3.3 Tweeslagmotor - Agrarische Techniek

Download Report

Transcript 3.3 Tweeslagmotor - Agrarische Techniek

De tweeslagmotor
_____________________________________________________________________________________________________
AOC OOST Almelo
Groot Obbink 01-09-2013
____________________________________________________________________________
De tweeslagmotor.
De tweeslagmotor is een eenvoudiger soort verbrandingsmotor.
Op het titelblad zag je een doorsnede van een tweeslagmotor
•
De drijfstang is letter
___ .
•
De zuiger is letter
___ .
•
De krukas is letter
___ .
Deze motor heeft geen kleppen maar poorten.
Dit soort motortjes vind je op kleine voertuigen en werktuigen.
Sommige leerlingen komen met een bromfiets op school.
1.
2.
3.
4.
•
•
5.
Hoe oud moet je zijn om op een bromfiets of snorfiets te mogen rijden ? __ jaar
Heb je ook een soort rijbewijs nodig ? _______
Hoe heet dit rijbewijs ? ___________________
Wat is de toegestane maximumsnelheid op de weg
buiten de bebouwde kom ?
binnen de bebouwde kom ?
voor een bromfiets _____ km / u.
_____ km / u.
een snorfiets
_____ km / u.
_____ km / u.
Er zijn motoren, bromfietsen en snorfietsen.
Bij welke moet je altijd een helm dragen ? ___________________________ .
Hoe werkt nu de motor van een bromfiets? Lees gauw verder.
_________________________________________________________________________ 24
De tweeslagmotor
____________________________________________________________________________
Herkenning van een 2 slagmotor aan de buitenkant .
1. De uitlaatpoort zit hoger
aangesloten op de cilinder
dan de inlaatpoort.
2. De motor heeft geen
oliepijlstok of olievuldop of
olieaftapstop.
De 2 slagmotor heeft geen olie in het carter, maar wordt gesmeerd door de olie die in
de benzine zit (dit heet dan mengsmering)
De mengverhouding benzine en olie is erg verschillend.
In de meeste gevallen is 1 liter olie gemengd met 25 liter benzine voldoende.
Het carter is luchtdicht.
De motor moet hier het gasmengsel binnen zuigen.
Omdat er geen olie in het carter zit, kan men de motor in alle standen gebruiken.
Omdat de motor alles doet in 1 omwenteling van de krukas ( zijn 2 slagen) heet deze
motor een 2 slagmotor.
Maak de volgende vragen:
1.
2.
3.
Waaraan kun je een tweeslagmotor herkennen ? Noem er 2.
• ............................................................
• ............................................................
Hoe wordt een tweeslagmotor gesmeerd ?
...............................................................
Je wilt 10 liter mengsmering maken. Hoeveel benzine en olie heb je nodig ?
...............................................................
...............................................................
_________________________________________________________________________ 25
De tweeslagmotor
____________________________________________________________________________
Werking van de motor.
Zuiger gaat naar boven.
Onder de zuiger.
Zuiger gaat naar beneden.
Onder de zuiger
Aanzuigen van nieuw
gasmengsel
Boven de zuiger
Samen persen van.
het gasmengsel
Gasmengsel word
samengeperst.
Boven de zuiger
Verbranding van het
gasmengsel
en uitlaten van
de verbrandingsresten
Als de zuiger verder
naar beneden gaat
word het gasmengsel
door de spoelpoort
naar boven gedrukt.
Doordat de zuiger omhoog gaat ontstaat er
een onderdruk in het carter.
Hierdoor wordt het nieuwe gasmengsel in het
carter aangezogen.
Als de zuiger daarna naar benden gaat,
stroom dit gasmengsel door de spoelpoort
naar de compressieruimte.
Zuiger gaat naar boven.
Nu wordt het gasmengsel samengeperst =
compressie. De vonk van de bougie
ontsteekt het gasmengsel waardoor de
zuiger naar beneden gedrukt wordt .
Hierdoor wordt de krukas aangedreven. Daarna kunnen de verbrandingsresten door
de uitlaatpoort weg. De kam ( K) op de zuiger voorkomt dat er geen onverbrande
gassen direct door de uitlaat poort verloren gaat.
_________________________________________________________________________ 26
De tweeslagmotor
____________________________________________________________________________
Dikwijls zijn er 2 of meer spoelpoorten voor een betere en
snellere cilindervulling te krijgen. De bolkopzuiger en de
plaatsing van de spoelpoorten zorgen er voor dat er geen
onverbrand gasmengsel door de uitlaatpoort verloren gaat.
Storingen
1. Koolaanslag door de onvolledige verbranding van olie uit de
mengsmering vindt er koolafzetting plaats op de zuiger en
de cilinderkop en in de uitlaat.
