Perspectiefbrochure 1

Download Report

Transcript Perspectiefbrochure 1

Richtlijnen
Ronde 2014/2015
Call voor publiek-private onderzoeksprogramma’s
Ingangsdatum: 1 oktober 2014
Versie: 1
pagina 1 van 34
Inhoud
Inhoud ..................................................................................................................................................................... 1
Perspectiefronde 2014/2015 ................................................................................................................................... 2
Procedure STW-Perspectief: ronde 2014/2015 ....................................................................................................... 3
Topsectoren............................................................................................................................................................. 3
Cofinancieringseis ................................................................................................................................................... 4
Beleid Intellectueel Eigendom ................................................................................................................................. 5
Fase 1: Programma-initiatief.................................................................................................................................... 6
Fase 2: Programma-ontwerp ................................................................................................................................... 8
Tijdpad ................................................................................................................................................................... 16
Lopende STW-Perspectiefprogramma’s ................................................................................................................ 17
Bijlage 1: Wie mogen (een project binnen) een Perspectiefprogramma aanvragen? ............................................ 18
Bijlage 2: Wat kan aangevraagd worden? ............................................................................................................. 20
Bijlage 3: Toelichting Cofinanciering Perspectiefronde 2014-2015........................................................................ 26
Bijlage 4: Uurtarieven voor bijdragen in-kind door derden in de vorm van mensuren............................................ 29
Bijlage 5: Voorbeeldberekeningen cofinanciering .................................................................................................. 30
Bijlage 6: Uitgangspunten beleid Intellectueel Eigendom Perspectiefronde 2014-2015 ........................................ 32
pagina 2 van 34
Perspectiefronde 2014/2015
Publiek-private onderzoeksprogramma’s van STW
STW is op zoek naar
nieuwe onderzoeksthema’s in het kader
van Perspectief voor de Topsectoren
Jaarlijks stelt Technologiestichting STW een onderzoeksbudget beschikbaar
waarmee nieuwe, uitdagende onderzoeksprogramma’s binnen de technische en
toepassingsgerichte wetenschappen worden ontwikkeld en gefinancierd. In deze
ronde is circa 15 miljoen euro beschikbaar voor programma’s die passen binnen de
Topsectoren HTSM, Energie, Life Sciences & Health, Agri & Food, Tuinbouw &
Uitgangsmaterialen en Chemie.
Het STW-financieringsinstrument Perspectief richt zich op het oplossen van
innovatieknelpunten, door vernieuwende kennis tot toepassing te brengen en
zodoende een bijdrage te leveren aan technologische innovatie met potentiële
economische impact voor Nederland. Perspectiefprogramma’s kenmerken zich door
de volgende eigenschappen: het ontwikkelen van nieuwe technologie via een
multidisciplinaire aanpak, samenwerking met en cofinanciering door gebruikers, en
specifieke activiteiten gericht op valorisatie en ondernemerschap.
Het STW-bestuur nodigt onderzoekers en gebruikers uit om gezamenlijk nieuwe programmaontwerpen in te dienen in het kader van STW-Perspectief voor de Topsectoren ronde 2014/2015. Er
dient sprake te zijn van een onderscheidend karakter en van het ontwikkelen van of bijdragen aan
nieuwe technologie. Inpassing in actuele Topsector-roadmaps/ innovatieagenda’s is verplicht en zal
door een vertegenwoordiger van de desbetreffende Topsector bekrachtigd dienen te worden (toetsing
verloopt via STW). Onafhankelijke, door STW ingestelde commissies zullen de programma-ontwerpen
beoordelen op de wetenschappelijke kwaliteit en het utilisatieperspectief. Op basis van de informatie
en het advies van de beoordelingscommissies zal het STW-bestuur een keuze maken en een beperkt
aantal (circa 12) aanvragers uitnodigen hun thema uit te werken tot een programmavoorstel dat
heldere programmalijnen en een coherente set projecten omvat. Programmavoorstellen moeten zich
onderscheiden van een (willekeurige) verzameling van projecten op eenzelfde thema en zullen
worden beoordeeld op het aspect van samenhang. Na een beoordelingsprocedure op basis van peer
review en een interview door de commissies met de aanvragers zullen de beste 4 à 7
programmavoorstellen door het STW Bestuur worden gehonoreerd als nieuwe
Perspectiefprogramma's (toewijzing 2015). Hieronder vindt u de richtlijnen aan de hand waarvan u uw
programma-ontwerp (max. 7 A4) opstelt.
pagina 3 van 34
Procedure STW-Perspectief: ronde 2014/2015
De Perspectiefprocedure kent drie fasen. Deze brochure beschrijft Fase 1 en 2 van de procedure,
d.i. de opeenvolgende stappen tot en met de selectie van de programma-ontwerpen die nader
uitgewerkt mogen worden tot programmavoorstellen bestaande uit een coherente set van projecten
met beschrijvingen van de deliverables en de bijdragen van gebruikers. Publicatie van het initiatief
is een verplichte voorwaarde voor het indienen van een programma-ontwerp bij STW. Een
onderzoeker mag per Perspectiefronde aan slechts één programma-ontwerp zijn/haar naam
verbinden.
Fase 1: Programma-initiatief
Fase 2: Programma-ontwerp
Fase 3: Programmavoorstel
Toelichting
Publicatie van onderzoeksthema op
STW-website om openheid en
samenwerking te bevorderen
Deadline indiening
10 november 2014,
12.00 uur ‘s middags
Beschrijving van doelstelling(en),
onderzoekslijnen, type projecten,
begroting en bijdrage gebruikers
Uitwerking van geselecteerde
programma-ontwerpen
4 december 2014,
12:00 uur ‘s middags
21 mei 2015
Fase 1 en 2 zijn bedoeld om het STW-bestuur van voldoende informatie te voorzien om tot een
evenwichtige keuze te kunnen komen en indieners niet onevenredig te belasten. STW kan extra input
omtrent de inpassing in de Topsectoren en de verhouding tot reeds bestaande initiatieven en/of
netwerken vragen aan externe partijen (bijv. RVO of TKI-besturen). De programma-ontwerpen worden
ter beoordeling en rangschikking voorgelegd aan twee speciaal daarvoor door STW ingestelde
onafhankelijke beoordelingscommissies. Het STW-bestuur zal, alle informatie en adviezen
meewegend, komen tot een strategische beleidskeuze en de onderzoeksthema’s aanwijzen die
uitgewerkt mogen worden tot complete programmavoorstellen.
Nadere instructies over het uitwerken van de programma-ontwerpen tot definitieve
programmavoorstellen (Fase 3) en het vervolg van de beoordelings- en selectieprocedure staan
beschreven in een aparte brochure II die in een later stadium enkel beschikbaar is voor de indieners
van de geselecteerde programma-ontwerpen. Na honorering dienen de projectleiders van
gehonoreerde projecten een aanvullende beschrijving van het project aan te leveren van circa 12
pagina’s.
Topsectoren
Via de NWO-propositie 2014/2015 heeft STW zich gecommitteerd aan het leveren van een bijdrage
aan de uitvoering van het Topsectorenbeleid. STW stelt de Perspectiefronde 2014/2015 alleen open
voor onderwerpen die in de innovatiecontracten van de Topsectoren HTSM (incl. ICT,
Nanotechnologie en Medische technologie), Chemie, Energie, Life Sciences & Health (excl. Medische
technologie), Agri & Food en Tuinbouw & Uitgangsmaterialen worden genoemd of nadrukkelijk
ondersteunend zijn aan de binnen deze Topsectoren geformuleerde roadmaps/ innovatieagenda’s.
Onderwerpen die vallen binnen de Topsectoren Logistiek, Creatieve industrie en Water kunnen dus
pagina 4 van 34
niet worden ingediend tenzij het voorstel ook past binnen de roadmap/ innovatieagenda van een van
bovengenoemde 6 Topsectoren.
Ex-ante toetsing op passendheid in de actuele Topsector-roadmaps/ innovatieagenda’s is
verplicht. Naast publicatie van het programma-initiatief (Fase 1) dient de programmaleider een
schriftelijke toelichting te geven waarin beschreven staat op welke manier het programmavoorstel een
expliciete bijdrage levert aan één of meer Topsector roadmap(s)/innovatieagenda(‘s). Het hiervoor
bestemde formulier ‘Beoordeling Passendheid Roadmap/ Innovatieagenda Perspectief 20142015’ kan gedownload worden op de STW-website (www.stw.nl/nl/perspectief). Deze toelichting dient
u voor 11 november 2014 per email te sturen naar dr. Ir. Anke Stekelenburg ([email protected])
en dr. Lise de Jonge ([email protected]).
De toelichting op passendheid in de actuele Topsector roadmaps/ innovatieagenda’s wordt vervolgens
door STW doorgestuurd naar de desbetreffende roadmaptrekker/ contactpersoon. De
roadmaptrekker/ contactpersoon bepaalt, op basis van deze toelichting, of een voorstel al dan niet
binnen de Topsector roadmap/innovatieagenda past. Indien de roadmaptrekker/contactpersoon
verhinderd is of er mogelijk sprake is van belangenverstrengeling zal voor de desbetreffende persoon
een vervanger worden gevraagd of zal deze taak gedelegeerd worden aan de NWO-trekker. Het
STW-bestuur neemt het door de roadmaptrekker/ contactpersoon, dan wel de NWO-trekker,
genomen besluit over de passendheid binnen een roadmap van de Topsector over.
Voorstellen waarvan inpassing niet of onvoldoende onderbouwd is of waarvan de roadmaptrekker/
contactpersoon een negatief oordeel geeft over de inpassing zullen worden uitgesloten van deelname
aan de Perspectiefronde.
STW besteedt een deel van haar programmatische middelen binnen de Perspectiefronde 2014/2015
in twee compartimenten (zie onderstaande tabel). De programma-ontwerpen en uitgewerkte
programmavoorstellen zullen binnen een compartiment met elkaar concurreren. Voor de selectie van
de programma-ontwerpen (Fase 2) en vervolgens de programmavoorstellen (Fase 3) stelt STW per
compartiment een beoordelingscommissie samen.
Compartiment A
Compartiment B
Topsectoren
HTSM (inclusief ICT, Nanotechnologie en Medische Technologie)
Life Sciences & Health (exclusief Medische Technologie)
Tuinbouw & Uitgangsmaterialen
Agri & Food
Energie
Chemie
Budget
M€ 7
M€ 8
Cofinancieringseis
De cofinancieringseis voor gebruikers is hetzelfde als in de ronde van 2013/2014. De
cofinancieringseis geldt wederom voor het gehele programma en niet op projectniveau. Op deze
manier kunnen wetenschappelijk goede projectinitiatieven, die niet aan de cofinancieringseis kunnen
voldoen, gecompenseerd worden door andere projecten uit hetzelfde programma met een hoge
pagina 5 van 34
gebruikersbijdrage. Wel dient STW hoofdfinancier te zijn bij alle individuele projecten en dient
minimaal 2/3 van de projecten individueel aan de gestelde cofinancieringseis te voldoen.
Per programma geldt dat minimaal 15% van de benodigde financiële middelen voor de uitvoering
van het onderzoek dient te bestaan uit cash cofinanciering door de gebruikers. Daarnaast dient per
programma minimaal 30% van de totale programmakosten (benodigde financiële middelen plus in
kind bijdragen) te bestaan uit cofinanciering door gebruikers (cash en/of in kind bijdrage). Zie bijlage
5 voor voorbeeldberekeningen.
De minimale en maximale omvang van de STW-bijdrage blijft gelijk ten opzichte van de ronde
2013/2014. De minimale omvang van de STW-bijdrage per programma bedraagt M€ 2, de maximale
STW-bijdrage per programma bedraagt M€ 4. De maximale STW-bijdrage per project bedraagt
750.000 euro.
Beleid Intellectueel Eigendom
NIEUW: Sinds 1 maart 2014 heeft STW twee aanpassingen in haar IE-beleid
ingevoerd:
De eerste aanpassing betreft de situatie dat een bedrijf meer dan 30% cofinanciering levert. Het
verkrijgt dan optierecht op een royalty-vrije niet-exclusieve licentie om de vinding/octrooi(aanvrage) te
gebruiken in eigen producten en processen of anderszins te exploiteren. Daarnaast blijft de
mogelijkheid bestaan dat het bedrijf tegen een marktconforme vergoeding een exclusieve licentie kan
verkrijgen op de vinding/octrooi(aanvrage).
De tweede aanpassing betreft dat een consortium van bedrijven hun gezamenlijke bijdragen mogen
optellen, waardoor eerder een gunstig percentage (30%) wordt bereikt, waarbij ze als consortium in
aanmerking komen voor de onder de eerste aanpassing genoemde IE rechten.
STW realiseert kennisoverdracht tussen technische wetenschappen en gebruikers. Hierbij is het van
belang dat onderzoeksresultaten in het algemeen en in het bijzonder octrooieerbare vindingen op een
verantwoorde wijze behandeld worden. Het doel van STW is om enerzijds de onderzoeksresultaten zo
breed mogelijk te exploiteren en te publiceren met behoud van de mogelijkheid om IE-rechten te
vestigen en over te dragen of in licentie te verlenen aan de gebruiker(s) en anderzijds de
samenwerking tussen onderzoekers en meerdere bedrijven te stimuleren. STW hanteert regels
omtrent Intellectueel Eigendom die dit beleid ondersteunen. Het beleid sluit aan bij het NWO IE-beleid
en bij de ‘Spelregels voor publiek-private samenwerking’ zoals die op 25 juni 2013 aan de
Tweede Kamer zijn aangeboden. De Algemene Voorwaarden inclusief beschrijving IE beleid
(Nederlands en Engelstalig) kunt u ook downloaden op de Perspectief website
http://www.stw.nl/nl/perspectief
De belangrijkste uitgangspunten van het IE-beleid van STW staan in bijlage 6
beschreven.
STW dient vooraf duidelijkheid te hebben over belemmeringen om resultaten vrijelijk te kunnen
gebruiken of exploiteren. Als blijkt dat er belemmeringen zijn voor de uitvoering van het IE-beleid van
STW, zal STW aanvullende voorwaarden stellen. Indien tijdens de uitvoering van het project blijkt dat
de projectleider heeft verzuimd dergelijke relevante informatie te melden, kan STW het project
opschorten totdat de belemmeringen zijn weggenomen. STW kan daarbij verzoeken om inzage in
pagina 6 van 34
contracten en/of octrooien. Contracten mogen niet in conflict zijn met het IE-beleid van STW. Als blijkt
dat STW niet vrijelijk over de resultaten uit het STW-onderzoek kan beschikken, kan STW besluiten
het project niet te honoreren dan wel stop te zetten.
STW gaat ervan uit dat alle bij de aanvraag betrokken personen zich vóór indiening van het
programma-ontwerp van de inhoud van dit document op de hoogte hebben gesteld. Bij indiening van
het programma-ontwerp moeten de (potentiële) gebruikers in een steunbrief aangeven dat ze zich op
de hoogte hebben gesteld van het door STW gehanteerde IE-beleid en dat ze bereid zijn zich hier
onvoorwaardelijk aan te conformeren.
Voor verdere vragen of toelichting adviseren wij contact op te nemen met de coördinatoren dr.ir.
Anke Stekelenburg ( 030 – 6001 314, dr.ir. [email protected]) of dr.ing. Lise de Jonge (030 6001 223, [email protected]) of met jurist mr. drs. Sandra Oudejans ( 030 – 6001 282,
[email protected]). U kunt natuurlijk ook een afspraak maken en langskomen.
Fase 1: Programma-initiatief
Publicatie programma-initiatief en optioneel matchmaking event
STW hecht eraan dat onderzoeksthema’s in openheid en dialoog worden opgezet. Het Perspectiefinstrument richt zich specifiek op de ontwikkeling van nieuwe technologieën en mogelijk nieuwe
(multidisciplinaire) samenwerking. Om in aanmerking te komen voor het indienen van een
programma-ontwerp is het daarom verplicht vooraf uw programma-initiatief te publiceren via de STWwebsite. Op deze wijze wil STW de toegankelijkheid van Perspectiefprogramma’s voor nieuwe
onderzoeksgroepen mogelijk maken of vergroten en krachtenbundeling bevorderen. Bovendien krijgt
STW hierdoor voor de daadwerkelijke indiening van de programma-ontwerpen inzicht in de diversiteit
aan onderzoeksthema’s en in de aanstaande aanvraagdruk en maakt het proactief handelen in de
verdere procedure mogelijk.
Het organiseren van een matchmakingbijeenkomst is optioneel, maar het wordt aanbevolen om een
dergelijke bijeenkomst in samenwerking of afstemming met één of meer TKI’s te organiseren. Bij
voorkeur worden de thema-afbakening en mogelijke invulling en architectuur van het programma
daarbij besproken en worden de relevante onderzoekgemeenschap en verdere stakeholders daarvoor
uitgenodigd dan wel in de bijeenkomst geïdentificeerd.
Meldt uw programma-initiatief zo snel mogelijk, doch uiterlijk 10 november 2014, 12.00 ‘s middags, op
de STW-website aan. Een eventuele matchmakingbijeenkomst of workshop kan hierbij tevens worden
aangekondigd. STW adviseert u deze bijeenkomst zo snel mogelijk, maar vóór 24 november 2014, te
organiseren zodat deze nog tot input kan leiden voor het in te dienen programma-ontwerp.
Uw programma-initiatief bevat:





voorlopige titel van de themasuggestie
eventuele thema-afbakening
contactpersoon/trekker van het thema
namen en instelling/bedrijf van de overige initiatiefnemers
topsector en roadmap/innovatieagenda
pagina 7 van 34

optioneel: datum, tijdstip en locatie van de openbare bijeenkomst
U kunt uw programma-initiatief tot en met 10 november 2014 op de STW-website aanmelden via een
invulformulier op http://www.stw.nl/nl/perspectief
Daarnaast dient u het formulier ‘Beoordeling Passendheid Roadmap/ Innovatieagenda Perspectief
2014/2015’ voor 11 november 2014 per email te sturen naar dr.ir. Anke Stekelenburg
([email protected]) en dr.ing. Lise de Jonge ([email protected]).
Wie mogen een programma-initiatief aanmelden?
Onderzoekers die in aanmerking komen voor STW-financiering kunnen programma-initiatieven
aanmelden. Dit betekent dat hoogleraren en universitaire (hoofd)docenten met een vaste aanstelling
aan een Nederlandse universiteit of aan een door STW toegelaten onderzoeksinstelling in aanmerking
komen voor het aanmelden van een programma-initiatief (voor een nadere toelichting, zie bijlage 1).
De hoofdindiener van het programma-initiatief, hierna te noemen initiatiefnemer, beschouwt STW als
contactpersoon van het onderzoeksthema. Het ligt in de rede dat de initiatiefnemer bij een eventuele
honorering de latere programmaleider zal zijn. Onder de overige initiatiefnemers bevinden zich bij
voorkeur ook personen die verbonden zijn aan bedrijven of andere organisaties die later bij het
programma betrokken willen zijn als (potentiële) gebruiker.
STW verzoekt de initiatiefnemer deze Perspectiefbrochure met daarin de voorwaarden en informatie
over de procedure en de bijgevoegde documenten ‘Toelichting cofinanciering bij STW-projecten’
(bijlage 3, en eventueel 4 en 5) en ‘Uitgangspunten Intellectueel Eigendom Beleid van STW’ (bijlage
6) onder de aandacht te brengen van de potentiële gebruikers zodra de initiatiefnemer met de
gebruikers in gesprek gaat over deelname aan het programma (en de mogelijkheden tot
cofinanciering). STW raadt de initiatiefnemers aan om setjes van de genoemde documenten voor
handen te hebben tijdens de eventuele matchmakingbijeenkomst of workshop.
Gebruikers
Gebruikers van onderzoek worden gedefinieerd als natuurlijke personen of rechtspersonen
(Nederlands of buitenlands) die de resultaten van het onderzoek kunnen toepassen.
Soms is er een verschil te maken tussen directe gebruikers, meestal bedrijven, en eindgebruikers. In
dat geval is het aanwijzen van alleen eindgebruikers niet voldoende. Het is expliciet de bedoeling dat
potentiële technologiegebruikers en eindgebruikers van buiten de eigen kring en buiten het
onderzoeksgebied van de aanvragende onderzoekers van het begin tot het eind bij het
programma/project worden betrokken. De gebruikers moeten de kennis uit het onderzoek op de
(middel)lange termijn kunnen toepassen.
Voor een verdere toelichting over ‘utilisatie/gebruikers’, zie de brochure ‘Taak en werkwijze
gebruikerscommissie’. Deze brochure treft u aan op http://www.stw.nl/nl/content/aanvrager. Hier vindt
u ook de ‘Algemene voorwaarden’ van STW.

STW adviseert u de richtlijnen in het geheel aandachtig door te lezen, voordat u uw aanvraag
indient. Mocht u vragen hebben over de richtlijnen, dan kunt u contact opnemen met het STWbureau.
pagina 8 van 34


