagina 17 van 28
Jrversag 2008
-
2009, Centraal Vertrouwenspersoon Integriteit (CVI)
UBAA en integriteit
Binnen DJI-organisaties is het een wijdverbreide praktijk: medewerkers maken een
rapport of melding op over ongewenste of nit-professionele gedragingen van een
collega. Dit middel mist echter vaak doel. Wel roept het vaak heftige tegenreacties
op, omdat aan een basale voorwaarde niet voldaan is: eerst moet de medewerker
zelf op het ongewenste gedrag worden aangesproken. Zo is dat vastgelegd in een
van de UBAA-regels uit de OAG-trainingen. In de praktijk wordt deze regel echter
lang niet altijd toegepast,
Aan de basis van integriteit staat goed voorbeeldgedrag. Daarnaast doet binnen Dii
dc UBAA-vuistregel opgeld. Het valt de CVI op dat veel medewerkers, de
OAG-trainingen ten spijt, niet bekend zijn met deze vuistregel. Dat concluderen we
uit de vele gesprekken met medewerkers en de reacties tijdens voorlichtingsbijeen
komsten.
UBAA staat voor Uitspreken, Bespreken, Afspreken en Aanspreken. Als er iets niet
goed gaat, of als iemand een collega onheus behandelt, onder druk zet of wat ook
maar, dan geldt dat er eerst gecommuniceerd moet worden. Communiceren begint
bij uitspreken wat er aan de hand is en dat is wat anders dan een formele melding
maken over iemands gedragingen of handelen: het gaat om contact leggen en
uitspreken wat er volgens de melder aan de hand is.
De CVI constateert dat de open communicatie die UBAA voorstaat regelmatig
overruled wordt door een veel oudere communicatiecultuur: een schriftelijke
melding maken over disfunctioneren en over professioneel onjuist gedrag. Toch gaat
volgens het gedragsprotocol aan het melden en/of rapporteren al dan niet op
verzoek van de leidinggevende de open communicatie vooraf: UBAA.
—
—
Advies
1. Bij het rapporteren en/of schriftelijke melding maken over disfunctioneren van
een collega moet de leidinggevende de betrokkenen eerst de open communicatie
In praktijk laten brengen door te wijzen op de UBAA-stappen. Pas daarna moet
worden bekeken of er nog een formele route nodig is.
2. De basisregels over goed voorbeeldgedrag, afspraak is afspraak en UBAA,
moeten veel strikter gehanteerd en geoefend worden.
Pagina L8 van 28
Jaarverslag 200fl
2009, Centraal Vertrouwenspersoon Integriteit (CVI)
Integriteit en functioneringsgesprekken
Het op orde zijn van de functioneringsgesprekken staat al jarenlang hoog op de
beleidsagenda van Dii. De CVI constateert echter dat de functioneringsgesprekken
niet altijd plaatsvinden. En als ze wel plaats vinden, stelt de leidinggevende daarin
niet altijd het gedrag aan de orde dat bij de betreffende medewerker eerder tot een
integriteitskwestie heeft geleid. Toch zijn integriteit en professionaliteit onderwerpen
die thuishoren in het functioneringsgesprek; regelmatig raken integriteitskwesties
het professionele functioneren van de medewerker of krijgen een rechtspositioneel
gevolg.
Een melding kan grote invloed hebben op de verhouding tussen leidinggevende en
werknemer. Daarom is het van belang om een koppeling aan te brengen tussen het
laakbare gedrag uit de melding en het functioneringsgesprek. In het functionerings
verslag behoort te worden opgenomen welke competenties de medewerker verder
moet ontwikkelen op grond van de integriteitsschending.
Advies
Verplicht leidinggevenden om de afronding van een melding te bespreken in het
eerstvolgende functioneringsgesprek/-traject. Zorg dat de bespreking ervan ook in
het gespreksverslag wordt opgenomen.
Speciale categorie melders
De CVI constateert dat onderlinge verhoudingen op een opvallende wijze meespelen
in meldingen. Zo komen veel meldingen van medewerkers die ver onder hun niveau
werken of leiding ontvangen van medewerkers die boven hun niveau/mogelijkheden
werken, Hoewel de aangedragen kwesties in deze meldingen goede gronden
hebben, blijkt er een wereld van onderlinge verhoudingen achter schuil te gaan.
Onderlinge verhoudingen die scheefgegroeid zijn doordat medewerkers onvoldoende
gewaardeerd worden, onder hun niveau werken en/of de leidinggevende overrulen.
De integriteitskwestles zijn daar een gevolg van: een uiting van minachting voor de
ander of van uiting willen geven aan de eigen competenties. Het getuigt van slecht
personeelsbeleid als medewerkers die te hoog geschoold zijn voor hun functie,
langdurig in deze functie kunnen blijven hangen. Dit komt de onderlinge verhoudin
gen niet ten goede. Zelden kan de integriteitskwestie naar tevredenheid van beide
partijen worden opgelost.
Advies
Laat leidinggevenden regelmatig ontwikkelgesprekken voeren en laat ze persoonlijke
ontwikkelplannen opmaken. Dit personeelsinstrument wordt nog te weinig gebruikt.
Pagina 19 van 28
Jaarverslag 2008
2009, Centraal Vertrouwenspersoon Integrit&t (CVI)
Geen zicht op kwaliteit van afhandeling van integriteitsmeldingen
Het integriteitsbeleid krijgt veel aandacht binnen DJI. Dat is ook noodzakelijk
omdat, zoals al eerder opgemerkt, Dit veel integriteitschendingen kent. In vrijwel
alle organisatieonderdelen van DII zijn contactpersonen integriteit aangesteld en
aan zowel de stijl van Ieidinggeven als aan de onderlinge omgangsvormen wordt
veel aandacht besteed. Als CVI merken wij echter dat het integriteitsbeleid van Dii
en met name het ‘terugleggen in de lijn’ ook een keerzijde heeft: het wordt
onvoldoende inzichtelijk of de problematiek op een juiste en transparante wijze
wordt aangepakt en opgelost. De integriteitsproblematiek kan ‘verdwijnen’ in de lijn,
blijven hangen en onopgelost blijven of onjuist worden ‘opgelost’ zonder dat het
wordt opgemerkt. Dan moet de melder zelf uiteindelijk tot een klachtprocedure
overgaan.
De CVI heeft hier onvoldoende zicht op. Daarnaast constateren we dat er zowel op
de werkvloer als bij IeidinggeVenden allerlei ‘particuliere’ opvattingen bestaan over
wat wel of niet integer gedrag is, het gedragsprotocol ten spijt.
Advies
1. Nog meer aandacht voor het opleiden van alle algemeen directeuren en
vestiglngsdlrecteuren op het gebied van integriteitsbeleid,
2. Alle Integriteltskwesties van een Organisatie moeten langs de algemeen directeur
of vestigingsdirecteur gaan.
3. 100% melding aan BI&V
4. In voortgangsgesprekken met leidinggevenden moet de wijze van afhandelen van
integriteltskwesties een vast agendapunt zijn.
Pagina 20 van 28
Jaarversiaçj 2008
6
-
2009, Centiaal Vertrouwenspersoon lntegnte.t (CVI)
Anonieme meldingen
Ook in de jaren 2008 en 2009 verzocht een aantal melders om anonimiteit. Vaak uit
angst voor represailles van hun direct leidinggevende of de directie. Hoewel het
integriteitsbeleid van DJ1 klip en klaar beschrijft dat melders geen nadeel mogen
ondervinden van hun melding, kan de CVI helaas nooit garanderen dat dit door
iedereen strikt wordt nageleefd.
Daarom is anoniem melden altijd mogelijk. Nadeel is dat de anonimiteit de mogelijk
heden van de CVI begrenst. In contacten met het bevoegd gezag kan de CVI geen
informatie prijsgeven die tot de melder zou kunnen worden herleid. De speelruimte
wordt daardoor flink beperkt. Uiteraard legt de CVI dit ook altijd uit aan de melder.
Kiest deze er toch voor anoniem te blijven, dan wordt deze wens uiteraard
gerespecteerd.
Pagina 2! van 23
Jaarverslag 2005
Pagina 24 van 28
-
2009, Centraal Vertrouwenspersoon Integriteit (CVI)
pubIicatie
er)
Jaarverslag 2008
-
Pagina 26 van 28
2009, Cenlraal Vertrouwenspersoon Jntegrteit (CVI)
Jciarvir5Ia9 2005
2009, Ceririal Vertrouwcnspcrsoon Tritegrit&t (CVI)
Bijlage
Gegevens CVI
Centrale Vertrouwenspersoon Integriteit Dii
P
Centrale Vertrouwenspersoon Integriteit Dii
Secretariële ondersteuning Centrale Vertrouwenspersoon Integriteit DJI
P
Telefoonnum mei
E-maiI:
Postadres
Postbus 30132
2500 GC Den Haag
Bezoekadres
Terminal Zuid,
Schedeldoekshaven 101
2511 EM Den Haag
Pagina 25 van 28
BIae 14
Dienst Justitiële Inrichtingen
Ministerie van Veiligheid en Justitie
Jaarversag 2OiQ2O1 1
Centraal Vertrouwenspersoon
Integriteit DJl
Jaarverslag 2010
-
2011, Centraal Vertrouwenspersoon IntegrIteit (CVI)
Inhoudsopgave
1
Voorwoord
2
Integriteitsbeleid DJI
3
Werkwijze CVI
4
Meldingen 2010 en 2011
5
Conclusies en aanbevelingen
—
5
—
—
7
9
Bijlage 1: gegevens CVI
—
—
11
—
13
18
Pagina 3 van 20
Jaarverslag 2010
-
2011, Centraal Vertrouwenspersoon Integriteit (CVI)
Voorwoord
Dit is het derde verslag van de Centraal Vertrouwenspersoon Integriteit Dii (CVI).
Het beslaat de werkzaamheden in de periode 2010-2011.
Van het aantal meldingen en de inhoud geven wij u in dit verslag een geanonimi
seerd overzicht. Tevens trekken wij op basis van de opgedane ervaringen een aantal
conclusies en geven een aantal aanbevelingen.
Wij hopen dat u onze aanbevelingen bestudeert, onderzoekt en In de uitvoerings
praktijk de juiste prioriteit weet te geven.
p
De Centrale Vertrouwenspersoneri Integriteit DJI
ei.
Den Haag, augustus 2012
Pagina 5 van 20
Jaarverslag 2010
2
-
2011, Centraal Vertrouwenspersoon Integriteit (CVI)
Integriteitsbeleid Dii
In de verslagperiode heeft Dii op diverse manieren nadere invulling gegeven aan
het integriteitsbeleid. Hieronder worden de belangrijkste genoemd.
Nieuwe stafdirectie Veiligheid en Integriteit bij reorganisatie Hoofdkantoor
Met de reorganisatie van het Hoofdkantoor Dii In 2011 is er een nieuwe stafdirectie
Veiligheid en Integriteit ingericht. Het Bureau Integriteit (BI) maakt hier onderdeel
van uit. BI, die daarvoor een zelfstandige landelijke dienst was onder de hoofddirec
tie, heeft hiermee een andere positionering gekregen. Het is nog te vroeg om te
bezien wat de effecten van deze gewijzigde positionering zijn voor de aanpak van
integriteit binnen DJI.
Publiciteitscampagne rond nieuwe gedragscode Dii
De nieuwe gedragscode Dii werd in november 2009 van kracht en is met een
uitgebreide campagne Veiligheidsbewustzijn in 2010 bij alle medewerkers geïntro
duceerd. Deze campagne werd ondersteund door een toolbox’ waarmee leiding
gevenden op afdelingniveau het onderwerp integriteit bespreekbaar konden maken.
Dergelijke voorlichting is een goede zaak, maar de ervaring leert dat informatie bij
herhaling onder de aandacht moet worden gebracht, wil het voldoende beklijven.
Nieuwe Leidraad Vertrouwenspersonen Ministerie van (Veiligheid)
en Justitie
De In ons vorige verslag genoemde nieuwe Leidraad Vertrouwenspersonen Ministerie
van Veiligheid en Justitie is in juli 2010 ingevoerd. Naast het feit dat de benaming
‘contactpersoon Is gewijzigd in ‘vertrouwenspersoon is ook het onderscheid tussen
vertrouwenspersoon Integriteit en vertrouwenspersoon Seksuele Intimidatie komen
te vervallen. Het Opleidingsinstituut van DII heeft in haar jaarlijkse bijscholing voor
locale vertrouwenspersonen aandacht besteed aan deze taakverandering. Of de
locale vertrouwenspersonen hiermee voldoende worden toegerust moet nog blijken.
Nieuwe circulaire Beleid ten aanzien van integriteitsonderzoeken
In maart 2011 is een nieuwe circulaire Beleid ten aanzien van integriteitsonderzoe
ken aangeboden ter besluitvorming aan het Groepsberaad van Di). Deze circulaire Is
nog niet definitief, met name omdat nog overleg moest worden gevoerd met de
Vertrouwenspersoon Integriteit van het bestuursdepartement.
Als deze circulaire onverkort van toepassing wordt, dan komt er een extra meldpunt
voor medewerkers voor het melden van vermoedens van integriteitsschendingen bij
BI.
Nog onduidelijk is hoe dergelijke meldingen zich gaan verhouden tot de rol van de
Centrale Vertrouwenspersonen. De Centrale Vertrouwenspersonen hebben hun
zorgen uitgesproken over de mogelijke gevaren van rolverwarring en van een
verdergaande versnippering van meldpunten.
Pagina 7 van 20
Jaarverslag 2010
-
2011, Centraal Vertrouwenspersoon Integriteit (CVI)
Invoering Klachtenloket D)I
Eind 2011 is een Klachtenloket Di! geïntroduceerd speciaal voor klachten van
medewerkers vallend onder hoofdstuk 9 Algemene Wet Bestuursrecht. Dit
klachtenloket is gepositioneerd bij het SSC. Het doel van het loket om tot een
eenduidlge klachtafhandeling te komen wordt door ons van harte omarmd. E&i punt
van aandacht hierbij is wel dat deze formele klachtenprocedure niet in de plaats
moet komen van de mogelijkheid van meldingen bij de locale en centrale
vertrouwenspersonen. Deze personen zijn immers in het leven geroepen om formele
klachten te voorkomen en intern Dii op te lossen.
Beleid n.a.v. aanbevelingen uit jaarverslag CVI 2008-2009
Terugkijkend moet geconstateerd worden dat de Hoofddirectie onvoldoende
zichtbaar en planmatig met de aanbevelingen aan de slag is gegaan. De GOR Dii
heeft hier meerdere malen in een overleg met de bestuurder op aangedrongen.
Wij zullen in dit jaarverslag in het hoofdstuk ‘Conclusies en aanbeveIingen de oude
aanbevelingen wederom opnemen.
Pagina 8 van 20
)aarverslag 200
3
-
2011, Centraal Vertrouwenspersoon Integriteit (CVI)
Werkwijze CVI
Het overgrote deel van de meldingen komt bij de CVI binnen per telefoon of e-mail
via het secretariaat. Blijkt de melder aan het juiste adres te zijn, dan volgt een
(telefonisch) intakegesprek. In dit gesprek wordt de melding besproken en legt de
CVI zijn werkwijze uit.
Twee belangrijke kenmerken van deze werkwijze zijn:
•
de CVI voert zelf geen onderzoek uit. Als het nodig is, adviseert de CVI het
•
bevoegd gezag onderzoek uit te laten voeren door het Bureau Integriteit. In
sommige gevallen helpt de CVI, op verzoek van het bevoegd gezag, bij het
formuleren van de onderzoeksvraag.
de CVI neemt slechts actie als de melder hier uitdrukkelijk toestemming voor
gegeven heeft. Vooraf bespreekt de CVI dan met de melder welke actie
ondernomen wordt en of de naam van de melder genoemd kan worden. Na elke
stap volgt weer overleg met de melder en worden zo nodig vervolgacties
besproken. Onder geen beding geeft de CVI zonder toestemming van de melder,
inhoudelIjke informatIe aan derden.
In de lijn
Kern van het integriteitsbeleid bij Dii is dat integriteitsinbreuken opgelost moeten
worden in de lijn. Dit betekent dat de CVI meldingen niet zelf oplost, maar op
verantwoorde wijze en op de juiste plek teruglegt in de lijn. Dit doet hij door de
melder te adviseren over de te volgen aanpak of door de melding zelf voor te leggen
aan het bevoegd gezag, met het verzoek actie te ondernemen. Uiteraard kan de CVI
hierbij altijd adviseren of optreden als procesbegelelder bij een gesprek tussen de
melder en het bevoegd gezag. Het komt ook regelmatig voor dat de CVI gevraagd
wordt op te treden als bemiddelaar. Is de melding eenmaal in de lijn teruggelegd,
dan trekt de CVI zich terug, maar blijft indien gewenst, de afhandeling volgen. Zijn
de Centrale Vertrouwenspersonen van mening dat het betrokken Iijnmanagement
niet adequaat reageert op de melding, dan kunnen ze besluiten een ‘tree’ hoger te
gaan en het naast hogere bevoegd gezag erbij betrekken.
In sommige gevallen komt de CVI, na hoor en wederhoor, tot de conclusie dat er
geen sprake Is van een integriteitsschending. Dit wordt dan aan de melder en aan
het bevoegd gezag meegedeeld. De melding wordt daarmee afgesloten.
Pagina 9 van 20
)aarverslag 2010
4
2011, Centraal Vertrouwenspersoon integriteit (CVI)
Meldingen 2010 en 2011
In dit verslag geven wij aan hoeveel gevallen bij ons in de verslagperiode zijn
gemeld en een korte omschrijving ervan.
Meldingen 2010
Het totaal aantal meldingen in 2010 bedroeg 50, waarvan S doorlopend uit 2009 en
2 anoniem.
Ten opzichte van 2008 (70, waarvan 4 anoniem) en 2009 (72, waarvan 1 anoniem)
is het aantal meldingen afgenomen.
Ongewenste omgangsvormen
Intlmldatie/pesten/kwaadspreken/agressle en geweld/discriminatie/St
Professionele Integriteit
Voorbeeldgedrag/onelgenlijk gebruik DJt-middelen/alcohol/drugsgebruik/schenden van/niet
tijdig nakomen afspraken/nevenfunctles/belangenverstrengeling/niet of niet tijdig beant
woorden van (schriftelijke) verzoeken/onzorgvuldige afhandeling van integrlteltsmeldingen
6
Zorgvuldig en professioneel omgaan met meldingen door leldinggevenden
Verwaarlozing werknemer-werkgeverrolatlc/(ontbreken van) rehabilitatIe/oneigenlIjk gebruik
van bevoegdheden/niet correct toepassen van (rechtspositionele) regels en integriteits
protocol
11
Strafbare gedragingen
(vermoedens) van fraude/(vermoedens van) diefstal/geweld/valsheid in geschrifte
0
Privérelaties op het werk
Met coilegas/met ieidinggevcndcn/mot Ingeslotenen
1
Adviesaanvragen aan CVI
Melders/locale contactpersonen/functionarissen/bevoegd gezag
6
Oneigenlijke meldingen
Functiorlerings- en beoordelingstrajecten/zelf niet integer handelen
10
Totaal
51
Pagina 11 van 20
Jaarverslag 2010
-
2011, Centraal Vertrouwenspersoon Integriteit (CVI)
Meldingen 2011
Het totaal aantal meldingen in 2011 bedroeg 44, waarvan 1 doorlopend uit 2010.
Ten opzichte van 2008 (70, waarvan 4 anoniem) en 2009 (72, waarvan 1 anoniem)
is het aantal meldingen afgenomen.
Ongewenste omgangsvormen
Intlmidatle/pesten/kwaadspreken/agressie en geweld/discrimlnatle/SI/afrekenen op oude
beelden
11
Professionele Integriteit
Voorbeeldgedrag/oneigenhljk gebruik D)I-middelen/alcohol/drugsgebrulk/schenden van/niet
tijdig nakomen afspraken/nevenfuncties/belangenverstrengeling/niet of niet tijdig beant
woorden van (schriftelijke) verzoeken/onzorgvuldige aftiandeling van lntegriteitsmeldingen
5
Zorgvuldig en professioneel omgaan met meldingen door leidlnggevenden
Verwaarlozing werknen-er-werkgeverrelatie/(ontbreken van) rehabilitatie/oneigenlijk gebruik
van bevoegdheden/niet correct toepassen van (rechtapositionele) regels en integriteits
protocol
4
Stratbare gedragingen
(vermoedens) van fraude/(vermoedens van) diefstal/geweld/valsheId In geschrifte
0
Prlvérelaties op liet werk
Met collega’s/met leldlnggevenden/met Ingeslotenen
0
Adviesaanvragen aan CVI
Melders/locale contactpersonen/functionarissen/bevoegd gezag
12
Oneigenlijke meldingen
Integriteitaschending door melder zelf/rehabilitatie had wei plaatsgevonden, maar was
volgens melder onvoldoende/arbeidsconflict
11
Totaal
43
Pagina 12 van 20
Jaarverslag 2010
5
-
2011, Centraal Vertrouwenspersoon Integriteit (CVI)
Conclusies en aanbevelingen
De CVI heeft voor dit verslag alle kwesties die nogmaals nagelopen en komt op
basis daarvan tot de volgende conclusies en aanbevelingen.
Allereerst constateren wij dat in vergelijking met de jaren 2009 en 2010:
1. het aantal meldingen is gedaald. Van diverse melders hebben we gehoord dat ze
wel willen melden om ‘hun hart te luchten maar geen vervolg willen geven aan
de melding omdat ze in verband met lopende reorganisaties, bang zijn voor
mogelijke negatieve consequenties. Ook is het regelmatig voorgekomen dat
melders zich geïntimideerd voelen door uitspraken van hun leidinggevende
waardoor ze de melding niet durven voortzetten. Voorbeelden die hierbij kunnen
worden genoemd zijn:Wie heeft hier het lef gehad om te klikken’ of ‘Ik breek je
poten als je naar BI gaat’;
2. locale vertrouwenspersonen ervaren dat in een aantal inrichtingen integriteit geen
prioriteit (meer) heeft van de directie. Ze geven aan dat de directies hun handen
vol hebben met de reorganisatie en alle veranderingen die hier inherent aan zijn;
3. er bij de CVI, maar ook bij de locale vertrouwenspersonen niet of nauwelijks
sprake is van melding seksuele Intimidatie. Dezelfde ervaring heeft de Commissie
Seksuele Intimidatie bij Veiligheid en Justitie.
4. de trend dat melders eerder geneigd zijn om te escaleren en zich niet meer zo
snel neerleggen bij de wijze van afhandeling door de lijn, doorzet. Wij hebben
regelmatig melders doorverwezen naar een advocaat.