Door goede mengsmering te gebruiken geeft dit
tegenwoordig nauwelijks meer problemen.
2. Vette bougie Dit komt door te rijke smering.
3. Lekkage van het carter Dit kan ontstaan bij de lagers van de krukas, die door het
cilinderblok steekt. ( afdichtingsringen)
Gevolg is: de motor zuigt valse lucht aan waardoor hij moeilijk start of niet loopt.
4. Motor gaat 4 takten. Normaal vindt er een verbranding plaats elke keer als de
zuiger boven komt. In dit geval slaat hij een keer over, dus hij geeft een
verbranding na 4 slagen in plaats van na 2 slagen.
Oorzaken kunnen zijn: te veel of te weinig toeren of te hoog toerental van de motor .
Kleur de :
Benzinetank
Geel
Carburateur
Geel
Luchtfilter
Blauw
Inlaatpoort
Blauw
Uitlaatpoort
Rood
Spoelpoort
Oranje
Carter
Oranje
Zuiger
Bruin
Zuigerpen
Groen
Drijfstang
Groen
Krukas
Bruin
Bougie
Rood
Nieuw gasmengsel
Samengeperst gasmengsel
Blauw
Rood
_________________________________________________________________________ 27
De tweeslagmotor
____________________________________________________________________________
Motor en onderdelen
De inlaat en uitlaat zitten
niet op gelijke hoogte aan
de cilinder.
Er zit geen olie in het carter,
want er is geen
olieaftapplug of oliepeilstok
te zien.
Dit is een luchtgekoelde cilinder van een 2 slagmotor.
De uitlaatpoort en de inlaatpoort is duidelijk te zien.
De uitlaatpoort zit hoger op de cilinder aangesloten dan
de inlaatpoort.
Om te voorkomen dat de uiteinden van de
compressieveren in de openingen van uitlaatpoort of
inlaatpoort of spoelpoort zouden komen, zijn de compressieveren geborgd.
Ze kunnen nu niet verdraaien.
Zuiger met drijfstang
Borgpennetje
Bolkopzuiger met 2
compressieveren.
Om de ruimte tussen zuiger en
cilinder goed af te dichten.
Let op:
Er zitten geen olieschraapveren
om de zuiger bij een 2 slagmotor.
_________________________________________________________________________ 28
De tweeslagmotor
____________________________________________________________________________
Invullen:
1 = …………………………………………
2 = …………………………………………
3 = …………………………………………
4 = …………………………………………
5 = …………………………………………
6 = …………………………………………
7 = …………………………………………
8 = …………………………………………
9 = …………………………………………
10 = …………………………………………
11 = …………………………………………
12 = …………………………………………
In kleuren van het figuur
kleur de inlaatpoort en het carter en de spoelpoort geel.
Kleur de compressieruimte (= ruimte boven de zuiger) en
de uitlaatpoort rood
Kleur de zuiger blauw
Geef de drijfstang een groene kleur.
Schrijf een de letter B bij de bougie.
Probeer met je eigen woorden hieronder op te schrijven
hoe deze motor werkt
Deze motor werkt als volgt:
……………………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………………
_________________________________________________________________________ 29
De tweeslagmotor
____________________________________________________________________________
Je gaat nu bij een 1 cilinder 2 slagmotor kijken hoe deze werkt.
•
•
•
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
10.
11.
12.
13.
14.
15.
16.
Gebruik goed passend gereedschap.
Leg alle onderdelen, moeren en bouten in een bakje.
Werk voorzichtig en netjes.
Haal de bougiedop van de bougie af.
Draai de bougie met de bougiesleutel los en met de hand eruit.
Neem een goed passende pijpsleutel of dopsleutel en draai de moeren van de
cilinderkop los.
Haal de cilinderkop van de motor en leg deze omgekeerd op de werkbank in
verband met beschadigingen.
Verwijder de koppakking van de cilinder.
Is deze nog goed ? _________________
Hoeveel zuigers zie je ? ____________
Meet nu met een schuifmaat de boring van de cilinder.
De boring van de cilinder is ____________ mm.
Draai nu aan het vliegwiel en zet de zuiger eerst in het
bovenste dode punt en daarna in het onderste dode punt.
Meet de slag die de zuiger gemaakt heeft.
De slag van de zuiger is ____________mm.
Een beweging van de zuiger van boven naar beneden of omgekeerd noemen
we een slag. Dus: 1 keer ronddraaien aan de krukas zijn 2 zuigerslagen.
De ruimte die je in de cilinder ziet noemen we cilinderinhoud. De gaten in de
cilinder noemen we poorten.
