Transcript dat vonnis - RTL Nieuws

uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
Zittingspl aat s Utrec h t
Bestuursrecht
zaaknummer: UTR 1413043
uitspraak van de enkelvoudige karner van 16 oktober 2014 in de zaak t¡¡ssen
RTI- Nederland, te Hilversum, eiseres
(gemachtigden: S.J. Sietsma en R.J.Ð. VleLrgels)
en
de Minister van Veiligheid en Justitie, venveerder
(gemachtigdeil mr. K.M. Soekhlal, mr. A. Chan, V/. Neeft)
Frocesverãoop
Bij besluit van iJ december 2013 {het primaire besluit) heeft verr,r'eercler naar aanleicling van
het verzoek van eiseres op grond van de Wet openbaarheid van bestuur (lvob) documenten
deels openbaar gemaakt.
Bij besluit van 16 april2014 (het bestreden besluit) heeft verrveerder het bezwaar van
eiseres deels gegrond verklaard en het primaire besluit in zoverre herroepen en voor het
overige heeft verweerder het besluit gehandhaafd.
Eiseres heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
Verweerder heeft de gedingstLrkkan aan de rechtbank doen toekomen en de rechtbank daarbij
verzocht om onder toepassing van artikel 8:29, derde lid, van de Algemene wet bestut"trsrecht
(Awb) voor de niet openbaar gemaakte stukken te bepalen dat uitsluitend de rechtbank
daawan kennis mag nernen. Eiseres heeft de rechtbank toestemming verleend orn op
grondslag van de geheime shrkken uitspraak te doen.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 30 september 2014. Partijen hebben zich
laten vertegenwoordigen door hun gemachtigden.
0verwegingen
1.
Eiseres heeft
bij verzoek van23 septernber 2013 verzocht om openbaarmaking van de
volgende informatie:
- Deel 1: Documenten:
Documenten inzake het nu geldende beleid inclusief de uitvoering en handhaving
daarvan, ten aanzien van verkeersovertredingen die door digitale handhavingsapparatuur
zaaknummer: UTR 13I3043UTR 1413043
blad2
zijn geconstateerd blj voertuigen met een buitenlands kenteken, alsmede aanstaande en
voorgenomen aanpassingen dienaangaande en intern en extern gemaakte adviezen
daarover, waarbij het accent ligt op (data met betrekking tot beleid en handhaving inzake
verkeersovertredingen);
Deel2: Docr¡menten in de vorm van clata:
Dit deel betreft data van alle metingen/constateringen van overtredingen die door digitaie
handhavingsapparatuur zijn geconstateerd bij voerfuigen met een b¡,ritenlands kenteken
over de periode van 1januari2009 tot en met heden. Per meting wordt opgevraagd:
omschrijving van de meting/constatering, toegestane snelheid, gemeten snelheid,
gecorrigeerde snelheid, foto's, feitcode, gemeente, plaats, locatie, dafirm, tijdstip, land
waar de auto staat geregistreerd, sanctie/boete (opgelegcl/geïnd), data van de
verkeersovertreding zelf.
2. De rechtbank stelt aiiereerst vast dat eiseres in beroep haar Wob-verzoek heeft beperkt
tot data betreffende voertuigen betrokken bij verkeersovertredingen uit landen lvaarmee
Nederlancl geen verdrag heeft inzake de gegevensLriwisseling ten behoeve van
verkeersovertredingen. DaTzijn alle landen behalve België, Duitsland enZ:witserland. F{et
verzoek ziet op clata van buitenlandse voertuigen die na constatering niet automatisch vercler
r,vorden verwerkt, omclat hanilhaving niet mogelijk is^ Die clata komen in cle hancl- en
werkbak, cie zogeheten 'bak' terecht. Ëiseres heeft daarbij verzocht om openbaarmaking van
data ten aanzìen van deze verkçersovertredingen die zich op één mo¡nent in een zo recenT
mogelijke periode van ongeveer zes weken in de 'bak' bevinden. Eiseres heeft daarbij
aangegeven dat het verzoek niet langer betrekking heeft op de documenten met betrekking
tot beleid en hanclhaving inzake verkeersovertreclingen.
3.
