Ductaal Carcinoma In Situ (DCIS)

Download Report

Transcript Ductaal Carcinoma In Situ (DCIS)

Ductaal Carcinoma In Situ (DCIS)

Bij u is een voorstadium van borstkanker geconstateerd. Deze afwijking wordt Ductaal Carcinoma In Situ (afgekort DCIS) genoemd. Uw arts of verpleegkundig specialist heeft uitgelegd wat DCIS inhoudt en welke behandeling voor u het beste is. In deze folder kunt u deze informatie nog eens rustig nalezen.

De normale borst

Bij het bevoelen van uw borsten zult u merken dat ze onder de gladde huid wat bobbelig aanvoelen. De bobbeltjes die u voelt zijn melkklieren. De borst is opgebouwd uit een aantal melkklieren die samen het borstklierweefsel vormen. Om de melkklieren heen ligt vet- en steunend bindweefsel. Deze drie soorten weefsel bij elkaar vormen de borst. In de melkklieren wordt moedermelk aangemaakt. In de melkgangen vloeit de melk naar de tepels. Op de tekening hieronder ziet u hoe de borst is opgebouwd.

^ _ ` a b c

A = steunweefsel B = rib C = melkklier D = borstspier E = melkgang F = tepel (bron: brochure 'Borstafwijkingen, waar moet je op letten?', KWF Kankerbestrijding). - 1 - MCL | Patiënteninformatie

Ductaal Carcinoma In Situ (DCIS)

Wat is DCIS

In het weefsel van uw borst zijn door de patholoog onrustige/afwijkende cellen gevonden. Het is een celtype waarvan we weten dat het vaak leidt tot borstkanker. Dit zou over 5 maanden kunnen zijn, maar ook pas over 5 jaar. Vaak wordt DCIS opgespoord via een röntgenfoto van de borst (een mammografie), bijvoorbeeld bij het bevolkingsonderzoek op borstkanker. Er zijn vaak kalkspatjes te zien (microcalcificaties). Het is bijna nooit te voelen, alleen onder de microscoop zichtbaar te maken bij weefselonderzoek. DCIS komt meestal maar op één plaats in de borst voor, maar de afwijking is vaak wel groot. In de helft van de gevallen is de doorsnede meer dan 3 centimeter. Het verschil tussen DCIS en borstkanker is het volgende: •

Borstkanker

groeit in de omliggende weefsels en organen en kan uitzaaien. Uitzaaien wil • zeggen dat cellen losraken en zich via bloedvaten en/of lymfvaten door het lichaam verspreiden.

DCIS

groeit niet in de omliggende weefsels en kan ook niet uitzaaien. DCIS is beperkt tot de melkgangen in de borst. - 2 - MCL | Patiënteninformatie

Ductaal Carcinoma In Situ (DCIS)

Vormen van DCIS

We onderscheiden 3 vormen van DCIS: • De cellen zijn afwijkend, maar lijken nog goed op de oorspronkelijke cellen. Dit noemt men goed gedifferentieerd DCIS, graad 1. • Een vorm die tussen goed- en slecht gedifferentieerd in zit. Dit noemt men matig gedifferentieerd DCIS, graad 2. • De cellen zijn afwijkend en lijken nauwelijks meer op de oorspronkelijke cellen. Dit noemt men weinig of slecht gedifferentieerd DCIS, graad 3.

Onderzoek

DCIS is bijna nooit te voelen. Vaak wordt het ontdekt bij het bevolkingsonderzoek op borstkanker. Er worden op de röntgenfoto kalkspatjes met een kwaadaardig aspect gezien. Deze kalkspatjes zijn vaak aanleiding om weefselonderzoek te gaan doen. Weefselonderzoek kan gedaan worden met een dikkenaaldpunctie. Dit is het wegnemen van een pijpje weefsel uit de borst met een soort injectienaald. Het onderzoek vindt meestal plaats onder plaatselijke verdoving op de afdeling radiologie. Soms kan de diagnose echter pas gesteld worden door weefselonderzoek na een operatie, waarbij de chirurg het afwijkende stukje weefsel ruim wegneemt.