5. het voor melders steeds onduidelijker wordt waar ze moeten melden nu er naast
de al bestaande mogelijkheden (locaal en centraal) ook melding bij BI en het
Klachtenloket D)I mogélijk is.
Algemene aanbevelingen
De eerste algemene aanbeveling uit het jaarverslag 2008-2009 Is nog steeds
opportuun.
De ervaringen van de CVI staan niet op zichzelf. Het lijkt ons zinvol voor de
hoofddirectie van DJI om de bevindingen in dit verslag te bezien In samenhang met
bevindingen uit het jaarverslag van het BI, de uitkomsten van de Intemetspiegel, de
klachten ten aanzien van onderlinge agressie en geweld en de klachten ingediend bij
het Klachtenloket DJI.
Bovendien lijkt het ons wenselijk om te onderzoeken welke rol integriteitskwesties
spelen in rechtspositionele geschillen. In hoeverre maken zij er deel van uit of liggen
zij er zelfs aan ten grondslag. Een analyse van de uitkomsten van bezwaar- en
beroepsprocedures zou hier een licht op kunnen werpen. Hierin worden we gesterkt
door onze contacten met de voorzitters van de Bezwaarschriftencommisies
Personele aangelegenheden voor het ministerie van V en 3.
Voor een zo helder en compleet mogelijk beeld van de integritletsproblematiek en
het formuleren van de juiste oplossingen, is een centrale registratie van alle
meldingen en klachten noodzakelijk. Hierdoor krijgt men daadwerkelijk zicht op de
totale integriteitsproblematiek dle speelt binnen de Dii organisatie.
Tot op heden ontbreekt het aan een integrale visie op integriteitsbeleid en aan
eenduidige coördinatie. Indien DJI Integriteit daadwerkelijk tot speerpunt van beleid
wil maken Is dit het eerste wat moet worden opgepakt.
Pagina 13 van 20
Jaarver&ag 2010
-
2011, CentraI Vertrouwonspersoon Integriteft (CVI)
Specifieke aanbevelingen
OR-leden als contactpersoon Integriteit
Bij herhaling komen wij OR-leden tegen die tevens contac
tpersoon Integriteit zijn; of
diepgaand bemiddelen in integriteitkwestles. De rollen
van contactpersoon en van
OR-lid laten zich echter niet verenigen. De OR heeft
immers een controlerende taak
ten aanzien van de afhandeling van integriteltskwestles
door de bestuurder. Deze
controlerende taak verhoudt zich niet met een bemiddelend
e rol of met een
vertrouwensfunctie. Deze aanbeveling uit het jaarverslag
2008-2009 blijft
onverminderd van kracht. Ook in deze verslagperiod
e zijn we opnieuw geconfron
teerd met deze rolverwarring door OR-leden.
Advies
zie er op toe dat alle directies onafhankelijk medewerkers
benoemen als vertrou
wenspersoon integriteit. Houd de ze taak van de OR-leden
beperkt tot de
controlerende taak.
Onbekendheid directies met diverse procedures: meld
ing/klacht
Deze aanbeveling uit de vorige verslagperlode blijft opport
uun, zeker nu er in deze
verslagperiode twee nieuwe meldpunten bijgekomen zijn.
De CVI is gebleken dat directies onvoldoende bekend zijn
met de verschillende
procedures rond het afhandelen van meldingen en klachte
n over integriteit. Het
gevolg is dat betrokkenen geen helderheid hebben over
de juridische context en dat
er fouten worden gemaakt In de afhandeling.
Het systeem van locale vertrouwenspersonen Integriteit
in de inrichtingen en van
Centrale Vertrouwenspersonen integriteit op landelijk niveau
is in het leven
geroepen omdat het de voorkeur verdient om (vermoedens)
van integriteitschendingen intern binnen DJI op te lossen en daarva
n als Organisatie te leren. Als
meldingen op een zorgvuldige wijze worden behandeld
kunnen veel klachten
voorkomen worden.
Integriteitkiachten, of klachten over bejegening op basis
van hoofdstuk 9 van de
Awb kunnen worden gedaan als de schending zich voordo
et, maar ook later als de
melder ontevreden is over de afhandeling van zijn meldin
g. Het bevoegd gezag
moet dan volgens de in de Awb gestelde regels de klacht
afhandelen, waarna de kla
ger nog In beroep kan gaan bij de Nationale Ombudsman.
De CVI is dus niet de
beroepsinstantie voor dergelijke klachten, zoals een van
de directeuren aan de
advocaat van een klager had laten weten, Belangrijk Is
dat directies zich laten
bijstaan door deskundige adviseurs, dle zowel goede juridis
che kennis hebben, maar
ook in staat en bereid zijn te bemiddelen en escalatie tegen
te gaan.
Verder is er op basis van het ARAR (artikel 79a e.v.) een
beroep op de regeling voor
klokkenluiders mogelijk. Bij ernstlge misstanden is de
Commissie Integriteit
Overheid de Instantie waar klagers terecht kunnen. Ook
hierbij is het zaak dat
directies zich door deskundige adviseurs laten bijstaan.
Pagina 14 van 20
Jaarverslag 2010
-
2011, Centraal Vertrouwenspersoon Integriteit (CVI)
Advies
voorzie leidinggevenden van een beknopt overzicht van de verschillende procedures
rond integriteitskwesties. Zo Is de juridische context bij een melding/klacht voor
alle betrokkenen van meet af aan duidelijk.
Ondersteuning integriteitsbeleld in het algemeen en naar inrichtingen
onvoldoende
De constatering dat de aanbevelingen uit het vorige verslag van de CVI onvoldoende
zichtbaar en planmatig zijn opgepakt illustreert dat deze aanbeveling uit de vorige
verslagperiode blijft staan.
Integriteit Is al jaren een beleidsspeerpunt bij DJI. Dat is ook noodzakelijk gezien
het grote aantal meldingen en klachten. Een van de beleidsadviseur bij DPMO heeft
enkele uren in het takenpakket beschikbaar voor integriteit. Dit is niet voldoende
voor het ontwikkelen van DJI-breed integritietsbeleid en het ondersteunen van
vertrouwenspersonen In vestigingen. Bij gevolg wordt er weinig voortgang geboekt
bij het ontwikkelen van beleid op onderdelen, krijgen directies en vertrouwensperso
nen geen ondersteuning bij het aanpakken van lntegriteitskwesties en gaan
inrichtingen zelf aan de slag met locaal beleid.
Advies
Geef prioriteit aan het ontwikkelen van integraal integriteitbeleid door een
beleidsadviseur te benoemen clie fulltime belast is met dit onderwerp.
Omgaan met ziekteverzuim
Bij DJI wordt een aantal jaren gewerkt met de ‘Maatwerkregeling’. In veel
inrichtingen Is er sprake van een aanscherping van het ziekteverzuimbeleid. Op zich
is meer aandacht voor de zieke medewerker en de focus op wat iemand nog wel kan
in plaats van wat iemand niet kan, een goede zaak.
Met de Invoering van de maatwerkregeling in alle inrichtingen zijn de meldingen
over dit onderwerp in de verslagperiode toegenomen, zoals wij in ons vorige verslag
voorzagen. Het betreft vooral meldingen over de wijze waarop leidinggevenden hun
medewerkers bejegenen. Ter illustratie een aantal voorbeelden:
• ‘ook al lig je dood te gaan, je môet bereikbaar zijn’;
• ‘Je komt maar werken, want Ik geloof je niet’;
• ernstige zieke medewerker die met vorige leidinggevende afspraken heeft
gemaakt om in rooster rekening te houden met noodzakelijke bestralingen,
zodat hij gewoon aan het werk kon blijven. Nieuwe leidinggevende had hier
geen boodschap aan met een beroep op de maatwerkregeling;
• leidinggevende belde meerdere malen per dag op om te vragen of medewerker
al weer beter was, zodat hij aan het werk kon gaan.
Vaak ontstaan deze praktijken waar meningsverschillen bestaan over het
functioneren van de medewerker. Medewerkers voelen zich regelmatig geïntimideerd
door hun leidinggevende door de wijze waarop de ziekteverzuimbegeleiding wordt
uitgevoerd. Nu de maatwerkregeling binnenkort voor de hele DJI Organisatie een feit
is voorzien wij meer integriteitsschendingen.
Paglne 15 van 20
)aarverslag ZOW
-
O1t, Centraal Vertrouwenspersoon Integriteit (CVI)
Advies
Stel hogere eisen aan leldinggevenden als het gaat om
verzuimbegeleiding. Het
verdient aanbeveling na te gaan of de maatwerktraining, leidlng
gevenden voldoende
hebben toegerust om ziekteverzuim op de juiste wijze te begele
iden.
Omgaan met meldingen door directies
Het doen van een integriteitmelding is voor de melder vaak
een hele stap. In veel
gevallen wordt de kwestie in de lijn goed opgepakt en bespro
ken. Hiervan hebben
we ook in deze verslagperiode weer een aantal goede voorbe
elden gezien. Hierbij
werden meldingen integriteit direct door het naast hogere
gezag opgepakt, soms
werd er vooraf advies gevraagd aan de CVI hoe met zaken
om te gaan. We
constateren dat met de komst van sommige nieuwe (vestig
lngs)directeuren, de
wijze van aanpak van integriteitsmeidingen merkbaar verbete
rt, waardoor de
cultuur van de hele organisatie positief wordt beïnvloed.
Het blijkt dat als
leidinggevende de melding van de medewerker direct en serieus
oppakt, er geen
communicatiestoornissen ontstaan, gaat ‘de angel er snel
uit’ en komt men in
harmonie tot een vergelijk.
Maar het tegenovergestelde komt ook met enige regelmaat
voor. Directies geven
geen prioriteit aan de melding, bellen bijvoorbeeld de CVI
niet terug, incidenten
worden toegedekt zodat ze volgens melders jarenlang kunnen
blijven ‘etteren’. Ook
komt het voor dat rne)ders worden overgeplaatst en de betreff
ende leidinggevende
blijft zitten, zonder dat het probleem adequaat Is opgelost.
Leidinggevenden worden
niet zichtbaar aangesproken op hun gedrag. Helaas hebben
we moeten constateren
dat naar mate het leidinggevenden betreft die ‘hoger In
de lijn’ zitten, de
ondoorzichtigheid van de aanpak toeneemt. Dit schaadt
het vertrouwen van
medewerkers in het bevoegd gezag.
Ook komt het regelmatig voor dat na afronding van de meldin
g er geen rehabilitatie
plaats vind naar de meider en/of de aangeklaagde. Het niet
rehabiliteren leidt vaak
tot nieuwe conflicten en het ondermijnen van het onderl
inge vertrouwen. In een
aantal gevallen heeft dit geleid tot verzoek om overplaatsing
door de melder die in
het gelijk gesteld was en in één geval was de werksituatie
voor betrokkene zodanig
verstoord dat zij vrijwillig ontslag heeft genomen..
Belangrijk is dat een integriteitkwestie met alle betrokkenen
goed wordt afgerond op
een manier dat er daadwerkelijk een streep onder de kwesti
e wordt gezet.
Advies
Om tot een constructieve afronding van een melding te komen
zijn een aantal
rioties van belang.
1. Besef dat een melding geen nadelige gevolgen kan en mag
hebben voor de melder.
2. Afhandeling, moet op het juiste niveau gebeuren. Geef als
directie prioriteit aan
integriteitmeldingen en laat het niet afhandelen door een stafme
dewerker. Zorg
ervoor dat alle betrokkenen zowel mondeling als schriftelijk
worden geïnformeerd
over de afhandeling.
3. Zorg dat in de schriftelijke afhandeling duidelijke afsprak
en staan vermeld en zorg
ervoor dat wordt opgenomen dat met dit schrijven door alle
partijen een streep
onder de kwestie is gezet. Er kan dan in ander verband niet
op terug gekomen
worden.
Pagina 16 van 20
Jaarverslag 2010
-
2011, Centraal Vertrouwenspersoon Integriteit (CVI)
4. Spreek Ieidinggevenden aan op hun gedrag als de uitkomst van het onderzoek hier
toe aanleiding geeft. Wek niet de schijn dat ze de hand boven het hoofd wordt
gehouden.
Over de melders
Dat het voor melders niet makkelijk is om de stap te zetten om daadwerkelijk tot
melding over te gaan, hebben we hiervoor al besproken. Het is echter ook niet altijd
eenvoudig voor de leidinggevenden en zelfs niet voor de CVI, om met alle melders
om te gaan. Sommige melders zijn zo verbitterd en beschadigd door jarenlange
slepende kwesties dat objectief naar hun verhaal luisteren een hele opgave is.
Onze ervaring is dat als je als CVI of leidinggevende toch de tijd neemt om het hele
verhaal aan te horen, je de vicieuze cirkel kunt doorbreken, waardoor soms
jarenlang ‘oud zeer’ wordt opgelost.
Hiernaast is er een categorie van ‘oneigenlijke’ melders.
Leidlnggevenden die een gerechtvaardigd arbeidsconflict hebben met een
medewerker, waarbij de medewerker, dle zich hier niet bIj neerlegt, via een
integriteitsmelding zijn gelijk wil halen. Het is de taak van de CVI om dit
onomwonden te bespreken met de ‘melder’.
Ook komt het voor dat In het gesprek over de melding duidelijk wordt dat de melder
zélf niet integer handelt, zonder dat hij zich dat bewust is. Dit zijn de typische
situaties van ‘de splinter en de balk’. Het is aan de CVI om de melder hiermee te
confronteren. Dit wordt ons niet altijd In dank afgenomen.
Verder zijn er melders die de neIging hebben om zich op te werpen als ‘het geweten’
van de inrichting. Een sprekend voorbeeld Is het volgende. De CVI werd gebeld door
een medewerker van een Inrichting die wilde melden dat zijn directeur oneigenlijk
gebruik had gemaakt van overheidsmiddelen. Bij navraag bleek het te gaan om een
leidinggevende dle tijdens zijn werk zijn voet had gekneusd en met een dienstauto
naar huis was gebracht.
Net als in voorgaande jaren waren er anonieme melders. In 2010 waren er twee
anonieme meldingen en in 2011 geen. Dit is mInder dan in het verleden. (2009 was
er een en In 2008 waren er vier anonieme meldingen).
Angst voor represailles van hun direct leidinggevende of de directie blijft nog steeds
de belangrijkste reden om anoniem te melden. Hoewel het integriteitsbeleid van Dii
klip en klaar beschrijft dat melders geen nadeel mogen ondervinden van hun
melding, kan de CVI helaas nooit garanderen door iedereen strikt wordt nageleefd.
Anoniem melden is dus altijd mogelijk. Helaas stelt dit wél grenzen aan wat de CVI
kan doen. Voor de Vertrouwenspersonen betekent anoniem ook echt anoniem. In
contacten met het bevoegd gezag kan de CVI daarom geen informatie prijsgeven
die tot de melder zou kunnen worden herield. De speelruimte wordt daardoor flink
beperkt. Uiteraard legt de CVI dit ook altijd uit aan de melder Kiest deze er toch
voor anoniem te blijven, dan wordt deze wens uiteraard gerespecteerd.
Pagina 17 van 20
3aarveralag 2010
2011, Centraal Vertrouwcnperoon Integriteit (CVI)
Bijlage
Gegevens CVI
--‘
P
steuning Centrale Vertrouwenspersoon Integriteit Dii
Postadres
Postbus 30132
2500 GC Den Haag
Bezoekadres
Terminal Zuid,
Schedeldoekshaven 101
2511 EM Den Haag
Pagina 18 van 20
d
Blae 15
Dienst Justitiële Inrichtingen
Ministerie van Vefli,qheiden Justitie
Jaarverslag 2O122O13
Centraal Vertrouwenspersoon
Integriteit Dii
Jaarverslag 2012
-
2013, Centraal Vertrouwenspersonn Integriteit (CVI)
Inhoudsopgave
1
Voorwoord
2
Ontwikkeling op het gebied van Integriteit Overheid
3
Werkwijze Centrale Vertrouwenspersonen Integriteit
4
Meldingen 2012 en 2013
S
Conclusies en aanbevelingen
—
5
Bijlage 1: gegevens CV!
—
—
—
7
—
9
11
—
13
18
Pagina 3 van 20
Jaarverslaç 2012
-
2013, Centraa’ Vertrouwenspersoon Integriteit (CVI)
Voorwoord
Dit is het vierde verslag van de Centrale Vertrouwenspersoon Integriteit D)I (CVI).
Het beslaat de werkzaamheden in de periode 2012-2013.
Van het aantal meldingen en de Inhoud geven wij u in dit verslag een geanonimi
seerd overzicht. Tevens trekken wij op basis van de opgedane ervaringen een aantal
conclusies en geven aanbevelingen.
Wij hopen dat u onze aanbevelingen bestudeert, onderzoekt en in de uitvoerings
praktijk cle juiste prioriteit weet te geven.
De Centrale Vertrouwer?spersonen Integriteit Dii
Den Haag, juni 2014
Pagina
20
Jaarverslag 2012
2
-
2013, Centraal Verrouwenspcrsoon Integriteit (CVI)
Ontwikkeling op het gebied van Integriteit Overheid
In de verslagperiode zijn er diverse ontwikkelingen gesignaleerd op het gebied van
integriteit(beleid) binnen de Overheid die een weerslag hebben op het werk van de
Centrale Vertrouwenspersonen Integriteit. Hieronder worden de belangrijkste
genoemd.
Inrichting Adviespunt Klokkenlulders
Op 27 september 2011 is het Adviespunt Klokkenluiders van start gegaan, op
initiatief van de ministeries van BZK en SZW in samenwerking met bedrijfsleven en
vakbonden. Dit adviespunt ook wel ‘Commissie advies- en verwijspunt klokkenluiden’ houdt zich tot 1 juli 2015 bezig met:
1. potentiële klokkenluiders informeren, adviseren en ondersteunen bij mogelijke
vervolgstappen;
2. ontwikkelingen en patronen signaleren waarmee organisaties hun
klokkenluidersbeleid kunnen vormgeven/verbeteren;
3. voorlichting geven over het omgaan met vermoedelijke misstanden binnen
organisaties.
-
-
In hun jaarverslag 2012 maakt het adviespunt melding van 73 verzoeken om
advies; 14 van deze verzoeken werden gekwalificeerd als klokkenlulderszaak. In 14
andere zaken was het (nog) niet mogelijk om vast te stellen of het een klokken
luiderszaak betrof. In 2014 wordt het Adviespunt geëvalueerd door de ministeries
van BZK en SZW en de sociale partners.
De Centrale Vertrouwenspersonen hebben in de verslagperiode geen melders
doorverwezen naar dit aclviespunt. Wij hebben er geen zicht op of medewerkers van
DJJ zich bij het Adviespunt hebben gemeld.
Wetsvoorstel Huis van de Klokkenluiders
Om klokkenluiders beter te beschermen en meer onderzoek te doen naar mis
standen in de publieke en private sector, is in 2012 een wetsvoorstel ingediend om
een Huis van de Klokkenluiders In het leven te roepen en dit onder te brengen bij de
Nationale Ombudsman.
Dit wetsvoorstel is ingediend op 14 mei 2012 en is in de Tweede Kamer aan
genomen in december 2013. Op 20 mei vond de plenaire behandeling in de Eerste
Kamer plaats, waar het Is aangehouden.
Samenwerking n.a.v. nieuwe circulaire ‘Beleid ten aanzien van
integriteitsonderzoeken’
In ons vorige verslag maakten we melding van de D)I-clrculalre ‘Beleid ten aanzien
van integriteitsonderzoeken’ (2011) en de nieuwe taak van Bureau Integriteit (BI) van
DJI. Sinds deze wijzigingen kunnen medewerkers rechtstreeks bij BI melden. Na twee
jaar werken met deze circulaire is duidelijker wat deze In de praktijk betekent. Onze
indruk is dat de Centrale Vertrouwenspersonen zich vooral richten op de bejegenings
meldingen en BI de nadruk legt op de ‘hardere’ kant van integriteitsmeldingen.
Pagina 7 van 20
Jaarverslag 2012
-
2013, Centraal Vertrouwenspersoon Integritwt (CVI)
Vertrou
BI heeft in de verslagperiode regelmatig contact gezocht met de Centrale
(de
gemeld
wenspersonen over medewerkers die zich rechtstreeks bij hen hadden
namen
gaf,
zogeheten ‘zelfmelders’). Als cle aard va?i de melding daartoe aanleiding
de vertrouwenspersonen de afhandeling van de melding over.
Invoering Klachtenloket DJI
ningsklach
Eind 2011 is een Klachtenloket DM geïntroduceerd speciaal voor bejege
hoofdstuk 9
onder
die
vallen
iachten
ningsk
bejege
betreft
Het
erkers.
ten over medew
Over
SSC.
Algemene Wet Bestuurs recht. Het klachten loket is ondergebracht bij het
we
hebben
.
Ook
het aantal en de aard van de klachten is bij de CVI niets bekend
n voldoet.
geen informatie kunnen vinden of het Klachtenloket aan de verwachtinge
en
en het
person
uwens
Er bestaat geen samenwerking tussen de Centrale Vertro
meldin
dubbele
is
van
sprake
er
of
Klachtenloket. Hierdoor hebben we geen beeld
zijn.
wenselijk
wel
zou
Dit
trends.
gen en onvoldoende inzicht in mogelijke
persoon
Beleid n.av. aanbevelingen uit verslag Centrale Vertrouwens
2010-2011
enteerd in
De Centrale Vertrouwenspersonen hebben het verslag 2010-2011 gepres
is
taties
presen
.
deze
In
de Centrale Ondernemingsraad en In het Groepsberaad
van
belang
het
en
meldingen
vooral aandacht besteed aan de versnippering van
teren
goed voorbeeldgedrag door leidinggevenden. Wij hebben niet kunnen consta
.
hoofddirectle
de
door
omen
ondern
Is
dat naar aanleiding hiervan actie
Pagina 8 ver, 20
Jaarverslag 2012
3
2013, Centraal Vertrouweispersoon Integriteit (CVI)
Werkwijze Centrale Vertrouwenspersonen Integriteit
Het overgrote deel van de meldingen komt bij de Centrale Vertrouwenspersonen
Integriteit binnen per telefoon of e-mail via het secretariaat. Blijkt de melder aan
het juiste adres te zijn, dan volgt een (telefonisch) intakegesprek. In dit gesprek
wordt de melding besproken en leggen wij de werkwijze uit. In verband met het
‘woud ‘aan meldpunten vragen wij of de melding al elders is neergelegd. Als dat zo
is, dan kunnen wij de melding niet verder in behandeling nemen.
Twee belangrijke kenmerken van onze werkwijze zijn:
•
De CVI voert zelf geen onderzoek uit. Als het nodig is, adviseren we het
bevoegd gezag onderzoek uit te laten voeren door Bureau Integriteit. Op
verzoek van het bevoegd gezag helpt de CVI in sommige gevallen bij het
formuleren van de onderzoeksvraag.
