VRAGEN Studie-examen 2e niveau 2014
Download
Report
Transcript VRAGEN Studie-examen 2e niveau 2014
Vragen 2e niveau 2014
Vragen Studie-examen 2 e niveau 2014
Er zijn in dit examen drie onderdelen (A, B en C) die alle moeten worden voorbereid, ook al
worden op het examen niet al deze vragen gesteld. Elk deel bevat instructies hoe de vragen
moeten worden beantwoord. De antwoorden zijn te vinden in het studiemateriaal van
‘Studie-examen 2e niveau 2014' dat de volgende artikelen bevat:
A. (30% van totale waarderingscijfer)
President Ikeda’s Lezing over ‘Vervolging met zwaarden en stokken’
B. (40% van totale waarderingscijfer)
Basisbeginselen van het Nichiren Boeddhisme in de SGI
C. (30% van totale waarderingscijfer)
De geschiedenis van de SGI
• De priesterkwestie
• De drie presidenten
• President Ikeda in Europa
NB: Leden die op 9 november Studie-examen 2e niveau willen doen, worden verzocht
het inschrijfformulier digitaal in te vullen en op te sturen naar hun
gebiedsverantwoordelijke.
1
Vragen 2e niveau 2014
Deel A:
‘Vervolging met zwaarden en stokken’
Alle antwoorden moeten gebaseerd zijn op
‘Deel A, Vervolging met zwaarden en stokken’.
Deze lezing verscheen als studieonderwerp
gedeeltelijk in de Indigo van juni dit jaar.
Beantwoord in maximaal 300 woorden elk van
de volgende vragen. Als je denkt dat je het in
minder woorden kunt uitdrukken, voel je dan
niet verplicht je antwoord langer te maken.
In het examen worden drie van deze vragen
gesteld.
Uit de paragraaf ‘Inleiding’
A1. Hoe gaf meneer Toda uitdrukking aan zijn
onwankelbare toewijding aan kosenrufu, en
welke inwerking heeft dit gehad op de jonge
Daisaku Ikeda?
Uit de paragraaf ‘Een steeds gespannener
situatie in Atsuhara’
A2. Waarom verwees Nichiren Daishonin naar
de twee vervolgingen bij Tatsunokuchi en
Komatsubara, en wat voor inwerking moet dit
op Tokimitsu hebben gehad?
Uit de paragraaf ‘De voorspoed die ontstaat uit
het vormen van een omgekeerde relatie’
A3. Leg het beginsel uit van het verkrijgen van
voorspoed door een ‘omgekeerde relatie’ met
de Lotus Soetra te vormen.
Uit de paragraaf ‘Een jonge leerling de essentie
van geloof leren’
A4. Wat is de betekenis van de vijfde schriftrol
waarmee Sho-bo Nichiren Daishonin sloeg? In
de Gosho-passage waarin Nichiren Daishonin de
vijfde schriftrol beschrijft, legt hij een bijzonder
boeddhistisch beginsel uit; welke is het?
Uit de paragraaf ‘De betekenis van het
hoofdstuk Devadatta’
A5. Leg het beginsel van het ‘bereiken van
boeddhaschap in je huidige gedaante’ uit, door
te wijzen op de geestelijke en fysieke aspecten
van verlichting.
2
Uit de paragraaf ‘Conflict en verdeeldheid
veranderen in samenwerking en harmonie’
A6. Hoe kan de mensheid harmonie en welvaart
verkrijgen, en wat is de sleutel tot deze
transformatie?
Uit de paragraaf ‘Vervolging met zwaard en
stok zoals voorspeld in het hoofdstuk
Aansporing tot toewijding’
A7. Hoe heeft Nichiren Daishonin gereageerd
op deze aanvallen met zwaarden en stokken?
Welke functie kunnen moeilijkheden hebben
voor ons leven?
