de lessuggestie

Download Report

Transcript de lessuggestie

jeugdboekenweek 2016 – lestips
PAG 1
Hoe een prei, een roversbende
en een plan elk een stad teweeg
brachten
Kader
Jeugdboekenweek 2016 – lestip 3
Titel
Stad
Auteur
Pieter Gaudesaboos en Koen De Poorter
Uitgeverij
Lannoo
Jaar van uitgave
2012
Aantal pagina’s
44
Leeftijd
vanaf 6 jaar
Korte samenvatting van het boek
Drie zonen worden van huis gestuurd op hun 18de verjaardag en richten elk hun eigen stad op:
de ene naast een pracht van een prei, de ander om veiligheid te bieden tegen rovers en de laatste
heeft op voorhand een ruimtelijk plan gemaakt. In welke stad zou jij graag wonen?
Dit boek sluit aan bij jeugdboekenweek
Dit boek gaat over het verhuizen vanuit een landelijke omgeving naar de stad, de voor- en de nadelen
van wonen in een stad, het ontstaan van steden, … De stad komt er positief uit.
Het is visueel aantrekkelijk voor kinderen van het eerste leerjaar. Het is humoristisch geschreven
en komt soms ook spannend en verrassend uit de hoek. Het lijkt een beetje op een modern sprookje.
Voor het lezen
Activiteit 1
Mijn stad
Tijdsindicatie
Domein
Niveau NL (1 – 5)
Laat de kinderen een mini-stad bouwen op hun bank. Ze mogen al het materiaal gebruiken dat ze in hun
onmiddellijke omgeving vinden: duplo blokken, schrijfgerei, boeken, doosjes … Ze krijgen maar 5
minuten de tijd, dus ze moeten snel zijn. Nadat ze een ‘stad’ hebben gebouwd, verzinnen ze met hun
buur wat er allemaal te zien en te beleven is in hun stad. Laat hun fantasie spreken. Neem de tijd om
samen rond te wandelen en naar verschillende bank-steden te kijken, en te luisteren naar enkele
verhalen. Bespreek hierna de opdracht aan de hand van enkele vragen: Was het gemakkelijk om een
stad te bouwen? Als je meer tijd had, wat zou je nog zeker bouwen? Wat vind jij belangrijk aan een
stad en waarom? Denk je dat een echte stad snel-snel wordt gebouwd? Hoe zouden steden ontstaan?
Eindtermen
Muzische vorming – 1 Beeld – 1.2
Nederlands – 2 Spreken – 2.10
Nodig
——
klein materiaal uit de klas: duplo blokken, schrijfgerei, boeken, doosjes …
——
eventueel een fototoestel om de kleine steden vast te leggen
jeugdboekenweek 2016 – lestips
PAG 2
Activiteit 2
Het gezin uit Wiegelwoud
Tijdsindicatie
Domein
Niveau NL (1 – 5)
Steek op voorhand een prei, 13 rovertjes, een opgerolde plattegrond en beukennootjes in verschillende voeldozen of leg ze onder een handdoek zodat de kinderen ze niet kunnen zien maar wel
voelen. Zorg ervoor dat je zelf weet wat waar ligt.
Toon het boek aan de kinderen. Laat hen de titel lezen. Stel daarna de personages voor. Toon eerst
de illustratie van Vader. Vertel dat hij 3 zonen heeft en dat hij in het Wiegelwoud woont. Laat de
kinderen raden wat er in de voeldoos van Vader zit. Toon hen daarna de beukennootjes die erin zaten.
Ze mogen verzinnen waarom er beukennootjes bij Vader liggen maar verklap het juiste antwoord
nog niet. Doe daarna hetzelfde met de 3 zonen. Bij Erwin hoort de prei, bij Sven horen de 13 rovertjes
en bij Wouter hoort de plattegrond.
Hang de 4 personages omhoog in de klas. Je zal ze deze week nog nodig hebben. Eventueel laat je
de voorwerpen bij de personages liggen.
