Transcript Untitled

WERKGELEGENHEID
Transfercentra
levensmiddelenindustrie
VAN WERK
NAAR WERK
In Friesland, Overijssel en Noord-Brabant moeten transfercentra
komen voor werknemers in de levensmiddelindustrie.
Wie werkloos wordt kan er terecht voor een baan in dezelfde
regio en sector.
TEKST ADRIE BOXMEER BEELD BERT JANSSEN
Harry Vellenga is als FNV-bestuurder al twintig jaar actief
in de levensmiddelenindustrie.
Over de sector zegt hij: ‘Er is
voldoende werk, maar er zijn te
weinig jongeren die er willen
werken. Hierdoor zijn de bedrijven elkaars grootste concurrenten op de arbeidsmarkt. Als in
Leeuwarden FrieslandCampina
medewerkers zoekt, komt ze
al snel terecht bij de andere
levensmiddelenbedrijven in de
stad: Koopmans en Dr. Oetker.
Als FrieslandCampina dan een
hoger salaris biedt, moeten de
andere bedrijven meer betalen om hun medewerkers te
behouden. Maar wellicht denkt
Dr. Oetker: dan verhuizen we
de fabriek naar een ander land.
Dat schiet dus niet op.’
Met dit probleem heeft Harry Vellenga al enige tijd te
maken in de voedingsindustrie
in Noord-Nederland. Samen
met Brian Veerkamp van het
Opleidingsfonds Levensmidde18 FNV MAGAZINE
lenindustrie (SOL) en geld dat
het kabinet beschikbaar stelde
voor sectorplannen bedacht hij
een oplossing. Brian Veerkamp:
‘In de levensmiddelenindustrie
werken mensen vaak al jaren
bij hetzelfde bedrijf. Als ze al
verkassen dan blijven ze in de
regio. Daar kunnen we dus
gebruik van maken.’
‘Geen baan
voor het leven,
wel werk in
dezelfde
sector’
Zo ontstond het idee voor regionale centra die werknemers uit
de levensmiddelindustrie van
wie de baan op de tocht staat,
bemiddelen naar een ander
bedrijf in de regio. Deze werknemers kunnen dan voordat ze
HARRY VELLENGA
WERKGELEGENHEID
FRIESLANDCAMPINA IN LEEUWARDEN HEEFT ALS BUREN ANDERE VOEDINGSBEDRIJVEN
ALS DR. OETKER EN KOOPMANS
eventueel de overstap maken
eerst een kijkje nemen in het
andere bedrijf.
Het is de bedoeling dat behalve
bedrijven in de levensmiddelindustrie in Friesland en Groningen ook bedrijven in Overijssel
en Gelderland (FrieslandCampina, Johma, Zwanenberg, Aviko)
en Noord-Brabant (VION, Sligro)
hieraan meedoen.
VIES WOORD
Tot zover het mooie plan, nu
de weerbarstige realiteit. Brian
Veerkamp: ‘Want bij veel werkgevers leefde de angst dat ze op
deze manier mensen zouden
opleiden voor de concurrentie.
Ze dachten dat als werknemers
via een transfercentrum een
kijkje konden nemen bij bedrijven in de buurt de besten wel-
licht snel zouden vertrekken.
Er gaat een tijdje overheen voordat je dit idee bij werkgevers
hebt ontzenuwd en alle neuzen
dezelfde kant op staan.’
Maar ook bij werknemers
werden de transfercentra met
argwaan bekeken. Brian Veerkamp: ‘Want arbeidsmobiliteit
is een vies woord. Dat wordt
snel geassocieerd met ontslag.
Ten onrechte. In de toekomst
zal het steeds vaker gebeuren
dat je geen zekerheid hebt op
een baan voor het leven bij hetzelfde bedrijf, maar wel op werk
in dezelfde sector. Want er blijft
voldoende werkgelegenheid
in de voedingssector. Ook als
het economisch slechter gaat,
moeten mensen eten.’