De CVI onderneemt alleen actie als de melder hier uitdrukkelijk toestemming
voor gegeven heeft. Vooraf bespreekt de CVI met dc melder welke actie
ondernomen wordt en of de naam van de melder genoemd kan worden. Op elke
stap volgt weer overleg met de melder over eventuele ver’volgacties. Onder
geen beding geeft de Centrale Vertrouwenspersoon Integriteit zonder
toestemming van de melder inhoudelijke informatie aan derden.
Oplossingen vinden in de lijn
Kern van het integriteitsbeleid bij DJI is dat integriteitsinbreuken opgelost moeten
worden in de lijn. Dit betekent dat de meldingen bij de Centrale Vertrouwensperso
nen Integriteit niet door hen worden oplost, maar op verantwoorde wijze en op de
juiste plek worden teruggelegd in de lijn. Dit doen ze door de melder te adviseren
over de te volgen aanpak of door de melding zelf voor te leggen aan het bevoegd
gezag, met het verzoek actie te ondernemen. Uiteraard kunnen de Centrale Vertrou
wenspersonen Integriteit hierbij altijd adviseren, of optreden als procesbegeleider
bij een gesprek tussen de metder en het bevoegd gezag. Het komt ook regelmatig
voor dat de Centrale Vertrouwenspersonen Integriteit gevraagd worden op te treden
als bemiddelaar. Is de melding eenmaal In de lijn teruggelegd, dan trekt de CVI zich
terug, maar blijft indien gewenst, de afhandeling volgen.
Zijn de Centrale Vertrouwenspersonen van mening dat het betrokken lijnmanage
ment niet adequaat reageert op de melding, dan kunnen ze besluiten een manage
mentniveau hoger te gaan en het naast- hogere bevoegd gezag erbij betrekken.
In sommige gevallen komen de Centrale Vertrouwenspersonen Integriteit, na hoor
en wederhoor tot de conclusie dat er geen sprake is van een integriteitsschending.
Dit wordt dan aan de melder en aan het bevoegd gezag meegedeeld. De melding
wordt daarmee afgesloten.
Naast bovenstaande adviseren wij op verzoek ook directies en lokale vertrouwens
personen over hoe met integriteitsproblemen om te gaan.
Pagina 9 van 20
Jaarverslag 2012
4
-
2013, Centreal Vertrouwenspersoon integriteit (CVI)
Meldingen 2012 en 2013
Hieronder geven we aan hoeveel gevallen bij ons in de verslagperiode zijn gemeld
en geven we een korte omschrijving ervan.
Meldingen 2012
Het totaal aantal meldingen in 2012 bedroeg 38, waarvan 1 doorlopend uit 2011. en
2 anoniem.
Ten opzichte van 2010 (50, waarvan 5 doorlopend en 2 anoniem) en 2011 (44,
waarvan 1 doorlopend uit 2010 en 0 anoniem), is het aantal meldingen afgenomen.
1
Ongewenste onigangsvormen
Intimidabe/pesten/kwaadspreken/agressie en geweldfdiscrlrninatefSi
Professionele Integriteit
Voorbeeldgedrag/oneigenlijk gebruik DJI-mlddeleri/alcohol/drugsgebruik/schenden van/niet
tijdig nakomen afspraken/rieverifuncties/belangenverstrengeling/rilet of niet tijdig beant
woorden van (schriftelijke) verzoeken/onzorgvuldige afhandeling van lntegrlteitsm
eldingen
Zorgvuldig en professioneel omgaan met meldingen door ieidinggevcnden
Verwaarlozing werknemer-werkgeverrelatie/(ontbreken van) rehabIlitatie/oneigenlijk gebruik
van bevoegdheden/niet correct toepassen van (rechtspositionele) regels en integritetsprotocol
9
3
10
Strafbare gedragingen
(vermoedens) van fraude/(vermoedens van) diefstal/geweld/valsheid In geschrifte
0
Privérelaties op het werk
Met collega’s/met leidinggevenden/met Ingeslotenen
1
Adviesaanvragen aan CVI
Melders/lokale contactpersonen/functionarissenJbevoegd gezag
Oneigenlijke meldingen
Functionerings- en beoordeilngstrajecten/zelf niet integer handelen
11
4
Totaal
Pagina 11 van 20
Jaarverslag 20t2
-
Ot3, Centraal Vercrouwenspersoon Integriteit (CVI)
Meldingen 2013
Het totaal aantal meldingen in 2013 bedroeg 31, waarvan 1 anoniem.
Ongewenste omgangsvormen
oude
Intimidatie/pestenfkwaadspreken/agressie en geweld/discriminetie/5I/afrekenen op
beelden
Professionele Integriteit
van/niet
Voorbeeldgedrag/oneigenlijk gebruik Dfl-mlddeien/alcohol/drugsgebruik/schericien
beant
tijdtg
niet
of
t
rengeiing/nie
elangenverst
tijdig nakomen aFspraken/nevenfuncties/b
van (schriftelijke) verzoeken/onzorgvuldige afhandeling van integritetsmeldirgen
Lden
den
Zorgvuldig en professioneel omgaan met meldingen door Ieldinggeven
gebruik
Verwaarlozing werknemer-werkgeverreiatie/(ontbreken Van) rehabilitabe/oneigenlijk
integntelts
en
regels
nele)
(rechtspositio
van
toepassen
correct
van bevoegdheden/niet
protocoi
5
1
9
Strafbare gedragingen
(vermoedens) van fraude/(vermoedens van) diefslal/geweld/valsheid In geschrifte
0
Privérelatles op het werk
Met colleges/met Ieidinggevenden/met ingeslotenen
Oj
Adviesaanvragen aan CVI
Melders/lokale contactpersonen/functionarissen/bevoegd gezag
Oneigenlijke meldingen
maar was
Iritegriteitsschending door nieider zelf/rehabilitatie had wel plaatsgevonden,
)ict
/arbeid5conf
volgens meider onvoidoende
Totaal
Pagina 12 van 20
10
6
31
)aarversIg 2012
5
-
2013, Ceritral Vertrouwcnsper500n Integrtei (CVI)
Conclusies en aanbevelingen
De Centrale Vertrouwenspersonen Integriteit hebben voor dit verslag alle kwesties
nogmaals nagelopen en komen op basis hiervan tot de volgende conclusies en
aanbevelingen
In vergelijking met de jaren 2011 en 2012 is het aantal meldingen bij de CVI
gedaald. Het Is ons niet bekend of het aantal meldingen in zijn totaliteit (BI,
Onderzoeksraad Integriteit Overheid, Klachtenioket, Nationale Ombudsman,
Adviespunt Klokkenluiders e.d.) is gedaald. Wat onveranderd is ten opzichte van
voorgaande jaren, is het feit dat melders graag hun ‘hart willen luchten maar
verder geen formele melding willen doen vanwege mogelijke negatieve
consequenties voor hun loopbaan. Uitspraken die dit illustreren zijn: ‘Ik wil niet
dat je dit met mijn vestigingsdirecteur bespreekt, want dan ligt het binnen de
kortste keren op het Hoofdkantoor en dan kan ik mijn carrière wel vergeten’ of
‘Ik kan me niet permitteren om mijn baan kwijt te raken, want ik heb
momenteel twee hypotheken’.
•
Lokale vertrouwenspersonen weten ons te vinden voor advies en overleg.
Daarentegen bleek in een aantal situaties dat de melders onvoldoende
vertrouwen hadden in lokale vertrouwenspersonen, omdat zij te dicht bij de
Inrichtingsdirectie zouden staan.
•
Ook in deze verslagperiode kwamen weinig (slechts 2) meldingen seksuele
intimidatie voor. Een van deze meldingen betrof seksuele intimidatie bij de
sollicitatieprocedure. Deze melder hebben we direct doorverwezen naar een
advocaat.
•
Melders zijn geneigd om hun melding bij meerdere instanties tegelijkertijd aan
te kaarten.
•
Er zijn in deze verslagperiode relatief veel meldingen binnengekomen van
zorgprofessionals (verpleegkundigen, psychologen en psychiaters).
Algemene aanbeveling
De algemene aanbeveling uit de verslagen 2008-2009 en 2010-2011 is nog onver
kort van kracht. Het lijkt ons nog steeds zinvol voor de hoofddirectie van DJI om de
bevindingen in dit verslag in samenhang te bezien met de bevindingen van het BI,
de uitkomsten van de Internetspiegel, de klachten over onderlinge agressie en
geweld en de klachten ingediend bij het Klachtenloket OM.
Bovendien lijkt het ons wenselijk om te onderzoeken welke rol lntegriteitskwesties
spelen in rechtspositionele geschillen, In hoeverre maken zij er deel van uit of liggen
zij er zelfs aan ten grondslag? Een analyse van de uitkomsten van bezwaar- en
beroepsprocedures zou hier licht op kunnen werpen. De voorzitters van de Bezwaar
schriftencommissies Personele aangelegenheden voor het ministerie van V en)
beamen dit.
Pagrni 13 van
zo
JaarverIag 2012
2013, Centraal Vertrouwcnsper500n Integriteit (CVI)
Voor een zo helder en compleet mogelijk beeld van de integriteitsproblematiek en
het formuleren van de juiste oplossingen, is een centrale registratie van alle meldin
gen en klachten noodzakelijk. Hierdoorkrijgt men daadwerkelijk zicht op de totale
integriteitsproblematlek binnen Dii.
Tot op heden ontbreekt het aan een integrale visie op integriteitsbeleid en aan
eenduidige coördinatie. Indien DJI integriteit daadwerkelijk tot speerpunt van beleid
wil maken is dit het eerste wat moet worden opgepakt.
Specifieke aanbevelingen
Meer structurele aandacht voor integriteit nodig
In ons vorige verslag hebben we aangegeven dat het belangrijk is om na de
campagne Veiligheidsbewustzijn van DII waarmee de nieuwe gedragscode werd
geïntroduceerd voorlichting over dit onderwerp structureel te laten terugkomen.
Wij constateren dat een dergelijke voorlichting niet heeft plaatsgevonden, terwijl er
In het veld nog steeds te weinig kennis is van de gedragscode. Doordat bijvoorbeeld
de verschillen tussen meldingen en klachten niet duidelijk zijn.
-
—
Advies
Zorg met follow ups op de campagne voor structurele aandacht voor integriteit.
Aandacht voor managementkwallte)ten bij aansturen zorgprofesslonals
Deze verslagperiode zijn er relatief veel (op vijf verschillende locaties) meldingen
geweest van zorgprofessionals over hun leidinggevende. Het betreft vooral meldin
gen over onbehoorlijke bejegening. Uit deze meldingen blijkt dat er weinig aandacht
is voor communicatie met de medewerker en voor het onderhouden van de relatie.
Er is doorgaans een zakelijke en functionele aansturing, los van de persoon. Hier
door voelen medewerkers zich onveilig en missen ze personele zorg. De meldingen
van de zorgprofessionals wekken de indruk dat hun leidinggevenden onvoldoende
zijn toegerust voor het aansturen van hun medewerkers.
Advies
Leidinggeven aan professionals is een vak apart dat specifieke scholing vraagt. Een
MO-programma specifiek voor deze (eidinggevenden zou op zijn plaats zijn.
PaIna 14 van 20
Jaarversleg 2012
-
2013, Centra& Vertrouwenspersoon Tnteriteit (CVI)
Aandacht voor moreel vakmanschap
Naar aanleiding van diverse meldingen moeten we constateren dat het morele
vakmanschap door de hele DJI-organisatie te wensen overlaat.
Dit komt op verschillende terreinen tot uitdrukking.
Grof taalgebruik.
Dit betreft zowel kwalificaties over medewerkers als over ingeslotenen.
Voorbeelden:
‘nazihonden’: een medewerker over een collega.
‘alle gedetineerden een nekschot’: een medewerker over gedetineerden.
‘alle OR-leden tegen de muur’: een leidinggevende over OR-leden.
Het blijkt dat de personen die deze taal bezigen, niet worden aangesproken en
gewoon in functie blijven.
Afrekenen op ‘oude beelden’
Voorbeelden:
Een medewerker die niet goed kon opschieten met zijn leidinggevende, maar
verder goed functioneerde, wilde graag dichter bij huis werken en wilde
overgeplaatst worden op eenzelfde functie in een andere Inrichting. De
vestigingsdirecteur belde met de vestigingsdirecteur van de nieuwe inrichting
om door te geven wat er speelde. De medewerker werd niet aangenomen.
•
Verkeerd toepassen van de maatwerkregeling bij ziekteverzuim.
Hetgeen hierover In de vorige verslagperiode is vermeld, is nog onverkort van
toepassing.
Teveel wordt uitgegaan van de vooronderstelling dat er onrechtmatig gebruik
wordt gemaakt van de regeling in plaats van het uitgangspunt dat de
medewerkers echt ziek zijn.
•
Onvoldoende professionele distantie bij arbeidsconflicten.
Voorbeelden:
‘ik had je meteen op straat willen flikkeren, maar ik wacht nu toch maar de
zitting af’: een vestigingsdirecteur over een medewerker.
‘maar dat vind ik niet eerlijk’: een leidinggevende tegen een medewerker die
terecht de kosten van zijn opleiding vergoed kreeg.
Het blijkt dat vooral persoonlijke opvattingen van leidinggevende de boventoon
voeren In plaats van de uitgangspunten van het ARAR.
Advies
Zorg voor herhaalde aandacht voor moreel vakmanschap. Een eenmalige dilemmatraining is niet voldoende.
Pagina 15 ven 20
JaarversIa 2012
-
2013, Centraal Vertrouwenspersoon Integriteit (CVI)
Omgaan met melders door het bevoegd gezag na onderzoek BI.
En de afgelopen verslagperiode kregen wij diverse meldingen uit drie locaties van
medewerkers die als getuigen waren opgeroepen door BI, maar daarna niet werden
geïnformeerd door het bevoegd gezag over de uitkomsten van het onderzoek
waaraan ze zelf hadden bijgedragen. Diegene waarnaar het onderzoek werd gedaan
kreeg het gehele onderzoek te zien. Hierdoor kwamen de meiders/getuigen in een
onveilige situatie.
In één zaak heeft om deze reden een melder zelf ontslag genomen en een andere
meider heeft gevraagd om overplaatsing. Los van hun eigen getuigenverklaring
kregen ze geen verdere verslagen te zien. Een en ander zal de meldingsbereidheid
niet vergroten.
Advies
Maak als bevoegd gezag bij de beslissing over het afgeven van het rapport van BI
een zorgvuldige afweging met betrekking tot de belangen van de melders/getuigen
en de beklaagde.
Over de melders
Hetgeen we in ons vorige verslag hebben geschreven over de diversiteit van
melders, blijft onverkort van kracht.
En deze verslagperiode constateren we een tendens van meer collectieve meldingen.
Soms komen melders gezamenTijk, om sterker te staan t.a.v. hun leidinggevende.
Ook adviseren wij als we constateren dat meerdere collega’s betrokken zijn bij de
vermeende integriteitsschending, om gezamenlijk te melden. Hiermee heeft de
melding meer impact.
Pagina 16 van 20
4
Jaarverslag 2012
-
2013, Centraal Vertrouwenspersoon Integriteit (CVI)
Bij’age
Gegevens CVI
Centrale Vertrouwenspersoon Integriteit DJI
Centrale Vertrouwenspersoon Integriteit DJI
p
Secretariële ondersteuning Centrale Vertrouwenspersoon Integriteit DJI
Di
II
E-mail:
Postadres
Postbus 90829
2509 LV Den Haag
Bezoekadres
Bezuictenhoutseweg 20
2594 AV Den Haag
Pagina 18 van 20
‘4--
t—
t
1
1
r
-
-
—4
Dit Is een publicatie van:
Ministerie van Veiligheid en iustltie
Dienst 3ustltlëie Inrichtingen
Postbus 90829 1 2509 LV Den Haag
www.dji ni
September 2014
1J
BIaC
1O
.
;r
1 DEEL.
vvI,mr.Jnm
Alleen rapporteren ovOrde situatris dle
fl2010 zijn afgerond onder verantwoord#l1)khe’d vo.n rot bevoegd gezag
(Een melding tin 2009, atgorond in 21)10 wordt dus dit jaar gerapporteerd(
Ingevuld dear
taLnr.
Saaier:
VevetalJaeem 0010
IVraag 1
Aantal bekokkenen met vgrnedens van inter.
Aantal betrokkenen
•
waarvan varmo.dena van
en zijn qecon.telaerd
batrokkne Is niet in div;rst van de Org:nisatie
eevahnl
Inclusief betrokkene onbekemrd en
vraag in Type- vermoedelijk.- achendingen
Het letsel aantal betrokkenen met vermoedens van -ttnarrdale acriendingen
m&dlng.nlvermoed.na
-
Ht totaal aantal betrokkenen met- vermoedens van rrdbrrjlç positie en belangenserstengeling
liet totaal aantal belrokkanen met vermoedens van lekken en misbruik van brtormnalla
Het totaal aantal betrokke%nn niet vermoedens van misbruik van bevoegineden
Hel totail aantal betrokkenen niet vernroederrs van misbruik van gewelisbevoegdtnaid
Het totaal aantal betrokkenen net vermoedene van ongewenste omvgangevormnn
Het totaal aantal betrokkenen met vermoedens van misdragingen In de prtid-steer
Het totaal aantal betrokkenen mllt vermoedeva van- oneigenlijk gebruik van dlenslmlddelen 1
overschrijding Interne regele
liet totaal aantal betrokkenen mei ventrogdana van mieeland volgens de kloldmerduklersregdkng
Totaal aantal type ache.dngen
(per betrokkene 4n nveeidsre type sdlenc5gen mogelijk)
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
5
1
Vraag
gevallen
gevallen
9uellan
genalan
gevallen
aevaeen
gevallen
gevallen
gevallen
0
1
geraKen
-
-
waarvan geconstateerd
gevaflwr
gevallen
gtoall.n
gevallen
gevallen
geraKen
-
6
g.,alee
1
..v.aee
25__jBeatuurlijke i_ambtelijke)_behandeling
Volledig teitarronderzoek
PJisen vooronderzoek
1
5
gosaj
Geen onderzoek
gevallen
Onbekend
(per betrokkene In onderzoek
Vraag 2b
o ven/alle onderzoeken opgeven: crk waar uitkomst van onderzoek niet lot Constatertrng he4t geleid)
0
Ond.rzo.kalnatentle (onder verintwoordelljklield bevoegd gezag)
Intern onderzoek
Extern Onderzoek
Intern onderzoek gevolgd door extern onderzoek
(per betrzklrxne kr onderzoeli opgaven t alle onderzoeken opgeven; ook waar ultlmoniet van onderzoek niet tol corstelming heeft galald)
gavailen
gevasen
gevallen
Aangifte hIj hel Openbaar Ministerie
Vraag 2c
Aenelfta hij het openbaar Minlatante
Vraag 3
gevallen
eevatlen
gevallen
Atdo.nlng
a) dIsciplinair (por betrokkene ajnari de cv 25r5.e aidoet*rç vermelden)
eclamelijke berisping
btirgewona dienst
vermindering vakantie
tkienclele aldoening
verpleatafrrg
schorsing met Inhoudtng ver bezolcllgkrg
etratontalag
otaeidtacWnalr
vocewsard&c
unnaotw.a’dellj
gevallen
gevallen
Oevelten
gealtmr
andere afdoening / amnbtalee afdoening (waarsotnjwbrgebrtef, coadtrkrg cle)
een afdoening
Totaal afdoevring
II
gevallen
gevallen
geVallen
gevallen
gaIen
gevetlem
0
gavulen
gevr
gevalain
OuSallefi
gevallen
ges
0
0
gevelen
gevel.
geval.
b) etrafrechtelijk (die Intern zijn afgerond)
veroordetlng
trervaactlelboete
seponerkrg door OM
g,e
gelegen
overig
gevaten
niet bekend
gevallen
Uw antwoorden graag v66r 31 januari 2011
Dank voor uw medewerking.
Telefoon
TOELICHTING
De vragen zijn gebaseerd
sturen naar;
op het Landelijk nrodelforrnuiier
registratie integnteitsschendingen
1)
Uitgangspunt
cesus telt
schending
dit
isdo
eis
melding overeen
vennoedelijke schending. Hierbij geldt dat 1 melding
1
betrokkene (dus
bij 3
betrokkenen in 1
wordt vastgesteld (geconstateerd, schending).
De bedoeling is det bij meldingen/vermoederts van integriteitsschendingen Bile
worden geconstateerd en dat wordt bij waarvan geconstateerd opgegeven.
Diverse
=
3 meldingen). Op de melding/betrokkene wordt actie ondernomen waaruit kan blijken dat een vermoeden van een
ministeries hebben In het verleden aangegeven dat de
meldingen
worden
opgegeven. Een
deel daarvan zal
geconstateerde schendingen uiteindelijk het meest van
belang zijn.
Tegelijkertijd weten we dat bepaalde type Schondingen vanwege hun kenmerken veel vaker niet kunnen worden vastgesteld (bv.
ongewenste omgangsvormen of lekken van informatie) terwijl
da. ,vrr=vnleafia.
meldingen hierover wol een signaal kunnen zijn over
mogelijke tisicos in
‘.‘ tOflOI IOIU
I.Z VJIOIflI, VI
OftflUU WI IflIIIJII 1 mIn) 10, OljI IHOIUJU JCI,lIIUISJyoI
IICI
0Il 10fl IUUJIO
CII
Jj
t
1
ssoiljaa
l1%lV 0
II
de organisatie.
2)
Het formulier bevat de vraag al de melding bestuurlijk Is onderzocht (volledig teltenonderzoek, alleen vooronderzoek, geen onderzoek,
onbekend). De aard van een melding kan zodanig zijn dat een volledig onderzoek niet mogelijk of niet gewenst is,
Aangezien het uitgangspunt betrekking heeft op de meldingenibetrokkenen is expliciet opgenomen dat hel gaat om meldingen waarvan
de behandeling is algerond onder verantwoordelijkheid van het bevoegd gezag.
Een melding kan dus hebben plaatsgevonden In een eerder kalenderjaar. maar het gaat om het jaar van afdoening.
Is het onderzoek onder verzntwoordelijkheld van hef bevoegd gezag (al dan niet met een sanctie) in 2010 afgerond, dan vindt
registratie over 2010 plaats, ook als aangifte gedaan Is bij het Openbaar Ministerie. U hoeft de afwikkeling bij het OM niet af te wachten
voordat u rapporteert.
