Vlaanderen - Federgon

Download Report

Transcript Vlaanderen - Federgon

Memorandum
2014
Regionaal
Vlaanderen
De Vlaamse arbeidsmarkt als hefboom
voor een verbeterde competitiviteit.
Ref. 20133144 – versie januari 2014
Memorandum Federgon 2014
1
Inhoudstafel
Memorandum 2014 _____________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________ 3
Pijler 1/ Scholing _____________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________ 6
1. Inzetten op vraaggestuurde maatregelen om levenslang leren te bevorderen...........................................................................6
A. Stimuleren van de opleidingsvraag van bedrijven en organisaties.....................................................................................6
1. Verder stimuleren van de pijler opleiding in de KMO-portefeuille............................................................................................................... 6
2. Integratie Betaald Educatief Verlof in vraaggestuurde maatregel............................................................................................................... 6
B. Vraaggestuurde opleidingscheque voor werknemers.........................................................................................................6
C. Fiscaal stimuleren van opleiding.......................................................................................................................................7
D. Ontwikkeling van het uit- en aanbestedingsbeleid van Syntra Vlaanderen in de uitrol van de regiefunctie............................7
E. Regionalisering Federaal Opleidingsfonds Dienstencheques..............................................................................................7
F.
Transparant systeem van erkenning van opleidingen en opleidingsverstrekkers door VDAB...............................................7
2. Naar een groeipad voor externe loopbaanbegeleiding.............................................................................................................8
Pijler 2/ Plaatsingsbevorderende maatregelen_______________________________________________________________________________________________________________ 9
3. Regionalisering: Outplacement...............................................................................................................................................9
4. Regionalisering: doelgroepenbeleid........................................................................................................................................9
5. Regionalisering: activering................................................................................................................................................... 10
6. 50-plus-premie.................................................................................................................................................................... 10
Pijler 3/ Werkgelegenheidsverruimende en werkervaringsmaatregelen _______________________________________________________________ 11
7. Regionalisering Dienstencheques......................................................................................................................................... 11
8. Werkplekleren..................................................................................................................................................................... 12
9. Maatwerkdecreet................................................................................................................................................................ 12
Pijler 4/ Bemiddeling ______________________________________________________________________________________________________________________________________________________________ 14
10. Regionalisering : opvolging werkzoekenden.......................................................................................................................... 14
11. Private intermediairs en de openbare sector......................................................................................................................... 14
12. Economische Migratie......................................................................................................................................................... 15
13. Handhavingsbeleid.............................................................................................................................................................. 15
Pijler 5/ Werking arbeidsmarkt: naar een performant arbeidsmarktmodel ___________________________________________________________ 16
Waarin voorziet de 6e staatshervorming? _______________________________________________________________________________________________________________________ 18
Budget doelgroepverminderingen en activering___________________________________________________________________________________________________________ 20
Memorandum Federgon 2014
2
Memorandum
2014
“Jaarlijks worden zo’n 700.000 personen
door private arbeidsmarkt-intermediairs
De sector van de private intermediairs is dus uitgegroeid tot een
belangrijke economische sector en een cruciale speler voor
de werking van onze arbeidsmarkt. Er is vandaag echt sprake
begeleid, opgeleid of bemiddeld. De leden
van een gemengd beheer van onze arbeidsmarkt. Private en
van Federgon vervullen dan ook een
werkzoekenden aan het werk helpen, vacatures van werkgevers
publieke diensten die in een geest van partenariaat
cruciale rol voor het functioneren van die
invullen, werknemers bijscholen en begeleiden in hun loopbaan,
arbeidsmarkt. Op basis van expertise en
hebben verloren of dreigen te verliezen herinschakelen,…
grondige kennis van de arbeidsmarkt willen
Naast het economische belang is ook de sociale dimensie
werken aan competentie-ontwikkeling, werknemers die hun job
we dan ook onze verantwoordelijkheid
belangrijk. Alle inspanningen om de competenties van mensen te
opnemen en onze bijdrage leveren aan
op zich sociaal uiterst relevant. Daarbovenop komt dat onze
ontwikkelen, hen aan het werk te zetten en hen te begeleiden zijn
een moderne en flexibele arbeidsmarkt.
sectoren bij uitstek een bijdrage leveren aan sociale inclusie. In de
Wij willen die arbeidsmarkt verder mee
van het vrouwelijke geslacht, is 18,9% ouder dan 50 jaar, en 56%
kleuren als “Labour Market Makers”.
dienstenchequesector bijvoorbeeld is 97% van de werknemers
laaggeschoold1. In de uitzendsector heeft 14% van de
uitzendkrachten de niet-Belgische nationaliteit, en is 25%
laaggeschoold2. Maar ook voor hooggeschoolde profielen maakt
de sector het verschil via professionele recruitment-, search- en
selectieactiviteiten, projectsourcing en interim management. De
private intermediairs leveren aldus een essentiële positieve
bijdrage tot het noodzakelijk verhogen van de
werkzaamheidsgraad, in het bijzonder van doelgroepen die
relatief weinig participeren, het invullen van knelpuntberoepen, de
strijd tegen jeugdwerkloosheid,… Kortom, een sector die
oplossingen aanreikt om de structurele zwaktes op onze
arbeidsmarkt te verhelpen. Zo stelde Prof. Luc Sels m.b.t.
uitzendarbeid: “De uitzendsector oliet de arbeidsmarkt waar ze
kraakt, piept en knelt.”3
Bovendien dienen wij ons de vraag te stellen in welke mate de
huidige wet- en regelgeving voldoende kan inspelen op de
behoefte aan een meer dynamische relatie tussen werkgever en
werknemer. De arbeidsrelaties en – verhoudingen worden immers
steeds hybrider. Is binnen het huidige kader voldoende sociale
innovatie mogelijk?
1
Idea Consult : Evaluatie van het stelsel van de dienstencheques voor buurtdiensten en –banen in 2012.
2
Idea Consult : Profiel van de uitzendkrachten, 2012
3
Trends, 19 juli 2012
Memorandum Federgon 2014
3
Met het oog op de verkiezingen van 25 mei 2014 wil Federgon
• Ons land heeft nood aan ondernemerschap. Ook inzake
via dit memorandum een dialoog op gang brengen met alle
arbeidsmarkt en HR-services kan ondernemerschap verder
stakeholders, in eerste instantie de politieke partijen van dit land,
worden ondersteund. Dit kan vanuit de overheid het best door
en hen inspiratie bieden om het potentieel van de private
een ‘level playing field’ te creëren zodat alle actoren, private
intermediairs verder te ontsluiten en aldus een rechtstreekse
en publieke, commerciële en non-profit, hun diensten kunnen
bijdrage te leveren aan een verbeterde werking van onze
aanbieden op voet van gelijkheid. Een discussie die hiermee
arbeidsmarkt.
samenhangt is de noodzaak om een vernieuwd kerntakendebat
te voeren. Federgon ziet een gelijktijdige versterking van de
regisseurstaken en een afbouw van sommige actortaken.
