1.3.

Doelstellingen Module 3: Rekenen in de chemie

1.3.1.

Doelstellingen hoofdstuk 1: Rekenen in de chemie

Wat moet je kunnen?

1. Aan de hand van het periodiek systeem de molecuulmassa van om het even welke stof berekenen.

2. 3. 4. 5. Omzettingen berekenen: van de massa naar het aantal mol en omgekeerd, van het aantal deeltjes naar het aantal mol en omgekeerd, van het volume van een gas naar het aantal mol en omgekeerd. Ook combinaties van de bovenstaande omzettingen moet je kunnen maken.

De verschillende concentratiegrootheden in elkaar omzetten (eventueel aan de hand van bijkomende gegevens).

Stoichiometrische vraagstukken oplossen.

Combinaties van oefeningen die betrekking hebben op alle onderdelen van dit hoofdstuk oplossen.

1.3.2.

Doelstellingen hoofdstuk 2: Energie-aspecten en kinetiek bij een chemische reactie

Wat moet je kunnen?

1. Het energieverloop in functie van de tijd voorstellen in een grafiek voor beide reactietypes en uitleggen.

2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. De begrippen elastische en effectieve botsing verwoorden.

De gemiddelde snelheid voor een willekeurige reactie in een formule geven.

De eenheid van reactiesnelheid geven.

De uitdrukking voor de ogenblikkelijke snelheid voor een willekeurige reactie geven.

In woorden de snelheidsformule omschrijven.

Factoren opgeven die invloed hebben op de reactiesnelheid.

Factoren opgeven die invloed hebben op de snelheidsconstante.

De invloeden verklaren vanuit het botsingsmodel.

10. Voor de verschillende factoren toepassingen uit het dagelijkse leven geven.

11. Berekeningen in verband met de reactiesnelheid maken.

Wat moet je kennen?

1. 2. Het principe van energiebehoud.

De definitie van activeringsenergie, bindingsenergie, energieoverschot en energietekort.

3. 4. 5. De definitie van een endo-energetische (endotherme) en een exo-energetische (exotherme) reactie.

De definitie van reactie-energie en het verband met endotherme en exotherme reacties.

De voorwaarden voor een reactie.

1.3.3.

Doelstellingen hoofdstuk 3: Evenwichtsreacties

Wat moet je kunnen?

1. Het principe van een evenwichtsreactie uitleggen aan de hand van een voorbeeld (en ook grafisch voorstellen). Aangeven wat men verstaat onder het ‘dynamisch’ zijn van een evenwicht. De algemene formule voor de evenwichtsconstante K afleiden en daarvoor ook de betekenis van een grote of een kleine K verwoorden.

| Lab 3e graad | Handleiding Deel 1

|

2. 3. 4. 5. Aan de hand van een voorbeeld het effect van een concentratievermeerdering of een concentratievermindering uitleggen en grafisch voorstellen.

Aan de hand van een voorbeeld het effect van een energieverandering (verwarming of afkoeling) uitleggen.

Uitleggen hoe er voor een chemisch evenwicht volumeveranderingen (en drukveranderingen) optreden.

Het effect van een volumeverandering op een chemisch evenwicht uitleggen aan de hand van een wiskundige vergelijking.

6. 7. Het effect van een katalysator op een chemisch evenwicht formuleren en grafisch voorstellen.

De wet van Le Châtelier toepassen op de drie voorgaande factoren die het chemisch evenwicht kunnen beïnvloeden (de verandering van concentratie, de verandering van volume (druk) en de verandering van temperatuur).

8. Voor een gegeven reactie aangeven wat de invloed zal zijn van een concentratie-, temperatuur- of volumeverandering (drukverandering).

9. Vanuit concentraties voor een bepaalde reactie de evenwichtsconstante K berekenen.

10. Vanuit concentraties en vanuit een evenwichtsconstante van een bepaalde reactie de ontbrekende concentraties berekenen.

Wat moet je kennen?

De definitie van de wet van Le Châtelier.

| Lab 3e graad | Handleiding Deel 1

|