Uit de paragraaf ‘De beoefening van de
Bodhisattva’s van de Aarde’
A8. Wat is de uiteindelijke boodschap van deze
brief aan Tokimitsu? Waarop dringt de
Daishonin aan dat zijn leerling zal doen?
Uit de paragraaf ‘De eeuwige reis van meester
en leerling’
A9. Wat zegt president Ikeda over de
gezamenlijke reis van meester en leerling?
Uit de paragraaf ‘Een sterke zoekende geest in
geloof is de bron van overwinning’
A10. Wat is, volgens president Ikeda, nodig om
een leven van geluk en overwinning te
bereiken?
Deel B:
Grondbeginselen van
Boeddhisme in de SGI
het
Nichiren
Al het materiaal voor Deel B is te vinden in ‘Deel
B’ van het Studie-examen 2e niveau 2014. De
lengte van de antwoorden zal bij elke vraag
variëren, maar het antwoord hoeft niet langer
te zijn dan 300 woorden.
In het examen worden vier van deze vragen
gesteld.
Vragen 2e niveau 2014
Deel C:
Bodhisattva Nooit Kleinerend:
B1. Beschrijf het gedrag van bodhisattva
Nooit Kleinerend. Wat kunnen we uit deze
houding naar anderen leren?
‘Vele lichamen, één gedachte’:
B2. Leg het begrip ‘vele lichamen, één
gedachte’ uit. Waarom is ‘vele lichamen, één
gedachte’ belangrijk? Hoe kunnen we ‘vele
lichamen, één gedachte’ bereiken?
Kosenrufu:
B3. Leg het begrip kosenrufu uit. Hoe leert
Nichiren Daishonin ons te bidden?
De geschiedenis van de SGI
Alle antwoorden moeten gebaseerd zijn op
‘Deel C, De geschiedenis van de SGI’.
Beantwoord met maximaal 300 woorden de
volgende vragen.
In het examen worden drie vragen over dit deel
gesteld.
De priesterkwestie:
C1. Beschrijf de gebeurtenissen die vooraf
gingen aan en volgden op november 1991.
C2. Hoe worden de gebeurtenissen van 1991
uitgelegd in de Lotus Soetra?
enkel
C3. Licht drie verschillen toe in hoe de SGI en de
priesterorde van Nikken het Nichiren
Boeddhisme beoefenen.
B4. Wat zijn de Tien Werelden? Wat zijn de tien
factoren? Wat zijn de drie gebieden? Leg uit
wat ‘drieduizend gebieden in een enkel
bestaansmoment’ is.
C4. Wat is voor ons als leden van de SGI het
antwoord op de gebeurtenissen die in deze
artikelen worden beschreven?
Drieduizend
gebieden
bestaansmoment:
in
een
B5. Hoe wordt met ‘het in elkaar besloten
liggen van de Tien Werelden’ het bereiken van
boeddhaschap uitgelegd? Hoe brengen we deze
leer in ons leven in praktijk?
Relatief en absoluut geluk:
B6. Wat is het verschil tussen absoluut en
relatief geluk in het Nichiren Boeddhisme? Hoe
kunnen wij en onze medeleden absoluut geluk
opbouwen?
De drie presidenten:
C5. Beschrijf drie belangrijke prestaties die
Tsunesaburo Makiguchi tijdens zijn leven
leverde.
C6. Beschrijf drie belangrijke prestaties die
Josei Toda tijdens zijn leven leverde.
C7. Beschrijf drie belangrijke prestaties die
Daisaku Ikeda in zijn leven leverde.
C8. Hoe heeft de instelling van de eenheid van
meester en leerling geleefd in het hart van de
drie presidenten? Licht je antwoord toe met
voorbeelden uit hun leven en activiteiten.
President Ikeda in Europa
C9. Waarom ondernam president Ikeda zijn
eerste reis naar Europa? Wat was zijn doel?
C10. Waaraan dacht president Ikeda tijdens zijn
reis?
3