Transcript Mare

18 februari 2016
39ste Jaargang • nr. 20
‘Je zit midden in
de vunzigheid’
Pagina 11
Karaoke op Pokémon
en Hard Rock Hallelujah.
‘Ah toe, nog één liedje?’
Aspergeplas: farmacologen
laten collega’s hun eigen
lucht opsnuiven, for science
De medezeggenschap
krijgt meer macht, maar
dat is nog niet genoeg
Pagina 3
Pagina 7
Pagina 5 en 9
Leukste tijd
van je leven?
Het depressietaboe onder studenten
Studenten lijken steeds gevoeliger te
zijn voor depressies, blijkt uit onderzoek. De studentenpsycholoog spreekt
van ‘een verloren generatie’. Maar
erover praten blijft taboe. ‘Als vrienden
vragen hoe het gaat, verwachten ze
“goed” als antwoord.’
DOOR MONICA PRELLER ‘Twintig jaar geleden
hadden vooral veertigers te maken met
een depressie’, vertelt Emile Dingjan,
studentpsycholoog. ‘Maar de leeftijd is
aan het zakken. Er is een groot aantal
mensen met depressieve klachten in
de leeftijd van 20 tot 28 jaar, en dat is
zorgwekkend. Ik merk dat ook bij deze
generatie studenten. Ik denk zelfs dat je
kunt spreken van een verloren generatie.
De druk van de prestatiemaatschappij
speelt een rol, en de crisis ook. Sommige
studenten komen nauwelijks aan werk,
terwijl zij toch behoorlijk veel op hun cv
hebben staan.’
Ook studentendecaan Marcel Melchers ziet veel studenten rondlopen met
psychische problemen. ‘Er zijn hoge
verwachtingen vanuit de maatschappij.
Door sociale media lijkt het alsof iedereen een fantastisch leven heeft. Dan
denk je dat het leven van anderen leuker
is dan dat van jou. Er wordt ook vaak tegen studenten gezegd dat de studententijd de leukste tijd van je leven is, maar
dat hoeft helemaal niet zo te zijn.’
Dat jongeren meer antidepressiva gebruiken, bleek vorige week in een uitzending van Zembla. Tussen 2007 en
2015 is het gebruik van anti-depressiva
onder jongeren tot 21 met veertig procent toegenomen, aldus de Stichting
Farmaceutische Kengetallen. Ook bleek
in 2013 uit een enquête van de Landelijke Studentenvakbond dat de helft van
de 1100 ondervraagden ervaringen heeft
met psychische klachten.
‘Als je via een enquête meet, krijg je
veel hogere schattingen dan wanneer de
klachten door een klinicus worden beoordeeld’, nuanceert de Leidse hoogleraar psychologie Willem van der Does.
‘Maar depressie is zeker niet zeldzaam
onder studenten. Je studententijd is ook
een onzekere tijd, je wordt zelfstandig.
Ik denk wel dat jongeren steeds meer
prestatiedruk ervaren. De vraag is of
je er iets aan moet doen, aangezien de
meeste depressies onder jonge mensen
kort duren.’
In België doen ze er wel iets aan, zegt
professor Ronny Bruffaerts van de Katholieke Universiteit Leuven. ‘Een derde
tot een kwart van de Belgische studenten heeft psychische problemen. Eén op
de vijf loopt het risico op een depressie,
tegenover dertien procent van de totale
bevolking. Van eerstejaarsstudenten met
zelfmoordgedachten loopt driekwart in
het derde jaar hier nog mee rond. Er gaan
jaren overheen voor mensen op zoek
gaan naar behandeling. Ze denken dat
het niet nodig is. Maar als een eerstejaars
vijf jaar wacht, bestaat er een kans dat zij
of hij een drop-out wordt.’
Om dat te voorkomen heeft de Leuvense universiteit een buddyprogramma
opgericht waarbij eerstejaarsstudenten
worden gekoppeld aan een ouderejaars:
MindMates.
Bruffaerts, die de studentenpopulatie
nauwgezet volgt: ‘Hoe meer de student
zich verbonden voelt met de omgeving,
hoe beter de buffer tegen depressie. Door
het contact met ouderejaars leren de
studenten eerder mensen kennen. Depressie leidt tot uitval omdat studenten
blijven rondlopen met hun problemen.
De conclusie van ons onderzoek is ook
een soort opdracht aan universiteiten.
De behandeling is al toegankelijk, maar
ik zou graag willen dat ze het een tandje
zouden bijstellen door hulp meer preventief aan te bieden.’
> Verder lezen op pagina 6
Illustratie Joonas Ennala
Volgende week
geen Mare
‘De minister moet
niet zo opscheppen’
Onvoldoende voor
Geen studentendip
master politicologie door leenstelsel
Volgende week verschijnt er geen Mare.
Nummer 21 zal uitkomen op 3 maart.
Mededelingen voor dat nummer moeten uiterlijk 1 maart ter redactie zijn.
Een Facebookpost van Roberta D’Alessandro waarin ze de Italiaanse onderwijsminister kapittelt, is breaking news.
‘Brava! Eindelijk iemand die het zegt.’
De researchmaster political science and
public administration heeft een onvoldoende gekregen van de NederlandsVlaamse Accreditatieorganisatie.
Pagina 3
Pagina 4
Het leenstelsel zorgt er niet voor dat
universiteiten een stuk minder studenten trekken, blijkt uit cijfers van minister
Bussemaker van Onderwijs.
Pagina 4
Bandirah Pagina 12
2
Mare · 18 februari 2016
Geen commentaar
Raampje in je hoofd
Net als geld, rijkdom of schoonheid is ook het leed
oneerlijk verdeeld in de wereld. Vraag aan mensen wat het ergste is wat zij
ooit meemaakten en de antwoorden lopen uiteen.
Sommigen hebben maar één ouder. Of ze hebben er twee, maar die vechten elkaar de tent uit. Hun beste vriend pleegde zelfmoord. Ze konden niet
mee op schoolreisje omdat er thuis geen geld voor was. Ze werden op het
schoolplein in elkaar geslagen omdat ze alleen zwart droegen, of juist geen
zwart, of te veel rood. Ook een dood konijn veroorzaakt krassen op de ziel,
vindt de universiteitspsycholoog. Niet iets waarvan de meeste achttienplussers meer dan twee nachten wakker liggen, maar goed. Je kunt andermans
ellende nu eenmaal niet met elkaar vergelijken.
Veel mensen lijden onder het beeld dat anderen van ze hebben. Ligt dat
aan anderen of ligt dat aan hen? Mensen oordelen snel, al helemaal als het
gaat om psychische problemen. Je ziet geen mitella’s of rolstoelen, dus het
lijkt of iemand oké is. Terwijl dat helemaal niet zo hoeft te zijn.
Sommige mensen hebben zo veel last van hun stoornis dat ze de hand
aan zichzelf slaan. Maar lijden mensen die dat niet doen misschien niet net
zo hard? Niemand heeft een raampje in zijn hoofd waardoor je even naar
binnen kunt kijken, dus ook de psychiater kan dat niet.
Dat soort vragen vallen in het niet bij de praktische misstanden rond
depressie. De wachtlijsten bij de meeste klinieken zijn ellenlang. Het duurt
drie tot vijf weken voor je aan de beurt bent voor een intakegesprek.
Vervolgens moet je meer dan een maand wachten voor je daadwerkelijk wordt behandeld.
En dan de medicijnen: de ‘beginnerspil’ Citalopram
veroorzaakt bij meer dan tien procent van de gebruikers nervositeit of slapeloosheid, terwijl dat
ook bijverschijnselen zijn van de depressie waarvoor ze in behandeling zijn.
Eén op de tien krijgt last van
meer eetlust, minder eetlust,
gebrek aan motivatie, gebrek aan emotie, te veel
emotie maar in de vorm
van angst, verhoogde
bloeddruk, verlaagde
bloeddruk, moeite
met plassen of juist
teveel plassen.
Daarnaast lopen
jongvolwassenen
die antidepressiva
slikken een verhoogd risico om
suïcidaal gedrag te
vertonen.
Tel daar een mogelijk
placebo-effect bij op, en
DOOR MONICA PRELLER
Colofon
Redactie-adres Reuvensplaats 3, 2311 BE Leiden
Postbus 9500 2300 RA Leiden
Telefoon 071–527 7272
Website mareonline.nl
E-mail [email protected]
De redactie is op vrijdag gesloten.
Oplage circa 15.000
Hoofdredactie
Frank Provoost [email protected]
Redactie
Vincent Bongers [email protected]
Bart Braun [email protected]
Petra Meijer [email protected]
Marleen van Wesel [email protected]
Monica Preller (stagiaire) [email protected]
het lijkt of niemand meer weet wat de medicijnen nou nog voor goeds doen
met de patiënt. Ondertussen schrijven artsen dit soort medicatie wel steeds
meer voor aan jongeren, omdat hun klachten klaarblijkelijk overeenkomen
met wat er in DSM-5, de bijbel voor psychische stoornissen, staat.
Voorkomen zou duizend keer beter zijn dan genezen. Aan de Katholieke
Universiteit Leuven vinden ze dat ook, en dus richtten ze een buddysysteem
op waarbij sjaarzen worden gekoppeld aan ouderejaars (zie voorpagina). Zo
bouwen ze een betere buffer op tegen angst-, eet- of stemmingsstoornissen,
is het achterliggende idee.
Is er in Leiden niet ook zo’n buddysysteem? Ja, maar alleen voor studenten met autisme. Voor de rest is geen geld. En, zo wordt verondersteld,
depressieve studenten hebben al sociaal
contact – in de vorm van therapie.
Het is om depressief van
te worden.
Column
In de moederschoot beginnen
en nooit stoppen
Medewerkers
Laura Kervezee • Tim Meijer • Esha Metiary •
Marc van Oostendorp • Benjamin Sprecher
Fotografie Taco van der Eb • Marc de Haan
Illustraties Bas van der Schot • Bandirah • Silas.nl
Basisontwerp Roeland Segaar, Dokwerk Communicatie
Art direction en vormgeving Marcel van den Berg
Drukwerk Rodi Rotatiedruk, Broek op Langedijk
Advertenties Bureau van Vliet B.V.
Postbus 20 2040 AA Zandvoort
Telefoon 023 - 571 47 45
Redactieraad
Prof. dr. J.C. de Jong (voorzitter) • Prof. dr. F. Israel (vicevoorzitter) • Birgül Açiksöz • Joline Cramer •
drs. Bart Funnekotter • drs. Malou van Hintum •
mr. Folkert Jensma • Merian Kuipers • Josephine Say •
Prof. dr. Nico Schrijver • Marieke Vinkenoog •
Dr. Hans Vollaard • Christian van der Woude
Jaarabonnementen
Een jaarabonnement op Mare loopt van september t/m
juni. Belangstellenden kunnen Mare thuisgestuurd
krijgen door €35 over te maken op IBAN
NL68RABO0103257950 ten name van Universiteit Leiden
(o.v.v. Mare en SAP-nummer 6200092091) en
vervolgens een bevestigingsmail met daarin hun adres
te sturen naar [email protected]. Studenten
betalen €25.
Ter controle graag in de bevestigingsmail ook het
studentnummer vermelden.
Adreswijzigingen
Alleen schriftelijk met postwikkel.
Klachten en opmerkingen over de toezending
van Mare 071-5277272.
Mededelingen voor het op donderdag verschijnende
nummer moeten uiterlijk de voorafgaande donderdag
16.00 uur in het bezit van de redactie zijn.
ISSN 0166-3690
Op sommige februaridagen lijkt de relatie tussen wetenschapper en wetenschap op een sleets huwelijk waar iets
te vaak aan een seven-year-itch is gekrabd. Wanneer een
artikel voor de zoveelste keer terugkeert van reviewers.
Wanneer een getalenteerde promovendus ineens afhaakt
omdat hij meer tijd nodig heeft voor zijn terrarium. Wanneer de vergadering voor de voorbereiding voor de zelfevaluatie ter gelegenheid van de quarter term review uitloopt.
Maar ineens kan de liefde weer aanslaan.
Het gebeurde mij dit weekeinde. Ik had een uur lang
allerlei notities gelezen over welke bibliotheekboeken na
een verhuizing van het instituut waar ik werk in welk gebouw terecht moesten komen en besloot mij wat te vertreden met wat vakliteratuur. Hoe was het de taalwetenschap
in het afgelopen uur vergaan?
Met het eerste artikel dat ik opensloeg, was het raak.
Het was een artikel waar de schrijvers duidelijk hun best
op hadden gedaan. In helder proza werd een mooi en niet
eens zo heel groot experiment uit de doeken gedaan dat
mijn wereldbeeld kantelde.
De onderzoekers hadden baby’s van hooguit een dag
oud met een band om hun hoofd laten luisteren naar opnames van een tweetalige vrouw die Sneeuwwitje voorlas
in het Frans (de moedertaal van hun moeder) en het Arabisch. Die hoofdband geeft een manier om hersenactiviteit
te meten die zo onschadelijk is en zo weinig tijd kost dat
ouders zelfs op de eerste dag van het leven van de baby
zonder veel moeite toestemming geven.
Wat bleek, huiselijk gezegd: als de baby’s hun moedertaal hoorden, was vooral de linkerhersenhelft actief
– waar ook volwassenen vooral taal verwerken. Hoorden
ze een vreemde taal, dan werkte vooral de rechterhersen-
helft, waarmee we luisteren naar zinsmelodie. Werd het
Frans of het Arabisch achterstevoren afgespeeld, dan was
er helemaal geen duidelijke lateralisatie.
Dat is als je erover nadenkt meer dan een grappig feitje
dat ronddwarrelt in de wolk van grappige feitjes die ons de
hele dag omgeven. Kinderen blijken dus als ze net geboren
zijn al te weten wat hun moedertaal is! Waarschijnlijk hebben ze dat in de moederschoot al opgepikt! Heel gek is dat
misschien niet – taal is een zo vreselijk belangrijk instrument om grip te krijgen op de werkelijkheid dat we niet
vroeg genoeg met leren kunnen beginnen – en er waren al
eerder aanwijzingen dat kinderen van enkele dagen oud
hun moedertaal konden herkennen. Maar deze aanwijzing
dat het leren begint voor we geboren worden is wel heel
sterk.
En dan blijkt het leren ook nog eens je hele leven door
te kunnen gaan. Al ben je al decennia bezig met onderzoek, ineens kun je kennelijk, door op een grijze zondagmiddag een artikel te lezen in Neuropsychology een inzicht
verwerven dat je eerder nog niet had. De mens een klein
beetje beter te kunnen begrijpen, namelijk als een organisme dat van nature gericht is op leren.
Wat ben je dan gezegend wanneer je dat je hele leven
mag doen, wanneer je van leren en studeren je werk kunt
maken. Natuurlijk, je moet er af en toe een quarter term
review voor schrijven, maar de kern van het leven van de
wetenschapper is het mooiste wat er is: steeds meer snappen van wat er gebeurt. We kunnen er niet vroeg genoeg
mee beginnen, en als het goed is houden we er ook niet
mee op.
MARC VAN OOSTENDORP is hoogleraar fonologische microvariatie
18 februari 2016 · Mare
Mensen
3
071 -527 …
Huilende hobo’s
Zuchten en klagen: sinds de barok
komt emotie pas echt tot uiting in
muziek, vertelt Adriaan Rademaker,
universitair docent Grieks. Dinsdag
1 maart vertelt hij bij Studium
Generale over verdriet in muziek.
Hé minister, niet zo opscheppen
Hoogleraar fluit Italiaanse bewindsvrouw terug
Roberta D’Alessandro beklaagde
zich op Facebook over de braindrain in haar moederland Italië,
waar haar hartekreet alle kranten
en journaals haalde. ‘Het werd zo
serieus genomen als een wetenschappelijk artikel in Nature.’
DOOR MARLEEN VAN WESEL In de werkkamer van Roberta D’Alessandro,
aan de Witte Singel, staat een cameraploeg van het Italiaanse televisieprogramma Piazzapulita. ‘Er is niemand in Italië die de laatste dagen
niet van Leiden heeft gehoord’, zegt
de hoogleraar Italiaans. ‘La Republica, alle andere grote kranten, de
journaals… Ze wilden me allemaal
spreken, maar ik ga echt niet naar
Italië. Ik moet morgenochtend om
negen uur college geven. Dus komen ze hierheen.’
