20140923 Veelgestelde vragen trekkingsrecht PGB

Download Report

Transcript 20140923 Veelgestelde vragen trekkingsrecht PGB

Trekkingsrecht PGB gemeenten ISD-Bollenstreek
Taken van de AWBZ (Rijk) naar de Wmo (gemeente). Wat verandert er?
Vanaf 2015 gaan gemeenten taken uitvoeren die nu nog onder de AWBZ vallen:
onder andere de onderdelen begeleiding, dagbesteding, kortdurend verblijf. Ook
het vervoer dat met begeleiding samenhangt, gaat naar de gemeente. Deze taken
gaan voor cliënten boven de 18 jaar per 1 januari 2015 naar de Wet
maatschappelijke ondersteuning (Wmo). Alle zorg/hulp voor mensen jonger dan 18
jaar gaat ook naar gemeenten (Jeugdwet).
De AWBZ verdwijnt en gaat over in de Wet langdurige Zorg en is dan alleen nog
bedoeld voor zwaarste zorg. Een deel van de AWBZ, de verpleging en persoonlijke
verzorging, gaat naar de zorgverzekeraar, dus niet naar gemeenten. Dat betekent
dat ook de PGB’s voor begeleiding, dagbesteding en kortdurend verblijf de
verantwoordelijkheid van gemeenten worden.
Blijft het PGB bij huishoudelijke hulp bestaan?
Mag een PGB bij huishoudelijke hulp worden ingezet om familieleden of
mantelzorgers te betalen?
De gemeente gaat ook over het persoonsgeboden budget in de Wmo en Jeugdwet.
Gemeenten blijven cliënten de keuze bieden tussen hulp in natura en het
persoonsgeboden budget. In de regelgeving is een aantal voorwaarden opgenomen
waaraan mensen die een PGB willen, moeten voldoen en waarop gemeenten
kunnen toetsen.
Ja, het PGB blijft bestaan. De nieuwe wet, Wmo 2015, stelt een aantal voorwaarden
aan het geven van een PGB vanaf 1-1-2015. Voor nieuwe aanvragen geldt dat u een
‘plan’ moet opstellen. Verder zal de uitbetaling van uw PGB per 1 januari 2015
veranderen . U krijgt het geld niet meer op uw rekening, maar de gemeente maakt
het budget over aan de SVB(Sociale Verzekeringsbank). De SVB betaalt de facturen
van de zorgverleners. Dit wordt trekkingsrecht genoemd. (zie verder bij
‘trekkingsrecht’).
Overeenkomstig de nieuwe wet, Wmo 2015, zal het uitgangspunt zijn dat het PGB
voor niet-professionele zorgverleners beperkt zal blijven tot die gevallen waarin dit
aantoonbaar tot betere en effectievere ondersteuning leidt. Het belang van de
cliënt staat hierbij centraal.
Is de PGB-regeling in de Wmo-2015 hetzelfde als in de Jeugdwet?
In grote lijnen zijn de wettelijke bepalingen over het PGB in het wetsvoorstel Wmo
2015 en de Jeugdwet hetzelfde. Wel zijn er enkele verschillen. Een ervan is dat voor
de Jeugdwet er een aantal landelijke kwaliteitseisen gelden voor jeugdhulp
ingekocht met een PGB bij een jeugdhulpaanbieder.
Kwaliteitseisen professionals
De kwaliteitseisen die in de Wmo gelden voor ondersteuning in natura kunnen niet
één op één worden toegepast op het PGB. De budgethouder heeft hier zelf de regie
over de ondersteuning die hij met het PGB contracteert. Bij het beoordelen van de
kwaliteit weegt de gemeente mee of de diensten, hulpmiddelen,
woningaanpassingen en andere maatregelen in redelijkheid geschikt zijn voor het
doel waarvoor het PGB wordt verstrekt.
Kwaliteitseisen netwerk (niet-professionele hulpverleners)
De budgethouder heeft zelf de regie over de ondersteuning die hij met het PGB
inkoopt. Daarmee heeft hij ook de verantwoordelijkheid voor de kwaliteit. Voor
professionals is voorgesteld wel een toetsingskader te hanteren. Bij nietprofessionele hulpverleners is een dergelijk toetsingskader niet realistisch en niet
wenselijk. Belangrijk is wel dat, wanneer de hulp of ondersteuning, door een nietprofessional wordt geleverd, deze wel veilig is en in het belang van de cliënt. Hierop
moet worden getoetst.
Binnen het pgb geldt als voorwaarde dat de cliënt in staat moet zijn regie te
voeren over de situatie (inclusief beheer PGB). Kan de regiefunctie worden
overgenomen door mantelzorger, curator of mentor?
Ja, de cliënt mag ook ondersteund worden door een formele vertegenwoordiger of
iemand uit het eigen sociale netwerk.
Het ‘regie voeren’ houdt in dat mensen een plan moeten kunnen opstellen, kunnen
motiveren waarom zij een PGB willen, waarom hulp in natura niet passend is ,
opdrachtgever/werkgever kunnen zijn etc.
PGB en de gemeente
Kan mijn gemeente een PGB weigeren als ik beargumenteer dat zorg in natura
voor mij niet geschikt is (jeugd), of waarom ik een PGB wil (Wmo)?
Mag het bedrag voor zorg in natura gehanteerd worden als maximum PGB?
Is de gemeente verplicht om altijd een zorg in natura (ZIN) optie te hebben naast
het PGB, ook voor bijvoorbeeld woningaanpassingen, waarvoor voorheen een
forfaitaire vergoeding gold?
Hoe zit het met mijn eigen bijdrage?
Nee, dat kan niet alleen op basis van de motivering, maar het besluit om wel of niet
een PGB te verstrekken wordt bij iedere aanvraag afgewogen en wordt mede
bepaald door de individuele situatie. Indien een gemeente weigert de
maatwerkvoorziening in de vorm van een PGB te verstrekken, dan staat dit besluit
open voor bezwaar en beroep.
Gemeenten kunnen een PGB toekennen tot maximaal de kosten van een
verstrekking in natura. Cliënt kan het overige deel van de kosten eventueel zelf
bijleggen.
Dit onderdeel is nog niet goed uitgewerkt en bekend.
Voor de Wmo maatwerkvoorziening, verstrekt als ZIN (zorg in natura) of PGB wordt
een eigen bijdrage gevraagd. Voor rolstoelen geldt geen eigen bijdrage. Voor
woningaanpassingen geldt voor 18- wel een eigen bijdragen (voor de
ouders/verzorgers)
Alle eigen bijdragen worden per 2015 ‘bruto’, wat wil zeggen dat de eigen bijdrage
niet meer vooraf op het PGB worden ingehouden (zoals nu in de AWBZ)).
Het vaststellen en de inning van de eigen bijdrage doet het CAK.
Alle budgethouders krijgen per 2015 een factuur voor de eigen bijdrage van het
CAK. Het PGB dat mensen krijgen moet dus besteed worden aan ondersteuning en
niet aan het betalen van de eigen bijdrage. Voor de Jeugdwet is geen eigen bijdrage
(alleen dus bij woningaanpassing.). Gemeenten zullen de hoogte van het PGB
doorgeven aan het CAK, zodat het CAK de eigen bijdrage bij u in rekening kan
brengen.
Kan de gemeente nadere regels stellen die een PGB voor het sociale netwerk
uitsluiten?
Aan de inzet van het netwerk worden wel voorwaarden verbonden
Voorstel voorwaarden aan inzet netwerk
Ondersteuning kan alleen met PGB worden geboden
Als iemand vanuit het netwerk de ondersteuning gaat bieden, moet dat gepaard
gaan met een wijziging in de bestaande situatie, omdat uit het gesprek/plan blijkt
dat vanuit de bestaande situatie de inzet van het sociale netwerk ontoereikend is.
Er is dus extra inzet nodig.
De inzet van het sociaal netwerk is aantoonbaar beter, belang zorgvrager centraal
Het uitgangspunt is dat het PGB voor niet-professionele zorgverleners beperkt moet
blijven tot die gevallen waarin dit aantoonbaar tot betere en effectievere
ondersteuning leidt. Het belang van de cliënt staat hierbij centraal. Het gaat om
argumenten zoals:
- zorgcontinuïteit: partner of ouder kan zorgen voor permanent toezicht. Een
professional kan dit niet
- emotionele binding: partner, ouder of andere familie/kennis heeft een
emotionele band, die bijdraagt aan de effectiviteit van de ondersteuning/hulp
- veiligheid: hulp of zorg in de eigen leefomgeving door ouder, partner of andere
familie/kennis is vertrouwd en veilig en draagt daarmee bij aan de doelen in het
plan
- praktische reden: partner of ouder kan taken flexibel combineren die anders
door meerdere professionals op verschillende tijdstippen/locaties worden
uitgevoerd.
Ondersteuning/jeugdhulp moet passend, adequaat en veilig zijn
Als iemand vanuit het sociale netwerk de ondersteuning/jeugdhulp gaat bieden,
moet diegene wel de juiste competenties en expertise hebben:
- bereidheid tot het volgen van trainingen/cursussen waar nodig
- bereidheid tot samenwerken met professionals waar nodig
- de inzet mag niet leiden tot overbelasting. Tijdig aan de bel trekken indien
nodig.
Ieder half jaar moet een gesprek kwalitatief inzicht geven in de geboden
ondersteuning. Wanneer specialistische ondersteuning/jeugdhulp nodig is, is het de
vraag of deze expertise binnen het netwerk aanwezig is. Dat moet dan goed worden
onderzocht.
Netwerk moet zich bewust zijn van de consequenties
De persoon die vanuit het netwerk ondersteuning/jeugdhulp biedt moet zich
bewust zijn van de verantwoordelijkheid die hij, mogelijk langdurig, op zich neemt.
Vraag die daarbij gesteld moet worden is, kan de degene die de hulp levert een keer
overslaan als hij ziek is of op vakantie gaat, en hoe wordt de hulp dan geleverd?
Geen PGB bij onvoldoende opvoedvaardigheden of dreigende overbelasting
Wanneer jeugdhulp/ondersteuning wordt ingezet in situaties waarin sprake is van
onvoldoende opvoedvaardigheden of bij (dreigende) overbelasting, kan geen pgb
worden ingezet voor het netwerk. Het is aan de professional om dit te beoordelen.
Het gaat bij een PGB altijd om een maatwerk / individuele voorziening: dan is er al
eerder bij de aanvraag onderzocht of er sprake is van ‘gebruikelijke hulp’ en of inzet
van het eigen netwerk mogelijk is. Indien dit niet aanwezig is kan een
maatwerkvoorziening aangevraagd worden en dus een PGB.
PGB trekkingsrecht en het SVB
Wat is trekkingsrecht?
Wat merk ik van deze verandering?
U regelt uw eigen hulp. Alleen krijgt u uw budget niet meer op uw eigen
bankrekening. Uw budget wordt door de gemeente onder uw naam op de rekening
van de SVB gestort. U moet uw facturen opsturen naar de SVB. De SVB betaalt de
hulpverlener.
 Nieuw is dat u vooraf een plan moet maken. Ook moeten budgethouders
(zorg)overeenkomsten afsluiten met de hulp/zorgverleners (dit is voor AWBZ
cliënten niet nieuw).
 De gemeente moet akkoord geven op uw plan en de (zorg)overeenkomsten.
 Budgethouders moeten hun arbeidsovereenkomst opsturen naar de SVB
 Na goedkeuring regelt u uw ondersteuning zoals u dat wilt, conform uw plan.
 U kunt uw bestaande PGB-rekening opheffen. Uw hulpverleners worden per 1
januari betaalt door de SVB uit uw budget wat bij de SVB staat.
 Als budgethouder heeft u altijd inzicht in uw bestedingen.
Hoe werkt het trekkingsrecht?
Waarom is er gekozen om het trekkingsrecht landelijk bij één instantie te
beleggen? En waarom bij de Sociale Verzekeringsbank?
Gaan huidige PGB-houders ook per 1 januari 2015 over naar de SVB of loopt de
betaling van deze pgb’s nog via de oude regeling?
Waar kan ik terecht als er iets mis gaat met de betaling?

Dit jaar vraagt de SVB bij alle budgethouders Wmo en Jeugd de
(zorg)overeenkomsten op. U krijgt hierover een brief van de SVB
 Per 1-1-2015 stuurt u de SVB de betaalopdrachten. Deze moeten aansluiten bij
de gemaakte afspraken in de (zorg)overeenkomst.
- Van zorgverleners die u betaalt per factuur, stuurt u de factuur op naar de
SVB.
- Van zorgverleners die u voor wisselende uren inzet, stuurt u de werkbriefjes
naar de SVB.
- Voor hulpverleners die u met een vast bedrag uitbetaalt, geeft u een
betaalopdracht voor een bepaalde termijn. De SVB hanteert standaard
betaaldagen.
 U hebt / krijgt inzicht in het uitgegeven budget en het nog resterende bedrag.
 Aan het eind van elk kalenderjaar stuurt de SVB een totaaloverzicht van alle
betalingen die namens u zijn gedaan. Dit overzicht gaat ook naar de gemeente,
en dient daar als verantwoording.
 De SVB meldt bij de Belastingdienst welke betalingen vanuit uw PGB zijn
gedaan per hulpverlener.
 Het PGB dat aan het einde van het jaar niet besteed is wordt door de SVB
teruggestort naar de gemeente.
Om redenen van uniformiteit, doelmatigheid en gecoördineerde aanpak van fraude
vindt de regering het noodzakelijk om de uitvoering van het trekkingsrecht centraal
te beleggen bij één organisatie, de Sociale Verzekeringsbank (SVB).Het beleggen van
deze taak bij de SVB heeft belangrijke voordelen. De SVB heeft al jaren ervaring met
het persoonsgebonden budget doordat ze voor 30.000 budgethouders de
salarisadministratie verzorgt die volgt uit de rol van de budgethouder als werkgever
en opdrachtgever.
Per 1 januari 2015 zullen alle betalingen van alle PGB-houders via de SVB lopen,
behalve voor de PGB’s uit de ZvW (Zorgverzekering)
Bij de helpdesk van de SVB: (030) 264 82 00 of [email protected].
Overige vragen
Waar kan ik terecht voor informatie en advies?
Voor vragen over de werking van het trekkingsrecht, de arbeidsovereenkomst,
facturen etc. moet u contact opnemen met de SVB: (030) 264 82 00 of [email protected].
Alle budgethouders krijgen of hebben een brief van de SVB gekregen, waarin
gevraagd wordt de overeenkomsten op te sturen naar de SVB, het trekkingsrecht
wordt uitgelegd. De SVB stuurt een uitgebreide brochure mee.
De belangenvereniging voor PGB houders kan u wellicht ook verder helpen:
www.pgb.nl. Niet-leden kunnen hun vragen eenmalig telefonisch voorleggen aan
een van PGB-consulenten van Per Saldo via telefoonnummer (0900) 742 48 57 (€
0,20 per minuut) van maandag tot en met donderdag van 10.00 tot 17.00 uur.
Voor vragen over het beleid van uw gemeente kunt u contact opnemen met het
Lokaal Loket/Zorgloket/Wmo Adviescentrum van uw gemeente.
Wat is mijn budget in het kader van het overgangsrecht?
Hoe kan ik (zorg)overeenkomsten opstellen als ik nog niet weet wat mijn budget
is?
Hoe zit het met mijn overgangsrecht en mijn AWBZ PGB?
De gemeenten weten pas eind september van alle budgethouders houders AWBZ
welke budget zij hebben in 2014. Gemeenten rekenen dit budget door naar 2015 en
informeren de budgethouders hierover in het laatste kwartaal 2014. Gemeenten
informeren PGB houders hulp bij het huishouden ook over deze verstrekking in
2015.
Voor de overgangscliënten zal het budget 2015, voor de taken die overgaan naar
gemeenten, ongeveer gelijk zijn aan 2014 en kan gewerkt worden met de
bestaande overeenkomsten.
Voor een deel van huidige budgethouders AWBZ is het relevant te weten dat de
persoonlijke verzorging en de verpleging naar de zorgverzekering (ZvW) gaat. Voor
budgethouders waar dit speelt zal het budget vanuit de gemeente lager zijn dan het
budget wat zij in 2014 hebben: een deel is immers naar de zorgverzekeraar gegaan.
Ook voor de overgangscliënten met een PGB (vanuit de AWBZ) geldt een jaar
overgangsrecht (of eerder bij einde indicatie). Daarna wordt de hoogte van het
bedrag en het PGB als verstrekking opnieuw bezien.
Voor het PGB geldt hetzelfde overgangsrecht als voor zorg in natura: klanten die op
1 januari 2015 ondersteuning ontvangen, behouden gedurende een jaar (tenzij
indicatie eerder afloopt) de rechten die verbonden zijn aan het indicatiebesluit.
Uitgangspunt bij het overgangsrecht is dat de gemeente de rechten van het
‘oude’ PGB heeft te eerbiedigen in die zin, dat de klant een indicatie heeft die
hij moet kunnen verzilveren. Als dat zou kunnen met een lager budget, dan
mag dat. Als de klant echter aangeeft (aantoont) dat hetzelfde zorgaanbod
(binnen de bandbreedte van de CIZ indicatie) niet met een lager budget in te
kopen valt, dan zal het budget toch toereikend moeten zijn om dat wel te
kunnen doen.
Aan deze vragen en antwoorden kunt u geen rechten ontlenen.