NIEUWSBRIEF - WordPress.com

Download Report

Transcript NIEUWSBRIEF - WordPress.com

Extra editie, 12 juni 2014 Phytophthora op de Kawoeper
Extra nieuwsbrief NIEUWSBRIEF Deze extra nieuwsbrief is speciaal voor alle tuinders op ons complex aan de Kawoepersteeg. Op dit complex is namelijk Phytophthora geconstateerd. Door u hierover middels deze nieuwsbrief te informeren kunt u zelf reageren en actie ondernemen. Wat is Phytophthora? Phytophthora is een schimmelziekte en komt voor bij aardappels, maar ook bij een verwant gewas van de nachtschadefamilie; tomaten. De ziekte geeft heel specifieke symptomen: op stengels en bladeren (en bij tomaat op de trosstelen) ontstaan geelgrauwe vlekken, waaronder het merg gezond blijft. Deze vlekken kleuren in een later stadium bruin. Aan de onderkant van de bladeren ontwikkelt zich op de grens van gezond en ziek weefsel een grijs-­‐wit schimmelpluis. Vanuit dit schimmelpluis waaien sporen naar gezonde planten of komen op de grond terecht. Bij aardappelen kunnen de sporen tijdens regen naar de knol spoelen waardoor ook deze wordt aangetast. Zieke bladeren schrompelen weg en vallen af. VTV Ermelo
Heb ik te maken met Phytophthora? Er is een eenvoudige test om vast te stellen of bladvlekken door Phytophthora worden veroorzaakt. U moet dan enkele blaadjes met vlekken nat maken, ze in een plastic zakje stoppen en dit bij 18-­‐20 graden wegzetten. Alleen als na ca. 12 uur op de randen van de vlekken schimmelpluis zit, is het Phytophthora. BESTRIJDING In geval van besmetting maar twee remedies zijn: 'Spuiten met chemische middelen of al het loof eraf halen en vernietigen'. Chemische middelen gebruiken we liever niet op onze (biologische) tuin, dus wij verwijderen de zieke tomatenplanten en het zieke aardappelloof. De tomaten en het loof ter plaatse in plastic zakken stoppen en afvoeren van het tuincomplex. Gooi ziek loof nooit op de composthoop! Gewoonlijk overwintert de ziekte in besmette knollen die achterblijven op het land. Daarom is het belangrijk dat er geen aardappelknollen in het land blijven liggen. Aardappels die per ongeluk blijven zitten en in het voorjaar weer opkomen, direct verwijderen en afvoeren. Secr: R. Kroon – Leeuwerikstraat 90 – 3853AG Ermelo – 06-­‐10537432 2
VOORKOMEN
Maatregelen om verspreiding van Phytophthora te voorkomen: 1. Pas een goede vruchtwisseling toe. Plant nachtschadeachtigen (zoals aardappels, tomaten, paprika) niet vaker dan éénmaal per vier jaar op hetzelfde stuk grond. 2. Kies voor vroege rassen met een hoge mate van resistentie. ¹) 3. Het is verplicht aangetaste bladeren en stengels af te voeren. ²) Doe het zieke materiaal ter plekke in een plastic zak en verwijder deze van het tuincomplex. Thuis kan het in de GFT-­‐bak gegooid worden. 4. Poot aardappels in ruggen en geef spaarzaam water. Voorkom dat er plassen ontstaan. 5. Poot de aardappels niet te dicht bij elkaar. Houd een afstand van 70 x 30 cm of 75 x 25 cm aan. 6. Probeer vroeg te poten en voor te kiemen zodat, als het gewas rond begin juli onverhoopt het aardappelloof verwijderd moet worden, er toch een redelijke opbrengst aanwezig is. 7. Rooi aardappels alleen bij droog weer. Verwijder zorgvuldig alle aardappels. Zijn er toch een paar in de tuin blijven zitten, verwijder ze direct bij het uitlopen in het volgend voorjaar. 8. De aardappels NIET opslaan op het tuincomplex. Regelmatig de opgeslagen aardappels controleren op aangetaste exemplaren. ¹) Er zijn rassen die meer of minder resistent zijn. Er is verschil in resistentie van de knol en het loof. Sommige rassen zijn weinig resistent in het loof, maar hebben nog een redelijke resistentie van de knol. ²) De wettelijke verplichting tot bestrijding geldt ook voor houders van volkstuintjes. Weliswaar kweken zij alleen voor eigen gebruik, maar door de besmettelijkheid en vluchtigheid van de schimmelziekte kan een besmet volkstuintje veel schade aanrichten. Bespuiten
Het is zaak de kieming van de sporen van de aardappelplaag voor te zijn. In principe moet de behandeling tijdig gestart worden zodat ook de onderste bladeren beschermd worden. Dit is nog moeilijk te verwezenlijken als het gewas helemaal dicht gegroeid is en al in bloei staat. Best wordt met de bespuiting begonnen als de planten elkaar in de rij beginnen te raken. Gebruik bij de bespuiting voldoende water zodat het loof volledig nat wordt. De planten goed bevochtigen, maar afdruipen van de spuitvloeistof voorkomen. Dit betekent bij een volgroeid gewas meestal zo’n tien later water per 100 m². De aandroogtijd van de middelen schommelt, afhankelijk van het middel, tussen de 1 en maximaal 6 uur. Het hoeft dus geen hele dag droog te blijven vooraleer een behandeling kan uitgevoerd worden. Een viertal uur is meestal voldoende. Hou rekening met de wachttijd van het product, meestal twee tot drie weken voor het oogsten. Vooral belangrijk bij de vroege aardappelen. Behandel enkele rijen die je binnenkort wenst te oogsten dan maar niet. Bespuiting gebeurt bij vochtig, warm weer met bijna dagelijks regen op zijn minst wekelijks. Bij normaal weer, toch op zijn minst drie keer tijdens de junimaand. Daarna zou het ergste achter de rug moeten zijn, behalve bij de late aardappelen, waar we langer door moeten gaan met de bespuitingen. Het behoort tot de wettelijke plicht van iedere aardappelteler, professional of liefhebber, om de aardappelplaag te voorkomen en indien nodig te bestrijden! Secr: R. Kroon – Leeuwerikstraat 90 – 3853AG Ermelo – 06-­‐10537432