SOCIAAL PLAN
BRIAN VEERKAMP
Ook van de FNV vereist het
instellen van een transfercentra
een andere opstelling, geeft
Harry Vellenga toe. ‘Als vakbeweging hebben we de neiging
vast te houden aan wat we hebben bereikt. Daar is uiteraard
niets mee. Maar soms moet
je buiten de gebaande paden
durven te denken. En dan kom
ik tot de conclusie dat werk
voor mensen echt het allerbelangrijkste is. Een sociaal plan
lijkt vaak te gaan om de hoogte
van de schadeloosstelling en te
weinig over werk. Een voorbeeld: FrieslandCampina sluit
in Lochem de vestiging van Den
Hollander. FrieslandCampina
heeft een prima sociaal plan,
maar het vinden van ander
werk in de buurt van Lochem
wordt daarmee niet geregeld.
Dat gaan we nu wel doen via de
transfercentra. Mensen hebben
uiteindelijk het meeste aan
ander werk. Ik werk nu 20 jaar
als vakbondsbestuurder in de
zuivel. Ik ben blij dat ik met het
idee van de transfercentra hieraan een bijdrage kan leveren.’
140 BANEN
WEG
De komende twee jaar verdwijnen bij FrieslandCampina nog
eens 140 banen in Rijkevoort
(Noord-Brabant), Den Bosch
en Limmen (Noord-Holland).
Eerder dit jaar schrapte het
bedrijf al 375 arbeidsplaatsen.
Het gaat overigens niet slecht
met FrieslandCampina. In de
eerste helft van 2015 behaalde het bedrijf een winst van
192 miljoen euro, 85 procent
meer dan in dezelfde periode
vorig jaar. Het bedrijf profiteerde van de fikse daling
van de melkprijzen door de
afschaffing van de melkquota.
De vakbonden hebben met
FrieslandCampina een doorlopen sociaal plan afgesproken
voor herplaatsing of bemiddelen naar ander werk van de
betrokken medewerkers.
19
VEILIGHEID
Vijf jaar safety checks in
karton- en papiersector
AANTAL ONGEVALLEN
SPECTACULAIR GEDAALD
In de papier- en kartonindustrie is het aantal ongevallen in vijf
jaar spectaculair gedaald doordat concurrenten bij elkaar veiligheidscontroles uitvoeren. Conclusie: vreemde ogen dwingen.
In ieder geval wijzen ze op blinde vlekken in de aanpak van
gevaarlijke situaties.
TEKST ADRIE BOXMEER BEELD BERT JANSSEN
‘Kijk,’ zegt Frans Beekman
terwijl hij op een groot aantal
draaiende rollen wijst waarop
verschillende lagen karton tot
één geheel worden geperst, ‘het
grootste gevaar is hier dat je
vingers ertussen komen. Daarom hebben we op de punten
waar persen bij elkaar komen
beschermhekjes geplaatst.’
Frans Beekman werkt al 25 jaar
bij SolidPack, producent van
verpakkingskarton voor andere
de voedingsindustrie, in Loenen
bij Apeldoorn. Sinds 2002 is hij
coördinator zorgsystemen. Ook
zit hij in de arbocommissie van
branchevereniging VNP en is hij
sinds enige tijd safety checker.
Safety checkers zijn werknemers in de papier- en kartonindustrie die veiligheidscontroles
bij andere bedrijven in de sector
uitvoeren. Hierdoor is in vijftien jaar het aantal ongevallen
(met minimaal één dag ver22 FNV MAGAZINE
zuim) spectaculair gedaald: van
gemiddeld veertig per duizend
werknemers per jaar naar zes.
HORIZONTAAL TOEZICHT
Erwin Heijnsbroek is sinds
zes jaar arbo-deskundige bij
het Verbond Papier & Karton,
waarin vakbonden en werkgevers samenwerken. ‘Toen ik
hier begon, daalde het aantal
ongevallen al door afspraken
in de arbocatalogus. Maar een
arbocatalogus blijft een stuk
papier. We vonden dat de zorg
voor de veiligheid echt tussen
de oren van iedereen moest
komen.’
Het was de vroegere Arbeidsinspectie, tegenwoordig Inspectie
SZW geheten, die de sector
een gouden idee aan de hand
deed. Heijnsbroek: ‘Ze stelden
horizontaal toezicht voor. Dan
controleert de sector zichzelf
in ruil voor minder frequente
OVERAL IN DE FABRIEK ZIJN VEILIGE LOOPROUTES
AANGEGEVEN.
VEILIGHEID
FRANS BEEKMAN CONTROLEERT DE BESCHERMHEKJES BIJ DE KARTONPERSEN.
controles van de Inspectie.
Uiteraard gaat dat niet zomaar.