STW adviseert u van harte om voorafgaand aan de indiening van uw programma-ontwerp eens
van gedachten te wisselen met de STW-Perspectief coördinatoren en/of met één van de
succesvolle programmaleiders van een lopend Perspectiefprogramma (zie lijst verderop in deze
brochure).
STW wijst u er nadrukkelijk op dat het alleen zin heeft om een programma-initiatief aan te melden
als u er zeker van bent dat uw onderzoeksthema daadwerkelijk binnen de actuele roadmap/
innovatieagenda van een Topsector valt waarvoor deze ronde is opengesteld, dat er (potentieel)
voldoende gebruikers geïnteresseerd zijn die de gevraagde cofinanciering willen/kunnen leveren
en dat de gebruikers zich willen conformeren aan het door STW gehanteerde IE-beleid.
Fase 2: Programma-ontwerp
Indienen programma-ontwerpen
De deadline voor het indienen van programma-ontwerpen is donderdag 4 december 2014, 12.00 ‘s
middags.
Voorwaarden voor het indienen van programma-ontwerpen
1 U mag alleen een programma-ontwerp indienen als u ook tijdig een programma-initiatief op de
STW-website heeft geplaatst in Fase 1. Er is een duidelijke 1-op-1 relatie tussen een tijdig
geplaatst programma-initiatief en het ingediende programma-ontwerp, qua scope van het thema,
indieners, community en stakeholders. Wel kunnen meerdere programma-initiatieven gebundeld
zijn binnen een programma-ontwerp. Met de publicatie van de programma-initiatieven wil STW
met name organisatie en afstemming binnen het onderzoeksveld tot stand brengen.
2
De ronde 2014/2015 staat alleen open voor onderwerpen die in de innovatiecontracten van de
Topsectoren HTSM (incl. ICT, Nanotechnologie en Medische technologie), Chemie, Energie, Life
Sciences & Health (excl. Medische technologie), Agri & Food en Tuinbouw & Uitgangsmaterialen
worden genoemd of nadrukkelijk ondersteunend zijn aan de binnen deze Topsectoren
geformuleerde roadmaps/ innovatieagenda’s. Onderwerpen die vallen binnen de Topsectoren
Logistiek, Creatieve industrie en Water kunnen deze ronde dus niet worden ingediend tenzij het
voorstel ook past binnen de roadmap/ innovatieagenda van een deelnemend Topsector.
3
Verplichte ex-ante toetsing namens de Topteams.
Een toelichting op welke manier het projectvoorstel een expliciete bijdrage levert aan één of meer
roadmap(s)/innovatieagenda(‘s), dient voor 11 november 2014 bij STW binnen te zijn. Het
betreffende formulier ‘Beoordeling Passendheid Roadmap/ Innovatieagenda Perspectief 20142015’ kan gedownload worden van de STW website. De toelichting dient gemaild te worden aan
dr.ir. Anke Stekelenburg ([email protected]) en dr.ing. Lise de Jonge ([email protected]).
De toelichting wordt door STW doorgestuurd naar de desbetreffende roadmaptrekker(s),
contactpersoon vanuit het bedrijfsleven. De roadmaptrekker/ contactpersoon die betrokken is bij
de betreffende roadmap/ innovatieagenda bepaalt, op basis van deze toelichting, of een voorstel
al dan niet binnen de roadmap/ innovatieagenda past. Indien de roadmaptrekker/ contactpersoon
verhinderd is of er mogelijk sprake is van belangenverstrengeling zal voor de desbetreffende
persoon een vervanger worden gevraagd of zal deze taak gedelegeerd worden aan de NWO-
pagina 9 van 34
trekker. Het STW Bestuur neemt het door de roadmaptrekker/ contactpersoon , dan wel de NWOtrekker, genomen besluit over de passendheid binnen een roadmap over.
Voorstellen waarvan inpassing niet of onvoldoende onderbouwd is of waarvan de roadmaptrekker/
contactpersoon een negatief oordeel geeft over de inpassing zullen worden uitgesloten van
deelname aan de Perspectiefronde.
4
Tenminste drie onderzoekers verbonden aan tenminste drie verschillende publieke
onderzoekinstellingen die in aanmerking komen voor STW financiering (zie bijlage 1) aangevuld
met vertegenwoordigers van minstens twee geïnteresseerde bedrijven dienen het programmaontwerp in. De hoofdaanvrager wordt door het STW bureau beschouwd als de trekker van het
initiatief en als contactpersoon gedurende de procedure. Minstens één bedrijfsvertegenwoordiger
moet bereid zijn als (mede)trekker voor het programma op te treden. (Potentiële) gebruikers van
buiten het bedrijfsleven zijn toegelaten, maar de programma’s moeten op zijn minst economische
valorisatie als één van de doelstellingen hebben. Onderzoeksinstellingen mogen binnen deze
voorwaarden niet dubbel geteld worden. Een instelling (bijv. een Universitair Medisch Centrum) is
of indienende publieke onderzoeksinstelling of (potentiële) gebruiker. Verschillende faculteiten van
één en dezelfde universiteit worden niet beschouwd als verschillende publieke
onderzoekstellingen. STW-Perspectief staat niet open voor lokaal/regionaal georiënteerde
initiatieven.
5
Een onderzoeker mag per Perspectiefronde aan slechts één programma-ontwerp zijn/haar
naam verbinden.
6
Het programma-ontwerp moet gericht zijn op het ontwikkelen van nieuwe technologie, het heeft
een duidelijk onderscheidend karakter t.o.v. andere initiatieven en/of netwerken, en heeft een
wezenlijke en aantoonbare programmatische meerwaarde, die bijvoorbeeld kan blijken uit het
innovatie-/utilisatiefocus en/of nieuwe multidisciplinaire samenwerking met economische impact
voor Nederland. Het thema van het programma-ontwerp dient aan te sluiten bij het strategisch
beleid van de indienende onderzoeksinstellingen.
7
De (potentiële) gebruikersdoelgroep van het onderzoek omvat minstens 5 bedrijven of andere
gebruikersorganisaties. De ondersteuning van het programma-ontwerp door (potentiële)
gebruikers moet zodanig zijn, dat aannemelijk is dat deze, onder voor STW gebruikelijke
condities, bereid zijn een bijdrage te leveren binnen een op dit thema te ontwikkelen
Perspectiefprogramma. Voor een Perspectiefprogramma worden strikte cofinancieringseisen en
–criteria gehanteerd (zie paragraaf ‘Cofinanciering’ hieronder en bijlage 3). Gebruikers moeten in
steunbrieven duidelijk aangeven:
 waarom het onderzoeksthema en de utilisatiedoelstellingen zo belangrijk zijn voor hun
bedrijf of organisatie,
 waaruit hun bijdrage aan het beschreven thema bestaat of zou kunnen bestaan (cash en/
of in kind),
 dat ze zich op de hoogte hebben gesteld van het door STW gehanteerde IE-beleid en dat
ze bereid zijn zich hier onvoorwaardelijk aan te conformeren.
Het stellen van extra voorwaarden aan de te leveren cofinanciering, buiten het genoemde STW
IE-beleid, zal niet worden geaccepteerd.
pagina 10 van 34
Onduidelijkheid over de (mogelijke) bijdragen van gebruikers en/of over het kunnen voldoen aan
de cofinancieringseis bij verdere uitwerking weegt mee in de beoordeling in fase 2 (selectie van
programma-ontwerpen voor verdere uitwerking).
Onvoorwaardelijk commitment van alle cofinanciering leverende gebruikers aan het STWIE-beleid moet bij indiening van de programmavoorstellen op 21 mei 2015 door de gebruikers
bevestigd zijn in een steunbrief anders wordt het programmavoorstel niet in behandeling
genomen (ook al betreft het zaken rond één project uit het gehele programma).
8
Uw programma-ontwerp bevat een schets met onderbouwing van de onderzoekslijnen en het
type en aantal projecten daarbinnen die nodig zouden zijn om de doelstelling(en) van het
programma te halen.
9
Uw programma-ontwerp bevat een schatting en onderbouwing van de financiële middelen die
nodig zijn om het voorgestelde onderzoeksdoel te bereiken (zie bijlage 2 ‘Wat kan worden
aangevraagd’). Deze geschatte omvang van het beoogde programma bedraagt niet minder dan
M€ 2 en niet meer dan M€ 4 aan STW bijdrage. Naast de vereiste cofinanciering door gebruikers
die gericht per project plaatsvindt kunnen andere publieke partijen (bijv. ministeries, andere NWOgebieden, belangenorganisaties etc.) hun steun aan het programmathema kenbaar maken door
een gedeelte van de programmakosten voor hun rekening nemen. Deze bijdrage wordt onderdeel
van de STW bijdrage. Deze vorm van financiële matching kan dus niet worden ingezet ter dekking
van de eventueel vereiste cofinanciering die alleen door daadwerkelijke gebruikers van de
resultaten kan worden geleverd. De benodigde STW bijdrage is zodanig dat STW de
hoofdfinancier van het beoogde programma en de individuele projecten is.
10 De looptijd van het beoogde programma waarbinnen u tot het voorgestelde onderzoeksdoel wilt
komen, is maximaal 6 jaar.
Verplicht invulformaat voor het indienen van programma-ontwerpen
Het verplichte invulformaat en de richtlijnen voor het opstellen van een programma-ontwerp kunt u
downloaden via de STW website (http://www.stw.nl/nl/perspectief). Het programma-ontwerp bestaat
uit maximaal 7 pagina’s, exclusief de gevraagde bijlagen (1. Letters of support, 2. Selection of key
publications, 3. Selection of relevant patents, 4. Abbreviations and acronyms). Om iedereen gelijke
kansen te bieden zullen programma-ontwerpen die de 7 pagina’s toch overschrijden niet in
behandeling worden genomen. U heeft dan maximaal 1 dag om alsnog aan de gestelde
voorwaarde(n) te voldoen. Het aangepaste programma-ontwerp dat STW ontvangt buiten die termijn,
neemt STW definitief niet verder in behandeling. Dat geldt ook voor het aangepaste programmaontwerp dat dan nog steeds niet voldoet aan de gestelde criteria.
Vormeisen indienen programma-ontwerpen
U dient uw programma-ontwerp vóór de gestelde deadline te mailen naar [email protected] o.v.v.
‘Perspectiefronde 2014/2015’. Let op: indiening gaat dus NIET via Iris, het elektronische
indiensysteem van STW. Gebruik in alle correspondentie omtrent uw programma-ontwerp de
specifieke code P14-XX, waarbij XX staat voor het nummer dat uw programma-initiatief heeft
gekregen op de STW website na indiening.
pagina 11 van 34
Een programma-ontwerp wordt door STW niet in behandeling genomen, als één of meerdere van de
onderstaande punten gelden:

Het programma-ontwerp is niet ingediend vóór 4 december 2014, 12:00 uur ‘s middags.