De aanleiding: een Facebookpost
van D’Alessandro, zaterdagochtend.
‘Bedoeld voor vrienden, maar het
werd net zo serieus genomen als een
wetenschappelijk artikel in Nature.’
De inhoud: een aanklacht tegen de
Italiaanse minister van Onderwijs
en Wetenschap, Stefania Giannini.
‘Ministra, schep niet zo op over mijn
prestaties’, schreef D’Alessandro. ‘In
een echte open brief zou ik haar
nooit brutaal met “Ministra” hebben
aangesproken.’
The European Research Council (ERC) maakte vrijdag een lijst
bekend van 302 toponderzoekers
die een zogenaamde ERC-Consolidator-beurs toegekend kregen.
D’Alessandro was een van hen, net
als 29 andere Italiaanse onderzoekers. D’Alessandro: ‘De minister
sprak over mooie Italiaanse resultaten, maar mijn onderzoek is helemaal niet van Italië. Het is Nederlands. Van die dertig beurzen voor
Italianen waren er maar dertien
voor onderzoekers die níet in het
buitenland verblijven.’
Meer dan 35.000 keer werd haar
Facebookpost inmiddels geliket,
meer dan 15.000 keer gedeeld. ‘Ik
heb 3500 berichten ontvangen van
Italiaanse onderzoekers, tot in Singapore en Melbourne, die zeggen:
brava! Eindelijk iemand die dit
zegt. Collega’s ín Italië reageerden
aanvankelijk wat koeler, alsof ik insinueerde dat alle goede onderzoekers vertrokken waren. Natuurlijk
niet. Zo dom kan ik niet zijn, ik heb
immers een ERC-beurs. Maar ik kón
in Italië niet terecht en toen ben ik
weggegaan en uiteindelijk in Nederland gebleven.’
Gianni heeft inmiddels gereageerd. ‘Ze sprak van een nutteloze
polemiek, tot ergernis van velen. Ik
denk dat minister Bussemaker eerlijker zou reageren: dat de Nederlandse resultaten goed zijn, maar
dat het wel een probleem is dat veel
onderzoekers de grens overtrekken.’
In werkelijkheid geldt voor Nederland eerder het omgekeerde: 20
onderzoekers met een ERC-beurs
zijn Nederlands, maar ín Nederland
zijn 26 beurzen goedgekeurd.
‘Drie keer raden hoe dat komt’,
zegt D’Alessandro. ‘Nederland heeft
een betere infrastructuur, een werkend democratisch systeem en een
internationaal imago dat daarmee
strookt.’ Ze is lid van de Jonge Akademie, een platform van jonge topwetenschappers. ‘Minister Bussemaker luistert heus niet altijd, maar
we hoeven niet bang te zijn om iets
te zeggen en we hoeven niet te pleasen. We kunnen gewoon eerlijk zijn.’
Nog vier Leidse wetenschappers
haalden de ERC-beurs binnen: Eveline Crone, Petra Sijpesteijn, Caroline Waerzeggers en Erik Bähre. In
totaal is er 585 miljoen euro beschik-
baar voor 302 topwetenschappers.
Daarmee kunnen ook meer dan
2100 andere onderzoekers aan het
werk. In D’Alessandro’s geval: nog
een postdoc, drie promovendi en
een IT-expert.
‘De komende vijf jaar gaan we
Italiaanse talen onderzoeken, die
niet Italiaans zijn.’ Ze wijst op een
kaart van Italië, opgedeeld in regio’s
in alle kleuren. ‘Ongeveer zoveel talen worden er gesproken. Om onderling te communiceren, spreekt
iedereen ook Italiaans. Deze talen
worden dialecten genoemd, maar
eigenlijk zijn het zustertalen van het
Italiaans, zoals het Fries dat van het
Nederlands is. Mijn project draait
om de vraag: wat gebeurt er in de
hoofden van mensen, wanneer deze
talen in contact komen met andere
talen? Leenwoorden zijn een bekend fenomeen, maar ik onderzoek de syntactische structuren.
Interessant zijn de kleine verschillen, tussen talen die dicht bij elkaar
liggen, zoals het Napolitaans en het
Spaans. Na de Tweede Wereldoorlog emigreerden veel Napolitanen,
bijvoorbeeld naar Argentinië. Het
is interessant daar te onderzoeken
wat ze van het Spaans overnamen,
en wat juist niet.’
Frutti di Mare
Bij Pokémon gaat het dak eraf
DOOR PETRA MEIJER ‘Go
cheetah, get banana. Hey monkey, get funky!’ schalt
Toy-Box uit de speakers van de Pelibar.
Voor de microfoons staat een flinke
groep mensen keihard ‘Tarzan & Jane’
mee te zingen, gevolgd door het metalnummer ‘Hard Rock Hallelujah’ en een
Japans liedje van meidengroep Buono.
‘Er komt van alles voorbij’, zegt Mandy
Binnekamp (21, psychologie). Drie keer
per jaar organiseert de Asia-commissie
(asiacie) van spelletjesvereniging Duivelsei een karaokeavond. Om te voorkomen dat groepjes urenlang de microfoon gijzelen, mogen de leden per
persoon twee liedjes aanvragen. Het
‘Gooi er dan wat van die anime-shit uit!’
Foto Taco van der Eb
merendeel komt uit geanimeerde Japanse televisieseries. Lucas Verwegen
(22, HLO – Biologie en Medisch Laboratorium Onderzoek): ‘Er bestaat anime
over alle mogelijke onderwerpen: van
kinderseries tot porno. Helaas denken
sommige mensen daardoor dat anime
óf voor kinderen is, óf pornografisch is.
Dat is niet zo. Het is ook gewoon voor
volwassenen en te vergelijken met wat
we hier op tv zien, maar dan getekend.’
Bij de computer zit Stephan Jonkers
(22), een van de weinige aanwezigen die
ook echt Japans studeert. ‘In het Japans
worden veel klinkers gebruikt, dus het is
niet moeilijk om mee te zingen’, legt hij
uit. Ondertussen vraagt een jongen hem
‘Survivor’ van Destiny’s Child aan de lijst
toe te voegen, maar dat gaat niet meer.
‘Sorry man, met deze lijst zitten we denk
ik vol tot twaalf uur. Er kan niks meer bij.’
‘Gooi er dan wat van die anime-shit uit!
Ah toe, één liedje?’ De dj is onverbiddelijk en de jongen druipt af. Jonkers: ‘We
hebben een geluidsontheffing tot twaalf
uur. Die hebben we ook wel nodig. Bij
de originele Pokémon themesong gaat
het dak eraf.’
Binnekamp: ‘We hebben zeven rekruten die ons helpen karaokeliedjes te
maken.’ Verwegen: ‘Daar heb je speciale
software voor. Je voert de lyrics in en
vervolgens moet je de lettergrepen op
het juiste moment scheiden door te tikken op de spatiebalk. Als je een liedje
kent, doe je dat met je ogen dicht, maar
als je het niet goed kent kan het zomaar
drie uur duren.’
Naast de karaokeavonden organiseert
de asiacie ook filmavonden – ‘van Japanse arthouse tot Mulan’ - en cosplay
events.. Verwegen: ‘Daarbij verkleed je
je als een personage uit een serie of
spel. Om als commissie herkenbaar te
zijn, zijn we nu ook in cosplay. Ik ben als
Totoro.’ Binnekamp: ‘De eerste keer vond
ik het supereng om verkleed naar een
conventie te gaan, maar het is hartstikke
leuk.’
Verwegen: ‘Vroeger kleedde ik me
pas op het laatste moment daar om,
maar tegenwoordig ga ik dan ook wel in
cosplay over straat. Je moet je gewoon
niet teveel aantrekken van wat anderen
vinden. Dat is ook zo bij karaoke. Als iedereen heel fanatiek als een randdebiel
door de microfoon schreeuwt, is dat het
allerleukste.’
En dan is het zover. Als de eerste noten
van het Pokémonlied klinken, stromen
alle leden van de bar naar de podium.
‘Pooo-keee-moohon. Gotta catch ‘em all!’
Hoe kwam de emotie in muziek?
‘Het begon met Monteverdi en zijn tijdgenoten. Daarvoor, in de Renaissance,
was muziek vaak vrij complex en een
beetje abstract, met veel stemmen door
elkaar. Teksten waren amper te verstaan. Vanaf de barok is muziek een
retorische kunst geworden. Door de
muziek te versimpelen werden teksten
weer verstaanbaar. Bovendien moest de
muziek voortaan in dienst staan van de
tekst. Het moest laten horen wat in
woorden werd overgebracht: de
affecten.’
Hoe werkt dat?
‘Monteverdi’s opera’s L’Orfeo en L’Arianna
bevatten bijvoorbeeld bepaalde melodische figuren, die geassocieerd worden
met verdriet. De dalende kleine of grote
secunde is bijvoorbeeld een zuchtje in
de muziek: túdú, túdú, telkens slechts
een kleine toonafstand naar beneden.
De Lamento d’Arianna, de klaagzang van
Arianna, wanneer ze is achtergelaten op
het strand, is een vroeg voorbeeld. Je
hoort het ook bij Purcell, wanneer Dido
door Aeneas in de steek is gelaten en
zingt:“Remember me, but forget my fate.”
‘En later ook in Mozarts Le nozze di
Figaro, wanneer de gravin beseft dat de
graaf achter de dienstmeid aanzit. Het
werd een vast idioom, voor de uiting
van verdriet bij verlaten heldinnen. Maar
je hoort het ook in kerkmuziek, bijvoorbeeld in Bachs cantate Weinen, Klagen,
Sorgen, Zagen: de toon die in kleine
stapjes daalt, bij het verlies van Christus.’
Klinken sommige instrumenten ook
verdrietiger dan andere?
‘Oorspronkelijk moesten die affecten los
van specifieke instrumenten kunnen bestaan. Voor de verhevenheid van God of
de koning zijn pauken en trompetten wel
heel geschikt, terwijl strijkers en hobo’s
weer goed zijn om mee te klagen. Maar
dat is geen heel dwingend systeem.’
Herkennen we bepaalde klanken als
verdriet, dankzij Monteverdi?
‘Tot op zekere hoogte zullen er universele principes aan ten grondslag liggen.
Monteverdi en zijn tijdgenoten zullen
niet iets willekeurigs gekozen hebben
om verdriet mee uit te drukken. Maar
misschien zijn we door vier eeuwen gewenning ook wel geconditioneerd. We
zouden het moeten testen op mensen
die geen westerse muziek kennen.’
Hoe heeft die muzikale taal zich
sindsdien ontwikkeld?
‘Zelfs in de Romantiek, met al haar
vernieuwingen, bleef men teruggrijpen
op het idioom van Monteverdi. Ook
Tsjaikovski gebruikte het nog voor de
verlaten heldin.
‘Tijdens mijn lezing zal ik iets van
Jacques Brel laten horen, waarschijnlijk
“Voir un ami pleurer” van zijn laatste album Les Marquises. Daarin hoor je vaak
een dalende toonladder. Het is niet heel
direct meer, maar je kunt denken: hé, dat
is dezelfde taal als bij Tsjaikovski.’
Brel is ook alweer best oud. Hoe zit
het met het verdriet van Adele?
‘Net als bij Brel is het idioom niet heel
direct te vinden, maar er zijn wel sporen:
dat langzame tempo, en bij de intro die
stem in kleine intervallen, met een beperkte afstand tussen de tonen. Dat imiteert een vlakke stem, droef en bedeesd.
Die parlando-imitatie probeerde Monteverdi ook uit. Maar de dalende secunde
zit hier niet in. Het is verwant, maar in
de barok werd veel scherper uitgekristalliseerd: ah, nú wordt er gezucht.’ MVW
Studium Generale: Pathos
Lipsius, zaal 011
1 maart, 19.30 u. Gratis entree
4 Mare · 18 februari 2016
Nieuws
Vastgoeddeal
Rolf Oosterloo, directeur bedrijfsvoering in het faculteitsbestuur van Sociale
Wetenschappen, is een van de dertien
voormalige toezichthouders op wie
ROC Leiden schade gaat proberen te
verhalen. Het ROC raakte in financiële
problemen na de bouw van twee grote
gebouwen bij de NS-stations Leiden
Lammerschans in 2011, en Leiden Centraal in 2013. Oosterloo was er tot medio
2008 toezichthouder. In die periode werden belangrijke nieuwbouwbeslissingen
genomen. De dertien toezichthouders
ontvingen een algemene brief waarin
ROC Leiden aankondigt de aansprakelijkheid van hen als toezichthouder te
onderzoeken. In een brief aan de Tweede Kamer schrijft onderwijsminister Jet
Bussemaker het ROC ‘zo goed mogelijk
te ondersteunen om een succesvolle
procedure aan te spannen’. Volgens de
minister worden individuele dagvaardingen voorbereid. Oosterloo wilde niet
reageren op de aansprakelijkstelling.
‘Meer discotheken’
GroenLinks wil dat er meer dansgelegenheden komen in Leiden. De partij
vindt dat er in de horecavisie van de gemeente ‘wordt ingezet op terugdringing
of handhaving van het huidige aanbod
van uitgaansconcepten gericht op dansen’. Volgens GroenLinks is er juist behoefte aan méér discotheken, clubs en
danscafés. De fractie roept het college
van burgemeester en wethouders dan
ook in een motie op om meer danslocaties binnen en buiten het centrum te realiseren. De partij stelt bijvoorbeeld voor
om eens goed te kijken naar een dansgelegenheid in het Kraftpark, naast de
Leidse Schans. Wel moet de mogelijke
uitbreiding van het aantal danslocaties
in goede samenspraak met buurtbewoners plaatsvinden. De dansmotie die
samen met Leefbaar Leiden, D66 en de
PvdA werd ingediend, is unaniem aangenomen door de gemeenteraad.
Gemeentegeld
De gemeenteraad heeft een streep gezet
door het voorstel van D66-wethouder
Robert Strijk om 400.000 euro te lenen
aan de Biotech Training Facility (BTF). De
nieuwe faciliteit opende vorige week en
zal laboratoriumtrainingen verzorgen.
Maar omdat een Europese subsidie nog
niet binnen was, had het daar financiële
hulp van de universiteit, gemeente en
het Leids Universitair Medisch Centrum
voor nodig. De universiteit en het LUMC
kwamen over de brug met een rentedragende lening, maar de gemeenteraad verwees Strijk naar de bank. Mart
Keuning van de ChristenUnie diende
bovendien een motie van afkeuring in,
wegens het solistische optreden van de
wethouder. Deze werd door de hele oppositie gesteund.
Sportvrouw van het jaar
Njord-roeister Nicole Beukers is vrijdag
uitgeroepen tot Leids Sportvrouw van
het Jaar 2015. Beukers behaalde in september met de vrouwen dubbelvier een
bronzen medaille tijdens het WK. Dankzij deze derde plek gaat het team deze
zomer naar de Olympische Spelen in
Rio. De dubbelvier trok al vaker blik: de
boot werd tweede op het EK in Polen, en
behaalde brons op de wereldbekerwedstrijden in Bled en Luzern. Beukers werd
in december met haar ploeg tijdens het
Topsportgala Amsterdam verkozen tot
sportploeg van het jaar.
Werken met beperking
De universiteit wil de komende jaren 91
banen voor mensen met een arbeidshandicap realiseren. Rector magnificus
Carel Stolker ondertekende vorige week
donderdag een samenwerkingsovereenkomst met DZB, het reïntegratiebedrijf van de gemeente Leiden. Het is een
uitwerking van de vorig jaar ingevoerde
Participatiewet. Op dit moment heeft de
universiteit al 35 medewerkers met een
verstandelijke, psychische of fysieke beperking, via DZB. Dit jaar komen daar 16
fte bij.
Researchmaster onvoldoende
Kwaliteitszorg bij politicologie te informeel geregeld
De researchmaster political science
and public administration heeft
een onvoldoende gekregen van
opleidingenkeurder Nederlands Vlaamse Accreditatieorganisatie
(NVAO). Volgens de visitatie­
commissie is de kwaliteitszorg
bij de studie niet in orde. De
opleiding heeft inmiddels een
herstelplan ingediend.