Je moet wel een gedegen opzet
voor de eigen safety checks
maken. En hoe je ook wendt
of keert: de Inspectie heeft
wettelijke bevoegdheden, zoals
het werk direct stilleggen bij
zeer gevaarlijke situaties, die
wij natuurlijk niet hebben.
Daarom blijft de Inspectie ook
zelf controles uitvoeren, alleen
minder vaak.’
KOUDWATERVREES
Uiteindelijk lag die gedegen opzet er en kon men aan de slag.
Heijnsbroek: ‘Uiteraard was er
de nodige koudwatervrees in de
sector. Want ja, je concurrenten zomaar binnenlaten, daar
moest men wel aan wennen.
Er moesten afspraken worden
gemaakt dat de bevindingen
van de safety checkers alleen
maar in hun veiligheidsrapport
kwamen en nergens anders
voor werden gebruikt. In het
begin werden ook alleen maar
arbospecialisten ingeschakeld
die niet in een vergelijkbaar
bedrijf werkten. Dus een bezoek
bij een producent van krantenpapier werd gedaan door mensen uit de kartonindustrie en
omgekeerd. Maar daar is men
inmiddels van afgestapt, omdat
de kou uit de lucht is.’
Elke drie jaar vindt bij ieder bedrijf een safety check plaats. In
de golfkarton gebeurt dat zelfs
elke twee jaar. Heijnsbroek: ‘Die
branche liep altijd al wat betreft het veiligheidsbeleid wat
op de troepen vooruit.’
Door de checks is het aantal
ongevallen dus fors gedaald.
Maar er is nog iets anders,
wat volgens Heijnsbroek net
zo belangrijk is. ‘Iedereen is
zich bewuster geworden van de
risico’s op de werkplek. Dat toe-
genomen bewustzijn staat aan
de basis van een veiliger sector.’
INTERN TRANSPORT
Hoe gaat zo’n safety check in
de praktijk? We vragen het aan
Frans Beekman. Hij legt het uit
tijdens een rondleiding in zijn
eigen bedrijf. Want een journalist en een fotograaf meesturen
met een echte safety check
is waarschijnlijk een brug
te ver omdat het haaks staat
op de vertrouwelijkheid die
men betracht bij een controle.
Beekman: ‘Het gaat nadrukkelijk niet om het afstraffen
van concurrenten, maar om ze
adviezen te geven over hoe ze de
veiligheid kunnen verbeteren.
Als het goed is leren ook wij
van hoe andere bedrijven zaken
hebben geregeld.’
Een safety check duurt doorgaans een dag en wordt gedaan
door twee arbodeskundigen
‘Het gaat niet
om het afstraffen
van concurrenten’
23
VEILIGHEID
BIJ DE PRODUCTIE VAN PAPIER EN KARTON WORDT VEEL WATER GEBRUIKT,
WAARDOOR ER GEVAARLIJKE GLADDE VLOEREN KUNNEN ONTSTAAN.
uit andere bedrijven. Beekman:
‘Ik heb laatst een safety check
gedaan samen een collega van
een bedrijf uit Limburg. We
beginnen met een gesprek met
de directie waarin we uitleggen waar we die dag op willen
letten. Ook kijken we wat de
onderneming heeft gedaan met
de zaken die tijdens de vorige
controle als probleempunten
zijn aangemerkt. Daarna maken
we een ronde door het bedrijf.
Vaste aandachtspunten zijn de
veiligheid van de machines en
intern transport, want er wordt
in onze sector veel gebruik
gemaakt van vorkheftrucks.
Ook kijken we naar de kans op
valpartijen en de veiligheid van
besloten ruimten. We maken
ook veel foto’s om onze bevindingen te ondersteunen. Aan
24 FNV MAGAZINE
het einde van de dag bespreken
we de aandachtspunten met
de directie en geven we advies
vanuit onze eigen ervaringen.
Daarna ontvangt het bedrijf een
verslag met onze bevindingen.’
frisse blik naar kijkt.’
Het streven is om uiteindelijk op nul ongelukken uit te
komen. Maar is dat wel realistisch? Want een ongeluk zit, zoals het spreekwoord het zegt, in
een klein hoekje. Schut: ‘Dat zal
moeilijk worden, maar daarom
FRISSE BLIK
moet je er wel naar streven.’
