Transcript Toedienen medicijnen via subcutane vleugelnaald

onbewaakte kopie
Injecteren algemeen 131
Protocollen Voorbehouden, Risicovolle en Overige handelingen
Toedienen medicatie via subcutane (vleugel)naald
Omschrijving
Klaarmaken van de injectiespuit. Toedienen van medicatie met een injectiespuit via een al ingebrachte
subcutane vleugelnaald met verlengslang of kunststof canule.
Opdracht tot voorbehouden of risicovolle handeling:
Mag zelfstandig verricht worden door:
arts
3 IG
4
5
Aandachtspunten
–
Dien medicatie toe via een vleugelnaald met verlengslang of via een kunststof canule. In dit protocol wordt
beide beschreven.
–
Sluit de verlengslang van de vleugelnaald of de kunststof canule af met een (naaldloos) afsluitdopje
(connector) of een gewoon afsluitdopje. In dit protocol wordt beide soorten dopjes beschreven.
–
Vervang een ‘gewoon’ afsluitdopje na iedere medicatiegift door een nieuw steriel afsluitdopje.
–
Controleer de insteekplaats dagelijks op infectieverschijnselen.
–
Spuit de verlengslang van de vleugelnaald na toediening van medicatie door met spoelvloeistof (meestal
fysiologisch zout).
–
Bij het toedienen van verschillende medicijnen wordt de vleugelnaald met verlengslang of de kunststof
canule tussen de verschillende injecties soms doorgespoten met fysiologisch zout. Ga met arts of
apotheker na of dit nodig is.
–
Houd de spuiten met medicatie en fysiologisch zout goed uit elkaar, plak ter herkenning een plakker op
één van de spuiten.
–
Hanteer de no touch-methode. Raak de aansluitpunten van de gebruikte materialen niet aan.
–
Deze geprotocolleerde werkinstructie is niet van toepassing op het injecteren van cytostatica.
–
Maak van een verkeerd toegediend en/of een niet gegeven injectie melding volgens de procedure van de
organisatie.
Complicaties tijdens de handeling
Direct na het injecteren van de medicatie ontstaat
er een verdikking rond de insteekplaats.
Infectie rond de insteekplaats.
Benodigdheden
–
onderlegger
–
desinfectans, chloorhexidine 0,5% in alcohol 70%
–
handschoenen
–
gazen
–
schaar
–
afvalbak
–
naaldenbeker
als naald met verbindingslang gespoeld wordt:
–
spuit, opzuignaald, ampul NaCl 0,9%,
© Vilans 04-03-2014
Samenwerkingsverband Zeeuwse Zorgorganisaties
Handelwijze
De vleugelnaald/canule is intracutaan ingebracht.
Verwijder de vleugelnaald/canule en breng een
nieuwe naald/canule in op een andere plaats (of
laat dit doen).
Verwijder de vleugelnaald/canule en breng een
nieuwe naald/canule in op een andere plaats (of
laat dit doen).
voor toedienen medicatie:
–
injectiespuit met luerlock aansluiting
–
ampul medicatie
–
opzuignaald
Indien de medicatie nog moet worden opgelost:
–
ampul met oplosmiddel
–
sticker om spuiten te markeren
Toedienen medicijnen via subcutane vleugelnaald: 1 (van 3)
onbewaakte kopie
Protocollen Voorbehouden, Risicovolle en Overige handelingen
Injecteren algemeen 132
Werkwijze
1
2
3
4
5
6
7
Draag zorg voor dubbele controle: juiste medicatie, berekening oplossing.
Pas handhygiëne toe.
Maak een schoon werkveld en zet de benodigdheden daarop binnen handbereik (in geopende
verpakkingen).
Leg de onderlegger onder de arm (of elders, afhankelijk van de plaats van het naaldje).
Controleer de medicatie en de cliëntgegevens.
- naam en geboortedatum cliënt
- vervaldatum
- kleur en substantie
- toedieningswijze
Vergelijk het medicijn met de toedienlijst.
- soort
- dosering
- toedieningstijdstip
Overgiet de gaasjes met alcohol.
Maak de spuit met medicatie gereed.
Indien het medicijn kant-en-klaar in de flacon zit: zuig medicatie op in spuit.
a Plaats de opzuignaald op de spuit.
b Desinfecteer het rubber van de flacon met het alcoholgaasje en laat drogen.
c Verwijder de beschermhuls van de opzuignaald.
d Zuig een hoeveelheid lucht in de spuit die overeenkomt met de voorgeschreven dosering.
e Steek de naald door de rubber dop van de flacon en spuit de lucht in.
f Keer de flacon ondersteboven en zuig de voorgeschreven hoeveelheid medicijn op in de spuit.