Belangrijke ontwikkelingen
• Een permanente bezorgdheid betreft het beperken van de
Het werk dat voor de komende federale en regionale regeringen
administratieve overload, de toegang tot
in dit land op de plank ligt kan niet worden onderschat. Na 5 jaar
financieringsbronnen, het inperken van betalingstermijnen, en
van economische laagconjunctuur is op alle banken meer dan
het voeren van een economisch ondersteuningsbeleid.
ooit de ‘sense of urgency’ doorgedrongen en de nood aan
ingrijpende hervormingen wordt vrij algemeen gedeeld.
• De invoering van het eenheidsstatuut, en voor Federgon zeer
specifiek het luik activering binnen de opzegtermijn en –
Vooraleer de voorstellen in detail te bespreken, willen wij in deze
vergoeding, biedt mogelijkheden om een nieuwe impuls te
inleiding speciale aandacht vestigen op een aantal belangrijke
geven aan het verder ontwikkelen van een actief
dossiers.
arbeidsmarktbeleid.
• De regionalisering biedt de mogelijkheid om een meer
homogeen arbeidsmarktbeleid te voeren in de regio’s. Dit is
zonder twijfel een goeie zaak. Het is evenwel noodzakelijk om in
het belang van werkgevers, werkzoekenden en werknemers,
binnen dit nieuw bevoegdheidskader te streven naar coherentie
en continuïteit.
Federgon is de federatie van de HR-dienstverleners. Federgon vertegenwoordigt de bedrijven die actief zijn op het vlak van
arbeidsbemiddeling en HR-dienstverlening in de ruime zin van het woord. Wij tellen 450 leden actief in werving, search & selectie,
outplacement, uitzendarbeid, projectsourcing, interim management, opleiding en dienstencheques.
Federgon en haar leden willen zich engageren t.a.v. de volgende regering om de volgende
uitdagingen aan te gaan.
Memorandum Federgon 2014
4
Traditioneel bestaat het arbeidsmarktbeleid uit vier pijlers:
scholing
plaatsingsbevorderende
maatregelen
werkgelegenheidsverruimende
en werkervaringsmaatregelen
bemiddeling
We zullen per pijler onze voorstellen concretiseren. Tevens voegen we een vijfde pijler toe,
nl. de werking van de arbeidsmarkt.
Memorandum Federgon 2014
5
Pijler 1.
Scholing4
1. Inzetten op vraaggestuurde
maatregelen om levenslang leren te
bevorderen.
2. Integratie Betaald Educatief Verlof in vraaggestuurde
maatregel I
Vandaag durft niemand nog te twijfelen aan de noodzaak van
Federgon
vraagt de inkapseling van het Betaald Educatief
Verlof in een vraaggestuurd instrument voor werkgevers,
levenslang leren. Permanente competentie-ontwikkeling is voor
aangezien het BEV wordt gefinancierd met bijdragen van
het individu de sleutel voor loopbaanzekerheid, voor organisaties
werkgevers. Dit zou kunnen binnen een instrument als de
de sleutel tot innovatie, productiviteitsverhoging en doorgroei
KMO-portefeuille, op voorwaarde dat deze wordt uitgebreid
en voor de overheid dé mogelijkheid om mensen langer aan de
naar alle ondernemingen.
slag te houden. Alle partijen zijn dus winnaar bij een beleid dat
levenslang leren ondersteunt en dat uitgetekend wordt vanuit
deze gedeelde verantwoordelijkheid. Hierbij dient vooral ingezet
De regionalisering van het BEV moet gepaard gaan met een
herziening van de erkenningsregeling voor opleidingen en
te worden op vraaggestuurde maatregelen.
opleidingsverstrekkers. De focus moet alleszins liggen op
arbeidsmarktgerichte opleidingen.
A. Stimuleren van de opleidingsvraag van
bedrijven en organisaties
1. Verder stimuleren van de pijler opleiding in de KMOportefeuille
B. Vraaggestuurde opleidingscheque voor
werknemers
Ook individuele werknemers die op eigen initiatief een inspanning
willen doen rond competentie-ontwikkeling dienen hiervoor verder
te worden ondersteund via een vraaggestuurd instrument.
Eerst via de opleidingscheques voor bedrijven, vervolgens via
het Budget voor Economisch Advies (BEA) en sedert 2009 via
de pijler opleiding binnen de KMO-portefeuille heeft de overheid
Federgon
vraagt de consolidatie van de middelen die vandaag
worden geïnvesteerd in opleiding via de Vlaamse opleidings-
vorming van werknemers, op vraag van hun werkgever, met
en begeleidingscheques voor werknemers.
succes ondersteund.
Federgon
vraagt minimaal een consolidatie van dit succesvol
beleid, dat gericht is op KMO’s.
Federgon
vraagt een uitbreiding van deze maatregel naar een
ruimere doelgroep van bedrijven.
Federgon
vraagt tevens een toegankelijke erkenningsregeling,
met speciale aandacht voor dienstverleners uit het KMOsegment (zie ook infra p.16).
4
Scholing bestaat uit her-, om- en bijscholingsprogramma’s.
Memorandum Federgon 2014
6
C. Fiscaal stimuleren van opleiding
E. Regionalisering Federaal Opleidingsfonds
Dienstencheques
De kosten gemaakt door werknemers voor het volgen van
opleiding, en de kosten gemaakt door werkgevers voor het
Via het Opleidingsfonds dienstencheques ondersteunt
aanbieden van opleiding aan hun werknemers kan ook worden
de federale regering de opleidingsinspanningen in de
gestimuleerd via fiscale weg.
dienstenchequesector. Het Opleidingsfonds dienstencheques
kent jaarlijks aan elke erkende dienstencheque-onderneming
Er zijn hierbij drie mogelijkheden:
een opleidingsbudget toe dat functioneert als een trekkingsrecht
(op basis van het marktvolume) waarmee erkende opleidingen
• een (verhoogde) aftrekmogelijkheid van de kosten van externe
opleiding
(extern/intern/opleiding op het terrein) kunnen worden
gefinancierd. Het Federaal Opleidingsfonds krijgt zijn middelen via
de federale overheid. Het gaat over een bedrag van € 7 mio op
• een belastingvermindering in functie van de
jaarbasis.5
opleidingsinspanning
• een combinatie van verhoogde aftrek en belastingvermindering.
Een mogelijkheid die hier kan onderzocht worden is de
Federgon
vraagt bij de regionalisering van het Federaal
Opleidingsfonds Dienstencheques, het behoud van het
budget en de modaliteiten.
invoering van een individueel ‘opleidingsbudget’, als een
legaal voordeel dat werkgever en werknemer onderhandelen
bij de aanwerving, evaluatie, promotie,… Jongere mensen
vragen tijdens hun sollicitatiegesprek steeds meer naar de
mogelijkheden tot opleidingen. Een dergelijk geïndividualiseerd
F. Transparant systeem van erkenning van
opleidingen en opleidingsverstrekkers
door VDAB
opleidingsbudget functioneert als een soort rugzakje en zou
fiscaal kunnen worden gestimuleerd.