Behandeling

Operatie

De behandeling bestaat uit het wegnemen van de afwijking met rondom een rand gezond weefsel (een excisiebiopsie). Omdat de afwijking vaak niet te voelen is zal de chirurg aan de radioloog vragen de plaats van de afwijking aan te wijzen door het inbrengen van een radioactief jodiumzaadje of een ragfijn ijzerdraadje. Dat gebeurt dan op de röntgenafdeling, meestal enkele dagen (bij jodiumzaadje) of enkele uren (bij ijzerdraadje) vóór de operatie. Zo weet de chirurg vrij - 3 - MCL | Patiënteninformatie

Ductaal Carcinoma In Situ (DCIS)

nauwkeurig waar hij moet opereren. Daarna bekijkt de patholoog het weefsel onder de microscoop. Dit onderzoek duurt ten minste een week. Vervolgens zal de chirurg of de verpleegkundig specialist mammacare de uitslag met u bespreken. Als is aangetoond dat het om DCIS gaat, is het noodzakelijk dat bij een operatie alle DCIS wordt weggenomen. Met andere woorden: de snijranden moeten vrij van DCIS zijn. Als de snijranden niet vrij van DCIS zijn, moet er opnieuw een stukje weefsel uit de randen verwijderd worden door middel van operatie. Dit noemt men een re-excisie. Als dit weefsel dan nog niet schoon is of als de afwijking door de gehele borst zit is het soms zelfs nodig om de hele borst weg te halen (= ablatio). Bij sommige vormen van DCIS wordt ook onderzoek gedaan naar de lymfeklieren die bij de borst horen. Dit wordt gedaan als het om DCIS graad 2 of 3 gaat en ook als de afwijking te voelen is of in een wat groter gebied voorkomt. Wanneer besloten wordt de hele borst weg te halen, wordt altijd onderzoek gedaan naar de lymfeklieren. Uw chirurg of verpleegkundig specialist mammacare zal met u bespreken of in uw situatie onderzoek van de lymfeklieren zinvol is. Eén of enkele klieren worden dan weggehaald door middel van de schildwachtklierprocedure. Meer informatie over dit onderzoek kunt u lezen in de brochure “Schildwachtklierprocedure” van het MCL. Soms vindt de patholoog niet alleen DCIS, maar ook borstkanker in het weefsel dat is weggehaald. De cellen zijn dan wel door de wand van de melkgang heen gegroeid, in het omliggende weefsel. In dat geval volgt nog een operatie om eventuele uitzaaiingen in de oksel op te sporen, als dat nog niet gelijktijdig gebeurd is bij de borstoperatie.

Bestraling

Nadat alle DCIS is weggenomen wordt de borst gedurende vier tot vijf weken bestraald (radiotherapie). Bij bestraling (radiotherapie) wordt gebruik gemaakt van straling om kankercellen te vernietigen. Kankercellen verdragen bestraling slechter dan gezonde cellen. Ze groeien niet verder, terwijl de gezonde weefsels zich zullen herstellen. - 4 - MCL | Patiënteninformatie

Ductaal Carcinoma In Situ (DCIS)

Radiotherapie is een plaatselijke behandeling en heeft daarom alleen effect op de plaats waar bestraald wordt, dus de borst. Het geeft weinig bijwerkingen, omdat de borst zich vrijwel uitwendig van het lichaam bevindt. Vermoeidheid kan optreden en de huid van de borst kan rood worden. De borst kan na verloop van tijd wat stugger aanvoelen. Als de hele borst wordt weggenomen, hoeft er (meestal) niet bestraald te worden. Meer informatie over bestraling kunt u vinden in de brochure “Radiotherapie” van de KWF Kankerbestrijding.

Chemotherapie

Chemotherapie, de behandeling voor kanker met medicijnen, wordt niet toegepast bij alleen DCIS.

Resultaat

Ondanks dat DCIS geen borstkanker is, wordt het toch intensief behandeld. Dit is nodig, want als er DCIS in de borst achterblijft na de behandeling, bestaat de kans dat daaruit alsnog borstkanker ontstaat. De genezingskansen zijn bij een juiste behandeling van DCIS vrijwel 100%. Bij borstkanker ligt de kans op genezing lager.