Indien het medicijn in een ampul zit: zuig medicatie op in spuit.
a Plaats de opzuignaald op de spuit.
b Breek de ampul open met een gaasje als bescherming.
c Zuig de voorgeschreven hoeveelheid medicijn op in de spuit.
d Verwijder de beschermhuls van de opzuignaald.
e Steek de naald in de ampul en zuig de voorgeschreven hoeveelheid medicijn op in de spuit.
f Verwijder de spuit met opzuignaald uit de ampul.
8
9
10
11
Indien het medicijn moet worden opgelost: spuit oplosmiddel in flacon met medicijn.
a Breek de ampul met oplosmiddel open met een gaasje als bescherming. Doe het glas in de
naaldenbeker.
b Plaats de opzuignaald op de spuit.
c Desinfecteer het rubber van de flacon met het alcoholgaasje en laat drogen.
d Verwijder de beschermhuls van de opzuignaald.
e Steek de naald in de ampul en trek de juiste hoeveelheid oplosmiddel op.
f Spuit het oplosmiddel in de flacon met het medicijn; laat de naald + spuit in de flacon zitten.
g Wacht tot het medicijn geheel is opgelost. Houd hierbij de zuiger van de spuit ingedrukt.
h Keer de flacon ondersteboven en zuig de voorgeschreven hoeveelheid medicijn op in de spuit.
Ontlucht de spuit.
Verwijder de opzuignaald en doe deze in de naaldenbeker.
Leg de spuit terug in de geopende verpakking.
Maak de spuit met NaCl 0,9% klaar, ontlucht de spuit. Leg de spuit terug in de geopende verpakking.
a Breek de ampul NaCl 0,9%.
© Vilans 04-03-2014
Samenwerkingsverband Zeeuwse Zorgorganisaties
Toedienen medicijnen via subcutane vleugelnaald: 2 (van 3)
onbewaakte kopie
Protocollen Voorbehouden, Risicovolle en Overige handelingen
Injecteren algemeen 133
b Plaats de opzuignaald op de spuit.
c Verwijder de huls van de opzuignaald.
d Zuig NaCl 0,9% op in de spuit.
e Ontlucht de spuit.
f Doe de opzuignaald in de naaldenbeker.
g Leg de spuit terug in de geopende verpakking.
12
13
14
15
16
17
18
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
Vraag de cliënt de insteekplaats te ontbloten en zich te ontspannen of maak de insteekplaats bereikbaar.
Bij gebruik van een ‘gewoon’ afsluitdopje op de vleugelnaald met verlengslang of de kunststof canule
Verwijder het afsluitdopje van de vleugelnaald of de canule. Raak de aansluitpunten niet aan.
Fixeer het aansluitpunt van de verlengslang of van de canule met de ene hand. Koppel de spuit met
medicatie aan de verlengslang of de canule.
Spuit de medicatie rustig in.
Verwijder de spuit en gooi deze in de afvalbak.
Sluit de canule af met een nieuw afsluitdopje.
Of
Spuit de verlengslang van de vleugelnaald door met spoelvloeistof en sluit deze af met een nieuw
afsluitdopje.
a Pak de gevulde spuit met fysiologisch zout en draai deze op het aansluitpunt van de verlengslang.
b Spuit het fysiologish zout langzaam in.
c Verwijder de spuit en gooi deze in de afvalbak.
d Sluit de verlengslang af met een nieuw afsluitdopje.
Bij gebruik van een (naaldloos) afsluitdopje (connector) op de vleugelnaald met verlengslang of
kunststof canule.
Desinfecteer het (naaldloze) afsluitdopje (connector).
Laat drogen.
Fixeer het aansluitpunt van de verlengslang of van de canule met de ene hand en draai de spuit met
medicatie met enige kracht op het (naadloos) afsluitdopje (connector).
Spuit de medicatie rustig in.
Verwijder de spuit en gooi deze in de afval bak.
Of
Spuit de verlengslang van vleugelnaald door. Gooi de spuit in de afvalbak.
a Pak de gevulde spuit met fysiologisch zout en draai deze met enige kracht op het (naaldloos)
afsluitdopje (connector) op de verlengslang.
b Spuit het fysiologish zout langzaam in.
c Verwijder de spuit en gooi deze in de afvalbak.
Controleer of de verlengslang van de vleugelnaald of de kunststof canule nog voldoende gefixeerd is,
fixeer zo nodig.
Ruim de materialen op.
Pas handhygiëne toe.
Noteer tijdstip, plaats, wijze van toediening en bijzonderheden en controleer of de toedienlijst goed is
ingevuld.
© Vilans 04-03-2014
Samenwerkingsverband Zeeuwse Zorgorganisaties
Toedienen medicijnen via subcutane vleugelnaald: 3 (van 3)