Eindtermen
Nederlands – 1 Luisteren – 1.1
Nederlands – 2 Spreken – 2.5
Nodig
——
het boek
——
4 verschillende illustraties: Vader, Sven, Wouter en Erwin
——
een prei (liefst een echte)
——
13 rovertjes (vingerpopjes, tekening, …)
——
een plattegrond of een blauwprint, opgerold
——
nootjes (liefst beukennootjes)
Tijdens het lezen
Activiteit 1
Een vader en zijn 3 zonen
Tijdsindicatie
Domein
Niveau NL (1 – 5)
Lees de inleiding van het verhaal voor. Begin nog niet aan hoofdstuk 1.
Laat de illustraties goed aan de kinderen zien. Laat hen in het Wiegelwoud zoeken naar Vader, Sven,
Wouter en Erwin. Weten de kinderen nu waarom er beukennootjes in de voeldoos bij Vader lagen?
Eindtermen
Nederlands – 1 Luisteren – 1.1
Nederlands – 5 Strategieën – 5.2
Nodig
——
het boek
——
de illustraties van Vader, Sven, Wouter en Erwin
jeugdboekenweek 2016 – lestips
PAG 3
Activiteit 2
Erwin en de prei
Tijdsindicatie
Domein
Niveau NL (1 – 5)
Het boek neemt redelijk wat voorleestijd in beslag. Je kan ervoor kiezen om het in zijn geheel
eerst voor te lezen of om na elk hoofdstuk de bijhorende activiteiten eerst uit te voeren. Kijk met
de kinderen voor het lezen ook eerst even terug naar de 4 illustraties van de hoofdpersonages
met hun bijhorend item.
Lees hoofdstuk 1 voor. Dit gaat over de stad die Erwin bouwt. Na het lezen hou je een tweede lezing.
Je leest niet voor maar vertelt hier het verhaal nog eens in eigen woorden aan de hand van de
illustraties. Vestig de aandacht op volgende zinnen.
En hij vertelde hoe die prachtige preistengel net uit de lucht was gevallen.
Is die preistengel uit de lucht gevallen?
Hij was er al toen Erwin aankwam, dus weten we dan zeker van waar hij kwam?
Erwin dacht er het zijne van, en harkte onverstoord zijn tuintje.
Bekijk samen de illustratie op de rechterpagina: het huisje van Erwin met veel toeschouwers.
…en iedereen keek reikhalzend uit naar de onthulling van het eerste preistandbeeld.
Wat vinden jullie van al die preitoestanden? Zou jij eens naar die prei willen gaan kijken? Wat vind je
het gekste dat ze tot nu toe verzonnen hebben? En kijk eens naar de tekening: woont Erwin daar nog
helemaal alleen?
Hij genoot van de stilte, dronk gezellig zijn preibiertje en gooide voor de lol af en toe nog eens een preistengel
naar beneden.
Laat de kinderen reageren op het hoofdstuk. Wat vonden ze ervan? Kunnen ze in eigen woorden
uitleggen hoe die stad van Erwin is ontstaan? Zouden ze daar een bezoekje willen brengen?
Je kan er nu voor kiezen om activiteit 1 bij ‘na het lezen’ uit te voeren of om gewoon verder
voor te lezen.
Eindtermen
Nederlands – 1 Luisteren – 1.1
Nederlands – 5 Strategieën – 5.2
Activiteit 3
Sven en de rovers
Tijdsindicatie
Domein
Niveau NL (1 – 5)
Lees hoofdstuk 2 voor. Dit gaat over de stad die Sven bouwt. Na het lezen hou je een tweede lezing.
Je leest niet voor maar vertelt hier het verhaal nog eens in eigen woorden aan de hand van de illu­
straties. Vestig de aandacht op volgende zinnen.
Zo luid dat het vast tot ver in het bos te horen was…
Laat de kinderen naar de illustratie op de rechterpagina kijken. Waarom juichen de mensen?
Waarom zou het erg zijn dat het gejuich tot in het bos te horen was? Zouden de rovers al een snood
plan hebben? Kan je iets zien op de illustratie?