Er is een oriderscheld tussen het bestuursrechtelijke (disciplinaire traject) en het strafrechtelijke. Vanuit het bestuursrechtelijke traject
kan hel onderzoek intern door de eigen Organisatie worden verricht, of worden uitbesteed een een extern bureau waarbij het onderzoek
nog steeds onder da eigen bestuurlijke verantwoording valt. Ook beide opties zijn mogelijk, eerst een intern onderzoek en vervolgens
een extern onderzoek.
Daarnaast kan er aarigille worden gedaan ten behoeve van een strafrechtelijk traject waarbij het OM verantwoordelijk Is. Om het
onderscheid met het bestuursrechtelijke traject te maken Is deze vraag afzonderlijk opgenomen.
3)
Er is gexpliciteard dat tav. een betrokkene aNeen de zwaarste afdoening wordt opgenomen.
De afzonderlijke disciplinaire maatregelen (961cft’o6te, inhouding- of vermindering salaris, niet toekennen periodiek, uitsluiting hogere
salarisaschaal, indelirigs lagere salarisschaal) zijn samengevoegd onder financiële efdoening’.
- -let begrip ‘andere afdoening’ is toegelicht. ‘geen afdoening’ is toegevoegd. Het totaal aan (disciplinaire) afdoeningen zal gelijk zijn
aan het totaal aan betrokkenen.
De uitkomsten bij het OM hoeven slechts gemeld te worden In het jaar waarin het onderzoek bij het bevoegd gezag is afgerond (vraag
3b). Dat zal vaak ‘niet bekend’ zijn.
-
-
-
Voorbeelden
- Van een vermoedelijke misdraging in de privésfeer In 2009 loopt een intern onderzoek door in 2010. In 2010 wordt de
integriteitsschendlng geconstateerd en ook een straf opgelegd. Over dit vermoeden wordt over 2010 gerapporteerd (in beide kolommen
laenin3)
- In 2010 komt een melding van een vermoedelijke ttnanclele schending binnen. Hiernaar wordt eerst een Intern onderzoek Ingesteld.
Vervolgens voert een extern onderzoeksbureau een feltenondarzoek uit. Op basis van de uitkomsten van dit onderzoek wordt aangifte
bij het OM gedaan en wordt overgegaan tot strafontslag. Het OM is nog bezig met het strafrechtelijk onderzoek In 2011 en ook de
beroepsprocedure tegen het strafontslag loopt nog. Aangezien het onderzoek en de afdoening door hel bevoegd gezag in 2010 is
afgerond, wordt over deze situatie in 2010 gerapporteerd (Belde kolommen 1 a, bij 2b onder ‘zowel in- als extern onderzoek’, bij 3e
‘strafontsieg’ en ‘niet bekend’ bij 3b)
Een vermoeden van misbruik ven bevoegdheid wordt In 2009 gemeld. In 2010 komt uit Onderzoek naar voren dat er niets aan de
hand Is. Over deze melding/vermoeden wordt over 2010 gerapporleerd( In kolom le in ‘vermoedens’, In kolom 2a en 2b, In 3e ‘geen
-
Alleen rapporteren over de attuatles dle it 2013 zijn afgerond onder verantwoordnttjkheld
leen melding In 2012, argorond In 2013 wordt dus dit jaar gerapportoerd)
van tint bevoegd gezag
Aantal betrokkenen metvirmoedins vin In
Aantal betrokkenen waarvan vermoedens
Vraag la
lii
gevallen
eaualten
Aantal interne meldingen
13
gevallen
Aantal externe meldingen
2
15
eenutlen
gevatlen
3
Aantal meldingen van Meldpunt M
2
(per bnlroktsenr aongegeue:r of meld ng intern of extern In en of sprake is van meldingen In het kader van klokkaviurderarageling of van Me dpunt Ml
gevallen
Inclusief ‘betrokkene onbekend’ en ‘betrokkene is niet In dienst van de
organisatie
Vraac Ib
Totaal aantal meldingen
Aantal meldingen In het kader van de klokkentuidersregeting
vraag le
Type vermoedelijke schendinon
Het totaal uantot betrokkenen met vermoedens van Snancele schendingen
Het totaal aantal betrokkenen met vermoedens van minbruik posihe en betangenverslengeling
Het totaal aantal betrokkenen met vermoedens van lekken en misbruik van informatie
Het totaal aantal betrokkenen met vermoedens van misbruik van bevoegdheden
Het totaal aantal betrokkenen met vermoedens van misbruik van geweldsbenoegdheid
Het totaal aantal betrokkenen met vermoedens van ongewenste omgangsvorrnen
Het totaat aantal betrokkenen met vermoedens van misdragingen In de privâ.sfeer
Het totaat aantal betrokkenen met vernnoedena van oneigenlijk gebruik van dienstmiddeten!
overoctirijding interne regels
-
-
-
-
-
gevallen
2
0
3
-
-
-
-
-
-
-
-
1
-
-
2
liet totaal aantal betrokkenen met vermoedens van mlsatand volgens de kiakkenluideromgeng
-
waarvan geconatateerd
nieldingan 1 vureneedene
-
-
Totaal aantal type echendtngen
(per betrokkene zijrr meerdere type sctiendlngen mogetijk)
1
3
gevallen
gevallen
gevallen
gevallen
gevallen
—
awabe
gevallen
—
2
gevallen
gevallen
gevallen
gevaten
gevallen
gavattan
gevallen
3
gwaien
1
gevallen
1
g.nattas
S
genattee
3
gevallen
genegen
gevallen
12
gevallen
gevallen
OndsrzogkslnatgntJe (onder verantwoordelijkheid bevoegd gezag)
ntsro onderzoek
Extern onderzoek
ntgrn onderzoek gevolgd door extern onderzoek
(per betrokkene in onderzoek opgeven! alle onderzoeken opgeven,
Vraag 2e
gevallen
—
—
Vraag 2a
(eestuurlijka 1 ambtelijke) behandeling
Votledig feitenonderzoek
Alleen vooronderzoek
Geen onderzoek
Onbekend
(per betrokkene in onderzoek opgeven! alle onderzoeken opgeven, ook waar uItkomst van onderzoek niet tot constatering heeft geteld)
Vraag 2h
gevallen
2
t
bis
genegen
0
gevallen
al
gevallen
ooit waar uitkomst van onderzoek niet tot constatering heeft geleId)
Aangifte bij het Opgnbaar MinIsterie
1
Aangifte bij het openbaar MinIsterie
Afdoening
Vraag 3
a) discIplinair (per betrokkene alleen de zwaarste afdoening verrneldenl
schriftelijke berisping
buitengewone dienst
vermindering vakantie
finandele afdoening
verplaatsing
schorsing met inhoud’ng van bezoldiging
ntrsfontslag
Totaal discIplInaIr
andere afdoening 1 ambtelijke afdoening (waarsctsuwrngsbrlef coach ng etc(
‘jean afdoening
Totaal afdoenIng
onvogrweardelk
VOolWaardelNIt
1
gevgsee
0
gevallen
gevellee
gevallen
gevallen
gevallen
gevallen
gevallen
0
gevallee
gevallen
gevallen
1
gevallen
1
gevallen
1
gevallen
genaeen
gevalee
ganaSes
1
gevallen
gevallen
5
pevallee
gevallen
gevallen
b) strafrechtelIjk (dle Intern zijn afgerond)
veroordeling
transactie 1 boete
seponennrg door OM
overig
niet bekend
gevallen
gevallen
gevallen
gevallen
gevallen
TOELICHTING
De vragen zijn gebaseerd op het Landelijk rnodelformu(ier registratie integrite(tsschendingen
1)
Uitgangspunt is de melding over een vermoedelijke schending. Hierbij geldt dal 1 meiding = 1 betrokkene (dus bij 3 betrokkenen in 1
casus telt dit ais 3 meldingen Op de meldingibetrokkene wordl actie ondernomen waaruit kan blijken dat een vermoeden van een
schending wordt vastgesteld (geconstateerde schending).
Als bij een betrokkene meerdere vermoedelijke respectievelijk geconstateerde integriteitsschendingen zijn bij 1 melding, telt dit ais 1
melding Bij vraag le dienen dan wel alle vermoedelijk respectieveljke geconstateerde type schendingen te worden geregistreerd (per
betrokkene zijn meerdere type schendingen mogelijk)
De bedoeiing is dat bij meidingen/verrnoedens van integriteitsschendingen alle meldingen worden opgegeven. Een deel daarvan zal
worden geconstateerd en dat wordt bij waarvan geconstateerd opgegeven,
Diverse minstenes hebben in het verieden aangegeven dat de geconstateerde schendingen uiteindelijk het meest van belang zjn
Tegelijkertijd weten we iat bepaalde type schendingen vanwege hun kenmerken veel vaker niet kunnen worden vastgesteld (bv.
ongewenste omgangsvormen. of lekken van informatie) terwijl meldngen herover wel een signaal kunnen zijn over mogeijke risico’s in
de organisatie.
Vraag ib verwijst naar informatie over de melding, zoals opgenomen in het landelijk modelformulrer registrat.e integnteitschendingen.
Per betrokkene (een melding met meerdere betrokkene, telt de registratie a!s meerdere meldingen) moet worden aangegeven of de
melding intern of extern is. Ook per betrokkene aangeven of er sprake is van melding in het kader van de ktokkenluidersregelirrg of van
Meldpunt M
2)
Het formulier bevat de vraag of de melding bestuurlijk Is onderzocht (volledig feitenonderzoek, alleen vooronderzoek, geen onderzoek.
onbekend). De aard van een melding kan zodanig zijn dat een volledig onderzoek niet mogelijk of niet gewenst is
Aangezien het uitgangspunt betrekking heeft op de meldingen)betrokkenen is expliciet opgenomen dat het gaat om meldingen waarvan
de behandeling is afgerond onder verantwoordelijkheid yen het bevoegd gezag.
Een melding kan dus hebben plaatsgevonden in een eerder kaenderjaar, maar het gaat om het jaar van afdoening
Is het onderzoek onder verantwoordelijkheid van het bevoegd gezag (al dan niet met een sanctie) in 2013 afgerond, dan vindt registratie
over 2013 plaats, ook als aangifte gedaan is bij het Openbaar Ministerie. t) hoeft de afwikkeing bij het OM niet af te wachten voordat u
rapporteert.
Er is een onderscheid tussen het bestuursrechtel.jke (discplinare traject) en het strafrechtelijke, Vanuit het bestuursrechtehjke traject
kan het onderzoek intern door de eigen organisatie worden vemcht, of worden uitbesteed aan een extern bureau waarbij het onderzoek
nog steeds onder de eigen bestuurijke verantwoording valt Ook beide opties zijn mogelijk, eerst een intern onderzoek en vervolgens
een extern onderzoek.
Daarnaast kan er aangfte worden gedaan ten behoeve van een strafrechtelijk traject waarbij het OM verantwoordelijk-is. Om het
onderscheid met het bestuursrechtelrike traject te maken is deze vraag afzonderlijk opgenomen
3)
Er is geëxpliciteerd dat t a v een betrokkene alleen de zwaarste afdoening wordt opgenomen.
De afzonderlijke disciplinaire maatregelen (geldboete, Inhouding- of vermindering salaris niet toekennen periodiek, uitsluiting hogere
salarissschaal, iridelings lagere salarisschaal) zijn samengevoegd onder Tinanciele afdoening
Het begrip andere afdoening’ is toegelicht geen afdoening is toegevoegd. Het totaal aan (disciplinaire) afdoeningen zal gelijk zijn aan
het totaal aan betrokkenen.
De uitkomsten bij het OM hoeven slechts gemeld te worden in het jaar waarin het onderzoek bij het bevoegd gezag is afgerond (vraag
3b). Dat zat vaak niet bekend zijn.
-
-
-
-
Voorbeelden
Van een vermoedelijke misdraging in de privésfeer in 2012 loopt een intern onderzoek door in 2013. In 2013 wordt de
integriteitsschending geconstateerd en ook een straf opgelegd Over dit vermoeden wordt over 2013 gerapporteerd (in beide kolommen
leen in 3)
In 2013 komt een melding van een vermoedelijke financiële schending binnen. Hiernaar wordt eerst een intern onderzoek ingesteld.
Vervolgens voert een extern onderzoeksbureau een feitenoriderzoek uit Op basis van de uitkomsten van dit onderzoek wordt aangifte
bij het OM gedaan en wordt overgegaan tot strafontatag. Het OM is nog bezig met het strafrechtelijk onderzoek in 2014 en ook de
beroepsprocedure tegen het strafontslag loopt nog. Aangezien het Onderzoek en de afdoening door het bevoegd gezag In 2013 is
afgerond, wordt over deze situatie in 2013 gerapporteerd (Beide kolommen la, bi] 2b onder ‘zowel In- als extern onderzoek’, bij 3a
‘strafontslag’ en ‘niet bekend’ bij 3b)
Een vermoeden van misbruk van bevoegdheid wordt in 2012 gemeld. In 2013 komt uit onderzoek naar voren dat er niets aan de hand
is Over deze meldinglvermoederi wordt over 2013 gerapporteerd( in kolom le in ‘vermoedens’, in kolom 2a en 2b. in 3a ‘geen
afdoening’)
-
-
BIae 22
Meldingen van (vermoedelijke) integriteitschendingen, geregistreerd tbv
Jaarrapportage Bedrijfsvoering Rijk 2014
Bestuursorgaan: bestuursdepartement
Jaar: 2014
Aantal
ambtenaren
2
1
1
1
Aard
integriteitaantasting/
verdenking
Ongewenste
Vooronderzoek/Volledig
omgangsvormen
feitenonderzoek
Overschrijding interne
regels
Misdraging in privésfeer
Oneigenlijk gebruik
dienstmiddelen
Volledig
feitenonderzoek
Vooronderzoek
Volledig
feitenonderzoek
Soort onderzoek
Handhaving
Schriftelijke berisping
Schorsing en inhouden
bezoldiging
Schriftelijke berisping
Strafontslag
BIae 23
Sociaal Jaarverslag 2009
1
1
DEEL 2: REGISTRATIEFORMULIER INTEGRITEIT
Alleen m.b.t. de zaken die in 2009 zijn afgerond (kan dus ook meldingen betreffen die in eerdere jaren zijn gestart)
Sector: IND
Ingevuld door: BV&l t Directie HR
tel,nr.:
Verslagjaar: 2009
Vraag 1
Aantal betrokkenen met vermoedens van integriteitsschendingen
Aantal betrokkenen met geconstateerde integriteitsschendingen
P
35 gevallen
13 gevallen
IrcI:sief ‘belrokkene onbekend’ en ‘betrokkere is niet in dienst van de organisatie
vraag 1 a
Type
-
vermoedelijke schendingen
-
Het totaal aantal betrokkenen met
Het totaal aantal betrokkenen met
Het totaal aantal betrokkenen met
Het totaal aantal betrokkenen met
Het totaal aantal betrokkenen met
Het totaal aantal betrokkenen met
Het totaal aantal betrokkenen met
Het totaal aantal betrokkenen met
overschrijding interne regels
Het totaal aantal betrokkenen met
-
-
-
-
-
-
-
-
-
meldingen t vermoedens
vermoedens van financiele schendingen
vermoedens van- misbruik positie en belangenverstengeling
vermoedens van lekken en misbruik van informatie
vermoedens van misbruik van bevoegdheden
vermoedens van
vermoedens van
vermoedens van
vermoedens van
vermoedens van
geconstateerd
gevallen
-
gevallen
2
gevallen
1
gevallen
-
13
gevallen
5
gevallen
-
4
gevallen
1
-
-
-
-
-
misbruik van geweldsbevoegdheid
gevallen
ongewenste omgangsvormen
5
misdragingen in de privé-sfeer
oneigenlijk gebruik van dienstmiddelen /
8
3
gevallen
5
7
gevallen
gevallen
21
gevallen
gevallen
gevallen
gevallen
gevallen
53
gevallen
22 gevallen
misstand volgens de klokkenluidersregeling
Totaal aantal type schendingen
gevallen
gevallen
(per betrokkene zijn meerdere type schendingen mogelijki
Vraag 2a
(Bestuurlijke) ambtelijke) Behandeling
Volledig feitenonderzoek
34
gevallen
Alleen vooronderzoek
8
gevallen
Geen onderzoek
8
Onbekend
gevallen
gevallen
50
gevallen
Intern onderzoek
42
gevallen
Extern onderzoek
11
gevallen
Vraag 2b
Onderzoeksinstantie
Aangifte bij het openbaar Ministerie
Vraag 3
gevallen
Afdoening
a) discipinair (per betrokkene alleen de zwaarste afdoening vermelden)
‘
voorwaardelijk
onvoorwaardelijk
schriftelijke berisping
gevallen
4
gevallen
buitengewone dienst
vermindering vakantie
gevallen
0
gevallen
gevallen
4
gevallen
geldboete
gevallen
0
gevallen
inhouding salaris
gevallen
0
gevallen
vermindering salaris
gevallen
0
gevallen
niet toekennen periodieke salarisverhogingen
uitsluiting van indeling in een hogere salarisschaal
gevallen
0
gevallen
gevallen
0
gevallen
indeling lagere salarisschaal
verplaatsing
gevallen
0
gevallen
gevallen
1
gevallen
schorsing met inhouding van bezoldiging
atrafontalag
gevallen
1
gevallen
gevallen
1
gevallen
Totaal disciplinair
gevallen
andere afdoening t ambtelijke afdoening (waarsct-iuwingsbrief, coaching etc)
geen afdoening
gevallen
0
gevallen
gevallen
0
gevallen
Totaal afdoening
gevallen
ii
gevallen
‘eroordeling
0
gevallen
transactie / boete
0
gevallen
seponenng door OM
0
gevallen
II gevallen
bi strafrechteliik
averig
gevallen
niet bekend
0
Uw antwoord graag vôôr 1 februari richten aan: DP&O
P
tav.
Telefoon
e-matl
oevallen
B9Ici9e 24
Sociaal Jaarverslag 2010
Enquête t.b.v. de rapportage over 2010
::
1
DEEL 3: REGISTRATIEFORMULIER INTEGRITEIT
Alleen rapporteren over de situaties die in 2010 zijn afgerond ander verantwoordelijkheid van het bevoegd gezag
(Een melding ie 2009, afgerond in 2019 wordt dus ditjaar gerapporteerd)
s..,
V
Vraag 1
IND
21/10
Aantal betrokkenen met vermoedens van
Aantal betrokkenen waarvan vermoedancs
ingen zijn geconstateerd
91
eenallen
6
enatten
relus vr bv/1c”cic orbekend en betrokkene is met in dienat van de vrgarisatie
vraag la
Type vermoedelijke schendingen
-
-
Het fataal aantal betrokkenen met vermoedens van
Hel totaal aantal betrokkenen met vermoedens van
Hel totaal aantal betrokkenen met vermoedens van
Hel totaal aantal betrokkenen met vermoedens van
Hel totaal aantal betrokkenen met vermoedens van
Het totaal aantal betrokkenen met vermoedens van
Het totaal aantal betrokkenen met vermoedens van
Het totaal aantal betrokkenen met vermoedens van
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
metdingen / vermoedens
1/nanviele schendingen
11
4
3
misbruik pasitie ee belangenverstengeling
lekken en misbruik van informatie
misbruik van bevoegdheden
1
misbruik van geweldsbevnegdheid
gevallen
gevallen
waarvan geconstateerd
aeoallen
t
gevallen
gevallen
gevallen
gevallen
gevallen
ongewenste nmgangsvernten
misdragingen ie de pdvé-sfeer
oneigenlijk gebruik van diesstmiddelen t
7
5
gevaves
20
gevallen
51
aeaallen
gevallen
gevallen
1
gevallen
gevallen
gevallen
d
gevallen
6
enoallan
Volledig feitenonderanek
2g
gevallen
Alleen vnnrnnderznek
ig
gevallen
Geen endenzoek
12
gevallen
nversnhd(dieg interne regels
Het lelaat aantal betrokkenen met vermoedens van misstand volgens de klvkkenlvidersregeling
Totaal aantal type schendingen
lpvr bvtrvkkvve zin mevrderv type schevdrgen mogelkl
Vraag_2e
gevallen
-
-
gevallen
(Bestuurlijke 1_ambtelijke)_bahendeling
Onbekend
gevallen
(per belrvkkene in onderzoek vpgevvn
Vraag 2b
z’lv vvderzvokvv vpgvuvr 0o waar v kvmvi van c verzvvk viel
cccuic -; benlr genn
enoallen
Onderzoekslnstentie (onder verantwoordelijkheid bevoegd gezag)
Inlem onderzoek
3g
gevallen
Eatere onderzoek
1
gevallen
Idem onderzoek gevolgd door eotem onderzoek
(pvr bvtrvkkvnv in vrrdnrzvek vpgnvnn / alle onderzoeken opgeven ook waar vilkomat van onderzoek nint tot cvnvlalvvrg heetl gvlvdl
Vraag 2c
gevallen
Aangifte bi) het Openbaar Ministerie
Aengite bi) hel npenbaar Min/stede
Vraag 3
aevallen
Afdoening
al disciplinair oer bvirukkene alleen de zwaarste afdoening vermelden)
schriftelijke bedsping
buitengewone dienst
vermindering vakantie
tinanniele afdoening
verplaatsing
gchorsing met inhosding van bezoldiging
slrafontslag
Totaal disciplinair
veerwaardelijk
andere afdoening / ambtelijke afdoening lwaarsohawiegsbrief, vnavhing clv)
geen afdoening
Totaal afdoening
S
aavallan
nneoorwaardeli(k
aevallee
aevallen
aevallee
gevallen
gevallen
gevallen
gevallen
0
gevallen
1
gevallen
gevallen
gevallen
gevallen
gevallen
gevallen
2
1
2
6
gevallen
gevallen
gevallen
gevallen
gevallen
gevallen
gevallen
5
bI strafrechtelijk (die intern zijn afgerond)
veroordeling
transactie / boete
sepnnedng daar OM
vvedg
niet bekend
gevallen
gevallen
gevallen
gevallen
gevallen
Uw antwoorden graag vôér 31 januari 2011 aturen naar:
Dank voor uw medewerking.
Telefoon:
TOELICHTING
De vragen zijn gebaseerd op het Landelijk modelformulier registratie integriteitsachendingen
1)
Uitgangspunt is de melding over een vermoedelijke schending. Hierbij geldt dat 1 melding = 1 betrokkene (dus bij 3 betrokkenen in 1
casus telt dit als 3 meldingen). Op de melding/betrokkene wordt actie ondemomen waaruit kan blijken dat een vermoeden van een
schending wordt vastgesteld (geconstateerde schending).
De bedoeling is dat bij meldingen/vermoedens van integriteitsschendingen alle meldingen worden opgegeven. Een deel daarvan zal
worden geconstateerd en dat wordt bij waarvan geconstateerd opgegeven.