Het programma-ontwerp voldoet niet aan alle hierboven beschreven vormeisen en/of criteria voor
indiening of is daarin onvolledig.
Beoordeling en selectie programma-ontwerpen
STW heeft zich gecommitteerd aan het inzetten van de beschikbare middelen binnen Perspectief
t.b.v. de Topsectoren. Dit zal gecompartimenteerd voor één of meer Topsectoren gebeuren. In de
ronde 2014/2015 zal STW twee verschillende compartimenten hanteren met elk een maximum budget
vanuit STW. Ingediende programma-ontwerpen binnen een compartiment zullen in onderlinge
competitie beoordeeld worden op wetenschappelijke kwaliteit en kans op toepassing (utilisatie).
Speciaal voor dit doel zal het STW Bestuur per compartiment een onafhankelijke multidisciplinaire
beoordelingscommissie instellen.
De beoordelingscommissie zal bestaan uit circa 4 tot 6 personen die werkzaam zijn of recent
werkzaam zijn geweest binnen technisch-wetenschappelijk onderzoek of de private R&D-sector en die
blijk hebben gegeven van een breed technologisch inzicht op het (deel)terrein van het desbetreffende
compartiment. U dient er rekening mee te houden dat het Perspectief-instrument open staat voor een
breed spectrum van de technische en toepassingsgerichte wetenschappen en dat de leden van de
multidisciplinaire beoordelingscommissie per definitie niet expert zullen zijn op alle onderwerpen die in
de programmavoorstellen binnen uw compartiment aan bod komen. STW zal zorgdragen voor een zo
evenwichtig mogelijke spreiding van de leden over de expertisegebieden binnen de compartimenten.
De samenstelling van de beoordelingscommissies wordt na afloop van de procedure gepubliceerd op
de STW-website.
De twee Topsector-compartimenten voor de ronde 2014/2015 zijn:
Compartiment A
Compartiment B
Topsectoren
HTSM (inclusief ICT, Nanotechnologie en Medische Technologie)
Life Sciences & Health (exclusief Medische Technologie)
Tuinbouw & Uitgangsmaterialen
Agri & Food
Energie
Chemie
Budget
M€ 7
M€ 8
Elk in behandeling genomen programma-ontwerp wordt ter beoordeling voorgelegd aan tenminste één
beoordelingscommissie. Het programma-ontwerp wordt voorgelegd aan de commissie die de
beoordeling uitvoert voor het compartiment waarbinnen de Topsector valt waarvoor tijdens de ex-ante
toetsing een akkoord is afgegeven.
Een programma-ontwerp kan aan meerdere beoordelingscommissies worden voorgelegd indien het
onderzoeksthema van een programma-ontwerp Topsectoroverschrijdend én
compartimentoverschrijdend is, én er voor meerdere Topsectoren verdeeld over meerdere
compartimenten tijdens de ex-ante toetsing een akkoord is afgegeven. Beoordeling door meerdere
commissies heeft echter niet de voorkeur en zal alleen gehanteerd worden als er geen sprake is van
een duidelijk zwaartepunt binnen één van de compartimenten. De indiener kan een voorkeur
aangeven. Het STW bureau maakt namens het STW Bestuur de keuze aan welke
pagina 12 van 34
beoordelingscommissie(s) uw programma-ontwerp wordt voorgelegd. STW kan extra input omtrent de
inpassing in de Topsectoren en de verhouding tot reeds bestaande initiatieven en/of netwerken
vragen aan externe partijen (bijv. Agentschap NL of TKI-besturen).
De beoordelingscommissies beoordelen de programma-ontwerpen op de volgende criteria:
Wetenschappelijke kwaliteit
1 Heldere en originele visie. Beschrijven de aanvragers voldoende concrete technischwetenschappelijke doelstellingen?
2 De potentie om binnen het gesuggereerde thema te komen tot vernieuwend technischwetenschappelijk onderzoek. Is de technisch-wetenschappelijke uitdaging en het ambitieniveau
voldoende?
3 Kwaliteit, omvang en multidisciplinariteit van de scientific community. Zijn er voldoende
onderzoekers van naam en faam beschikbaar, dan wel, is er voldoende kritische massa? Is de
scientific community voldoende groot en voldoende multidisciplinair zodat er echt sprake kan zijn
van (nieuwe) netwerkvorming?
4 Structuur en coherentie van het programma-ontwerp
5 Positionering in het internationale krachtenveld. Hoe verhoudt dit programma-ontwerp zich tot
andere, reeds lopende of voorziene onderzoeksactiviteiten binnen Nederland en daarbuiten? Is er
sprake van een duidelijk onderscheidend karakter t.o.v. deze andere initiatieven en/of netwerken?
Waarin is het complementair?
Utilisatie
6 De economische (en eventueel de maatschappelijke) relevantie en impact van het gesuggereerde
thema.
7 Kansen om (als Nederland) te excelleren in een concurrerende omgeving. Kan men met het
aangevraagde budget en met het samengestelde consortium op het gekozen onderzoeksthema
(inter)nationaal echt het verschil maken: unieke kiem of niche?
8 Omvang van de users community. Is er een voldoende brede users community die de kennis
potentieel kan gaan toepassen. In welke mate hebben gebruikers inmiddels hun interesse
getoond?
9 Is er een noodzaak en een urgentie om dit onderwerp nu als programma aan te pakken? Zijn de
juiste partijen bijeengebracht?
10 Wordt de mogelijkheid geopend om te komen tot nieuwe technologieën of gaat het louter om de
toepassing van bestaande technologie in een nieuw domein?
11 Mate van vraagsturing? Welk probleem wordt opgelost? Heeft men duidelijke (commercieel
interessante) deliverables voor ogen?
Ad 3 _ De doelgroep voor het gesuggereerde thema kent een goede spreiding over ten minste drie
publieke onderzoeksinstellingen die in aanmerking komen voor STW-financiering en ook een goede
spreiding over de in het programma-ontwerp beschreven onderzoekslijnen. Een open houding
tegenover onderzoeksgroepen buiten het bestaande netwerk, moedigt STW aan.
Ad 4 _ Programma’s moeten zich onderscheiden van een (willekeurige) verzameling van projecten op
eenzelfde thema. De wijze waarop deze meerwaarde gestalte krijgt wordt niet in detail
voorgeschreven. Wel zullen in het vervolg van deze procedure de ingediende programmavoorstellen
op het aspect van samenhang worden beoordeeld.
pagina 13 van 34
De twee criteria wegen even zwaar. De beoordelingscommissies geven bij ieder programmaontwerp een schriftelijke inhoudelijke beoordeling en prioriteren de programma-ontwerpen. De
beoordelingscommissies kunnen in hun advies, indien nodig, suggesties ter verbetering en/of ter
afstemming tussen overlappende programma-ontwerpen meegeven.
Het STW Bestuur zal op basis van de schriftelijke beoordelingen, de prioritering per
beoordelingscommissie, de mogelijk opgevraagde aanvullende informatie van externe partijen, en
eventuele additionele strategische overwegingen tot een beleidskeuze komen en besluiten welke
indieners worden uitgenodigd om hun programma-ontwerp uit te werken tot een volledig
programmavoorstel.
Gedragscode belangenverstrengeling NWO
Om aanvragers een faire beoordeling en transparantie te bieden, hanteert STW een gedragscode
belangenverstrengeling die in lijn is met de gedragscode belangenverstrengeling van NWO. In de
gedragscode worden de mogelijke vormen van belangenverstrengeling geïdentificeerd en wordt
aangegeven welke maatregelen worden genomen om belangenverstrengeling te voorkomen. Partijen
waarop de gedragscode betrekking heeft, zijn: referenten, juryleden, commissieleden, leden van
besluitnemende organen en medewerkers van STW.
De volledige tekst van de gedragscode belangenverstrengeling die STW hanteert, kunt u vinden op:
http://www.nwo.nl/subscription-documents/nwo/juridisch/gedragscode-belangenverstrengeling-nwo
Bekendmaking geselecteerde programma-ontwerpen
De hoofdaanvragers van de programma-ontwerpen ontvangen eind februari 2015 schriftelijk bericht
over het besluit van het STW-bestuur. De indieners van de geselecteerde programma-ontwerpen
worden in de gelegenheid gesteld hun programma-ontwerp uit te werken tot een uitgebreid
programmavoorstel. Dit programmavoorstel dient de beschrijving van het voorgestelde programma te
bevatten, alsmede de concrete invulling met onderzoeksprojecten en benodigde financiële middelen.
Om nieuwe netwerkvorming te stimuleren worden de geselecteerde programma-ontwerpen via de
STW-website bekend gemaakt, met vermelding van de naam en contactgegevens van de
hoofdindiener. Geïnteresseerde partijen kunnen mogelijk alsnog aanhaken op projectniveau.
Hoe gaat het daarna verder?
De uiterste datum van indiening voor uitgewerkte programmavoorstellen is 21 mei 2015 (Fase 3;
onder voorbehoud). Indien het door u ingediende programma-ontwerp is geselecteerd, krijgt u circa 3
maanden de tijd om te komen van programma-ontwerp tot definitie van het onderzoeksprogramma,
precieze beschrijving van de daarbinnen gedefinieerde projecten, de benodigde financiële middelen
(per project) en de benodigde cofinanciering van potentiële gebruikers. Perspectiefprogramma’s
dienen te voldoen aan de gestelde cofinancieringseisen – en criteria. Zie daarvoor paragraaf
‘Cofinanciering’ en bijlage 3 van deze Perspectiefbrochure.
Alleen de hoofdaanvragers van de geselecteerde programma-ontwerpen ontvangen van STW
gedetailleerde informatie over de inrichting, beoordeling en selectie van programmavoorstellen in het
kader van Perspectief. Communicatie met STW over de programma-ontwerpen verloopt via de
hoofdaanvrager.
pagina 14 van 34
Wat kan worden aangevraagd?
STW vormt het gebied voor de Technische Wetenschappen (TW) van de Nederlandse Organisatie
voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO; zie ook www.nwo.nl). Als zodanig verstrekt STW tweede
geldstroomsubsidies. STW vergoedt kosten voor tijdelijk op het project bij de onderzoeksinstelling aan
te stellen personeel en project specifieke kosten voor materialen, reizen en/of apparatuur (zie bijlage
2). De onderzoeksinstelling is verantwoordelijk voor medefinanciering uit de eerste geldstroom en
draagt daarmee zorg voor de benodigde infrastructuur en de begeleiding van de projectmedewerkers.
Indien een (mede)aanvrager samenwerkt met andere voor STW niet-subsidiabele instellingen,
bijvoorbeeld met TNO of een buitenlandse universiteit, dan dragen de niet-subsidiabele instellingen
hun eigen kosten.
De maximale STW bijdrage aan het programma kan variëren van minimaal M€ 2 tot maximaal M€ 4.
In toevoeging op de STW bijdrage wordt een verplichte gebruikersbijdrage (cash en in-kind) gevraagd
waardoor de totale omvang van het programma hoger uit valt. De STW-financiering heeft een looptijd
van maximaal 6 jaar.
Een Perspectiefprogramma is opgebouwd uit diverse projecten die al dan niet gegroepeerd zijn in
verschillende onderzoekslijnen (en/of work packages). De maximale STW bijdrage per project binnen
het programma bedraagt 750.000 euro.
De volgende projectkosten kunnen worden geaccepteerd:

Personeelskosten (tijdelijke personeelsplaatsen voor o.a. promovendi, postdocs en technische
assistenten)

Materiële kosten (inclusief kosten voor binnenlandse reizen)

Kosten ten behoeve van buitenlandse reizen

Investeringen op projecten.
Voor een uitgebreide toelichting op de diverse projectkosten zie bijlage 2.
Naast de projectkosten kunnen kosten worden opgevoerd ten behoeve van programmatische
activiteiten ter bevordering van de coherentie en kennisdisseminatie (vuistregel: maximaal 1,5% van
het totale budget maar niet meer dan k€ 75).
Cofinanciering Perspectiefronde 2014/2015
Binnen de programma’s van Perspectief wordt een cofinancieringseis gesteld. De cofinancieringseis
voor de Perspectief-ronde 2014/2015 geldt per programma in totaal en niet op projectniveau. Op deze
manier kunnen wetenschappelijk goede projectinitiatieven, die niet aan de cofinancieringseis kunnen
voldoen, gecompenseerd worden door andere projecten uit hetzelfde programma met een hoge
gebruikersbijdrage. Om dergelijke financiële matching mogelijk te maken dient wel minimaal 2/3 van
de programmaprojecten individueel aan de gestelde cofinancieringseis te voldoen. Het budget voor
programmatische activiteiten valt buiten de cofinancieringseis – een cash en/of in-kind bijdrage door
gebruikers t.b.v. deze activiteiten wordt echter wel bijzonder op prijs gesteld.


Cofinanciering wordt per project toegezegd en geleverd.
Cofinanciering kan bestaan uit financiële bijdragen en/of in-kind bijdragen.
pagina 15 van 34




Financiële bijdragen worden gebruikt ter dekking van een deel van de projectkosten. Zij worden
met STW verrekend en worden samen met de STW-bijdrage aan de onderzoeksgroep
beschikbaar gesteld. De STW bijdrage en de financiële bijdragen door gebruikers vormen samen
de benodigde financiële middelen voor het uitvoeren van het project.
Met in-kind bijdragen, ook wel in natura bijdragen genoemd, worden gekapitaliseerde personele
en/of materiële bijdragen van gebruikers bedoeld die integraal onderdeel zijn van het project.
Per programma geldt dat minimaal 15% van de benodigde financiële middelen voor de
uitvoering van het project dient te bestaan uit cash cofinanciering door gebruikers.
Bovendien dient per programma minimaal 30% van de totale projectkosten (benodigde
financiële middelen plus in-kind bijdragen) te bestaan uit cofinanciering door gebruikers (cash
en/of in-kind bijdrage).
De criteria die STW stelt aan cofinanciering staan beschreven in het document “Toelichting
Cofinanciering” en is als bijlage 3 aan deze brochure toegevoegd. Het document “Uurtarieven voor
bijdragen in-kind door derden in de vorm van mensuren” is als bijlage 4 aan deze brochure
toegevoegd.
STW gaat ervan uit dat de indienende onderzoekers de genoemde documenten onder de aandacht
brengen van potentiële gebruikers zodra zij met hen in gesprek gaan omtrent deelname aan het
programma en de mogelijkheden tot cofinanciering. In bijlage 5 bij deze brochure zijn enkele
voorbeeldenberekeningen met betrekking tot cofinanciering bij projecten uit het Perspectiefprogramma opgenomen.
Overige bijzonderheden

STW streeft naar aansluiting van haar programma’s op lopende of komende programma’s van de
overheid, van de Topsectoren, dan wel op initiatieven in het kader van de NWO-strategie. STW
kán daarom in voorkomende gevallen indieners vragen eraan mee te werken die aansluiting
mogelijk te maken.

