Raamwerk voor een deelraadreglement RSG Pantarijn

Download Report

Transcript Raamwerk voor een deelraadreglement RSG Pantarijn

 Raamwerk voor een Deelraadreglement De mogelijkheid De Wet Medezeggenschap op scholen biedt de mogelijkheid om voor een deel van de school een deelraad in te stellen. De school bepaalt zelf om welk deel van de school het gaat, in het geval van Pantarijn betreft het de locaties. Voorwaarden De WMS stelt de volgende voorwaarden:  Het bevoegd gezag stemt in met het verzoek van de medezeggenschapsraad, gedaan door tenminste twee derden van het aantal leden, om een deelraad te verbinden aan een deel van de school.  De deelraad treedt in dat geval in de bevoegdheden van de medezeggenschapsraad voor zover de uitoefening van die bevoegdheden geen betrekking heeft op een ander deel van de school. Bepalingen in het deelraadreglement die de WMS oplegt De WMS schrijft voor dat het bevoegd gezag een medezeggenschapsreglement opstelt voor de betreffende deelraad. Wat moet volgens de wet medezeggenschap scholen worden vastgelegd? 1. Het aantal leden waaruit de deelraad bestaat, tenminste vier. 2. De wijze en de organisatie van de verkiezingen van de leden van de deelraad. Leden worden verkozen uit en door de betreffende geleding (personeel, ouders, leerlingen) Het aantal personeelsleden en het aantal ouders en leerlingen samen moet aan elkaar gelijk zijn en het aantal ouders en het aantal leerlingen onderling moet ook aan elkaar gelijk zijn. Voor de ouder‐ en leerlingengeleding geldt echter dat een niet‐
vervulde leerling‐ of ouderzetel kan worden ingenomen door een vertegenwoordiger van de andere geleding. 3. De bepaling dat leden van de deelraad geen deel kunnen uitmaken van het bevoegd gezag. 4. De bepaling dat een personeelslid dat is opgedragen om namens het bevoegd gezag in bespreking met de deelraad op te treden, niet tevens lid kan zijn van deze raad. 5. De bepaling dat de verkiezing van de leden geschiedt bij geheime en schriftelijke stemming. 6. De bepaling dat het bevoegd gezag zorg draagt dat leden niet uit hoofde van hun lidmaatschap worden benadeeld in hun positie met betrekking tot de school en dat voor kandidaat‐leden en voormalige leden hetzelfde geldt. 7. De bepaling dat ontslag van een personeelslid, anders dan op eigen verzoek, geen verband mag houden met het lidmaatschap van de deelraad. 8. De zittingsduur van de leden. 9. De wijze waarop het bevoegd gezag informatie verschaft aan de deelraad. 10. De termijnen binnen welke tot instemming of onthouding van instemming moet worden besloten en waarbinnen advies moet worden uitgebracht. 11. In welke gevallen en op welke wijze de deelraad alle bij de locatie betrokkenen betrekt bij de werkzaamheden van de deelraad. 12. In welke gevallen geheimhouding wordt betracht. 13. De procedure voor de beslechting van die geschillen tussen het bevoegd gezag en de deelraad waarvoor de WMS niet in een geschillenregeling voorziet. 14. De bevoegdheden van de MR waarin de deelraad treedt. Bevoegdheden De deelraad heeft instemmings‐ of adviesrecht voor besluiten van de locatiedirecteur die daartoe is gemandateerd door het bevoegd gezag. Het betreft de besluiten die binnen de kaders van het managementstatuut vallen en uitsluitend betrekking hebben op de eigen locatie. Uitgesloten zijn de navolgende bevoegdheden die betrekking hebben op de gehele scholengemeenschap en op grond daarvan aan de MR behoren: 1. verandering van de grondslag van de school/locatie; 2. verandering van de onderwijskundige doelstellingen van de school/locatie; 3. vaststelling of wijziging van regels op het gebied van veiligheids‐ , gezondheids‐ en welzijnsbeleid; 4. vaststelling of wijziging van de voor de school/locatie geldende klachtenregeling; 5. overdracht van de locatie respectievelijk fusie van de locatie met een andere school, dan wel vaststelling of wijziging van het beleid ter zake. 6. vaststelling of wijziging van een regeling op het gebied van aanstelling‐ of ontslagbeleid en algemeen geldende arbeidsvoorwaarden; 7. aanstelling of ontslag van de schoolleiding; 8. vaststelling van het schoolplan c.q. strategisch beleidsplan en de daarbij behorende exploitatiebegroting. 9. vaststelling of wijziging van het beleid met betrekking tot toelating en verwijdering van leerlingen; 10. vaststelling van de onderwijstijd; 11. regeling van de vakantie; 12. nieuwbouw of belangrijke verbouwing van de school/locatie; 13. vaststelling van de schoolgids; 14. vaststelling of wijziging van de hoogte en bestemming van de middelen die van de ouders of de leerlingen worden gevraagd zonder dat daartoe een wettelijke verplichting bestaat; 15. vaststelling of wijziging van een regeling over het verwerken en de bescherming van persoonsgegevens van personeel, ouders en leerlingen; 16. vaststelling of wijziging van het leerlingenstatuut. Wat moet verder worden geregeld: ‐ Hoe en wanneer overleg met het gemandateerd bevoegd gezag plaats vindt. ‐ De rol van de voorzitter en de secretaris. ‐ De wijze waarop de agenda wordt opgesteld en door wie. ‐ De wijze van verslaglegging van de vergaderingen en de vastlegging en archivering van besluiten. ‐ De wijze van bijeenroepen van vergaderingen. ‐ Mogelijke facilitering van de leden. 2