"Kamerbrief over de verbeterde

Download Report

Transcript "Kamerbrief over de verbeterde

> Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag
De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG
Bezoekadres
Rijnstraat 50
2515 XP Den Haag
www.rijksoverheid.nl
Kenmerk
692375-129763-J
Bijlage(n)
Uw brief
-
Datum
Betreft
9 februari 2015
Verbeterde VGB-procedure
Correspondentie uitsluitend
richten aan het retouradres
met vermelding van de
datum en het kenmerk van
deze brief.
Geachte voorzitter,
Per brief van 19 december 20131 hebben wij toegezegd dat Jeugdzorg Nederland
en de Raad voor de Kinderbescherming in 2014 de werkwijze rond de verbeterde
screeningsprocedure voor aspirant-pleegouders tegen het licht zouden houden en
dat wij uw Kamer over de uitkomsten zouden informeren. Middels deze brief doen
we deze toezegging gestand.
Wij vinden het van groot belang dat er een procedure bestaat waarmee wordt
voorkomen dat pleegkinderen worden geplaatst in een onveilige leefomgeving en
wordt voorkomen dat ongeschikte aspirant-pleegouders in een andere regio bij
een pleegzorgaanbieder alsnog als pleegouders geaccepteerd worden. In onze
eerdere brieven2 hebben we aangegeven dat er daarom sinds 1 februari 2013
wordt gewerkt met een verbeterde screeningsprocedure voor aspirantpleegouders. Pleegouders en inwonende gezinsleden vanaf de leeftijd van 12 jaar
moeten bij de plaatsing van een pleegkind in het bezit zijn van een Verklaring van
geen Bezwaar (VGB). De Raad voor de kinderbescherming (Raad) meldt bij
aanvraag van een VGB ten behoeve van een aspirant-pleegouder aan de
pleegzorgaanbieder of al eerder een VGB voor deze aspirant-pleegouders en/of
zijn medebewoners is aangevraagd. De pleegzorgaanbieder wint vervolgens bij de
vorige pleegzorgaanbieder informatie hierover in. Mede met behulp van deze
informatie kan de pleegzorgaanbieder bepalen of hij de aspirant-pleegouder
geschikt acht om als pleegouder op te treden. Indien de aspirant-pleegouder de
toestemming om nadere informatie in te winnen niet geeft, kan dit voor de
pleegzorgaanbieder voldoende reden zijn om niet verder te gaan met de aspirantpleegouder. Shopgedrag van aspirant-pleegouders wordt door deze procedure
verhinderd en door deze verbetering wordt maximaal voorkomen dat een
pleegkind bij ongeschikte pleegouders wordt geplaatst.
Samen met de Raad en Jeugdzorg Nederland hebben we de verbeterde procedure
voor de eerste helft van 2014 tegen het licht gehouden. De Raad heeft in een
1
Kamerstukken II 2013/14, 31 839, nr. 336
Kamerstukken II 2012/13, 32 529, nr. 14; Kamerstukken II 2013/14, 31 839, nr.
336
2
Pagina 1 van 2
meting onderzocht hoeveel VGB-aanvragen hij heeft ontvangen van de
pleegzorgaanbieders en bij hoeveel van deze aanvragen hij melding heeft gemaakt
dat er eerder een VGB is aangevraagd. Aan alle pleegzorgaanbieders is gevraagd
hoeveel VGB-aanvragen zij ten behoeve van aspirant pleegouders hebben gedaan
bij de Raad en welke vervolgstappen zij hebben ondernomen wanneer bleek dat er
sprake was van een eerdere VGB-aanvraag voor deze aspirant-pleegouders.
Kenmerk
692375-129763-J
Uit de meting die de Raad in juli 2014 heeft uitgevoerd bleek dat de nieuwe procedure niet overal goed is ingevoerd. Niet in alle regio’s bleek de verbeterde
screening geïmplementeerd. De verbeterde procedure is daarop opnieuw gecommuniceerd en geïnstrueerd. Een nieuwe meting laat zien dat die hernieuwde instructie resultaat oplevert. De verwachting is dat de procedure aan het eind van
het eerste kwartaal van 2015 overal volgens afspraak wordt uitgevoerd. Om de
vinger aan de pols te houden zal de Raad in april 2015 een nieuwe meting uitvoeren naar de resultaten over het eerste kwartaal van 2015.
Doordat nog niet alle Raadsregio’s de verbeterde procedure hanteerden ten tijde
van de uitvraag bij pleegzorgaanbieders, kunnen wij uit de uitvraag geen goed
landelijk beeld verkrijgen over hoe pleegzorgaanbieders handelen na een melding
van de Raad over een eerdere VGB-aanvraag. Onze eerste indruk op basis van de
uitvraag is dat daar waar de Raad heeft aangegeven dat er een eerdere VGBaanvraag is gedaan, de pleegzorgaanbieder informatie inwint bij de vorige pleegzorgaanbieder en deze informatie meeweegt in de screeningsprocedure.
Met het tegen het licht houden van de VGB-procedure hebben wij een indruk gekregen van de implementatie en de werking van de VGB-procedure in de praktijk.
Aan deze indruk kunnen wij echter geen definitieve conclusies verbinden. Het is
voor ons van groot belang dit beeld wel te verkrijgen en daarom zullen we nader
onderzoek instellen naar de werking van de procedure. We zullen uw Kamer te
zijner tijd over de resultaten van dit onderzoek informeren.
Wij hopen u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.
Hoogachtend,
de staatssecretaris van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,
de staatssecretaris van Veiligheid
en Justitie,
drs. M.J. van Rijn
mr. F. Teeven MPM
Pagina 2 van 2