Werkgevers en vakbonden
hebben ooit gezamenlijk tot de Ashna Kamta is de FNV-bestuursafety checks besloten. Daarom der voor de papier- en kartonindustrie. ‘De werkgevers in deze
krijgen zij tot slot het woord.
sector zijn zo’n tien jaar geleDirk Schut is algemeen direcden tot de conclusie gekomen
teur van SolidPack. Volgens
hem zijn de controles door des- dat als zij hun bedrijfstak echt
veiliger wilden maken, ze hun
kundige buitenstaanders zeer
deuren moesten openen voor
noodzakelijk. ‘Want vroeg of
laat word je blind voor bepaalde controles verricht door concurrenten. Een terechte keuze.
situaties in je eigen bedrijf. Ik
Want veiligheid gaat echt boven
kan denken dat we alles goed
alles, zelfs boven de concurrenhebben geregeld, maar het is
tiepositie van bedrijven.’
altijd goed als iemand van een
ander bedrijf er eens met een
‘Het streven
is om op nul
ongelukken
uit te komen’
NACHTARBEID
Minder nachtarbeid
DOOR ZELFROOSTEREN
EN ANDERS ROOSTEREN
Zelfs in de volcontinu kunnen werknemers invloed uitoefenen
op hun werktijden. Werknemers van Sabic in Bergen op Zoom
doen dat door zelfroosteren. Bij Forbo-Novilon wilde de
werkgever meer ruimte in het rooster. De werknemers kregen
in ruil minder nachtdiensten.
TEKST ADRIE BOXMEER BEELD BERT JANSSEN
Arbeidstijdenwet geëvalueerd
die een paar jaar ervoor was
herzien. Ook kreeg het onderwerp nachtarbeid steeds minder aandacht van werkgevers,
hetgeen wij een slechte zaak
vonden.’
Sinds enige tijd probeert de FNV
met werkgevers in de industrie
afspraken te maken over individuele roosters (zelfroosteren).
Dat lijkt tegenstrijdig: volcontinu
ploegendiensten en roosters die
op de wensen van afzonderlijke
werknemers zijn toegesneden,
maar dat hoeft het niet te zijn.
Alhoewel er nog veel aarzelingen bestaan, niet alleen
bij werkgevers, maar ook bij
werknemers. Sam Groen: ‘Werknemers zijn bang dat hun werkgever op een individueel rooster
INDIVIDUELE ROOSTERS
meer invloed kan uitoefenen
Daarom houdt de FNV zich
sinds 2011 intensief met werken dan op een collectief rooster.’
in de nacht bezig. Sam Groen,
adviseur arbeidstijden van de
BEREN OP DE WEG
FNV: ‘Daar waren drie redenen
Sabic is het enige bedrijf in de
voor. Mensen worden steeds
procesindustrie waar zelfroosteouder en moeten langer doorren is ingevoerd, in de vestiging
werken. Verder werd in 2011 de in Bergen op Zoom. Ton de Vos
Invloed uitoefenen op je werktijden. Het is een wens van veel
werknemers, zeker in de volcontinu. Want het nachtwerk dat
bij deze roosters hoort, wordt
naarmate men ouder wordt
steeds zwaarder. Dat bleek ook
tijdens het Festival voor de
Nacht dat de FNV in oktober
organiseerde. Werknemers
uit diverse sectoren wisselden
ervaringen uit. Ze hoorden
hoe je met je werkgever tot
afspraken kunt komen om de
scherpe kantjes van het werken
’s nachts af te halen. Want die
zijn er, zo blijkt uit diverse
onderzoeken. Nachtarbeid is
uiteindelijk niet goed voor de
gezondheid.
32 FNV MAGAZINE
was in 2012 voorzitter van de
ondernemingsraad toen het
bedrijf een proef met zelfroosteren startte in het deel van de
fabriek waar de kunststof noryl
wordt gemaakt. Ton de Vos:
‘Aanvankelijk zag de werkgever
nogal wat beren op de weg.
Hij vreesde een groot verschil
tussen het moment waarop
mensen wilde werken en het
moment waarop Sabic ze nodig
had. Dat blijkt reuze mee te
vallen. Wij hadden bijvoorbeeld
verwacht dat nachtdiensten
minder gewild zouden worden.
Dat is niet zo.’