Een probleem vandaag zijn de wachtlijsten voor sommige
opleidingen voor werkzoekenden. De lange wachtlijsten zorgen
ervoor dat kandidaten langer dan nodig inactief blijven.
D. Ontwikkeling van het uit- en
aanbestedingsbeleid van Syntra
Vlaanderen in de uitrol van de
regiefunctie
Federgon vraagt een transparant beleid rond erkenning/
mandatering van opleidingen en opleidingsverstrekkers
door VDAB. Door snellere erkenning kunnen externe
partners worden ingeschakeld voor het aanbieden van
Federgon kan zich vinden in de opsplitsing van het
opleidingen waarvoor vandaag geen of onvoldoende
opleidingsaanbod van Syntra Vlaanderen (de facto is dit het
aanbod bestaat in het VDAB-netwerk. Door deze
opleidingsaanbod van de 5 erkende Syntra-centra) in diensten
erkenning behouden werkzoekenden dezelfde voordelen
van algemeen belang (leertijd en ondernemerschapstrajecten) en
inzake opleidingsvergoeding, verplaatsingsvergoeding en
diensten van algemeen economisch belang die voortaan, binnen
kinderopvang.
de uitvoering van de regiefunctie van Syntra Vlaanderen, via
marktwerking zullen worden ingevuld.
Federgon
vraagt de ontwikkeling van de regiefunctie,
en hiermee gekoppeld de evolutie van het uit- en
aanbestedingsbeleid vanuit een meerjarenperspectief, zodanig
dat Syntra Vlaanderen echt kan opereren als draaischijf.
Federgon
vraagt dat het project van analytische boekhouding
wordt afgerond zodat de centra marktconforme prijzen
kunnen zetten voor DAEB en marktdiensten.
5
Bedrag van 2008, wordt jaarlijks geïndexeerd [bedroeg € 7.564.000 in 2012].
Memorandum Federgon 2014
7
2. Naar een groeipad voor externe
loopbaanbegeleiding
De op 01/07/2013 ingevoerde loopbaancheque kadert
in een toekomstgericht en preventief loopbaanbeleid. De
maatregel maakt het mogelijk dat werknemers hun recht op
loopbaanbegeleiding (cfr. Generatiepact) eens om de zes jaar
kunnen uitoefenen via een gespecialiseerde HR-partner.
Vandaag is op jaarbasis een gesloten budget voorzien van €12
mio, goed voor een 10.000-tal loopbaanbegeleidingen, of 0,3%
van het aantal werkende Vlamingen.
Federgon
vraagt een groeipad van het budget zodat deze
externe loopbaandienstverlening op een gezonde manier kan
groeien, daarbij gestimuleerd door een actieve campagne
vanwege de overheid, wat kan leiden tot een verdubbeling
van het bereik. Hiervoor dient het budget te worden
opgetrokken tot €20 mio op jaarbasis.
Federgon
stelt voor om de middelen van de Vlaamse
opleidings- en begeleidingscheques deels te oriënteren naar
externe loopbaanbegeleiding.
“Het is nodig om maatregelen te ondersteunen die de
duurzame inzetbaarheid van medewerkers bevorderen, die
zich richten op álle werknemers, zowel op het vlak van work
ability (fysieke en mentale gezondheid, herstelbehoefte van
medewerkers) als op het vlak van work agility (engagement,
talent, aanpassingsvermogen en veerkracht).”
Memorandum Federgon 2014
8
Pijler 2.
Plaatsingsbevorderende
maatregelen6
3. Regionalisering: Outplacement II
4. Regionalisering: doelgroepenbeleid III
In een actief arbeidsmarktbeleid moet een veralgemening van
Door de regionalisering zal Vlaanderen ca. €650 mio kunnen
outplacement de norm zijn. Werknemers die hun job verliezen
besteden die vandaag federaal worden ingezet voor RSZ –
moeten professionele ondersteuning krijgen met als doel een zo
doelgroepverminderingen. (Voor een gedetailleerd overzicht zie
efficiënt mogelijke herinschakeling te realiseren.
tabel p.20). Het aanhechtingscriterium voor deze doelgroepverminderingen is de exploitatiezetel van de werkgever.
Met
betrekking tot de bevoegdheden die worden
geregionaliseerd vraagt Federgon dat:
In geval van een uitzendbedrijf of een dienstenchequebedrijf
betekent dit in principe het agentschap van waaruit de
tewerkstelling gebeurt.
• de terugbetaling van de outplacementkosten aan de
bedrijven behouden blijft7;
Federgon
vraagt dat deze doelgroepverminderingen volledig
worden ingezet voor het verlagen van de loonlasten. Het
• de boete voor werkgevers die verzuimen om outplacement
aan te bieden substantieel wordt aangepast8;
verkleinen van de loonkostenhandicap geeft zuurstof aan
bedrijven en sectoren die traditioneel belangrijk zijn voor de
• in echte sancties wordt voorzien voor werkzoekenden die
tewerkstelling van doelgroepen.
ondanks de verplichting niet ingaan op outplacement (de
non-take-up) (cfr. deel rond activering).
Algemeen: het is noodzakelijk om bij de regionalisering
behoedzaam te werk te gaan en oog te hebben voor continuïteit,
Inzake
kwaliteit wordt binnen de PPS VDAB-Federgon
gewerkt aan de uitbouw van het CERTO-label.
dus geen te brute schokken te veroorzaken. Het doel van de
verminderingen is om doelgroepen aan de slag te krijgen
6
et plaatsingsbevorderende maatregelen wil men de kansen op het vinden van een baan van (kansarme) werklozen verbeteren.
M
Het geven van loonkostensubsidies is de meest gebruikte maatregel hiervoor.
7
In het kader van een herstructurering (KB 9 maart 2006) is een werkgever sinds 2009 verplicht om alle betrokken werknemers, via een tewerkstellingscel,
een outplacement-aanbod te doen. Een deel van de op deze manier gemaakte kosten kan de werkgever recupereren via de RVA, op voorwaarde dat de
werknemer minimaal 30 uren begeleiding volgde. Indien de werknemer binnen het jaar na het ontslag minimaal 120 kalenderdagen werkte, verdubbelt het
terugvorderbare bedrag.
Terug te vorderen bedrag
Leeftijd
8
Minimum outplacementaanbod
Na 30u outplacement
Na 30u outplacement én minimaal 120 dagen gewerkt
<45 jaar
30u op 3 maanden
500 EUR
1000 EUR
>=45 jaar
60u op 6 maanden
1000 EUR
2000 EUR
ij een individueel ontslag van een werknemer van 45 jaar of ouder, die minstens halftijds werkte, niet ontslagen werd om dringende redenen en minimaal
B
een jaar anciënniteit had binnen het bedrijf, is de werkgever verplicht een outplacementaanbod te doen (cao 82bis). In geval dit outplacementaanbod niet
gebeurt, is een boete verschuldigd, die werd vastgelegd op 1.800€ in 2002 en sedertdien nooit werd aangepast. Gezien het effect van deze boete op de
outplacementmarkt is een aanpassing noodzakelijk.