Borstreconstructie

Er zijn twee mogelijkheden voor reconstuctie: • U krijgt een excisiebiopsie: Hierbij is het mogelijk dat de plastisch chirurg direct na de chirurg opereert tijdens dezelfde ingreep. De plastisch chirurg vult de holte die ontstaat door de excisiebiopsie direct op met borstweefsel uit dezelfde borst. De borst wordt hierdoor kleiner. Het is mogelijk dat de plastisch chirurg meteen de andere borst verkleint, zodat uw borsten na de operatie weer even groot zijn. Dit heeft niet de voorkeur. Bij voorkeur wordt het definitieve resultaat van de behandeling afgewacht (operatie en bestraling) en wordt de andere borst hierop aangepast. - 5 - MCL | Patiënteninformatie

Ductaal Carcinoma In Situ (DCIS)

Of u voor deze reconstructietechniek in aanmerking komt hangt af van verschillende factoren. Dit kunt u met uw chirurg, verpleegkundig specialist mammacare en plastisch chirurg bespreken. • Uw hele borst wordt weggenomen (ablatio): Als u de hele borst moet missen is het vaak mogelijk om tijdens de operatie waarbij de borst wordt weggehaald een reconstructie uit te laten voeren. Dit betekent dan wel dat de operatie langer duurt. Ook de tijd om te herstellen duurt langer. De chirurg werkt in dit geval samen met de plastisch chirurg. Als u een borstreconstructie overweegt, kunt u dit het beste met uw chirurg of verpleegkundig specialist bespreken. Deze zal dan een verwijzing regelen naar de plastisch chirurg. In een gesprek met de plastisch chirurg kunt u zich laten informeren over de mogelijkheden die er voor u persoonlijk zijn. De resultaten van een borstreconstructie lopen uiteen. Meer informatie vindt u in de brochure “Borstreconstructie” van de KWF Kankerbestrijding en de folder “Borstreconstructie” van het MCL.

Tot slot

U hebt een aandoening die moeilijk te begrijpen is. Er wordt wel gezegd: goed nieuws en slecht nieuws. Enerzijds gaat het niet om borstkanker, anderzijds moet er wel een ingrijpende behandeling plaatsvinden. Sommige vrouwen moeten opnieuw geopereerd worden, anderen moeten de hele borst missen. Bij een borstsparende behandeling moet er worden bestraald. Dat is moeilijk te verwerken en ook voor uw familie en kennissen soms onbegrijpelijk. Als u uw borst moet missen en voor directe reconstructie kiest, denken mensen in de omgeving vaak dat u een cosmetische ingreep hebt gehad. Dan zijn de reacties naar u toe niet altijd gepast. DCIS is een aandoening die bij weinig mensen bekend is. Omdat borstkanker bij meer dan 10% van de vrouwen in Nederland voorkomt, denken velen te weten wat u mankeert en hoe u behandeld zou moeten worden. Dit kan veel verwarring geven en onzekerheid oproepen. - 6 - MCL | Patiënteninformatie

Ductaal Carcinoma In Situ (DCIS)

Uw behandeling wordt afgestemd op uw situatie. Een behandelingsadvies komt in teamverband tot stand en wordt stap voor stap met u besproken. Deze brochure is een aanvulling op het gesprek met de chirurg of verpleegkundig specialist. In deze brochure staat algemene informatie beschreven. Het kan zijn dat voor uw situatie een ander behandelplan meer geschikt is. Graag bespreken we dat met u. Het is belangrijk dat u vertrouwen kunt hebben in de chirurg of verpleegkundig specialist en in de voorgestelde behandeling. Aarzel niet om vragen te stellen als zaken u niet duidelijk zijn. U beleeft een ingrijpende periode in uw leven, die gepaard gaat met gevoelens van onzekerheid, boosheid en verwarring. Kortom, uw hele leven staat ‘op de kop’. Het kost tijd en energie om alles te verwerken. Probeer uzelf de tijd te gunnen en vraag hulp als het u teveel wordt. Hulp bij het verwerken kan gegeven worden door onder andere het medisch maatschappelijk werk of door een gespecialiseerde psycholoog. Meer informatie kunt u vinden in de brochure “Ondersteuning bij kanker” van het MCL. Mocht u nog vragen hebben naar aanleiding van deze informatie, dan kunt u altijd de verpleegkundig consulent mammacare bellen. Telefoonnummer 058 – 286 67 99. De genoemde brochures van de KWF Kankerbestrijding kunt u ook bij de verpleegkundig consulent mammacare verkrijgen of bij het KWF via het gratis telefoonnummer 0800 – 0 22 66 22; 24 uur per dag of via de website www.kwf.nl . www.mcl.nl www.mcl.nl/ocl Oncologisch Centrum Leeuwarden ©MCL februari 2014 MCL-OCL-FOL-015 /3 058 – 286 66 60 - 7 - MCL | Patiënteninformatie