STW verwacht van de onderzoeksinstellingen dat zij garant staan voor de aanwezigheid van de
voor het programma benodigde infrastructuur en ondersteuning zoals gebruikelijk voor door STW
gefinancierd onderzoek.
Meer informatie
Wanneer u naar aanleiding van deze oproep tot indiening van programma-ontwerpen vragen heeft
kunt u contact opnemen met de coördinatoren van Perspectief:
Dr. ir. A Stekelenburg (Anke)
Technologiestichting STW
Tel: 030-6001 314
E-mail: [email protected]
Dr. ing. L de Jonge (Lise)
Technologiestichting STW
Tel: 030-6001 223
E-mail: [email protected]
pagina 16 van 34
Tijdpad
Fase 1 en 2 dienen om het STW-bestuur van voldoende informatie te voorzien om
zijn beleidskeuze voor nieuwe onderzoeksthema’s op te baseren
FASE 1: Programma-initiatieven
Activiteit
Datum/periode
Openstelling
1 oktober 2014
Deadline publicatie programma-initiatieven op STW website
10 november 2014, 12 uur ‘s middags
Insturen formulier passendheid Topsectoren
vóór 11 november 2014
Eventuele organisatie matchmakingbijeenkomst
vóór 24 november 2014
FASE 2: Programma-ontwerpen
Activiteit
Datum/periode
Deadline indienen programma-ontwerpen
4 december 2014, 12 uur ‘s middags
Bericht van in behandeling/uit behandeling
voor 11 december 2014
Beoordeling en prioritering door commissies
december 2014 – 3 februari 2015
Bestuursbesluit
13 februari 2015
Bekendmaking besluit aan indieners
voor 23 februari 2015
FASE 3: Programmavoorstellen
(deze fase staat beschreven in een vervolgbrochure die alleen
beschikbaar is voor de geselecteerde indieners!!)
DATA ONDER VOORBEHOUD
Activiteit
Datum/periode
Programma-ontwerpen uitwerken tot programmavoorstellen
eind februari – half mei 2015
Deadline indienen programmavoorstellen
21 mei 2015
Beoordeling door (internationale) referenten
eind mei – begin september 2015
Weerwoord hoofdaanvragers
begin september – half september 2015
Interviewronde met indieners /
prioritering door beoordelingscommissie
begin oktober – eind oktober 2015
Bestuursbesluit programma-onderwerpen 2015
13 november 2015
Bekendmaking besluit aan hoofdaanvragers
Week 16-20 november 2015
Projectbegrotingen in bestuur
11 december 2015
pagina 17 van 34
Lopende STW-Perspectiefprogramma’s
Perspectiefprogramma’s 2013:





Symbionics: Co-Adaptive Assistive Devices
Trekker van programma: Prof.dr.ir. H.F.J.M. Koopman, Universiteit Twente
Biomarker Development Center (Biomarker-DC)
Trekker van programma: Prof.dr. R.P.H. Bischoff, Rijksuniversiteit Groningen
RiverCare: towards self-sustaining multifunctional rivers
Trekker van programma: Prof.dr. S.J.M.H. Hulscher, Universiteit Twente
Merging Electronics and Micro & nano Photonics in Integrated Systems: MEMPHISII
Trekker van programma: Prof.dr. M.K. Smit, Technische Universiteit Eindhoven
Green defence Against Pests (GAP)
Trekker van programma: Prof.dr. M.A. Haring, Universiteit van Amsterdam
Perspectiefprogramma’s 2012:





NatureCoast: Nature-driven nourishment of coastal systems,
Trekker van programma: prof.dr.ir. Marcel Stive, Technische Universiteit Delft
CPS: Robust design of cyber-physical systems
Trekker van programma: prof.dr.ir. Gerard Smit, Universiteit Twente
iMIT: Instruments for minimally invasive techniques
Trekker van programma: prof.dr. Jenny Dankelman, Technische Universiteit Delft
Microscopy valley
Trekker van programma: prof.dr. Hans Gerritsen, Universiteit Utrecht
ImaGene: population imaging genetics
Trekker van programma: prof.dr. Wiro Niessen, Erasmus MC en Technische Universiteit Delft
Perspectiefprogramma’s 2011:





Super-resolution microscopy: from sharp images towards imaging of molecular interaction
(NANOSCOPY) Trekker van programma: prof.dr. Erik Manders, Universiteit van Amsterdam
H-Haptics: Human-centered design of haptic interfaces
Trekker van programma: prof.dr. Frans van der Helm, Technische Universiteit Delft
Fundamentals and application of silicon heterojunction solar cells (FLASH)
Trekker van programma: prof.dr. Ruud Schropp, Universiteit Utrecht
Integral design of multi-functional flood defences
Trekker van programma: prof.drs.ir. J.K. Vrijling van de Technische Universiteit Delft
OnTime: how to fix a broken (biological) clock
Trekker van programma: prof.dr. Martha Merrow, Rijksuniversiteit Groningen
Meer informatie over deze lopende Perspectiefprogramma’s kunt u vinden via
http://www.stw.nl/nl/programmas?type_programma=186
pagina 18 van 34
Bijlage 1: Wie mogen (een project binnen) een
Perspectiefprogramma aanvragen?
STW maakt als gebied voor de Technische Wetenschappen (TW) deel uit van de Nederlandse
Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO; zie ook www.nwo.nl). Als zodanig verstrekt
STW tweede geldstroomsubsidies. STW zal kosten vergoeden voor tijdelijk op het project bij de
onderzoeksinstelling aan te stellen personeel en project specifieke kosten voor materialen, reizen
en/of apparatuur. De onderzoeksinstelling is verantwoordelijk voor medefinanciering uit de eerste
geldstroom en draagt daarmee zorg voor de benodigde infrastructuur en de begeleiding van de
projectmedewerkers.
Indien een (mede)aanvrager samenwerkt met andere voor STW niet-subsidiabele instellingen,
bijvoorbeeld met TNO of een buitenlandse universiteit, dan dragen de niet-subsidiabele instellingen
hun eigen kosten.
Hoofd- en medeaanvragers
De hoofdaanvragers van de uiteindelijk gehonoreerde programmavoorstellen worden door het STWbestuur benoemd tot programmaleider van het Perspectiefprogramma. De hoofdaanvrager van elk
project binnen een programma wordt bij honorering projectleider. De programmaleider is
verantwoordelijk voor de bewaking van de samenhang van het programma en het behalen van de in
het programmavoorstel beschreven programmadoelen. De projectleiders hebben de plicht de binnen
het programma goedgekeurde projecten conform het projectplan uit te voeren. Medeaanvragers
moeten een actieve rol hebben bij de uitvoering van het project ((co)promotor en/of dagelijkse
begeleiding onderzoekers aangesteld op het project) en kunnen in geval van meerdere participerende
onderzoeksinstellingen als deelprojectleider worden aangewezen.
Wie kunnen optreden als hoofd- en medeaanvragers?


Hoogleraren en universitaire (hoofd)docenten, vast aangesteld aan
o Nederlandse universiteiten (of met vergelijkbare posities aan de universitaire medische
centra)
o KNAW- en NWO-instituten
o het Nederlands Kanker Instituut (NKI)
o NCB Naturalis
o het Max Planck Instituut voor Psycholinguïstiek te Nijmegen
o Dubble-bundellijn bij de ESFR te Grenoble
o Advanced Research Centre for NanoLithography (ARCNL)
Onderzoekers met een ‘tenure track’-aanstelling aan genoemde onderzoeksinstellingen. STW
definieert een ‘tenure track’- aanstelling als een aanstelling voor ervaren wetenschappelijk
onderzoekers met uitzicht op een vast dienstverband en een hoogleraarschap op termijn. De
‘tenure track’- aanstelling moet schriftelijk zijn vastgelegd en gefinancierd worden uit structurele
middelen van de onderzoeksinstelling. STW zal verifiëren of de aanstelling aan deze
voorwaarden voldoet en of deze is gegarandeerd voor de looptijd van het project.
pagina 19 van 34
Hoofd- en medeaanvragers met een deeltijdaanstelling


Hoofdaanvragers en medeaanvragers die in deeltijd werken moeten in ieder geval over
voldoende universitaire faciliteiten en budget beschikken om het project naar behoren te kunnen
uitvoeren.
Hoofdaanvragers en medeaanvragers moeten STW-onderzoek uitvoeren in de tijd dat ze voor de
onderzoeksinstelling werken. Is dat niet het geval dan dient de andere werkgever een
afstandsverklaring te tekenen, zodat kenniseigendom voor STW en de onderzoeksinstelling(en) is
gewaarborgd.
Wie kunnen niet aanvragen?






Personeel met een nul aanstelling
Personeel met een tijdelijk dienstverband (bijv. postdocs)
Emeritus hoogleraren
Personeel van instituten met een toegepaste of technologische doelstelling, zoals TNO, de Grote
Technologische Instituten (GTI’s) en het niet-universitaire deel van WUR
Personeel van een door een doelsubsidie publiek-privaat gefinancierde onderzoeksinstelling
Personeel van buitenlandse onderzoeksinstellingen
pagina 20 van 34
Bijlage 2: Wat kan aangevraagd worden?
Projectspecifieke kosten
STW zal projectspecifieke kosten vergoeden voor:
1. salaris van tijdelijk op het project bij de onderzoeksinstelling aan te stellen personeel
2. materialen (verbruiksgoederen, kleine instrumenten en hulpmiddelen) en binnenlandse
reizen
3. buitenlandse reizen
4. investeringen (duurzame apparatuur waarover economische waarde wordt afgeschreven)
De onderzoeksinstelling is verantwoordelijk voor medefinanciering uit de eerste geldstroom en draagt
daarmee zorg voor de benodigde infrastructuur en de begeleiding van de projectmedewerkers.
Indien een (mede)aanvrager samenwerkt met andere voor STW niet-subsidiabele instellingen,
bijvoorbeeld met TNO of een buitenlandse universiteit, dan dragen de niet-subsidiabele instellingen
hun eigen kosten.
1. Toelichting kosten m.b.t. tijdelijk op het project bij de onderzoeksinstelling aan te
stellen personeel
U kunt tijdelijke personeelsplaatsen aanvragen voor:
promovendus
postdoc (PD)
PDEng trainee
overig WP (wetenschappelijk personeel, o.a. toegevoegd onderzoeker, drs., ir., A(N)IOS)
NWP (niet-wetenschappelijk personeel, o.a. technisch assistent)
Casimir-kandidaat
Toelichting Tijdelijke personeelsplaatsen
U kunt tijdelijke personeelsplaatsen aanvragen tot een maximum van vier jaar in het geval van een full
time aanstelling. U vermeldt de functiecategorie, de duur van de aanstelling, het percentage deeltijd
en het bijbehorende bedrag. Voor iedere functie hanteert STW een vooraf bepaald vast maximum
tarief per aanstellingsjaar (zie www.stw.nl). Voor de vaststelling van deze tarieven volgt STW de
vastgestelde tarieven uit het meest recente ‘akkoord overlaten werkgeverschap NWO/VSNU’, zonder
opslag voor het risico van werkloosheid. In het kader van dit akkoord worden de personeelstarieven
voor de posities jaarlijks vastgesteld, na overeenkomst over de prognose voor de
meerjarenontwikkeling van de personeelstarieven. De tarieven, die gelden op het moment van
honorering, blijven gehandhaafd voor de looptijd van het STW-project. Als de personeelstarieven
tijdens de selectieprocedure worden gewijzigd, zal STW bij de honorering de nieuwe tarieven volgen.
Dit heeft dan geen consequenties voor de hoogte van de verplichte bijdrage van gebruikers.
Voor personeel aangesteld op toegevoegde personeelsplaatsen tijdens de looptijd van het project
(bijv. bij voortzetting of verlenging) zijn de op dat moment geldende tarieven van toepassing.
Voor PD-, WP- en NWP-posities accepteert STW geen WW-verplichting als de aanstellingsduur
minder dan 12 maanden bedraagt en/of de kandidaat meer dan 1 jaar relevante werkervaring heeft uit
pagina 21 van 34
een eerdere vergelijkbare aanstelling. De onderzoeksinstelling stelt het personeel aan en draagt de
verantwoordelijkheid die bij het werkgeverschap horen.
Toelichting Vaste staf
Niet subsidiabel is het salaris van of een toelage aan de (mede)aanvrager alsmede het salaris van of
een toelage aan andere personen met een vaste aanstelling of anderszins duurzaam verbonden aan
de instelling waar het onderzoek plaatsvindt.
Uitzonderingen daarop zijn de tijdelijke aanstelling op een project van 1) een technisch assistent
(NWP) of 2) een WP’er met een ‘aanstelling op projectbasis’. Het is mogelijk om een NWP’er met een
bestaand dienstverband bij de onderzoeksinstelling tegen de standaard NWP-tarieven tijdelijk ten
laste van een STW-project aan te stellen, indien deze NWP’er een specifieke bijzondere
deskundigheid heeft die noodzakelijk is voor het uitvoeren van het voorgestelde onderzoek. Het is
mogelijk om een WP’er met een ‘aanstelling op projectbasis’ bij de onderzoeksinstelling tegen de
standaard WP-tarieven tijdelijk ten laste van een STW-project aan te stellen. De betreffende WP’er
mag niet als (mede)aanvrager bij STW/NWO geregistreerd staan. STW accepteert in deze gevallen
geen WW-verplichting.
Toelichting Detachering
Tijdelijke onderzoekers worden aangesteld aan de onderzoeksinstelling waar het onderzoek dient te
worden uitgevoerd. Omdat STW als randvoorwaarde stelt dat kennisopbouw in meerderheid bij de
onderzoeksinstelling plaats moet vinden, is detachering van universitaire onderzoekers bij een bedrijf
of andere onderzoeksinstelling slechts voor beperkte tijd mogelijk, d.w.z. maximaal 50% van de
aanstellingsomvang. Hiervoor is schriftelijke toestemming vooraf van STW nodig. Bij honorering van
het project moet met het oog op het IE-beleid van STW een detacheringsovereenkomst worden
afgesloten.
In voorkomende gevallen kan een aanvrager met redenen omkleed aan het STW-bureau verzoeken
de grens van 50% met coulance te betrachten. Criteria zijn hierbij 1) dat er een noodzaak moet zijn
om de benodigde infrastructuur van de externe partij te gebruiken, 2) dat er bij de externe partij
voldoende academische omgeving moet zijn voor interactie met en begeleiding van de onderzoeker
en 3) dat de projectleider c.q. begeleider van de onderzoeker ook een deel van zijn/haar tijd op de
betreffende externe locatie aanwezig is.
Toelichting PDEng trainee
Het is mogelijk om een tijdelijke personeelsplaats aan te vragen voor een PDEng trainee
(gecertificeerde opleiding Professional Doctorate in Engineering). Deze positie dient te worden
aangevraagd in een groter onderzoeksverband (1 of meerdere andere WP-posities). De PDEng
trainee is in dienst bij de aanvragende instelling en kan voor bepaalde tijd werkzaamheden binnen het
onderzoek bij een bedrijf uitvoeren (op basis van detachering).
Aan de PDEng-positie zijn de volgende voorwaarden verbonden:

In het onderzoeksplan en de utilisatieparagraaf dient de inbedding van de PDEng-positie
beschreven te worden en/of het achterliggende ‘Technological Designer Programme’.