Ze waren duidelijk nog niet van die rovers af…
jeugdboekenweek 2016 – lestips
PAG 4
Sla de pagina om en bekijk de 2 grote illustraties. Kunnen de kinderen zowel de vrije als de gevangen
rovers vinden? En hoe komt plots die stad daar?
Uit een nabijgelegen stad hadden ze elk een springkasteel gestolen…
Toon het springkasteel aan de kinderen. Waar zou dat vandaan komen?
Zij had natuurlijk al die tijd geslapen!
Laat de kinderen reageren op het hoofdstuk. Wat vonden ze ervan? Kunnen ze in eigen woorden
uitleggen hoe die stad van Sven is ontstaan? Zouden ze daar een bezoekje willen brengen?
Je kan er nu voor kiezen om activiteit 2 en 3 bij ‘na het lezen’ uit te voeren of om gewoon verder
voor te lezen.
Eindtermen
Nederlands – 1 Luisteren – 1.1
Nederlands – 5 Strategieën – 5.2
Activiteit 4
Wouter en zijn plan
Tijdsindicatie
Domein
Niveau NL (1 – 5)
Lees hoofdstuk 3 voor. Dit gaat over de stad die Wouter bouwt. Na het lezen hou je een tweede
lezing. Je leest niet voor maar vertelt hier het verhaal nog eens in eigen woorden aan de hand van
de illustraties. Vestig de aandacht op volgende zinnen.
want zo heb je alles dicht bij elkaar en dus verlies je tijdens het winkelen geen tijd!
Wat doet Wouter anders dan zijn broers?
Klinkt zijn plan goed? Heeft hij aan alles gedacht of zou jij er nog iets bijzetten?
… en in een mum van tijd werd een hele stad gebouwd!
Sla de pagina om en bekijk de illustraties van de 2 plattegronden. Zien de kinderen de gelijkenissen?
Als iedereen zich aanpast, dan heeft iedereen het naar zijn zin!
Wat vinden jullie?
Een leeuwentemmer uit een nabijgelegen stad deed kunstjes.
Weten jullie nog uit welke stad?
Goed bedacht en toch leuk om te wonen!
Laat de kinderen reageren op het hoofdstuk. Wat vonden ze ervan? Kunnen ze in eigen woorden
uitleggen hoe die stad van Wouter is ontstaan? Zouden ze daar een bezoekje willen brengen?
In welk van de 3 steden zouden ze nu het liefst wonen?
Activiteit 4 hoort bij dit hoofdstuk van het boek.
Eindtermen
Nederlands – 1 Luisteren – 1.1
Nederlands – 5 Strategieën – 5.2
jeugdboekenweek 2016 – lestips
PAG 5
Na het lezen
Activiteit 1
Red de rovers!
Tijdsindicatie
Domein
Niveau NL (1 – 5)
Deze activiteit hoort bij hoofdstuk 2, de stad van Sven.
De kinderen zitten in een kring. In het midden staat een stoel. Op die stoel zit een geblinddoekt kind.
Dit is Sven. Onder de stoel liggen 13 rovertjes (als je met je klas activiteit 2 uit ‘voor het lezen’ deed,
kan je dezelfde gebruiken). De bedoeling is dat de kinderen de rovertjes één voor één gaan redden.
Jij duidt telkens een kind uit de kring aan. Dat kind sluipt naar het midden, pakt een rovertje en gaat
terug op zijn plaats in de kring zitten. Sven op de stoel probeert goed te luisteren. Als hij het sluipende
kind hoort, wijst hij in de richting van het geluid en roept ‘rover’. Klopt dit, dan moet het sluipende
kind terug naar zijn plaats. Tijdens het spel kan er van Sven gewisseld worden.
Eindtermen:
Lichamelijke opvoeding – 1 Motorische competenties – 1.1 – 1.29
Differentiatiemogelijkheid:
Voeg bij de rovertjes iets toe wat geluid maakt: een sleutelbos, een klein belletje,… Extra moeilijk
om terug op je plaats te geraken.
