RIB Persoonsgebonden budget (Pgb)

Download Report

Transcript RIB Persoonsgebonden budget (Pgb)

gemeente Eindhoven
Raadsnummer 14R6102
Inboeknummer
14bst01779
Dossiernummer
14.49.801
2 december 2014
Raadsinformatiebrief
Onderwerp: Persoonsgebonden budget (Pgb).
Inleiding
Met deze raadsinformatiebrief informeert het college de Raad over het Pgb beleid zoals dit zal
worden opgenomen in de nog vast te stellen Nadere Regeling Sociaal Domein. Input voor deze
raadsinformatiebrief vormt de uitgangspuntennotitie Pgb 2015 (zie bijlage 1). De
uitgangspuntennotitie Pgb 2015 is tot stand gekomen op basis van een brainstormsessie met
cliëntenorganisaties, leden van de participatiecommissie en vertegenwoordigers van Per Saldo
(belangvereniging voor mensen met een Pgb), ambtelijk voorbereiding en een presentatie aan
de commissie Maatschappelijke Ontwikkelingen op 11 november 2014.
Eigen kracht en eigen regie van burgers zijn belangrijke pijlers van de systeeminnovatie
WIJEindhoven. Het Pgb is een uitermate geschikt instrument om de eigen kracht en zelfregie tot
uiting te laten komen, maar ook om doelmatig individueel maatwerk te organiseren. De
gemeente Eindhoven kiest dan ook voor een positief Pgb-beleid.
Dit betekent concreet dat we:
b kiezen voor een stimulerend beleid dat het gebruik en de werking van Pgb’s bevordert. Het
Pgb is een volwaardig alternatief voor de gecontracteerde ZIN;
b uitgaan van individueel maatwerk: De WIJgeneralist kijkt samen met de burger wat in
zijn/haar situatie de best passende oplossing is;
b bewoners ondersteunen bij verschillende onderdelen van het Pgb-proces bijvoorbeeld door
onafhankelijke, informele cliëntondersteuning;
b werken met reële Pgb-tarieven die toereikend zijn om effectieve en kwalitatief goede
zorg/ondersteuning in te kopen;
b de administratieve lasten willen beperken door zoveel mogelijk uit te gaan van vertrouwen
in de budgethouder;
b zorgen voor duidelijke, eenduidige communicatie over het Pgb;
b het bestaande gemeentelijke Pgb beleid voor de huidige Wmo producten (behoudens het
trekkingsrecht) ongewijzigd doorvoeren in 2015;
b 2015 zien als een overgangsjaar waarin we samen met de stad, budgethouders en de
WIJgeneralisten en de Raad het Pgb-beleid verder willen ontwikkelen.
Volwassenen, jeugdigen en hun ouders moeten op grond van de Jeugdwet en WMO 2015,
onder voorwaarden kunnen kiezen voor een persoonsgebonden budget (Pgb) in plaats van zorg
in natura (ZIN). Gemeenten hebben daarbij de beleidsruimte om te komen tot een Pgb-beleid
dat aansluit bij de lokale situatie.
Onderstaande tabel geeft een overzicht van de gemeentelijke (wettelijke) taken als gevolg van
Wmo 2015 en de jeugdwet per 1 januari 2015 en waarvoor een Pgb mogelijk is.
Raadsnummer 14R6102
Wmo 2007
Wmo 2015 & Jeugdwet
Pgb mogelijk voor alle Wmo voorzieningen Alle huidige Wmo voorzieningen PLUS:
b Hulp bij het Huishouden (789 cliënten*) b Begeleiding (individueel & groep),
b Woonvoorziening (bijv. traplift) (4)
kortdurend verblijf, Beschermd wonen
b Vervoersvoorziening (rolstoel,
(ZZP GGZ C), Behandeling, Persoonlijke
scootmobiel, fiets) (17)
verzorging (5%) (869 cliënten + 237 BW)
b Onderhoud/reparatie rolstoel/
b Alle jeugdhulp (behalve JB, JR, gesloten
vervoersvoorziening (80)
accommodatie met machtiging; deze zijn
wettelijke uitgesloten): begeleiding,
* cijfers 2013
specialistische behandeling, GGZ,
persoonlijke verzorging, kortdurend
verblijf, beschermd wonen (566 cliënten)
* Cijfers 2012
We willen het gebruik van Pgb’s bevorderen, maar tegelijkertijd willen we dat bewoners die
kiezen voor een Pgb zich bewust zijn van de verantwoordelijkheden die hierbij komen kijken, en
dat ze deze verantwoordelijkheden ook kunnen en willen dragen. Aan het verstrekken van een
Pgb zijn wettelijke bepalingen verbonden die dit onderschrijven. Zo staat in de Wmo 2015 en
Jeugdwet dat gemeenten de aanvrager (en bij minderjarigen ook de ouders of verzorgers) altijd
dient te informeren over de mogelijkheid voor een PGB. Daarbij is wettelijk bepaalt dat de
aanvrager op eigen kracht voldoende in staat moet zijn om de aan Pgb verbonden taken op
verantwoorde wijze uit te voeren. Daarnaast moet een aanvrager zich gemotiveerd op het
standpunt stellen dat hij het Pgb wenst (Wmo) of dat het natura aanbod niet passend is
(Jeugdwet). En ten slotte, dient de kwaliteit van de in te kopen voorziening gegarandeerd te
zijn.Voor professionele jeugdhulpaanbieders gelden een aantal wettelijke kwaliteitscriteria
(uitgezonderd voor leden van het sociaal netwerk). In het geval van de Wmo 2015 is de cliënt
zelf verantwoordelijkheid voor de kwaliteit van de geleverde ondersteuning.
Met het invoeren van een Pgb plan wil het college het voorgaande waarborgen.
Zowel in de Jeugdwet als de Wmo is een overgangsperiode van maximaal 1 jaar of 5 jaar voor
beschermd wonen opgenomen voor cliënten die ondersteuning gebruiken die per 2015
overkomt naar de gemeente. Voor de duur van deze overgangsperiode behouden cliënten hun
huidige indicatie, tenzij deze eerder afloopt. Voor de herindicaties wordt een (tijdelijk)
generalistenteam opgezet. Het overgangsrecht geldt niet voor voorzieningen die onder
WMO2007 zijn verstrekt. Deze blijven in stand tot einde indicatie. Daarna geldt het nieuwe
regime.
Wat het per 1 januari 2015 in te voeren (wettelijke) trekkingsrecht Pgb betekent voor de cliënt
geeft de onderstaande tabel weer.
Huidige Pgb proces
PGB op rekening budgethouder
Budgethouder betaalt zorgverleners
Controle achteraf
Pgb via trekkingsrecht
PGB op rekening SVB
SVB betaalt zorgverleners
Controle vooraf
Overzicht op besteding budget
Het verstrekken van eenmalige Pgb’s wordt in 2015 door het SVB terug gemandateerd aan de
gemeenten. Als voorwaarde bij het trekkingsrecht geldt dat de cliënt een zorgovereen-komst
heeft met zijn/haar zorgverlener die is goedgekeurd door de gemeente.De eigen bijdrage Wmo
2015 wordt per 1 januari 2015 niet meer ingehouden op het Pgb, maar door het CAK opgelegd.
Dit geldt ook bij een ouderbijdrage in het kader van de Jeugdwet.
Raadsnummer 14R6102
Naast de wettelijke bepalingen regelt de verordening sociaal domein op een aantal punten het
Pgb. Zo legt het college in de Nadere Regeling Sociaal Domein de hoogte van de Pgb tarieven
vast. In het overgangsjaar 2015 hanteert het college de volgende tarieven:
1.
De pgb-tarieven voor begeleiding individueel, dagbesteding, kortdurend verblijf, langdurig
verblijf voor kinderen met een (licht) verstandelijke beperking en persoonlijke verzorging
zijn gebaseerd op de door het zorgkantoor in 2014 voor de AWBZ gehanteerde maximum
pgb-tarieven voor het inschakelen van (een) medewerker(s) in loondienst bij een
zorgaanbieder.
2.
3.
4.
De hoogte van het pgb zoals aangegeven in het eerste lid, bedraagt maximaal:
a. 85% van de daarin bedoelde tarieven voor het inschakelen van een zelfstandige
zonder personeel
b. 50% van de daarin bedoelde tarieven voor het inschakelen van ondersteuning uit het
sociaal netwerk en is bij kortdurend verblijf maximaal € 30,- per etmaal en voor de
overige individuele voorzieningen maximaal € 20,- per uur. Als het opnemen van
zorgverlof door een persoon uit het sociaal netwerk tot de mogelijkheden behoort is dit
voorliggend.
De pgb-tarieven voor individuele voorzieningen, die niet onder het eerste lid vallen,
bedragen maximaal:
a. 100% van de door het college met de zorgaanbieders gecontracteerde
tarieven bij het inschakelen van (een) medewerker(s) in loondienst bij een
zorgaanbieder;
b. 85% van de door het college met de zorgaanbieder gecontracteerde
tarieven bij het inschakelen van een zelfstandige zonder personeel;
c. 50% van de door het college met de zorgaanbieder gecontracteerde tarieven bij het
inschakelen van ondersteuning uit het sociaal netwerk. Als het opnemen van zorgverlof
door een persoon uit het sociaal netwerk tot de mogelijkheden behoort is dit
voorliggend.
De maximum pgb-tarieven genoemd in het eerste lid, tweede lid, aanhef onder a en b en
derde lid aanhef onder b en c gelden als norm. Het college kan het pgb-tarief verhogen,
indien de jeugdige of zijn ouder(s) aantoont dat het tarief ontoereikend is om een
individuele voorziening in te kopen.
Het college hanteert het standpunt dat het Pgb aan de inkoop van zorg en ondersteuning dient
te worden besteed. Dit betekent dat kosten als gevolg van administratie, (in principe)
bemiddeling, coördinatie, feestdagenuitkering en verantwoordingsvrij bedrag niet ten lasten
mogen worden gelegd van het Pgb-budget. Het college maakt een uitzondering als er sprake is
van einde Pgb buiten de schuld van de budgethouder om, bij overlijden. Dan mag maximaal één
volledig maandsalaris (zoals is vastgesteld in de zorgovereenkomst) ter compensatie van het
verlies van inkomsten van de particuliere zorgverlener betaald worden.
Door de Wmo 2015 is de gemeente per 1 januari 2015 ook verantwoordelijk voor beschermd
wonen. Eindhoven is centrumgemeente voor 14 gemeenten en regelt in deze rol de toegang tot
beschermd wonen. Hierover maken de gemeenten onderlinge afspraken.
Ter inzage gelegde stukken
- uitgangspuntennotitie Pgb 2015
- Tarieventabel 2014
- Toekenningstabel 2014
Burgemeester en wethouders van Eindhoven,
secretaris