Het gaat om
een tweejarige master waarin studenten worden klaargestoomd om
onderzoek te doen. Studenten kiezen voor de track political science of
de track public administration. Het
is een kleine opleiding die jaarlijks
tussen de vijf á tien studenten trekt.
De commissie geeft de master op
twee van de drie categorieën een onvoldoende: onderwijsleeromgeving
en toetsing.
Ovmdat de procedure nog loopt,
wil de NVAO geen inhoudelijk commentaar geven op de tekortkomingen van de master. De opleiding zelf
reageert wel. ‘Het is nooit leuk om
een onvoldoende te krijgen’, zegt
opleidingsdirecteur en universitair
docent internationale betrekkingen Niels van Willigen. ‘We waren
in eerste instantie verbaasd over de
scores. Bij de vorige visitatie in 2010
was de commissie nog positief, en
sindsdien is er niet zoveel veranderd. Maar toen we het rapport van
de commissie lazen werd duidelijk
wat het probleem was.’
De kwaliteit van de opleiding en
de docenten is in orde, aldus Van
Willigen. ‘Er zijn geen ongelukken
gebeurd. Onze studenten komen
DOOR VINCENT BONGERS
goed terecht. De commissie is echter kritisch op het waarborgen van
de kwaliteit. De docenten spreken
elkaar regelmatig over de opleiding,
maar dat gaat heel informeel. In visitatieland ligt de laatste tijd juist erg de
nadruk op het vastleggen van controlemechanismen op de kwaliteit van
een opleiding. Als docenten elkaar in
een informele setting over de master
spreken, ziet de commissie dat niet
terug in de papieren. Dat overleg
moet geformaliseerd worden. Het
opleidingsbestuur moet meer en dui-
delijker sturing geven aan de master.
En laten zien direct te kunnen ingrijpen mocht er iets misgaan.’
De commissie stelt verder dat er
te weinig punten zijn verbonden aan
de scriptie. ‘Daar staat nu 20 van de
120 EC voor. Er moet meer nadruk
op komen te liggen.’
Deelnemers aan de researchmaster
kunnen ook vakken kiezen die studenten van de “gewone” master volgen. ‘De commissie wil dat er in deze
aanschuifvakken een duidelijkere
differentiatie komt tussen studenten
die de reguliere master volgen, en
researchmaster-studenten.’
En dat gaat het bestuur ook doen.
‘Van de zaken die de commissie aankaart, zijn we niet geschrokken. Die
zijn goed te repareren en we hebben
inmiddels een herstelplan naar de
commissie gestuurd. Het voordeel
van een kleine opleiding is dat het relatief makkelijk is om aan de knoppen
te draaien.’ De NVAO laat per mail
weten dat na ontvangst van het plan
‘wordt besloten over het wel of niet
toekennen van een herstelperiode’.
Geen grote leenstelseldip
Het leenstelsel zorgt er niet voor
dat universiteiten een stuk minder
studenten trekken.
Dat schrijft minister Jet Bussemaker
van Onderwijs aan de Tweede Kamer. De angst dat het studievoorschot de drempel naar het hoger
onderwijs sterk verhoogt, is dan ook
niet terecht.
Het aantal eerstejaars universitaire bachelorstudenten is met bijna
een procent gedaald, blijkt uit cijfers
van de Dienst Uitvoering Onderwijs en een analyse van de vereniging van universiteiten (VSNU). In
het collegejaar 2015-2016 begonnen
43.876 eerstejaars aan hun studie.
Dat is 0,9 procent minder dan het
collegejaar daarvoor.
Er zijn minder vwo- en gymnasiumleerlingen gaan studeren. Maar
het percentage scholieren dat besluit
om direct door te stromen naar de
universiteit bleek de afgelopen jaren
juist opvallend hoog. Waarschijnlijk
waren dat studenten die binnen wilden zijn voor de afschaffing van de
basisbeurs per september 2015, stelt
de VSNU.
Het totaal aantal studenten in het
wetenschappelijk onderwijs is wel
toegenomen. Er staan 258.054 studenten ingeschreven: meer dan ooit.
De groei is het gevolg van een fors
toegenomen instroom van internationale studenten. Dat aantal steeg
met bijna een vijfde ten opzichte van
2014-2015. Het zijn vooral Duitse en
Chinese studenten die voor Nederland kiezen. Italianen, Grieken en
Britten maken de top vijf vol.
In het hbo is er wel sprake van
een flinke dip. In totaal schreven
93.918 studenten zich in voor het
eerste jaar van een hbo-opleiding,
dat is 8,3 procent minder dan vorig
collegejaar.
Ook hier schrikt de minister niet
van. Volgens Bussemaker veroorzaakt ‘mogelijke tijdelijke terughoudendheid als gevolg van het leenstelsel’ slechts een derde deel van deze
daling.
De rest is het gevolg van een ‘boeggolfeffect’. Veel scholieren kozen er in
2014-2015 voor om nog te profiteren
van de basisbeurs. Ze gingen niet een
jaar reizen of werken, maar gelijk studeren. Nu zijn de cijfers weer aan het
normaliseren, aldus de minister.
Ook het effect van het leenstelsel
op het buitenland lijkt mee te vallen.
In Vlaanderen werd gevreesd voor
een golf aan Nederlandse studenten
na afschaffing van de basisbeurs.
Het collegegeld is lager in België, en
Nederlandse studenten kunnen er
studies volgen waar ze in eigen land
voor zijn uitgeloot. Daar kwam vorig jaar nog een nieuwe financiële
prikkel bij.
De Vlaamse universiteiten maakten zich dan ook zorgen over overvolle collegezalen volgepropt met
kaaskoppen. Hilde Crevits, de
Vlaamse minister van Onderwijs,
had er vorig jaar echter vertrouwen
in dat het met die extra toestroom
wel mee zou vallen. Ze lijkt gelijk
te krijgen, aldus het Belgische VRT
Nieuws. In 2015-2016 schreven 2060
Nederlandse studenten zich voor het
eerst in aan een Vlaamse hogeschool
of universiteit. Dat is 142 studenten
meer dan vorig collegejaar en komt
neer op 4,3 procent van het totaal
aantal inschrijvingen. VB
Alcoholboete toch voor verenigingen
Wie zelf schenkt, mag niet drinken, er moet een bhv’er aanwezig
zijn en het faculteitsbestuur moet
toestemming geven, dat zijn enkele
regels uit het nieuwe universiteitsbrede alcoholprotocol voor borrels.
Studieverenigingen drongen ruim
twee jaar geleden al bij de geesteswetenschappenassessor aan op een
duidelijk beleid, nog voor de wettelijke verhoging van de minimumleeftijd voor alcoholgebruik. Ze
vreesden voor hoge boetes, als een
zeventienjarig lid bij een borrel met
een biertje betrapt werd, en wilden
de verantwoordelijkheid regelen met
het faculteitsbestuur. In december
2015 zou er eindelijk een eerste versie zijn, universiteitsbreed. ‘Het kán
betekenen dat er helemaal geen alcohol geschonken mag worden’, zei de
huidige assessor, Aurelie van ’t Slot
vooraf. Op die eerste versie ontving
ze ‘heel veel negatieve reacties’ van de
studieverenigingen.
Nu is er dus een nieuwe versie,
waarop ze geen reacties heeft ontvangen. ‘Ik ga ervanuit dat ze akkoord
zijn’, zei ze afgelopen raadsvergade-
ring over het nieuwe plan. ‘Er wordt
niet actief gecontroleerd, maar wie
schenkt is verantwoordelijk’, zei ze
ook. Raadslid Bert van Laar wilde weten: ‘De boete is dus voor…’ ‘De studieverenigingen’, vulde Van ’t Slot aan.
De nieuwe regeling wordt eerst
vastgesteld door het College van Bestuur en gaat daarna langs de faculteiten. MVW
18 februari 2016 · Mare 5
Nieuws
Studenten krijgen iets meer macht
Kamer stemt in met meer medezeggenschap
De Tweede Kamer heeft officieel
ingestemd met het wetsvoorstel
van minister Bussemaker van
Onderwijs om de medezeggenschap wat meer macht te geven.
Daarin ook: collegegeldvrij besturen, en student-assessoren voor
het HBO. Tentamencijfers laten
vallen wordt lastiger.
DOOR VINCENT BONGERS EN PETRA MEIJER
Deze wet regelt dat opleidingscommissies instemmingsrecht krijgen
op bepaalde onderdelen van de
onderwijs- en examenregelingen
(OERen). De commissies hadden
slechts adviesrecht. Wel is het volgens de minister van belang dat
studenten niet zelf beslissen over de
eisen waaraan ze moeten voldoen.
Verder krijgt de medezeggenschap
iets meer invloed op het aanstellen
van bestuurders. Bij het benoemen
van een bestuurder moet tenminste
een student en een personeelslid uit
de medezeggenschap deel uitmaken van de sollicitatiecommissie.
Deze commissie doet dan een nietbindende voordracht.
In de wet wordt ook meer rekening gehouden met studenten die
een fulltime bestuursjaar doen. De
minister maakt het mogelijk dat
deze studenten een jaar lang geen
collegegeld hoeven te betalen. Ze
mogen geen tentamens doen, maar
behouden wel hun ov-kaart en kunnen blijven lenen.
Het laten vervallen van tentamencijfers wordt lastiger. Dat mag alleen
nog maar als de kennis aantoonbaar
verouderd is. Dit is van belang in
Leiden omdat hier nog wel eens gesteggeld wordt over de geldigheidsduur van tentamens.
Het wetsvoorstel werd dinsdag
met een ruime meerderheid aangenomen. Alleen de PVV, SGP en de
Groep Bontes/Van Klaveren stemden tegen. De wet moet nog goedgekeurd worden door de Eerste Kamer.
De senatoren kijken vooral naar de
uitvoerbaarheid van de voorstellen.
Het is de verwachting dat er ook in
de Eerste Kamer ruime steun is voor
de wet.
Het besluit valt zo in de ‘week van
de medezeggenschap’, door leden
van verschillende universitaire raden uitgeroepen om hun zichtbaarheid te vergroten. ‘We doen heel
veel’, aldus universiteitsraadslid
Sander van Diepen. ‘Maar meestal
zien studenten en medewerkers dat
niet. Alleen tijdens de verkiezingen
is de medezeggenschap echt zichtbaar. Dat willen we veranderen’
Op verschillende faculteiten
staan daarom voorlichtingskraampjes, en voor aanvang van sommige
colleges wordt een promotiefilmpje getoond. Van Diepen: ‘Daarin
wordt kort uitgelegd welke organen
er zijn, en wat ze doen. Daarnaast
gaan we ook actief op zoek naar
input.’
‘Ze was gewoon o-ver-al tevreden
over. Over alles? Hoe dan?’, zegt Nicchelle Buyne, faculteitsraadslid bij
Geesteswetenschappen, die net met
een studente Engels heeft staan praten. Volgens haar lopen de meeste
studenten wel met ideeën rond over
wat er beter kan. ‘Maar ze denken
vaak dat ze de enige zijn die daarmee
rondlopen, of ze weten niet waar ze
ermee naartoe moeten.’ Daarom
worden ideeën van studenten en
medewerkers op een flipboard
genoteerd.
‘Universiteit niet als laboratorium voor onderwijsexperimenten,
zoals het tweedejaars BSA en een
7 gemiddeld voor doorstroommaster’, staat er bijvoorbeeld op het
bord. Een andere student wil betere catering, met goedkopere en
veganistische opties. Ook vragen
de studenten om meer computers.
Universiteitsraadslid Wieneke Jansen: ‘Het is belangrijk dat studenten
weten dat de medezeggenschap écht
ergens over gaat. Van de politiek
krijgen we steeds meer invloed. We
mogen nu bijvoorbeeld meespreken
over de verdeling van het geld dat
door het studievoorschot vrijkomt.’
Leiden haalt 16,5
miljoen binnen
Acht Leidse onderzoekers ontvingen een zogeheten Vici-subsidie.
Dat is een onderzoeksbeurs van
anderhalf miljoen euro, verstrekt
door
wetenschapsfinancierder
NWO.
Vriendenboeken
De universiteitsbibliotheek heeft een collectie met vriendenboeken online gezet. De zogeheten alba amicorum, meestal van voor 1800, werden aangelegd door (oud-)studenten van de Universiteit Leiden. Volgens de
onderzoekers zijn ze een rijke bron voor cultuurhistorisch onderzoek, omdat ze bijvoorbeeld informatie
geven over vriendschap en sociale netwerken in die tijd. De webtentoonstelling ‘Vrienden vereend. De Leidse
verzameling alba amicorum’ is beschikbaar via de catalogus van de UB.
Onenigheid over ov-boete
Minister Bussemaker van Onderwijs wil de boete voor onrechtmatig gebruik van de ov-studentenkaart verhogen naar 150 euro
per twee weken. Haar eigen partij
PvdA en coalitiegenoot VVD zijn
daar tegen.
Onlangs bleek dat bijna de helft van
de afgestudeerden een dikke boete
betalen omdat ze vergeten naar het
station te gaan om hun kaart stop
te zetten. Twee weken onrechtmatig
gebruik kost 97 euro.
In de periode 2014-2015 werd ongeveer 56 miljoen euro aan boetes
betaald door afgestudeerden. Het automatisch stopzetten van
de kaart bij beëindiging van de
studie is volgens de ov-aanbieders
problematisch. Bussemaker belooft
haar best te doen om dat op termijn
wel mogelijk te maken. Maar voorlopig moeten afgestudeerden die in
de fout gaan blijven betalen, zelfs
meer dan ze nu al doen.
Er zijn volgens de minister namelijk ook oud-studenten die de kaart
illegaal aanhouden omdat hun reiskosten hoger liggen dan de boete.
Bussemaker wil het bedrag dan ook
verhogen naar 150 euro.
Tweede Kamerlid Mohammed
Mohandis (PvdA) ziet echter niets
in een forsere boete. Hij diende samen met VVD-collega Pieter Duisenberg een amendement in om het
voorstel van Bussemaker te schrappen. De Kamer is verdeeld over
de kwestie. Het CDA wil namelijk
nog verder gaan dan de minister.
Volgens Kamerlid Michel Rog is er
zelfs met een boete van 150 euro nog
voordeel te behalen voor een sjoemelende afgestudeerde. Hij stelt dan
ook een sanctie van 170 euro voor.
Binnenkort debatteert de Kamer
over de ov-kaart. VB
Reuring over lerarenopleiding
‘Er is reuring onder de opleidingsvoorzitters bij Geesteswetenschappen, over de tweejarige educatieve
masters. Die vallen straks onder
de verantwoordelijkheid van het
ICLON’, meldde raadslid Saskia
Lensink in de laatste faculteitsraadsvergadering.
Minister Bussemaker presenteerde
vorige maand een aantal plannen
om meer studenten naar het onderwijs te trekken, waaronder een
nieuwe tweejarige lerarenmaster,
die direct na de bachelor te volgen is.
In Leiden gebeurt dat bij het In-
terfacultair Centrum voor Lerarenopleiding, Onderwijsontwikkeling
en Nascholing, oftewel: het ICLON.
Raadsvoorzitter Jan Sleutels verduidelijkt: ‘Momenteel volgt een student eerst een master wijsbegeerte,
en daarna nog een eenjarige ICLONmaster ter verdieping. Straks is alles
ondergebracht bij het ICLON, is er
dan nog een kwaliteitswaarborg?’
‘Het ligt ingewikkelder en genuanceerder’, reageert decaan Wim
van den Doel. ‘De tweejarige master
komt náást de stapelvariant.’ Bovendien wijst hij erop dat niet alleen onderwijskundigen op de educatieve
masters toezien, maar ook mensen
uit het vak.
‘Toch is menige opleiding bevreesd voor de nieuwe situatie’,
benadrukt Sleutels. ‘Er is een informatie-achterstand wat betreft
de structuur’, verklaart vice-decaan
Egbert Fortuin.
In het ICLON-regelement is
momenteel al opgenomen dat de
opleidingscommissies van de eenjarige variant uit ten minste twee
vakdidactici moeten bestaan. Ook
heeft het ICLON een bestuursraad,
waarin de decanen van alle faculteiten zitting hebben. MVW
Met acht van de 32 beurzen scoort
Leiden het beste van alle universiteiten bij deze toekenningsronde.
