Transcript BRMO / ESBL - IJsselland Ziekenhuis

Bijzonder ongevoelige
bacteriën (BRMO / ESBL)
Informatie voor klinische patiënten
Afdeling Infectieziekten IJsselland Ziekenhuis
Deze folder is bedoeld voor patiënten die zijn opgenomen
in het IJsselland Ziekenhuis. In deze folder vindt u meer
informatie over Bijzonder Resistente Micro Organismen
(BRMO). Dit zijn bijzonder ongevoelige bacteriën waarbij in
ziekenhuizen extra maatregelen worden genomen.
Met name voor patiënten met een verminderde weerstand
kunnen BRMO-bacteriën een risico vormen.
Daarom wordt er alles aan gedaan om verspreiding van
deze bacteriën binnen het ziekenhuis te voorkomen.
Wat is een BRMO?
BRMO is de afkorting van Bijzonder Resistent MicroOrganisme. Een micro-organisme is de verzamelnaam
voor bacteriën, virussen en schimmels.
Iedereen draagt vele soorten bacteriën met zich mee,
bijvoorbeeld in de neus, de darmen of op de huid.
Bij verminderde weerstand kunnen deze bacteriën infecties
zoals ontstoken wondjes veroorzaken. Dit soort infecties
geneest in de regel vanzelf; soms is het nodig ze te
behandelen met antibiotica. Antibiotica zijn middelen die
worden gebruikt om bacteriën te doden of hun groei te
remmen, zodat de infectie kan genezen.
Een BRMO is echter geen gewone bacterie. Het is een
bacterie die ongevoelig is voor (niet reageert op) de meest
gebruikte antibiotica. Er zijn daarom nog maar enkele
middelen die wél werkzaam zijn als een infectie met een
dergelijke bacterie optreedt.
Met deze middelen moet zuinig worden omgegaan omdat de
bacterie anders ook ongevoelig kan worden voor deze
middelen.
INF.009
1
Wat is een ESBL?
ESBL staat voor Extended Spectrum Beta-Lactamase.
Dit is een enzym dat bepaalde soorten antibiotica kan
afbreken, waardoor een bacterie bijzonder ongevoelig
(resistent) wordt.
Deze enzymen worden gemaakt door gewone
darmbacteriën. Deze bacteriën zijn onschadelijk zolang ze
zich in de darm bevinden van gezonde personen, maar
kunnen infecties veroorzaken bij personen met verminderde
weerstand; soms zelfs met ernstige gevolgen. Antibiotica die
normaal gebruikt worden om deze infecties te behandelen,
werken dan niet meer. Met name in het ziekenhuis vormen
infecties van deze bacteriën een probleem.
Gevolgen
BRMO en ESBL geven meestal geen ziekteverschijnselen
bij gezonde mensen die deze bacteriën bij zich dragen.
Bij mensen met een sterk verminderde weerstand of bij
patiënten met urinekatheters of wonden kunnen deze
bacteriën een infectie veroorzaken. Deze infecties zijn
moeilijk te behandelen.
INF.009
2
Als u een BRMO- of ESBL-bacterie bij zich draagt
Misschien wist u al – bijvoorbeeld door een eerdere
ziekenhuisopname – dat u drager bent van een bijzonder
ongevoelige bacterie.
Het kan ook zijn dat in ons ziekenhuis is onderzocht of u een
bijzonder resistente bacterie bij zich draagt, bijvoorbeeld
omdat u heeft aangegeven dat:
- u sinds uw laatste bezoek aan ons ziekenhuis opgenomen bent
geweest in een buitenlands ziekenhuis,
- u sinds uw laatste bezoek aan ons ziekenhuis opgenomen bent
geweest in een andere zorginstelling waar op dat moment een
uitbraak van een bijzonder ongevoelige bacterie was, of
- u contact heeft met bedrijfsmatig gehouden varkens,
vleeskalveren of vleeskuikens, of op een bedrijf woont waar deze
dieren worden gehouden.
Uit dit onderzoek is gebleken dat u drager bent van zo’n
bijzonder ongevoelige bacterie.
INF.009
3
Maatregelen
Bent u drager van een BRMO- of ESBL-bacterie?
Dan is de kans op verspreiding in het ziekenhuis door
intensieve contacten tussen verpleging en patiënt veel
groter.
Registratie
Patiënten die een BRMO- of ESBL-bacterie bij zich dragen,
worden daarom door de afdeling Infectiepreventie van
ons ziekenhuis geregistreerd1.
Dit betekent dat bij een volgend bezoek aan het ziekenhuis
onmiddellijk bekend is welke ongevoelige bacterie u bij zich
draagt.
Hierdoor kunnen voorzorgsmaatregelen direct op de
correcte manier gestart worden.
Minstens zo belangrijk is dat een eventuele behandeling
van u direct op de goede wijze uitgevoerd kan worden.
Isolatiemaatregelen
Verder zijn er op de verpleegafdeling isolatiemaatregelen
noodzakelijk ter voorkoming van verspreiding.
Er zullen verschillende maatregelen worden getroffen, zoals
bijvoorbeeld:
U wordt in de meeste gevallen op een 1-persoonskamer
verpleegd.
Bij de verzorging dragen de verpleegkundigen
handschoenen, een schort en eventueel een mondneusmasker.
1
Op deze registratie is het privacyreglement van toepassing.
INF.009
4
Uw behandelend arts of de verpleegkundige van de afdeling
informeert u hier verder over.
Het is niet prettig om te worden verpleegd in isolatie.
Het is echter alleen op deze manier mogelijk om u en andere
patiënten te beschermen tegen een mogelijke verspreiding.
Belangrijke aandachtspunten voor bezoek
Een patiënt met BRMO/ESBL kan worden behandeld en mag
bezoek ontvangen. Lichamelijk contact is geen probleem,
maar er wordt wel gevraagd om een aantal
(voorzorgs)maatregelen in acht te nemen, zoals:
1. De handen desinfecteren bij het verlaten van de kamer.
2. Na het bezoek geen andere patiënten in het ziekenhuis
bezoeken.
Weer thuis
In de thuissituatie is BRMO-/ESBL-dragerschap geen enkel
probleem. U hoeft geen speciale maatregelen te nemen en
hiervoor is ook geen behandeling noodzakelijk.
Uw behandelend arts heeft uw huisarts en eventueel de
thuiszorg op de hoogte gebracht van uw BRMO/ESBLdragerschap.
INF.009
5
Tot slot
Wij zijn ons ervan bewust dat deze gang van zaken voor u
erg onaangenaam is.
De medewerkers van het IJsselland Ziekenhuis zijn dan ook
altijd bereid om uw vragen te beantwoorden en te bekijken
of eventuele problemen samen met u opgelost kunnen
worden.
In eerste instantie kunt u hiervoor terecht bij de
behandelend arts of bij de verpleegkundige.
Meer specifieke informatie is te verkrijgen bij de afdeling
Infectiepreventie. Deze is bereikbaar via de verpleging.
Deze folder ondersteunt de mondelinge informatie die u van arts of verpleegkundige heeft
ontvangen. Heeft u nog vragen over het onderzoek of uw behandeling, eventuele gevolgen en
risico’s, of over andere behandelmogelijkheden, stel ze dan gerust.
INF.009
6
INF.009 / 120214.MD