Memorandum Federgon 2014
9
(aanwerving), maar ook te houden (retentie). Ze gebeuren daarom
6. 50-plus-premie
best –omwille van administratieve eenvoud en transparantie – via
de techniek van RSZ-kortingen en niet via loonpremies. Gezien
Een activeringsbeleid ten aanzien van ervaren werknemers is
het probleem van competitiviteit en de rol van de loonkosten-
uiteraard een noodzaak, gelet op de zeer lage
handicap moeten de middelen maximaal worden georiënteerd
werkzaamheidsgraad van deze groep. Dit betekent dat de
naar de marktsectoren.
opvolging (DISPO) moet worden opengetrokken van de ‘nieuwe
55-plussers’ naar alle 55-plussers.
Specifiek: gelet op het belang van uitzendarbeid als
instroomkanaal op de arbeidsmarkt, niet in het minst voor
Zoals aangegeven supra opteert Federgon om redenen van
doelgroepen, moet tewerkstelling via uitzendarbeid op een gelijke
eenvoud, transparantie en retentie voor de techniek van
wijze worden behandeld als andere contract- of tewerkstellings-
RSZ-kortingen in plaats van loonpremies. De middelen voor de
vormen. Als er – volledig terecht overigens - equal treatment
50-plus-premie (kostprijs van € 22,8 mio voor een bereik van
geldt voor uitzendkrachten (onder de vorm van user pay), dan
7.027 50-plussers op jaarbasis in 2011) worden dus best
moet dit ook gelden voor uitzendkantoren als werkgevers. Vanuit
geïntegreerd in de middelen van de doelgroepverminderingen.
het beginsel van gelijke behandeling moeten uitzendkantoren,
De uitzendsector wordt een steeds belangrijker kanaal voor de
zonder voorwaarden, kunnen terugvallen op dezelfde verminderingen.
inschakeling en tewerkstelling van 50-plussers, getuige het
toenemende aantal én aandeel 50-plussers in de populatie. Het
is dan ook een gemiste kans dat de uitbreiding van de
hertekende 50-plus-premie naar de uitzendsector, nochtans
formeel voorzien in het Loopbaanakkoord, niet werd uitgevoerd.
Indien de middelen van de 50-plus-premie niet worden
geïntegreerd in de geregionaliseerde doelgroepverminderingen,
5. Regionalisering: activering IV
en dus de 50-plus-premie toch zou blijven bestaan, vraagt
Federgon dat:
De regionalisering biedt een opportuniteit om het Vlaams
activeringsbeleid te versterken. Hoewel het normatief kader rond
de passende betrekking, het actief zoekgedrag, de controle en
de
50-plus-premie wordt opengesteld voor de uitzendsector.
Dit betekent dat een tewerkstelling via een uitzendkantoor
de sancties federaal blijven, krijgt het Vlaams Gewest toch een
moet recht geven op dezelfde 50-plus-premie als een
aantal hefbomen in handen. De mogelijkheden situeren zich
tewerkstelling via een andere contractvorm (en dit uiteraard
vooral in het coherent inpassen van activering in een aanpak
indien de voorwaarden inzake tewerkstellingsperiode zijn
gericht op tewerkstelling van werkzoekenden. Een belangrijk
voldaan);
punt hierbij is dat er afstemming komt tussen de federale regels
inzake beschikbaarheid en de Vlaamse regels omtrent wie onder
de activeringsaanpak valt. Op federaal niveau werd DISPO
dat de voorziene tewerkstellingsperiode nodig om de premie
te verwerven kan gerealiseerd worden bij uitzendkantoor én
uitgebreid van 50 tot 55 jaar, maar enkel voor nieuwe instroom
gebruiker.
van werkzoekenden. Op Vlaams niveau is er activering tot 58 jaar,
maar ook uitsluitend voor de nieuwe instromers.
De belangrijkste activeringsmaatregelen (Activa, doorstromingsprogramma’s, IBO, startbanen, werkhervatting ouderen, SINE),
verlopen via een (tijdelijke) activering van de werkloosheids
-uitkeringen. Het gaat over de volgende posten en bedragen,
goed voor € 232 mio. Het aanhechtingscriterium voor de
activeringsmaatregelen is de woonplaats van de kandidaat.
(voor een gedetailleerd overzicht van de Cijfers 2011 Vlaanderen
– zie eindnoot p.20)
Federgon
is van oordeel dat de middelen inzake activering
best op een gelijkaardige manier worden behandeld als de
doelgroepverminderingen.
Memorandum Federgon 2014
10
Pijler 3.
Werkgelegenheidsverruimende en
werkervaringsmaatregelen9
7. Regionalisering Dienstencheques V
De
rentabiliteit van de dienstenchequebedrijven is cruciaal
voor de verdere ontwikkeling van de sector. Vandaag hebben
Het succes van de dienstencheques heeft gezorgd voor een
tal van dienstenchequebedrijven financiële problemen.
continue groei van de sector. In 2012 waren er bijna 1.200
bedrijven erkend in het Vlaams Gewest, waren er sedert de
• Een noodzakelijke eerste stap is een volledige indexering
opstart van het stelsel meer dan 380 miljoen cheques
van de overheidstussenkomst in plaats van de gedeeltelijke
aangekocht in Vlaanderen en maken 540.000 Vlaamse gezinnen
indexering vandaag. Elke indexering knabbelt immers
gebruik van de dienstencheque. De sector biedt in Vlaanderen
automatisch een deel van de marge weg.
tewerkstelling aan ruim 90.000 medewerkers.
• Een open budget is noodzakelijk voor de bedrijfseconomische
De sector staat echter voor een cruciale fase in zijn ontwikkeling.
ontwikkeling van de bedrijven. Door eroderende marges (als
We kunnen spreken van de “Triple R”-uitdaging. Regionalisering,
gevolg van gedeeltelijke indexering, toenemende verloning
rentabiliteit en reglementering zijn existentiële issues.
wegens anciënniteit, bijkomende kosten van het eenheidsstatuut, kosten van sectorale akkoorden, …) kunnen
Federgon vraagt concrete engagementen die de leefbaarheid van
bedrijven enkel via volume en schaalvoordelen overleven.
de sector, en de werkgelegenheid van ruim 90.000 werknemers,
De markt afsnoeren zou nefast zijn.
moeten vrijwaren, met name:
Budgettaire
beheersbaarheid gekoppeld aan continuïteit moet
voorop staan.10 Continuïteit betekent dat de regionalisering
De aankoopprijs moet zo laag mogelijk worden gehouden,
zo niet is er een risico op substitutie door zwartwerk.