Uitgaande van een full time aanstelling geldt een duur van maximaal 2 jaar.

Voor de PDEng-positie geldt het personeelstarief van een promovendus (eerste 24 maanden). De
personeelskosten worden opgevoerd bij het personeelskrediet.

Voor de PDEng positie kan materiaal- en/of reiskrediet aangevraagd worden als onderdeel van
het reguliere aan te vragen krediet.

De detachering bij het betrokken bedrijf is maximaal 50% van de totale aanstellingsomvang.
pagina 22 van 34



De bijdrage van het betrokken bedrijf aan de PDEng-positie is k€ 50 (uitgaande van 1 fte voor 24
maanden). Deze bijdrage dient opgevoerd te worden in de projectbegroting als financiële
cofinanciering te verrekenen met STW.
Bij honorering van het project moet met het betrokken bedrijf een (detacherings)overeenkomst
afgesloten worden, waarin het eigendom van de resultaten van het onderzoek dat wordt
uitgevoerd bij het bedrijf, bij de aanvragende instelling en STW blijft conform het IE-beleid van
STW.
STW kan met het betrokken bedrijf afspraken maken over het verkrijgen van een optierecht op
resultaten van het onderzoek. Ingeval er meerdere gebruikers zijn die ook substantieel bijdragen
aan het onderzoek, overlegt STW met het betrokken bedrijf en deze andere gebruikers over de
mogelijkheden van bijvoorbeeld een gedeelde optie of een optie op deelresultaten.
Toelichting Casimir-kandidaat

Het is mogelijk één WP-positie in te laten vullen door een academisch opgeleide R&D-werknemer
van een Nederlands bedrijf of een bedrijf met een Nederlandse vestiging waar R&D bedreven
wordt (100% private sector). Hiervoor gelden de volgende voorwaarden:

Uitgaande van een full time detachering geldt een duur van maximaal 2 jaar en voor een
promotietraject van maximaal 3 jaar. Detachering in deeltijd (minimaal 50%) is mogelijk.

De beoogde kandidaat dient minimaal 1 jaar bij de werkgever uit boven- genoemde private sector
werkzaam te zijn (tijdelijke of vaste aanstelling).

Bij de aanvraag moet een korte beschrijving gegeven worden van de werkervaring en expertise
van de beoogde kandidaat. Uitgaande van de benodigde werkervaring van desbetreffende
kandidaat moet een promotietraject binnen 3 mensjaar kunnen worden afgerond.

Naast de Casimir-positie dient er tenminste 1 andere WP-positie te worden aangevraagd met
minimaal dezelfde aanstellingsomvang.

De Casimir-kandidaat dient toegang te hebben tot de universitaire infrastructuur en de Casimirpositie dient een integraal en noodzakelijk onderdeel te zijn van het voorgestelde universitaire
onderzoek. De Casimir-positie staat ten dienste van het behalen van de projectdoelstellingen en
utilisatie. Dit moet in het onderzoeksplan beschreven worden.

Voor de Casimir-positie geldt m.b.t. de personeelskosten dat de universiteit de werkelijk aan het
bedrijf te vergoeden detacheringskosten kan declareren bij STW, tot maximaal het
personeelstarief voor een postdocpositie geldend voor betreffende aanstellingsomvang. Deze
kosten dienen gerekend te worden tot het materiaalkrediet van het project. Voor de Casimirkandidaat accepteert STW geen WW-verplichting.

Voor de Casimir-kandidaat kan materiaal- en/of reiskrediet aangevraagd worden als onderdeel
van het reguliere aan te vragen krediet.

Bij honorering van het project moet met het betrokken bedrijf een (detacherings)overeenkomst
afgesloten worden, waarin het eigendom van de resultaten van het onderzoek dat wordt
uitgevoerd bij het bedrijf, bij de aanvragende instelling en STW blijft conform het IE-beleid van
STW.
2. Toelichting kosten materialen en binnenlandse reizen
STW vergoedt de kosten van verbruiksgoederen, kleine instrumenten en hulpmiddelen en kosten van
binnenlandse reizen. De in de begroting vermelde bedragen zijn exclusief BTW.
Toelichting Materiaalkrediet
WEL tot het materiaalkrediet te rekenen

Materialen die geen economische waarde meer hebben na gebruik. Het gaat hier dus om
verbruiksgoederen, kleine instrumenten en hulpmiddelen.
pagina 23 van 34







Gespecificeerde samengestelde posten. Met name vaste termijnbedragen of tarieven
(bijvoorbeeld ‘bench fees’ en ‘fees voor standaard analyses’) moeten worden onderbouwd.
Binnen de tarieven die STW accepteert, kunnen alleen de verbruikskosten bij STW in rekening
worden gebracht.
Personele kosten Casimir-positie (zie toelichting Casimir-positie).
Kosten voor binnenlandse reizen.
Kosten voor projectspecifieke cursussen voor STW-onderzoekers die noodzakelijk zijn voor de
uitvoering van het onderzoek.
Posters voor kennisdisseminatie op congressen en symposia.
Preklinische studies. Voorwaarde hierbij is dat de projectmedewerkers zelf voor het merendeel
van de werkzaamheden verantwoordelijk zijn (o.a. sampling, analyses).
Kosten voor het gebruik van cleanrooms voor zover deze kosten vallen onder de
cleanroomregeling (zie www.stw.nl ).
NIET toelaatbaar van het materiaalkrediet

Posten als ‘diversen’, ‘onvoorzien’ en ongespecificeerde ‘bench fees’.

Octrooikosten. In voorkomende gevallen zal STW bezien in hoeverre STW deze kosten draagt.

Kosten van publicaties of kosten aanschaf van boeken en/of tijdschriften.

Kosten voor het drukken van een proefschrift. Hiervoor bestaat een aparte vergoedingsregeling
(zie www.stw.nl).

Kosten voor algemene cursussen die bij de generieke opleiding van onderzoekers horen en de
generieke opleiding van een promovendus (o.a. Engels, presenteren, literatuur zoeken,
proefdierkunde, gebruik isotopen).

Kosten voor desktopcomputers, laptops of notebooks e.d. voor administratieve doeleinden (teksten dataverwerking) en kosten voor computergebruik.

Generieke software. STW gaat ervan uit dat generieke software via campuslicenties beschikbaar
is.

Kosten in verband met het gebruik van rekenfaciliteiten bij SURFsara. Deze kosten kunnen zo
nodig worden aangevraagd bij het Netherlands eScience Center (NLeSC) in Amsterdam.

Kosten voor het gebruik van bestaande infrastructuur (afschrijvingskosten), salariskosten van vast
personeel, huisvestingskosten, overhead en administratieve en technische ondersteuning voor
zover deze tot het gebruikelijke voorzieningenpakket van de onderzoeksinstelling behoren.

Kosten (m.u.v. materiaalkosten en cleanroomregeling) voor universitaire faciliteiten (o.a.
kasruimte, proefdierfaciliteiten, specialistische onderzoeksfaciliteiten).

Klinische trials.
3. Toelichting kosten buitenlandse reizen
Het krediet voor buitenlandse reizen is bestemd ter dekking van kosten verbonden aan het deelnemen
aan congressen en symposia in het buitenland. Daarnaast kunnen bezoeken voor langere tijd worden
aangevraagd.
Toelichting Korte buitenlandse reizen
STW hanteert voor de tijdelijke projectmedewerkers maximum normbedragen
(2000 euro/jaar/fte) die kunnen worden opgevoerd voor korte buitenlandse reizen. Het is toegestaan
om ook kosten voor buitenlandse reizen van aanvragers en medeaanvragers op te voeren tot de
maximum normbedragen, mits deze kosten direct gerelateerd zijn aan de uitvoering van het
voorgestelde onderzoek en een overtuigende argumentatie hiervoor wordt opgevoerd. Voor nietwetenschappelijk personeel (NWP) kunnen in principe geen reiskosten worden aangevraagd.
pagina 24 van 34
Indien meer geld wordt opgevoerd dan het maximum normbedrag per jaar, dan kan dit niet worden
geaccepteerd, tenzij hiervoor duidelijke argumenten worden aangedragen waarop STW en de
referenten hun oordeel kunnen baseren.
Toelichting Uitwisselingsbezoeken
Het is voor tijdelijk aangestelde projectmedewerkers mogelijk om in het kader van een STW-project
een beperkte tijd (maximaal zes maanden) onderzoek te doen aan een buitenlandse
onderzoeksinstelling. Daarnaast is het mogelijk om in het kader van een STW-project tijdelijk een
buitenlandse onderzoeker te betrekken die de onderzoeksinstelling bezoekt en actief in de
projectuitvoering participeert.
Randvoorwaarden bij buitenlandse reizen van maximaal zes maanden:

Dit type buitenlandse reizen moet bij het in behandeling nemen van de aanvraag bij STW bekend
zijn en deel uitmaken van de onderzoeksplanning, zodat referenten dit mee kunnen nemen in hun
review.

Voorwaarde voor uitwisseling is dat de kennis die door het bezoek wordt ingebracht niet of
onvoldoende voor handen is bij de onderzoeksinstelling waar het onderzoek wordt uitgevoerd.
STW toetst bij acceptatie of dit daadwerkelijk resulteert in een versterking van de kennisbasis
voor het project.

STW vergoedt de reiskosten, onderzoekskosten en een normbedrag voor verblijfskosten. Er
worden geen (extra) salariskosten vergoed. Als grondslag voor de berekening van de vergoeding
worden de normbedragen genomen zoals vermeld in het ‘Reisbesluit buitenland van het
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties’.

Eventuele zaken rond intellectueel eigendom zijn afgedekt via een geschikte overeenkomst
(afstandsverklaring/geheimhouding) vóórdat de reis wordt gemaakt.
4. Toelichting kosten investeringen
Investeringen zijn gedefinieerd als het gebruik van duurzame wetenschappelijke apparatuur waarover
economische waarde wordt afgeschreven. De kosten voor investeringen worden exclusief BTW in de
begroting opgevoerd.
Toelichting Investeringen

De apparatuur is en blijft eigendom van STW. Na beëindiging van het project blijft de apparatuur
bij de onderzoeksinstelling. Formele overdracht van het eigendom van de apparatuur zonder
verdere vergoeding is mogelijk. Hiervoor wordt een termijn van vijf jaar na aanschaf gehanteerd.

STW gaat ervan uit dat de onderzoeksinstelling bij aanschaf van duurzame apparatuur een
offerteprocedure hanteert en rekening houdt met de aanbestedingsrichtlijnen van de overheid.

Bij aanschaf van tweedehands apparatuur moet de originele nota overlegd worden.

