Download het interview - Architectuurcentrale Thijs Asselbergs

Download Report

Transcript Download het interview - Architectuurcentrale Thijs Asselbergs

DE WERELD VAN DE ARCHITECT | ARCHITECTUUR.NL
ARCHITECTUURNL | 3/14
3/14
KUNSTHAL WERKT WEER +
PAVILJOENS + INTERVIEW
THIJS ASSELBERGS + DESIGN
HEKKEN + BOUWEN IN IRAK
EN BRAZILIË + DERDE LEVEN
iWEB + HET RODE DORP +
VILLA STERK + THE BOLD LINE
+ INTERVIEW APTO + THUIS
BIJ STUDIO BOOT + BOUWEN
MET SCHIMMEL + NRP DEBAT
01_Cover_lossepagina.indd 5
07-05-14 14:06
Wij maakten
ons druk om
ijdele zaken
zoal iconen,
stardom en
auteursrecht.
Daarop kan ik
mijn studenten
nauwelijks
betrappen.
32-33-34-35_interview.indd 32
Thijs Asselbergs op de
faculteit Bouwkunde in Delft
16-04-14 15:37
INTERVIEW
Een boost
geven aan
hergebruik
Denk creatief over het bestaande
en focus niet op nieuwbouw
Hij ziet zichzelf als wijze indiaan die de waardevolle elementen van de traditie wil
overbrengen op de huidige generatie. Zijn kinderen mogen van hem gerust architect
worden. Aan ontwerpwerk voorlopig geen gebrek. Als het aan hem ligt wordt er de
komende jaren nergens iets gesloopt of nieuw gebouwd, maar uitsluitend gekeken naar
wat we hebben en hoe we daar intelligent mee om kunnen gaan. Thijs Asselbergs is de
tweede kandidaat in de interviewestafette. In de vorige editie beet Pieter Stoutjesdijk het
spits af.
33
32-33-34-35_interview.indd 33
16-04-14 15:37
In het gesprek met Pieter Stoutjesdijk (in Architectuur #02/2014) wees
hij Thijs Asselbergs aan als volgende kandidaat in de interviewestafette.
Hij noemde hem het ultieme voorbeeld van een architect van de vorige
generatie die constant bezig is met de toekomst van het vak. Die
uitspraak ziet de Delftse hoogleraar Architectural Engineering als een
groot compliment. Op zijn beurt noemt hij Stoutjesdijk een jonge indiaan.
Zichzelf ziet hij als wijze(re) oude indiaan en als oud staat voor traditie
dan wil hij die overbrengen op de huidige generatie met inbegrip van
trends en vernieuwingen die de traditie een nieuwe impuls kunnen
geven. Hij vergelijkt architectuur graag met de auto-industrie. In de
afgelopen honderd jaar zijn er enorme stappen gezet rond de kennis
en kunde waarmee auto’s gemaakt worden. Zowel mechanisch als
esthetisch en functioneel. Deze metafoor past hij graag toe op bouwen.
Je moet volgens hem veel van het oude weten om het nieuwe te
begrijpen en te kunnen innoveren. Zeker als (aankomend) architect.
Waarin verschilt de nieuwe van uw generatie?
Wij maakten ons druk om ijdele zaken zoal iconen, stardom en
auteursrecht. Daarop kan ik mijn studenten nauwelijks betrappen.
Natuurlijk willen ze laten zien dat ze innovatief zijn en goed, maar of ze
dat aan het ijdele individu willen koppelen, vraag ik me inmiddels sterk
af. Studenten van nu communiceren ongelofelijk veel. Willen voortdurend
laten zien wat ‘we’ bedacht hebben. Wat ik desondanks mis, is het debat.
Binnen de social media is dat enorm afgevlakt. Vertellen wat je echt
beroerd of het in felle discussies grondig met elkaar oneens zijn. Ik hoor
het niet. Verbazingwekkend. Soms lijkt het of we in een wereld leven
waar iedereen het zo’n beetje altijd met elkaar eens is. Samen, samen,
samen klinkt het ogenschijnlijk. Dat is misschien goed voor synergie
in technologisch opzicht, maar als ik de sociale component van het
gebruik van architectuur erbij betrek, dan vraag ik me af of we de juiste
gebruiksmodellen wel goed bediscussiëren. Want het zijn nog steeds de
grote spelers die de wijken bouwen en rijksoverheden die de planologie
van het land bepalen. Af en toe is er een tweet als er een boom
omgezaagd moet worden, maar we zitten niet in Parijs 1968. Bij lange na
niet. Echte discussies over wat goede en slechte architectuur is, worden
helaas niet gevoerd. Door internet gaat het uitsluitend om zenden en
ontvangen en niet meer om interactie. Jammer.