De aankoopprijs is f(waarde cheques, fiscale aftrekbaarheid).
gebeurt binnen het kader van de drie oorspronkelijke
doelstellingen, nl. het verhogen van de werkgelegenheidsgraad, de strijd tegen het zwartwerk en het verbeteren van de
Het behoud van de erkenningsregeling is belangrijk met het
oog op verdere professionalisering. Het is belangrijk bij de
work-life balance.
regionalisering de administratieve overlast te beperken en
maximaal te streven naar erkenning op basis van
Dit betekent ook dat een oriëntatie van dienstencheques in de
gelijkwaardigheid. Voor gebruikers, werknemers en bedrijven
richting van de zorgsector niet aan de orde is. De diensten-
is enige coherentie en overleg tussen de regio’s zeker niet
chequemaatregel is een tewerkstellingsmaatregel waarmee
overbodig. De erkenningsregeling moet bovendien de
huishoudhulp wordt aangeboden en aangekocht. Zorgtaken
diversiteit van het aanbiedersveld (één van de sterktes
zitten daar per definitie niet in. Voor het aanbieden (en
vandaag) waarborgen en zorgen voor een level playing field.
financieren) van zorg bestaan andere kanalen en
instrumenten. Wellicht zijn er mogelijkheden om via de
regionalisering het oneigenlijk gebruik van dienstencheques
“Permanente veranderingen en prijsaanpassingen zorgen
een halt toe te roepen.
voor onrust bij ondernemingen en klanten.”
et werkgelegenheidsverruimende maatregelen kan de overheid tijdelijk additionele werkgelegenheid
M
scheppen, meestal in de publieke sector , met de bedoeling de vaardigheid van werklozen op peil te houden
of hen arbeidservaring te laten opdoen.
10
We verwijzen hier naar het advies dat de Sociale Partners binnen de SERV uitbrachten rond de regionalisering
van de dienstencheque op 13/06/2012 – cfr. http://www.serv.be/serv/publicatie/advies-dienstencheques
9
Memorandum Federgon 2014
11
Afschaffing
van de 60%-maatregel. Via deze maatregel
worden dienstenchequebedrijven volop geconfronteerd met
kansengroepen (ouderen (50+), personen met een arbeids-
de beperkingen van het activeringsbeleid. De geleverde
uitzendarbeid en een betere kennisverwerving door opleiding.
inspanning is totaal in wanverhouding met de resultaten.
De maatregel is onvoldoende succesvol geweest wegens de
Bovendien dienen geschikte kandidaten die niet behoren tot
beperking tot bepaalde doelgroepen, de complexiteit van het
de groep van de niet-werkende werkzoekenden en de
opmaken en opvolgen van dossiers, en de onmogelijke
leefloontrekkers (vb. herintreedsters) - ondanks de juiste
positionering ten aanzien van de bestaande IBO.
handicap en allochtonen) door een grotere instroom via
competenties- te worden afgewezen.
Daarom stelt Federgon een dubbele piste voor, waarbij hetzij
Uitbreiding
van de toegelaten activiteiten.
VDAB bevoegd blijft voor de begeleiding tijdens de IBO, hetzij
de begeleiding tijdens de IBO wordt uitbesteed aan het
• Uitbouw naar éénmalige opdrachten (opruimen tuinen,
uitzendkantoor of een gespecialiseerde partner.
schoonmaak na renovaties, …).
• De activiteiten die worden aangeboden binnen de PWA
Mogelijkheid
tot het kaderen van IBO in het motief ‘Erkend
tewerkstellingstraject’. 11
kunnen overgeheveld worden naar de dienstencheques.
Aan de lijst van de bestaande motieven voor uitzendarbeid
werd in het Generatiepact12 een nieuw motief voor
uitzendarbeid toegevoegd, nl. het ‘erkend tewerkstellingstraject’.
8. Werkplekleren
De bedoeling was om dit motief te gebruiken voor regionale
tewerkstellingstrajecten, erkend door het Gewest waar de
Werkplekleren wordt vandaag terecht beschouwd als een
tewerkstelling plaatsvindt. Het motief trad in werking op
maatregel met mogelijkheden om werkzoekenden die nood
01/08/2006.
hebben aan bijkomende competenties (attitudes, vaardigheden,
kennis) via een combinatie van leren en werken aan de slag te
Er worden 2 doelgroepen voorzien voor de erkende tewerk-
helpen. Als instrument van instroom op de Vlaamse arbeidsmarkt
stellingstrajecten, m.n. de niet-werkende werkzoekenden en
beschikt de uitzendsector vandaag niet over mogelijkheden om
de leefloontrekkers. De duur van dit motief wordt beperkt tot
gebruik te maken van aangepaste maatregelen. Meer algemeen
maximaal 2 periodes van 6 maanden. De hierboven geschetste
vraagt Federgon betrokken te worden bij initiatieven die op het
formule van IBO met uitzendcontracten komt hiervoor perfect
vlak van werkplekleren worden genomen. Meer specifiek vraagt
in aanmerking.
Federgon de volgende twee instrumenten:
De
mogelijkheid van uitzendcontracten in de hertekende IBO.
Op 06/09/2013 keurde de Vlaams regering een versoepeling
Ook een traject met als basis de instapstage zou kunnen
kaderen binnen het motief van het ‘Erkend tewerkstellingstraject’.
goed van de IBO (individuele beroepsopleiding). Het is
voortaan mogelijk om de periode van opleiding op de
werkvloer te laten volgen door een contract van bepaalde
9. Maatwerkdecreet
duur in plaats van een contract van onbepaalde duur, zonder
dat de tewerkstellingsperiode korter mag zijn dan de opleidings-
Het maatwerkdecreet werd op 03/07/2013 goedgekeurd door de
periode. Deze versoepeling komt tegemoet aan de vraag van
Vlaamse Regering. Federgon onderschrijft de ambitie van dit
bepaalde ondernemingen en sectoren waar men de voorkeur
decreet, nl.
geeft aan tijdelijke contracten, om welke reden dan ook.
• werk en ondersteuning op maat aanbieden aan personen met
Federgon vraagt dat deze besluitswijziging onverkort kan
een grote afstand tot de arbeidsmarkt;
worden toegepast op uitzendcontracten. Dit zou de IBOmaatregel flexibeler maken en nog meer aangepast aan de
• ondersteuning bieden aan werkgevers die hen tewerkstellen;
realiteit van het aanwervingsbeleid in sectoren en
ondernemingen.
• inzetten op een kwalitatief kader inzake doorstroom;
Deze opening zou ook tegemoetkomen aan de pijnpunten in
• de vereenvoudiging van het landschap, de creatie van een
de maatregel IBO-interim, die werd goedgekeurd op 10
transparant kader voor alle werkgevers en doelgroep-
februari 2006 door de Vlaamse regering in het kader van het
werknemers en de verankering van het concept individuele en
Meerbanen-plan. De formule was een uitbreiding van de
collectieve inschakeling.
klassieke IBO en gericht op de duurzame tewerkstelling van
11
12
Zie eindnoot vii p.19 2e bullet
rt. 56 van de wet van 23/12/2005
a
Memorandum Federgon 2014
12
Maatwerkbedrijven en –afdelingen krijgen met dit decreet een
volwaardige plaats toegekend in het tewerkstellingsbeleid dat
inzet op effectieve tewerkstellingskansen voor iedereen. Ook
wordt het doorstroomperspectief ingebouwd en verankerd.
