Kaizen Formulier

Download Report

Transcript Kaizen Formulier

Onderwerp:
Kaizen
Formulier
ONDERDEEL:
DATUM:
JE NAAM:
1. BESCHRIJF HET PROBLEEM:
5. MOGELIJKE BRON OORZAKEN?
Analyseer en onderzoek de veronderstellingen. 5XWaarom? Ga kijken op
de plek waar het gebeurt (observeer, verzamel feiten, maak foto’s).
Wees objectief en vraag door!
B. WELKE TEGENMAATREGELEN WORDEN INGEVOERD?
Wat, wie, wanneer, waar?
2. KRUIS DE VERSPILLINGEN AAN DIE JE ZIET EN BESCHRIJF ZE.
KWANTIFICEER VERSPILLINGEN IN TIJD EN/OF KOSTEN
O DT B W P V R
C. WAT DOE JE OM HET TE COMMUNICEREN EN BORGEN?
Hoe ga je collega’s informeren en trainen in nieuwe werkwijze ?
A .WELKE TEGENMAATREGELEN KUNNEN WORDEN GENOMEN?
Welke preventieve acties stel je voor als maatregel voor de toekomst?
Met welk effect?
(Is deze maatregel op andere onderdelen van toepassing en waar?)
Kosten Arbeid per jaar
( X € per minuut)
Kosten Materiaal per jaar
( Kosten + 15%)
3. WAT HEB JE VANDAAG GEDAAN OM HET OP TE LOSSEN?
4. OVEREENSTEMMING OVER PROBLEEM MET LEIDINGGEVENDE:
E. RESULTAAT / EFFECT / FOLLOW-UP
Wat is het meetbare resultaat?
D. OVEREENSTEMMING OVER HET PLAN:
Verspillingen verstoren het proces én de flow in de keten
Zonder verspillingen is er ruimte vrij voor het échte werk: waarde creëren voor de klant!
Verspilling
Ideaal
O
Overproductie: iets doen of maken, waar de volgende in de keten nog niets mee kan;
te veel, te vroeg of batchgewijs. Het effect is is onbalans, hollen en stilstaan en (werk)
voorraden.
Alles verloopt in een gelijkmatige stroom. Onepiece-flow. Er is balans tussen de vraag
(onderhanden werk) en personele capaciteit.
D
Defecten: niet in 1 x goed door; fouten in gegevens (incompleet of onjuist); defecten
aan apparatuur; foute bewerkingen (error); materiaal niet op de juiste plek,
misgrijpen.
Alles verloopt in 1 x goed. Zo niet: Stop de lijn!
“Foutvrij van mij”: niet goed, niet door!
“Foutvrij naar mij” : pas opstarten met het
proces als alles klopt.
T
Transport/Transfers: grote afstanden of muren tussen processtappen. Overdrachten
en heen en weer gaan van papieren. Onnodig transport van goederen en materialen.
Veelvuldig doorverbinden van klanten i.p.v. rechtstreeks helpen.
Alles is procesgericht georganiseerd en team
georiënteerd. Verbindingen tussen processtappen zijn logisch en in één flow.
B
Beweging: onnodige beweging en handelingen door mensen. Zoeken naar materiaal en
gereedschap. De werkomgeving is niet ondersteunend aan het werk en de mensen.
Alles wat nodig is, is in handbereik. Ergonomie
is optimaal.
W
Wachten: alles wat stil staat in het proces. Het ergste is klanten laten wachten.
Alles verloopt “Just-in-Time”, in een vloeiende
stroom .
P
Processing: overbewerking. De stappen in een proces of systeem zijn ingewikkeld en
complex gemaakt. Uitvoering kost meer tijd en inspanning dan wenselijk. Extra werk,
zoals bijvoorbeeld controleren andermans werk.
“Met één druk op de knop”…. Alles is zo
ontworpen dat er met minimale inspanning
maximaal resultaat is
V
Voorraad: materialen die niet direct gebruikt worden in je werkcyclus. Voorraad kost
geld (rente, ruimte) en risico, zoals incourante artikelen, koekjes over datum.
Voorraden zijn minimaal. Alles wat is verbruikt
wordt ‘vanzelf’ aangevuld (=pull).
R
Ruis: verwarring in de communicatie en onduidelijkheid. Afstemming van taken is niet
goed geregeld. Voor anderen denken. Niet checken of bevragen. Iets voor waar
aannemen en voorbij gaan aan de feiten (wensdenken).
Informatie is op één manier te vatten: “Kan niet
fout”. Visualisatie ondersteunt het begrijpen
in één oogopslag.