Is architectuur nog een ambacht?
De titel en daarmee indirect het ambacht is wettelijk beschermd,
maar iedereen mag een gebouw maken. Of dat wenselijk is? In de
gezondheidszorg probeert men kwakzalverij uit te bannen, maar hoeveel
kwakzalverij er is onder bouwproducenten die zonder architect aan
de slag gaan? Je kunt je afvragen of daarmee de cultuur, techniek en
innovatieve kracht van het bouwen geen onrecht worden aangedaan.
Als u de baas was in Den Haag?
Dan zou ik de stedenbouwkundige ontwerper heruitvinden. Op dat vlak
is het droevig gesteld bij ons. Niet vreemd want steden ontwerpen is een
buitengewoon complexe materie. De grachtengordel is in dat opzicht een
fantastische metafoor. Het is een kraakhelder plan waarbinnen uiteindelijk
iedereen zijn architectonische uitstraling kan maken en het wordt bij
elkaar gehouden door het stedenbouwkundige frame. Tegen architecten
zou ik zeggen dat ze hun zaakjes op orde moeten hebben en dat de
kwaliteit van hun werk nooit een discussiepunt mag zijn. Tegen de andere
partijen zou ik zeggen: ‘Gij zult in uw teams zo veel mogelijk gebruik
ArchitectuurNL
32-33-34-35_interview.indd 34
Discussies
over wat goede
en slechte
architectuur
is worden
helaas niet
gevoerd. Door
internet gaat
het uitsluitend
om zenden en
ontvangen en
niet meer om
interactie.
moeten maken van de kennis en kunde die generalisten als architecten u
kunnen leveren want er wordt door u nog steeds heel veel lelijks zonder
architecten gebouwd.’
En uw eerste daad?
Ik zou direct verordenen dat we minimaal een jaar nergens meer iets
slopen. Eerst maar eens kijken naar wat we hebben en de opgave
volledig omdraaien. Dus niet focussen op wat we nieuw kunnen bouwen,
maar zo naar het gebouwde kijken dat we de financieringsstroom
op een intelligente manier organiseren om zo het grootste probleem
van de hergebruikopgave te tackelen. Ik zou hergebruik een enorme
boost willen geven door echt inhoudelijk te kijken naar hoe om te gaan
met wat er staat. Ik zou daarin een enorme vernieuwingsslag willen
maken. Temeer omdat er een krankzinnige energetische opgave ligt. Er
moeten op grote schaal systemen komen die gebouwen energie laten
produceren. Mijn beleid zou energieverbruik koppelen aan de totale
exploitatie van het gebouw. Daarbij komt dat ruim 40 procent van de
Nederlandse woningvoorraad sociale huur is en in de jaren zeventig
geproduceerd werd. Renoveer die voorraad en koppel het verbruik aan
de huurprijs. Dan zet je echt stappen in de goede richting. Overigens
ontstaat er – in ons vakgebied maar ook onder studenten – een steeds
diffusere lijn tussen hergebruik en nieuwbouw. Je ziet een steeds meer
integrale benadering van hergebruik in combinatie met vernieuwing. Je
kunt namelijk behoorlijk rigoureus vernieuwen binnen iets bestaands.
En studenten gaan ook de creatieve potentie van het bestaande steeds
meer zien en waarderen. Terecht, er valt op dat vlak veel eer te behalen.
Stel je maar voor dat je al je creativiteit loslaat op een verpauperd
wijkje uit de jaren zeventig en je transformeert de boel in esthetisch
34
16-04-14 15:37
verantwoorde pareltjes die hun eigen energie produceren. Dan heb
je als architect een prestatie van formaat geleverd. Ook dat zou ik
vanuit Den Haag stimuleren. Dat we de armoedige bestaande voorraad
transformeren naar wijken waar het goed wonen is. Zowel esthetisch als
landschappelijk, stedenbouwkundig en energetisch. Uitdagingen genoeg
en aan ontwerpwerk voorlopig geen gebrek.