Met dat geld moeten ze de komende
5 jaar onderzoek doen, en een eigen
onderzoeksgroep opbouwen.
Wiskundige Joost Batenburg
kreeg een Vici om sneller met
röntgenfoto’s te werken. Gabriëlle
van den Berg gaat met haar beurs
onderzoek doen naar de kunst en
cultuur van Turkse nomaden van
tussen de elfde en veertiende eeuw.
Chemicus Remus Dame wil weten
welke eiwitten betrokken zijn bij
het aan- en uitzetten van genen.
Psychologe Bernet Elzinga hoopt
met haar subsidie meer zicht te krijgen op hoe emotionele kindermishandeling depressies veroorzaakt.
Sterrenkundige Henk Hoektra
kreeg anderhalf miljoen voor on-
derzoek naar zwaartekrachtlenzen,
en archeoloog Miguel Versluys
heeft nu geld voor zijn onderzoek
naar innovatie in het Romeinse rijk.
Ook gingen er twee Vici-beurzen naar het Leids Universitair
Medisch Centrum: moleculair
epidemioloog Ingrid Meulenbelt
gaat met gekweekt gewrichtsweefsel onderzoek doen naar artrose,
en radioloog Thijs van Osch wil
onderzoeken hoe de bloedtoevoer
naar de hersenen wordt geregeld.
Bovenop die twaalf miljoen euro
aan Vici’s ging er ook nog eens
bijna 4,5 miljoen aan subsidie naar
twee onderzoekers van de faculteit
Wiskunde en Natuurwetenschappen. Sterrenkundige Koen Kuijken
krijgt bijna twee miljoen voor een
datacentrum dat gegevens van satellieten opslaat. Natuurkundige
Tjerk Oosterkamp maakt supermicroscopen om mee naar losse atomen en elektronen te kijken, en nu
gaat hij een nog betere bouwen om
onderzoek te doen naar quantumverstrengeling, met behulp van 2,48
miljoen aan NWO-geld. BB
Tentamens worden
beter bewaard
Geesteswetenschappen gaat erop
toezien dat gemaakte tentamens
voortaan drie jaar bewaard worden, in het archief in de kelder van
het Lipsius. Dat staat in de nieuwe
archiveringsprocedure.
In de prullenbak, met studenten mee
naar huis of op de werkkamers van
docenten: tentamens belanden na het
invoeren van de cijfers lang niet altijd
in het archief, volgens een memo van
de afdeling studenten- en onderwijszaken van Geesteswetenschappen.
Dat bleek bij de laatste onderwijsvisitatieronde. Het college van bestuur
schrijft in de archiveringsnota van de
universiteit een minimale bewaarperiode van twee jaar voor. Voor de zekerheid wil Geesteswetenschappen
nu een termijn van drie jaar gaan
hanteren. Daarna worden de documenten vernietigd.
Een nieuwe archiveringsprocedure
die voor de tentamens vanaf dit col-
legejaar zou moeten ingaan, kwam
vorige week ter kennisname langs
in de faculteitsraadsvergadering.
Raadslid en docent Erik Schoorlemmer had enkele aanmerkingen:
‘Ik mis het toegangsprotocol tót het
archief. Bijvoorbeeld wanneer je een
oud tentamen wil bekijken, om een
student te helpen bij de voorbereiding op een herkansing.’ Antwoordmodellen zouden wat Schoorlemmer
betreft juist nog wat minder toegankelijk moeten worden. ‘Het antwoordmodel, dat is de heilige graal
voor studenten. Misschien kan dat
anders opgeborgen worden? Apart,
in een digitale kluis, en de rest in een
archiefkast?’
Vice-decaan Egbert Fortuin gaat
de punten met studenten- en onderwijszaken bespreken. Tot slot merkte
Schoorlemmer op: ‘Dit protocol levert wel meer werklast op, voor de
onderwijsadministratie en studieadviseurs.’ MVW
6 Mare · 18 februari 2016
Achtergrond
Je móét het leuk hebben
> Vervolg van de voorpagina
De Leuvense studente Tessa Ceusters (20) is een van de MindMatesbuddy’s. ‘Psychische problemen zijn
onder studenten taboe. Er wordt
weinig over gepraat. Leuven is een
echte studentenstad, er is altijd
feest. Je móét het leuk hebben, je
studententijd móét de beste tijd van
je leven zijn. Als vrienden vragen
hoe het gaat verwachten ze “goed”
als antwoord. Als je dan psychische
problemen hebt, kun je er niet echt
bij een leeftijdgenoot mee terecht.
Dan is het nodig dat je laagdrempelig bij iemand terechtkunt om te praten, gehoord te worden en om eens
samen een activiteit te doen.’
Bruffaerts: ‘MindMates is voor
iedereen toegankelijk, dus ook voor
studenten zonder psychische klachten. Dat vermindert het stigma dat
aan depressie kleeft. Mensen zoeken
zo sneller hulp, denken we.’
‘Je moet het ergens kunnen bespreken, maar het is moeilijk om
erover te praten als je studeert’, zegt
ook studentendecaan Melchers.
‘Veel studenten onderkennen de
problemen niet’, vult psycholoog
Dingjan aan. ‘Maar hoe langer je
wacht met behandelen, hoe moeilijker het wordt.’ Daarom is het zaak
‘om zo drempelverlagend mogelijk
te zijn’, aldus Melchers.
Wie door een depressie studievertraging oploopt, kan uitstel vragen
voor opdrachten of tentamens. Het
is zelfs mogelijk om een jaar extra
studiefinanciering te krijgen. Maar
dat gebeurt niet zomaar, waarschuwt de decaan. ‘Iemand moet
een verwijzing hebben van een arts
of psycholoog.’
En wat nu als iemand een jaar op
een barkruk heeft doorgebracht?
‘Daar kijken we ook serieus naar.
Ook die barkruk kan een vlucht
zijn. Sommige mensen lijken een
feestneus, maar zijn eigenlijk heel
eenzaam.’
Drank komt het psychisch welzijn
niet ten goede, zegt Bruffaerts. ‘Studenten van 18 tot 22 jaar gebruiken
meer alcohol. Vanaf het 23e levensjaar gaat men over het algemeen
minder drinken vanwege een baan
of door intieme relaties. Maar dat
betekent wel dat ze enkele jaren
rondlopen met die problemen.’
Dingjan: ‘We maken ook een
onderscheid tussen depressie die
wordt veroorzaakt door cannabisgebruik en gevallen waarbij drugsgebruik geen rol speelt. Daar kom
ik vrij snel achter door te vragen of
de student eerder al last had van de-
pressieve gevoelens. Dan blijkt bijvoorbeeld dat er sprake is van een
ongunstige thuissituatie of de dood
van een dierbare. Maar ook meer
recente gebeurtenissen kunnen een
rol spelen, zoals tentamens die niet
naar wens zijn verlopen. Ambitieuze studenten zijn vaak meer vatbaar
voor een depressie omdat ze hoge
verwachtingen hebben van zichzelf
of van hun studie. Je komt misschien
verder, maar je wordt ook eerder
teleurgesteld.’
Eenzaamheid lijkt een grote valkuil bij depressie. Een sociaal netwerk is dan ook onmisbaar, vindt
Dingjan. ‘Anders blijf je hangen in
negatieve, sombere emoties. Dan is
het heel lastig om eruit te komen.
Je aan je eigen haren uit het moeras
trekken gaat voor een depressie echt
niet op. Houd daarom je vitaliteit
in het oog. Ga iets doen, neem een
bijbaan of ga sporten. Anders sluipt
de motivatie uit je lichaam en ben
je na een week al moe van het optillen van een krant. Geef jezelf een
dagstructuur. Vaak liggen depressieve studenten ’s morgens lang in
hun bed, en gaan ze pas na middernacht slapen. Zet dus de wekker om
acht uur en doe het wat rustiger aan,
maar kom wel je bed uit.’
Zou het een goed idee zijn om een
buddy-systeem als in Leuven in Leiden in te voeren?
‘We zetten dat vooral in voor
studenten met autisme’, zegt Melchers. ‘Deels omdat het aanbod aan
buddy’s beperkt is en deels omdat
het aan financiën ontbreekt. Maar
als we over genoeg mensen en geld
zouden beschikken zou ik zoiets als
decaan zeker zien zitten.’
DOOR MONICA PRELLER
Drie keer een depressie
Drie Leidse studenten wilden over hun depressie praten, maar alleen onder een
gefingeerde naam. ‘Ga vooral hulp zoeken. Anders ben je echt de sjaak.’
Overdag is lijden, dus dan sliep ik
Paul (30): ‘Toen ik op mijn achttiende begon met studeren ging het eigenlijk al fout.
Dingen lukten niet, en ik had het gevoel dat mijn leven uitzichtloos was. Ik heb jaren
thuisgezeten. Overdag is lijden, dus dan sliep ik. ’s Nachts maakte ik mezelf zo moe
mogelijk, zodat ik niet na hoefde te denken over mijn situatie. Ik zocht afleiding in
gamen, dan kon ik even alles vergeten. Op mijn éénentwintigste ben ik toch in therapie gegaan. Ik kreeg medicijnen. Ik ervoer geen pieken meer, maar ook geen dalen.
Als je je niet constant rot voelt, kun je weer dingen doen.
‘Op mijn vijfentwintigste ben ik weer begonnen aan mijn studie. Ik leerde ook om
zelfstandig te worden en een ritme aan te brengen in mijn leven. Nu gaat het redelijk
goed met me, ik ga naar college en ik heb een parttime baan. Maar het risico op een
terugval blijft. Dat alles snel moet, legt extra druk op je, en werkt eerder averechts.
Tegen de overheid zou ik willen zeggen: neem jonge mensen hun toekomst niet af
door onnodige grenzen te stellen. Studenten die lijden aan een depressie moeten
vooral hulp zoeken. Anders ben je echt de sjaak.’
Ik wens niemand het leven dat ik leid toe
Belle (22): ‘Psychische problemen zitten bij mij in de familie. Door fysieke gezondheidsproblemen ben ik van jongs af aan van ziekenhuis naar ziekenhuis gesleept.
Omdat er altijd iets met me was, werd ik gepest. Thuis had ik constant ruzie met mijn
zus, mijn moeder zat aan de antidepressiva, mijn vader is weggelopen toen ik anderhalf was. Op mijn dertiende ging ik mezelf beschadigen, op mijn veertiende deed ik
mijn eerste zelfmoordpoging. Ik rookte niet omdat het stoer was, maar omdat ik wist
dat je er dood aan gaat. Op school lunchte in mijn eentje op de wc, zodat niemand
zag dat ik alleen was. Toen ik zeventien was kreeg ik fibromyalgie, reumatiek waarbij
je spieren zich niet ontspannen. Artsen weigerden me Valium (werkt zowel kalmerend als spierontspannend, red) voor te schrijven. Ze vonden dat ik te jong was om
zoveel problemen te hebben.
‘Depressie is een heel groot taboe, zeker in je studententijd. Je moet doorgaan,
opdrachten inleveren en papers schrijven. Het zou de leukste tijd van je leven moeten zijn, maar dat is het niet. Depressie wordt gezien als zwakte, dat maakt het heel
lastig om over te praten. Ik ben er pas in mijn tweede jaar achter gekomen dat er een
studentenpsycholoog is. Docenten gaan je zien als een probleem omdat je deadlines
mist. Iedereen gaat je trouwens zien als een probleem. Ik zou meer mentale begeleiding willen van de universiteit. Ik wens het leven dat ik leid niemand toe. Als mensen
voor één dag mij zouden zijn, zouden ze me niet veroordelen. Gelukkig heb ik twee
katten, zij zorgen ervoor dat ik moet blijven leven en iedere dag mijn bed uitkom. ’
Je mag niet de wereld de schuld geven
Samuel (22): ‘Het begon vier jaar geleden, op mijn achttiende, in de zomer voor ik
naar de hogeschool zou gaan. Sinds mijn elfde lijd ik aan een angststoornis, maar
daar kreeg ik toen steeds meer last van. Ook vond ik het moeilijk om me aan te
passen aan mijn nieuwe omgeving. Later bleek dat ik autisme heb, maar dat wist
ik toen nog niet. In hetzelfde jaar begon ik met drinken, op een gegeven moment
drie flessen sterk per week. In die periode heb ik ook aan zelfbeschadiging gedaan.
De effecten van de alcohol en de zelfbeschadiging versterkten elkaar: je voelt je kut
omdat je het één doet en dus ga je het ander doen. Je denkt ook dat je niet beter verdient. Op een avond heb ik in een dronken bui mijn polsen doorgesneden. Ik werd
wakker in het ziekenhuis. Daarna ben ik nog lang onderzocht, ik ging in behandeling
bij een psychiater en kreeg medicijnen.
‘Op mijn twintigste ging ik na het vwo naar de universiteit. De begeleiding is er
veel beter dan op de hogeschool. Ik heb ieder blok een gesprek met mijn studiebegeleider en voel me echt een persoon, geen nummer. Er zijn studentenpsychologen
en -decanen, je kunt overal terecht. Nu word ik begeleid door Stumass, een organisatie opgericht voor studenten met een autismespectrumstoornis. Daar leer ik om
dingen los te laten en vertrouwen te hebben in mensen. Ik wil blijven studeren. Je
mag niet de wereld de schuld geven van je depressie. Je moet bezig blijven. Anders
kom je er nooit uit.’
Illustratie Joonas Ennala
Maretjes
Brief
In deze rubriek kunnen lezers in maximaal 300 woorden reageren op artikelen in Mare. De redactie behoudt zich het recht voor
bijdragen in te korten of te weigeren. Over weigering wordt niet gecorrespondeerd. Mail naar [email protected]
De prijs voor een Maretje bedraagt €9,– per 30 woorden,
opgegeven via [email protected] uiterlijk t/m
maandag 16.00 uur. Maretjes aangeboden voor commerciële doeleinden worden niet geplaatst, evenmin als Maretjes
waarin zaken worden aangeboden die de waarde van 4.500
euro te boven gaan.
Doe meer met je kennis! Vrijwilligers gezocht voor één uur per
week bijles en huiswerkbegeleiding op verschillende locaties
of bij de leerling thuis. Leiden-Noord, 31 leerlingen, basisonderwijs, groep 4 t/m 8, waarvan 2 met vergoeding van €4 per
les. *Spelling, rekenen, groep 7, €5-6 per les. *Rekenen, groep
8, €10,- per les. Voortgezet onderwijs: *Duits, 2vmbo-tl. *Nederlands, Engels, brugklas havo-vwo. *Wiskunde, Nederlands,
2vmbo-kader. *Rekenen, brugklas havo-vwo, €5,- per les. *
Nederlands, brugklas havo. *Engels, Nederlands, 3havo. *Wis-,
natuur- en scheikunde, 3havo. *Wiskunde B, 4havo, €5-6 per les.
*Economie, 5vwo. *Wiskunde, economie, 2havo. *Engels, 4vwo.
*Nederlands, geschiedenis, 3havo. *Wiskunde, 4vmbo-tl. *Wiskunde, 3vwo. *Wis-, natuurkunde, 4havo. *Wiskunde A, 4havo.
Leiden-Zuid, 17 leerlingen basisonderwijs groep 4 t/m 8.
Voortgezet onderwijs: *Twee leerlingen Engels, brugklas vwo.
*Wiskunde, Engels, geschiedenis, 4havo. *Biologie, Nederlands,
wiskunde, brugklas mavo-havo. *Engels, Frans, brugklas havovwo. Onderwijswinkel, Driftstraat 77, ma, wo en do 15-17u. Tel.
071-5214256. E-mail: [email protected].