Federgon
vraagt dat bij de uitvoering van het
Maatwerkdecreet:
• private (commerciële en niet-commerciële) bedrijven als
maatwerkbedrijven of maatwerkafdelingen kunnen fungeren;
• dat in de maatwerkbedrijven en –afdelingen ook kan
gewerkt worden met flexibele contracten, waaronder
uitzendcontracten;
• dat bij doorstroom (individueel luik) private intermediairs
volop een rol kunnen spelen, en dat ze dus volop kunnen
gebruik maken van de Vlaamse stimuli ter bevordering van
de tewerkstelling van kansengroepen.
Memorandum Federgon 2014
13
Pijler 4.
Bemiddeling
10. Regionalisering:
opvolging werkzoekenden VI
• De grote hoeveelheden Europese en andere internationale
regelgeving verwerken, wat dikwijls het snel verwerven van
expertise in nieuwe, vaak zeer gespecialiseerde vakgebieden
Federgon gelooft in de noodzaak van een sterk activeringsbeleid.
veronderstelt.
Activering is de enige juiste beleidsoptie om tot een evenwichtige
invulling van de ‘rechten en plichten’- slinger te komen.
Tegenover de verwachtingen van het individu staan ook
Uitzendarbeid in de openbare sector
verwachtingen ten aanzien van het individu.
Onderzoek van Federgon heeft aangetoond dat uitzendarbeid
Het is duidelijk dat de regionalisering zorgt voor meer
vandaag reeds wordt ingezet op alle beleidsniveaus, voor alle
homogeniteit in de bevoegdheden. De controle op het
soorten motieven, voor alle functieniveaus en voor korte en
zoekgedrag biedt mogelijkheden voor het activeringsbeleid.
langere opdrachten. Federgon vraagt vandaag een regularisatie
van een praktijk die vrijwel algemeen wordt toegepast.
Federgon
wil, als partner voor werk, uiteraard ten volle haar
verantwoordelijkheden opnemen, maar binnen een duidelijk
Het gebruik van uitzendarbeid beantwoordt aan een behoefte
afsprakenkader. De administratieve rol in het kader van DISPO
aan flexibiliteit en instroom. Publieke organisaties verschillen in
vandaag, via het afleveren van inschrijvingsattesten, dient te
deze niet van private organisaties. Besparingen en vragen naar
worden herzien.
meer efficiëntie zullen de vraag naar uitzendarbeid in de publieke
sector alleen maar doen toenemen.
Federgon
vraagt een volledige opening voor uitzendarbeid in
de publieke sector. Zonder bijkomende voorwaarden of
beperkingen, conform de bepalingen in de Uitzendrichtlijn.
11. Private intermediairs en de openbare
sector VII
Rekrutering & selectie in de openbare sector
De 4 uitdagingen voor de overheidsdiensten op korte termijn zijn:
Jobpunt Vlaanderen biedt de Vlaamse steden en gemeenten,
OCMW’s, intercommunales, provinciebesturen, de Vlaamse
• Instaan voor een dienstverlening die inspeelt op de problemen
van de private bedrijven en op hun nood aan regulering;
overheid en andere Vlaamse openbare besturen de volgende
diensten: arbeidsmarktcommunicatie, werving en selectie,
evaluatie, organisatieverandering, outplacement, coaching,
• De gevolgen van de vergrijzing van de ambtenaren opvangen,
op alle bevoegdheidsniveaus;
werk-wijzer, flexpunt, voorbehouden betrekkingen en erkennen
van verworven competenties. Voor dit aanbod werkt Jobpunt
Vlaanderen samen met private dienstverleners na een
• Het toepassen van de begrotingsbeperkingen, die
marktraadpleging.
onvermijdelijk streng zullen zijn;
Memorandum Federgon 2014
14
Dit betekent dat vennoten van Jobpunt Vlaanderen zelf geen
aanbesteding meer moeten doen. Jobpunt Vlaanderen is dus een
Federgon vraagt een soepel, rechtszeker kader, met andere
woorden een regionaal beleid rond economische migratie met
soort intermediaire structuur tussen enerzijds organisaties binnen
een duidelijke link naar de knelpunten op de arbeidsmarkt in
de publieke sector die wensen aan te werven en anderzijds
plaats van de case-to-case-benadering van vandaag.
professionele HR-dienstverleners. Jobpunt Vlaanderen doet
hierbij dienst als een soort aankoopcentrale, die werkt via een
Dit moet tot stand komen via:
aanbesteding.
• De oprichting van een databank met verblijfs- en
Federgon
vraagt volledige transparantie in het kader van de
samenwerking van de private actoren met Jobpunt
arbeidsvergunningen die fungeert als een ‘single point of
Vlaanderen, onder meer inzake de gunningsprocedures, de
arbeidsbemiddelaars, zou het zo eenvoudiger moeten
duurtijd van de gunningen, de manier van toewijzen van de
worden om zekerheid te krijgen over wie kan tewerkgesteld
opdrachten onder de gegunde actoren. Bovendien vraagt
worden en wie niet.
contact’. Voor werkgevers, waaronder sommige
Federgon om, eenmaal de selectie van de meest adequate
spelers heeft plaatsgevonden, hun autonomie bij de uitvoering
van de opdrachten te respecteren.
• Grotere transparantie in de besluitvorming: de aanvraag van
verblijfsvergunningen en arbeidskaarten vraagt soms veel
tijd, en de finale beslissingen zijn niet altijd duidelijk.
Federgon
vraagt een onafhankelijke audit om de werking van
Jobpunt Vlaanderen te evalueren op bovenvermelde punten.
De knelpunten betreffen onder meer het arbeidsmarktonderzoek dat door VDAB wordt uitgevoerd en waarvan de
resultaten niet publiek worden gemaakt / de (niet-)erkenning
van buitenlandse diploma’s / de politieke druk in bepaalde
Interim management in de openbare sector
dossiers / de soms onterechte koppeling met de motieven
uitzendarbeid.
Meerdere studies hebben aangetoond dat interim management
een goede oplossing is voor allerlei tijdelijke
managementproblematieken, zowel in de private als in de
publieke sector. Vandaag kan de publieke sector reeds werken
met consultants allerhande. Het is dan ook opmerkelijk dat
publieke overheden geen beroep kunnen doen op interim
management als management-tool. In de toekomst zullen
13. Handhavingsbeleid
overheden nochtans nood hebben aan experts, niet alleen om
professioneel advies te geven, maar vooral om te implementeren,
De sector van de private arbeidsbemiddelaars speelt vandaag
te managen en uit te voeren. Nederland, Duitsland, Frankrijk en
een onmiskenbare rol op de arbeidsmarkt. De regels waaronder
het Verenigd Koninkrijk zijn deze weg reeds ingeslagen. Dit
de bemiddelaars kunnen opereren zijn duidelijk en liggen vast in
veronderstelt dat de verschillende regelgevingen binnen de
het decreet private arbeidsbemiddeling. De regelgeving is
organisaties in de publieke sector het gebruik van interim
duidelijk en laat geen fraudeconstructies toe.
management toestaan zodat dit daarna niet gecounterd wordt via
procedures bij de Raad van State.