Nog een adviesje voor net afgestudeerde starters?
Trek erop uit. Ga reizen. Kijk om je heen en niet alleen op internet.
Zoek de dialoog en leer van een aantal leermeesters. Ga werkervaring
opdoen – het is een vak – en ontdek waar je hart ligt en waar je goed in
bent. Test je talent en zoek mensen die je daarbij kunnen ondersteunen.
Stel je open voor meer invloeden dan die van ontwerpers. Verdiep je
bijvoorbeeld in opdrachtgevers. Niet primair om opdrachten te krijgen,
maar om te leren hoe het er in dat wereldje aan toegaat. Bouw ook
aan een netwerk, versterk elkaar en ga waar mogelijk samenwerken.
Vooral als het om opdrachten gaat. Dat is veel effectiever dan elkaar
beconcurreren.
Wie wilt u dat ik ga opzoeken en interviewen van de
nieuwe generatie?
Job Schroën van September architectuur. Een enthousiaste denker die
een beetje tot de lost generation van de midden dertigers hoort. Veel
van die jongens zijn ontslagen en komen waarschijnlijk niet meer aan
het werk. Schroën dus niet. Die is middenin de crisis zijn eigen bureau
begonnen en hij maakt heel leuke dingen waaronder villaatjes. Ik denk
dat hij nog steeds een ambachtelijk architect is, maar ik ben benieuwd
hoe hij tegen de toekomst van het vak aankijkt. Hoe ziet hij de rol van de
nieuwe architect, geredeneerd vanuit de idee dat de oude bijna dood is.
Dat moet je hem beslist vragen.
Mogen uw kinderen architect worden?
Dat mogen ze zeker, want het vak heeft absoluut nog toekomst. Neem
alleen het mondiale energievraagstuk waar wij als ontwerpers in kunnen
infiltreren. Die problematiek loopt van ontwerp tot aan de vraag hoe
we een zonnepaneel een beetje intelligent in elkaar zetten zodat het
er architectonisch ook nog eens goed uitziet tot aan denken over de
boutjes waarmee je dat paneel op het dak vastmaakt. We moeten als
creatieve sector onze innovatieve slagkracht ook en misschien wel
vooral gaan richten op wonen, werken, recreëren, infrastructurele
vraagstukken, waterhuishouding, energieopbrengst, geluiddemping,
fijnstofproblematiek, natuurontwikkeling in de stad en noem maar op.
Daarbij moeten we ons afvragen welke rol we hierin gaan spelen als
architect. Eén ding weet ik zeker, het zal niet de rol van de klassieke
architect uit de 20ste eeuw zijn. Eerder worden we creatoren die
participeren in de creatieve industrie. Of dat erg is? Ik vind van niet, het
brengt een nieuwe dynamiek in het vak en dat is goed voor het vak.
Thijs Asselbergs (1956) studeerde Bouwkunde aan
de TU Delft en was medeoprichter van het tijdschrift
Items. In 1985 begon hij zijn eigen ontwerpbureau
in Haarlem. Eind jaren tachtig was hij hoofd van
de afdeling architectuur van de Academie van
Bouwkunst in Amsterdam en stadsarchitect van
Haarlem. Hij heeft diverse welstandscommissies
van grote steden voorgezeten en was adviseur
Welstand voor de Rijksbouwmeester. Daarnaast
was hij lid van de Raad voor Cultuur. Tot 2010 was
hij voorzitter van stichting Archiprix Nederland en
Archiprix International. In Haarlem richtte hij in
2006 debatplatform ‘de stekker in Haarlem’ op dat
ruimtelijke kwaliteit wil bevorderen. Hij is directeur
van ontwerpbureau aTA architectuurcentrale Thijs
Asselbergs. Sinds september 2008 is hij hoogleraar
Architectural Engineering aan de TU Delft.
35
32-33-34-35_interview.indd 35
Tekst Peter de Winter Fotografie Roel Dijkstra
ArchitectuurNL
16-04-14 15:37