PLANNER
Hoe werkt het zelfroosteren
bij Sabic? Ton de Vos: ‘Voor de
tiende van elke maand geven
zeventig operators aan welke
diensten ze waar willen draaien
op een bepaalde dag. Op basis
hiervan maakt de planner een
rooster. Bij problemen kan hij
tot de vijfentwintigste van elke
maand werknemers vragen
of ze willen schuiven met een
‘Minder last
van slaap­
problemen,
men voelt
zich vitaler’
NACHTARBEID
TON DE VOS
dienst. Daarna maakt hij het
nieuwe rooster bekend dat een
maand later ingaat.’
Sabic heeft het recht om drie
keer per jaar een werknemer te
verplichten om een bepaalde
dienst te draaien. Dat is echter
nog niet gebeurd sinds de invoering van het systeem.
VOORDELEN
Volgens FNV-bestuurder Liliane
Schoone heeft het zelfroosteren
zowel voor de werknemers als
voor de werkgevers voordelen.
‘Werknemers krijgen meer
invloed op hun werktijden.
Werkgevers hebben altijd enthousiaste medewerkers omdat
in principe niemand tegen zijn
zin een bepaalde dienst hoeft te
draaien. En er is een financieel
voordeel voor de werkgever: er
hoeft minder overwerktoeslag
te worden betaald. Vroeger
bij een piek in het werk werd
een gehele ploeg van veertien
operators gevraagd om over te
werken. Nu kan Sabic uit een
bestand van zeventig operators
iemand vragen of hij een dienst
wil ruilen. Als iemand dan een
nachtdienst ruilt voor werken
in de middag, dan behoudt hij
weliswaar zijn nachttoeslag,
maar dat is voor Sabic altijd
nog een stuk goedkoper dan het
betalen voor overwerk.’
ENQUÊTE
Bij Forbo-Novilon in Coevorden koos men voor een ander
systeem. Kaderlid Eddie van der
Weide: “Wij hebben als kadergroep al in 2010 diverse ideeën
gespuid om te komen tot een
levensfasebewust personeelsbeleid. Tot dan toe werkten we in
2- en 3-ploegendiensten. Maar
de vraag naar onze producten
neemt al enkele jaren toe, dus
wilde de directie een 4-ploegendienst invoeren, waarin ook
op zaterdag wordt gewerkt.
Deze wens viel samen met de
inzet van de FNV om het aantal
nachtdiensten te verminderen.”
Om te achterhalen welk rooster
de medewerkers het liefste
wilden, ontwikkelde TNO drie
modellen waaruit ze via een
enquête konden kiezen. In alle
drie modelroosters ging het
aantal nachtdiensten dat men
achter elkaar moest draaien
omlaag. Tot grote vreugde
van Eddie van der Weide: ‘In
het oude rooster draaiden we
wel vijf en soms zelfs wel zes
nachten achter elkaar. Na vijf
nachten ben ik al kapot, laat
staan bij zes.’
‘De werkgever
hoeft minder
overwerktoeslag te
betalen’
DRAAGVLAK
De respons op de enquête
was groot, 86 procent van de
betrokken werknemers gaf zijn
oordeel. Daarvan bleek het
overgrote deel voor een bepaald
rooster te stemmen. Volgens
Eddie van de Weide is die grote
betrokkenheid van de werknemers van groot belang voor het
draagvlak.
FNV-bestuurder Janwillem
Compaijen sprak met de directie af dat het nieuwe rooster
zou worden ingevoerd zonder
Lees verder op pagina 35.
33
NACHTARBEID
Vervolg van pagina 33.
SCEPSIS VERDWEEN
Niet alle zeventig operators van de noryl­
fabriek bij Sabic deden tijdens de proef met
zelfroosteren vanaf het begin mee. Ongeveer
een derde was direct enthousiast. Bij de rest
bestonden de eerste maanden nog de nodige
aarzelingen. Zij hielden daarom vast aan
het vertrouwde 5-ploegenrooster. De groep
‘zelfroosteraars’ groeide echter gestaag.
Veel werknemers lieten hun scepsis varen
naarmate er meer ervaring met zelfroosteren
werd opgedaan en zij de enthousiaste
reacties van hun collega’s hoorden.
GEMIDDELDE
TOESLAGEN
EDDIE VAN DER WEIDE
Niet iedereen stelt dat op prijs.’
