Transcript Beste ouders, Wij zijn begonnen aan thema 7 van taal. De

Beste ouders,
Wij zijn begonnen aan thema 7 van taal. De laatste twee thema’s zijn voor veel
kinderen lastig, omdat het geen klankzuivere woorden zijn. Je schrijft dus niet wat je
hoort.
Hieronder in het kort een algemene uitleg van de meerlettergrepige woorden. In
groep 4 wordt de basis gelegd voor groep 5 t/m 8.
De woorden worden verdeeld in drie categorieën:
kas teel
ja ger
ba kker
keu ken
Het stappenplan dat de kinderen moeten hanteren:
1. Verdeel het woord in klankgroepen (dit is de basis en dus zeer belangrijk voor
het goed schrijven van woorden);
2. Luister naar: de laatste klank van de eerste klankgroep;
3. Is het een: medeklinker, tweetekenklank (au, ou, ui, oe, ie, ei, eu, ij) of een
klinker (lange klank of korte klank);
4. Medeklinker: je schrijft wat je hoort;
5. Tweetekenklank: je schrijft wat je hoort;
6. Klinker (lange klank of korte klank): regel toepassen;
7. Tweetekenklank: na een tweetekenklank
Regel toepassen:
Eindigt de klankgroep op een:
 Lange klank (jager). Lange klank aan het eind, één teken verdwijnt.
 Korte klank (ba kker). Korte klank, je schrijft twee dezelfde medeklinkers. Dit
is lastig voor kinderen omdat je bij het woord bakker maar één medeklinker
hoort.
Hieronder enkele lastig woorden:
osten(oosten)
kloster(klooster)
marrmot(marmot)
negens(nergens)
karten (kaarten)
platsen(plaatsen)
mester (meester)
tomat (tomaat)
Vrouwen
(vrouwwen)
Vlieger(vliegger)
Vroutje (vroutje)
Het woord verdelen ze in: o sten of klo ster. Ze passen de regel
van jager toe.
Ze passen de regel van bakker toe.
Ze verdelen niet goed in klankgroepen waardoor ze de letter r
niet horen.
De meeste fouten zitten in de lange klank. Ze schrijven niet wat
ze horen of ze passen de regel van de jager-woorden toe.
In de tweede klankgroep schrijf je wat je hoort. Deze klankgroep
eindigt op een medeklinker.
Na een tweetekenklank komt geen medeklinker. De medeklinker
schrijf je in de volgende klankgroep.
Bij verkleinwoorden (je, tje, pje) bestaat de eerste klankgroep uit
het grote woord en eindigt op een medeklinker. Je schrijft dus wat
je hoort.
De spellingscategorieën die in thema 7 worden behandeld zijn:
 Woorden met eind-d of midden-d die klinkt als t (hond)
 Meerlettergrepige woorden met gesloten lettergreep (kasteel)
 Woorden met een open lettergreep aan het eind (sla) of in het midden (jager)
Woorden met eind-d of midden-d die klinkt als t (hond).
Herinner uw kind aan de verlengingsregel. Ik hoor nu /d/, dus ik schrijf ook d.
Dit geldt voor de zelfstandige naamwoorden en de bijvoeglijke naamwoorden, maar
niet voor de werkwoorden (deze woorden schrijf je met een plak-t)
Meerlettergrepige woorden met gesloten lettergreep (kasteel).
Deze woorden hebben twee klankgroepen. De eerste klankgroep eindigt op een
medeklinker.
 Spreek het woord in twee klankgroepen uit om de twee medeklinkers in het
woord goed te horen.
Voorbeeld:
Kas-teel: de eerste klankgroep is ‘kas’. Die eindigt op een s, dat is een
medeklinker. Je schrijft wat je hoort.
De basis van het spellen bij meerlettergrepige woorden is het verdelen in klankgroepen. Laat uw
kind, voordat het een woord opschrijft, het woord verdelen in klankgroepen (drempel, drem-pel en
niet dremp-pel of dremp-el). Het is voor sommige kinderen ook goed om eerst alleen het verdelen in
klankgroepen te oefenen.
Woorden met een open lettergreep aan het eind (sla) of in het midden (jager).
Woorden als sla:
Het stappenplan: bijvoorbeeld het woord sla.
 Welke klank hoor je aan het einde?
 Je hoort de lange klank /aa/
 Welke letter schrijf je?
 Je schrijft één teken: a
Deze regel pas je alleen toe bij de lange klank aa, oo en uu. Dus niet bij de lange
klank ee (zee, twee, mee).
Woorden als jager
Jager heeft twee klankgroepen. De eerste is /jaa/. Je hoort een lange klank /aa/.
Maar je schrijft één teken.
Het stappenplan: bijvoorbeeld het woord jager.
 Dit woord moet je eerst in twee klankgroepen zeggen
 Welke klank hoor je aan het einde van de eerste klankgroep?
 Je hoort de lange klank /aa/
 Welke letter schrijf je?
 Je schrijft één teken
hond
baard
beeld
brand
dood
glad
hand
koud
maand
oud
rood
wind
bad
blond
held
kind
rond
strand
vreemd
zaad
aardbei
potlood
band
bord
breed
eend
goed
hard
kwaad
mand
paard
tand
wond
blad
geld
hemd
kleed
schuld
tijd
waard
zand
hoofdstuk
gewond
bed
bloed
brood
eind
haard
hoofd
land
mond
rand
vriend
woord
blind
grond
hoed
lied
stad (steden)
veld
wild
zwaard
hoofdstad
geduld
kasteel
ander
dokter
fietser
kermis
meester
nergens
persoon
anders
drempel
helder
maandag
minder
netjes
schilder
soldaat
vingers
wonder
zesde
zondag
banden
bergen
feesten
kasten
plaatsen
somber
welkom
wortels
zilver
zonder
banken
branden
fietsen
lichten
planken
bliksem
ergens
herder
mantel
morgen
onder
simpel (wordt soms
geschreven als simpol)
verder
wortel
zelden
zolders
zuster
beelden
drempels
kaarten
nesten
planten
de meest voorkomende fouten zijn:
 plaatsenplatsen, maandagmandag, meestermester
 zusterzustur (de u-klank in ter is de stomme e). De u in zus, dit is de eerste
klankgroep, eindigt op een medeklinker. Je schrijft wat je hoort.
 Wortelswortols.
 bankenbangken, plankenplangken (ngk= niet goed kinderen)
sla
ga
ja
la
ma
pa
vla
ha
stro
vlo
zo
nu
jager
adem
apen
bladen
dader
dader
dagen
daken
dame
dames
draden
jagers
kamer
mager
najaar
nagels
paden
platen
slager
slagers
Water
zadel
zadels
beker
bekers
beren
beter
deken
dekens
even
hemel
kleren
lezer
lezers
regel
regels
regen
streken
strepen
tegel
tegels
teken
tekens
tenen
wegen
bodem
bomen
boter
boven
broden
hotel
kogel
kogels
koper
kopers
lokaal
motor
ogen
open
over
sloten
tomaat
toneel
toren
torens
vogel
zomer
buren
muren
muziek
schuren
Veel voorkomende fouten:
 toneel als tonil. De letter l na een ee-klank vervormt deze klank;
 vogel als vogol. De letter l vervormt ook de el-klank. De e in el zeg je als een
stomme klank. Een stomme klank is de u-klank die je als –e- schrijft.
 Lokaal en tomaat: bij deze woorden pas je de lange klank regel alleen toe in
de eerste klankgroep. Niet in de tweede klankgroep. Daar is de laatste klank
een medeklinker, dus schrijf je wat je hoort.