Hoeveel poorten heeft de cilinder ? _____
De uitlaatpoort is nummer _____ .
Hierdoor gaan de uitlaatgassen naar buiten.
De inlaatpoort is nummer _____ .
Hierdoor komt het gasmengsel binnen.
Omdat het gasmengsel van de ruimte
beneden de zuiger naar de ruimte boven de
zuiger moet, zijn er spoelpoorten nodig. Kijk
waar de spoelpoorten zitten.
De spoelpoorten zijn nummer _____ .
Er zijn bij deze motor ___ spoelpoorten.
_________________________________________________________________________ 30
De tweeslagmotor
____________________________________________________________________________
17.
18.
19.
20.
21.
22.
23.
24.
25.
26.
27.
28.
29.
30.
Draai de moeren onderaan de cilinder los. (demonteer de cilinder)
Trek de cilinder voorzichtig omhoog. (denk om de cilindervoetpakking)
Hoeveel compressieveren heeft deze ? __________ .
Probeer voorzichtig de compressieveren te draaien. Lukt dit wel of niet?
Je ziet dat de compressieveren op hun plaats blijven door pennetjes. Dit
noemen we borgpennetjes.
Is de zuiger bol of vlak aan de bovenkant?
Waarom? (kijk goed naar de uitlaatpoort en de spoelpoort en denk aan het
verbrande gasmengsel en het nieuwe gasmengsel dat in de cilinder komt.)
___________________________________________________________ .
Monteer nu weer de cilindervoetpakking.
Doe een druppel olie aan de binnenkant van de cilinder en op de buitenkant
van de zuiger. Monteer de cilinder op de juiste wijze. Let hierbij op uitlaatpoort.
Leg nu de koppakking op de cilinder en monteer de cilinderkop.
Draai de moeren beurtelings, kruisgewijs en met gelijke kracht vast.
Draai de bougie met de hand in de cilinderkop. Draai de bougie voorzichtig
vast met een bougiesleutel en sluit de bougiekabel aan.
Maak alles netjes schoon en ruim het gebruikte gereedschap netjes op.
Laat je docent alles controleren. (oude motor wegzetten)
31.
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
10.
11.
12.
13.
14.
Geef de onderdelen een naam.
________________________
________________________
________________________
________________________
________________________
________________________
________________________
________________________
________________________
________________________
________________________
________________________
________________________
________________________
_________________________________________________________________________ 31
De tweeslagmotor
____________________________________________________________________________
31.
In het begin van deze les heb je gewerkt aan een oude motor.
Bereken nu de cilinderinhoud van deze motor.
Inhoud = oppervlak x hoogte, dus Cilinderinhoud = zuigeroppervlak x slag
Zuigeroppervlak = 3,14 x r x r (r is de helft van de boring).
Vul nu in:
Zuigeroppervlak
Slag
= 3,14 x _____ x _____
Cilinderinhoud
32.
33.
34.
35.
36.
37.
= _______ cm2
= _______ cm
---------------------- X
= _______ cm3 (cc)
Opmerking:
Als je dit goed hebt uitgerekend, is dit iets minder dan 50 cc.
Want 50 cc of meer is de cilinderinhoud van motoren.
Welke soort brandstof heeft deze motor nodig ?
_____________________________________
Hoe wordt deze motor gesmeerd ?
___________________________
Op welke wijze wordt deze motor gekoeld ?
__________________________________
Als deze motor 4000 omwentelingen (=toeren) per -minuut maakt, hoe vaak
vonkt dan de bougie per minuut ? ________________________________
Ruim alles weer netjes op.
_________________________________________________________________________ 32
De tweeslagmotor
____________________________________________________________________________
Tot slot van deze opdracht beschrijf je de werking van de tweeslagmotor.
Ga de werking van het 2-slagproces na bij de volgende tekeningen.
1ste slag.
De zuiger gaat naar _______________.
Wat gebeurt er onder de zuiger ?
____________________________________________
____________________________________________
Wat gebeurt er boven de zuiger ?
____________________________________________
____________________________________________
2de slag.
De zuiger gaat naar _______________ .
Wat gebeurt er onder de zuiger ?
____________________________________________
____________________________________________
Wat gebeurt er boven de zuiger ?
____________________________________________
____________________________________________
Kleur in deze drie tekeningen:
• de inlaatgassen blauw
• de uitlaatgassen rood
Aan het eind van de 2de slag wordt er gespoeld.
Wat gebeurt er onder de zuiger ?
____________________________________________
____________________________________________
Wat gebeurt er boven de zuiger ?
____________________________________________
____________________________________________
_________________________________________________________________________ 33
De tweeslagmotor
____________________________________________________________________________
_________________________________________________________________________ 34
De tweeslagmotor