Verweercler stelt zich op liet standpunt dat er sprake is van een nieuw verzoek, Met cle
inperking van het lVob-verzoek schrapt eiseres de specifìcering van de gevraagde informatie
naar 'voerfuigen rnet een kenteken van niet-Nederlandse herkomst' uit het oorspronkelijke
Wob-verzoek en verzoekt eiseres feiteiijk om openbaarmaking van data-inf,ormatie uit de
'bak'. In cle 'bak' komen alle foto's van verkeersovertredingen terecht waarvan het kenteken
van het betrokken voertuig onleesbaar ofonherkenbaan is. Tussen de foto's van
verkeersovertredingen die in de bak terechtkornen, is geen onderscheid te maken naar
Nederlandse of buitenlandse kentekens. Dit betreft dan ook een verzoek om wezenlijk andere
informatie dan is gevraagd in het oorspronkelijke Wob-verzoek dat uitgaat van de categorie
voertuigen met een buitenlands kenteken, niet zijnde verdragslanden. Onder verwijzing naar
de uitspraak van de ABRvS van 31 augustus 2005 (ECLI:NL:RVS:2005:4U1763) heeft
verweerder zich verder op het standpunt gesteld dat de periode waarover eiseres gegevens
vraagt slechts de periode tot 23 september 2013 kan betreffen. Nu eiseres in beroep vraagt
om gegevens over een zo recent mogelijke periode, is volgens vetweerder ook wat dit betreft
sprake van een nieuw verzoek.
4. De rechtbank oordeelt dat met de inperking van het verzoek door eiseres geen sprake is
van een nieuw verzoek, nu eiseres in het oorspronkelijke verzoek al om de desbetreffende
gegevens heeft gevraagd. Inhoudelijk vallen de gevraagde gegevens onder het in het verzoek
van 23 september 2013 weergegeven deel 2: documenten in de vorm van data. De rechtbank
neemt hierbij in aanmerking dat eiseres ter zitting heeft toegelicht dat zij met de inperking
vanhaar Wob-verzoek heeft beoogd de praktische uitvoerbaarheid voor verweerder te
vergroten. Voorts is wat betreft de periode \¡/aarop het verzoek ziet evenmin sprake van een
nieuw verzoek. Eiseres heeft ter zrtring te kennen gegeven dat zij met 'zo recent mogelijk'
zaaknummer: UTR 13/3043UTR 1413043
blad
3
bedoelt, zo recent mogelijk en nog vallend onder het oorspronkelijke Wob-verzoek. Eiseres
heeft met name de lengte van de periode waarvan zij gegevens vraagt ingekort ten opzichte
van het oorspronkelijke Wob-verzoek en lvel naar zes weken.
5. Venveerder legt aan de r,veigering van openbaarmaking van de gevraagde gegevens ten
grondslag dat deze gegevens niet bestaan. Daarbij heeft verrveerder toegelicht dat de data
van de verkeersovertredingen in het huidige registratiesysteem niet te koppelen zljn aan
kentekens van voertuigen met een buitenlandse herkomst, met uitzonclering van Duitse,
Belgische en Zwitserse kentekens. Ër bestaan geen overzichten van deze d,ata en evenmin
kan een ovetzicht met data over verkeersovertredingen begaan cloor voertuigen met een
buitenlands kenteken digitaal worden gegenereerd. Verweerder heeft er daarbij op gervezen
dat de Wob geen verplichting bevat om gegevens te vervaardigen die niet in bestaande
documenten zijn neergelegd, ongeacht de mate van inspanning.
6-
Eiseres voert aan dat verlveerder ten onrechte heeft gesteld clat de gegevens níet zouden
bestaan. Volgens eiseres bestaat c{e gevraagde data-informatie. De data die eíseres vraagtzott
eenvoudig melzogenaamde syntaxsoftw-are, rvaarover verrveerder beschikt, zijnte
genereren.
1.