Diverse ministeries hebben in het verleden aangegeven dat de geconstateerde schendingen uiteindelijk het meest van belang zijn
Tegelijkertijd weten we dat bepaalde type schendingen vanwege hun kenmerken veel vaker niet kunnen worden vastgesteld (bv.
ongewenste omgangsvormen. of lekken van informatie) terwijl meldingen hierover wel een signaal kunnen zijn over mogelijke risicos
in de organisatie
2)
Het formulier bevat de vraag of de melding beatuurfijk ia onderzocht (volledig feitenonderzoek, alleen vooronderzoek, geen
onderzoek, onbekend). De aard van een melding kan zodanig zijn dat een volledig onderzoek niet mogelijk of niet gewenat ia.
Aangezien het uitgangapunt betrekking heeft op de meldingen/betrokkenen ia expliciet opgenomen dat het gaat om meldingen
waarvan de behandeling ia afgerond onder verantwoordelijkheid van het bevoegd gezag.
Een melding kan dua hebben plaatagevonden in een eerder kalenderjaar, maar het gaat om het jaar van afdoening.
Is het onderzoek onder verantwoordelijkheid van het bevoegd gezag (al dan niet met een aanctie) in 2010 afgerond, dan vindt
regiatratie over 2010 plaats, ook sla aangifte gedaan ia bij het Openbaar Miniaterie. U hoeft de afwikkeling bij het OM niet af te
machten voordat u rapporteert.
Er ia een onderacheid tuaaen het beatuurarechtelijke (diaciplinaire traject) en het strafrechtelijke. Vanuit het bestuursrechtelijke traject
kan het onderzoek intern door de eigen organiaatie worden verricht, of worden uitbeateed aan een extern bureau waarbij het
onderzoek nog ateeda onder de eigen beatuurfijke verantwoording valt. Ook beide optiea zijn mogelijk, eerat een intern onderzoek en
vervolgena een extern onderzoek.
Daamaast kan er aangifte worden gedaan ten behoeve van een atrafrechtelijk traject waarbij het OM verantwoordelijk ia. Om het
onderacheid met het bestuurarechtelijke traject te maken ia deze vraag afzonderlijk opgenomen.
3)
Er ia geëxpliciteerd dat ta.v. een betrokkene alleen de zwaarate afdoening wordt opgenomen.
De afzonderlijke diaciplinaire maatregelen (geldboete, inhouding- of vermindering aalaria, niet toekennen periodiek, uitsluiting hogere
aalariaaachaal, indelinga lagere aalarisachaal) zijn aamengevoegd onder ‘financiële afdoening’.
Het begrip ‘andere afdoening’ ia toegelicht ‘geen afdoening’ ïa toegevoegd. Het totaal aan (diaciplinaire) afdoeningen zal geluk zijn
aan het totaal aan betrokkenen.
De uitkomaten bij het OM hoeven slechts gemeld te worden in het jaar waarin het onderzoek bij het bevoegd gezag is afgerond
(vraag 3b). Dat zal vaak ‘niet bekend’ zijn.
-
-
-
-
Voorbeelden
Ven een vermoedelijke misdraging in de privésfeer in 2009 loopt een intern onderzoek door in 2010 In 2010 wordt de
integriteitsachending geconstateerd en ook een straf opgelegd. Over dit vermoeden wordt over 2010 gerapporteerd (in beide
kolommen le en in 3)
In 2010 komt een melding van een vermoedelijke financiele schending binnen. Hiernaar wordt eerst een intem onderzoek ingesteld
Vervolgens voert een extem onderzoeksbureau een feitenonderzoek uit Op basis ven de uitkomsten van dit onderzoek wordt aangiftL
bij het OM gedaan en wordt overgegaan tot strsfontslsg. Het OM is nog bezig met het strafrechtelijk onderzoek in 2011 en ook de
beroepsprocedure tegen het strsfontslag loopt nog. Aangezien het onderzoek en de afdoening door het bevoegd gezag in 2010 is
afgerond. wordt over deze situatie in 2010 gerapporteerd (Beide kolommen le, bij 2b onder ‘zowel in- els extern onderzoek’, bij 3e
‘strafontsleg’ en ‘niet bekend’ bij 3b)
Een vermoeden yen misbruik ven bevoegdheid wordt in 2009 gemeld. In 2010 komt uit onderzoek naar voren dat er niets een de
hand is. Over deze melding/vermoeden wordt over 2010 gerapporteerd( in kolom is in ‘vermoedens’, in kolom 2e en 2b, in 3e ‘geen
afdoening’)
-
-
-
AlInen rapporteren over de sItuatIes dIa In 2013 atjn afgerond onder veranlwoordelljkheld van het bevoegd gezag
(Een melding In 2012, afgerond In 2013 wordt dus dit jaar garvpporleerdl
Aantal betrokkenen met v,qmp,deris van lnteç
Aantal betrokkenen waarvan vermoedens van
Vraag la
Indunrot bolrokknrrn
11
lInnan ,Ilnaen,nnat.t.nrd
eevallee
bnknr-d en ‘belrokkane is niet In dIenst van de organtsase’
Vraag 1h
Atl
interne meldingen
68
Aantal externe meldingen
Totaal aantal meldingen
Aantal meldingen in het kadervan de klokkenluidersregeling
Aantal meldingen van Meldpunt M
(per betroklçene aangegeven of meld,ng intern of extern Is en
vraag ic
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
van meldingen In hel kader van klolrkenluidersiegeling
of van
Meldpunt M)
meldIngen Ivem,oedenn
Het totaal aantal betrokkenen met vermoedens van misstand volgens de klokkenluidersregeing
Totaal aantal lype sohendlegen
-
gevallen
genoten
of sprake in
-
-
geesten
125
genalen
Type-vermoedelijke schendingen
Het totaal aantal beliokhenen met vermoedens van knandee schendingen
Het totaal aantal betrokkenen niet vermoedens san misbruik positie en belangenverslengeling
Het totaal aantal betrokkenen met vermoedens van lekken en rnlstrnrik van inlorrnatie
Hel totaal aantal betrokkenen met vermoedens van misbruik von bevoegdheden
Het totaal aantal betrokkenen met vennoedens van misbruik van geweldsbauvegdhert
Hel totaal aantal betrokkenen met vermoedens van ongewenste omgangsvormen
Het totaal aantal betrokkenen met vermoedens van misdragingen in de pnvé-sfoer
Het totaal aantal betrokkenen met vermoedens van oneigenliik gebruik van dienstrniddelen /
overschrijding interne regels
-
genoten
40
44
30
waarvan geconstateerd
gevallen
9
5
31
gevallen
gevallen
gevallen
gevallen
genoten
gevallen
gevaren
gevallen
geeeeen
gevallen
gevalee
genaten
gevalen
gevallen
120
gevallen
.v.Uen
genoten
gevee.e
7
-
(per betrokkene zijn meerdere type schendingen mogelijk)
Vraag_2a
(Beetuurlljke_1 ambtelijke)_behandeling
Volledig fnitnnondvrznek
genaoen
Alleen vooronderzoek
genal.n
Geen onderzoek
gevallen
Onbekend
3
(per betrokkene In onderzoek opgeven! alle onderzoeken opgeven, ook waar uitkomst van onderzoek niet lol constatenng heeft geleid)
“rang 2h
Ondarzoekslngtanlle
gevallen
gev.tl.e
(onder verantwoordelijkheid bevoegd gezag)
63
ntem onderzoek
gevallen
Extern onderzoek
geesten
ntem onderzoek gevolgd door extern onderzoek
gevaren
(per betrokkene In Onderzoek opgeven! alle onderzoeken opgaven ook waar uitkomst van onderzoek net tol constatering heeft geleldl
Vraag 2c
Aangifte bij het Openbaar
Aangifte bi) hel openbaar Mininlene
Vraag 3
Ministerie
ii
gevaren
Afdoening
a) disciplinair (per betrokkene alleen de zwaarste afdoenIng vermelden)
schriftelijke berisping
buitengewone dienst
vermindering vakantie
flnanciela afdoening
verplaatsing
schorsing met inhoud ing van bezoldiging
slrafontslag
Totaal dtsoipiinelr
voorwaardelijk
1
gevallen
1
andere afdoening 1 ambteijke afdoening (waarnclruwingsbnel. coactring dcl
qeen afdoening
Totaal efdoentng
2
gevallen
gevallen
gevallen
gevetles
gevallen
gevallen
gevallen
gevallen
gevallen
gevallen
onvoorwaardelijk
3
3
e
gevallen
gevallen
gevallen
gevallen
gevallen
gevaten
gevallen
genallen
gevallen
gevallen
gevallen
b) strafrechtelijk (dle Intern zijn afgerond)
veroordeling
transactie 1 boete
seponenng door CM
Oveng
niet bekend
gevallen
genaten
gevallen
gevagen
gevaren
TOELiCHTiNG
De vragen zijn gebaseerd op het Landelijk modelforrnulier registratie integriteitsschendingen
1)
Uitgangspunt is de melding over een vermoedelijke schending. Hierbij geldt dat 1 melding = 1 betrokkene (dus bij 3 betrokkenen in 1
casus telt dit als 3 meldingen). Op de melding/betrokkene wordt actie ondernomen waaruit kan blijken dat een vermoeden van een
schending wordt vastgesteld (geconstateerde schending).
Pils bij een betrokkene meerdere vermoedelijke respectievelijk geconstateerde integriteltsschendlngen zijn bij 1 melding, telt dit als 1
rneldirtg. Bij vraag ic dienen dan wel alle vermoedelijk respectievelijke geconstateerde type schendingen te worden geregistreerd (per
betrokkene zijn meerdere type schendingen mogelijk).
De bedoeling Is dat bij meldingen/vermoedens van integniteitsscflendingen alle meldingen worden opgegeven Een deel daarvan zat
corden geconstateerd en dat wordt bij waarvan geconstateerd opgegeven.
Diverse ministeries hebben in het verleden aangegeven dat de geconstateerde schendingen uiteindelijk het meest van belang zijn
Tegelijkertijd weten we dat bepaalde type schendingen vanwege hun kenmerken veel vaker niet kunnen worden vastgesteld (bv
ongewenste omgangsvormen, of lekken van informatie) terwijl meldingen hierover wel een signaal kunnen zijn over mogeijke risico’s in
de Organisatie
Vraag ib verwijst naar informatie over de melding. zoals opgenomen in het landelijk modelformulier registratie inlegriteitschendingen.
Per betrokkene (een melding met meerdere betrokkene, telt de registratie als meerdere meldingen) moet worden aangegeven of de
melding intern of extern is Ook per betrokkene aangeven of er sprake is van melding in het kader van de ktokkenlurdersregeltng of van
Meldpunt M.
2)
Het formulier bevat de vraag of de melding bestuurljk is onderzocht (volledig feitenonderzoek, alleen vooronderzoek, geen onderzoek,
onbekend) De aard van een rne’ding kan zodang zijn dat een vo’ledig onderzoek niet mogelijk of niet gewenst is.
Aangezien het uitgangspunt betrekking heeft op de meldingen/betrokkenen is expliciet opgenomen dat het gaat om meldingen waarvan
de behandeling is afgerond onder verantwoordelijkheid van het bevoegd gezag
Een melding kan dus hebben plaatsgevonden in een eerder kalenderjaar, maar het gaat om het jaar van afdoening
Is het onderzoek onder verantwoordelijkheid van het bevoegd gezag (al dan net met een sanctie) in 2013 afgerond, dan vindt registratie
over 2013 plaats, ook als aangifte gedaan is bi
1 het Openbaar Ministerie Ii hoeft de afwikkeling bij het OM niet af te wachten voordat u
rapporteert
Er is een onderscheid tussen het bestuursrechtelijke (disciplinaire traject) en het strafrechtelijke Vanuit het bestuursrechtelijke traject
kan hel onderzoek intem door de eigen Organisatie worden verricht, of worden uitbesteed aan een extern bureau waarbij het onderzoek
nog steeds onder de eigen bestuurlijke verantwoording valt Ook beide optes zijn mogelijk, eerst een intem onderzoek en vervolgens
een extern onderzoek.
Daarnaast kan er aangifte worden gedaan ten behoeve van een strafrechtelijk traject waarbij het OM verantwoordelijk is Om het
onderscheId met het bestuursrechtelijke traject te maken is deze vraag afzonderlijk opgenomen.
3)
Er is geëxpliciteerd dat t a.v. een betrokkene alleen de zwaarste afdoening wordt opgenomen
De afzonderlijke disciptinaire maatregelen (geldboete, ïnhouding- of vermindering salaris, niet toekennen periodiek, uitsluiting hogere
salarissschaal, ind&ings lagere salarisschaal) zijn samengevoegd onder ‘financiële afdoening’
1-let begrip andere afdoening’ is toegelicht. ‘geen afdoening’ is toegevoegd Het totaal aan (disciplinaire) afdoeningen zal gelijk zijn aan
het totaat aan betrokkenen.
De uitkomsten bij het OM hoeven slechts gemeld te worden in het jaar waarin hel onderzoek bij het bevoegd gezag is afgerond (vraag
3b). Dat zal vaak ‘niet bekend’ zijn.
-
-
-
-
Voorbeelden
Van een vermoedelijke misdraging in de privésfeer in 2012 loopt een intem onderzoek door in 2013. In 2013 wordt de
integriteitsschending geconstateerd en ook een straf opgelegd. Over dit vermoeden wordt over 2013 gerapporteerd (in beide kolommen
la en in 3)
In 2013 komt een melding van een vermoedelijke financiële schending binnen. Hiernaar wordt eerst een intern onderzoek ingesteld.
Vervolgens voert een extern onderzoeksbureau een feitenonderzoek ut. Op basis van de uitkomsten van dit onderzoek wordt aangifte
bij het OM gedaan en wordt overgegaan tot strafontslag Het OM is nog bezig met het strafrechtelijk onderzoek in 2014 en ook de
beroepsprocedure tegen het sirafontslag loopt nog. Aangezien het onderzoek en de afdoening door het bevoegd gezag in 2013 Is
afgerond, wordt over deze situatie in 2013 gerapporteerd (Beide kolommen la, bij 2b onder ‘zowat in- als extern onderzoek’, bij 3a
‘strafontslag’ en ‘niet bekend’ bij 3b)
Een vermoeden van misbruik van bevoegdheid wordt in 2012 gemeld. In 2013 komt uit onderzoek naar voren dat er niets aan de hand
is. Over deze melding/vermoeden wordt over 2013 garapporteerd( in kolom is In ‘vermoedens’, In kolom 2a en 2h, in 35 ‘geen
afdoening’)
-
-
-
Overzicht (vermoedelijke) integriteitsschendingen, die hebben geleid tot (voorwaardelijk) ontslag
dan wel schorsing bij IND
2013
Oneigenlijk gebruik van dienstmiddelen/overschrijding
van interne regels
Lekken en misbruik van informatie
Financiële schendingen
Misbruik positie en belangenverstrengeling
Strafontslag
Strafontslag
Strafontslag
Voorwaardelijk strafontslag
8Iae 2t
Jaarrapportage Bedrijfsvoering Rijk
Enquête t.b.v. de rapportage over 2014
Deel 2t Registratieformulier integriteit
Alleen rapporterer. oet de situaties die fl2014 zin afgerond onder VenrrntWoordellkheld van het bovoegd gezag
Eer rreldrng in 20f.t, afgerond in 20t4 wordt dus dit
aur gerapporteerd)
1
MiolSterie:
Mininsterie Veiligheid en Justitie
—
Vraag la
AaotaI betrokkenen met neemuede
-
-
-
95
9.005.0
ii
geoatleo
55
gevallen
0
gevallen
fl
gevallen
kOele er betrukkere -S net 1 woest -val do e:gan:500n
.
Vraag Ik
Aantal interne meldingen
gevallen
Aantal externe meldingen
Totaal aantal meldingen
gezeten
Aantal meldln gen In het kader van de klokkenluldnrnregeling
Tantal nleldingao van Meldpunt M
-
lpnrbotrnkkeneuangege.nnet ,cd,nu.:ie.nr’_n!iseflrfv::ukrnvannulrlgen..hf.:: -u_ii—- 1 ::.i-:lrtvanMeIdprirrltv4l
vraag 1 c
Type
-
vermoedelijke sehendiegen
meldingen t nuoa,oed.eu
-
Het to taal aantal betrokkenen met
Het totaal aantal betrokkenen met
-
-
vermoedens van
-
Hot tataal aantal betrokkenen met- vermoedens van
Het totaal aantal betrokkenen met- vermoed een van
Het totaal aantal betrokkonon met vermoed ens van
-
Het totaal aantal betrokkenen met
t-fel totaal aantal betrokkenen met
t-lat totaal aantal betrokkenen met
Hal totaal aantal betrokkenen met
-
-
-
-
16
vermoed ons van- t: nanciale nolrnndlngen
vermoedens van
vermoedene van
vermoedens van
,nê28
misbruik posItIe en kelangenverstengeling
lekken en misbruik van informatie
-
-
-
-
-
Waaevaeoonatateard
gevallen
geesten 1
ganallae
ir1l
mIsbruik van bevoegdheden
mIsbruIk van geweldsbovoegdheid
3
gavahen
gevallen
gevallen
gevallen
geoarlae
gevallen
ongewenste omgangsvormen
11
misdragingen in do privé-sfeer
oneIgenlijk gektuik van dienstmiddalan levensohrljdlng Interne
14
gevallen
gevallen
gevallen
12
vermoed ene van- mrnstand valgens de klokkenlvidersregellng
gevallen
gevallen
3
3
t
gevallen
ge-vallen
gevallen
Totaal aantal type sohendlngee
95
gevallen
ge-vallen
11
geaallen
18
37
40
gv.avvn
k:
1
mr borrxkkonezqn moerdnrc ,de snhendrngnnmegoli
Vraag 2a
(Bestuurlijke! ambtelijke) behandeling
Vellndg fertanonderzaak
Aleen
vooronderzoek
Coen omdoezoek
Onbekend
ge.a vr
gevaar
per betrokkene In onderzoek opge.nn 10€- vndn,zev koe epgovon ook waar uItkomst van onderzoek -le Ltr
S
-
--
-
gevallen
-.
Vraag 2b
Onderzoeksjnstarttie (onder verantwoordelIjkheId beeoegd gezag)
etern Onderzoek
Eotern onderzoek
from
geza lee
55
gevaar
gevaren
Onderzoek gevolgd door eotetn nnde,zaek
Iper vCr
gevaar
ier r .r.rZ: 0v r-ngn nil / alle onderzoeken opijoron ven vvv
otkemst von nexozune niet tot conorateing heeft getere
(i
Aangifte bij liet Openbaar Ministerie! Politie
LVaeglfte bij het openbaar Minlatehe
Vraag 3
Afdoening
a) disciptieaie :prr heriokkene
illle-n te mooiste
1
afdoenIng vermelden)
nOarWaardelijk
gevallen
oneeerwaandelfk
Sohrlltelijke berIsping
gevallen
BuItengewone dIenst
gevallen
gevallen
Vetmlndoring vakanije
gevallen
gevallen
Finanolelo afdoenIng
gevallen
Verplaatsing
5
1
gevallen
-
geuauen
geuaten
gevallen
Sohorsing met nh ouding van bezoldIging
graaIen
gevaten
Sltafantslag
1
gevallen
gevallen
Totaal dlaoiplinair
1
gevallen
gaoaeee
etol
Andere andoonlng / ambtelijke afdoening lwaarsohuwngsbrlet. eeaohing
Geen afdoenIng
geoallnn
gevallen
Totaal afdoening
gevallen
—at seratreetoterrtn are macro zileafeeronell
Veroordeling
-,-
—-
--
j
sj
gevallen
gevallen
qeoalloe
-
gavalleo
uaoallao
Transoorie / beote
Sepxnvtrng door OM
OverIg
gevallen
NIet bekend
aeu&Ien
ge-aalen
Uw antwoorden graag vc5fr 28 januari 2016 opsturen naar:
1
S
TOELICH11NG:
De vragen zijn gebaneerd ep het Landelijk eredelfermulier registratie ielagnileilnnchaedingan
1)
Uitgangspunt is de melding nuer een vermeedelijke schending Hierbij geldt dal 1 melding = 1 belnekkene (dan bj 3 belrekkenen ie 1 canas telt dit als 3 ‘meldingee’j.
Zie vraag la Op de meldieg/belrekkene werdl actie eedarnamen waaruit kan bljken dal een nemseedee van een ncheeding werdl vastgesteld (gecesstateerde
nchendirgj.
Als bij een belrakkene meerdere eermeedeljke respeclieunljk gecunslaleerde inlegrileilsschendingee eije bij 1 melding. telt dit als 1 melding Bij vraag Ic dienen dae
wel alle vermeedeljk respectieuel jke gacannlafeerde type scheedisgen le werdee geregistreerd lper belrakkene zijn meerdere type scheedingee megebjkj.
De bedeelieg is dal bij meldingen/vermeedees eae ielegrileilsnchendiegen alle meldingen werden apgegeven. Ben deel daarvan zul werden gecenslaleerd en dal
wardl bj waarnan geuanstateerd apgegeven.
Diverse ministeries hebben in hel verleden aangegeven dal de gecnnslafeerde schendingen uiteindelijk hel meest van belaeg zije Tegelijbeeijd welee we dal
bepaalde type schendingen vanwege ban kenmerken veel vaker niet kaenee wardee vastgesteld (be angewensle amgangsvermen, eI lekken uae infermaliej lerwijl
meldingen Eierauerwel aae signaal kunnen zije euermagelijke nisice’s ie de ergaeisalie
Vraag 1 b verwjsl eaar lelermalie suer de melding, ceals epgeenmen ie hel landelijk medelfermulier registratie inlegrileilschendingee Per belrekkeve jeee melding
met meerdere balrekkeee, lef de registratie als meerdere meldinganj meel werden aangegeven af de meldieg intem af eelern is. Dek per belrakkene aangeven af er
sprake is vae melding in het kader uae de klekkenluidersregelieg af vae Meldpunt M
Vraag td Er zije eieuwe Rijksbegnelingsvaerschriften ee die vragen am een scherpene aandacht veer fraude. De definitie van fraude is ‘epzetleljke misleidieg em een
eerechlmalig af anwellig vaardeel le verkrijgen’, Graag aaegeuea wclke vae de gecenslaleerde schendingen fraudezaken waree. En ee ja aldaar maatregelen ep zjn
genemen en levens wal veer maatregelen dit waree,
2)
Hel fermalier bevat de vraag al de melding benluurlijk in eederzachl jvalledig feileeenderzaek, alleen unernederzeek, geee anderzeek, enbekendj De aard van nee
melding kan zedanig zje dal een velledig eederzaek niet megelijk af niet gewenst is.
Aaegezien het adgangspunl betrekking heeE ap de meldiegen/belrakkenen is eepliciel apgenemee dal het gaaf em maldingee waaman de behandeling is afgerend
vader ueraetweerdelijkheid vae hef bevaegd gezag.