Er starten in maart nog creatieve cursussen bij het Leids
Academisch Kunstcentrum (LAK). Oa Familiegeschiedenis schrijven, Theatersport, Singer Songwriting,
Kleinkunst, Yoga, Yin Ballet. Meer info en aanmelden:
www.lakcursussen.nl
Lezing: Hoe bewijs je Theosofia? Door Stichting I.S.I.S. Toegang
gratis. Woensdag 24 februari, 20.00 uur. Plaats: Leiden, Lorentzkade 15a (vlakbij Lammenschansweg). www.stichtingisis.org
Maretjes-extra zijn bedoeld voor semi-commerciële
instanties. De prijs voor een Maretje-extra is €23,– incl. BTW voor elke vijfendertig woorden. U kunt deze
advertenties uiterlijk op de vrijdag vóór het verschijnen van Mare opgeven bij Bureau van Vliet B.V., postbus 20, 2040 AA Zandvoort, telefoon 023-571 47 45.
E-mail: [email protected]
Olievlekscenario
In Mare 19 (11 februari, ‘Alle colleges in het Engels?’) het bericht dat
bij Wiskunde en Natuurwetenschappen overwogen wordt ook de
bachelors Engelstalig te maken. Het was te voorzien dat zoiets een
keer zou gebeuren: het olievlekscenario. Aan de horizon tekent het
zich al af: Engels vanaf de peuterspeelzaal.
Maar wat is er tegen Engelse bachelors? In het genoemde bericht worden al een paar ernstige bezwaren aangevoerd. Ze zijn
vooral van didactische aard. In deze reactie wil ik erop wijzen dat
die verengelsing mij in strijd lijkt met de geest van Bologna. Wat
bedoel ik daarmee? In 1999 hebben de Europese landen in deze
Italiaanse stad afgesproken hun universitaire studieprogramma’s
op elkaar af te stemmen, volgens het Angelsaksische bachelormastermodel.
De bachelor kan in dit model als een in zichzelf afgesloten
studie worden beschouwd; diegenen die geen wetenschapper
willen worden maar in een maatschappelijk beroep werkzaam
willen zijn, kunnen er mee volstaan. Dat er vaak een op de praktijk
gerichte “doorstroommaster” volgt, doet aan dit systeem niets af.
De eigenlijke master is bestemd voor toekomstige onderzoekers.
Het is in de geest van Bologna dat een en ander consequenties
heeft voor de voertaal. Ik ben me daarvan sterk bewust geworden
toen ik me kort geleden, tijdens een colloquium in Gent, onder het
gehoor bevond van Christoffel Waelkens, hoogleraar in de sterrenkunde (een onmiskenbaar bètavak!). Op de basisschool leert de
jonge mens lezen en schrijven, op de middelbare school leert zij/
hij zich uitdrukken, tijdens een bachelorstudie leert zij/hij denken.
Je leren uitdrukken en leren denken (was de strekking van wat
hij zei) kan het beste in je moedertaal gebeuren; onderzoek is
internationaal van karakter en dat vraagt dan ook om een internationale taal.
Voor de masters betekent dit in de praktijk meestal het Engels.
Het is echter in de geest van Bologna dat de bachelor in de landstaal, dus het Nederlands, plaatsvindt. Het is trouwens ook voor
toekomstige wetenschappers goed wanneer ze hun denken eerst
in een hun vertrouwde taal leren oefenen.
COR VAN BREE em. hoogleraar historische taalkunde en taalvariatie van het Nederlands
18 februari 2016 · Mare
7
Wetenschap
B
ven de
p t snuiven
De stank van aspergeplas
Tijdens een internationaal congres
lieten Leidse farmacologen hun
collega’s asperges eten, waarna ze
vervolgens de stank van hun plas
moesten beoordelen. ‘Sommige
deelnemers voelden zich er toch
wat ongemakkelijk bij.’
DOOR BART BRAUN Er staan twee groe-
ne asperges naast elkaar te plassen.
De linker snuift, en ruikt iets geks.
‘Langzaam drong het door tot
Arnie dat hij naast een kannibaal
stond’, aldus het onderschrift. De
cartoon van Patt Kelley verwijst
naar een bekend verschijnsel: het
eten van asperges zorgt ervoor dat
je urine gaat stinken. Het is een
geur die in de wetenschappelijke
literatuur vergeleken wordt met
rottende kool, in de Amerikaanse
pers met stinkdierwalm, en door
de Franse schrijver Marcel Proust
met parfum. ‘Zelf vind ik het lastig
om precies te omschrijven’, vertelt
farmacoloog Coen van Hasselt:
‘Maar aangenaam ruikt het niet.’
Wie die lucht niet kent, is niet alleen. Een vrij groot gedeelte van de
mensen mist het vermogen om het
te ruiken, al zijn wetenschappers er
nog niet uit hoe groot dat gedeelte
precies is. In 2011
traceerden Amerikaanse wetenschappers één
veranderd
DNA-kraaltje op chromosoom
nummer
1: als daar
een foutje
staat, kun je
de stank niet
ruiken.
Het onvermogen om één
bepaalde
geur
waar te nemen
komt wel vaker voor:
de vakterm is ‘specifieke
anosmie’. De geur van truffels
– niet te verwarren met die van
de uit aardolie gemaakte smaakstof die in truffelolie zit – is voor
sommigen onruikbaar: de duurste
paddenstoel ter wereld heeft voor
hen de smaak en textuur van stopverf. Een andere bekende anosmie
betreft een deel van de geur van
koriander. Mis je de juiste geurreceptor, dan smaakt het plantje
alleen maar naar zeep.
Bij asperges lijkt het er overigens
ook op dat er behalve niet-ruikers
ook niet-uitscheiders zijn: mensen
bij wie de stofjes uit de plant niet
worden omgezet in onwelriekende
zwavelverbindingen, maar in iets
anders. Welke verbindingen precies is nog onduidelijk, al deed een
groep Britten in de jaren tachtig
een poging om synthetische aspergeplasgeur te maken, for science.
Van Hasselt: ‘Er is wel wat literatuur over asperges, maar ook
nog een hoop dingen die we niet
weten. Voor een jaarlijks groot farmacologencongres zochten we een
experiment dat we daar konden
uitvoeren, en samen met Amerikaanse collega’s kwamen we uit op
een aspergeproef.’
‘We’ zijn Van Hasselt, collega
Jeroen Elassaiss-Schaap en hun
hoogleraar Piet Hein van der
Graaf. Hun afdeling bij het instituut voor geneesmiddelenonder-
zoek LACDR houdt zich bezig met
het ontwikkelen van wiskundige
modellen van hoe geneesmiddelen zich in het lichaam gedragen.
Samen met Amerikaanse onderzoekers zetten ze een experiment
op om te kijken hoe asperges dat
doen.
De bezoekers van het congres
kregen instructies mee. ‘We wilden
dat ze verschillende hoeveelheden
asperges aten, omdat we iets wilden leren over de dosis-responsrelatie. Ze moesten dus invullen
hoeveel asperges ze op hadden, en
elke keer als ze naar het toilet gingen, moesten ze even ruiken hoe
smerig ze het vonden. Dat moesten ze uitdrukken in een cijfer van
één tot vijf. Ik was zelf niet bij het
congres, maar ik begreep dat sommige bezoekers zich er toch wat
ongemakkelijk bij voelden.’
‘We willen er ook
een prakticum
van maken.’
Het doel was om een klinische
studie uit te voeren: een onderzoek
waar ook nieuwe medicijnen aan
moeten voldoen. ‘Als je zo’n studie opzet, moet je je houden aan
heel strakke regels en protocollen.
Die hebben we hier allemaal netjes
gevolgd: het voorstel is zelfs langs
de ethische commissie gegaan, en
we hebben heel systematisch alle
informatie verzameld, net zoals je
dat bij een echte trial zou doen.’
Een probleem met de proefopzet
is dat mensen natuurlijk niet precies dezelfde cijfers geven aan de
geur van hun plas. ‘Het is subjectief: wat voor de één een vijf is, is
voor de ander een drie. Daar hebben we wel rekening mee gehouden in ons model. In elk geval zie
je bij iedereen die het kan ruiken
een vergelijkbaar verloop over de
tijd: vlak na het eten zijn hun sco-
res nog laag: de één waardeert dat
met een nul, bij de ander is de score
een één. Dan schiet het cijfer omhoog, en na een paar dagen is de
stankscore doorgaans weer terug
op het oude niveau.’
Uit de data bleek dat de concentratie stinkstofjes in de plas gemiddeld elke 3,3 uur halveert. Van Hasselt: ‘Er zitten wel grote verschillen
tussen de proefpersonen; dat
maakte het lastig om naar andere
dingen te kijken. Wij vroegen ons
af of leeftijd nog verschil maakte,
of etniciteit, of dat er een verschil
is tussen mannen en vrouwen. Ik
denk wel dat als je meer data hebt,
je daar ook grip op kunt krijgen.’
Het is nog niet zover, maar het
zou zomaar kunnen dat de data uiteindelijk met bakken tegelijk binnenstroomt. De proefopzet leent
zich namelijk heel erg goed voor
citizen science: iedereen kan asperges koken, en iedereen kan snuiven boven de wc-pot. Van Hasselt:
‘Scholen zouden het als practicum
kunnen doen bij de biologieles,
studenten geneeskunde of farmacologie zouden het kunnen doen
als onderdeel van een vak waarbij
ze zelf ook de studieopzet moeten
verzinnen. Je zou via een centrale
website alle data kunnen verzamelen, en dit alles beter begrijpen.
Maar het is niet aan mij om zoiets
op te zetten. De Amerikanen hadden wel die insteek, en onze afdeling is aan het kijken of we er een
practicum van kunnen maken voor
de studie biofarmaceutische wetenschappen. Het zou heel leuk zijn
als je dit zo zou kunnen gebruiken.’
Maar is het niet handiger om
zo’n proef te doen met een stof die
iedereen kan uitplassen en ruiken?
‘Dit was niet de meest simpele keuze, inderdaad. Je hebt te maken met
twee dingen die je dosis-responscurve beïnvloeden, dat maakt het
wel lastiger. Aan de andere kant,
als we iets met een simpeler stofje
als cafeïne hadden gedaan, dan was
het minder interessant geweest,
want daar is al veel meer over uitgezocht. Deze proef brengt onze
kennis wel weer een stapje verder.’
Academische Agenda
Prof.dr. C.M. Cobbaert zal op vrijdag 19 februari
een oratie houden bij de benoeming tot hoogleraar
bij de faculteit Geneeskunde met als leeropdracht
Klinische Chemie en Laboratoriumgeneeskunde.
Mw. H.E. Wegman hoopt op dinsdag 23 februari
om 11.15 uur te promoveren tot doctor in de Rechtsgeleerdheid. De titel van het proefschrift is ‘Investor
Protection: Towards Additional EU Regulation of
Investment Funds?’. Promotor is Prof.dr. R.P. Raas.
Mw. B. Ortiz hoopt op dinsdag 23 februari om 16.15
uur te promoveren tot doctor in de Archeologie.
De titel van het proefschrift is ‘Making the Invisible Visible: The Position of Indigenous Women in
Mexico’. Promotor is Prof.dr. M.E.R.G.N. Jansen.
Mw. M.K. Noordewier hoopt op woensdag 24
februari om 16.15 uur te promoveren tot doctor in
de Sociale Wetenschappen. De titel van het proefschrift is ‘The dynamics of surprise and curiosity’.
Promotoren zijn Prof.dr. E. van Dijk en Prof.dr. W.
van Dijk.
Dhr. Y. Li hoopt op donderdag 25 februari om 10.00
uur te promoveren tot doctor in de Geneeskunde.
De titel van het proefschrift is ‘Mechanisms regulating TGF-β and Wnt signal transduction in breast
cancer’. Promotor is Prof.dr. P. ten Dijke.
Dhr. J. Bouterse hoopt op donderdag 25 februari
om 11.15 uur te promoveren tot doctor in de Geesteswetenschappen. De titel van het proefschrift is
‘Nature and History: Towards a Hermeneutic Philosophy of Historiography of Science’. Promotor is
Prof.dr. E.P. Bos.
Dhr. J. Scholten hoopt op donderdag 25 februari om 13.45 uur te promoveren tot doctor in de
Rechtsgeleerdheid. De titel van het proefschrift is
‘Verwerking en vermelding van risico’s in verband
met claims, juridische geschillen en rechtsgedingen volgens het Nederlandse jaarrekeningenrecht’. Promotor is Prof.dr. J.G. Kuijl.
Dhr. T. Isogai hoopt op donderdag 25 februari om
15.00 uur te promoveren tot doctor in de Geneeskunde. De titel van het proefschrift is ‘Roles of mDia
Formins in actin-dependent and -independent
processes’. Promotor is Prof.dr. J.J. Neefjes.
Mw. H.J.A.M. Kunneman – van Unnik hoopt op
donderdag 25 februari om 16.15 uur te promoveren tot doctor in de Geneeskunde. De titel van het
proefschrift is ‘Shared decision making in adjuvant
cancer treatment’. Promotoren zijn Prof.dr. A.M.
Stiggelbout en Prof.dr. C.A.M. Marijnen.
Prof.dr. A. Tukker zal op vrijdag 26 februari een
oratie houden bij de benoeming tot hoogleraar bij
de faculteit Wiskunde en Natuurwetenschappen
met als leeropdracht Industrial Ecology.
Mw. J. Wieland hoopt op dinsdag 1 maart om 15.00
uur te promoveren tot doctor in de Geneeskunde.
De titel van het proefschrift is ‘Psychopathology in
borderline intellectual functioning: Explorations in
secondary mental health care’. Promotor is Prof.dr.
F.G. Zitman.
Dhr. H.K. Dharuri hoopt op woensdag 2 maart om
15.00 uur te promoveren tot doctor in de Geneeskunde. De titel van het proefschrift is ‘Bioinformatic
approaches to identify genomic, proteomic, and
metabolomic biomarkers for the metabolic syndrome’. Promotor is Prof.dr.ir. J.A.P. Willems van Dijk.
Mw. C.M.C. van Vonno hoopt op woensdag 2
maart om 16.15 uur te promoveren tot doctor in
de Sociale Wetenschappen. De titel van het proefschrift is ‘Achieving Party Unity: A sequential approach to why MPs act in concert’. Promotor is Prof.dr.
R.B. Andeweg.
Dhr. D. Font Vivanco hoopt op donderdag 3 maart
om 11.15 uur te promoveren tot doctor in de Wiskunde en Natuurwetenschappen. De titel van het
proefschrift is ‘The rebound effect through industrial ecology’s eyes: The case of transport eco-innovation’. Promotoren zijn Prof.dr. A. Tukker en Prof.
dr. R. Kemp (Univ. Maastricht).
Dhr. S.T.Q. Jongmans hoopt op donderdag 3 maart
om 15.00 uur te promoveren tot doctor in de Wiskunde en Natuurwetenschappen. De titel van het
proefschrift is ‘Automata-Theoretic Protocol Programming’. Promotor is Prof.dr. F. Arbab.
Mw. J.A.B. van Nies hoopt op donderdag 3 maart
om 16.15 uur te promoveren tot doctor in de Geneeskunde. De titel van het proefschrift is ‘Early
identification of rheumatoid arthritis’. Promotor is
Prof.dr. T.W.J. Huizinga.
Zwaartekrachtgolven
Sinds vorige week is het officieel:
zwaartekrachtgolven bestaan echt, en
ze geven ons een nieuwe manier om
het universum te bestuderen. De Europese ruimtevaartorganisatie ESA wil al
tijden op die manier kijken, en heeft dan
ook plannen voor een zwaartekrachtgolven metend systeem van satellieten,
eLISA. In een artikel dat is opgestuurd
naar sterrenkundetijdschrift MRNAS rekent een groep astrofysici, waaronder
Leidenaar Joop Schaye, uit wat je precies
met zo’n ruimte-instrument zou kunnen
meten.
Zo’n zwaartekrachtgolf ontstaat bijvoorbeeld als twee zwarte gaten samensmelten, dus je vermogen om die
golven te meten hangt mede af van de
vraag hoe vaak zoiets gebeurt. Als het
heelal werkt zoals de meeste kosmologen denken - op feestjes kunt u voortaan nonchalant de term Lambda cold
dark matter-kosmologie laten vallen
- dan zouden eLISA-achtige apparaten
twee keer per jaar zo’n fusie moeten
zien, is de uitkomst. Ook zou zo’n apparaat helpen om meer inzicht te krijgen
in de oorsprong van zogeheten supermassieve zwarte gaten, die meer dan
honderdduizend keer zo zwaar zijn als
een gewoon zwart gat.