Volgend jaar maart gaat Janwillem Compaijen met de directie
over de nieuwe cao onderhandelen. Hij wil hier nog niet op
vooruitlopen. ‘De cao-afspraak
in 2014 was vooral het experiment te laten verlopen zonder
negatieve gevolgen voor de arbeidsvoorwaarden. Niet alleen
VITALER GEVOEL
in de productie maar ook op de
Inmiddels wordt er al een
kantoren.’
tijdje met het nieuwe rooster
Eddie van der Weide drukt zich
gedraaid. De reacties zijn overstelliger uit: ‘Het gaat heel goed
wegend positief. Eddie van der
Weide: ‘We hebben minder last met Forbo-Novilon. Er is vraag
naar onze producten. Dat betevan slaapproblemen, er is een
kent dat de werknemers zich
betere verhouding tussen ochtend- middag- en nachtdiensten, maximaal inzetten. Het zou
mooi zijn als de directie dit zou
we voelen ons vitaler. Er zijn
ook minpunten: door invoering belonen door in ieder geval niet
aan de ploegentoeslag te gaan
van de 4-ploegendienst wordt
morrelen.’
er nu ook op zaterdag gewerkt.
negatieve gevolgen voor de
arbeidsvoorwaarden. ‘Dat is
belangrijk, want het kan niet
zo zijn dat werknemers die van
de ene op de andere dag in een
nieuw rooster minder nachtdiensten draaien direct fors
terugvallen in hun salaris.’
Zelfroosteren is mooi, maar zekerheid over
de hoogte van je maandelijkse inkomen ook.
Dus hoe voorkom je dat de werknemers bij
Sabic vanwege de verschillende werktijden
plus bijbehorende toeslagen de ene maand
meer salaris en de andere maand minder
ontvangen? Door van die toeslagen het
gemiddelde over een jaar te nemen en elke
maand hier 1/12 van uit te keren. Uitgesmeerd
over een heel jaar worden die maandelijkse
schommelingen dan dus minder heftig.
UITBREIDING
PRODUCTIE
Minder nachtdiensten werken zonder dat dit
de eerste twee jaar gevolgen heeft voor de
toeslagen. Wat bij de onderhandelingen hierover zeker heeft geholpen, is dat Forbo-Novilon
profiteert van de aantrekkende vraag, zowel
door de ontwikkelingen op de woningmarkt
als door de inrichting van kantoren en open­
bare gebouwen. Of deze gunstige vooruitzichten een positieve uitwerking hebben op de
arbeidsvoorwaarden bij Forbo-Novilon moet
volgend jaar blijken tijdens de onderhandelingen over een nieuwe cao.
35
LOOPBAAN
Een bijzonder jubileum
VIJFTIG JAAR
DEZELFDE BAAS
Wie doet dat al, zijn hele carrière bij dezelfde werkgever?
Johan Kuipers (65) is het gelukt. Op 13 september werkte
hij een halve eeuw bij BAT Niemeyer in Groningen.
TEKST ADRIE BOXMEER BEELD BERT JANSSEN
‘Waar vind
je dat nog?
Een fabriek
midden in
de stad’
44 FNV MAGAZINE
Voor iemand die zijn gehele
carrière in de tabaksindustrie
doorbracht, doet Johan Kuipers
aan het begin van het gesprek
een opmerkelijke bekentenis.
‘Ik rook niet. Als tiener kreeg
ik tijdens de verloving van een
oudere zus een sigaret kreeg
aangeboden. Ik kreeg een
enorme hoestbui en was direct
genezen.’
Die oudere zus was ook de
aanleiding dat Johan Kuipers op
13 september 1965 op 14-jarige
leeftijd in dienst trad bij Niemeyer. ‘Mijn zus werkte hier al.
Ik hoorde haar enthousiaste verhalen. Dat was in een tijd dat
je met 14 jaar al mocht gaan
werken. Vier dagen per week en
een dag naar school.’
Ik heb niet lang in de koffie en
thee gewerkt. Want de fabriek
verhuisde al snel naar Bolsward.
Ik had in die tijd net verkering.
Dan zou mijn meisje hier blijven en ik naar Friesland moeten
verhuizen. Dat leek me geen
goed idee.’
Hij bleef in Groningen en stapte
over naar de productie van
shag. Dat was in een tijd dat
het wegen van de shag nog met
de hand werd gedaan. Kuipers:
‘Door vrouwenhanden wel te
verstaan, omdat vrouwen nauwkeuriger werken dan mannen.
