1 Vacature: opvoedbestuurder gezocht m/v Sardes maakt zich hard

Download Report

Transcript 1 Vacature: opvoedbestuurder gezocht m/v Sardes maakt zich hard

Vacature: opvoedbestuurder gezocht m/v
Sardes maakt zich hard voor een gelijke benadering van opvoeders. Nog te vaak worden alleen
moeders aangesproken op de opvoeding van de kinderen. Het is in het belang van het kind dat alle
verzorgers zich betrokken voelen bij de opvoeding. Het aanspreken van alle opvoeders (moeder,
vader, opa, oma) draagt hier aan bij. Wij gaan er van uit dat niet alleen de moeder in staat is om
alle ouderschapsrollen te vervullen, maar dat vaders en andere verzorgers (opa, oma) dit ook
kunnen én vaak ook doen. In dit essay onderbouwen we deze visie door te kijken naar de rollen en
taken die volgens de literatuur onder het ‘ouderschap’ vallen. We onderzoeken vervolgens of
bepaalde taken specifiek zijn weggelegd voor de man of voor de vrouw. Of hebben we deze
aannames zelf gecreëerd?
Er zijn de afgelopen dertig jaar veel publicaties verschenen over vaders, vaderschap en de
betrokkenheid van vaders bij de opvoeding van hun kinderen. Tot de jaren tachtig onderzocht men
met name in hoeverre de vader aan- of afwezig is in het gezin. Het ging daarbij om de uren die een
vader in directe interactie met zijn kind doorbracht (o.m. Lamb, 2000 en Pleck, 2012). Inmiddels
wordt vanuit een bredere invalshoek naar het vaderschap gekeken. Eén belangrijk aspect is echter
hetzelfde gebleven: de zorg over de mate waarin de vader als ouder participeert.
Soorten betrokkenheid
Het ouderschap en de vormen waarin zich dat uit hebben meerdere aspecten. Zo zijn er de
processen die ouders met hun kind doorlopen en zijn er verschillende attitudes ten aanzien van
ouderschap. Ook kunnen we verschillende visies op ouderschap onderscheiden: antropologisch,
sociologisch, psychologisch, evolutionair en ecologisch.
Een manier om betrokkenheid van ouders te definiëren, vinden we bij Lamb (2000), die veelvuldig
onderzoek deed naar vaderbetrokkenheid. Hij onderscheidt drie componenten van betrokkenheid.
De manieren waarop ouders zich bezighouden met hun kinderen verdeelt Lamb onder in: interactie,
beschikbaarheid en verantwoordelijkheid. Onder ‘verantwoordelijkheid’ valt onder meer de
‘managerial function’ ofwel de bestuurdersfunctie. Dit type betrokkenheid is het moeilijkst te
definiëren en daarom des te interessanter om eens nader te beschouwen.
Bestuurdersfunctie
Lamb beschrijft de bestuurdersfunctie als de wijze waarop ouders het leven van hun kind
organiseren: afspraken met de dokter, sport na school, speelafspraken, wie er wanneer voor het kind
zorgt en wie hem ophaalt. De ouder draagt zorg voor de relatie tussen het kind en de omgeving en is
daarmee verantwoordelijk voor het grootste deel van de sociale interactie. Zeker als het gaat om
jonge kinderen houdt deze rol bijvoorbeeld ook in dat de ouder de interactie met vriendjes in de
gaten houdt.
De bestuurdersfunctie houdt méér in dan ‘meehelpen of bijspringen’. Het houdt in dat de ouder
bepaalt en organiseert wat er wanneer en met wie moet worden gedaan. De bestuurdersfunctie
behelst eigenlijk de organisatie van de hele dag, vanaf het moment waarop de kinderen wakker
worden, totdat zij s’ avonds hun ogen weer sluiten. Of zoals Lamb het benoemt: ‘The most important
1
of all inasmuch as it reflects the extent to which the parent takes ultimate responsibility for the child’s
welfare and care.’
24/7 Job
De bestuurdersfunctie is lastig te meten, omdat ouders deze taken vaak niet in interactie met hun
kind uitvoeren. De zorg (en soms de stress) van ouders rondom deze verantwoordelijkheid is lastig
uit te drukken in cijfers of uren (Lamb, 2000). Was dit in tijd uit te drukken, dan zou het aantal uren
waarschijnlijk ‘off the charts’ hoog zijn. Ouders besteden hier tijd aan tussendoor op het werk,
tijdens het boodschappen doen, in de trein en - herkenbaar voor veel ouders - ’s nachts in bed als ze
de beruchte ‘to do-lijstjes’ maken.
Juist deze belangrijke bestuurdersfunctie wordt vaker door moeders vervuld dan door vaders, blijkt
uit onderzoek. Zowel als de kinderen jong zijn als wanneer ze ouder worden, nemen moeders dit
soort ‘bestuurderstaken’ vaker op zich (Parke, 2000). In de thuisomgeving lijkt het organiseren van
het leven van het kind een domein te zijn van de vrouw, aldus Parke. Mannen zouden minder goed
inzien wat er nodig is en wachten af tot de vrouw hen dirigeert om bepaalde taken uit te voeren.
Sekse buiten beschouwing
Uit experimenteel onderzoek blijkt dat mannen en vrouwen even goed in staat zijn om
bestuurderstaken binnen de opvoeding te vervullen, vervolgt Parke. Vrouwen zijn van nature dus
niet per se betere bestuurders dan mannen. Was dat wel het geval, dan zou dat een mooi argument
zijn om meer vrouwen in de top van het bedrijfsleven te krijgen!
Wat houdt mannen dan tegen om in de opvoeding bestuurderstaken op zich te nemen? Of wat
maakt dat vrouwen deze taken vaker oppakken? Heeft dit te maken met het geslacht van de ouder
of spelen hier (ook) andere factoren een rol? Wat doet het met ons (en met onze
onderzoeksresultaten) als wij bij voorbaat uitgaan van de verschillen tussen mannen en vrouwen?
Wat zien we als we deze blauwe/roze bril afzetten en op zoek gaan naar andere oorzaken van
verschillen in opvoedingsstijl of opvoedingstaken?
Tijd
Het is interessant om onderzoek (zoals dat van Parke) opnieuw uit te voeren en de verschillen (nog)
niet toe te schrijven aan het feit dat de ouder een man of vrouw is. In plaats daarvan zouden we
kunnen zoeken naar verschillen die ontstaan door de hoeveelheid tijd die de ouder aan de opvoeding
besteedt. Juist bij de bestuurderstaken gaat het er waarschijnlijk om wie de meeste tijd in de
opvoeding kan steken, ongeacht of het de vader is of moeder. Immers, de persoon die het kind het
vaakst ophaalt van school, maakt ook de speelafspraken met andere ouders die op het schoolplein
staan. Deze ouder weet daardoor wanneer hij/zij tijd heeft voor de tandarts of een tenniswedstrijd.
En terwijl de ouder op het schoolplein staat, wordt hij/zij ook nog even aangeschoten om het
schooluitje te begeleiden. Voor je het weet, is de opvoedbestuurder geboren. Twee samenwerkende
bestuurders hebben een grotere uitdaging om zaken goed op elkaar af te stemmen dan wanneer één
bestuurder de touwtjes in handen heeft. De bestuurder die het meeste aanwezig is, zal steeds meer
taken naar zich toetrekken en toegeschoven krijgen.
Een eerlijke start
2
Onze hypothese is dat de kans groot is dat de vrouw, die van begin af aan de meeste tijd doorbrengt
met haar kind, sneller in de bestuurdersfunctie terecht zal komen. Tijdens haar zwangerschapsverlof
besteedt de vrouw al meer tijd aan bestuurderstaken dan de man. Na de geboorte heeft zij minstens
tien weken om zich haar taken eigen te maken, terwijl de man hiervoor op dit moment slechts twee
en binnenkort vijf dagen heeft. Er is dus sprake van een valse start.
Een eerlijke start bij de loopbaan van ouders levert een belangrijke bijdrage aan een gelijke verdeling
van opvoedingstaken. Ondanks het schrikbarend geringe aantal verlofdagen voor vaders, is minister
Asscher dezelfde mening toegedaan. In een interview met Eva Jinek zegt hij dat vaders die vanaf het
prille begin meer betrokken zijn bij de opvoeding, later ook zullen zoeken naar een betere verdeling
tussen werken en opvoeden.
Aan de slag
Het begint met de bewustwording van een ongelijke benadering van mannen en vrouwen. Daarmee
vallen ineens allerlei (soms subtiele) boodschappen op. Spreekt de bibliotheek in de uitnodiging voor
een activiteit alle verzorgers aan? Hoe reageert het consultatiebureau als de vader met zijn kind op
het spreekuur komt? Kunnen alle, ook buitenshuis werkende, ouders naar activiteiten voor ouders
van jonge kinderen (babymassage, muziek op schoot)? Vragen we of de grootouders komen
oppassen of vragen we alleen naar de ‘oppasoma’?
Een volgende stap zou zijn om niet mee te gaan in een ongelijke benadering en vraagtekens te
plaatsen bij algemeen gedeelde ‘volkswijsheden’, zoals ‘Vaders zijn minder sensitief met baby’s dan
moeders’ of: ‘ We kunnen er niets aan doen dat er geen vaders naar de inloop komen, want ze
moeten nu eenmaal werken.’ Door ons iedere keer bewust te zijn van sekseafhankelijke
boodschappen en deze aan de kaak te stellen zetten we stappen op de weg naar een eerlijke
verdeling van opvoedingstaken. Een gelijke betrokkenheid bij de opvoeding is in ieders belang: het
belang van het kind, van de moeder, de vader en van andere opvoeders.
Platform Zorgend Ouderschap
Ook het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap ziet het belang van een eerlijke verdeling
van opvoedingstaken. Sardes heeft daarom subsidie gekregen om samen met het werkveld rondom
het jonge kind te werken aan een ‘sekseneutrale’ communicatie met ouders. Begin november start
het Platform Zorgend Ouderschap waar een aantal overkoepelende organisaties zich hard gaat
maken voor een gelijke benadering van alle verzorgers van het jonge kind. Het doel is dat
professionals en opvoeders zich ervan bewust worden dat het belangrijk is om de hele omgeving te
betrekken bij de opvoeding en dat professionals zich niet (meer) uitsluitend richten tot de moeder.
Tot slot
De vrouw neemt één van de belangrijkste functies van ouders, namelijk de opvoedbestuurlijke
functie, vaker op zich dan de man. We hebben gezocht naar sekseneutrale redenen om de
verschillen in ouderbetrokkenheid van vaders en moeders te verklaren. Door te kijken buiten de
kaders van het geslacht, kunnen interessante inzichten ontstaan. En nog belangrijker: deze inzichten
kunnen we inzetten bij het bewerkstelligen van een gelijke taakverdeling tussen man en vrouw in de
opvoeding van kinderen.
3
Wij houden u op de hoogte via de site van Sardes (www.sardes.nl), maar bent u tussendoor
benieuwd naar de ontwikkelingen, dan kunt u contact opnemen met Maryse Nijhof-Broek
([email protected]), Karin Hoogeveen ([email protected]) of Hester Fukkink
([email protected]).
Literatuur
Lamb, M. E. (2000). The History of Research on Father Involvement. Marriage & Family Review, 29,
23-42.
Parke, R. D. (2000). Father Involvement. Marriage & Family Review, 29, 43-58.
Pleck, J. H. (2012). Integrating Father Involvement in Parenting Research. Parenting: Science and
Practice, 12, 243-253.
4