Dikke kids
Vergeleken met de rest van Europa valt
het nog mee, maar ook Nederlandse
kinderen worden steeds dikker. Dikke
kinderen worden vaak dikke volwassenen, en dikke volwassenen zijn gemiddeld ongelukkiger en vaker ziek. De
Nederlandse overheden proberen daar
wat aan te doen, met behulp van speciale programma’s. In het vakblad Nutrients
beschrijft Paul Kocken van het Leids Universitair Medisch Centrum samen met zijn
collega’s van TNO het effect van zo’n programma. Deze variant heet Extra Fit!, een
leerprogramma voor basisscholen dat
bewegen en goed eten moet promoten.
De onderzoekers vergeleken 23 ExtraFit-scholen met 22 controlescholen,
die niet zo’n programma kregen. Het
goede nieuws: de kinderen die de lessen hadden gevolgd, hadden na afloop
meer kennis over eten en bewegen. Het
slechte nieuws: daar leken ze verder niet
zo heel veel mee te doen. In hun voedingsdagboeken schreven ze dat ze minder snoepten en iets meer groente aten,
maar ze gingen niet meer bewegen, en
waren ook niet minder dik dan hun leeftijdsgenootjes op de andere scholen.
Als leek zou je dan concluderen dat
zulke programma’s een druppel op de
gloeiende plaat zijn, en dat de overheid
naar zwaardere wapens moet grijpen
als ze jeugdobesitas wil bestrijden. De
TNO’ers adviseren echter om grondiger
programma’s te maken, waarbij ook de
ouders en de omgeving van de school
betrokken worden.
Prikken, kids
Biostatisticus Jacco Wallinga van het
Leids Universitair Medisch Centrum
schreef mee aan een artikel in The
Lancet Infectious Diseases, over de gevolgen van vaccinatie. Als je een prikje
krijgt, ben je beschermd tegen kinkhoest
en andere narigheid, en dat is voor jou
persoonlijk een goede zaak.
Maar hoeveel maken die prikken uit in
termen van de totale volksgezondheid?
De huidige levensverwachting is uiteraard hoger dan vroeger, maar de kindersterfte daalde ook al voor de invoering
van het rijksvaccinatieprogramma in
1953. Wallinga en co rekenden het uit,
met behulp van historische data van het
Centraal Bureau voor de Statistiek.
Je zou het wat vergeten in een tijd
waarin bezorgde ouders vrezen dat
vaccinaties autisme of ander ongerief
veroorzaken, maar van ziektes als difterie, kinkhoest en de mazelen gingen
kinderen vroeger gewoon keihard dood.
Voordat daartegen geprikt werd, was
vier procent van alle dode kinderen
overleden aan kinkhoest, en anderhalf
procent aan difterie, bijvoorbeeld. Alles
bij elkaar hebben de vaccinaties zes- tot
twaalfduizend doden voorkomen, schatten de onderzoekers.
8 Mare · 18 februari 2016
Achtergrond
Leren van de Romeinen
Historicus over de controversiële lessen uit het verleden
Romeinse slaven afgebeeld op mozaïek uit Dougga, Tunesië. Hoogleraar oude geschiedenis Luuk
de Ligt ziet parallellen tussen zijn
‘droomproject’ – onderzoek naar
Romeinse steden – en de huidige
vluchtelingencrisis. ‘Misschien
integreren migranten wel sneller als
je ze wat minder rechten geeft.’
Een kuilengraver. Zo noemt hoogleraar oude
geschiedenis Luuk de Ligt zichzelf.
DOOR ABEL VLAANDEREN
‘Tot dusver heb ik een aantal jaar
aan een onderzoek gewerkt en dat
vervolgens achter me gelaten’, legt
hij uit. ‘Ik heb niet één kuil die ik
steeds dieper uitgraaf. Ik graaf
steeds nieuwe.’
Onlangs ontving hij een Europese subsidie van 2,5 miljoen euro
voor onderzoek naar steden in het
Romeinse rijk. ‘Een droomproject’,
vindt hij, waarmee hij een team kan
samenstellen van zes aio’s en twee
postdocs. Die gaan elk hun eigen
Foto Wikimedia
deel van het rijk én de bijbehorende wetenschappelijke literatuur
in ruim twintig verschillende talen
bestuderen. ‘Misschien is dit ook
wel één van de redenen waarom de
ERC-subsidie is toegekend: het project brengt een veelheid van nationale onderzoekstradities bij elkaar.’
Een van de vragen die hij wil beantwoorden: hoe kon het dat in de
eerste honderdvijftig jaar van de
Keizertijd de steden in de meeste
provincies bloeiden, terwijl sommi-
ge gebieden juist achterbleven? ‘Dat
idee ontstond toen ik een artikel
van de Amerikaanse econoom Paul
Krugman las over Amerikaanse steden in de twintigste eeuw.’
Het is niet zijn eerste beurs. In
2003, een jaar na zijn aanstelling in
Leiden, kreeg hij een Vici-subsidie
ter waarde van 1,25 miljoen euro
van de Nederlandse organisatie voor
Wetenschappelijk Onderzoek, voor
onderzoek naar de bevolkingsgroei
in Romeins Italië tijdens de tweede
eeuw voor Christus. Het project
resulteerde drie jaar geleden in het
boek Peasants, Citizens and Soldiers
bij Cambridge University Press.
Tegen die tijd was De Ligt al begonnen aan een nieuw onderzoek:
migratie naar Rome en de kansen
voor verschillende groepen migranten. ‘De Romeinen importeerden en
fokten op grote schaal slaven. Het
huishoudelijk personeel bestond
misschien wel voor honderd procent uit slaven. Dit betekende dat
migrantenvrouwen, anders dan
in veel steden van het latere WestEuropa, in Rome nooit dienstmeisje
konden worden.’
Bestaat er een parallel met deze
migratie en de huidige vluchtelingenstroom? ‘Nou, dat is lastig. De
vluchtelingen van dit moment zijn
gevlucht voor oorlog en geweld. Dat
komt in het Romeinse Rijk af en toe
wel voor, maar er is niet echt een
systeem van uitkeringen of opvang.
Migratie in het Romeinse Rijk is primair arbeidsmigratie.’
Het Romeinse beleid was daarbij
opvallend liberaal: zowel migranten
als vrijgelaten slaven kregen vrij
gemakkelijk het burgerrecht. ‘Heel
genereus, maar je moet je wel afvragen hoe dit te verklaren valt.’ Volgens hem heeft het te maken met
het feit dat in Rome de rijke elite
het voor het zeggen had, waardoor
ze vrij gemakkelijk mensen konden
toelaten. ‘Die komen in de onderste regionen van de samenleving
terecht, waardoor ze geen invloed
kunnen hebben op de politiek. Als
je dit doordenkt, krijg je een controversiële conclusie: misschien kun
je migranten wel makkelijker in je
samenleving opnemen als je ze wat
minder rechten geeft.’
Het de taak van de historicus om
dit soort vragen te stellen, vindt
hij. ‘De bestudering van het verleden kan je blik scherpen, ook voor
moderne problematiek. Vluchtelingen krijgen snel toegang tot het
Nederlandse systeem van sociale
voorzieningen, terwijl zij en hun
voorouders daar niet aan hebben
bijgedragen. Je zou er dus best in
kunnen differentiëren, een soort
getrapt systeem, waar je na een aantal jaren in aanmerking komt voor
sociale voorzieningen en tot die tijd
anders wordt behandeld.’
Ook van het tegendeel geeft hij
een voorbeeld. ‘Samenlevingen uit
de oudheid waar burgers heel sterke rechten hebben, zoals Athene,
nemen heel moeilijk nieuwe mensen op.’ De Ligt vindt dat hierover
nagedacht moet worden. ‘Vanuit de
mensenrechten geven we migranten
hele sterke rechten, maar dan moet
je misschien accepteren dat je een
prijs betaalt in termen van minder
snelle integratie.’
UNIVERSITAIRE VERKIEZINGEN 2016
1. TIJDSCHEMA VERKIEZINGEN
Het volgende tijdschema is opgesteld voor de verkiezingen van student- en personeelsgeleding
van de Universiteitsraad, de studentgeledingen van alle Faculteitsraden en de Studentenraad
LUMC. Tevens zijn er verkiezingen voor de Dienstraad van het ASCL.
7 maartpeildatum en vaststelling kiezersregisters
8 en 9 maartkandidaatstelling, inzage kiezersregisters en indienen verzoeken tot verbetering kiezersregisters bij het betreffende stembureau
10 maartbesluiten stembureaus inzake kandidaatstelling en verzoeken tot verbetering
kiezersregisters (beroep mogelijk op 23 en 24 maart; beslissing op beroep 26
maart 2015)
14 en 15 maart herstel van verzuimen kandidaatstelling
16 maartbeslissing stembureaus herstel van verzuimen kandidaatstelling (beroep mogelijk op 30 en 31 maart; beslissing op beroep 2 april 2015)
9 meiverzenden elektronische oproepen; opening verkiezingen (9.00 uur)
13 meisluiting stemming (16.00 uur)
24 mei
uitslag stemming (beroep mogelijk van 25 tot en met 27 mei 2016; beslissing
op beroep 30 mei 2016)
2. WIE IS KIESGERECHTIGD
Kiesgerechtigd is iedereen die op 7 maart 2016 (de peildatum) krachtens een aanstelling bij de
Universiteit Leiden werkzaam is in een van de onderdelen waar verkiezingen worden gehouden
en iedereen die op die datum als student – dus niet als extraneus of gaststudent- staat ingeschreven. Deze groep behoort dus in het kiezersregister te zijn opgenomen.
Op 8 en 9 maart 2016 liggen de kiezersregisters ter inzage bij de stembureaus en kunnen ook
verzoeken tot verbetering worden ingediend.
Student-assistenten oefenen hun kiesrecht in beginsel uit in de geleding van de studenten. Andere
studenten in dienst van de universiteit oefenen hun kiesrecht uit in de geleding van het personeel.
Personen in dienst van NWO, FOM of daarmee vergelijkbare organisaties en werkzaam bij de
Universiteit zijn ook kiesgerechtigd; zij worden wel aangeraden bij de ter inzagelegging van de
kiezersregisters te controleren of zij daarin ook zijn opgenomen.
U kunt uzelf ervan overtuigen dat u in het kiezersregister bent opgenomen door op 8 of 9 maart
2016 even bij het stembureau langs te gaan; u kunt op deze dagen ook een verzoek tot verbetering
van het kiezersregister indienen.
3.KANDIDAATSTELLING STUDENT- EN PERSONEELSLEDEN UNIVERSITEITSRAAD, STUDENTLEDEN FACULTEITSRADEN, LEDEN STUDENTENRAAD LUMC, EN DE DIENSTRAAD ASCL
Indien u belangstelling heeft voor een actieve rol in de medezeggenschap kunt u zich op 8 of 9
maart 2016 kandidaatstellen. De formulieren daarvoor zijn verkrijgbaar bij de stembureaus en op
www.stemmen.leidenuniv.nl
Op 10 maart 2016 maken de stembureaus hun beslissingen ten aanzien van de ingediende kandidaatstellingen bekend. Mochten er verzuimen zijn geconstateerd die kunnen worden hersteld zoals het ontbreken van voldoende handtekeningen van kiesgerechtigden die de kandidaatstelling
ondersteunen - dan is daartoe volgens bovenstaand schema gelegenheid.
4.BEROEP
Indien u het niet eens bent met een beslissing van een stembureau met betrekking tot de kandidaatstelling of de verbetering van het kiezersregister, dan kunt u daartegen beroep aantekenen
volgens bovenstaand schema bij de kamer voor de verkiezingen van de Commissie voor de
beroep- en bezwaarschriften (Rapenburg 70 te Leiden).
Ook tegen beslissingen met betrekking tot het herstel van verzuimen in de kandidaatstelling kan
volgens bovenstaand schema bij de kamer voor de verkiezingen beroep worden aangetekend.
5. STEMMEN VIA INTERNET
De verkiezingen gaan volledig via het internet. Om te kunnen stemmen dient u gebruik te maken
van uw ULCN account. Vanaf 9 mei (9.00 uur) kunt u met dit account inloggen op de verkiezingsapplicatie. U kunt tot uiterlijk 13 mei (16.00 uur) uw stem uitbrengen. Stemmen kan vanaf elke
computer met internetaansluiting.
6.STEMBUREAUS
De verkiezingen worden georganiseerd door verschillende stembureaus, zie www.stemmen.
leidenuniv.nl . Voor verdere inlichtingen kunt u zich richten tot het Centraal Stembureau.
18 februari 2016 · Mare
9
Opinie
Geef medezeggenschap tanden
Huidige vormen van inspraak zijn ontoereikend
Natuurlijk moeten de faculteitsraden instemmingsrecht op de
begroting krijgen, betogen
Thomas Fossen en Bert van
Laar. En daar moet het niet bij
blijven.
Vorig jaar is bij wet het instemmingsrecht op hoofdlijnen van de
begroting toegekend aan de universitaire medezeggenschap. Dit
instemmingsrecht is in formele
zin een significante versterking
van de medezeggenschap. Maar de
invoering heeft in Leiden slechts
half plaatsgevonden: alleen op
universitair, en niet op facultair
niveau.
Van alle faculteiten heeft alleen
het bestuur van Sociale Wetenschappen de begroting ter instemming voorgelegd, om vervolgens
te worden teruggefloten door het
college van bestuur. Dit is niet de
goede lijn. Het is tijd om nu echt
werk te maken van versterking
van de medezeggenschap. Instemmingsrecht op hoofdlijnen van de
begroting is daarin een kleine maar
noodzakelijke stap—natuurlijk ook
op facultair niveau.
Het instemmingsrecht moet worden bezien in het licht van de bredere discussie over het universitair
bestuur. De huidige vormen van
inspraak zijn ontoereikend. Momenteel functioneert de medezeggenschap meer als een klankbordgroep van klanten en personeel dan
als een orgaan van democratisch
zelfbestuur. De medezeggenschap
adviseert, maar bestuurders zijn
uiteindelijk alleen verantwoording
schuldig aan hogere bestuurders.
Dit is een bestuursvorm die past
bij een bedrijf, niet bij een academische gemeenschap. Het is dan
ook niet verwonderlijk dat zo weinig studenten en collega’s zich geroepen voelen om zich kandidaat
te stellen, of zelfs maar een stem
uit te brengen. Dat ligt niet aan de
gebrekkige zichtbaarheid van de
medezeggenschap, maar aan haar
beperkte macht en status.
meenschap waarin een transparante cultuur en het gezamenlijk
nadenken over het onderwijs- en
onderzoeksbeleid van belang
zijn’, zo schreef het ministerie van
Onderwijs vorig jaar in haar zogeheten ‘Brief aan instellingen
inwerkingtreding
wet
studievoorschot’. Zeggenschap over financieel beleid hoort daarbij,
aldus de minister.
Deze rechtvaardiging
voor het instemmingsrecht geldt natuurlijk
evengoed op facultair als
op universitair niveau. En
het argument dat het verschil tussen instemming en advies in
de praktijk weinig uitmaakt,
is een reden om verder te
gaan dan dat, niet om ervan af te zien.
‘Storm in glas water’,
tweette rector Carel Stolker naar aanleiding van
de discussie over instemmingsrecht op
facultair niveau. ‘We
zijn op alle niveaus
serieus met #medezeggenschap bezig: wij
komen er altijd uit!’ Inderdaad is bij de huidige
Leidse bestuurders de bereidheid tot overleg groot. Ze luisteren
en benadrukken vaak hoe serieus
ze de adviezen nemen.
Maar bestuurders komen en
gaan. We kunnen er niet van uitgaan dat een volgend bestuur zich
even welwillend opstelt. Bovendien
valt niet uit te sluiten dat het feit
dat we er altijd uitkomen mede te
maken heeft met het overwicht
van het bestuur ten opzichte
van de inspraakorganen. Inspraakorganen hebben niet de
tijd, middelen, en vooral niet de
formele macht om adequaat
tegenwicht te bieden. Stolker miskent dus het fundamentele punt waar het in
deze discussie om draait:
de institutionele verankering van tegenmacht van
onderop.
