Nederlandse Vakbond Varkenshouders T.a.v. de heer van Til

Download Report

Transcript Nederlandse Vakbond Varkenshouders T.a.v. de heer van Til

> Retouradres Postbus 20401 2500 EK Den Haag
Nederlandse Vakbond Varkenshouders
T.a.v. de heer van Til
Postbus 591
3770 AN BARNEVELD
Directoraat-generaal Agro
Directie Dierlijke Agroketens en
Dierenwelzijn
Bezoekadres
Bezuidenhoutseweg 73
2594 AC Den Haag
Postadres
Postbus 20401
2500 EK Den Haag
Factuuradres
Postbus 16180
2500 BD Den Haag
Overheidsidentificatienr
00000001003214369000
Datum
Betreft
16 januari 2014
Introductiemoment drachtige zeugen
T 070 379 8911 (algemeen)
www.rijksoverheid.nl/ez
Ons kenmerk
DGA-DAD / 13217974
Uw kenmerk
2013107872
Geachte heer Van Til,
Op 5 december 2013 heeft u mij, mede namens de voorzitter van de Nederlandse
Vakbond Varkenshouders, een brief gestuurd over de voortgang inzake het
verbetertraject voor groepshuisvesting in de vroege dracht zoals we dat hebben
afgesproken tijdens ons overleg op 4 september jl.
U geeft in uw brief aan dat u een officiële klacht bij de Europese Commissie wilt
indienen en dat u ook in Nederland een procedure wilt opstarten. Ik neem daarvan
kennis.
Tijdens voornoemd overleg heb ik met u besproken dat ik mijn ogen niet wil
sluiten voor ondernemers die problemen ondervinden. Hiervoor is een
verbetertraject in gang gezet. Uit uw brief verneem ik dat er een netwerkgroep is
opgericht. Ik heb vanuit de begeleiding van deze netwerkgroep begrepen dat hier
8 zeugenhouders aan deelnemen. Uit uw brief kan ik verder niet afleiden welke
problemen deze ondernemers ondervinden, welke begeleiding ze krijgen en wat
de resultaten zijn van deze begeleiding. Ik leid uit uw brief ook niet af of er
behoefte is aan een vervolgtraject.
Ik heb daarom onvoldoende informatie op basis waarvan ik kan besluiten om over
te gaan op eventuele verdere ondersteuning van de begeleiding in 2014.
Mocht het zo zijn dat de begeleiding van deze ondernemers in 2014 noodzakelijk
wordt geacht dan verzoek ik u uiterlijk eind januari met een uitgebreidere
voortgangsrapportage te komen over de deelnemende ondernemers, op basis
waarvan ik alsnog een besluit kan nemen.
In uw brief doet u melding van een feit dat zeugen prostaglandine binnenkrijgen
door het oraal opnemen van elkaars vruchtvliesjes na verwerpen binnen de eerste
weken van bevruchting. U geeft aan dat het voor u voldoende bevestigd is dat dit
Pagina 1 van 2
Directoraat-generaal Agro
Directie Dierlijke Agroketens en
Dierenwelzijn
DGA-DAD / 13217974
fenomeen, veroorzaakt door vroegtijdige plaatsing in de groep, tot grote
welzijnsproblemen en financiële schade leidt.
Ik heb navraag gedaan bij de Gezondheidsdienst van Dieren (GD). Zij gaven aan
dat een specialist van hun organisatie, betrokken bij de netwerkgroep, in een
overleg heeft gesproken over een vermoeden dat een verworpen vrucht tot een
domino-effect van verwerpen bij andere groepsgenoten zou kunnen leiden. De GD
heeft aangegeven dat er op dit moment geen onderzoek loopt. Volgens de GD
heeft zij in 2010 een voorstel geschreven om via nader onderzoek na te gaan of
dit vermoeden onderbouwd kan worden. Dat voorstel is destijds gerelateerd aan
het “najaarsverwerpen”, een fenomeen waarbij in het najaar sprake is van een
toename van het aantal vroege verwerpers op zeugenbedrijven. De oorzaken van
dit fenomeen zijn nog onbekend.
In uw brief schrijft u dit probleem echter volledig toe aan het huisvesten van
zeugen kort na dekken in de groep. De GD heeft mij laten weten deze conclusie
niet te kunnen delen. Het gaat om een probleem dat veroorzaakt kan worden door
meerdere factoren.
Mocht er alsnog een onderzoek opgestart worden dan zal ik, aan de hand van de
resultaten van het onderzoek naar “najaarsverwerpen” en een eventueel effect
van prostaglandinen, bezien wat dit betekent voor het verbeteringstraject.
Zoals bekend zal de NVWA vanaf 1 januari 2014 toezien op groepshuisvesting in
de vroege dracht en indien nodig handhavend optreden.
Hoogachtend,
Sharon A.M. Dijksma
Staatssecretaris van Economische Zaken
Pagina 2 van 2