Ðe rechîbank onclerschrijft het standpr"rnt yan verw.eerder dat uit vaste rechtspraali van
ABRvS volgt dat de l,Vob geen verplichting bevat om gegeveiìs te vervaardigen die niet in
bestaancle documenten zijn neergelegd, ongeacht de mate van inspanning. De rechtbank
verr,vijst in clit verband naar de uitspraak van 1 1 juni2014 (ECLI:NL:RYS:2014:2080). Een
Wob-verzoek dient betrekking te hebben op informatie neergelegd in een document. Ðe
vraag is nu of hier sprake van is. Op grond van de stukken en het verhandelde ter zitting acht
de rechtbank onvoldoende aannemeiijk dat de door eiseres gevraagde inforr¡atie niet als
zodanig is neergelegd in docLirnenten. Hiertoe acht de rechtbank redengevend dat verweerder
ter zitting heeft erkencl dat in ieder geval een deel van de gevraagde data bestaat, Het betreft
de gevraagde gegevens over voertuigen met een buitenlands kenteken die zich in de
zogenaamde'bak' bevinden. Verweerder heeft daarbij weliswaar opgemerkt dat deze
gegevens niet door middei van eenvoudige zoekopdrachten kunnen worden gegenereerd en
dat een rnedewerker in iedere zaak afzonderlijk aan de hand van de foto handmatig moet
cle
nagaan of sprake is van een buitenlands kenteken en om welk land het gaat, maar de Vy'ob
voorziet niet in de mogelljkheid de openbaarmaking van informatie te lveigeren op de enkele
grond dat het voldoen aan het verzoek yeel werk met zich brengt. De rechtbank verwijst in
dit verband naar de uitspraak van de ABRvS van I juli 2009 (ÐCLL:NL:RVS:2009:BI||22).
Anders dan door verweerder is betoogd, gaat het in dit geval niet om een situatie waarin
verweerder gegevens dient te vervaardigen die niet in bestaande documenten zijn
neergelegd. De door eiseres gevraagde informatie is weliswaar niet in één concreet document
neergelegd, echter, alle informatie waarom is verzocht is neergelegd in bestaande
documenten, die zich bevinden in de zogenaamde'bak' , zo is ter zitting gebleken, De Wob
verplicht in een dergelijk geval wel tot het verstrekken van de gevraagde informatie. De Wob
gaat immers uit van een combinatie van een document- en informatiestelsel. De verzochte
informatie moet zijn vervat in documenten en dat is bij dit verzoek het geval. De rechtbank
oordeelt dat verweerder zích dan ook ten onrechte op het standpunt heeft gesteld dat de
gevraagde informatie uit de zogenaamde 'bak' niet bestaat. De beroepsgrond slaagt.
8. Het bovenstaande betekent dat het beroep gegrond is. Het bestreden besluit moet
worden vernietigd wegens strijd met artikel 7:12 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb)
zaaknummer: UTR 13/3043UTR 1,4/3043
blad 4
Omdat ter zitting is gebleken dat bij verweerder hiertoe geen ruimte bestaat, ziet de
rechtbank geen aanleiding om verweerder met toepassing van artikel 8:51a van de Awb in de
gelegenheid te stellen het geconstateerde gebrek in het bestreden besluit te herstellen. De
rechtbank zalverweerder daarom opdragen een nieuw besluit te nemen met inachtneming
van deze uitspraak.
9.
Omdat de rechtbank het beroep gegrond verklaart, bepaalt
eiseres het door haar betaalde griffrerecht van€328,- vergoedt.
zij datverweerder aan
10. Er zijn geen voor vergoeding in aanmerking komende proceskosten.
zaaknummer: UTR 13I3043UTR 14/3043
blad
Beslissing
De rechtbank
verklaart het beroep gegrond;
vernietigt het bestreden besluit;
draagt verweerder op om binnen zes weken na de dag van verzending van deze
uitspraak een nieuw besluit te nemen op het bemaar met inachtneming van deze
uitspraak;
draagt venveercler op het betaalde griffierecht van€,328,- aan eiseres te vergoeden.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M.C. Stoové, rechter, in aanwezigheid van
mr. M. Lanchvaart-Ekkelenkamp, griffier. De beslissing is in het openbaar r.ritgesproken op
l6 oktober 2014.
griffier
Afschrift verzonden aan partijen op
rechter
2 1 tKT ?txtr
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken na de dag van verzending daarvan hoger beroep
worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Als hoger
beroep is ingesteld, kan bij de voorzíeningenrechter van de hogerberoepsrechter worden
verzocht om het treffen van een voorlopige voorziening of om het opheffen of wijzigen van
een bij deze uitspraak getroffen voorlopige voorziening
Voor kopie conforrn
De Grifrer
5