Ben melding kae dus hebben plaalsgeveeden ie een eerder kaleadenjaar, maar hel gaat am hel jaar van afdeening.
lv hel enderzeek ender verantweardelijkhaid uae her beeaegd gezag lal dan viel met een sanctiej in 2Ofd afgereed, dan uindl regislrahe auer2üfd plaats, nek als
aangifte gedaan is bij hel Openbaar Ministerie, U heeft de atwikkeling bj hel OM niel af le wachten vaandel u rappnrleerl.
Br ineen andemcheid tussen het besteursrechleljkn (disciplinaire traject) en hel slnafrechlelilke. Vanuit hel bnnlvurnrechlnlijke lrajncl kan hef anderzank inlern daar de
eigen arganisalin werden verricht, af werden uilbesleed aan een eefarn bureau waarbij hel anderzank veg steeds ander de eigen benfavrljke verantwaanding valt. Gek
beide aplies zijn magelijk, eeml een intern anderzaek en vervalgnns aan nufnna nndnnzaek.
Daarnaast kan nr aangifte werden gedaan Inn behanee van enn strafrechtelijk traject waarbij hel OM veravlwaardeljk is Om hel anderscheid meI hel
bnsfuarsrechlelijke traject te maken is dnzn vraag atzunderlijk apgenamen.
3j
Br is gebaplicileerd dal Inn. een belrakkene alleen de zwaarsfn afdanning wardl apgenemen.
De afzandnrlijke disciplinaire maatregelen fgnldbueln, inhauding- af vermindering salaris, niet lnnknnnen paniadiek, uitsluiting hngere saladssschaal, indelings lagere
salarisschaal) zijn samengeenegd ander ‘financiele afdeening’.
Hel begrip ‘andere afdaneing’ is leegelicht. ‘geen afdanning’ is lnngnvangd. Hal lelaal aan (disciplinaire) afdeeningea zal gelijk zijn aan hel fataal aan belrnhkennn.
De uilkamsren bij het OM heaven slechts gemeld le werden in hal jaar waarin het andarzank bij hel baveegd gezag is afgerand juraag 3h). Dal zal vaak ‘niet bekend’
zijn.
-
-
-
Vaarbaalden
Van eer varmaadalijka misdraging in da pnivésfnvr in 2013 leapt aan mmm nndnrznnh daar in 20f 4. In 201 d wardl de inlagrilailsschanding gncanslalnard en nek een
straf upgalegd. Dear dit vermaedan wendt avar 2014 garappvrfnnrd (in beide kalamman 1 a en in 3)
In 2014 knmI een melding van aan varmandaljka Enancibln schending binnnn. Hiernaar wnmdf eerst aan intern andanzank ingesteld. Vervelgans vaart aan nufern
arderznaksburaaa aan faifanendarzank uif. Op basis van da uilkamstan van dit nndnrzaak wardl aangifte bij hal OM gedaan an wendt aeergngaan lat strafentslag. Hal
OM is eng bezig maf hef strafrechtelijk andarzaak in 2014 en nek de beraapvprecedure legen hal slnafanlslag 1sept nag. Aangezien hel andanzaak en da afdaaning
daar hal banaagd gezag in 2af4 is afgerand, wendt neer deze sduaha in 2014 garappagnard (Beide kalammen la, hij 2h ander ‘zewal in- als nefers anderzeak’, bij 3a
‘strafanlslag’ ee ‘niet bekend’ bj 3b(
Een vanmaadan van misbruik van hevengdhnid werdl In 2013 gemeld. In 2014 keml ud andarzeak naar varen dal er niets aan da hand is. Over deze
maldingluermaadan werdl neer 20f 4 garappanlannd( in kalam 1 a is ‘eermaadaas’, is kelam 2a en 2b, in 3a ‘gaan afdaaning’f
-
-
-
BlQe 29
Overzicht (vermoedelijke) integriteitsschendingen, die hebben geleid tot
(voorwaardelijk) ontslag dan wel schorsing bij IND, geregistreerd tbv
Jaarrapportage Bedrijfsvoering Rijk 2014
Bestuursorgaan: IND
Jaar: 2014
Aantal
ambtenaren
Aard
integriteitaantasting/
verdenking
Oneigenlijk gebruik
dienstmiddelen
Soort onderzoek
Feitenonderzoek
Handhaving
Voorwaardelijk
strafontslag
31
.)PVtii(LIP
‘t
ê*
i
t L2EL. 3: REGISÎRAT1EFORMUUER INTEGRITEIT
Alleen rapporteren over do situaties dic in 2010 zijn afgerond Onder verentwo de4ljldrld von het bevoegd pozag
(Een melding in 2009, afgerond In 2010 wordt dus dit jaar gerapporteerd)
Dienst Justitlela Inlichtingen
S.ctari
Inavutd dsm
Vevatoean 2010
int.nn..
Ivrugi
•
i’c1uslcl rrtere onbeknnd sri belekkene is nlI In diensivan
de Organisatie’
vraag 1e Type vermoedelijke schendingen
Het totaal santal betiokkenqi, met vermoedens na, Ilnanciola schendingen
Het totaal Oental betlokkenen mat vermoedens van miebrulk pooltle en belangenveengeïng
Hel totaal aantal belookkarien m,,t vermoedens ve,, lekken en rrrisbwik van lnfurmatl
Het totaal aantal batrolitranee niet- vermoedens na,, misbruik veji bevoegdheden
-
-
-
-
-
-
-
aantal betrokkenen mat vermoedens van- irdabroik van gaweldabevoeg&reld
aantal bet,okkanen met vemiviedens van- ongewenste omgangsvonrian
aantal betrotdianen mei virmoedens van rnlsdreglngen In de pfivti-sleer
aantal betrokkenen met vermoedenS veol oflegenlijk gebrult van dlenstiTilddelen 1
overschr(dlng interne regele
Het totaal aantal betrokkunen met vermoedens van missterid volgens de ktokttenluldersragelhlg
Totaal aantal type actwndtngen
(per betrokkene 4e mecrdere type act,erid:rgvn eoeIk)
Het totaal
Het totaal
Het totaal
Het totaal
-
-
-
-
-
-
-
-
140
1
ngen zijn geconstateerd
waarvan geconstateerd
meldingen! vermoedens
1
rvallan
2
netullan
6
wealko
5
gevallen
gevallen
6
14
gew$.m
13
gavalen
eevaSen
93
140
swri1
0
2
5
4
S
10
5
45
gasetee
gevalla
77
gavailin
eeseOle
gavetam
gesean
gaselan
gavalar
gaselee
ou%aI.n
gasiaten
gevallen
Vraag 25__(Butuurlijke 1 ambtelijk.) behandeling
vooetagseeencnd.rzoek
Afleen vooronderzoek
Geen onderzoek
Irtekend
(per betrokkene In onderzoek opgeven! clie onderzoeken opgeven ooit waar uitkomatvan onderzoek niet tot conetatedng heeft geicid)
Vraag 21,
Onderzoekaln.tentle (onder verantwoordelijkheid
140
gevaliai
gaviOen
gewaSea
bevoegd gezag)
kiten, Onderzoek
140
Extern onden,oek
rtem onderzoek gevolgd door extern ondeizoik
(per betrokane in andorzoek opgeven! uSe onderzoeken
Vraag 2e
Aan
Aangifte bi) het Openbaar
jhetpenbaartv%ilsterle
oavnil.n
eevallee
rpgeven ook waar titleoniet van Onderzoek niet tak Oonstalaring hcitt geleid)
Ministerie
Vraag 3
Afdoening
a) diacipiinalr (per betrokkene aSsen de zweariate afdoening verm.lden)
1
vooewaardeIIt
echrlftelljke bertaplttg
buitengewone dienst
vermindethng vakantie
ttnanclele afdoening
verptaatsln9
ediorslng met Inhosating van bezolt5ng
itratontsleg
Totaal dleciptlneir
gevallen
gevallen
gevelan
gasJien
eesedan
0
ges.aan
onvoorwierdejijk
7
gevelen
eevallar
1
sevaSari
gevallen
8
2
eevak
3
5asslen
3
gasr&t.ir
20
47
andere afdoening / ambtelce afdoenIng (wearechuwlngabrlef, coaoidng cle)
tavaden
14
geen afdoening
gevallen
13
gevallen
gevallen
gevelen
74
gevallen
Totaal afdoening
3
gevallen
gevd.n
b) strafrechtelijk (dii intern zijn afgerond)
veroordeling
truneadie 1 boete
eewitan
seporterhigdoorOM
matig
et beland
TOELICHTiNG
De vragen zijn gebaseerd op hel Landelijk modelformulier registratie integriteltsschenciingen
1)
UItgangspunt is de melding over een vermoedelijke schending. Hierbij geldt dat 1 melding = 1 betrokkene (dus bij 3 betrokkenen in 1
casus telt dit eis 3 meldingen). Op de melding/betrokkene wordt actie ondernomen waaruit kan blijken dat een vermoeden van een
schending wordt vastgesteld (geconstateerde schending).
De bedoeling is dat bi) meldingerVverrnoodens van lntegriteitsschendjngen alle meldingen worden opgegeven. Een deel daarvan zal
worden geconstateerd en dat wordt bij waarvan geconstateerd opgegeven.
Diverse ministeries hebben In het verleden aangegeven dat de geconstateerde schendingen uIteindelIjk hel meest van belang zijn.
Tegelijkertijd weten we dat bepaalde type schendingen vanwege hun kenmerken veel vaker niet kujinn worden vrstgesteid (bv.
ongewenaIe omgangsvormen. of lekken van informatie) terwijl meldingen hierover wel een signaal l.urlnLn zijit ovisr mogelijke risico’s In
via
ntnsiniivnhin
til ftdCflCI 3W tilt tJflt fOWUl II ltl t,
WflflCI 1
lllllSJtl t WUJ IwittIlI .llClt.J,l ltJCllllløltiVOt
001 CCII OflJI CCI
II CII £.IJI t VVUI
II lIJtJCIlJltC IIOlt.U 3 01
da organisatie.
2)
Het formulier bevat de vraag of de melding bestuurlijk Is onderzocht (volledig feitenonderzoek, alleen vooronderzoek, geen onderzoek,
onbekend). De aard van een melding kan zodanig zijn dat een volledig onderzoek niet mogelijk of niet gewenst Is.
Aangezien het uitgangspunt betrekking heeft op de meldlngenlbetmkkenan is expliciet opgenomen dat het gaat om meldingen waarvan
de behandeling Is afgerond onder verantwoordelijkheid van het bevoegd gezag.
Een melding kan dus hebben plaatsgevonden in een eerder kalenderjaar, maar het gaat om het jaar van afdoening.
te het onderzoek onoer verantwoordelijkheid van het bevoegd tjezag (al dan niet met een sanctie) in 2010 afgerond, dan vindt
registratie over 2010 plaats, ook els aangifte gedaan Is bij het Openbaar Ministerie U hoeft de afwikkeling bij hef OM niet af te wachten
voordat u rapporteert.
Er Is een onderscheid tussen het bestuursrechtelijke (disciplinaire traject) en hel strafrechtelijke. Vanuit het bestuursrechteliike traject
kan het onderzoek Intern door de eigen organisatie worden verricht, of worden uitbesteed aan een extern bureau waarbij het onderzoek
nog steeds onder de eigen bestuurlijke verantwoording valt. Ook beide opties zijn mogelijk, eerst een Intern onderzoeken vervolgens
een extern onderzoek.
Daarnaast kan er aangifte worden gedaan ten behoeve van een strafrechtelijk traject waarbij het OM verantwoordelijk Is. Om het
onderscheid met het bastuursrechtolijke traject te maken Is deze vraag afzonderlijk opgenomen.
3)
Er Is gespIiciteerd dat ta.v. een betrokkene alleen de zwaarste afdoening wordt opgenomen.
De afzonderlijke disciplinaire maatregelen (gektoete, Inhouding- of vermindering salelis, niet toekennen periodiek, uitsluiting hogere
salarissachaal, lndeli’rgs lagere salarisschaal) zijn samengevoegd onder tinanclle afdoening.
Het begrip ‘andere afdoening’ is toegelicht. ‘geen afdoening’ is toegevoegd. Het totaal aan (disciplinaire) afdoeningen zal gelijk zijn
aan het totaal aan betrokkenen.
De uitkomsten bij het OM hoeven slechts gemeld te worden In het jaar waarin het onderzoek bij het bevoegd gezag Is afgerond (vraag
3h). Dat zal vaak ‘niet bekend zijn.
-
-
-
-
Voorbeelden
Van een vetmoodeijke misdreging in de privésfeer In 2009 loopt een intern onderzoek door in 2010. In 2010 wordt de
integnt&tsschendlng geconstateerd en ook een straf opgelegd. Over dit vermoeden wordt over 2010 gerapporteerd (In beide kolommen
le enln 3)
In 2010 komt een melding van een vermoedelijke financiële schending binnen, Hiernaar wordt eerst een Intern onderzoek Ingesteld.
Vervolgens voert een extern onderzoeksbureau een feltenonderzoak uit. Op basis van de uitkomsten van dit onderzoek wordt aangifte
bij het OM gedaan en wordt overgegaan tot strafontstag. Het OM Is nog bezig met het strafrechtelijk onderzoek In 2011 en ook de
beroepsprocedure tegen het strafontalag loopt nog. Aangezien het onderzoek en de afdoening door het bevoegd gezag In 2010 Is
afgerond, wordt over deze situatie in 2010 gerapporteerd (Belde kolommen la, bi) 2b onder owul in- als extern onderzoek’, bi) 3e
strafontslag’ en ‘niet bekend’ bij 3b)
Een vermoeden van misbruik van bevoegdheId wordt in 2009 gemeld. in 2010 komt uit onderzoek naar voren dat er niets aan de
hand Is. Over deze melding/vennoeden wordt over 2010 gerepportaerd( In kolom 1 a in ‘vermoedens’, in kolom 2a en 2b, In 3e ‘geen
-
-
-
Bijlage 3 bij brief aan
Bureau SecretarisGeneraal
Beantwoording van deel 2 van het verzoek met betrekking tot cijfers DJI
Datum
iii juni 2011
2010/WOB
1
geweidsdelict in privé sfeer
ovw ontslag
1
ongeoorloofd contact gedetineerde
ovw ontslag
1
ongeoorloofd contact gedetineerde
ovw ontslag
1
ongeoorloofde afwezigheid in werksfeer
ovw ontslag
1
overschrijding geweldsbevoegdheid in werksfeer
ovw ontslag
1
overschrijding geweldsbevoegdheld In werksfeer
ovw ontslag
1
onthouden van informatie
ovw ontslag
1
ongeoorloofd contact gedetineerde
ovw ontslag
1
ongeoorloofd contact gedetineerde
ovw ontslag
1
misbruik internet in werksfeer
ovw ontslag
1
ongeoorloofde afwezigheid in werksfeer
ovw ontslag
1
kwijtraken van een sleutelbos
ovw ontslag
1
ongeoorioofde nevenwerkzaamheden
ovw ontslag
1
invoer goederen tbv gedetineerde
ovw ontslag
1
onjuist gebruik dlenstmateriaal
ovw ontslag
1
ongeoorloofd contact gedetineerde
ovw ontslag
1
overtreding email- en intemetprotocol
ovw ontslag
1
ongeoorloofde nevenwerkzaamheden
ovw ontslag
1
dIefstal
ovw ontslag
1
ongeoorloofd contact familielid gedetineerde
ovw ontslag
1
Invoer goederen tbv gedetineerde
ovw ontslag
onjuist instrueren van externe medewerker
ovw ontslag
1
onjuist instrueren van externe medewerker
ovw ontslag
1
onjuist instrueren van externe medewerker
ovw ontslag
1
onjuist instrueren van externe medewerker
ovw ontslag
1
belangenverstrengeling irtkooptraject
ovw ontslag
1
belangenverstrengeling inkooptraject
ovw ontslag
overtreding wegenverkeerswet privé sfeer
ovw ontslag
.
Ons kenmerk
DDS 5697723/it
Pagina 6 van 7
Bureau SecretarisGeneraal
1
ongeoorloofde afwezigheid tn werksfeer
ovw ontslag
i
overtreding Opiumwet privé sfeer
ovw ontslag
1
ongeoorloofd contact gedetineerde
vw ontslag
Datum
10 juni 2011
1
diefstal privé sfeer
vw ontslag
Ons kenmerk
DDS 5697723/it
seksuele intimidatie in werksfeer
vw ontslag
33
Pagina 7 van 7
iage 34
Alleen rapporteren over de sItuatIes dle In 2013 zl(n afgerond onder verantwoordelijkheId vanhet bevoegd gszag
(Een melding In 2012, afgerond In 2013 wordt dus dttJaar gerapporteerdl
Vraag le
Aantal betrokkenen metv*rmoedens van Int.grlteltescb.ndlngan
Aantal betrokkenen waarvan vermoedens van lntegrttgltsschendlngen zijnaeconstet.erd
Inclusief betrokkene onbekend en beitnkkena is niet In dtenst van de organisolin
289
174
gevallen
289
gevalen
Vraag Ib
Aantal interne meldingen
Aantal externe meldingen
gevallen
Totaal aantal meldingen
gevallen
Aantal meldingen In het kader van de Idokkenlulderoregaling
Aantal meldingen van Meldpunt M
3
(per betrokkene aangegeven of melding inlem of extern Is en of sprake In van meldingen In het kader van klokkenluideroregekng of van Meldpunt M)
gevallen
vraag Ic
Type - vermoedelIjke, schendingen
Het totaal aanlal betrokkenen mal vermoedens van finandele schendingen
Het totaal aantal betrokkenen mei- vermoedens van misbruik positie en belangenverstengeling
Het totaal aantal betrokkenen mat vermoedens van lekken en misbruik van infornnatie
Het totaal aantal betrokkenen met vermoedens van misbruik van bevoegdheden
Hel totaal aantal betrokkenen met vernrcedens van misbruik van gnweldsbevoegdheid
Het totaal aantal betrokkenen met vermoedens van ongewenste omgangsvormen
Het totaal aantal betrokkenen met vermoedens van misdragingen in de pnvé-sfeer
Het totaal aantal betrokkenen met vermoedens van oneigenlijk gebruik van drenstmiddelen!
overschrIjding Isleme regels
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
t-tel totaal aantal betrokkenen met vermoedens van
Totaal aantal type schendingen
-
meldingen 1 vermoedens
12
gevallen
gevallen
0
-
10
190
gevallen
gevallen
gevallen
gevallen
gevallen
gevallen
289
eeveges
2
9
21
45
nrisstand volgens de klokkenluldnrsregelin
gevallen
waarvan geconatatsent
gesaflan
7
0
2
1
gevaten
125
aavallen
gevellan
gevallae
gevallen
gevallen
gevallen
174
gevallen
gevallen
3
12
24
gevallen
(per betrokkene zijn meerdere lype schendingen mogelijk)
Vraag 2a
(Bestuurlijke 1 ambtelijke) behandeling
Volledig leitensnderzoek
259
Alleen vsnmnderzcek
gevallen
gevallee
Geen onderzoek
gevallen
Onbekend
gevallen
(per betrokkene In onderzoek opgeven! alle onderzoeken opgeven, ook weer uitkomst van nderzoek nel tot constatering heeft geleid)
gevallen
Vraag 2b
Onderzoeksinstantie (onder verantwoordelijkheid bevoegd gezag)
Inlem onderzoek
289
Oevallen
Extern onrdarzoak
nevellen
Intern onderzoek gevolgd door extern onderzoek
(pertietrokkene in onderzoek opgeven! alle onderzoeken opgeven, ook waar uitkomst van onderzoek fiat tot oooatsterlng heeft geleId)
eevalev
Vraag 2c
AangIfte bij hal Openbaar MinIsterIe
Aangifte bij het openbaar Ministerie
Vraag 3
ii
gevallen
AfdoenIng
a) dlaclplinair (perbetroktrene alleen de zwaarste etdoenlng Vermelden)
voorwaardelijk
onvoorwaardelIjk
24
gevelles
0
gevallen
gevellen
4
schrIftelIjke berisping
gevetee
buitengewone dienst
vermindering vakantie
financielo afdoening
verplaatsing
schorsing met inhouding van bezoldiging
trafostslag
anneke
gevallen
1
gevallen
geveflee
10
gevellen
gevallen
Totaal dIscIplinaIr
11
gevallen
gevallen
-t-lti
11
gevallen
27
geneltee
ganatse
gevallen
t
gevallen
gevallen
gevallen
gevallen
gevallen
andere afdoening lambteïjke afdoening iwaersctmuwlngnbrtef, coachilng etc)
b) strafrechtelIjk (die Intern zIjn afgerond)
veroordeling
transactie l boete
saponenng door OM
overig
niet bekend
gesellen
gevallen
gevallen
45
92
gevallen
geen afdoening
Totaal afdoening
15
gevallen
gensilen
TOELICHTING
De vragen zijn gebaseerd op het Landelijk modelformulier registratie integriteitsscheridingen
1)
Uitgangapunt is de melding over een vermoedelijke schending. Hierbij geldt dat 1 melding = 1 betrokkene (dus bij 3 betrokkenen in 1
casus telt dit als 3 meldingen) Op de melding/betrokkene wordt actie ondernomen waaruit kan blijken dat een vermoeden van een
schendIng wordt vastgesteld (geconstateerde schending).
Als bij een betrokkene meerdere vermoedelijke respectievelijk geconstateerde integriteitsschendingen zijn bij 1 melding, telt dit als 1
melding. Bij vraag 1 c dienen dan wel alle vermoedelijk respectievelijke geconstateerde type schendingen te worden geregistreerd (per
betrokkene zijn meerdere type schendingen mogelijk).
De bedoeling Is dat bij meldingen/vermoedens van Integriteitsschendingen alle meldingen worden opgegeven. Een deel daarvan zal
worden geconstateerd en dat wordt bij waarvan geconstateerd opgegeven
Diverse ministenes hebben in het verleden aangegeven dat de geconstateerde schendingen uiteindelijk het meest van belang zijn.
TegeIkertijd welen we dat bepaalde lype schendingen vanwege hun kenmerken veel vaker niet kunnen worden vastgesteld (bv
ongewenste omgangsvormen. of lekken van informatie) lerwiji medingen hierover wei een signaal kunnen zijn over mogelijke risico’s in
de organisatie
Vraag ib verwjst naar informatie over de melding, zoals opgenomen in het landelijk modelformulier regislretie inlegriteilschendingen
Per betrokkene (een melding met meerdere betrokkene, telt de registratie als meerdere meldingen) moet worden aangegeven of de
melding intern of extern is. Ook per betrokkene aangeven of er sprake is van melding in het kader van de klokkenluideraregeling of van
Meldpunt M
2)
Het formulier bevat de vraag of de melding bestuurljk is onderzocht (volledig feitenonderzoek, alleen vooronderzoek, geen onderzoek.
onbekend) De aard van een melding kan zodanig zijn dat een volledig onderzoek niet mogelijk of niet gewenst is
Aengezen het uitgangspunt betrekking heeft op de meldingenlbetrokkenen is explicet opgenomen dat het gaat om meldtngen waarvan
de behandeling is afgerond onder veranfwoordelilkheid van het bevoegd gezag.