Het is naïef om te denken
dat versterking van de medezeggenschap niet nodig
is, omdat bij ons alles toch in
goed overleg gaat. Het belang
van geïnstitutionaliseerde tegenmacht zie je juist wanneer het
niet soepel loopt. Wanneer de overlegcultuur spaak loopt blijkt dat
overleg geen substituut is voor formele controle en verantwoording.
Wat er kan gebeuren zonder geinstitutionaliseerde tegenmacht
hebben we vorig jaar in Amsterdam
gezien. Daar raakte het bestuur losgezongen van de gemeenschap die
ze bestuurde, drukte plannen door,
en legde standaarden voor succes
op die niet door de gemeenschap
werden erkend. Omdat er nauwelijks mechanismen waren om ze
tegenwicht te bieden, werd er verzet buiten de formele kanalen om
georganiseerd.
Van zo’n gapend gat tussen bestuur en gemeenschap is bij ons nu
(nog) geen sprake. Maar er is geen
structurele reden waarom de Amsterdamse problematiek in Leiden
niet zou kunnen optreden.
We moeten de medezeggenschap
dus juist nu beter organiseren. Binnenkort evalueren het college van
bestuur en de Universiteitsraad de
invoering van het instemmingsrecht op hoofdlijnen van de begroting. Het is mooi dat het college nu
Na een maandenlange haatcampagne besluit GeenStijl het over een andere boeg te
gooien (GeenStijl, 10 februari).
voor extra sprankeling.’
GeenStijl duidt en passant ook nog even de
rest van de universiteit (10 februari).
Het enige stukje staatsrecht dat u op de basisschool al kreeg, maar prof Wim Voermans legt
het Rutte graag nog eens uit. (AD, 17 februari)
‘De stad en de universiteit zijn niet eens
partners, maar zijn met elkaar vergroeid.
En soms doet dat even au. Dat realiseren
we ons, maar we willen het echt heel netjes doen.
Rector Carel Stolker gaat even op de hurken
en legt uit waarom huizen aan de Doelengracht weg moeten. (Sleutelstad, 21 januari).
‘De Universiteit Leiden staat zevende in de
lijst van universiteiten die minstens 400
jaar oud zijn’
@UniLeiden op Twitter, 16-2
‘De pil is te lang als het snoepje van de
week behandeld, terwijl heel veel vrouwen jarenlang dag in dag uit hormonen
slikken. Om het oneerbiedig te zeggen,
we brengen onze auto nog vaker naar de
garage.’
Epidemioloog Frits Rosendaal over de risico’s
van de pil. (de Volkskrant, 17 februari)
‘De bestuursvorm
van nu past bij een
bedrijf, niet bij een
academische
gemeenschap’
Het instemmingsrecht op hoofdlijnen van de begroting is bedoeld
om daar iets aan te doen. Het is een
vergissing om het instemmingsrecht te presenteren als goedmaker
voor studenten wiens basisbeurs is
afgenomen. De aanpassing van de
studiefinanciering is wel de aanleiding geweest, maar niet de rechtvaardiging voor de versterking van
de medezeggenschap. Die rechtvaardiging is dat de staf en studenten deel uitmaken van een gemeenschap: ‘Studenten, personeel en
bestuurders vormen immers samen de onderwijsge-
Beeld Gees Voorhees
alsnog genegen lijkt om dit recht
ook op facultair niveau te erkennen. Laten we daarbij wat geldt
als een ‘hoofdlijn’ ruim interpreteren. De medezeggenschap hoeft
zich echt niet bezig te houden met
ieder financieel detail, doch iedere beleidskeuze met substantiele financiële consequenties is een
hoofdlijn.
Maar instemmingsrecht op financieel beleid alleen is niet genoeg. Laten we ook nadenken
over andere manieren om de verantwoording van het bestuur ten
opzichte van de academische gemeenschap te versterken. Waarom
geven we medezeggenschapsraden
bijvoorbeeld niet de bevoegdheid
om bestuurders voor te dragen?
Thomas Fossen is universitair
docent politieke filosofie. Bert van
Laar studeert wijsbegeerte. Beiden
zitten in de Faculteitsraad Geesteswetenschappen.
‘…’
‘Er zijn inmiddels individuele spreekuren
in gang gezet. Het loopt storm. Het leidt tot
werkdruk bij de portefeuillehouder.’
Menno Tuurenhout, portefeuillehouder bedrijfsvoering, licht de faculteitsraad in over
zijn pogingen om de werkdruk onder geesteswetenschappenpersoneel aan te pakken.
‘coward Dutch don’t have honsty she is
evil ugly woman need to shut up’
Eritrea-fan @Yonashaile79 maakt zich op
Twitter boos over Mare’s stuk over Eritreaonderzoeker Mirjam van Reisen (8 februari)
‘Leo Lucassen stiekem toch de mooiste lul
van het Nederlandse migratiedebat (…) Als
de ganse dag twitteren tegen anoniempjes die met een tray Schultenbräu in een
ondergespoten trainingsbroek zitten te
kankeren over dichte grenzen geen valorisatie is, dan weten wij het ook niet meer.’
‘De Universiteit Leiden, en dan in het bijzonder de rechtenfaculteit, staat niet voor
niets bekend als een reactionaire citadel
waar guurrechtse houwdegens de slavernij bagatelliseren en hardcorps neoliberaal kakken op paupers en booslims.
Maar zoals elke kleurstylist je wel kan
vertellen zorgt een beetje contrast júist
‘En ik in de top 3 van slimste linkshandige
teckeleigenaren die vroeger dreadlocks
hadden aan de TU Eindhoven’
Methodoloog Daniël Lakens (@Lakens)
‘Het klopt dat de koning bevoegd is om
zelf te bepalen dat hij de koets wil opknappen. Maar vervolgens is de premier
wél verantwoordelijk voor het handelen
van het staatshoofd: de ministeriële verantwoordelijkheid. Rutte moet dus uitleg
geven als de Kamer daar om vraagt.’
‘Toen ik nieuwjaarskaarten verstuurde,
had ik er gewoon “Gelukkig 2016” op
kunnen zetten. Toen bedacht ik: 2016 is
een mooi getal. Het is twee tot de macht
elf minus twee tot de macht vijf. Dat zet
ik er dan bij, en daar reageert zo’n collega
dan weer op met een andere eigenschap.
Dat is toch mooi.’
Wiskundige Hendrik Lenstra, in Trouw (13 februari). Voor volgend jaar: 2017 is een zogeheten sexy priemgetal met 2011. 2011, trouwens, is ook de som van elf opeenvolgende
priemgetallen (157 + 163 + 167 + 173 + 179 +
181 + 191 + 193 + 197 + 199 + 211). Moesten
we ook opzoeken, hoor. Het laagste getal
waarover Wikipedia niets vermeldenswaardigs heeft te melden is 1003, wat op zich iets
vermeldenswaardigs is over het getal 1003.
‘Leiden zal in de toekomst hopelijk voorop
lopen als het gaat om de acceptatie van de
vrouw in de wetenschap.’
Sophia Antoniades (1895-1972), Leidens eerste vrouwelijke prof, in het speciale lustrumnummer van Mare (31 mei 2000) waarin ook
‘exclusieve interviews’ stonden met o.a. Willem van Oranje, Descartes en Hugo de Groot.
Het citaat is nu afgedrukt op ansichtkaarten
die vorige week op de dies zijn uitgedeeld.
10 Mare · 18 februari 2016
English page
I liked it here
A week with the beadle before he retires
current buns. “It’s windy but the radar says it
will stay dry.”
Professors enter the gowning room one
by one, get changed and if they’re new, have
their photographs taken. Van Beelen regularly
checks his pocket watch and the students’ procession is given the signal to proceed.
At three minutes to three, the professors’
procession starts to move too, with Van Beelen leading, staff in hand. For the camera, he’s
given it a polish, but he actually only polishes
it twice a year. “For the opening of the academic year and for dies ceremony. I do it a bit
in advance, otherwise it’s too shiny, which not
to my taste.”
It’s gusty on the bridge and the professors all
grab their berets but the weather forecast was
right: it stays dry. At the church, the beadle
ensures that the dies proceeds without a hitch.
Foto Marc de Haan
Thousands of students have heard the words
“hora est” with relief, but now his time has
come. After 27 years of loyal service, Willem
van Beelen, the most remarkable beadle in
the Netherlands, is leaving Leiden University.
Thursday
“They’re always nervous, although some cope
better than others”, remarks beadle Willem van
Beelen while he pulls on his black gown and
picks up the Rector’s official chain: a man of
few words, perhaps, but the most visible face
of Leiden University. He was an administrative assistant until a vacancy turned up at the
beadle’s office. He became an assistant beadle
in 1981 and since 1989 he’s been in charge of
academic ceremonies and their correct procedures. Next week, he’ll be 64 and he’s taking
early retirement at the end of this month.
Today, like every Tuesday, Wednesday and
Thursday, he is making sure that the doctoral
defence ceremonies run smoothly. In his experience, well-meant comments such as “Remember to enjoy it, it’s your big day” and “Are
you nervous now?” don’t help matters at all. “I
try to explain the procedures, clearly and matter-of-factly.” He has just conducted the doctoral candidate and seconds into a separate
room in the Academy Building. “The seconds
are like witnesses who help the candidate by
looking things up.”
Van Beelen explains the correct manners
and forms of address to the future doctor.
He hands the official chain to the Vice Rector and guides the doctoral thesis committee
to the doctoral thesis room, where they run
through the questions. He welcomes the doctoral candidate’s friends and relatives in the
senaatskamer and leads the candidate and the
doctoral thesis committee inside. For exactly
three quarters of an hour, the candidate must
answer tough questions about the dissertation. Then Van Beelen enters the room and
announces “hora est” loudly and clearly, immediately putting a stop to the defence and
the committee withdraws to discuss it. Spoiler
alert: according to Van Beelen, it nearly always
ends well.
Still, he understands the candidates’ jitters:
“They have spent years working towards this
moment. Often, they’re the clever ones of the
family and perhaps a future employer is there
in the room.”
In reality, there is no need for nerves. “If
there is any controversy, it’s sorted out before
the ceremony. I can recall one doctoral award
ceremony when there was some discussion
about awarding a degree “cum laude”. Now,
that’s a problem, because then the certificate
needs to be rewritten.”
Friday
Van Beelen is hidden behind a gigantic pile
of doctoral certificates as he fills them in by
hand. “It’s a morning job; I never do it in the
afternoon. I can concentrate better in the
morning.”
You might suppose that the position of
beadle requires beautiful handwriting but
Van Beelen opens a volume from the eighties.
“This is how I wrote when I first started here.
As you can see, my handwriting’s improved
over the years.” His earlier handwriting was
clearly legible, but you have to admit that it
lacks the wonderful curls and strokes from his
later work. “It’s a matter of just going for it.”
One mistake means rewriting the whole thing.
“Just don’t think about it.” He raps the table,
“knock on wood”. “It’s never happened in all
these years.”
This afternoon features an inaugural lecture: a newly appointed professor is holding
a speech. Before the ceremony begins, Van
Beelen fetches his evening dress for the university’s anniversary, coming Monday.
Saturday and Sunday
Van Beelen usually spends his weekends at
his cottage in the Veluwe region. “I do the
gardening and chop wood for the fire.” If the
weather’s good, he goes cycling.
According to Rector Magnificus Carel
Stolker, Van Beelen only lacks one feature
compared to other beadles: he lives in Katwijk
instead of Leiden. “Katwijkers say: ‘Six days
shalt thou labour, and do all thy work but on
the seventh day thou shalt rest.’” He grins.
“That’s what I do at my little cottage in the
Veluwe. It’s Sunday, so today I’m not allowed
to mow the grass.”
His house in Katwijk is 150 metres from the
beach, “When I get home, I like to go for some
air before dinner. I used to run into the queen,
on her horse.” He was present when she received her honorary doctorate in 2010. And
when Nelson Mandela, Ban Ki-moon, presidents and prime ministers received theirs:
he’s seen them come and go. “Prime Minister
Rutte, our King …”, he adds. “Willem-Alexander was nervous too when he graduated.”
After the summer, he will go shrimping in
the traditional way, trawling a net at walking
pace. “In September or October, otherwise
they’ll be full of spat. And I’ll pull the beach
cart. Get the kids out, put the shrimps in. I
peel them too, but it’s better to let my brother
do that – he doesn’t like them so he won’t eat
them.” Van Beelen doesn’t like angling. “The
wait’s too long.” He’s not interested in football,
Katwijk’s passion, either. “I only talk about it
to tease the fans. ‘Rubbish again, weren’t they?’
I say.”
Monday
The repetition for the university’s 441th anniversary is in full swing in the Pieterskerk. Van
Beelen checks the weather forecast on the Internet, typing with his index fingers. His computer is on top of a piece of paper covered with
red and yellow tabs from dozens of packets of
Tuesday
The morning sees Van Beelen having his photograph taken with his successor, as he will
be leaving Leiden University at the end of the
month. That’s why he handed the sauce pan
he used for years to make the university seals
over to the Rector during the dies ceremony.
Van Beelen shows me a booklet from 1943
containing a list of beadle’s duties by a predecessor. “The beadle has the doubtful honour of
making the seals for the certificates at home,
i.e. in his free time. He pays for the gas and
is not reimbursed for making the seals. One
stick of wax will make two seals. The wax is
melted in a pan and it takes 40 minutes to produce two seals. The beadle must try it several
times before he gets it right.” Van Beelen adds:
“This book saved my bacon. It also says: ‘The
wax should be melted on a stove or gas cooker.
It can’t be done on an electric cooker.’ I only
have an electric cooker, so I use a paving stone
to conduct the heat.”
He makes the red seals at home in the attic,
with the windows wide open to let the fumes
out. “You have to concentrate. You can’t do
it here: what if the phone rings … the wax
mustn’t boil over. I make about twenty in one
go, so I have a stock of them.” Van Beelen also
irons and starches the cappa, the cape worn by
honorary doctors, at home.
It hasn’t yet been precisely arranged who
will make the seals when Van Beelen retires.
“It’s probably up to us”, sighs Frank Geerlings,
who works at the Beadle’s Office. “But don’t
expect us to fiddle around with a sauce pan.
Dutch working conditions laws won’t allow it,
for a start.” The office has ordered a kind of
pistol that automatically melts the wax. “We’d
better test it next week.”
Wednesday
Today’s schedule is full of doctorate defence
ceremonies again. Last year, there were 411:
“A record”, says Van Beelen. “Although no one
here has paid any attention to the fact. When
I started out as an assistant beadle in 1981,
there were 141. Sometimes, I read a dissertation, or the summaries. So now I know a little
bit about lots of subjects. I particularly like
reading about history and classical languages.”
He is going to miss being among people. “I
like it here, I grew here.”
BY PETRA MEIJER
Advertentie
Weet jij al welke
master je kiest?
11 maart
Masterdag
unileidenmasters.nl
Bij ons leer je de wereld kennen
18 februari 2016 · Mare
Cultuur
11
Agenda
FESTIVAL
STUKAFEST
do 25 februari 19.00 v.a. €5
FILM
Matthew McConaughey als Killer
Joe Cooper in de verfilming uit 2011.
White trash met Leidse tongval
Toneelgroep Imperium speelt stuk over moorddadige tokkies
In Killer Joe beraamt een stel
paupers een plan om een familielid
te doden. ‘Je zit midden tussen de
vuiligheid en vunzigheid.’
DOOR VINCENT BONGERS In een trailerpark ergens aan de rand van Dallas
slaat een pitbull aan. In de stromende regen loopt een jongeman naar
een stacaravan en bonkt op deur.
Zijn stiefmoeder, slechts gekleed in
een oude trui, doet na lang aandringen open. De blik van de zoon valt
op het schaamhaar van de vrouw.
‘Verdomme, trek eens wat aan’, blaft
hij. ‘Ik kan je poes haast een hand
geven.’
Zo begint het toneelstuk Killer Joe
uit 1993 van de schrijver Tracy Letts.
Het is een nietsontziende schets van
de zelfkant van de Amerikaanse samenleving.
De Leidse toneelgroep Imperium
speelt de komende weken het stuk
over het gewelddadige gerotzooi van
een white thrash-familie in Texas.