Nodig
——
13 rovertjes (vingerpopjes, tekeningen,…)
——
een blinddoek
Activiteit 3
Een rovershandleiding
Tijdsindicatie
Domein
Niveau NL (1 – 5)
In hoofdstuk 2 proberen de 13 rovers de stad van Sven binnen te dringen. Vraag aan de kinderen
welke snode manieren ze zich nog herinneren: de luchtballon met het touwladdertje, de hoge stelten,
verkleed als bakstenen, verkleed als kippen, met een springkasteel, als burgemeesters en door ondergrondse tunnels. Bekijk met de kinderen het passende hoofdstuk in het boek. Nu gaan de kinderen
zelf een nieuw snood plan bedenken. Laat hen alleen of per 2 werken. Geef hen tijd om dit goed uit
te denken. Daarna zet je de kinderen in kleine groepjes, ‘de roversraad’. Daar overleggen ze hun
schurkenplan met de andere rovers in de klas. Dit is het moment om elkaar te helpen, vragen te
stellen, bij te sturen, …
Vervolgens gaan de kinderen hun snood plan uittekenen. Geef elk kind, ook al werken ze in duo,
het werkblad ‘stad – snood plan’ (dit vind je al te downloaden bijlage). Laat hen starten met de
onderste helft: het uittekenen van het plan in actie. Bekijk voor ze starten nog eens de illustraties
in het boek. Bespreek de tekeningen en de kleuren. Geef de opdracht om hun kleurenpalet af te
stemmen op het boek.
jeugdboekenweek 2016 – lestips
PAG 6
Snelle werkers tekenen vanboven op het werkblad de benodigdheden en noteren de benaming.
Bijv. een tekening met daaronder het woord ‘luchtballon’ geschreven. Eventueel kan je de moeilijke
woorden voorschrijven op het bord.
Als iedereen klaar is, hou je een grote roversraad. Elk duo stelt zijn snood plan voor aan de klas.
Daarna worden alle snode plannen genummerd en verzameld als rovershandleiding.
Eindtermen
Nederlands – 1 Luisteren – 1.5
Nederlands – 4 Schrijven – 4.2 – 4.4
Muzische vorming – 1 Beeld – 1.3
Muzische vorming – 6 Attitudes – 6.4 – 6.5
Nodig
——
het boek zelf
——
werkblad ‘stad – snood plan’ per kind
——
tekenmateriaal (kleurpotloden, stiften, stempels, …)
Activiteit 4
Een collage-stad
Tijdsindicatie
Domein
Niveau NL (1 – 5)
Deze activiteit hoort bij hoofdstuk 3, de stad van Wouter.
Doe deze opdracht in groepjes. Samen gaan de kinderen een illustratie maken van de stad. Schets het
oorspronkelijke plan van Wouter op het bord met de verschillende zones van A tot F. Ieder kind uit
de groep is verantwoordelijk voor een deel van de stad. Ze moeten eerst een ‘stadsvergadering’ houden
over wat er allemaal in de stad moet komen, wie verantwoordelijk is voor welk deel, waar alles komt,
… Daarna werken ze samen op een groot vel papier. Ze verdelen hun papier in zones. Daarna gaat elk
kind tekenen wat er te vinden is in zijn of haar zone. Stilletjes aan groeit de stad op het blad.
Eindtermen
Muzische vorming – 1 Beeld – 1.3 – 1.4 – 1.5
Muzische vorming – 6 Attitudes – 6.3 – 6.4 – 6.5
Nodig
——
A3-papieren (of groter)
——
tekenmateriaal: kleurpotloden, stiften, vetkrijt, …
Activiteit 5
Een stad bouw je stap voor stap
Tijdsindicatie
Domein
Niveau NL (1 – 5)
Tijdens deze activiteit ga je aan de slag met MonkeyJam, gratis downloadbare software om stop motion
animaties te maken. Laat je niet afschrikken, dit is een zeer gebruiksvriendelijk programma.
jeugdboekenweek 2016 – lestips
PAG 7
Neem thuis even de tijd om via youtube een instructievideo te bekijken en speel zelf even met het pro­­
gramma. Na een korte uitleg kunnen zelfs kinderen van het eerste leerjaar hier zelfstandig mee aan
de slag. Zorg er wel voor dat je op voorhand het programma en de webcam test op elke laptop. Maak
op het bureaublad al mapjes aan waarin de kinderen hun foto’s mogen opslaan. Start het programma
op en zorg dat je overal al de projectnaam en het mapje hebt opgeslagen. Zo moeten de kinderen
alleen nog maar werken met de ‘caption camera’. Vraag hulp bij je ICT-coördinator als je twijfelt.
