Transcript Doorrekening kilometerheffing

Flash Nr.08 - 23/02/2016
Doorrekening kilometerheffing:
Opdrachtgevers staan niet boven de wet…
Om gevolg te geven aan de verschillende klachten (die in de ogen van UPTR gerechtvaardigd zijn…)
van de talrijke transporteurs die geconfronteerd worden met moeilijkheden om de kosten van de
kilometerheffing door te rekenen aan hun klanten, herinnert UPTR aan enkele fundamentele
elementen:
1° Kostprijsberekeningen: de cijfers van het ITLB
a) Impact van de kilometerheffing op de kostprijsberekening
ITLB heeft in september 2015 een schatting uitgevoerd van de gemiddelde impact van de meerkost die
de kilometerheffing zal teweegbrengen inzake de kostprijs voor een Belgische onderneming, actief in
het nationaal transport. Het ITLB concludeerde dat voor de Belgische transporteurs, de Belgische
kilometerheffing een gemiddelde meerkost van
7,94 %
zal genereren.
Deze gemiddelde schatting van de meerkost van een transportfactuur is gebaseerd op volgende parameters:
- Een voertuig (38 ton MTM / 2+ 2 assen) van de categorie EURO VI dat 72.162 km/jaar aflegt.
- Een basistarief van 0,128 €/km in het Waals Gewest (+ BTW) en in het Vlaams Gewest (excl.
BTW) en een tarief van 0,203 €/km in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.
- Een parcours in België verdeeld onder de drie Gewesten volgens volgende verdeelsleutel:
46% van het parcours in Vlaams Gewest, 46% van het parcours in het Waals Gewest en de overige
8% in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.
- De afschaffing van het eurovignet voor het nationaal transport alsook de vermindering van de
tarieven van de verkeersbelasting.
- Een waarborg van 135 € voor de OBU, verdeeld over de levensduur van het voertuig, alsook over de
installatiekosten en één dag stilstand van het voertuig.
Het is belangrijk te noteren dat het een mathematische simulatie betreft van het nationaal transport,
exclusief en alleen uitgevoerd op het Belgisch grondgebied:
 De afschaffing van het eurovignet is al geïntegreerd in de becijfering ITLB.
 De vermindering van de verkeersbelasting is ook geïntegreerd.
 Het geheel van maatregelen reeds gestemd (en soms ten onrechte op een schandalige manier
gekwalificeerd als ‘compenserende maatregelen’ ), werden inderdaad al volledig opgenomen in de
becijfering van het ITLB…
7,94 % becijferd door het ITLB bestaat enkel en alleen als een indicatie die kan
dienen (op objectieve wijze) als een gemiddelde schatting voor de gehele Belgische
De verhoging van
transportsector.
b) Vergelijking van de kosten in procenten
Het ITLB heeft een vergelijking gemaakt aangaande de verdeling van de kosten (in %) met en zonder
de kilometerheffing voor het algemeen nationaal transport.
Op de tekeningen hieronder kunt u de resultaten van de vergelijking terugvinden met de precisering
dat de kilometerheffing zich bevindt in de post « specifieke ritkosten » en « algemene onkosten ».
Algemeen nationaal vervoer / Toestand op 1 januari 2016
Relatieve aandelen van de kostenelementen
Algemene onkosten;
8,8%
Financiering; 4,7%
Brandstof; 18,5%
Overige directe
voertuigkosten;
1,6%
Verzek
CMR/uitbating;
1,1%
Verzekering
voertuig; 4,8%
Banden; 3,1%
Herstel, revisie,
onderhoud; 3,8%
Afschrijving
voertuig; 11,2%
Rijdend personeel;
42,5%
Algemeen nationaal vervoer/ Simulatie met kilometerheffing
Relatieve aandelen van de kostenelementen op 1/04/2016
Algemene onkosten;
9,3%
Specifieke ritkosten;
7,0%
Brandstof; 17,5%
Financiering; 4,4%
Overige directe
voertuigkosten;
0,6%
Verzek
CMR/uitbating;
1,0%
Verzekering
voertuig; 4,5%
Banden; 2,9%
Herstel, revisie,
onderhoud; 3,5%
Afschrijving
voertuig; 10,4%
Rijdend personeel;
39,1%
In het totaal maakt de kilometerheffing 7,87 % uit van de kosten van
het algemeen nationaal transport.
Deze vergelijking toont aan dat de dalende brandstofprijzen geen enkele ‘compensatie’
kunnen betekenen voor de meerkost die de kilometerheffing met zich zal meebrengen.
De impact van de kilometerheffing kan sterk verschillen van geval tot geval voor elke transporteur,
UPTR heeft daarom een simulatieprogramma op haar website geplaatst: “kilometerheffing:
berekeningsmodule (excel) kostprijsverhoging” die toestaat om de reële impact van de kilometerheffing
op de specifieke kostprijs te berekenen voor elke onderneming.
2° Ongeoorloofde prijs
De wet van 15 juli 2013 betreffende het goederenvervoer over de weg bevat enkele strafbepalingen
en artikel 41 § 4 bepaalt immers dat:
De transporteur, de opdrachtgever, de vervoerscommissionair of de commissionairexpediteur worden gestraft met een boete van 500 tot 50.000€, vermeerderd met de opdeciemen,
indien zij een vervoer hebben aangeboden, verricht of laten verrichten, tegen een
ongeoorloofd lage prijs.
Onder "ongeoorloofd lage prijs" dient te worden verstaan een prijs die onvoldoende is om tegelijkertijd
te dekken :
- de niet te vermijden posten van de kostprijs van het voertuig, in het bijzonder de afschrijving of de
huur, de banden, de brandstof en het onderhoud;
- de kosten voortvloeiende uit wettelijke of reglementaire verplichtingen, in het bijzonder sociale,
fiscale, verzekerings- en veiligheidskosten;
- de kosten voortvloeiende uit het bestuur en de leiding van de onderneming.
3° Misbruik van machtspositie
Misbruik van machtspositie impliceert dat één of meer ondernemingen misbruik maken van een
machtspositie op de betrokken Belgische markt of op een wezenlijk deel daarvan.
Het misbruik van machtspositie vloeit voort uit het eenzijdige gedrag van één of meer
ondernemingen en is verboden door artikel IV.2 van het Wetboek van economisch recht.
Het misbruik van machtspositie kan verschillende courante vormen aannemen zoals:
 het opleggen van een aankoopprijs, verkoopprijs of andere onbillijke contractuele





voorwaarden;
toepassing van buitensporig hoge prijzen of uitsluiting door de dominante onderneming;
beperking van de productiequota, afzet, technische ontwikkeling;
discriminatie tussen handelspartners;
koppelverkoop;
…
Voor misbruik van machtspositie kan geen enkele uitzondering gelden, hier
geldt een absoluut verbod.
Als professionele beroepsvereniging, houdt UPTR zich ter beschikking van haar
Belgische transporteurs om, indien nodig, uw opdrachtgevers te herinneren aan
deze bovenstaande elementen in naam en onder verantwoordelijkheid van UPTR.
Indien nodig, kan UPTR ook een klacht neerleggen bij de Belgische
Mededingingsautoriteit (het toenmalige ‘Raad voor de Mededinging’) om elk
geval van een misbruik van machtspositie aan te geven.
Michaël Reul
Secretaris-Generaal