‘De zoon dealt drugs en komt in
de problemen omdat zijn moeder
coke van hem steelt’, zegt regisseur
Jules Noyons. ‘Dat vindt zijn gangsterbaas natuurlijk niet zo mooi. De
jongen zoekt samen met zijn vader
en stiefmoeder een criminele oplossing voor dit probleem. De moeder
heeft een levensverzekering afgesloten van 50.000 dollar. Dus het plan
is om haar af te maken. Ze huren
een corrupte politieagent annex
huurmoordenaar in om het klusje
te klaren. Dat is de Killer Joe uit de
titel. Maar uiteraard loopt alles anders dan gepland.’
In 2011 verscheen er een verfilming van het stuk. ‘Maar wij doen
een aantal dingen anders’, zegt
Noyons. ‘Het Texaanse accent is
bijvoorbeeld vervangen door de
Leidse tongval. De film heeft een
contemporaine setting, maar toen
ik de tekst zat te lezen kwam ik erachter dat Letts schrijft over de jaren
70. Er hangt een poster van ZZ Top
in de caravan. Ze hebben het over
fotomodel Christie Brinkley. De tvverslaafde vader kijkt naar Mannix
en andere series uit die tijd. Dat seventies gevoel komt sterk naar voren
in onze versie.
‘De film mist ook vrijwel alle
humor die wel degelijk in het stuk
zit. Die geestigheid is van belang.
Letts laat in het midden of je naar
een sociaal realistisch drama kijkt,
of dat het een comedy is. Dat maakt
het heel complex en interessant.
Vader en zoon zijn bijvoorbeeld in
sneltreinvaart aan het praten over
het plan. Ze kwekken sneller dan
ze kunnen denken: het is chaos. Tot
een van de twee opeens zegt: “Hohohoho, ik weet niet of we haar wel
moeten laten vermoorden. Laten we
rustig een analyse maken van alle
voors en tegens en koeltjes bekijken
of de wereld slechter af is zonder
haar.” Ze pakken het ineens aan als
een wiskundig probleem. Dat is een
grappig contrast vooral omdat het
enorm lompe figuren zijn.’
Tijdens de voorstelling zit het publiek ook op het toneel, aan beide
kanten van de stacaravan ‘midden
tussen de vuiligheid en vunzigheid’,
aldus de regisseur. ‘De toeschouwer
moet in staat van morele verwarring
raken. Er gebeuren hier verschrikkelijke en gewelddadige dingen in
een afgestompte wereld. Wat vind
ik daarvan? Kan en mag ik hier wel
om lachen? Of keur ik dit af?’
Toneelgroep Imperium, Killer Joe
Imperium Theater
19, 20, 26-28 februari; 3-5 maart
€12 (studenten €10)
In de grond spitten
Flying Horseman vecht tegen claustrofobie
De donkere tonen van de
Belgische band Flying Horseman
moeten klinken als een grillige
droom, zegt frontman Bert Dockx.
‘Het gaat om het doorbreken
van muren.’
DOOR PETRA MEIJER ‘Te veel bands
klinken als een variatie op een betere band’, zegt Bert Dockx, zangergitarist van de Belgische band Flying
Horseman. Daar hoeft de zeskoppige groep niet voor te vrezen. In
nummers van soms wel twaalf of
acht minuten worden traditionele
songstructuren losgelaten, zonder
dat de muziek eentonig wordt.
De drums klinken soms dreigend, als een naderend monster,
de spookachtige stemmen van de
gezusters Loesje en Martha Maieu
bezwerend, dan weer dromerig.
Opzwepende ritmes met Afrikaanse invloeden (‘medegitarist Milan is
minstens zo hard door die microbe
gebeten als ik’) nemen de luisteraar
mee naar grote hoogte, terwijl de
donkere stem van Dockx juist duistere plaatsen verkent. ‘Night is long
and it defies al reason, the birds and
the bees, the blood and the screams, I
worship them.’
‘Onze muziek is donker en melancholisch. Dat komt deels door mijn
temperament, maar daar zal de rest
ook wel voeling mee hebben. Night
is long, onze vierde plaat, bevat echter een stuk meer kleurschakeringen dan onze derde plaat City Same
City’, zegt Dockx. ‘We zijn als groep
gegroeid. Iedereen heeft nu een onmisbare plaats in het geheel.’ Als
voorbeeld noemt hij het nummer
‘Spider’. ‘Ik kwam net te laat bij een
repetitie aan en drie van de bandleden waren al aan het jammen. Die
improvisatie heb ik opgenomen, en
daar is “Spider” uit ontstaan.’
Volgens Dockx laat hun muziek
zich het beste vergelijken met een
grillige droom. ‘Het kan minuten
lang rocken en dan ineens compleet
stilvallen. We reageren op elkaar en
op het moment. Terugkerende thema’s zijn claustrofobie: het gevecht
tegen isolatie en het doorbreken van
muren. Er zit ook altijd wel een schaduwkant in: het verborgene. Ik houd
ervan om in de grond te spitten en te
zien wat daaronder zit.’
Dockx noemt zichzelf een ci-
nefiel, maar denkt niet dat dat de
reden is dat de muziek filmisch
aandoet. ‘In onze muziek herken ik
dingen die ik in films ook herken.
Ik communiceer vaak in beelden.
Ook naar de band. Dan vraag ik om
een iets claustrofobischer geluid, of
moet het wat stedelijker. Ik ben gek
op de regisseur Claude Chabrol.
Zijn films hebben echt perfecte
soundtracks. De muziek is heel raar
en ook bewust onnozel gehouden.
Als ik enkele noten hoor, weet ik al
wie de regisseur is.’
De groep deelt een voorliefde
voor het experimentele. ‘We tasten
soms de grenzen af van geordend
geluid. Ik heb meer met muziek en
beelden dan met woorden. Teksten
zijn vaker bedoeld om beelden of
sferen op te roepen, dan een heel
directe boodschap uit te drukken.
Vroeger deed ik daarom nog wel
eens aan zelfcensuur. Dan vond
ik de teksten te onbegrijpelijk. Nu
denk ik: “Fuck it, het is eruit gekomen en ik voel er iets bij.”’
Flying Horseman & Stadt
Gebr. De Nobel
Do 18 feb, 20.20 u, €12,50
Foto Mark Rietveld
TRIANON
The Revenant
dagelijks 18.00 + 21.30
The Choice
zo + di 15.15
The Big Short
do + vr 15.30
do t/m zo + di + wo 21.30
Louder Than Bombs
vr + zo + di 18.45
KIJKHUIS
The Danish Girl
do t/m zo + di + wo 16.00
An
vr + ma 16.15
Spotlight
do t/m ma + wo 18.30
The Hateful Eight
do t/m ma + wo 21.15
Publieke werken
do + za zo + di wo 16.15
Hail, Caesar!
dagelijks 19.00 + 21.30
LIDO
Deadpool
dagelijks 18.45 + 21.30
Goosebumps
za t/m wo 13.00
za + ma + wo 15.30
zo + di 18.45
Ride Along 2
do t/m ma + wo 21.30
Familieweekend
do + za + ma + wo 19.00
do + vr + zo t/m wo 21.30
How to Be Single
dagelijks 18.30
The 5th Wave
do + za + ma + wo 18.45
vr + zo + di 21.30
Fissa
vr + zo + di 18.45
do + za + ma + wo 21.30
MUZIEK
DE TWEE SPIEGHELS
Zadeno trio
vr 19 februari 21.00
Kristjan Ilumae and David Tughan
za 20 februari 16.00
Shjazz
zo 21 februari 16.00
MUZIEKPODIUM DE X
Steven Kamperman Trio
za 20 februari 21.00 v.a. €10
GEBR. DE NOBEL
Bohemian Betyars
wo 24 februari 20.00 €12,50
Birth of Joy – Releaseparty
do 25 februari 19.30 €12,50
MAREKERK
Orgelconcert Bach, Schumann, Benard
za 27 februari 13.30, entree gratis
THEATER
INS BLAU
Een Coming of Age voor Bejaarden
do 18 februari 20.30 v.a. €15
De WAND
wo 24 februari 20.30 v.a. €15,50
Maelstrom
do 25 + za 27 februari 20.30 v.a. €8,50
They Are Just Kids
vr 26 februari 20.30 v.a. €14,50
BOT
wo 2 maart 20.30 v.a. €14,50
De Wereldverbeteraar v.a. €15,50
do 3 maart 20.30
IMPERIUM THEATER
Killer Joe
do 19 + vr 20 februari 20.30 v.a. €10
DIVERSEN
MUSEUM BOERHAAVE
Lezing: Logica, taal en markt
do 18 februari 17.00, aanmelden verplicht
Lezing: Duurzaamheid in de 21e eeuw
wo 24 februari 19.30 €1, aanmelden
verplicht
ASC
Seminar: Missonary Islam
do 25 februari 15.30, entree gratis
12
Mare · 18 februari 2016
Het Clubje
Column
Van Kooten
Vlnr: Anne van Eck, Antoinette van der Weerdt, Daniela Bates, Fenna Ytsma, Luke Duivenvoorden, Catherine Frissen. Foto Taco van der Eb
‘Dat wordt echt zwijmelen’
Het bestuur van Stukafest Leiden
Luke Duivenvoorden (24, Latijns-Amerikastudies, coördinator kamers & vrijwilligers): ‘Dit is de fusie van mijn studentenhuis. Tijdens Stukafest vertoont
het Leiden International Film Festival
hier korte films. We hangen een groot
scherm voor het raam en maken popcorn. Als we kussens op de vloer leggen,
past er wel dertig man publiek.’
Anne van Eck (24, rechtsgeleerdheid,
pr): ‘Zóveel?’
Duivenvoorden: ‘Oké, 25.’
Antoinette van der Weerdt (21, psychologie, programmacoördinator): ‘In een
ander studentenhuis staat Greg Shapiro.
Tijdens de OWL, de introweek voor internationale studenten, heb ik hem aangesproken en gevraagd of hij misschien bij
ons wilde optreden. Eigenlijk ben ik op
alle programmaonderdelen heel trots:
Sue The Night is aardig groot aan het
worden, maar bij ons spelen ze akoestisch op een studentenkamer. Zó mooi!
Bandirah
Dat wordt echt zwijmelen.’
Daniela Bates (23, rechtsgeleerdheid,
voorzitter): ‘Wij zijn met het hele bestuur
naar Stukafest Amsterdam geweest.’
Van der Weerdt: ‘Daar hebben we het
Amsterdams Kleinkunst Festival alvast
gezien, dat bij ons ook een optreden
verzorgt.’
Catherine Frissen (21, Engels, acquisitie
& secretaris): ‘We hadden fietsen gehuurd, om steeds op tijd bij elk optreden
te komen. In Leiden kun je alles lopen.’
Van der Weerdt: ‘Ik heb afgelopen week
zelf opgetreden op Stukafest Den Haag.
Eén act kon op het laatste moment toch
niet komen. We hadden onderling contact, of ik nog wat bandjes wist. Die wist
ik wel, maar toen ik zei dat ik zelf singersongwriter ben, was het snel opgelost.’
Frissen: ‘Wij zaten de eerste ronde natuurlijk paraat.’
Duivenvoorden: ‘We hebben ook een
paar optredens op héél kleine Leidse
studentenkamers.’
Van Eck: ‘Dat intieme, dat is het idee van
Stukafest.’
Frissen: ‘Samen met het Leids Universiteits Fonds hadden we de Strijd om
Stukafest georganiseerd, voor bandjes
uit Leiden en omgeving.’
Van der Weerdt: ‘Ben ik ook heel trots
op!’
Frissen: ‘The Backalleys wonnen zo een
plek in onze programmering.’
Van Eck: ‘We zagen dat het publiek er
goed op ging.’
Fenna Ytsma (21, geschiedenis, penningmeester & opening): ‘Voorafgaand
aan de kameroptredens is er een opening, met een dansoptreden van Carlos en Mirella, finalisten van Everybody
Dance Now, in Leidse Lente. Dáárvoor
kun je trouwens aanschuiven voor de
Stukahap: een burger en een biertje
voor een tientje.’
Duivenvoorden: ‘Na afloop is het Stuka-
feest, in Gebr. de Nobel. Met The Black
Cult, een garagerockband, maar ook met
rapper Jon Tarifa en dance van Cult 45. En
we gaan de nacht in met echte techno,
van The Man With No Shadow.
Bates: ‘Het is jammer dat we zelf zo
weinig van de optredens zullen zien.’
Van der Weerdt: ‘Ik heb alle artiesten
wel uitgenodigd voor het eindfeest.’
Duivenvoorden: ‘Tot die tijd zijn we
vooral druk aan het rondfietsen, spullen
klaarzetten, dingen regelen…’
Van der Weerdt: ‘We zijn ook alweer op
zoek naar het bestuur voor 2017. Maar
verder heb ik het eigenlijk niet echt druk
meer.’
Van Eck: ‘Wacht maar tot er een artiest
afbelt…’
DOOR MARLEEN VAN WESEL
Stukafest Leiden, donderdag 25 februari.
Tickets via www.stukafest.nl/leiden
Hij stopt er mee. Kees van Kooten,
schrijver, cabaretier, televisiemaker
en de man die ik hoger acht dan wie
dan ook, gaf afgelopen zondag zijn
laatste voorleesstelling in Bodegraven. Inmiddels trotste bezitter van
vijfenzeventig levensjaren en vijf bypasses vindt hij het - uit gezondheidsoverwegingen - welletjes geweest.
Om je een beeld te geven van de
omvang van mijn obsessie; in mijn
boekenkast staan zesentwintig boeken van Kees, een ongescheurde
scheurkalender uit het jaar 1986 en
het groot bescheurboek. Van ‘Meest
modernismen’ heb ik maar liefst drie
exemplaren. Ik heb een keer een veel
te duur fotoboek van de dochter van
Remco Campert gekocht omdat er
één foto in stond van Kees die melk
in zijn koffie schonk. Voor de vijftigste
verjaardag van mijn vader heb ik hem
de ‘Koot en Bie-bliotheek box’ gegeven. Toen we ’s avonds uit eten gingen
was ik op de helft. Ik ging pas slapen
nadat ik alles had gezien. Mijn vader
was inmiddels alweer naar zijn werk
vertrokken.
Toch zou ik niet eens goed weten
wat het precies is dat mij zo fascineert
aan Van Kooten. Het begon toen we
vroeger tijdens filmavondjes op de
middelbare school avonden lang naar
Van Kooten en De Bie, Monty Python
en Faulty Towers keken. De eerste
keren dat ik dronken was, keek ik zo
naar Van Kooten en De Bie, evenals
tijdens de eerste jointjes die ik rookte,
waardoor Koot en Bie nog geestiger
werden. Nog steeds kan ik tranen in
mijn ogen krijgen van het lachen om
de eenzame vandaal, die zich beklaagt
over de problemen waar je tegenaan
loopt als je de enige hooligan van je
amateurvoetbalvereniging bent.
Maar het zijn vooral zijn boeken
waar ik geen genoeg van kan krijgen,
hoewel er eigenlijk vrij weinig in gebeurt. Als je één van zijn boeken hebt
gelezen en je vond er niks aan, dan
hoef je de rest ook niet te proberen.
Maar als je er een hebt gelezen en je
vond het te gek, dan zul je al zijn boeken geweldig vinden. Kees beschrijft
zijn dagelijks leven en wat daar zoal
in fout gaat, en hoe hij dat vervolgens probeert op te lossen. Maar ik
ken niemand die deze alledaagsheid
zo mooi en humoristisch weet te verwoorden.
Mocht je je inmiddels afvragen hoe
het was, afgelopen zondag in Bodegraven: ik heb geen idee. Ik heb er
talloze malen aan gedacht om Van
Kooten een brief te schrijven en te vertellen over mijn verzameling en dat ik
nog vier boeken mis. Het jaar dat hij
het Boekenweekgeschenk schreef
was ik ook op het Boekenbal, maar
voordat ik binnen was, was Kees alweer weg. Ook afgelopen zondag was
ik er niet bij. Ik durf niet. Ik weet niet
of ik het zou overleven als het beeld
dat ik van hem heb niet zou kloppen
met de werkelijkheid.
DOOR TIM MEIJER