Het is toegestaan om STW te verzoeken om een apparaat naar rato van het gebruik mee te
financieren. Dit moet na honorering schriftelijk worden vastgelegd.

De onderzoeksinstelling is verantwoordelijk voor de aansluiting, de bedrijfskosten en het
onderhoud van de aangeschafte apparatuur (servicekosten en reparatie).

STW maakt onderscheid tussen exploitatie van bestaande voorzieningen binnen de
onderzoeksinstelling en investering in nieuwe voorzieningen specifiek ten behoeve van een STWproject. In het geval van exploitatiekosten en bij kleinere investeringen vergoedt STW alleen de
kosten van verbruiksgoederen. Deze kosten kunnen worden opgevoerd bij het materiaalkrediet.
STW zal wel de volledige kosten vergoeden van investeringsgoederen geleverd door interne
pagina 25 van 34




diensten in die gevallen waar een onevenredig beslag wordt gelegd op de betreffende dienst, mits
hiervoor overtuigende argumentatie wordt aangevoerd. Dit ter beoordeling aan STW.
Computers behorend tot wetenschappelijke apparatuur en specifieke software die exclusief voor
het project wordt gebruikt, kunnen worden opgevoerd als investering.
Computercapaciteit die voor het benodigde onderzoek aantoonbaar uitgaat boven het normaal
benodigde kan worden opgevoerd als investering.
Als in de loop van de tijd blijkt dat de kosten voor de in het voorstel beschreven investeringen
lager uitvallen dan begroot, zullen de resterende middelen terugvloeien naar STW.
STW kan bestedingen weigeren die niet vooraf zijn begroot.
pagina 26 van 34
Bijlage 3: Toelichting Cofinanciering Perspectiefronde
2014/2015
Toelichting Cofinanciering bij STW-projecten binnen een Perspectiefprogramma
De missie van Technologiestichting STW is het realiseren van kennisoverdracht tussen technische
wetenschappen en gebruikers. STW doet dat: 1) door het bij elkaar brengen van wetenschappelijke
onderzoekers en potentiële gebruikers; 2) door het financieren van excellent technischwetenschappelijk onderzoek.
STW maakt als gebied voor de Technische Wetenschappen (TW) deel uit van de Nederlandse
Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO; zie ook www.nwo.nl). Als zodanig verstrekt
STW tweede geld-stroomsubsidies. STW vergoedt de kosten voor tijdelijk op het project bij de
onderzoeksinstelling aan te stellen personeel en project specifieke kosten voor materialen, reizen
en/of apparatuur. De onderzoeksinstelling is verantwoordelijk voor medefinanciering uit de eerste
geldstroom en draagt daarmee zorg voor de benodigde infrastructuur en de begeleiding van de
projectmedewerkers.
STW heeft in de programma’s maximumbedragen voor financiering van het onderzoek vastgesteld.
Verder geldt er binnen de Perspectief-programma’s een cofinancieringseis. De cofinancieringseis in
deze ronde geldt voor het gehele programma en niet op projectniveau. Op deze manier kunnen
wetenschappelijk goede projectinitiatieven, die niet aan de cofinancieringseis kunnen voldoen,
gecompenseerd worden door andere projecten uit hetzelfde programma met een hoge
gebruikersbijdrage. Wel dient STW hoofdfinancier te zijn bij alle individuele projecten en dient
minimaal 2/3 van de projecten individueel aan de gestelde cofinancieringseis te voldoen. De
cofinanciering wordt wel per project toegezegd en geleverd. Per programma geldt dat minimaal 15%
van de benodigde financiële middelen voor de uitvoering van het onderzoek dient te bestaan uit cash
cofinanciering door de gebruikers. Daarnaast dient per programma minimaal 30% van de totale
programmakosten (benodigde financiële middelen plus in kind bijdragen) te bestaan uit cofinanciering
door gebruikers (cash en/of in kind bijdrage). Zie bijlage 5 voor voorbeeldberekeningen.
Ongeacht of de toegezegde cofinanciering verplicht is dan wel op vrijwillige basis wordt verstrekt,
dient deze aan bepaalde criteria te voldoen om door STW als cofinanciering geaccepteerd te worden.
De criteria en een toelichting hierop vindt u hieronder. Uiteraard wordt elke vorm van cofinanciering
door STW bijzonder op prijs gesteld. Voor het willen verwerven van rechten op resultaten uit het
onderzoek – al dan niet op basis van door u geleverde cofinanciering – wordt u verwezen naar de
Algemene financieringsvoorwaarden van STW (www.stw.nl/nl/aanvrager).
Toelichting Criteria m.b.t. cofinanciering


STW gebruikt de financiële cofinanciering ter dekking van een gedeelte van de projectkosten.
STW stuurt na honorering een factuur naar gebruikers die een financiële bijdrage hebben
toegezegd. Na ontvangst wordt het geld toegewezen op het project.
STW accepteert personele inzet en materiële bijdragen als cofinanciering op voorwaarde dat
deze gekapitaliseerd worden en dat deze integraal onderdeel uitmaken van het project. Dit moet
duidelijk worden in de beschrijving en de planning/fasering van het onderzoek.
pagina 27 van 34

STW is hoofdfinancier in de projecten. Projectaanvragen waarbij de cofinanciering van de
gebruikers het bedrag ten laste van STW overschrijdt, worden niet in behandeling genomen.

STW gaat ervan uit dat verstrekkers van cofinanciering een belang hebben als gebruiker en dus
als toepasser van de onderzoeksresultaten buiten de wetenschap. Cofinanciers nemen altijd deel
aan de gebruikerscommissie.

Overheidsinstellingen kunnen diverse rollen spelen binnen STW-projecten, te weten: (1) als
onderzoekspartner (zonder recht op STW-financiering), (2) als uitvoerder van een specifieke
opdracht (conform markttarief) of (3) als gebruiker. Overheidsinstellingen kunnen als gebruiker
optreden onder dezelfde voorwaarden als private gebruikers.

De te leveren cofinanciering door gebruikers moet bevestigd worden in een steunbrief. Gebruikers
moeten in dit stadium in deze steunbrieven al duidelijk aangeven:
o waarom het onderzoeksthema en de utilisatiedoelstellingen zo belangrijk zijn voor hun bedrijf
of organisatie,
o waaruit hun bijdrage aan het beschreven thema zou kunnen bestaan – liefst al zo expliciet
mogelijk,
o dat ze zich op de hoogte hebben gesteld van het door STW gehanteerde IE-beleid en dat ze
bereid zijn zich hier onvoorwaardelijk aan te conformeren.
De steunbrief is in het Engels gesteld. Steunbrieven zijn gericht aan de programmaleider en niet aan
STW. De brieven moeten zijn ondertekend door een tekenbevoegd persoon en op briefpapier van de
cofinancier zijn geprint. Voor indiening van een programma-ontwerp is een kopie of scan van de brief
voldoende.
N.B. Harde commitments van financiële bijdragen en/of gekapitaliseerde in-kind bijdragen die
integraal onderdeel zijn van het beschreven onderzoek worden pas verwacht bij de indiening van de
programma-voorstellen op 21 mei 2015. In deze brieven moet dan expliciet de toegezegde financiële
dan wel de gespecificeerde, gekapitaliseerde materiële en/of personele bijdrage(n) worden vermeld.
De vermelde bedragen in de steunbrieven moeten corresponderen met de bedragen in de
opgevoerde begroting. STW zal na honorering van het programmavoorstel de gebruiker om een
bevestiging van de cofinanciering vragen (“bevestiging verplichting derden”) en in relevante gevallen
afspraken nader vastleggen in een overeenkomst.
Toelichting Criteria m.b.t. de in-kind (in natura) cofinanciering



Het is mogelijk dat een gedeelte van het onderzoek wordt uitgevoerd door derden. Voorwaarde is
dat de geleverde expertise in de vorm van mensuren niet reeds beschikbaar is op de
onderzoeksinstelling(en) en specifiek voor het STW-project wordt ingezet. Voor personele
ondersteuning door derden hanteert STW vaste tarieven om het aantal ingezette mensuren
(maximaal 1250 directe uren/jaar/fte) voor een senior of junior onderzoeker te kapitaliseren. Voor
de actuele tarieven zie www.stw.nl , zie ook bijlage 4 van deze brochure.
Voor toegezegde materiële middelen rekent u de kostprijs. Commerciële tarieven worden niet
geaccepteerd. Voor toegezegde apparatuur houdt u rekening met reeds gedane afschrijvingen én
de intensiteit van gebruik.
Toezeggingen in de vorm van de levering van diensten kan alleen als de dienst als
identificeerbare nieuwe inspanning kan worden gevolgd. De dienst moet niet reeds beschikbaar
zijn op de onderzoeksinstelling(en) die het onderzoek uitvoer(t)en. Het kan voorkomen dat men
reeds geleverde diensten (bijvoorbeeld een database, software of plantenlijnen) als in-kind
cofinanciering wil opvoeren. Acceptatie is in dit geval niet vanzelfsprekend. Hierover dient u
contact op te nemen met STW. In nader overleg wordt dan bepaald of voor deze levering een
concrete waarde is vast te stellen.
pagina 28 van 34
Niet toelaatbaar als cofinanciering






STW waakt voor oneigenlijke vermenging van geldstromen; cofinanciering kan nooit afkomstig
zijn uit de eerste of tweede (NWO, KNAW) geldstroom. Cofinanciering kan daardoor ook nooit
afkomstig zijn van de onderzoeksinstelling van de (mede)aanvrager(s) of van instellingen die zelf
bij STW kunnen aanvragen.
Kortingen op (commerciële) tarieven voor o.a. materialen, apparatuur en/of diensten.
Kosten m.b.t. overhead, begeleiding, consultancy en/of deelname aan de gebruikerscommissie.
Kosten voor diensten die voorwaardelijk zijn. Er mogen geen voorwaarden gesteld zijn aan de
levering van de cofinanciering. Ook mag de levering van de cofinanciering niet afhankelijk zijn
van het al dan niet bereiken van een bepaald stadium in het onderzoeksplan (bijv. go/no-go
moment).
Kosten die door STW niet worden vergoed (bijv. klinische trials, kosten m.b.t. exploitatie van de
resultaten uit het onderzoek, servicekosten apparatuur).
Kosten van apparatuur indien één van de (hoofd)doelen van de onderzoek aanvraag is
verbetering/meerwaarde te creëren van deze apparatuur.
pagina 29 van 34
Bijlage 4: Uurtarieven voor bijdragen in-kind door derden
in de vorm van mensuren
Technologiestichting STW hanteert vaste uurtarieven voor het kapitaliseren van mensuren die in-kind
als cofinanciering worden geleverd door derden c.q. ‘gebruikers’ voor alle nieuwe aanvragen van
STW-middelen.
STW accepteert twee integrale uurtarieven voor maximaal 1250 uren per jaar (tot en met 31-12-2014):

Senior onderzoeker; uurtarief van € 103, toepasbaar voor alle medewerkers met een
academische opleiding

Junior onderzoeker; uurtarief van € 74, toepasbaar voor alle medewerkers met een hbo-opleiding
Belangrijk:


In-kind bijdragen worden alleen geaccepteerd onder de voorwaarde dat het gedeelte dat door de
gebruiker wordt ingebracht integraal onderdeel is van het werkplan en als identificeerbare
inspanning kan worden gevolgd. Begeleiding, consultancy en/of deelname aan de
gebruikerscommissie vallen hier nadrukkelijk niet onder.
Gekapitaliseerde in-kind bijdragen die worden opgevoerd in de begroting moeten corresponderen
met een steunbrief waarin de toezegging van de cofinanciering en de hoogte van het bedrag door
de gebruiker wordt bevestigd. STW bepaalt of de hoogte van het genoemde bedrag acceptabel is
en stelt de definitieve hoogte van het bedrag vast.
pagina 30 van 34
Bijlage 5: Voorbeeldberekeningen cofinanciering
De minimale omvang van de STW-bijdrage per programma bedraagt M€ 2, de maximale STWbijdrage per programma bedraagt M€ 4. De maximale STW-bijdrage per project is k€ 750. Naast de
STW-bijdrage is cofinanciering door gebruikers verplicht.
In de Perspectiefronde 2014/2015 geldt de cofinancieringseis voor het gehele programma en niet op
projectniveau. Wel dient STW hoofdfinancier te zijn bij alle individuele projecten en dient minimaal 2/3
van de projecten individueel aan de gestelde cofinancieringseis te voldoen.
Het uitgangspunt is dat STW maximaal 70% van de totale programmakosten financiert en de
cofinanciering minimaal 30% van de totale programmakosten bedraagt. De cofinanciering heeft een
verplicht in cash aandeel van minimaal 15% van de benodigde financiële middelen, het resterende
deel mag bestaan uit in kind cofinanciering (Figuur 1).
De minimaal benodigde cofinanciering van 30% dient geleverd te worden door bedrijven en
instellingen die niet als aanvrager van STW-projecten kunnen optreden.
Figuur 1:
STW-bijdrage max. 70%
+
STW-bijdrage
STW-bijdrage max. 85%
cofinanciering min. 30%
cash
+
=>
Totale programmakosten
=>
Benodigde financiële middelen
In kind
verplichte cash-bijdrage min. 15%
Om te voorkomen dat bij toenemende in kind bijdragen de verplichte cash bijdrage onbeperkt
meestijgt worden de bijdragen als volgt gedefinieerd:
•
financiële bijdragen worden gebruikt ter dekking van een deel van de projectkosten en vormen
dus samen met de STW-bijdrage de benodigde financiële middelen;
•
met in-kind bijdragen worden gekapitaliseerde personele en/of materiële bijdragen van gebruikers
bedoeld.
Voorbeeldberekeningen
In deze fase (fase 2) dient u een totaal berekening uit te voeren voor het gehele programma. In fase
3 zal er een formulier Financiële Planning beschikbaar zijn dat u helpt te bepalen of uw programma
voldoet aan de bovengenoemde financieringseisen.
•
Stel u begroot de benodigde financiële middelen voor uw programma op M€ 3.0
o Indien de cofinanciering alleen uit cash bestaat dan is de verplichte cash bijdrage minimaal
30% van M€ 2, oftewel M€ 0.9. De STW bijdrage is dan maximaal 70% oftewel M€ 2.1.
o Bestaat de cofinanciering uit zowel cash als in kind, dan is de minimale cashbijdrage 15% van
de benodigde financiële middelen oftewel M€ 0.45 en draagt STW M€ 2.55 bij. De daarnaast
benodigde in kind cofinanciering is als volgt te berekenen: de M€ 2.55 van STW is maximaal
70%, de minimaal benodigde cofinanciering is dus 30/70 van M€ 2.55 oftewel M€ 1.093. Na
pagina 31 van 34
aftrek van de minimaal verplichte cashbijdrage van M€ 0.45 resteert dan een minimale in kind
bijdrage van M€ 0.643. De totale projectkosten zijn dan de benodigde financiële middelen M€
3.0 plus de in kind cofinanciering, M€ 0.643, samen M€ 3.643.
•
Stel u vraagt een project aan waarvoor de totale projectkosten (inclusief alle cofinanciering) M€
3.0 euro bedragen. In dit geval is de STW-bijdrage maximaal M€ 2.1 (70% van het totaal), de
totale cofinanciering minimaal M€ 0.9 (30% van het totaal), waarvan minimaal M€ 0.37 in cash
(15% van de benodigde financiële middelen oftewel 15/85 van de STW bijdrage). De overige M€
0.53 cofinanciering mag in kind geleverd worden.
Wij adviseren u bij onduidelijkheden contact op te nemen met de coördinatoren dr.ir. Anke
Stekelenburg (030 – 6001 314, [email protected]) of dr. Lise de Jonge (030 -6001 223,
[email protected]).
pagina 32 van 34
Bijlage 6: Uitgangspunten beleid Intellectueel Eigendom
Perspectiefronde 2014-2015

Eigendom van de onderzoeksresultaten
De eigendom van de onderzoeksresultaten van een STW-project die door de
onderzoekinstelling(en) is (zijn) gegenereerd, behoort gezamenlijk toe aan de desbetreffende
onderzoeksinstelling(en) en STW.
o De eigendom van de onderzoeksresultaten van een STW-project die uitsluitend door een
gebruiker(s) is (zijn) gegeneerd behoort toe aan de desbetreffende gebruiker(s). De
gebruiker(s) geeft (geven) STW en de onderzoekinstelling ‘freedom to operate’.
o De eigendom van de onderzoeksresultaten van een STW-project die door de
onderzoekinstelling(en) en gebruiker(s) gezamenlijk zijn gegeneerd behoort toe aan de
desbetreffende onderzoeksinstelling(en) en STW. Indien de mede-uitvindende gebruiker
meer dan 10% personele cofinanciering heeft geleverd aan het project verkrijgt deze
gebruiker een royalty-vrij niet-exclusief niet-overdraagbaar gebruiksrecht.
o Bestaande IE-rechten blijven eigendom van de rechthebbende die de IE rechten inbrengt in
het project. Deze rechthebbende geeft voor zover dit juridisch mogelijk is en er geen
zwaarwegende bedrijfseconomische bezwaren zijn, ‘freedom to operate, e.e.a. ter
beoordeling van de rechthebbende die hierin redelijk zal zijn’.
o ‘Freedom to operate’ betekent dat de eigenaar van de intellectuele eigendom licenties
verstrekt aan anderen binnen het project:

voor zover juridisch mogelijk

voor zover noodzakelijk voor het project (gratis)

voor zover noodzakelijk voor de exploitatie van (andere) onderzoeksresultaten (tegen
marktprijs)

voor zover het de redelijke commerciële belangen van de eigenaar niet schaadt.

Bescherming van de onderzoeksresultaten, geheimhouding en publicaties
STW hecht veel belang aan kennisbescherming om kennisoverdracht te realiseren. Bij toetreding
van gebruikers tot de gebruikerscommissie bij aanvang of in de loop van het onderzoek
verplichten de gebruikers zich tot geheimhouding van de onderzoeksresultaten.
Onderzoeksresultaten die niet vatbaar zijn voor IE-bescherming en waarvoor geen schriftelijke
geheimhouding (know how licentie) geldt, kunnen door alle partijen vrijelijk gebruikt worden. De
onderzoeker is verplicht eventuele uitvindingen onmiddellijk te melden aan STW. STW legt
conceptpublicaties voor aan de gebruikerscommissie voor advies over de vraag of de publicatie
naar haar oordeel een octrooieerbare vinding bevat en/of er utilisatiemogelijkheden zijn. STW kan
besluiten indien maatregelen voor kennisbescherming nodig zijn, zoals het indienen van een
octrooi, om de publicatie maximaal 9 maanden op te schorten.

Gebruiksrechten van resultaten die (deels) toebehoren aan STW en de
onderzoeksinstelling(en)
o Bijdrage 0-10%
Een gebruiker die minder dan 10 procent in natura en/of financieel bijdraagt aan de kosten
van het onderzoeksproject, krijgt als eerste informatie over de resultaten van het onderzoek.
Bedrijven kunnen tijdens het onderzoek gegenereerde onderzoeksresultaten intern, nietcommercieel gebruiken.
pagina 33 van 34
o
o
o
Bijdrage >10% - 30%: Optierecht
Een gebruiker die meer dan 10 procent in natura en/of financieel bijdraagt aan de kosten van
het onderzoeksproject, krijgt bovendien een optierecht op licentie of overdracht van de
onderzoeksresultaten die (mede)eigendom zijn van STW en de onderzoeksinstelling(en). Bij
effectuering van de optie dient voor overdracht van een exclusieve dan wel niet-exclusieve
licentie een marktprijs te worden betaald (zie hieronder). Indien meerdere gebruikers in
aanmerking komen voor een optie, wordt er een toepassingsgebied afgesproken. Indien dit
niet mogelijk is, hebben de bijdragende gebruikers samen een optie op een semi-exclusieve
licentie.
Bijdrage >30%-50%: Optierecht op een royalty-vrij niet-exclusief commercieel
gebruiksrecht
Een gebruiker die meer dan 30 procent in natura en/of financieel bijdraagt aan de kosten van
het onderzoeksproject, krijgt daarboven dezelfde rechten als de gebruiker die >10%
bijdraagt. Indien de gebruiker zijn optie effectueert heeft de gebruiker echter recht op een
royalty-vrij niet-exclusief niet-overdraagbaar commercieel gebruiksrecht.
STW of de onderzoeksinstelling(en) zullen de eerste 30 maanden na de
octrooiaanvraagdatum desgewenst de administratie van het octrooi verzorgen. Voor afloop
van deze termijn maken STW, de onderzoeksinstelling en de betreffende gebruiker
afspraken over het vervolg van de octrooiaanvraag.
Indien een of meerdere gebruikers in het project in aanmerking komen voor een optie, wordt
er een toepassingsgebied afgesproken voor de optie op een exclusieve licentie. Indien dit
niet mogelijk is, hebben de bijdragende gebruikers samen een optie op een semi-exclusieve
licentie.
In een STW-project mag de totale cofinanciering maximaal 50 procent zijn.
Het percentage wordt berekend door de totale bijdrage (in kind plus in cash) van de private
partij af te zetten tegen de STW-bijdrage plus alle in kind en in cash bijdragen.

Optellen van bijdragen van bedrijven
Bedrijven hebben de mogelijkheid hun gezamenlijke bijdragen binnen één STW-project op te
tellen, waardoor eerder een gunstig percentage wordt bereikt. De bedrijven, verkrijgen dan als
groep de bovengenoemde rechten (optierecht en/of niet-exclusief commercieel gebruiksrecht).
Om hiervoor in aanmerking te komen dienen de betreffende bedrijven dit schriftelijk aangeven. In
deze brief dient er een vertegenwoordiger (een penvoerder) aangewezen te worden die namens
de andere partijen met STW onderhandelt bij effectuering van de optie. De brief dient
ondertekend te worden door alle betrokken bedrijven. De brief wordt bij voorkeur bij de indiening
van het projectvoorstel aan STW gestuurd, doch maximaal binnen 6 maanden na honorering van
het project.

Octrooikosten
Indien de gebruiker het wenselijk acht dat er een octrooiaanvraag wordt ingediend dan geldt het
volgende:
De octrooiaanvraag wordt ingediend op naam van STW en de onderzoeksinstelling(en) waar de
vinding is gedaan.
De gebruiker betaalt de octrooikosten. De vergoeding van de octrooikosten wordt niet
meegerekend bij het berekenen van de marktprijs.
Bij meerdere licentienemers worden de octrooikosten onder hen gedeeld.
pagina 34 van 34

Licentieverlening
Het recht tot gebruik/toepassing zelf wordt verkregen door een licentie-, overdracht- of know-howovereenkomst.
Een licentieovereenkomst of overdrachtsovereenkomst bevat in ieder geval afspraken over:
o (non-)exclusiviteit
o royaltyvrije onderzoek- en onderwijslicentie voor STW en de onderzoeksinstelling(en)
o marktconforme vergoeding (m.u.v. de royalty-vrije niet-exclusieve licentie bij bijdrage >30%)
o anti-ijskastbeding of inspanningsverplichting tot toepassing of commercialisatie
o rapportage verplichtingen
o vrijwaring van aansprakelijkheid van STW en de kennisinstelling(en)
o marktprijs + kortingsregeling
o De marktprijs wordt bepaald in onderhandeling en de onderhandeling wordt
gedocumenteerd. Bij de bepaling van de vergoeding kan gebruikt worden gemaakt van de
zogenaamde ‘market based approach’ (marktvergelijking); ‘income based approach’ (welke
inkomsten worden verwacht) en de ‘cost based approach’ (wat heeft het gekost om tot het
onderzoeksresultaat te komen). Ook kan gebruikt worden gemaakt van een onafhankelijk
expert of een mix van bovengenoemde methoden. De gebruiker krijgt een korting op de
marktconforme vergoeding gerelateerd aan de hoogte van de geleverde bijdrage aan de
kosten van het onderzoeksproject.
o Inkomsten uit overdracht of licentie gaan naar onderzoeksinstellingen voor verder onderzoek.