Een meldng kan dus hebben plaatsgevonden in een eerder kalenderjaar, maar het gaat om het jaar van afdoening
te het onderzoek onder veranlwoordelijkhed van het bevoegd gezag (eI dan niet met een sanche) in 2013 afgerond, dan vindt registrat;e
over 2013 plaats, ook als aangifte gedaan is bij liet Openbaar Mnjslerie. U hoeft de afwikkeling bij het OM niet af te wachten voordat u
rapporteert
Er is een onderscheid tussen het bestuursrechtelijke (disciplïnaire traject) en het strafrechtelijke. Vanuit het bestuursrechtelijke traject
kan het onderzoek intern door de eigen organisatie worden verncht, of worden uitbesteed aan een extern bureau waarbij het onderzoek
nog steeds onder de eigen bestuurlijke verantwoording valt Ook beide opties zijn mogelijk, eerst een Intern onderzoek en vervolgens
een extern onderzoek.
Daarnaast kan er aangifte worden gedaan ten behoeve van een strafrechtelijk traject waarbij het OM verantwoordelijk is Om het
onderscheid met het besluursrechtelijke traject te maken is deze vraag afzonderlijk opgenomen
3)
Er is geëxplicileerd dat t.a v. een betrokkene alleen de zwaarste afdoening wordl opgenomen
• De afzonderlijke disciplinaire maatregelen (geldboete, inhouding- of vermindering salaris, niet toekennen periodiek, uitsluiting hogere
salarissschaal, Indelings lagere salarisschaal) zijn samengevoegd onder ‘financiële afdoening’.
Het begrip andere afdoening’ is toegelicht ‘geen afdoening’ Is toegevoegd Het totaal aan (disciplinaire) efdoeningen zal gelijk zijn aan
hel totaal aan betrokkenen.
De uitkomsten bij het OM hoeven slechts gemeld te worden in het jaar waann het onderzoek bij het bevoegd gezag is afgerond (vraag
3b). Dat zal vaak niet bekend zijn.
-
-
-
Voorbeelden
-Van een vermoedelijke misdraging in de privésfeer in 2012 loopt een intern onderzoek door In 2013 In 2013 wordt de
inlegnteitsschending geconstateerd en ook een straf opgelegd. Over dit vermoeden wordt over 2013 gerapporteerd (in beide kolommen
la en in 3)
In 2013 komt een melding van een vermoedelijke financiële schending binnen Hiernaar wordt eerst een intern onderzoek ingesteld.
Vervolgens voert een extern onderzoeksbureau een teitenonderzoek uit Op basis van de uitkomsten van dit onderzoek wordt aangifte
bij liet OM gedaan en wordt overgegaan tot strafontslag Het OM is nog bezig met het strafrechtelijk onderzoek in 2014 en ook de
beroepsprocedure tegen het strafontslag loopt nog Aangezien het onderzoek en de afdoening door het bevoegd gezag in 2013 is
afgerond, wordt over deze sluat,e in 2013 gerapporteerd (Beide kolommen la. bj 2b onder ‘zowel in- als extern onderzoek’, bij 3a
‘strafontslag’ en ‘niet bekend’ bij 3b)
Een vermoeden van misbruik van bevoegdheid wordt in 2012 gemeld. In 2013 komt uit onderzoek naar voren dat er niets aan de hand
is Over deze meldinglvermoederi wordt over 2013 gerapporteerd( in kolom le in ‘vermoedens’, in kolom 2a en 2b, in 3a ‘geen
afdoening’)
-
-
InrIchting
DV&O- HDU
DV&O HOU
-
DV&O HDU
-
Heerhugowaard-Alkmaar Pl
Utrecht Pl
DV&O 1-IDU
Amsterdam Pl
Zuid-Oost Pl
Almere Pl
Breda Pl
Ter Apel Pl
Zwaag-Hoorn Pl
Rotterdam Pl
Rotterdam Pl
Arnhem Pl
Hunnerberg De iii
Arnhem Pl
Haaglanden Pl
-
Tilburg Pl
Nieuwegein Pl
Ter Apel Pl
Vught Pl
Almere Pl
Alphen ad Rijn Pl
8reda Pl
Amsterdam Pl
Zeist DC
Over Amstel Pl
Nieuwegein Pl
Krimpen aan den Ijstel Pl
Tilburg Pl
Hoofdkantoor
Utrecht Pl
Alphen ad Rijn Pl
-
Soort
Advies
Di5ciplinair
Disciplinair
Disciplinair
Disciplinair
Disciplinair
Disciplinair
Disciplinair
Disciplinair
Disciplinair
Disciplinair
Disciplinair
Disciplinair
Disciplinair
Disciplinair
Disciplinair
Disciplinair
Disciplinair.
Disciplinair
Disciplinair
Disciplinair
Disciplinair
Feiten
Feiten
Feiten
Feiten
Feiten
Feiten
Feiten
Feiten
Feiten
Feiten
Feiten
Feiten
DII: voorwaardelijke en onvoorwaardelijke ontsla en in 2013
Aard
Aannemelijk
Ongeoorioofde nevenwerkzaamheden
2365
ja
Ongesorloofde nevenwerkzaamheden
2274
ja
Privé gerelateerd
2292
ja
Ongeoorloofd contact met (ex)gedetineerde
2367
ja
Oneigenlijk gebruik dienstmateriaal
2371
ja
Privé gerelateerd
2485
ja
Pesten
2511
ja
Ongeoorloofd contact met (ex)gedetineerde
2523
ja
Overig plichtoverzuim
2580
ja
Overig plichtoverzuim
2582
ja
Ongeoorloofd contact met (es)gedetineerde
2592
ja
Overig plichtsverzuirn
2606
Ja
Contrabande
2534
ja
Ongeoorloofd contact met jeajgedetineerde
2696
ja
Ongeoorloofd contact met (eejgedetineerde
ja
2672
Privé gerelateerd
ja
2500
Ongeoorloofd contact met (ex)gedetineerde
2639
ja
Ongeoorloofd contact met (es)gedetineerde
2665
ja
Ongeoorloofd contact met (ex)gedetineerde
2757
ja
Ongeoorloofd contact met (ex)gedetineerde
ja
2760
Diefstal
2766
ja
Seksuele intimidatie
2631
ja
Privé gerelateerd
2314
ja
Contrabande
2320
ja
Ongeoorloofde nevenwerkzaamheden
ja
2382
Ongeoorloofd contact met (ex)gedetineerde
2425
ja
Overige
2526
ja
Privé gerelateerd
2537
ja
Overig plichtsverzuim
2590
ja
Ongeoorloofd contact met (ea)gedetineerde
ja
2602
Fraude
2508
ja
Privé gerelateerd
2635
ja
Ongeoorloofd contact met (ex)gedetineerde
2695
ja
Privé gerelateerd
2540A
ja
Maatregel bevoegd gezag
Onvoorwaardelijk ontslag
Onvoorwaardelijk ontslag
Onvoorwaardelijk ontslag
Onvoorwaardelijk ontslag
Onvoorwaardelijk ontslag
Onvoorwaardelijk ontslag
Onvoorwaardelijk ontslag
Onvoorwaardelijk ontslag
Onvoorwaardelijk ontslag
Onvoorwaardelijk ontslag
Onvoorwaardelijk ontslag
Onvoorwaardelijk ontslag
Onvoorwaardelijk ontslag
Onvoorwaardelijk ontslg
Onvoorwaardelijk ontslag
Onvoorwaardelijk ontslag
Onvoorwaardelijk ontslag
Onvoorwaardelijk ontslag
Onvoorwaardelijk ontslag
Onvoorwaardelijk ontslag
Onvoorwaardelijk ontslag
Voorwaardelijk ontslag
Onvoorwaardelijk ontslag
Onvoorwaardelijk ontslag
Onvoorwaardelijk ontslag
Onvoorwaardelijk ontslag
Onvoorwaardelijk ontslag
Onvoorwaardelijk ontslag
Onvoorwaardelijk ontslag
Onvoorwaardelijk ontslag
Onvoorwaardelijk ontslag
Onvoorwaardelijk ontslag
Onvoorwaardelijk ontslag
Over Amstel Pl
Hartelborgt De iii
Amsterdam Pl
Leeuwarden Pl
Feiten
Feiten
Feiten
Feiten
Privé gerelateerd
Overig plichtsverzulm
Ongeoorloofde afwezigheid
Contrabande
2678
2686
2723
2768
ja
ja
ja
ja
Onvoorwaardelijk ontslag
Onvoorwaardelijk ontslag
Onvoorwaardelijk ontaiag
Onvoorwaardelijk ontslag
Onvoorwaardelijk ontslag
DV&O HDU
OverAmstel Pl
Over Amstel Pl
DV&O HOU
Vught Pl
Alphen ad Rijn Pl
Over Amstel Pl
Hunnerberg De iii
Hunnerberg De iii
Haaglanden Pl
Oostvaarderskilniek FPC
Ooatvsardersklinlck FPC
Over Amstel Pl
Over Amstel Pl
Over Amstel Pl
Feiten
Feiten
feiten
feiten
feiten
feiten
Registratie inrichting
Registratie inrichting
Registratie inrichting
Registratie inrichting
Registratie inrichting
Registratie Inrichting
Registratie inrichting
registratie Inrichting
registratie inrichting
Ongeoorloofd contact met (ex)gedetineerde
Contrabande
Privé gerelateerd
Overig plichtsverzuim
Overig plichtsverzuim
Privé gereiateerd
Ongeoorloofde afwezigheid
Overig plichtaverzuim
Handelen In strijd met protocol ziekteverzuim
Contrabande
Ongeoorloofd contact met (ea)gedetineerde
Ongeoorloofd contact met (ex)gedetineerde
Oneigenlijk gebruik dienstmateriaal
Overig plichtaverzulm
Overig plichtsverzulm
2225
2418
2481
2503
2687
2721
2445
2475
ja
Ja
ja
ja
ja
ja
ja
ja
ja
ja
ja
ja
ja
ja
ja
Voorwaardelijk ontslag
Voorwaardelijk ontslag
Voorwaardelijk ontslag
Voorwaardelijk ontslag
Voorwaardelijk ontslag
Voorwaardelijk ontslag
Ortvoorwaardeiijk ontslag
Onvoorwaardelijk ontslag
OnvoorwaardelIjk ontslag
Onvoorwaardelijk ontslag
Onvoorwaardelijk ontslag
Onvoorwaardelijk ontslag
Voorwaardelijk ontslag
Voorwaardelijk ontslag
Voorwaardelijk ontslag
-
-
-
2482
2622
2802
2803
2446
2546
2584
Toelichting bij overzicht 2013 Dii
Bijgaand het overzicht van de voorwaardelijke en onvoorwaardelijke ontslagen in 2013. De opgave
wijkt enigszins af van de opgegeven cijfers ten behoeve van de Jaarrapportage Bedrijfsvoering Rijk
over 2013. Daarbij zijn opgegeven 45 onvoorwaardelijke en 10 voorwaardelijke ontslagen. Er blijken
44 onvoorwaardelijke en 9 voorwaardelijke ontslagen te zijn geweest. De oorzaak van de afwijking is
één verkeerde registratie bij de voorwaardelijke straffen (dat viel op bij de controle van de cijfers) en
één zaak betrof een zaak van eind 2012, waarvan de afloop pas in 2013 is gemeld.
siae 85
Jaarrapportage Bedrijfsvoering Rijk
Enquête t.b.v. de rapportage over 2014
Deel 2: Registratieformulier integriteit
Alleen rapporteren noor de situaties die in 2011 t(n afgerond onder verantwoordelijkheid van het bevoegd gezag
(Een melding In 2011, afgerond in 20fl wordt des dit jaar gvrappwrtvnvjr
ht
1
1
indusiol bvtrokke-it
-
-
gaaatloe
gooaltoe
roitokkene is niet in honor van do nrganinzlio
Vratg lIg
Aantal Interne ereldingen
genot.
aet.l externe erehfrrgan
geoats
ms
Totaal aantal ereldlegen
Aantal meldingen ie het kader van de klakkenlnldoraregottng
Aantal meldingen van Meldpunt M
(per betrokkene aangegeven of melding intern al ontorn in neef sprake is van meldingen in hot kader van klokkenluidorstogeling of van Meldpunt Ml
vraag 1 c
Type nermoedelijko scheediegee
-let totaal aantal betrokkenen mal vermoedens van -0 nonaele schendingen
Htttl
tlbthknenmel
md
mbrkpn
big
tgLg
Hol totaal aantal boltokkeeee met vermoedens van lekken en misbruik van informone
Hel totaal aantal boftokkeeron met vermoodens van misbruib van bevoegdheden
Hol totaal aantal bettokkenen met vermoedens von misbruik van geweidobevoegdhaid
Het totaal aantal boftokkenon met vermoedens van ongewenete omgangsu armen
Het totaal aantal bepekkanen mat vormood ons van misdragingon in do privh-sloor
Het totaal aantal betrokkenen met vermoedens van aneigenljk gebruik von dienetmiddalen 1 overschrijding interne
1 let totaal aaetal betrokkenen met vormoodo no van missland voigons do kiokkonividorsregeing
• eltaal aantal Ippe schendIngen
nIrjkj
0
(por bnlrvkknnn o(n moordorn typn tlrendivgnnniv
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
goot.
leerreaadena
2
rrj
-
-
-a
4(
vj+f
-
—-
4(!ksi
gena
genot
-ot
geval.
jradaa4Ø
geno
-
26
gen
gennllee
29g
g.oat.
vnnveZEE
iG
genot.
oonote
n neen
gaoete
genottee
ÇSt&*
noorwaatoegee
ganolle
aS
genot.
v%F0
°4n4j
genot.
r
m)k4(OjPgnO
g.oeta
geneta
1 n4dW2
Pl4dp
0
v°n
genot.
vvdJL evzter
genot.
°r( otrofrenhlellik Idie intern aiio afgeroed(
Voroordelrng
Transactie 0 boete
Seponorrng door OM
Overig
Niet bekend
gevat,
0
122
genot.
gecoib
oonoto
gendm
Vraao 2h
Oederzoekoleoteetle loedernoraegwoordeliibheld henaeod oezast
Intern ondevcek
Eatern onderonek
mm nnaeranee oevmoa anvr emere onoerzons
mpvr hvrivbkvne in vndvrzvnk opgeven 0 alle nndzrzoeken opgeven ook vanor vilkuemst van nndzrzvnk niet tol vvnsfarv’ng neemt geleili
Andere afdoening 1 ombtel(ko afdoening (waorochnwlngsbdof, enanhing cOn)
eteen afdoening
oiaaiarooeomno
enelaleeed
genot.
genot.
genot.
geoote
genot.
genie.
jit*i
-.
Uwani-
1—-—--
genot
Praag 2e
leeslaarlllke 1 arnblellikel toehaedeliee
Volledig toitenondorzook
Alleen vooronderzoek
Geen onderzoek
Onbekend
ivirr bvrivbbciiv v vvdcrvook npgnven felle onderzoeken opgeven veR wavI virkvmne van vvnvrznvk vel me :-vnlvlv’ivg hvvli gym-di
Afdoening
Vraag 3
orsurprmeamn mvi eeeivnnvrrv vinci vrvvmrernrn oroonrairg netrtreoeni
Sennoolijke berisping
enitongewone dronot
Verminde ring vakantie
Frnanoole afdoening
vemplaatsing
Snhottieg met rnboadmg van bozoidigrng
Strafonlalog
Totaal discipilsair
tesatten
gevat.
gevo
geno
gen.
oeoon°waaraorgo
genoten
22
genoten
genoten
1
genoihn
1
genoten
0
genot.
27
29
7
oen000n
aanollon
zl
genolhn
gonoihr
gonollen
gevoten
genoten
De vragen zijn gebaseerd np het Londelijk modnltarmulinr rngistratin intnghtnitsschnndingnn
Lfitgargspant is de melding over een uermondntijtun schending Hinrbt geldt dat t melding = 1 bntrnkknnn (dus bij 3 bnfrakknnen is t casos feb dd ats 3 ‘mnldingnn’(
Zin vraag ta. Op de melding/betrokkene wordt actie eedememen waamit kan blijken dat eennennoeden van een snhnnding wordt vastgesteld (geconstateerde
tchnnding(
bis bi( ons betrokkene meerdern uenntnednt(ke respectievelijk geconstateerde istegriteitsschnedingen zi(n bi( t melding, telt dit als t melding. Bij vraag t n dienen dan
vel alle vermoedelijk rospectieunlijke geconstateerde tppe schendiegnn te worden gerngistrenrd (per bntrnkhnnn zi(n meerdere thpn schendingen mrgnlijk(.
De bedoeling is dat bi( meld(ngnn/unrmnndnnn van mtngritnitsnchnndingee atte metdinges worden opgegeven Enn doel daaman zat wnrdnn gncnnstatnerd nn dat
oordt b( waarnan genonstateerd npgngnunn
Diunree ministndns hebben in het sedndnn aangegnuen dat de geconstateerde schendingen uiteindnl(k het meest van belang z(n. Tngnl(knrli
d wntnn wn dat
1
sepaatde tppe schendingen nanwngn hun kenmnrken vent uaknr niet kunnen worden uastgesteld (bu ongewenste omgangsvurmen. of lekken van intnrmatie( terw(l
‘seldingen hiernuer wol een signaal kunnen zgn over mogelijke dsice’s in de organisatie.
draag Ib verwijst naar retermatre nunr do melding, maIs opgeenmen in het londeldk modellormulier registratie intngdtedsclrendiegen. Per betrukkene (een melding
rent meerdere bnlrnkkene. lef de registratie als meerdere meldingen( moet worden aangngeuoe ot do melding intem of erdem is. Ook per betrokkene aangeven of er
rprake Is non melding in tref kader van de klokkoelaidorsregeling 01 van Meldpunt M
draag fd Er z(n nieuwe R(knbegrotingsuonrnchriffee ee die vragne om ene scherpere aandacht ueor fraude De defingie van fraude is ‘npzettel(ke misleiding om een
rnreebtmatig of onwettig voordeel te vedrdjgnn’. Oroag aangeven welke van de geconstateerde schendingen fraudezaken waren. En zo ja. of daar maatregelen op zij
geeumee en levens wat voor maatregelen dit waren
t)
-Ier formulier bouat de uraag of de melding bestuadijk is onderzocht (uelledig leitenoederzonk. alleen uuornnderzeek. geen uederzuek. onbekend) De aard non een
melding kan zodanig z(n dat een volledig onderzoek nier mnget(k of niet gewenst is.
boegezien het uitgangspunt betrekking heeb op de meldrngenrbetrokkenen is nepliciet opgennmen dol hel gaaf om meldingen waaman de behandeling is ofgerood
reder veroefwnordetijkheid von het bevoegd gezag.
ben melding kon dus hebben plaatsgevonden in non eerder kaleederjoor, maar her gaat om hef jaar von afdoening
O hef onderzoek reder uerontwoordel(kheid von het bnuoegd gezag (af don nier met een sonctie( in 211f4 afgerond. dan vindt registratie over DOfd plaats, ook als
rongifte gedaan is bi( het Openbaar Ministede Ii heen de afwikkeling bi( het OM niet of te wachten nnordof 0 roppodeed
dr is een oederscheid lossen het bestoursrechfnl(ke (disciplinaire lronct( en het srrofrechtel(ke Vaeoit het bestoomrechtelijke traject kon hel onderzoek intern deerde
figee Organisatie worden verricht, of worden uitbesteed aan een erdem boreau waarbij het onderzoek nog steeds onder de eigen bnstuod(kn verantwoording voO 0e
rolde opties zijn mogelijk, eerst een intern onderzoek en nernelgees een nofern onderzoek,
Daarnaast kon er oongifle worden gedaan lee behoeve van een sfrafrechtelfk tralect woarbij hef OM verontwoerdelijk in Om hef ondnwcheid met het
resrouwrncbrelijke traject te maken is deze woog afzondedijk epgenomee.
Er is geneplicileerd dol ton een betrokkene alleen de zwaamle afdoening wordt opgenomen.
De ofzeodedjke disciplinoim mootregetee (geldboete. inhooding- of vermindering salaris, niet toekennen pedodiek. oifsluitiog hogere soladssschaal, indnliegn logere
ralarisochoat) zijn samengevoegd ondnr ‘hnoecidle otdoenieg’.
Hef begvp ‘andere ofdoeeieg’ is toegelicht ‘geen otdeening’ is toegevoegd. Het totool oor (disciplinaire) ofdeeningen zal geluk zijn aan hel fotoaf aan betrokkenen.
De uitkomsten hij hel OM hoeven slechts geweld le werden in hef oor woods hef onderzoek bij hef bevoegd gezag is ofgereed (vraag 3b(. Dat zat vaak ‘niet bekend’
deerbeelden
Von een vermoedelijke miodroging in de prinesfenr in 20f 3 loopt nee mmm onderzoek door in 2bf 4. le 20f d wordt de intogrileitsschending geconstateerd ee nok ee
draf opgelegd. Over dit vermoeden wordt over 2bf4 gerappodeerd (ie belde kolommen loco ie 3j
le 2014 komt een melding ere een vermendnlgkn feancinle schending binnen. Hiernaar wordt eerst een intern onderzoek ingesteld. Vemelgnes eend nee nrdere
rederzoeksburnao een feilenenderzoek uit. Op basis von de odkeorstee van dd onderzoek wordt ooegihe bij het OM gndoon en wordt overgegaan tot strofrelstag Het
DM is nog bezig met hef strotrechtefijk onderzoek in 20f 4 en ook de beroepsprecedore tegen het ntrofontnlog loopt nog. Aangezien het onderzoek en do ofdoenieg
joor hel bevoegd gezeg in 2314 is afgerond, wordt over deze siteafie ie 2Eld gerappogeerd (Beide kolommen to, b( 2h oeder’zowef in- als erdero onderzoek’, bj 3a
ntrafentslog’ ee ‘niet bekend’ bij 3b(
‘Een vermoeden von miobroik non bevoegdheid mordl ie 20f 3 geweld In 2014 komt od onderzoek noor veren dat er niets een de hoed is Over deze
‘neldieg/vermeeden wordt over 20f4 gereppodeerd( in kolom la ie ‘vermeedees’, in kolom 2o en 2h, ie 3o ‘geen ofdeening’j
Jaar:
Soort onderzoek
advies
advies
advies
advies
advies
advies
advies
advies
advies
advies
advies
advies
advies
advies
advies
advies
advies
advies
advies
advies
advies
advies
advies
advies
integriteitaantastingl
Overige
Ongeoorloofd contact met (ex)gedetineerde
Overige
Overig plichtsverzuim
Onthouden van informatie
Oneigenlijk gebruik dienstmateriaal
Overige
Ongeoorloofd contact met (ex)gedetineerde
Training
Lekken van info
Privé gerelateerd
Overige
Ongeoorloofd contact met (ex)gedetineerde
Diefstal
Gewelddelict
Overige
Overig plichtsverzuim
Seksuele intimidatie
Diefstal
Diefstal
Privé gerelateerd
Privé gerelateerd
Onthouden van informatie
Privé gerelateerd
Aard
verdenking
2014
Bestuursorgaan: DJI
Jaarrapportage Bedrijfsvoering Rijk 2014
Meldingen van (vermoedelijke) integriteitschendingen, geregistreerd tbv
n.v.t.
ontslag
ontslag
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
schriftelijke berisping
ontslag
n.v.t.
n.v.t.