Federgon
vraagt een streng handhavingsbeleid waarbij
malafide bemiddelaars streng worden aangepakt en waarbij
gestreefd wordt naar een politiek van “zero tolerance”. Wij
vragen de inspectiediensten beter samen te werken met
buitenlandse inspectiediensten. De IMI (Internal Market
Information)-databank vormt hiervoor een tool. Verdere
gerichte bilaterale samenwerking met buitenlandse
12. Economische Migratie VIII
inspectiediensten moet de efficiëntie verbeteren.
Vlaanderen heeft vandaag en morgen nood aan talent. Al het
aanwezige talent zal moeten worden ingezet, maar we zullen ook
Zowel
voor uitzendarbeid als voor dienstencheques is een
erkenningsregeling, waarbij de sociale partners actief worden
buitenlands talent moeten aanspreken. Hiervoor is het belangrijk
betrokken, noodzakelijk.
dat Vlaanderen attractief is om in te wonen en te werken zodat
wij een competitieve value proposition kunnen doen aan
buitenlanders én tegelijkertijd onze economie kunnen
ondersteunen.
Memorandum Federgon 2014
15
Pijler 5.
Werking
arbeidsmarkt:
naar een
performant
arbeidsmarktmodel
De organisatie van de arbeidsmarkt is onvoltooid als het gaat om
antwoorden te bieden op de uitdagingen waar Vlaanderen voor
staat. Er is nood aan een krachtdadig en vooruitstrevend
Gebruik maken van het potentieel van alle
dienstverleners, commerciële en nietcommerciële, private en publieke
activeringsbeleid uitgevoerd door performante actoren. Hoe
kunnen we de werking van onze arbeidsmarkt verbeteren, zodat
Honderden nieuwe bedrijven specialiseerden zich de voorbije
de bijkomende uitdagingen als gevolg van de regionalisering
decennia in allerhande dienstverlening: uitzendarbeid, werving
leiden tot betere resultaten?
&selectie, outplacement, opleiding, loopbaandienstverlening,…
Kortom, bedrijven die mee de arbeidsmarkt vormgeven en die via
de IAO-Conventie 181 ook formeel een plaats hebben gekregen
Kerntakendebat
naast de publieke dienstverleners.
De rol van de overheid als actor neemt steeds toe. Hierdoor
Federgon ziet een toenemende rol voor publieke diensten als
wordt het in tijden van besparingen logischerwijze moeilijker
regisseur / regulator, vooral in hun relatie tot de actoren /
om te focussen op de prioriteiten en de kerntaken. Er is een
uitvoerders. Deze evolutie wordt mee gestuurd door de
debat nodig over “need to offer” and “nice to offer”. Door
reglementering rond “diensten algemeen belang” en “diensten
de toenemende complexiteit van onze arbeidsmarkt moet
van algemeen economisch belang”. Vallen onder dit begrip:
de overheid uiteraard de ambitie hebben om in te spelen op
activiteiten van commerciële dienstverlening waarbij taken van
nieuwe ontwikkelingen, en dit in het belang van werkzoekenden,
algemeen belang worden vervuld, en waarvoor dan ook van
werkenden, bedrijven, … De overheid is beleidsmaker en heeft
overheidswege specifieke verplichtingen inzake openbare
een sturende rol. Sturen is evenwel niet synoniem met zelf
dienstverlening gelden. Al te vaak wordt dit Europese perspectief
uitvoeren.
vergeten, hoewel private en publieke operatoren hun
dienstverlening aanbieden op een markt waar regels van correcte
mededinging moeten gelden.
Memorandum Federgon 2014
16
Federgon
vraagt:
• Voorts vraagt Federgon een proefproject op te zetten voor
marktwerking: naast de gekende technieken van aan- en
• Het verder uitbouwen van de regierol van VDAB en Syntra
uitbesteding bv. ook via persoonsgebonden budgetten.
Vlaanderen, en het zich terugtrekken als actor. Regie- en
actorrollen zijn communicerende vaten.
• Ontwikkeling van het regisseurschap bij Syntra Vlaanderen,
onder meer via een uitbestedingsbeleid dat professionele
De recente uitrol van de loopbaancheque toont hierbij de
partners betrekt in de uitvoering van het beleid.
richting. VDAB trok zich terug van een markt waar
voldoende andere operatoren zorgen voor een deskundige
• Een correcte en precieze toetsing - en zo nodig aanpassing
uitvoering. De koppeling met een vraaggestuurd instrument
- aan de Europese regelgeving, wat moet bijdragen tot een
beperkt bovendien de transactiekosten en zorgt ervoor dat
level playing field waarin alle organisaties maximaal hun
de VDAB zich als regisseur kan bezighouden met zuivere
competenties kunnen aanwenden.
regietaken als organisator, marktontwikkelaar,
kwaliteitsbewaker, promotor, ….
• Een coherent beleid inzake kwaliteitscertificering, over de
departementsgrenzen heen. Vandaag wordt aan
• Een versterking van het beleid van marktwerking, waarbij de
dienstverleners gevraagd om kwaliteitsaudits te laten
expertise van de private actoren ingeschakeld wordt bij het
uitvoeren indien men wil gemandateerd of erkend worden
uitvoeren van alle delen van het arbeidsmarktbeleid, nl.
voor bepaalde maatregelen. Wij denken hierbij aan de
begeleiding, bemiddeling, opleiding, loopbaanbegeleiding,…
KMO-portefeuille, opleidings- en begeleidingscheques, de
loopbaancheque,… Enige afstemming en coördinatie is
De resultaten van deze marktwerking in termen van
nodig opdat dienstverleners niet onnodig op kosten zouden
doorstroomcijfers zijn zonder meer uitstekend. De weg, die
worden gejaagd. Het is niet meer dan logisch dat de
zowel de VDAB-regisseur, als de operatoren als
Vlaamse overheid staat voor uniformiteit in het beleid rond
“onderaannemers” hebben afgelegd, is sterk. Het gemengd
kwaliteitscertificering, inclusief procedures van
model van arbeidsmarkt met een regisseur die kiest voor
gelijkwaardigheid en uitwisselbaarheid.
partnerschap met externe organisaties werkt prima. Toen in
2005 de politieke beslissing werd genomen om via een
eerste tender (openbare aanbesteding) een beroep te doen
op marktspelers was er heel wat scepsis over de te
verwachten resultaten. Volledig onterecht…
Op een aantal valse noten na, wellicht te verklaren vanuit
principieel dogmatische overtuigingen, is vandaag nagenoeg
iedereen overtuigd van het belang en de meerwaarde van
de inschakeling van private arbeidsmarktactoren. De vele
tenders die door VDAB werden uitgeschreven de voorbije
jaren hebben nooit ontgoocheld. Integendeel. De
jeugdwerkplantender klokt af op 71,37% positieve
uitstroom, de TIBB1-tender staat vandaag op een uitstroom
van 69,73% voor 2011 en 73,69% voor 2012.
Wat zijn de lessen uit deze tenders?
• Het sturen op - en financieren van - resultaat werkt;
• Het netwerk van private (vooral commerciële) actoren is
een belangrijke asset en een sleutel voor succes;
• De expertise van VDAB als regisseur neemt toe.
Memorandum Federgon 2014
17
Waarin voorziet
de 6e staatshervorming?
