Transcript 07 B4 Criteria belemmeringenonderzoek tbv windenergie PDF

Overzicht met criteria voor het plaatsen van Windturbines in de Stadsregio Rotterdam
Tabel bufferzones vanwege wet- en regelgeving
Criterium
Afstand ( in meters) of
omschrijving van
uitsluitingsgebied
Geluid/wonen
400
Rijkswegen
50
Spoorwegen
57,85
Waterwegen
50
Primaire waterkeringen
Gasleidingen
ondergronds
Gasleidingen
bovengronds
De kernzone en de
beschermingszone
zijn in deze studie
uitgesloten
150
613
Kwetsbare objecten
150
Hoogspanningsleidingen
216
LPG vulpunten en opslag
gevaarlijke stoffen
150
Kader en overige opmerkingen
Afgeleide afstand uit Wet geluidhinder: Geluidgevoelige objecten zoals woningen
dienen ten gevolge van windturbines niet meer dan 47 dB op de gevel te ontvangen.
In het algemeen is te stellen dat op 400 meter afstand deze norm meestal wordt
gehaald. Dit is onder andere afhankelijk van het type windturbine en de
tussenliggende gronden.
Handboek risicozonering 2013 (HBR) - Beleidsregel voor het plaatsen van
windturbines op, in of over rijkswaterstaatswerken: Langs rijkswegen wordt plaatsing
van windturbines toegestaan bij een afstand van ten minste 30m uit de rand van de
verharding of bij een rotordiameter groter dan 60m, ten minste de halve diameter.
HBR - Spoorwegwet, artikel 19. Windturbines dienen minimaal 7,85 meter + halve
rotordiameter, gemeten vanuit het hart van het dichtstbijzijnde spoor af te staan, met
een minimum van 30 meter.
HBR - Beleidsregel voor het plaatsen van windturbines op, in of over
rijkswaterstaatswerken, Langs kanalen, rivieren en havens wordt plaatsing van
windturbines toegestaan bij een afstand van ten minste 50m uit de rand van de
vaarweg. NB, De rand van de vaarweg is niet altijd gelijk aan de oever.
HBR - Beleidsregel voor het plaatsen van windturbines op, in of over
rijkswaterstaatswerken: Plaatsing van windturbines wordt niet toegestaan in de
kernzone van de primaire waterkering. Plaatsing van windturbines buiten de kernzone
van de primaire waterkering, wordt slechts toegestaan mits dit geen negatieve
gevolgen heeft voor de waterkerende functie van de primaire waterkering
DCMR gaat uit van een risicocontour die gelijk is aan de ashoogte plus rotordiameter.
HBR: maximale werpafstand bij overtoeren. NB vanwege de typeindeling in het HBR is
hier een turbine met een ashoogte van 120 m aangehouden.
HBR: Ashoogte plus een halve rotordiameter. Kwetsbare objecten zijn bijvoorbeeld
scholen en sportcentra
HBR: Er dient een vrije ruimte aangehouden te worden die minimaal gelijk of groter is
dan de maximale
werpafstand bij nominaal toerental van de betreffende windturbine.
Vanwege externe veiligheid wordt een contour van 150 meter aangehouden rond lpg
vulpunten en opslag van gevaarlijke stoffen.
Tabel uitsluitingsgebieden vanwege ‘hard’ beleid (beschermingscategorie 1 uit de nieuwe Verordening Ruimte en Mobiliteit en
stiltegebieden uit de provinciale milieuverordening)
Criterium
Natura2000
EHS
Cultuurhistorie
Stilte
Omschrijving
De VR en HR gebieden zijn in deze
studie uitgesloten
EHS gebieden zijn uitgesloten
De Cultuurhistorische Kroonjuwelen
zijn uitgesloten
Stiltegebieden zijn in deze studie
uitgesloten.
Kader
Natuurbeschermingswet: Windturbines worden in de wet niet specifiek
uitgesloten, maar de provincie geeft aan deze gebieden in principe wel uit te
sluiten. In de nieuwe VRM vallen deze gebieden in beschermingscategorie 1
Natuurbeschermingswet: Windturbines worden in de wet niet specifiek
uitgesloten, maar de provincie geeft aan deze gebieden in principe wel uit te
sluiten. In de nieuwe VRM vallen deze gebieden in beschermingscategorie 1
Vanwege de nieuwe Verordening Ruimte en Mobiliteit worden de
Cultuurhistorische Kroonjuwelen uitgesloten. Deze gebieden hebben
landschappelijk en cultuurhistorisch een dusdanig uniek karakter dat de
bescherming en versterking van deze kwaliteiten centraal staat. In de nieuwe
VRM vallen deze gebieden in beschermingscategorie 1
Stiltegebieden zijn aangewezen in de Provinciale milieuverordening:
Windturbines worden hierin niet specifiek uitgesloten of anderszins benoemd.
Over het algemeen wordt plaatsing van windturbines in of nabij een
stiltegebied in een (project)MER wel negatief beoordeeld.
Tabel uitsluitingsgebieden vanwege ‘zacht’ beleid (beschermingscategorie 2 uit de nieuwe Verordening Ruimte en Mobiliteit)
Criterium
Weidevogels
Recreatie
Groene Buffers
Omschrijving
Weidevogelgebieden zijn in principe
uitgesloten
Recreatiegebieden zijn in principe
uitgesloten
Groene Buffers zijn in principe
uitgesloten
Kader
Vanwege de nieuwe Verordening Ruimte en Mobiliteit vallen enkele
aangewezen weidevogelgebieden onder beschermingscategorie 2. Dit
maakt plaatsing van windturbines niet onmogelijk maar vraagt wel
extra aandacht.
Vanwege de nieuwe Verordening Ruimte en Mobiliteit vallen enkele
aangewezen recreatiegebieden onder beschermingscategorie 2. Dit
maakt plaatsing van windturbines niet onmogelijk maar vraagt wel
extra aandacht.
Vanwege de nieuwe Verordening Ruimte en Mobiliteit vallen enkele
aangewezen groene buffers onder beschermingscategorie 2. Dit maakt
plaatsing van windturbines niet onmogelijk maar vraagt wel extra
aandacht.