Handhaving
1
Privé qerelateerd
Overige
Privé gerelateerd
Privé gerelateerd
Lekken van info
Ongeoorloofde nevenwerkzaamheden
Overig plichtsverzuim
Privé gerelateerd
Ongeoorloofd contact met (ex)gedetineerde
Ongeoorloofd contact met (ex)gedetineerde
Privé gerelateerd
Overig plichtsverzuim
Privé gerelateerd
Fraude
Fraude
Contrabande
Ongeoorloofd contact met (ex)gedetineerde
Privé gerelateerd
Ongeoorloofd contact met (ex)gedetineerde
Ongeoorloofd contact met (ex)gedetineerde
Privé gerelateerd
Diefstal
Contrabande
Onthouden van informatie
Onthouden van informatie
Privé gerelateerd
Overige
Privé gerelateerd
Diefstal
Ongeoorloofd contact met (ex)gedetineerde
Bedreiging
Privé gerelateerd
Privé gerelateerd
Fraude
advies
advies
advies
disciplinair
disciplinair
disciplinair
disciplinair
disciplinair
disciplinair
disciplinair
disciplinair
disciplinair
disciplinair
disciplinair
disciplinair
disciplinair
disciplinair
disciplinair
disciplinair
disciplinair
disciplinair
disciplinair
disciplinair
disciplinair
disciplinair
disciplinair
disciplinair
disciplinair
disciplinair
disciplinair
disciplinair
disciplinair
disciplinair
disciplinair
nog niet bekend
anders
ontslag
organisatorische maatregel
ontslag
n.v.t.
ontslag
ontslag
ontslag
ontslag
ontslag
ontslag
ontslag
ontslag
anders
ontslag
ontslag
anders
ontslag
n.v.t.
anders
Onthouden van informatie
Onthouden van informatie
Onthouden van informatie
Onthouden van informatie
Onthouden van informatie
Onthouden van informatie
Contrabande
Overig plichtsverzuim
Oneigenlijk gebruik dienstmateriaal
Seksuele intimidatie
Oneigenlijk gebruik dienstmateriaal
Fraude
Overige
Diefstal
Privé gerelateerd
Contrabande
Ongeoorloofd contact met (ex)gedetineerde
Digitaal onderzoek
Contrabande
Privé gerelateerd
Privé gerelateerd
Overig plichtsverzuim
Digitaal onderzoek
Digitaal onderzoek
Digitaal onderzoek
Digitaal onderzoek
Oneigenlijk gebruik dienstmateriaal
Diefstal
Diefstal
Contrabande
Corruptie
Lekken van info
Lekken van info
Oneigenlijk gebruik dienstmateriaal
disciplinair
disciplinair
disciplinair
disciplinair
disciplinair
disciplinair
disciplinair
disciplinair
disciplinair
disciplinair
disciplinair
disciplinair
disciplinair
feiten
feiten
feiten
feiten
feiten
feiten
feiten
feiten
feiten
feiten
feiten
feiten
feiten
feiten
feiten
feiten
feiten
feiten
feiten
feiten
feiten
n.v.t.
ontslag
n.v.t.
verplaatsing
n.v.t.
ontslag
ontslag
anders
ontslag
ontslag
ontslag
ontslag
ontslag
ontslag
geen maatregel
Digitaal onderzoek
Digitaal onderzoek
Digitaal onderzoek
Digitaal onderzoek
Digitaal onderzoek
Digitaal onderzoek
Digitaal onderzoek
Digitaal onderzoek
Digitaal onderzoek
Digitaal onderzoek
Overige
Digitaal onderzoek
Digitaal onderzoek
Digitaal onderzoek
Digitaal onderzoek
Pesten
Digitaal onderzoek
Oneigenlijk gebruik dienstmateriaal
Digitaal onderzoek
Overig plichtsverzuim
Oneigenlijk gebruik dienstmateriaal
Oneigenlijk gebruik dienstmateriaal
Oneigenlijk gebruik dienstmateriaal
Oneigenlijk gebruik dienstmateriaal
Oneigenlijk gebruik dienstmateriaal
Oneigenlijk gebruik dienstmateriaal
Oneigenlijk gebruik dienstmateriaal
Oneigenlijk gebruik dienstmateriaal
Oneigenlijk gebruik dienstmateriaal
Oneigenlijk gebruik dienstmateriaal
Oneigenlijk gebruik dienstmateriaal
Oneigenlijk gebruik dienstmateriaal
Oneigenlijk gebruik dienstmateriaal
Ongeoorloofd contact met (ex)gedetineerde
-
feiten
feiten
feiten
feiten
feiten
feiten
feiten
feiten
feiten
feiten
feiten
feiten
feiten
feiten
feiten
feiten
feiten
feiten
feiten
feiten
feiten
feiten
feiten
feiten
feiten
feiten
feiten
feiten
feiten
feiten
feiten
feiten
feiten
feiten
anders
schriftelijke berisping
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
Overiq plichtsverzuim
Ongeoorloofd contact met (ex)gedetineerde
Onthouden van informatie
Onthouden van informatie
Onthouden van informatie
Onthouden van informatie
Onthouden van informatie
Fraude
Contrabande
Overige
Contrabande
Overig plichtsverzuim
Contrabande
Oneigenlijk gebruik dienstmateriaal
Diefstal
Diefstal
Contrabande
Handelen in strijd met protocol ziekteverzuim
Ongeoorloofd contact met (ex)gedetineerde
Contrabande
Onthouden van informatie
Overig plichtsverzuim
Oneigenlijk gebruik dienstmateriaal
Privé gerelateerd
Overig plichtsverzuim
Overig plichtsverzuim
Contrabande
Contrabande
Contrabande
Gewelddelict
Privé gerelateerd
Discriminatie
Privé gerelateerd
Fraude
feiten
feiten
feiten
feiten
feiten
feiten
feiten
feiten
feiten
feiten
feiten
feiten
feiten
feiten
feiten
feiten
feiten
feiten
feiten
feiten
feiten
feiten
feiten
feiten
feiten
feiten
feiten
feiten
feiten
feiten
feiten
feiten
feiten
feiten
schriftelijke berisping
n.v.t.
geen maatregel
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
persoonsgebonden maatregel
n.v.t.
ontslag
geen maatregel
n.v.t.
geen maatregel
anders
schriftelijke berisping
schriftelijke berisping
anders
geen maatregel
Contrabande
Diefstal
Privé gerelateerd
Ongeoorloofd contact met (ex)gedetineerde
Privé gerelateerd
Privé gerelateerd
Privé gerelateerd
Seksuele intimidatie
Oneigenlijk gebruik dienstmateriaal
Oneigenlijk gebruik dienstmateriaal
Oneigenlijk gebruik dienstmateriaal
Oneigenlijk gebruik dienstmateriaal
Privé gerelateerd
Overige
Overige
Overig plichtsverzuim
Digitaal onderzoek
Privé gerelateerd
Contrabande
Privé gerelateerd
Contrabande
Contrabande
Contrabande
Contrabande
Contrabande
Handelen in strijd met protocol ziekteverzuim
Contrabande
Contrabande
Contrabande
Overige
Privé gerelateerd
Diefstal
Ongeoorloofd contact met (ex)gedetineerde
Privé gerelateerd
feiten
feiten
feiten
feiten
feiten
feiten
feiten
feiten
feiten
feiten
feiten
feiten
feiten
feiten
feiten
feiten
feiten
feiten
feiten
feiten
feiten
feiten
feiten
feiten
feiten
feiten
feiten
feiten
feiten
feiten
feiten
feiten
feiten
feiten
n.v.t.
n.v.t.
geen maatregel
n.v.t.
Ontslag
schriftelijke berisping
schriftelijke berisping
Ontslag
ontslag
verplaatsing
n.v.t.
n.v.t.
Overig plichtsverzuim
Contrabande
Contrabande
Contrabande
Contrabande
Seksuele intimidatie
Contrabande
Contrabande
Privé gerelateerd
Privé gerelateerd
Privé gerelateerd
Privé gerelateerd
Overig plichtsverzuim
Oneigenlijk gebruik dienstmateriaal
Contrabande
Privé gerelateerd
Diefstal
Bedreiging
Overig plichtsverzuim
Ongeoorloofd contact met (ex)gedetineerde
Onthouden van informatie
Lekken van info
Schending van de privacy
Overige
Privé gerelateerd
Privé gerelateerd
Ongeoorloofd contact met (ex)gedetineerde
Fraude
Privé gerelateerd
Ongeoorloofd contact met (ex)gedetineerde
Overige
Seksuele intimidatie
Ongeoorloofd contact met (ex)gedetineerde
Behulpzaam bij ontvluchten
feiten
feiten
feiten
feiten
feiten
feiten
feiten
feiten
feiten
feiten
feiten
feiten
feiten
feiten
feiten
feiten
feiten
feiten
feiten
feiten
feiten
feiten
feiten
feiten
feiten
feiten
feiten
feiten
feiten
feiten
feiten
feiten
feiten
feiten
anders
ontslag
ontslag
n.v.t.
n.v.t.
geen maatregel
n.v.t.
ontslag
ontslag
geen maatregel
anders
nog niet bekend
ontslag
geen betrokkene
ontslaci
n.v.t.
Seksuele intimidatie
Privé gerelateerd
Privé gerelateerd
Privé gerelateerd
Geweiddelict
Privé gerelateerd
Pesten
Geweiddelict
Privé gerelateerd
Bedreiging
Ongeoorloofde afwezigheid
Overig plichtsverzuim
Overig plichtsverzuim
Overig plichtsverzuim
Overig plichtsverzuim
Overig plichtsverzuim
Overig plichtsverzuim
Overig plichtsverzuim
Overig plichtsverzuim
Ongeoorloofd contact met (ex)gedetineerde
Fraude
Overig plichtsverzuim
Overig plichtsverzuim
Digitaal onderzoek
Overig plichtsverzuim
Handelen in strijd met protocol ziekteverzuim
Digitaal onderzoek
Ongeoorloofde afwezigheid
Oneigenlijk gebruik dienstmateriaal
Oneigenlijk gebruik dienstmateriaal
Overig plichtsverzuim
Overig plichtsverzuim
Fraude
Overig plichtsverzuim
reQistratie
registratie
registratie
registratie
registratie
registratie
registratie
registratie
registratie
registratie
registratie
registratie
registratie
registratie
registratie
registratie
registratie
registratie
registratie
registratie
registratie
registratie
registratie
registratie
registratie
registratie
registratie
registratie
registratie
registratie
registratie
registratie
registratie
registratie
inrichtinQ
inrichting
inrichting
inrichting
inrichting
inrichting
inrichting
inrichting
inrichting
inrichting
inrichting
inrichting
inrichting
inrichting
inrichting
inrichting
inrichting
inrichting
inrichting
inrichting
inrichting
inrichting
inrichting
inrichting
inrichting
inrichting
inrichting
inrichting
inrichting
inrichting
inrichting
inrichting
inrichting
inrichting
nog niet bekend
n.v.t.
verplaatsing
anders
n.v.t.
ontslag
ontslag
ontslag
schriftelijke berisping
schriftelijke berisping
ontslag
nog niet bekend
schorsing met geheel/gedeeltelijk inhouding salaris
verminder op vakantie/verlof
ontslag
anders
nog niet bekend
nog niet bekend
nog niet bekend
anders
nog niet bekend
anders
nog niet bekend
persoonsgebonden maatregel
persoonsgebonden maatregel
anders
schriftelijke berisping
geen maatregel
Overig plichtsverzuim
Onthouden van informatie
Overig plichtsverzuim
Overig plichtsverzuim
Ongeoorloofde afwezigheid
Fraude
Fraude
Schending van de privacy
Schending van de privacy
Schending van de privacy
Schending van de privacy
Overig plichtsverzuim
Overig plichtsverzuim
Overig plichtsverzuim
Ongeoorloofde afwezigheid
Overig plichtsverzuim
Overig plichtsverzuim
Overig plichtsverzuim
Handelen in strijd met protocol ziekteverzuim
Overig plichtsverzuim
Diefstal
Ongeoorloofde afwezigheid
Ongeoorloofde afwezigheid
Ongeoorloofde afwezigheid
Ongeoorloofde afwezigheid
Ongeoorloofde afwezigheid
Overig plichtsverzuim
Overig plichtsverzuim
Overig plichtsverzuim
Lekken van info
Overig plichtsverzuim
Ongeoorloofde afwezigheid
Ongeoorloofde afwezigheid
Oneigenlijk gebruik dienstmateriaal
registratie
registratie
registratie
registratie
registratie
registratie
registratie
registratie
registratie
registratie
registratie
registratie
registratie
registratie
registratie
registratie
registratie
registratie
registratie
registratie
registratie
registratie
registratie
registratie
registratie
registratie
registratie
registratie
registratie
registratie
registratie
registratie
registratie
registratie
inrichting
inrichting
inrichting
inrichting
inrichting
inrichting
inrichting
inrichting
inrichting
inrichting
inrichting
inrichting
inrichting
inrichting
inrichting
inrichting
inrichting
inrichting
inrichting
inrichting
inrichting
inrichting
inrichting
inrichting
inrichting
inrichting
inrichting
inrichting
inrichting
inrichting
inrichting
inrichting
inrichting
inrichting
nog niet bekend
nog niet bekend
nog niet bekend
anders
nog niet bekend
nog niet bekend
nog niet bekend
nog niet bekend
anders
gedeeltelijk of geheel inhouding salaris
geldboete
anders
anders
anders
schriftelijke berisping
persoonsgebonden maatregel
persoonsgebonden maatregel
geldboete
geldboete
schriftelijke berisping
schriftelijke berisping
ontslag
nog niet bekend
schriftelijke berisping
schriftelijke berisping
schriftelijke berisping
anders
anders
ontslag
anders
anders
gedeeltelijk of geheel inhouding salaris
Diefstal
Overig plichtsverzuim
Overig plichtsverzuim
Overig plichtsverzuim
Overig plichtsverzuim
Overig plichtsverzuim
Oneigenlijk gebruik dienstmateriaal
Overig plichtsverzuim
Overige
Ongeoorloofde afwezigheid
Privé gerelateerd
Ongeoorloofde afwezigheid
Overig plichtsverzuim
Overig plichtsverzuim
Overig plichtsverzuim
Overig plichtsverzuim
Overig plichtsverzuim
Overig plichtsverzuim
Overig plichtsverzuim
Contrabande
Contrabande
recjistratie inrichting
registratie inrichting
registratie inrichting
registratie inrichting
registratie inrichting
registratie inrichting
registratie inrichting
registratie inrichting
registratie inrichting
registratie inrichting
registratie inrichting
registratie inrichting
registratie inrichting
registratie inrichting
registratie inrichting
registratie inrichting
registratie inrichting
registratie inrichting
registratie inrichting
verkennend
verkennend
nog niet bekend
nog niet bekend
schriftelijke berisping
schriftelijke berisping
nog niet bekend
nog niet bekend
nog niet bekend
nog niet bekend
nog niet bekend
n.v.t.
verm inder op vakantie/verlof
schriftelijke berisping
geldboete
schriftelijke berisping
schriftelijke berisping
niet toekennen periodieke salarisverhoging
niet toekennen periodieke salarisverhoging
schriftelijke berisping
Bijlage B
Nr.
|
Inventarislijst
Document
Openbaarheid
Vindplaats
Van toepassing zijnde
Wob-artikelen
Jaarverslagen coördinator integriteit en/of vertrouwenspersoon integriteit (VPI)
Bestuursdepartement (BD)
1.
Jaarverslag 2010
|
Coördinator integriteit en/of Vertrouwenspersoon integriteit (VPI)
Gedeeltelijk openbaar
-
2.
Jaarverslag 2011
Gedeeltelijk openbaar
-
3.
Jaarverslag 2012
Gedeeltelijk openbaar
-
4.
Deelverslag 2013
Gedeeltelijk openbaar
-
5.
Jaarverslag 2014 Coördinator
Reeds openbaar
6.
Jaarverslag 2014 VPI
Reeds openbaar
https://www.rijksoverheid.nl/documenten/publicaties/2015/09/02/bij
lage-bij-besluit-wob-verzoek-over-integriteit-en-justis
https://www.rijksoverheid.nl/documenten/publicaties/2015/09/02/bij
lage-bij-besluit-wob-verzoek-over-integriteit-en-justis (Wob-verzoek)
http://www.tweedekamer.nl/kamerstukken/detail?id=2016D05539&d
id=2016D05539 (Art. 68 Gw procedure)
Immigratie- en naturalisatiedienst (IND) | Vertrouwenspersoon integriteit (VPI)
7.
Concept Jaarverslag 2009
Gedeeltelijk openbaar
8.
9.
10.
Jaarverslag 2010
Jaarverslag 2011
Jaarverslag 2012
Gedeeltelijk openbaar
Gedeeltelijk openbaar
Gedeeltelijk openbaar
-
Artikel 10, tweede lid,
aanhef en onder e, van de
Wob.
Artikel 10, tweede lid,
aanhef en onder e, van de
Wob en artikel 11, eerste
lid, van de Wob.
Artikel 10, tweede lid,
aanhef en onder e, van de
Wob en artikel 10, tweede
lid, aanhef en onder g, van
de Wob.
Artikel 10, tweede lid,
aanhef en onder e, van de
Wob en artikel 10, tweede
lid, aanhef en onder g, van
de Wob.
-
Artikel 10, tweede lid,
aanhef en onder e, van
Wob.
Artikel 10, tweede lid,
aanhef en onder e, van
Wob.
Artikel 10, tweede lid,
aanhef en onder e, van
Wob.
Artikel 10, tweede lid,
aanhef en onder e, van
Wob.
de
de
de
de
11.
Jaarverslag 2013
Gedeeltelijk openbaar
-
12.
Jaarverslag 2014
Gedeeltelijk openbaar
-
Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI) | Vertrouwenspersoon integriteit (VPI)
13. Jaarverslag 2008-2009
Gedeeltelijk openbaar
-
Artikel 10, tweede lid,
aanhef en onder e, van de
Wob.
Artikel 10, tweede lid,
aanhef en onder e, van de
Wob.
Artikel 10, tweede lid,
aanhef en onder e, van de
Wob.
Artikel 10, tweede lid,
aanhef en onder e, van de
Wob.
Artikel 10, tweede lid,
aanhef en onder e, van de
Wob.
14.
Jaarverslag 2010-2011
Gedeeltelijk openbaar
-
15.
Jaarverslag 2012-2013
Gedeeltelijk openbaar
-
Bestuursdepartement (BD)
16. Jaarcijfers 2009
Reeds openbaar
-
17.
18.
Jaarcijfers 2010
Jaarcijfers 2011
Reeds openbaar
Reeds openbaar
19.
Jaarcijfers 2012
Reeds openbaar
20.
21.
Jaarcijfers 2013
Jaarcijfers 2014
Reeds openbaar
Reeds openbaar
22.
Format 2014
Openbaar
https://www.rijksoverheid.nl/documenten/wobverzoeken/2011/03/25/besluit-wob-verzoek-over-integriteit
https://www.rijksoverheid.nl/documenten/wobverzoeken/2014/02/04/besluit-wob-verzoek-meldingen-vanvermoedelijke-integriteitsaantastingen-venj
https://www.rijksoverheid.nl/documenten/wobverzoeken/2014/02/04/besluit-wob-verzoek-meldingen-vanvermoedelijke-integriteitsaantastingen-venj
https://www.rijksoverheid.nl/documenten/wobverzoeken/2016/01/07/besluit-wob-verzoek-integriteitsschendingenvenj-2013-2014
-
Immigratie- en naturalisatiedienst (IND)
23. Jaarcijfers 2009
Gedeeltelijk openbaar
-
24.
Jaarcijfers 2010
Gedeeltelijk openbaar
-
25.
Jaarcijfers 2011
Reeds openbaar
https://www.rijksoverheid.nl/documenten/wobverzoeken/2014/02/04/besluit-wob-verzoek-meldingen-vanvermoedelijke-integriteitsaantastingen-venj
Artikel 10, tweede lid,
aanhef en onder e, van de
Wob.
Artikel 10, tweede lid,
aanhef en onder e, van de
Wob.
-
Jaarcijfers
-
26.
Jaarcijfers 2012
Reeds openbaar
27.
28.
Jaarcijfers 2013
Jaarcijfers 2014
Reeds openbaar
Gedeeltelijk openbaar
https://www.rijksoverheid.nl/documenten/wobverzoeken/2014/02/04/besluit-wob-verzoek-meldingen-vanvermoedelijke-integriteitsaantastingen-venj
-
29.
Format 2014
Openbaar
-
Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI)
30. Jaarcijfers 2009
Reeds openbaar
31.
32.
Jaarcijfers 2010
Jaarcijfers 2011
Reeds openbaar
Reeds openbaar
33.
Jaarcijfers 2012
Reeds openbaar
34.
35.
Jaarcijfers 2013
Jaarcijfers 2014
Reeds openbaar
Gedeeltelijk openbaar
https://www.rijksoverheid.nl/documenten/wobverzoeken/2011/03/25/besluit-wob-verzoek-over-integriteit
https://www.rijksoverheid.nl/documenten/wobverzoeken/2014/02/04/besluit-wob-verzoek-meldingen-vanvermoedelijke-integriteitsaantastingen-venj
https://www.rijksoverheid.nl/documenten/wobverzoeken/2014/02/04/besluit-wob-verzoek-meldingen-vanvermoedelijke-integriteitsaantastingen-venj
-
36.
Format 2014
Openbaar
-
Artikel 10, tweede lid,
aanhef en onder e, van de
Wob.
-
Artikel 10, tweede lid,
aanhef en onder e, van de
Wob.
-