Dat was gezellig. De meisjes
zaten te zingen in de wegerij.’
In die tijd kostte een pakje shag
van 50 gram overigens nog
95 cent (0,43 eurocent).
VROUWENHANDEN
MIDDEN IN DE STAD
Kuipers begon in de sigarettenfabriek. ‘Die is allang verdwenen. Tegenwoordig maken
we alleen nog maar shag. Ik
heb ook nog in de koffie- en
theefabriek gewerkt. Dat vond
ik geweldig. Die geur van
versgemalen koffie. Heerlijk.
Begin jaren ’80 ging Kuipers
mee over naar de nieuwe
fabriek van Niemeyer aan de Paterwoldseweg in Groningen. Hij
is enthousiast over deze locatie.
‘Waar vind je dat nog? Een fabriek midden in de stad. Als het
even kan ga ik op de fiets naar
mijn werk. Dat is van Hoogkerk
naar hier een kwartier.’
De verhuizing betekende een
toename van de productie. Dat
had gevolgen voor het rooster.
‘Ik ben begonnen in de dagdienst. Dat ging over naar een
2-ploegendienst, vervolgens
naar een 3-ploegendienst.
We moesten ook ’s nachts
gaan werken.’
Door de automatisering is
het werk veranderd. ‘Vroeger
draaiden we met zes man op
één productielijn tachtig pakjes
per minuut. Nu draai ik in mijn
eentje honderdtwintig pakjes.
Toen ik begon werkten hier
duizend mensen, nu nog
zo’n driehonderd.’
GESOLLICITEERD
Hij is al 37 jaar lid van de bond
en heeft zelfs nog een keer aan
een staking deelgenomen.
Twee keer heeft hij overwogen
om van baan te veranderen: gesolliciteerd bij de NS maar niet
aangenomen en bij postorder­
bedrijf Termeulen Post. Doorliep de sollicitatie­procedure
LOOPBAAN
STRENGERE REGELS
met succes, maar ging toen
rekenen en kwam erachter dat
Niemeyer een stuk beter betaalde. Dus niet gedaan.
‘Ondanks dat ik altijd met veel
plezier naar mijn werk ben
gegaan, had ik toch wel eerder
willen stoppen. Ik heb een aantal reorganisaties meegemaakt,
maar het bedrijf wilde me
blijkbaar niet kwijt. Maar eind
dit jaar stop ik dan toch. Dan
ben ik 65 jaar en drie maanden
en breekt voor mij de pensioengerechtigde leeftijd aan. Ik kijk
ernaar uit. We werken in drie
ploegen en naarmate ik ouder
werd, viel de nachtdienst me
steeds zwaarder.’
VISSEN OP ZEE
‘Wat ik ga doen als ik met
pensioen ben? Ik ben aan het
klussen in het huis van mijn
oudste dochter en schoonzoon.
In het verleden heb ik veel aan
zeevissen gedaan. Dat vond
ik prachtig en dat wil ik weer
oppakken als ik straks met
pensioen ben. Ook wandel ik
graag met de hond van mijn
jongste dochter die trouwens
ook bij BAT Niemeyer werkt als
medewerkster communicatie
en p&o.’
Johan Kuipers heeft in 50 jaar de
maatschappelijke acceptatie van roken
zien veranderen: van algemeen aanvaard
naar verregaande ontmoediging.
Landen doen er alles om roken zo
onaantrekkelijk mogelijk te maken.
Zo gelden er vanaf volgend jaar mei in
de EU nieuwe strengere regels. Verpakkingen
met minder dan 20 sigaretten worden verboden (waardoor de pakjes dus duurder worden)
en sigaretten met een aangename vanille- of
mentholsmaak zullen langzaam verdwijnen.
Ook de waarschuwingen tegen roken op de
pakjes worden vanaf volgend jaar groter. Wat
betreft afschrikkende waarschuwingen spant
Australië de kroon. BAT Niemeyer produceert
ook voor dit land. Op de verpakkingen voor
de Australische markt staan grote ronduit
onsmakelijke foto’s van enge aandoeningen.
Het schokkendst is een foto van een blote
voet met aan de grote teen een kaartje met
een naam, als in een mortuarium.
Toelichting overbodig.
45