De kinderen maken animatiefilmpje over een stad in opbouw. Verdeel de klas in groepjes van maximum 4 kinderen bij elkaar. Zorg dat het materiaal klaarligt. Geef een klassikale uitleg over het programma MonkeyJam. Zorg dat jij op voorhand op elke laptop al een nieuw project met bijhorend
mapje hebt opgeslagen. Maak samen een klassikaal voorbeeld waarbij je start met niets en telkens
een blokje bijvoegt tot je een stadje krijgt. Laat de kinderen nu in groepjes aan de slag gaan. Als ze
klaar zijn, kan je alle filmpjes verzamelen (via USB of Cloud) naar jouw computer. Zorg voor een
toonmomentje.
Eindtermen
Muzische vorming – 5 Media – 5.3
ICT – Leergebiedoverschrijdende eindtermen – 5
Differentiatiemogelijkheid
Je kan dit begeleid doen. Terwijl een deel van de kinderen bezig is met een andere activiteit roep jij
groepjes bij jou. Jij bedient het programma, de kinderen verzetten de bouwmaterialen.
Nodig
——
een laptop of computer per groepje met daarnaast een werkvlak
——
een webcam per groepje
——
het programma MonkeyJam, gratis te downloaden (monkeyjam.org)
——
uitleg over MonkeyJam: youtube.com à MonkeyJam tutorial
——
bouwmateriaal, zoals lego of duplo
Activiteit 6
Welcome to Japan TV
Tijdsindicatie
Domein
Niveau NL (1 – 5)
Jij bent de Japanse televisieploeg. De kinderen zijn inwoners van de steden. Geef hen een personage
dat ze gaan spelen. Gebruik hiervoor de personages die achteraan in het boek beschreven staan.
Ze mogen uiteraard zelf nog informatie verzinnen. Zorg voor wat verkleedkledij. Dat maakt het
gemakkelijker voor kinderen om zich in te leven. Geef hen tijd om het personage te ‘worden’:
laat hen door de ruimte wandelen als hun personage, elkaar groeten, een kort babbeltje doen, …
Zet de kinderen in 2 kringen. De middelste kring kijkt naar de buitenste kring. Zo staan ze per 2.
Geef hen telkens een vraag waarover hun 2 personages moeten babbelen. Bijv. In welke stad woon jij?
Wat is jouw beroep? Wat doe je graag in je vrije tijd? Heb je thuis huisdieren of kinderen? Na elke
vraag schuift de buitenste kring een plaatsje op. Zo vormen zich telkens nieuwe duo’s.
Daarna haal je jouw camera boven. Interview de kinderen een voor een en stel een paar korte vragen.
Maak het niet te lang. Start met vrijwilligers om ‘camera-angst’ te beperken. Bij sterke kinderen
jeugdboekenweek 2016 – lestips
kan je gebeurtenissen uit het boek erbij halen. Bijv. Waar was jij toen de maisfabriek ontplofte?
Heb jij de rovers in Sven zijn stad gezien? Heb je al eens preilimonade gedronken? Toon daarna
het interview op groot scherm.
Eindtermen
ICT – Leergebiedoverschrijdende eindtermen – 5 – 7
Nederlands – 2 Spreken – 2.3 – 2.5
Nodig
——
het boek
——
een videocamera of fototoestel dat filmpjes kan maken
——
verkleedkledij en attributen
PAG 8
jeugdboekenweek 2016 – lestips
PAG 9
Snood plan nummer
Dit heb je nodig
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Zo ziet het plan eruit
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .