Een nieuwe knie - Diaconessenhuis

Download Report

Transcript Een nieuwe knie - Diaconessenhuis

Maatschap Orthopedie
Een nieuwe knie
Diaconessenhuis Leiden
Een nieuwe knie
Algemeen
U bent onder behandeling bij de orthopedisch chirurg in verband met
pijnklachten aan de knie. Een van de mogelijkheden om deze pijnklachten
te behandelen, is het vervangen van het pijnlijke kniegewricht door een
kunstgewricht.
In deze folder vindt u informatie over het kniegewricht en de behandelingsmogelijkheden bij beschadiging daarvan. U wordt geïnformeerd over
de voorbereiding op de operatie, de operatie zelf en de nabehandeling.
Bewaar deze folder goed!
Het kniegewricht
Het kniegewricht bestaat uit twee botdelen, het scheenbeen en het dijbeen.
De uiteinden daarvan zijn bedekt met een laagje kraakbeen, zodat de knie
soepel beweegt. Deze kraakbeenlaag is elastisch en kan schokken en
stoten opvangen. Wanneer het kniegewricht ernstig beschadigd of
versleten is, is vervanging van het gewricht door een knieprothese vaak de
enige oplossing.
Elk jaar worden in Nederland vele duizenden knieprothesen geplaatst. Er
zijn twee typen: de totale en de halve knieprothese. De meest gebruikte is
de totale knieprothese, die al het kraakbeen vervangt. Wanneer alleen de
binnenzijde van de knie moet worden vervangen, spreken we van een halve
knieprothese.
De operatie is geen kleinigheid en het herstel vraagt veel wilskracht, geduld
en inspanning van u en uw familieleden.
Oorzaken knieproblemen
Er zijn verschillende afwijkingen, die slijtage van het kniegewricht kunnen
veroorzaken, zoals artrose en kraakbeenbeschadiging door een fractuur.
Wanneer in het verleden de meniscus verwijderd is, is er een verhoogde
2
Diaconessenhuis Leiden
Een nieuwe knie
kans op slijtage. Reumapatiënten hebben vaak knieproblemen omdat
reuma het kraakbeen aantast.
Klachten
Bij een beschadigde of versleten knie treedt pijn meestal op bij (trap)lopen
en lang staan. Ook startpijn (pijn bij het opstaan) komt voor. Fietsen levert
doorgaans de minste klachten op.
In een gevorderd stadium treedt verstijving op: er ontstaat een bewegingsbeperking waardoor strekking en buiging van de knie wordt beperkt. Ook
kan zich een X- of O-beenstand ontwikkelen, waarbij de knie in toenemende
mate moe en instabiel aanvoelt. De ernst van de aandoening wordt
vastgesteld door lichamelijk onderzoek, röntgenfoto’s en eventueel een
MRI.
Bij de beslissing om een knieprothese te plaatsen is uw oordeel doorslaggevend. U ervaart immers de last. U bepaalt uiteindelijk zelf of u toe bent
aan de operatie.
Soorten knieprothesen
In de meeste gevallen wordt een totale knieprothese geplaatst met
botcement. In voorkomende gevallen zal de orthopedisch chirurg in overleg
met u besluiten een zogeheten hemi-prothese (halve knieprothese) te
plaatsen.
Resultaat van de operatie
De pijn, die u voor de operatie had, zal vrijwel altijd verminderd zijn. Soms
is het de eerste maanden nog enigszins gevoelig, maar na een jaar is
ongeveer 80 % van de patiënten tevreden over het totale resultaat van de
ingreep. De functie kan wat minder zijn dan u gewend was en de knie blijft
meestal wat dikker.
Voorbereiding thuis
De operatie is geen kleinigheid en het herstel vraagt veel wilskracht, geduld
en inspanning van u en de mensen in uw omgeving. Een goede voorbereiding is dan ook van groot belang.
Hier kunt u al enkele weken voor de operatie mee beginnen.



Zorg dat u over een zo goed mogelijke conditie beschikt en voldoende
bent uitgerust.
Neem contact op met de polikliniek orthopedie wanneer u voor de
operatie een wondje ontdekt.
Breng, wanneer u geen gebitsprothese heeft, voor uw opname in het
ziekenhuis een controlebezoek aan uw tandarts om eventuele gaatjes
en/of ontstekingen op te sporen. De kans op infectie na het plaatsen
van de knieprothese wordt daardoor zo klein mogelijk gehouden.
3
Diaconessenhuis Leiden
Een nieuwe knie
Voordat u wordt opgenomen is het belangrijk om na te gaan of er in huis
aanpassingen en hulpmiddelen nodig zijn. Op die manier bent u al
voorbereid op uw ontslag.
Een overzicht van hulpmiddelen en aanpassingen in huis, vindt u in deze
folder.
Wij streven ernaar dat u na ontslag zelfstandig naar huis kunt gaan. Mocht
er na de opname thuiszorg nodig zijn, wordt dit door het transferbureau
geregeld.
Wanneer blijkt dat u bijvoorbeeld om medische redenen niet naar huis
kunt, wordt gezocht naar een andere voorziening. Hiervoor is een indicatie
van het CIZ (Centrum Indicatiestelling Zorg) nodig.
Als u denkt huishoudelijke hulp nodig te hebben, kunt u dit zelf aanvragen
bij het WMO-loket in uw gemeente. Doe dit ruim op tijd! Vanuit het
ziekenhuis kunnen wij dit niet voor u regelen.
Belangrijk is ook om na te denken of u mensen in de omgeving heeft die de
boodschappen, de warme maaltijden en de was voor u kunnen verzorgen.
Voorbereiding op de operatie
Voorafgaand aan de opname in het ziekenhuis krijgt u een uitnodiging voor
de voorlichtingsmiddag. De voorlichting bestaat uit een algemeen deel
waarin de behandeling en de complicaties worden besproken. Daarnaast
krijgt u informatie over de opname, de revalidatie en eventuele thuiszorg.
Tevens krijgt u een afspraak voor het preoperatieve spreekuur van de
anesthesioloog, een afspraak bij de apothekersassistent.
Soort verdoving
De anesthesioloog beoordeelt uw algemene lichamelijke conditie. De
operatie wordt onder spinale anesthesie (= ruggenprik) uitgevoerd. Dit kan
gecombineerd worden met een slaapmiddel, waardoor u weinig of niets van
de operatie merkt. De anesthesioloog bespreekt dit met u. Wilt u meer
weten over de anesthesie, vraag dan naar de folder.
Verpleegkundig specialist
De verpleegkundig specialist orthopedie zal u gedurende het hele traject
begeleiden. Zij neemt de vragenlijst met u door die u bij uw eerdere bezoek
aan de polikliniek van de secretaresse heeft gekregen, en die u thuis heeft
ingevuld.
U krijgt 2 recepten mee: 1 recept voor een desinfecterende zeepoplossing
en 1 recept voor een desinfecterende neuszalf. Deze middelen dient u 4
dagen voor de operatie te gaan gebruiken. Dit heeft te maken met het
voorkomen van infecties. Wilt u deze middelen meenemen bij de
opname? U wordt ook in het ziekenhuis hiermee behandeld.
Daarnaast overlegt zij met u welke hulpmiddelen u kunt aanschaffen voor
de periode na de operatie.
Natuurlijk kunt u ook met al uw vragen bij haar terecht.
De apothekersassistente
Het is belangrijk dat u een actueel overzicht bij u heeft van de medicijnen
4
Diaconessenhuis Leiden
Een nieuwe knie
die u gebruikt. U kunt dit overzicht ophalen bij uw apotheek.
De apothekersassistente neemt dit overzicht met u door.
Het verblijf in het ziekenhuis
Het team van de afdeling orthopedie heeft een stappenplan ontwikkeld om
u optimale zorg te geven. Een verpleegkundige neemt dit stappenplan
dagelijks met u door. Wij vertrouwen op uw medewerking en doorzettingsvermogen om dit plan samen met ons te kunnen realiseren. Het stappenplan is voor u een hulpmiddel op weg naar herstel.
Bij vragen of onduidelijkheden kunnen de verpleegkundigen u uitleg geven.
Aandachtspunten
 Zorg voor twee contactpersonen die als aanspreekpunt voor de
verpleegkundigen en voor uw familie en relaties kunnen functioneren.
 Laat waardevolle spullen en/of sieraden thuis.
 Neem uw actuele medicatieoverzicht en uw thuismedicatie mee naar het
ziekenhuis.
 Neem ruime schoenen mee die de hiel omsluiten; let er op dat deze
schoenen niet glad zijn.
 Neem een rollator mee. Als u ook wilt leren lopen met krukken,
adviseren wij u deze alvast mee te nemen.
 Neem gemakkelijke, ruim zittende kleding mee.
 Vraag uw bezoek zich te houden aan de bezoekregeling van ons
ziekenhuis.
Dag 1: De dag van de operatie
U wordt u op de dag van de operatie nuchter opgenomen in het ziekenhuis.
Dit betekent dat u vanaf middernacht niet meer mag eten, drinken en
roken. Eventuele medicijnen mag u met een slokje water innemen.
De verpleegkundige:
 ontvangt u op de afdeling. Zij geeft een rondleiding over de afdeling en
begeleidt u naar uw kamer.
 zal de pols, bloeddruk en temperatuur opnemen.
 geeft u ongeveer een uur voor de operatie een operatiejasje. Zij vraagt
aan u eventuele make-up, sieraden of contactlenzen te verwijderen. Als
u naar het toilet moet, kunt u dit nu nog doen.
 geeft u, in opdracht van de anesthesist, pijnstilling en een tabletje om
te ontspannen. Deze kunt u met een klein slokje water innemen. U kunt
wat slaperig worden van de medicijnen. Vanaf nu is het de bedoeling
dat u in bed blijft.
 brengt u als het tijd is naar de operatiekamer.
Op de operatiekamer
 wordt u begeleid door het operatieteam.
 krijgt u een infuus.
5
Diaconessenhuis Leiden
Een nieuwe knie


krijgt u een verdoving. Meestal een zogenaamde ruggenprik. Als u dit
wenst, kunt u er een ‘roesje’ bij krijgen, waardoor u tijdens de ingreep
slaapt.
krijgt u een blaaskatheter.
De operatie
De orthopedisch chirurg heeft aangegeven welk type prothese de voorkeur
heeft.
De knie wordt opengemaakt door een verticale snee van ongeveer 15 cm
over de voorkant van de knie. De orthopedisch chirurg verwijdert de
aangetaste gewrichtsvlakken.
Vervolgens wordt met speciale instrumenten het bot aangepast aan de
vorm van de prothese, waardoor een goede verankering mogelijk is. Deze
delen worden vastgezet met botcement. Een plastic schijf tussen de
metalen delen van de prothese zorgt voor een soepel scharnier. De ingreep
zelf duurt ongeveer een tot anderhalf uur.
Na de operatie
 Na de operatie verblijft u op de verkoever (uitslaapkamer) waar u goed
wordt geobserveerd.
 U heeft een infuus en een katheter.
Het infuus zorgt ervoor dat u voldoende vocht binnen krijgt en dat
vereiste medicijnen kunnen worden toegediend. Het urineren verloopt
via de katheter.
 Uw been is vanaf het bovenbeen tot aan de enkel verbonden.
 Zodra u uw conditie het toelaat, komt u weer terug op de afdeling.
Terug op de afdeling:
De verpleegkundige
 komt regelmatig bij u om te beoordelen of alles goed met u gaat.
Daarom zal zij regelmatig uw bloeddruk, pols en temperatuur meten,
ook ‘s nachts. Ook zal zij vragen of u pijn heeft. Probeer tijdig aan te
geven wanneer u pijn heeft of misselijk bent. De verpleegkundige kan
u, in opdracht van de anesthesist, op dat moment van de nodige medicijnen voorzien. De klachten kunnen worden bestreden, maar niet altijd
worden voorkomen.
 belt uw familie bij terugkomst op de afdeling.
 probeert ervoor te zorgen dat u comfortabel ligt. Mocht u tussentijds
iets nodig hebben of willen weten vraag het gerust!
Rond de operatie krijgt u drie maal antibiotica toegediend om de kans op
infectie te verkleinen. Bij een gewrichtsvervangende operatie is er kans op
trombose. Daarom moet u zichzelf tot zes weken na de operatie dagelijks
een injectie geven met fraxiparine. De verpleegkundige leert u dit tijdens
de opname. U krijgt een recept voor deze medicatie mee als u met ontslag
gaat.
6
Diaconessenhuis Leiden
Een nieuwe knie
Dag 2: De eerste dag na de operatie
Vandaag verloopt alles min of meer in uw eigen tempo. U mag gewoon eten
en drinken, al zal de eetlust verminderd zijn.
Neem de tijd en rust om alles te overzien. De eerste stap naar herstel is
gezet.
De verpleegkundige:
 verwijdert het drukverband van uw geopereerde been.
 vervangt indien nodig de pleister. Het is mogelijk dat de pleister
gedurende de hele opname op de wond blijft. Dit is beter voor de
wondgenezing.
 helpt u bij het wassen en aankleden in bed.
 helpt u na de verzorging in de stoel. Het is hierbij belangrijk om de
adviezen die worden gegeven goed op te volgen.
 zal vandaag de katheter bij u verwijderen. Het urineren komt in de loop
van de dag weer op gang.
 vraagt regelmatig of u pijn heeft. Het is belangrijk dat u aangeeft hoe u
de pijn ervaart. Pijnmedicatie kan op deze manier zoveel mogelijk op
uw persoonlijke situatie worden afgestemd.
Indien uw bloeduitslagen goed zijn, wordt het infuus verwijderd.
Er wordt een controlefoto van de knie gemaakt. Indien u op vrijdag wordt
geopereerd, wordt de foto op maandag gemaakt.
De fysiotherapeut
 komt ’s ochtends kennismaken. De fysiotherapeut biedt u oefeningen
aan om in bed te doen om trombose en stijfheid te voorkomen. Deze
oefeningen moet u gedurende de rest van uw verblijf regelmatig herhalen.
 geeft u – indien nodig – een kussentje voor onder de enkel om ervoor
te zorgen dat uw knie goed strekt, tevens is het belangrijk dat u probeert te vermijden met gebogen knie in bed te liggen. Dus het voeteneinde van het bed mag niet omhoog!
 komt ’s middags nog een keer bij u langs om het lopen met u te
oefenen. Daarbij krijgt u de nodige instructies.
 begeleidt u bij het lopen met behulp van de rollator. U mag het been
volledig belasten, tenzij de orthopedisch chirurg anders heeft voorgeschreven. Deze stap in het revalidatieprogramma is moeilijk. We doen
een groot beroep op uw doorzettingsvermogen.
Het verdere verloop van de opname
U zult merken dat het in en uit bed komen al gemakkelijker gaat. U zult
onder begeleiding uw loopafstand vergroten.
Probeer goed te eten. Een goede voedingstoestand is belangrijk.
De verpleegkundige
 begeleidt u bij het wassen en aankleden. Trek gemakkelijke kleding aan
die niet knelt.
7
Diaconessenhuis Leiden
Een nieuwe knie


De




De
begeleidt u, net als de eerste dag, met het opstaan uit bed. Gebruik
hierbij ook de instructies van de fysiotherapeut die u heeft gekregen.
Dit is belangrijk, omdat u, wanneer u naar huis gaat, zelfstandig in en
uit bed moet kunnen komen.
U zult veel tijd doorbrengen in een stoel naast uw bed of aan tafel.
Zorg ervoor dat u uw benodigdheden binnen handbereik heeft, zodat u
zich aangenaam kunt ontspannen.
richt zich samen met u op uw ontslag. Zij spreekt met u de ervaringen
van de afgelopen dagen door. Heeft u vragen, laat dit dan weten!
Bedenk wat u moet regelen voor uw ontslag. Wie brengt u naar huis?
Hoe stapt u in de auto? Moet u een trap op? Zijn er boodschappen in
huis? Allemaal praktische vragen waarmee u rekening moet houden.
fysiotherapeut
zal de loopafstand met u uitbreiden.
herhaalt de instructies voor het gebruik van het loophulpmiddel.
geeft u oefeningen om in een stoel te doen.
wanneer de fysiotherapeut dit aangeeft mag u zelfstandig gaan lopen.
oefeningen worden per dag uitgebreid.
Laatste dag: vandaag naar huis
Het tijdstip waarop u naar huis gaat, wordt bepaald door de orthopeed, de
verpleging en de fysiotherapeut. In principe duurt de opname drie tot vijf
dagen.
U mag naar huis als u:
 zelfstandig met een hulpmiddel (krukken en/of rollator) kunt lopen.
 zelfstandig in en uit bed kunt komen.
 indien nodig trap kunt lopen.
 uw knie ongeveer 90 graden kan buigen en de wond goed genezend is.
Realiseert u zich dat uw revalidatie nog niet klaar is. Geef u zelf de tijd die
nodig is voor uw volledige herstel. Houdt u er rekening mee dat u een
aantal dagen tot weken pijn kunt hebben, vooral ‘s nachts. U krijgt hiervoor
goede pijnstilling.
U doet zoveel mogelijk zelf. Doe de handelingen zoals u ze geleerd heeft.
Lukt dat niet, vraag dan gerust om hulp. Het wordt u graag nog een keer
uitgelegd.
Er wordt nogmaals bloed geprikt. Een van de vereisten om met ontslag te
gaan, is dat het ijzergehalte in het bloed goed is.
De fysiotherapeut
 leert u als het nodig is om trap te lopen.
 zal actief met u oefenen. Het wordt een drukke dag waarin veel energie
van u wordt gevraagd. Probeer alles, maar forceer niets! Ook niet als u
ziet dat medepatiënten misschien meer kunnen dan u.
8
Diaconessenhuis Leiden
Een nieuwe knie
Ontslag
Bij uw vertrek krijgt u de volgende papieren mee:







Controleafspraak bij de verpleegkundig specialist.
Afspraak bij de afdeling radiologie voor een controlefoto.
Recepten voor medicatie (alleen van de medicatie die tijdens uw
opname is gestart).
Verbandmateriaal; houdt u er rekening mee dat u hiervoor een rekening
krijgt thuisgestuurd.
Een brief voor de huisarts.
Machtiging voor fysiotherapie.
Overdracht van de fysiotherapeut.
Eventuele hechtingen moeten veertien dagen na de operatie door de
huisarts worden verwijderd. De datum staat aangegeven op uw afsprakenkaart. U maakt zelf deze afspraak bij de huisarts. Als u oplosbare
hechtingen heeft, is dit uiteraard niet nodig. Dit hoort u van de verpleegkundige.
Indien nodig krijgt u extra papieren mee:
 Formulieren voor een afspraak bij trombosedienst.
 Verpleegkundige overdracht voor de thuiszorgorganisatie.
Fysiotherapie
Tot zes weken na de operatie moet u met een hulpmiddel (rollator en/of
krukken) blijven lopen. Tevens gaat u thuis nog door met fysiotherapie; dit
kunt u voor de opname zelf regelen. Aangezien de wondgenezing heel
belangrijk is, raden wij aan de fysiotherapie pas één week na thuiskomst te
starten.
Voor de oefeningen krijgt u een oefenschema. Zie hiervoor het overzicht
achterin deze folder.
U kunt er ook voor kiezen poliklinisch in de knie/heupgroep van het
Diaconessenhuis te revalideren. Dit is een groepsgewijze revalidatie onder
begeleiding van ervaren fysiotherapeuten. Indien u dit graag wilt, bespreek
dit dan tijdens de opname met uw fysiotherapeut.
Afspraak voor controle
Zes weken na de operatie komt u op de polikliniek orthopedie voor
controle bij de orthopedisch chirurg en de verpleegkundig specialist. Op
die dag wordt er ook een röntgenfoto van de knie gemaakt. Deze afspraken
worden voor u gemaakt.
Leven met een knieprothese
Na plaatsing van een knieprothese is de oorspronkelijke pijn meestal
verdwenen en is de loopfunctie sterk verbeterd. Toch kunt u nog enkele
maanden pijn, zwelling en een warme knie houden. Fietsen is vaak na
9
Diaconessenhuis Leiden
Een nieuwe knie
verloop van tijd mogelijk. Autorijden is pas mogelijk als u uw knie goed
kunt belasten, meestal na zes weken.
Knieprothesen zijn tegenwoordig van hoogwaardige kwaliteit en er wordt
voortdurend gewerkt aan perfectionering. De levensduur bedraagt
gemiddeld 20 tot 25 jaar.
Het wordt afgeraden de ‘nieuwe knie’ in werk en sport zwaar te belasten;
de kans op beschadiging is dan groter. Bespreek daarom met uw orthopeed
of de verpleegkundig specialist welke sporten u kunt beoefenen.
Leefregels
Het is belangrijk dat uw totale kniegewricht (spieren, pezen, banden en
kapsel) goed kan herstellen. Dit duurt zeker drie maanden tot een jaar. De
belasting moet daarom langzaam worden opgebouwd. Het is hierbij
belangrijk dat u tenminste de eerste zes weken met krukken en/of rollator
loopt. In overleg met de verpleegkundig specialist en eventueel de
fysiotherapeut kan dit worden afgebouwd.
Aandachtspunten:

Uw knie, kuit, enkel en voet kunnen dik, rood en/of warm worden. Dit
kan een teken zijn dat u teveel heeft gedaan. Zorg dat u uw knie minder belast. Eventueel kunt u de knie koelen met ijsblokjes (in een
washandje of theedoek).

Vermijd acute draaibewegingen, maak kleine stapjes als u omkeert en
draai niet op uw geopereerde been.

Zorg voor een goed ingelopen en ruim zittende schoen. Belangrijk
hierbij is dat hier geen gladde zool onder zit en dat de schoen de hiel
omsluit (neem deze ook mee naar het ziekenhuis).

Soms is het handig om een toiletverhoging te lenen. Dit kan bij de
thuiszorgwinkel.

Vermijd voorlopig hurken, knielen en met beide benen tegelijk
buigen. Probeer regelmatig van houding te wisselen.

Als u uit een stoel opstaat, maak dan gebruik van beide armleuningen.

Doe regelmatig uw oefeningen.
Complicaties
Ondanks alle zorg die besteed wordt aan de operatie, kunnen er soms toch
complicaties optreden zoals:

Infectie bij de knieprothese. De kans hierop is klein, ongeveer 1 %.
Wondinfecties zijn zichtbaar door roodheid van de wond, pijn, lekken
van wondvocht en/of temperatuursverhoging. Behandeling bestaat uit
antibiotica en soms is een operatie nodig om de knie schoon te spoelen.

Nabloeding. De eerste 24 uur is de kans hierop het grootst.

Trombose en longembolie. Dit komt bij minder dan 0,5 % van de
patiënten voor. Om dit te voorkomen moet u tot zes weken na de
operatie fraxiparine injecteren.
10
Diaconessenhuis Leiden
Een nieuwe knie


Loslating van de prothese na langere tijd. Een knieprothese heeft een
levensduur van 20 – 25 jaar. Soms treedt door bepaalde omstandigheden een loslating op. Een nieuwe operatie is dan noodzakelijk. Het
resultaat is dan meestal minder goed dan bij de eerste knieprothese.
Pijn: ongeveer 5 - 10 % van de patiënten houdt pijn na de operatie. Dit
kan ontstaan door knieschijfpijn, maar meestal is hiervoor geen oorzaak aan te wijzen. In het geval van knieschijfpijn is het mogelijk om
op termijn een knieschijfprothese bij te plaatsen.
Als knieprothesedrager heeft u een zeer kleine kans op infectie, ook in de
toekomst. In sommige gevallen leidt een infectie elders in het lichaam tot
een infectie rond de prothese.
Licht uw huisarts, tandarts of specialist van te voren in als:

tanden en kiezen getrokken worden;

tandwortelbehandelingen plaatsvinden;

operaties of andere inwendige ingrepen worden verricht.
Het wordt aanbevolen deze ingrepen onder antibiotica uit te voeren, om zo
infecties te voorkomen.
Neemt u contact op met de verpleegkundig specialist of de polikliniek
orthopedie als:





de wond gaat lekken.
de knie dik wordt en/of meer pijn gaat doen.
u niet meer op het been kunt staan, terwijl dit daarvoor goed
mogelijk was.
de buigfunctie verslechtert.
u een pijnlijke dikke kuit krijgt.
U kunt tijdens kantooruren contact opnemen met de polikliniek
orthopedie, via telefoonnummer
071 – 517 81 78, en ’s avonds, ’s nachts en in het weekend met
verpleegafdeling 3B, telefoonnummer 071 – 517 89 70.
Fysiotherapie oefeningen
Wanneer u opgenomen wordt, zult u van de fysiotherapeut oefeningen
krijgen om de spierkracht en de mobiliteit van de knie te verbeteren.
Deze oefeningen kunt u thuis voor de opname ook al uitvoeren.
In bed

Tenen en voeten op en neer bewegen.

Aanspannen van de bovenbeenspieren (knieën strekken, knieholte in
de matras duwen).

Aanspannen van de bilspieren (billen samen knijpen).

Rolletje onder de hiel en nu uw knie laten uithangen (goed voor de
strekking in de knie).
11
Diaconessenhuis Leiden
Een nieuwe knie
Zittend
Op de rand van uw bed of in de stoel, waarbij het bovenbeen aansluit op de
onderlaag:

Rustig uw been buigen, eventueel ondersteund door uw nietgeopereerde been. Of een handdoek op de grond leggen, waardoor
uw been makkelijker glijdt.

Uw been proberen zo ver mogelijk te strekken en dit even vast te
houden, eventueel ondersteund door uw niet-geopereerde been.
Lopen met krukken

De twee elleboogkrukken tegelijk naar voren zetten, het geopereerde
been tussen de krukken.

Een stap maken met uw niet-geopereerde been voorbij het andere,
waarbij u steunt op de krukken.
Traplopen omhoog
Neem in de ene hand (welke kant maakt niet uit) de trapleuning en in de
andere hand beide krukken.

Het niet-geopereerde been plaatst u eerst op de traptrede.

Daarna plaatst u het geopereerde been en de kruk ernaast.

Dit herhaalt u tot u boven bent.
Traplopen omlaag

Het geopereerde been met de kruk plaatst u een trede lager.

Daarna plaatst u het niet geopereerde been ernaast.

Dit herhaalt u tot u beneden bent. Op deze manier wordt uw
geopereerde been het minst belast.
Hulpmiddelen thuis
Om u thuis zo goed mogelijk te kunnen redden, is het soms belangrijk om
over bepaalde hulpmiddelen te beschikken. Deze zijn te huur bij verschillende thuiszorgwinkels, zoals de Welzorg of Vegro.
Wij verzoeken u een rollator en eventueel krukken mee te nemen naar het
ziekenhuis als u wordt opgenomen. De krukken heeft u nodig bij traplopen.
Bij de thuiszorgwinkel kunt u ook terecht voor de volgende artikelen:

Schoenlepel

Grijper

Looprekje

Hooglaagbed (deze kan alleen door de huisarts of door het
ziekenhuis worden geregeld)

Toiletverhoging

Douchestoel

Wandbeugel

Urinaal (voor mannen)

Elastieke veters, zodat uw schoen een instapper wordt.
12
Diaconessenhuis Leiden
Een nieuwe knie
De meest gestelde vragen.
1. Hoe komt het dat mijn been zo dik wordt?
Door een verminderde doorbloeding kan het vocht uit uw been minder
goed worden afgevoerd. Dit komt door de bloeduitstorting die ter
hoogte van de operatiewond zit en die de neiging heeft de bloedvaten
dicht te drukken. Tevens gebruikt u uw been de eerste dagen na de
operatie minder, waardoor de doorbloeding nog niet optimaal is.
N.B. Om de doorbloeding te stimuleren kunt u een oefening doen. De
tenen en voeten op en neer bewegen.
N.B. Om de zwelling te verminderen kunt u ijsblokjes (in een washandje
of een theedoek) op de knie leggen.
2. Is het normaal dat ik na de operatie nog steeds last heb van pijn?
Na het plaatsen van de knieprothese is de oorspronkelijke pijn meestal
verdwenen. Toch kunt u nog enkele maanden in meer of mindere mate
pijn hebben. De pijn zal door middel van pijnmedicatie zoveel mogelijk
worden bestreden. Echter helemaal voorkomen is niet altijd mogelijk.
3. Zijn er bewegingen die ik niet met mijn been mag maken?
Het is belangrijk dat uw nieuwe kniegewricht (= spieren, pezen, banden
en kapsel) goed kan herstellen. Vermijd daarom acute draaibewegingen. Maak kleine stapjes als u zich omkeert en draai niet op uw geopereerde been.
Wanneer u iets van de grond raapt, steun dan op u niet–geopereerde
been en maak daarbij gebruik van een steunpunt (bijv. een stoel of
tafel). Houd het geopereerde been naar achteren. Een helping hand
biedt ook uitkomst.
4. Hoelang moet ik met krukken (hulpmiddel) blijven lopen?
Meestal loopt u tot de eerste controle op de polikliniek met twee krukken (of rollator). U mag daarbij uw geopereerde been volledig belasten.
Aan de hand van de controlefoto bespreekt de verpleegkundig specialist met u of u zonder hulpmiddel mag lopen.
5. Mag ik na de operatie weer traplopen?
Tijdens uw verblijf in het ziekenhuis leert u indien noodzakelijk trap te
lopen met behulp van krukken. De eerste zes weken na de operatie
moet u deze wijze hanteren.
U neemt in de ene hand een kruk en in de andere hand de trapleuning.
Bij de trap op plaatst u eerst het niet geopereerde been een trede
hoger. Bij de trap af eerst het geopereerde been een trede lager. In
beide gevallen trekt u uw andere been erbij en u gebruikt daarbij de
steunpunten (kruk en trapleuning).
6. Wanneer mag ik weer autorijden, fietsen en zwemmen?
Zolang u nog met krukken loopt kunt u niet zelf autorijden. De eerste
zes weken is in het been een verminderde reactiesnelheid aanwezig. Dit
kan leiden tot verminderde mogelijkheden bij het autorijden. Lang in
13
Diaconessenhuis Leiden
Een nieuwe knie
de auto zitten is niet aan te raden. Een autostoel is meestal laag, waardoor u hier moeilijk in en uit komt.
N.B. Als u in de auto wilt stappen dan gaat u eerst op de stoel zitten
waarna u beide benen in de auto plaatst. Voor het uitstappen geldt
hetzelfde, maar dan in omgekeerde richting. Een plastic zak op de
autostoel schuift makkelijker. Zet de auto een eindje van de stoeprand af
zodat u niet te ver door de knieën hoeft als u gaat zitten.
Het is raadzaam niet te fietsen zolang u nog met krukken loopt. Dit
vanwege het maken van een mogelijke noodstop.
N.B. Fietsen op een hometrainer is mogelijk wanneer u de knie tenminste
90 – 100 º kunt buigen. Zet het zadel iets hoger dan normaal en trap in
een lage versnelling.
Zwemmen raden wij, gedurende de tijd dat u met krukken loopt, af. Dit
vanwege het feit dat u moeilijk in en uit het water kan komen.
7. Moet ik nog fysiotherapie hebben als ik straks weer thuis ben?
Ja, u kunt voor de opname een fysiotherapeut inlichten. U krijgt een
verwijsbrief en een overdracht mee vanuit het ziekenhuis. Wij adviseren
u in verband met goede wondgenezing pas een week na uw ontslag
vanuit het ziekenhuis te beginnen met fysiotherapie.
Mocht u na het lezen van deze folder nog vragen hebben, dan kunt u altijd
contact opnemen met de verpleegkundig specialist orthopedie. Zij is op
maandag tot en met donderdag te bereiken via telefoonnummer
071 - 517 81 78.
Maatschap Orthopedie
Telefoonnummer: 071 – 517 81 78
Verpleegkundig specialist Orthopedie
Telefoonnummer: 071 – 517 81 78, pieper 21164
Verpleegafdeling 3B
Telefoonnummer: 071 – 517 89 70
Afsprakenbureau
Telefoonnummer: 071 - 515 55 43
Transferbureau
Telefoonnummer: 071 – 517 81 78
0114/702760/DIA960
14