I. o
ver betaald educatief verlof en
industrieel leerlingwezen?
• Opdat deze bevoegdheidsverdeling zou kunnen werken, is het
noodzakelijk dat de overheid die de uitkeringen betaalt ook de
sanctie materieel uitvoert.
Betaald educatief verlof en industrieel leerlingwezen: het
leerlingenwezen gaat naar de Gemeenschappen, en het betaald
• De Gewesten krijgen de volle bestedingsautonomie voor de
educatief verlof gaat naar de Gewesten. Met betrekking tot het
budgetten. Ze zullen het overgehevelde budget (met inbegrip
betaald educatief verlof zullen de Gewesten met de
van de eventuele overschotten) naar goeddunken kunnen
Gemeenschappen een samenwerkingsakkoord moeten sluiten
gebruiken voor verschillende vormen van arbeidsmarktbeleid in
om de opleidingen te organiseren en te erkennen.
de brede zin (maatregelen inzake loonkosten, opleiding en
begeleiding van werkzoekenden, tewerkstellingsprogramma’s, …).
• RSZ en RVA blijven de enige administratieve en technische
operatoren.
II. over outplacement?
• Na de overheveling van deze bevoegdheden zal de federale
overheid geen nieuwe doelgroepen meer invoeren maar zal een
Regionalisering outplacement: het arbeidsrecht blijft federaal
beslissingsvrijheid behouden i.v.m. de maatregelen m.b.t. de
(inzonderheid CAO nrs. 51 en 82), maar de Gewesten worden
loonkost, die onder haar bevoegdheid blijven vallen.
bevoegd voor de inhoudelijke vereisten die niet in cao 51 en 82
vastliggen, voor de terugbetaling van outplacementkosten aan de
bedrijven en voor het opleggen van sancties aan werkgevers bij
gebrek aan outplacement.
IV. over doelgroepenbeleid en activering?
Zie eindnoot III
III. over doelgroepenbeleid en activering?
3.1.3. Doelgroepenbeleid
• Regionalisering van RSZ-kortingen voor doelgroepen en van de
V. over dienstencheques?
activering werkloosheidsuitkeringen. De bevoegdheid voor
structurele RSZ-verminderingen en de vrijstelling van het
Regionalisering van de dienstencheques, met behoud op federaal
doorstorten van de bedrijfsvoorheffing blijft federaal.
vlak van de aspecten in verband met het arbeidsrecht, zoals die
inzake de arbeidsvoorwaarden in de sector.
Memorandum Federgon 2014
18
VI. over controle op de beschikbaarheid?
VIII. over arbeidskaarten A en B en de
beroepskaart voor zelfstandigen?
3.1.2. Controle op de beschikbaarheid
Regionalisering van de regelgevende bevoegdheid voor
• De Gewesten verwerven volledige beslissings- en
arbeidskaarten A en B en de beroepskaart voor zelfstandigen. De
uitvoeringsbevoegdheid om de actieve en passieve
werknemer die een arbeidskaart A in een van de Gewesten krijgt,
beschikbaarheid van de werklozen te controleren en de daarbij
kan op basis van diezelfde vergunning eveneens in de twee
behorende sancties op te leggen.
andere gewesten werken. De zelfstandige die in één gewest een
beroepskaart heeft gekregen kan zijn activiteit niet in een ander
• Het normatief kader voor regelgeving inzake passende
gewest vestigen, maar er wel zijn activiteit uitoefenen.
betrekking, actief zoekgedrag, administratieve controle en
sancties blijft federaal.
• De Gewesten hebben de mogelijkheid om, tegen betaling, de
sanctioneringsbevoegdheid aan de federale overheid (RVA) uit
te besteden.
• Op basis van Europese richtlijnen zullen er
samenwerkingsakkoorden worden gesloten om
gemeenschappelijke doelstellingen voor de intensiteit van de
begeleiding van werklozen vast te leggen.
• Vrijstellingen van beschikbaarheid in geval van studiehervatting
of het volgen van een beroepsopleiding: de Gewesten bepalen
autonoom welke studies en beroepsopleidingen een
uitkeringsgerechtigde werkloze met behoud van zijn uitkeringen
kan aanvatten en welke soort werkzoekende voor deze
maatregel in aanmerking kan komen. De Gewesten zullen de
soort rechthebbende werkzoekende bepalen na eensluidend
advies van de federale staat. Er zal per Gewest een federale
enveloppe worden bepaald. De Gewesten zijn financieel
verantwoordelijk bij overschrijding van de vastgelegde
enveloppe.
VII. over uitzendarbeid?
Uitzendarbeid:
• Alle arbeidsrechtelijke bepalingen die de uitzendarbeid regelen
blijven federaal.
• De Gewesten en de Gemeenschappen worden bevoegd om
uitzendarbeid in hun respectievelijke overheidsdiensten en
lokale besturen toe te staan, en de Gewesten worden bevoegd
om in het kader van tewerkstellingstrajecten op uitzendarbeid
een beroep te doen.
Memorandum Federgon 2014
19
Budget doelgroepverminderingen
en activering
DOELGROEPVERMINDERINGEN
Kostprijs
Bereik in VTE
Ouderen
€ 222,3 mio
181.063
Jongeren
€ 98,1 mio
87.257
Langdurig werklozen (Activa)
€ 70,8 mio
18.696
SINE
€ 14,7 mio
3.864
Herstructurering
€ 9,8 mio
4.181
Doorstromingsprogramma’s (Wep)
€ 3,7 mio
894
Moeilijk te plaatsen werklozen + leefloners
€ 1,3 mio
359
Mentoren
€ 0,12 mio
66
GESCO lokale besturen / PPO
€ 143,2 mio
20.063
GESCO algemeen RSZ (social profit-non profit)
€ 68,9 mio
3.946
Onthaalouders
€ 10,7 mio
3.329
Kunstenaars
€ 5,8 mio
1.246
Bagger- en sleepvaartsector
€ 4,3 mio
370
Huisbedienden
€ 0,14 mio
30
ACTIVERINGSMAATREGELEN
Kostprijs
Bereik in personen
Opleiding & stage-uitkering
€ 65,6 mio
7.755
SINE
€ 39,6 mio
7.212
Premie beroepsopleiding (ook PWA)
€ 31,8 mio
9.558
Werkhervattingstoeslag
€ 29,3 mio
13.315
Ouderen
€ 29,3 mio
13.320
ACTIVA
€ 28,7 mio
6.476
Doorstroomprogramma’s (DSP)
€ 6,6 mio
1.478
Jongeren (Activa start)
€ 0,5 mio
132
Kinderopvangtoeslag
€ 0,36 mio
382
Doelgroepen
GESCO
Sectoren
Cijfers 2011 - Vlaanderen
Cijfers 2011 - Vlaanderen
Memorandum Federgon 2014
20
Contact
FEDERGON
Havenlaan 86c bus 302 - 1000 Brussel
Tel.: 02/203 38 03
Fax: 02/203 42 68
www.federgon.be
Paul Verschueren – Directeur Vlaanderen
[email protected]
www.twitter.com/VerschuerenPau
0473/53 35 66